NL2020641B1 - Aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig - Google Patents

Aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig Download PDF

Info

Publication number
NL2020641B1
NL2020641B1 NL2020641A NL2020641A NL2020641B1 NL 2020641 B1 NL2020641 B1 NL 2020641B1 NL 2020641 A NL2020641 A NL 2020641A NL 2020641 A NL2020641 A NL 2020641A NL 2020641 B1 NL2020641 B1 NL 2020641B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
drive
motor
rotation
shaft
path
Prior art date
Application number
NL2020641A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerardus Maria Van Stiphout Paulus
Bartjan Maat Bastiaan
Original Assignee
Mci Mirror Controls Int Netherlands B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mci Mirror Controls Int Netherlands B V filed Critical Mci Mirror Controls Int Netherlands B V
Priority to NL2020641A priority Critical patent/NL2020641B1/nl
Priority to JP2020550737A priority patent/JP7273841B2/ja
Priority to US16/982,184 priority patent/US11628770B2/en
Priority to KR1020207030335A priority patent/KR102669069B1/ko
Priority to EP19720180.9A priority patent/EP3768556B1/en
Priority to CN201980030749.1A priority patent/CN112088111A/zh
Priority to PCT/NL2019/050171 priority patent/WO2019182442A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2020641B1 publication Critical patent/NL2020641B1/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R1/00Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
    • B60R1/02Rear-view mirror arrangements
    • B60R1/06Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
    • B60R1/062Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
    • B60R1/07Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
    • B60R1/072Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators for adjusting the mirror relative to its housing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R1/00Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
    • B60R1/02Rear-view mirror arrangements
    • B60R1/06Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
    • B60R1/062Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
    • B60R1/07Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators
    • B60R1/074Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by electrically powered actuators for retracting the mirror arrangements to a non-use position alongside the vehicle
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H57/00General details of gearing
    • F16H57/02Gearboxes; Mounting gearing therein
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R1/00Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
    • B60R1/02Rear-view mirror arrangements
    • B60R1/06Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior
    • B60R1/062Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position
    • B60R1/064Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by manually powered actuators
    • B60R1/066Rear-view mirror arrangements mounted on vehicle exterior with remote control for adjusting position by manually powered actuators for adjusting the mirror relative to its housing
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R1/00Optical viewing arrangements; Real-time viewing arrangements for drivers or passengers using optical image capturing systems, e.g. cameras or video systems specially adapted for use in or on vehicles
    • B60R1/12Mirror assemblies combined with other articles, e.g. clocks
    • B60R2001/1253Mirror assemblies combined with other articles, e.g. clocks with cameras, video cameras or video screens
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R11/00Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for
    • B60R2011/0001Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for characterised by position
    • B60R2011/0003Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for characterised by position inside the vehicle
    • B60R2011/0033Rear-view mirrors
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R11/00Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for
    • B60R2011/0042Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for characterised by mounting means
    • B60R2011/008Adjustable or movable supports
    • B60R2011/0084Adjustable or movable supports with adjustment by linear movement in their operational position
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60RVEHICLES, VEHICLE FITTINGS, OR VEHICLE PARTS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • B60R11/00Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for
    • B60R2011/0042Arrangements for holding or mounting articles, not otherwise provided for characterised by mounting means
    • B60R2011/008Adjustable or movable supports
    • B60R2011/0092Adjustable or movable supports with motorization

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)
  • Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)
  • Connection Of Motors, Electrical Generators, Mechanical Devices, And The Like (AREA)
  • Gear-Shifting Mechanisms (AREA)

Abstract

Aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig Uittreksel Aandrijving voor een verstelinstrument, omvattende een enkele motor, in het bijzonder een elektromotor, en een daarmee gekoppelde aandrijfas. De aandrijfas werkt via een overbrenging selectief samen met respectievelijk een eerste en een tweede aandrijfpad. De aandrijving omvat voorts een bedieningsmechanisme waarmee de overbrenging tussen het eerste en het tweede aandrijfpad omschakelbaar is. Het bedieningsmechanisme is via de aandrijfas door de motor bekrachtigd is, en is ingericht om bij opeenvolgende bekrachtiging van de motor vanuit rust van de aandrijving afwisselend het eerste en het tweede aandrijfpad als initieel aandrijfpad te selecteren.

Description

Figure NL2020641B1_D0001
Octrooicentrum
Nederland
2?) Aanvraagnummer: 2020641
22) Aanvraag ingediend: 21 maart 2018 © 2020641
B1 OCTROOI @ Int. Cl.:
B60R 1/072 (2018.01) B60R 1/074 (2018.01)
© Aanvraag ingeschreven: (73) Octrooihouder(s):
2 oktober 2019 MCi (Mirror Controls International) Netherlands B.V. te Woerden.
© Aanvraag gepubliceerd:
(72) Uitvinder(s):
© Octrooi verleend: Paulus Gerardus Maria van Stiphout
2 oktober 2019 te Woerden. Bastiaan Bartjan Maat te Woerden.
© Octrooischrift uitgegeven: 3 oktober 2019 (74) Gemachtigde: ir. H.A. Witmans c.s. te Den Haag.
54) Aandrijving voor een verstehnstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig (57) Aandrijving voor een verstelinstrument, omvattende een enkele motor, in het bijzonder een elektromotor, en een daarmee gekoppelde aandrijfas. De aandrijfas werkt via een overbrenging selectief samen met respectievelijk een eerste en een tweede aandrijfpad. De aandrijving omvat voorts een bedieningsmechanisme waarmee de overbrenging tussen het eerste en het tweede aandrijfpad omschakelbaar is. Het bedieningsmechanisme is via de aandrijfas door de motor bekrachtigd is, en is ingericht om bij opeenvolgende bekrachtiging van de motor vanuit rust van de aandrijving afwisselend het eerste en het tweede aandrijfpad als initieel aandrijfpad te selecteren.
NL B1 2020641
Figure NL2020641B1_D0002
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift komt overeen met de oorspronkelijk ingediende stukken.
P118411NL00
Titel: Aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig
De uitvinding heeft betrekking op een aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig.
Een verstelinstrument voor een buitenzichtelement van een motorvoertuig omvat gewoonlijk een drager die een buitenzichteenheid draagt, zoals een buitenspiegel, camera, LID AR en/of display. De drager kan daarbij deel uitmaken van de behuizing van de buitenzichteenheid, of een afzonderlijk onderdeel daarvan vormen. De drager is gewoonlijk via een aandrijving, in het bijzonder een elektrische aandrijving verstelbaar ten opzichte van een op het motorvoertuig te monteren basis van het verstelinstrument, al of niet ten opzichte van de behuizing van de buitenzichteenheid.
Het verstelinstrument is vaak bedoeld om de zichteenheid om meerdere verstel assen te verstellen, in het bijzonder om zowel een ten opzichte van de vaste wereld staande as, als om een ten opzichte van de vaste wereld liggende as. Bijvoorbeeld kan, wanneer de buitenzichteenheid in een rijstand is, de hoek waarmee een bestuurder via het buitenzichtelement kan kijken, worden ingesteld. De verstelling om de staande as kan dan gewoonlijk in twee richtingen, d.w.z. zowel van hnks naar rechts, als van rechts naar links. De verstelling om de liggende as kan dan gewoonlijk eveneens in twee richtingen, d.w.z. zowel van onder naar boven als van boven naar onder. Men spreekt in de praktijk vaak van een mirror glass actuator. Het verstelinstrument omvat dan gewoonlijk twee kunststoffen behuizingsdelen die zwenkbaar met elkaar zijn verbonden, te weten een fixatiedeel voor koppeling met een draagframe, en een versteldeel voor koppeling met de buitenzichteenheid. Veelal is een uitgaand deel via twee afzonderlijke aandrijvingen met elk een eigen elektromotor met het fixatiedeel verbonden, zodat de verstelbeweging van het uitgaande deel dat de buitenzichteenheid draagt, per verstelas aangedreven kan worden uitgevoerd.
Ook kan het verstelinstrument bedoeld zijn om de zichteenheid te verstellen tussen een parkeerstand, waarin de drager zich in hoofdzaak langs het voertuig uitstrekt, en een uitgeklapte rijstand, waarin de drager zich in hoofdzaak dwars op het voertuig uitstrekt. Een dergelijke actuator wordt gewoonlijk aangeduid met de term power fold actuator. De basis van het verstelinstrument omvat dan dikwijls een voet voor montage op een buitendeel van de carrosserie van het motorvoertuig, en een zich vanaf de basis langs een ten opzichte van de vaste wereld staand uitstrekkende basis-as voor het daaromheen zwenkbaar opnemen van de drager, in het bijzonder een draagframe voor een mirror glass actuator. Veelal is de drager via een afzonderlijke aandrijving met een eigen elektromotor met de basis verbonden, zodat de zwenkbeweging waarmee de drager in- en uitklapt, aangedreven kan worden uitgevoerd.
In een aantal gevallen kan het verstelinstrument zijn voorzien van een actuator met twee aandrijvingen die elk zijn voorzien van een eigen elektromotor, waarmee zowel de zwenkbeweging waarmee de drager wordt in- en uitgeklapt wordt uitgevoerd, als de verstelbeweging waarmee de drager om de staande en/of liggende as wordt uitgevoerd. De buitenzichteenheid is dan op te vatten als een twee-assige power fold actuator, of als een mirror glass actuator met power fold functie. In een dergelijk verstelinstrument met enkele actuator kan de zwenkas dan samenvallen met de staande verstelas. Een dergelijk verstelinstrument is beschreven in EP 3218226.
In de praktijk zijn verstelinstrumenten vaak per te verstellen as voorzien van een elektromotor, en een daarmee gekoppelde aandrijfas, welke aandrijfas via een overbrenging langs een vast aandrijfpad samenwerkt met één verstelas. De draairichting van de verstelas kan dan alleen worden gewisseld door omkering van de draairichting van de elektromotor.
Nadelig hieraan is, dat er per te verstellen as een elektrische schakeling aanwezig moet. zijn, waarmee de draairichting van de motor kan worden omgekeerd. In geval van een gelijkstroom elektromotor moet bijvoorbeeld in de deur van de auto per te verstellen as een schakelaar en bedrading aanwezig waarmee de motorbedrading kan worden omgepoold.
Omdat buitenzichteenheden vaak om twee verstelassen moeten kunnen worden versteld, bevat de aandrijving van een verstelinstrument in de praktijk meer dan één elektromotor. Nadelig hieraan is dat elektromotoren relatief kostbaar zijn, en soms schaarse ruimte innemen.
Om dit genoemd nadeel tegen te gaan, is reeds geprobeerd om te voorzien in een aandrijving voor een verstelinstrument waarmee een buitenzichteenheid met slechts één elektromotor om twee verstelassen verstelbaar is.
NL 1007139 beschrijft in dat verband een aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verzwenken van een draagelement van een buitenspiegel voor een motorvoertuig, waarbij het draagelement van een buitenspiegel van een voertuig met behulp van een enkele elektromotor om respectievelijk een staande en een liggende verstelas kan worden verzwenkt. De aandrijving omvat een enkele elektromotor en een daarmee gekoppelde aandrijfas, welke aandrijfas via een overbrenging samenwerkt met respectievelijk een eerste en een tweede verstelas. De eerste verstelas wordt slechts bij rotatie van een aandrijfas in een eerste draairichting aangedreven, en de tweede verstelas wordt slechts bij rotatie van de aandrijfas in een tegenovergestelde, tweede draairichting aangedreven. De beide verstelassen zijn elk via een rotatie-translatie omzetter gekoppeld met het draagelement. De rotatie-translatie omzettere omvatten elk een roterende schijf met een excentrisch geplaatste pen die in twee dwars op elkaar georiënteerde, rechte sleuven van het draagelement zijn opgenomen. Tijdens het aandrijven beweegt de pen cyclisch op en neer in de sleuf, waardoor het draagelement van de buitenspiegel om respectievelijk de staande en liggende verstelas kan worden verzwenkt. Hoewel deze inrichting zeker voordelen biedt, heeft deze ook nadelen. Zo moet, wanneer een gewenste hoekstand is gepasseerd, vanwege het cyclische karakter van de verstelling eerst door worden versteld naar een uiterste stand voordat de gewenste hoekpositie opnieuw kan worden opgezocht. Daarnaast is de verstelsnelheid niet constant, en loopt deze op van laag naar hoog tussen de uiterste stand en de neutrale stand. Omdat de instelposities typisch nabij de neutrale stand liggen, kan het gebeuren dat een gewenste instelpositie door de hoge snelheid gemist wordt, en dat vervolgens relatief lang moet worden gewacht tot de gewenste positie weer kan worden benaderd, terwijl de snelheid dan opnieuw hoog is.
Tevens is uit W003086816 een aandrijving bekend voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verzwenken van een draagelement van een buitenspiegel voor een motorvoertuig, waarbij het draagelement van een buitenspiegel van een voertuig met behulp van een enkele gelijkstroomelektromotor om respectievelijk een staande en een hggende verstelas kan worden verzwenkt in twee verstelrichtingen. De aandrijving omvat een enkele elektromotor met een aandrijfas die via een centrifugaalkoppeling is gekoppeld met twee aandrijfpaden die elk naar een andere verstelas leiden. Bij bekrachtiging van de motor verstelt de motor in elk der draairichtingen steeds initieel via het eerste aandrijfpad de eerste verstelas, en wanneer de motor gedurende de bekrachtiging een bepaald toerental overschrijdt, vervolgens via het tweede aandrijfpad de tweede verstelas. Hoewel deze inrichting zeker voordelen biedt, heeft deze ook nadelen. Zo moet de motor eerst op toeren komen voordat van draairichting kan worden gewisseld, hetgeen met een zwaardere aandrijving en bij lagere temperaturen kan leiden tot ongewenste verstelling. Ook is het geluid dat door de aandrijving wordt geproduceerd bij verstelling in verschillende draairichtingen sterk verschillend door het verschil in draaisnelheid van de motor. Dit laatste kan door de bestuurder van het voertuig als storend worden ervaren.
De uitvinding beoogt een aandrijving voor een verstelinstrument waarmee met behoud van genoemde voordelen, genoemde nadelen kunnen worden tegengegaan. De uitvinding beoogt daarbij onder meer een aandrijving waarmee met één motor in één draairichting een verstelas in tegenovergestelde draairichtingen kan worden versteld, in het bijzonder met constante verstelsnelheid en met gehjk motortoerental. Ook beoogt de uitvinding een aandrijving waarmee met één motor om twee verstelassen kan worden versteld, waarmee de verstelas en/of de verstelrichting om de respectieve verstelassen door de gebruiker kan worden gekozen, waarbij de verstelsnelheid constant kan zijn, en waarbij de verstelassen met gehjke motorsnelheid kunnen worden versteld.
Daartoe voorziet de uitvinding in een aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder overeenkomstig conclusie 1.
De aandrijving voor een verstelinstrument omvat een enkele motor, in het bijzonder een elektromotor, en een daarmee gekoppelde aandrijfas. De aandrijfas werkt via een overbrenging selectief samen met respectievelijk een eerste en een tweede aandrijlpad. De aandrijving omvat omvattende een bedieningsmechanisme waarmee de overbrenging tussen het eerste en het tweede aandrijfpad omschakelbaar is. Volgens de uitvinding is daarbij het bedieningsmechanisme door de motor bekrachtigd. Het bedieningsmechanisme kan zijn ingericht om bij opeenvolgende bekrachtiging van de motor vanuit rust van de aandrijving afwisselend het eerste en het tweede aandrijfpad als initieel aandrijfpad te selecteren. Het bedieningsmechanisme kan volgens de uitvinding een mechanische flip flop vormen, waarmee bij opeenvolgende bekrachtigingen van de motor vanuit rust van de aandrijving afwisselend het eerste en het tweede aandrijfpad als initieel aandrijfpad wordt geselecteerd.
Door de aandrijving te voorzien van een motorbekrachtigd bedieningsmechanisme waarmee het eerste en het tweede aan drijft» ad vanuit rust beide afwisselend als initieel aandrijfpad selecteerbaar zijn, kan met slechts één motor van aandrijft) ad worden gewisseld. De aan drijft) aden kunnen daarbij gescheiden blijven, bijvoorbeeld om elk een uitgaande as aan te drijven, maar kunnen ook samen komen, om bijvoorbeeld elk dezelfde uitgaande as aan te drijven in omgekeerde draairichting, of met verschillende snelheid. Aldus kan bijvoorbeeld van verstelas worden gewisseld, of kan de draairichting van één verstelas worden omgekeerd, zonder de noodzaak de motor van draairichting te laten wisselen, en met behoud van een constante verstelsnelheid. Wanneer tevens de draairichting van de motor kan worden gewisseld, bijvoorbeeld bij een gelijkstroom elektromotor, kan met slechts één motor om twee verstelassen in twee verstelrichtingen worden versteld. Een dergelijke aandrijving kan uiteraard zeer voordelig worden toegepast in een buitenzichteenheid, zoals bijvoorbeeld een buitenspiegeleenheid. Een dergelijke aandrijving kan echter ook worden toegepast om via een eerste aandrijfpad een translatie te generen, bijvoorbeeld een gecombineerde hoogte- en neigingshoekverstelling van een hoofdsteun. Ook kunnen via de beide aan drijft) aden translaties worden gegenereerd.
Op gemerkt wordt, dat een dergelijke aandrijving ook voordelig kan worden toegepast in combinatie met motoren die niet van draairichting kunnen worden omgekeerd, bijvoorbeeld bepaalde typen piezomotoren, die met name wanneer ze een gunstige prijs hebben en efficiënt zijn- slechts een draairichting kennen, zoals een asynchrone draaistroommachine.
Op gemerkt wordt voorts, dat binnen deze context onder elektromotor een elektrisch bekrachtigde motor dient te worden verstaan, zoals bijvoorbeeld een gelijkstroommotor (DC motor), een wisselstroommotor (AC motor), een piezomotor of stappenmotor.
Door het bedieningsmechanisme in te richten om om te schakelen bij opeenvolgende bekrachtiging van de aandrijfas door de motor in een willekeurige draairichting, kan worden bereikt dat de aandrijving bij elke opeenvolgende bekrachtiging van aandrijfpad wisselt.
Door het bedieningsmechanisme in te richten om om te schakelen bij opeenvolgende bekrachtiging van de aandrijfas door de motor in dezelfde draairichting, kan worden bereikt dat de aandrijving slechts bij opeenvolgende bekrachtiging in een bepaalde draairichting van aandrijfpad wisselt.
Wanneer de overbrenging een verstelbaar overbrengingselement omvat dat verstelbaar is om de aandrijfas selectief met het eerste en het tweede aandrijfpad samen te laten werken, bij voorkeur een verstelbaar overbrengingselement dat verstelbaar is in de langsrichting van de aandrijfas, kan het omschakelmechanisme relatief eenvoudig in de aandrijving worden geïntegreerd, en kan relatief eenvoudig via verstelling door het bedieningsmechanisme van de aandrijving van aandrijfpad worden gewisseld.
Wanneer het bedieningsmechanisme een pulsgever omvat waarmee een verstelbaar overbrengingselement van de overbrenging verstelbaar is, bij voorkeur een pulsgever die een rotatie-translatieomzetter omvat, kan het bedieningsmechanisme relatief eenvoudig worden uitgevoerd.
Wanneer het verstelbare overbrengingselement door bekrachtiging van de motor verstelbaar is naar een met respectievebjk het eerste aandrijfpad en het tweede aandrijfpad corresponderende eerste stand en een tweede stand van het verstelbare overbrengingselement toe, kan een relatief eenvoudige en robuuste constructie worden bereikt.
Wanneer de rotatie-translatieomzetter een in de aandrijfas op genomen schuifvlak omvat, dat zich schuin uitstrekt ten opzichte van de langsas van de aandrijfas, kan de rotatie-translatie omzetting op eenvoudige en doeltreffende wijze worden geïmplementeerd. Wanneer de rotatietranslatieomzetter twee in de aandrijfas opgenomen schuifvlakken omvat, die zich schuin uitstrekken ten opzichte van de langsas van de aandrijfas, en die vanaf een middenlangsvlak van de aandrijfas V-vormig uiteenlopen, kan relatief eenvoudig worden bereikt dat ongeacht de draairichting van de aandrijfas, de translatierichting gelijk blijft.
Op elegante wijze staat het verstelbare overbrengingselement onder veerwerking van de eerste en de tweede stand af, bij voorkeur naar of tot in een neutrale stand, meer bij voorkeur in een langsrichting van de aandrijfas. Hierdoor kan op relatief eenvoudige en bedrijfszekere wijze worden bereikt dat, wanneer bekrachtiging van de motor wordt op geheven, het overbrengingselement via de neutrale stand gereed wordt gemaakt om bij een volgende bekrachtiging naar de andere stand te verstellen.
Wanneer het verstelmechanisme een met de eerste stand en de tweede stand corresponderende set aanslagen omvat voor het verstelbare overbrengingselement kan op relatief eenvoudige wijze een robuuste en bedrijfszekere verstelling worden bereikt.
Door het verstelbare overbrengingselement in te richten om heen en terug te bewegen, in het bijzonder bij bekrachtiging van de motor heen naar een der aanslagen toe, en bij opheffing van de bekrachtiging van de motor onder veerwerking terug naar een neutrale stand, kan op relatief efficiënte wijze een mechanische flip flop worden geïmplementeerd.
Wanneer het bedieningsmechanisme een indexeerder omvat voor het indexeren van de aanslagen, in het bijzonder een indexeerder die is ingericht om de aanslagen te indexeren in een eindloze cyclus bij een heenen weergaande beweging van het verstelbare overbrengingselement, kan op relatief eenvoudige en bedrijfszekere wijze worden bereikt dat de aandrijving bij opeenvolgende bekrachtiging wordt bediend om van aandrijfpad te wisselen. De indexeerder staat onder werking van een veer waarmee de aandrijfas bij opheffing van de bekrachtiging van de motor axiaal wordt teruggesteld. De indexeerder kan zijn voorzien van een indexeerblok dat samenwerkt met een met de vaste wereld verbonden aanslag. Op elegante wijze kan de aanslag zijn opgenomen in een eindloze baan in het indexeerblok. De eindloze baan kan bijvoorbeeld een viertal arreteeroksels omvatten, en daarmee corresponderende geleidingsgedeelten, die opeenvolgend aan axiaal overstaande axiale zijden van het indexeerblok zijn gelegen. De arreteeroksels kunnen dan corresponderen respectievelijk met een eerste ruststand, een eerste actieve stand, een tweede ruststand en een tweede actieve stand van de aandrijving. De eerste actieve stand kan dan bijvoorbeeld corresponderen met de eerste stand van het verstelbare aandrijfelement, en de tweede actieve stand kan dan corresponderen met de tweede stand van het verstelbare aandrijfelement. Het indexeerblok kan dan bijvoorbeeld tijdens gebruik axiaal heen en weer schuiven doordat de aandrijfas bij bekrachtiging van de motor door de pulsgever tegen de werking van een veer heen wordt geschoven, en bij opheffing van de bekrachtiging en/of bij een onbekrachtigde toestand van de motor onder veerwerking terug wordt geschoven.
De aandrijving kan zijn voorzien van een verstelbaar overbrengingselement dat verstelbaar is tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij bij rotatie van de aandrijfas in een positieve draairichting, het verstelbare overbrengingselement in de eerste stand via een positief eerste aandrijfpad een eerste uitgaande as aandrijft, en in de tweede stand via een positief tweede aandrijfpad de eerste uitgaande as aandrijft in omgekeerde draairichting, en waarbij bij rotatie van de aandrijfas in een negatieve draairichting, het verstelbare overbrengingselement in de eerste stand via een negatief eerste aan drijft» ad een tweede uitgaande as aandrijft, en in de tweede stand via een negatief tweede aandrijfpad de tweede uitgaande as aandrijft in omgekeerde draairichting. Hierdoor kan worden bereikt dat bij opeenvolgende bekrachtigingen van één motor in twee draairichtingen, twee uitgaande assen kunnen worden versteld in afwisselende draairichting.
De eerste uitgaande as kan daarbij zijn ingericht om een drager voor een buitenzichteenheid van motorvoertuig om een eerste zwenkas te verstellen, en de tweede uitgaande as kan daarbij zijn ingericht om de drager om een tweede zwenkas te verstellen.
Wanneer het verstelbare overbrengingselement is ingericht om per stand en per draairichting slechts via één aandrijfpad aan te drijven, kan doeltreffend worden bereikt dat elke aandrijfas afzonderlijk kan worden aangedreven in wisselende draairichting.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een verstelinstrument, omvattende een aandrijving zoals hierboven beschreven, en een zwenkbaar om ten minste een eerste zwenkas opgestelde drager, in het bijzonder voor het dragen van een buitenzichteenheid van motorvoertuig, waarbij de eerste uitgaande as is ingericht om de drager om een eerste zwenkas te verstellen. Aldus kan op elegante wijze worden voorzien in een alternatief verstelinstrument dat met één motor zonder omkering van de draairichting van de motor in twee richtingen verstelbaar is om een zwenkas.
De drager is daarbij bij voorkeur voorts zwenkbaar opgesteld om een tweede zwenkas, bij voorkeur een tweede zwenkas die zich in hoofdzaak dwars uitstrekt op de eerste zwenkas, en de tweede uitgaande as is bij voorkeur ingericht om de drager om de tweede zwenkas te verstellen. Aldus kan op elegante wijze worden voorzien in een verstelinstrument dat met één motor verstelbaar is om twee zwenkassen.
De drager van het verstelinstrument omvat bij voorkeur een behuizing van een buitenzichteenheid, in het bijzonder een spiegelkap.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een besturing voor een verst elinstrum ent.
De uitvinding heeft eveneens betrekking op een werkwijze voor het aandrijven van een verstelinstrument, waarbij door bekrachtiging van een motor tussen een eerste en een tweede aan drijft) ad wordt geschakeld, en waarbij door opeenvolgende bekrachtiging van de motor afwisselend het eerste en het tweede aandrijfpad als initieel aandrijfpad wordt geselecteerd.
Op gemerkt wordt, dat de in de ahnea’s hierboven beschreven technische maatregelen van de aandrijving telkens ook op zichzelf op voordelige wijze kunnen toegepast in een aandrijving met een andere configuratie, d.w.z. de individuele technische maatregelen kunnen desgewenst uit hun context worden geïsoleerd en alleen worden toegepast, en desgewenst met één of meerdere van de hierboven genoemde maatregelen worden gecombineerd. De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van uitvoeringsvoorbeelden die in tekeningen zijn weergegeven. In de tekeningen toont:
Fig. 1 een schematisch perspectivisch aanzicht van een eerste uitvoeringsvorm van de aandrijving volgens de uitvinding in uiteengenomen toestand;
Fig. 2 een schematisch perspectivisch aanzicht van de aandrijving van Fig. 1 in samengestelde toestand;
Fig. 3 een schematisch zijaanzicht in gedeeltelijke dwarsdoorsnede van de aandrijving van Fig. 2 in een eerste ruststand;
Fig. 4 een schematisch zijaanzicht in gedeeltelijke dwarsdoorsnede van de aandrijving van Fig. 3 in een opvolgende, eerste actieve stand waarin via een eerste aandrijfpad een eerste uitgaande as wordt aangedreven;
Fig. 5 een schematisch zijaanzicht in gedeeltelijke dwarsdoorsnede van de aandrijving van Fig. 4 in een opvolgende, tweede ruststand;
Fig. 6 een schematisch zijaanzicht in gedeeltelijke dwarsdoorsnede van de aandrijving van Fig. 5 in een opvolgende, tweede actieve stand waarin via een tweede aandrijft)ad een eerste uitgaande as wordt aangedreven;
Fig. 7 een schematisch perspectivisch aanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van de aandrijving volgens de uitvinding in uiteengenomen toestand;
Fig. 8 een schematisch perspectivisch aanzicht van de aandrijving van Fig. 7 in samengestelde toestand;
Fig. 9a een schematisch zijaanzicht in gedeeltehjke dwarsdoorsnede van een detail van de overbrenging van de aandrijving van Fig. 7 in een eerste actieve stand waarin via een eerste positief initieel aandrijfpad een eerste uitgaande as in positieve draairichting wordt aangedreven voor verstelling van de drager van een buitenzichteenheid om een staande zwenkas van rechts naar links (RL);
Fig. 9b een schematisch zijaanzicht in gedeeltehjke dwarsdoorsnede van een detail van de overbrenging van de aandrijving van Fig. 7 in een eerste actieve stand waarin via een eerste negatief initieel aandrijfpad een tweede uitgaande as in negatieve draairichting wordt aangedreven voor verstelling van de drager van een buitenzichteenheid om een liggende verstelas van onder naar boven (DT);
Fig. 9c een schematisch zijaanzicht in gedeeltelijke dwarsdoorsnede van een detail van de overbrenging van de aandrijving van Fig. 7 in een tweede actieve stand waarin via een tweede positief initieel aandrijfpad een eerste uitgaande as in negatieve draairichting wordt aangedreven voor verstelling van de drager van een buitenzichteenheid om een staande zwenkas van hnks naar rechts (LR);
Fig. 9d een schematisch zijaanzicht in gedeeltehjke dwarsdoorsnede van een detail van de overbrenging van de aandrijving van Fig. 7 in een tweede actieve stand waarin via een tweede negatief initieel aandrijfpad een tweede uitgaande as in positieve draairichting wordt aangedreven voor verstelling van de drager van een buitenzichteenheid om een liggende verstelas van boven naar onder (TD);
Fig. 10a een schematische weergave van een tweeknopsbesturing;
Fig 10b een schematische weergave van een met de tweeknopsbesturing te besturen buitenzichteenheid, en
Fig. 10c een tabel met een overzicht van het stroomverloop door de motor en de resulterende zwenkbewegingen van de verstelassen bij achtereenvolgende bekrachtigingen van twee drukknoppen van een tweeknopsbesturing van de aandrijving van Fig. 7-9 bij het verstellen van een drager van een met de aandrijving gekoppelde buitenzichteenheid.
Op gemerkt wordt dat de figuren slechts schematische weergaven betreffen van voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding, en dat deze gegeven worden bij wijze van niet limiterende uitvoeringsvoorbeelden. In de uitvoeringsvoorbeelden zijn bij de verschillende uitvoeringsvormen gelijke of corresponderende onderdelen met dezelfde verwijzingscijfers weergegeven.
Fig. 1 en Fig. 2 tonen een eerste uitvoeringsvorm van een aandrijving 1 volgens de uitvinding in respectievelijk een samengestelde en uiteengenomen toestand. De aandrijving 1 omvat een niet-weergegeven enkele elektromotor, in dit voorbeeld een piezemotor met slechts één draairichting, en een met de motoras gekoppelde aandrijfas 2. De aandrijfas 2 werkt via een overbrenging 3 selectief samen met respectievelijk een eerste aandrijfpad 4 en een tweede aandrijfpad 5. De overbrenging 3 is zoals verderop nog nader zal worden toegelicht- omschakelbaar tussen het eerste aandrijfpad 4 en een tweede aandrijfpad 5 om een enkele uitgaande as 6 in twee tegenovergestelde draairichtingen aan te drijven. Het eerste aandrijfpad 4 van de overbrenging 3 omvat een schuifbaar om de aandrijfas 2 op genomen eerste tandwiel 7 dat samen werkt met een tweede tandwiel 8 dat op de uitgaande as 6 is opgenomen. Het tweede aandrijfpad 5 van de overbrenging 3 omvat een schuifbaar om de aandrijfas 2 opgenomen derde tandwiel 9, dat via een op een tussenas 10 opgenomen vierde tandwiel 11 samen werkt met een eveneens op de uitgaande as 6 op genomen vijfde tandwiel 12. De uitgaande as 6 draagt een uitgaand tandwiel 13. Het uitgaande tandwiel 13 kan bijvoorbeeld samenwerken met een niet14 weergegeven verstelelement van een drager van een buitenzichteenheid, zodat deze om een verstelas heen- en weer kan worden versteld.
De overbrenging 3 is schakelbaar uitgevoerd, en omvat daartoe in dit voorbeeld een verstelbaar overbrengingselement 14. Het verstelbare overbrengingselement 14 is uitgevoerd als een op de aandrijfas 2 opgenomen meenemer 15, bijvoorbeeld een spie, die kan samenwerken met in het eerste tandwiel 7 en derde tandwiel 9 aangebrachte sleuven 16, bijvoorbeeld spiebanen. De aandrijfas 2 is axiaal verstelbaar. In een eerste axiale stand A van de aandrijfas 2 is de meenemer 15 opgenomen in een van de sleuven 16 van het eerste tandwiel 7, en wordt bij rotatie van de aandrijfas 2 het eerste tandwiel 7 meegenomen door de aandrijfas 2, terwijl het derde tandwiel 9 rotatief vrij is van de aandrijfas 2. In de tweede axiale stand B is de meenemer 15 opgenomen in een sleuf 16 van het derde tandwiel 9, en wordt bij rotatie van de aandrijfas 2 het derde tandwiel 9 meegenomen door de aandrijfas 2, terwijl het eerste tandwiel 7 rotatief vrij is van de aandrijfas 2. In de eerste axiale stand A werkt de overbrenging 3 via het eerste aandrijfpad 4 samen met de uitgaande as 6, en in de tweede axiale stand B werkt de overbrenging 3 samen met de uitgaande as 6 via het tweede aandijfpad 5.
De aandrijving 1 omvat voorts een bedieningsmechanisme 17 waarmee de schakelbare overbrenging 3 tussen het eerste aandrijfpad 4 en het tweede aandrijfpad 5 omschakelbaar is. Het bedieningsmechanisme 17 is via de aandrijfas 2 door de motor bekrachtigd, en het eerste aandrijfpad 4 en het tweede aandrijfpad 5 zijn via het bedieningsmechanisme 17 bij opeenvolgende bekrachtigingen van de motor vanuit rust beide afwisselend als initieel aandrijfpad selecteerbaar.
Het bedieningsmechanisme 17 vormt een mechanische flip flop, waarmee bij iedere bekrachtiging van de motor vanuit ruststand van de aandrijving 1 afwisselend het eerste aandrijfpad 4 en het tweede aandrijfpad 5 als initieel aandrijfpad wordt geselecteerd. Telkens wanneer de motor van de aandrijving 1 een bekrachtigingscyclus heeft doorlopen waarin deze een keer aan- en uit is geschakeld, zal de aandrijving 1 bij bekrachtiging van de motor vanuit rust automatisch op het andere aandrijfpad overschakelen. In dit uitvoeringsvoorbeeld wordt bij gelijkblijvende draairichting van de met de motor gekoppelde aandrijfas 2, bij opeenvolgende bekrachtigingscycli de draairichting van de uitgaande as 6 om gewisseld.
In dit uitvoeringsvoorbeeld omvat het bedieningsmechanisme 17 een pulsgever 18, en een indexeerder 19. De pulsgever 18 van het bedieningsmechanisme 17 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld een rotatietranslatieomzetter 20, waarmee het verstelbare overbrengingselement 14 van de overbrenging 3 verstelbaar is. De rotatie-translatieomzetter 20 omvat een hol asdeel 21 van de aandrijfas 2, waarin een cylindrisch asdeel 22 van de aandrijfas 2 is opgenomen. Een radiaal binnenwaartse pen 23 aan de binnenmantel van het holle asdeel 21 is opgenomen in een helische groef 24 aan de buitenmantel van het cylinclrische asdeel 22 van de aandrijfas 2. De helische groef 24 vormt een in de aandrijfas 2 opgenomen schuifvlak van de rotatie-translatieomzetter 20 dat zich schuin uitstrekt ten opzichte van de langsas van de aandrijfas 2. Wanneer het holle asdeel 21 van de aandrijfas 2 roteert ten opzichte van de pen 23, schuift het cylindrische asdeel 22 van de aandrijfas 2 axiaal ten opzichte van het holle asdeel 21 van de aandrijfas 2.
Bij bekrachtiging van de aandrijfas 2 door de elektromotor in de richting van de dikke kop van pijl PI, zal het holle asdeel 21 door de belasting van de aan te drijven buitenzichteenheid op de uitgaande as 6 van de aandrijving 1 eerst een slag maken in de groef 24, voordat het cylindrische asdeel 22 van de aandrijfas 2 via de pen 23 wordt meegenomen. Tijdens deze inwendige slag wordt het cylindrische asdeel 22 van de aandrijfas 2 axiaal verschoven in de richting van de dikke kop van de pijl P2. Het uiteinde 25 van de aandrijfas 2 is kops gelagerd op de indexeerder
19, die onder werking van een veer 27 staat waarmee de aandrijfas 2 bij opheffing van de bekrachtiging van de motor axiaal wordt teruggesteld.
De indexeerder 19 omvat een indexeerblok 28 dat samenwerkt met een aanslag 29. De aanslag 29 omvat een zwenkbaar met de vaste wereld verbonden aanslaghaak 30, waarvan een vrij uiteinde 31 samenwerkt met het indexeerblok 28. Het vrije uiteinde 31 van de aanslaghaak 30 is opgenomen in een eindloze baan 32 in het indexeerblok 28. De eindloze baan omvat een viertal arreteeroksels 33 en daarmee corresponderende geleidingsvlakken 34, die opeenvolgend aan axiaal overstaande zijden van het indexeerblok 28 zijn gelegen. De arreteeroksels 33 corresponderen respectievelijk met een eerste ruststand i, een eerste actieve stand I, een tweede ruststand ii en een tweede actieve stand II van de aandrijving 1.
Tijdens gebruik schuift het indexeerblok 28 axiaal heen en weer doordat de aandrijfas 2 bij bekrachtiging van de motor door de pulsgever 18 in de richting van de dikke kop van pijl P2 heen wordt geschoven, en vervolgens bij opheffing van de motorbekrachtiging door de veer 27 in de richting van de dunne kop van de pijl P2 wordt teruggesteld. Het vrije uiteinde 31 van de aanslaghaak 30 wordt bij iedere bekrachtiging van de motor en bij iedere opheffing van de bekrachtiging vanuit een arreteeroksel langs het geleidingsvlak 34 naar een overstaande oksel 33 geleid. De geleidingsvlakken 34 zorgen er daarbij voor, dat het vrije uiteinde 31 de cyclus steeds in dezelfde richting doorloopt.
Uitgaand van een in Fig. 3 getoonde eerste ruststand i van de aandrijving wordt bij bekrachtiging van de motor in de richting van de dikke kop van pijl PI (zoals weergegeven in Fig. 4), tijdens het doorlopen van de vrije slag in rotatie-translatieomzetter 20 de aandrijfas 2 axiaal in de richting van de dikke kop van pijl P2 geschoven. Het indexeerblok 28 wordt daardoor tegen de werking van de veer 27 in gedrukt, en beweegt eveneens in de richting van de dikke kop van pijl P2. Het vrije uiteinde 31 van de aanslaghaak 30 beweegt dan in de eindloze baan 32 vanuit de eerste arreteeroksel 33’ via het eerste geleidingsvlak 34 naar de tweede arreteeroksel 33”, die met de eerste actieve stand I correspondeert. In de eerste actieve stand I, die is weergegeven in Fig. 4, is de meenemer 15 axiaal in de eerste stand A, en neemt de aandrijfas 2 het eerste tandwiel 7 van de overbrenging 3 mee. Nu wordt via het eerste overbrengingspad 4 de uitgaande as 6 aangegreven in de met de dikke kop van pijl P3 corresponderende richting. Wanneer de bekrachtiging van de motor wordt opgeheven, wordt het indexeerblok 28 van de indexeerder 19 onder de werking van de veer 27 axiaal teruggesteld. Tegelijkertijd wordt de aandrijfas 2 meebewogen en wordt de groef 24 van de rotatie-translatie omzetter 20 teruggesteld langs de pen 23 in de richting van het begin van de vrije slag. De axiale beweging van het indexeerblok 28 gaat door totdat het vrije uiteinde 31 van de aanslaghaak 30 via het tweede geleidingsvlak 34 de derde arreteeroksel 33”’ heeft bereikt, die correspondeert met de tweede ruststand ii. De tweede ruststand ii is weergegeven in Fig. 5. Bij een opvolgende bekrachtiging van de motor in de richting van de dikke kop van pijl PI, maakt de rotatie-translatieomzetter 20 van de pulsgever 18 opnieuw een vrije slag, en wordt de aandrijfas 2 weer in de richting van de dikke kop van pijl P2 gedrukt. De aandrijfas 2 drukt het indexeerblok 28 tegen de werking van de veer 27 in in de richting van pijl P2, en de meenemer 15 op de aandrijfas 2 beweegt mee, en verlaat de groef 24 van het eerste tandwiel 7. De axiale beweging van het indexeerblok 28 gaat door totdat het vrije uiteinde 31 van de aanslaghaak 30 via het derde geleidingsvlak 34 de vierde oksel 33”” heeft bereikt, die correspondeert met de tweede actieve stand II. In de tweede actieve stand II, die is weergegegven in Fig. 6, is de meenemer 15 axiaal in de tweede stand B, en neemt de aandrijfas 2 het derde tandwiel 9 van de overbrenging 3 mee. Nu wordt via het tweede overbrengingspad 5 de uitgaande as 6 van de aandrijving 1 aangedreven in de met de dunne kop van pijl P3 corresponderende richting.
Wanneer cle bekrachtiging van de motor wordt op geheven, wordt het indexeerblok 28 van de indexeerder 19 onder de werking van de veer 27 weer axiaal teruggesteld. Tegelijkertijd wordt de aandrijfas 2 weer meebewogen en wordt de groef 24 van de rotatie-translatie omzetter 20 weer teruggesteld langs de pen 23 in de richting van het begin van de vrije slag. De axiale beweging van het indexeerblok 28 gaat door totdat het vrije uiteinde 31 van de aanslaghaak 30 via het vierde geleidingsvlak 34 de eerste oksel 33 heeft bereikt, die correspondeert met de eerste ruststand i. Bij een opvolgende bekrachtiging van de motor in de richting van de dikke kop van pijl PI, begint de hierboven beschreven opeenvolging opnieuw.
Aldus is beschreven een werkwijze voor het aandrijven van een verstelinstrument, waarbij door bekrachtiging van een motor tussen een eerste aan drijft» ad 4 en een tweede aan drijft» ad 5 wordt geschakeld, en waarbij door opeenvolgende bekrachtiging van de motor afwisselend het eerste aandrijfpad 4 en het tweede aandrijfpad 5 als initieel aandrijfpad wordt geselecteerd.
Het verstelbare overbrengingselement 14 is door bekrachtiging van de motor aldus verstelbaar naar een met respectievelijk het eerste aandrijfpad 4 en het tweede aandrijfpad 5 corresponderende eerste stand A en een tweede stand B van het verstelbare overbrengingselement 14 toe.
Het verstelbare overbrengingselement 14 staat voorts onder veerwerking van de eerste stand A en de tweede stand B af, naar de ruststand, in langsrichting van de aandrijfas 2.
Het verstelmechanisme omvat verder een met de eerste stand A en de tweede stand B corresponderende set aanslagen voor het verstelbare overbrengingselement 14, in dit geval gevormd door respectievelijk de tweede en de vierde arreteeroksels 33”, 33””.
Het verstelbare overbrengingselement 14 is bovendien ingericht om heen en terug te bewegen, in het bijzonder bij bekrachtiging van de motor heen naar een der aanslagen toe, en om bij opheffing van de bekrachtiging van de motor onder veerwerking terug te bewegen naar een neutrale stand. Verder omvat het bedieningsmechanisme 17 een indexeerder 19 voor het indexeren van de aanslagen, in het bijzonder een indexeerder 19 die is ingericht om de aanslagen te indexeren in een eindloze cyclus bij heen-en weergaande beweging van het verstelbare overbrengingselement 14.
Ook is de omschakelbare overbrenging 3 voorzien van een verstelbaar overbrengingselement 14 dat verstelbaar is tussen een eerste stand A en een tweede stand B, waarbij bij rotatie van de aandrijfas 2 in een eerste draairichting, het verstelbare overbrengingselement 14 in de eerste stand A slechts de eerste uitgaande as 6 aandrijft, en wel via een eerste overbrengingspad 4 in een postitieve draairichting, en waarbij bij rotatie van de aandrijfas 2 in dezelfde eerste draairichting, het verstelbare overbrengingselement 14 in de tweede stand B eveneens slechts de eerste uitgaande as 6 aandrijft, en wel in een negatieve draairichting, waarbij de eerste uitgaande as 6 is ingericht om een drager voor een buitenzichteenheid van motorvoertuig om een eerste zwenkas te verstellen, in het bijzonder in twee tegenovergestelde zwenkrichtingen.
In het eerste uitvoeringsvoorbeeld kan de motor niet in de richting van de dunne kop van pijl PI aandrijven. In het in Fig. 7-9 getoonde tweede uitvoeringsvoorbeeld is dit echter wel mogelijk. De aandrijfas 2 kan hier door de motor in tegenovergestelde draairichtingen van de pijl PI worden aangedreven. In het tweede uitvoeringsvoorbeeld omvat de overbrenging 3 behalve de eerste uitgaande een tweede uitgaande as 37. De tweede uitgaande as 37 is hier parallel aan de eerste uitgaande as 6 in overbrenging 3 opgenomen, en beide assen zijn in hoofdzaak uitgevoerd als in het eerste uitvoeringsvoorbeeld toegelicht. De eerste en tweede assen worden analoog aan het eerste uitvoeringsvoorbeeld door het bedieningsmechanisme 17 bediend. Tussen de aandrijfas 2 en de uitgaande assen 6,37 zijn koppelementen 42 aangebracht, waarmee afhankelijk van de draairichting van de aandrijfas 2, slechts de eerste of de tweede uitgaande as wordt aangedreven.
De opbouw en de werking van het tweede uitvoeringsvoorbeeld is als volgt. In het tweede uitvoeringsvoorbeeld omvat de rotatietranslatieomzetter 20 twee paar in de aandrijfas 2 opgenomen samenwerkende schuifvlakken, die zich schuin uitstrekken ten opzichte van de langsas van de aandrijfas 2, en die vanaf een middenlangsvlak van de aandrijfas 2 V-vormig uiteenlopen 23. De V-vormig uiteenlopende groeven 35 zijn uitgevoerd als twee elkaar in een V snijdende helische groeven 35 in het holle asdeel 21, die samenwerken met de pen 23 op het cylindrische asdeel 22. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de motor uitgevoerd als een gelijkstroomelektromotor, waarvan de draairichting kan worden omgekeerd door de stroomrichting om te keren. Bij rust van de aandrijving 1 is de pen 23 door de werking van de veer 27 in de bodem 36 van de V groeven 35 opgenomen. Bij bekrachtiging van de motor zal zowel bij rotatie van de aandrijfas 2 in de richting van de dikke kop van pijl PI als bij rotatie van de aandrijfas 2 in de richting van de dunne kop van pijl PI, de relatieve rotatie van het holle asdeel 21 ten opzichte van de pen 23, het cylindrische asdeel 22 axiaal in de richting van de pijl P2 bewegen. Het bedieningsmechanisme 17 is daardoor ingericht om om te schakelen bij opeenvolgende bekrachtiging van de aandrijfas 2 door de motor in willekeurige draairichting. In deze tweede uitvoeringsvorm wisselt de aandrijving 1 bij elke opeenvolgende bekrachtiging van de motor in willekeurige draairichting van initieel aandrijfpad.
In deze tweede uitvoeringsvorm van aandrijving 1 is zoals gezegd sprake van twee uitgaande assen. De uitgaande assen kunnen elk in twee tegenovergestelde richtingen worden versteld. De aandrijving 1 drijft -zoals verderop aan de hand van Fig. 9a-d nog nader zal worden toegelicht- in de eerste actieve stand I bij positieve draairichting van de aandrijfas 2 de eerste uitgaande as 6 aan, en wel via een eerste positief initieel aandrijfpad
38. In de eerste actieve stand I drijft de aandrijving voorts bij negatieve draairichting van de aandrijfas 2 de tweede uitgaande as 37 aan, en wel via een eerste negatief initieel aandrijfpad 39. In de tweede actieve stand II drijft de aandrijving 1 bij positieve draairichting van de aandrijfas 2 de eerste uitgaande as 6 aan in omgekeerde draairichting, en wel via een tweede positief initieel aandrijfpad 40. In de tweede actieve stand II drijft de aandrijving 1 voorts bij negatieve draairichting van de aandrijfas 2 de tweede uitgaande as 37 aan in omgekeerde draairichting, en wel via een tweede negatief initieel aandrijfpad 41.
Zoals goed te zien is in Fig. 7, is in deze tweede uitvoeringsvorm de meenemer 15 axiaal verlengd, en werkt deze bij axiale verstelling van de aandrijfas 2 samen met sleuven 16 van twee om de aandrijfas 2 aangebrachte schroefkoppelingen 42. In de eerste actieve stand I is de verlengde meenemer 15 in de eerste axiale stand A en neemt de meenemer 15 bij rotatie van de aandrijfas 2 in willekeurige richting de eerste schroefkoppeling 42 mee, en in de tweede actieve stand II is de verlengde meenemer 15 in de tweede axiale stand B en neemt de meenemer 15 bij rotatie de aandrijfas 2 in willekeurige richting de tweede schroefkoppeling 42 mee. De schroefkoppelingen 42 zijn voorzien van buitenschroefdraad 43, die samenwerkt met binnenschroefdraad 44 van twee tandwielparen 45, 46 die om de aandrijfas 2 zijn opgenomen, en die vrijlopen 23 van de meenemer
15. De binnenschroefdraad 44 in aangrenzende tandwielen 47, 48 van elk tandwielpaar 45, 46 is gelijk van richting. Afhankelijk van de draairichting van de aandrijfas 2, schroeft de schroefkoppeling 42 zich onder axiale verplaatsing langs de meenemer 15 in aangrijping met het ene tandwiel 47 van het tandwielpaar, onder vrijlating van het andere tandwiel 48 van het paar, en vice versa. Aldus wordt steeds een tandwiel via de meenemer 15 en de schroefkoppeling 42 door de aandrijfas 2 meegenomen, terwijl het aangrenzende tandwiel van het paar vrij loopt van de meenemer 15. De sleuven 16 van de andere schroefkoppeling 42 zijn dan niet in aangrijping met de meenemer 15, en de tandwielen 47, 48 van het tweede tandwielpaar 46 worden dan niet aangedreven.
Zoals weergegeven in Fig. 9a kan in de eerste actieve stand I bij rotatie van de aandrijfas 2 in de richting van de dikke kop van pijl PI via het eerste positieve aandrijfpad 38 de eerste uitgaande as 6 in de richting van de dikke kop van pijl P3 worden aangedreven. En zoals in Fig. 9b is weergegeven kan bij rotatie van de aandrijfas 2 in tegenovergestelde richting, d.w.z. in de richting van de dunne kop van pijl PI, in de eerste actieve stand I via het eerste negatieve aandrijlpad 39 de tweede uitgaande as 37 worden aangedreven in de richting van de dikke kop van pijl P4. Als via het eerste positieve aandrijlpad 38 wordt aangedreven, loopt het eerste negatieve aandrijfpad 39 vrij omdat de schroefkoppeling 42 daar niet in aangrijping is. Als via het eerste negatieve aandrijfpad 39 wordt aangedreven, loopt het eerste positieve aandrijfpad 38 vrij omdat de schroefkoppeling 42 daar niet in aangrijping is.
Zoals weergegeven in Fig. 9c kan in de tweede actieve stand II bij rotatie van de aandrijfas 2 in de richting van de dikke kop van pijl PI via het tweede positieve aandrijfpad 40 de eerste uitgaande as 6 in de richting van de dunne kop van pijl P3 worden aangedreven. En zoals in Fig. 9d weergegeven kan in de tweede actieve stand II bij rotatie van de aandrijfas 2 in de richting van de dunne kop van pijl P1 via het tweede negatieve aandrijfpad 41 de tweede uitgaande as 37 worden aangedreven in de richting van de dunne kop van pijl P4. Als via het tweede positieve aandrijfpad 40 wordt aangedreven, loopt het tweede negatieve aandrijlpad 41 vrij omdat de schroefkoppeling 42 daar niet in aangrijping is. Als via het tweede negatieve aandrijfpad 41 wordt aangedreven, loopt het tweede positieve aandrijfpad 40 vrij omdat de schroefkoppeling 42 daar niet in aangrijping is.
In de eerste actieve stand I worden de tweede aandrijfpaden 40, 41, niet aangedreven, omdat de meenemer 15 dan de tweede schroefkoppeling niet meeneemt. In de tweede actieve stand II worden de eerste aandrijfpaden 38, 39 wordt niet aangedreven, omdat de meenemer 15 dan de eerste schroefkoppeling 42 niet meeneemt.
Met behulp van deze tweede uitvoeringsvorm van de aandrijving 1 kan een drager voor een buitenzichteenheid via de eerste uitgaande as 6 worden versteld om een staande verstelas in twee tegenovergestelde verstelrichtingen, d.w.z. van links naar rechts en van rechts naar links, en via de tweede uitgaande as 37 om een liggende verstelas worden versteld, d.w.z. van boven naar beneden en van beneden naar boven.
Een dergelijke aandrijving 1 kan worden voorzien van een via elektrische bedrading met de motor van de aandrijving verbonden besturing 49 die slechts twee knoppen 50, 51 omvat. De besturing 49 omvat dan een eerste knop 50 waarmee via de bedrading elektrische stroom voor de motor van de aandrijving in een eerste stroomrichting aan de motor kan worden toegevoerd, en een tweede knop 51 waarmee de elektrische stroom voor de motor via de bedrading in een tweede, omgekeerde stroomrichting aan de motor kan worden toegevoerd. Figuur 10a toont een bedieningspaneel voor een tweeknopsbesturing 49. Met de tweenknopsbesturing 49 van Fig. 10a kan een in Fig. 10b getoonde buitenzichteenheid 100 worden versteld. De buitenzichteenheid 100 heeft een drager 101 met daarop een spiegelglas, die met de verstelaandrijving ten opzichte van de behuizing 102 kan zwenken om respectievelijk een staande verstelas 103 en een bggende verstelas 104. Zoals in de tabel van Fig. 10c is weergegeven kan door opeenvolgende inschakeling van de stroomtoevoer aan de gelijkstroommotor van de aandrijving via de eerste knop 50 van de tweeknopsbesturing 49, de drager dan om een liggende as afwisselend van boven naar beneden (Top-Down,
TD) en van beneden naar boven (Down-Top, DT) worden versteld. Door opeenvolgende inschakeling van de stroomtoevoer aan de motor in omgekeerde stroomrichting via de tweede knop 51 van de tweeknopsbesturing 49 kan de drager dan om een staande as afwisselend van links naar rechts (Left - Right, LR) en van rechts naar links (Right-Left, RL) worden versteld. Telkens wanneer de stroomtoevoer aan de motor wordt ingeschakeld, wordt de motor bekrachtigd, en wanneer de stroomtoevoer wordt uitgeschakeld wordt de bekrachtiging motor weer op geheven. Bij het inschakelen van de stroomtoevoer geeft de de pulsgever 18 van het bedieningsmechanisme 17 door de motorbekrachtiging een puls aan de indexeerder, en bij opheffing van de bekrachtiging verstelt de indexeerder 19 van het bedieningsmechanisme 17 de aanslag van het verstelbare overbrengingselement, zodat deze tussen de eerste stand A en de tweede stand B wisselt. Aldus wisselt de aandrijving 1 telkens als de stroomtoevoer via een van de knoppen wordt ingeschakeld van initieel aandrijfpad, d.w.z tussen een eerste en een tweede aandrijfpad. De knoppen kunnen bijvoorbeeld als drukknop, of als druk- of tuimelschakelaars zijn uitgevoerd. De knoppen kunnen op veelerlei wijzen zijn uitgevoerd. Zo kunnen ze behalve als mechanische knoppen ook als andersoortige fysieke knoppen zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als touch pad of druksensor. De knoppen kunnen als virtuele knoppen zijn uitgevoerd, zoals bijvoorbeeld als deel van een touch screen. Ook kunnen de knoppen zijn uitgevoerd voor contactloze bediening, bijvoorbeeld als capacitatieve sensor, of als een optische sensor, bijvoorbeeld een lichtsluis of een camera voor het herkennen van handsignalen of oogbewegingen.
Bij indrukking (waaronder ook te verstaan andere bediening of activering) van de eerste knop 50 drijft de motor de aandrijfas 2 steeds bijv. in positieve draairichting aan, en bij indrukking van de andere knop 51 drijft de motor de aandrijfas 2 steeds bijv. in negatieve draairichting aan.
Het eerste positieve aandrijfpad 38 kan dan bijvoorbeeld worden ingericht om de drager om de staande verstelas van rechts naar links te verstellen, en het tweede positieve aandrijfpad 40 kan worden ingericht om de drager om de staande verstelas van links naar rechts te verstellen of vice versa. Het eerste negatieve aandrijfpad 39 kan dan worden ingericht om de drager om de liggende verstelas van onder naar boven te verstellen, en het tweede negatieve aandrijfpad 41 kan worden ingericht om de drager om de liggende verstelas van boven naar onder te verstellen of vice versa.
Op gemerkt wordt, dat de hierboven beschreven tweeknopsbesturing op zichzelf als uitvinding kan worden gezien, en in combinatie met de aandrijfeenheid een aandrijfsysteem kan vormen. Opgemerkt wordt voorts, dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier beschreven uitvoeringsvoorbeelden. Vele varianten zijn mogelijk. Zo kan de pulsgever bijvoorbeeld zijn uitgevoerd met een roterend indexeerblok, zoals als bij een balpenmechanisme, en kan in plaats van tandwieloverbrengingen gebruik worden gemaakt van wormwieloverbrengingen, kroonwieloverbrengingen, kegelwiel of wrijvingsoverbrengingen. Het verstelbare overbrengingselement kan desgewenst geheel of gedeeltelijk tussen de eerste en de tweede stand versteld worden door rotatie en/of translatie. Ook kunnen de uitgaande assen concentrisch zijn, en kunnen de uitgaande assen zich in verschillende richtingen uitstrekken en/of onderling een hoek insluiten. Daarnaast kunnen de aandrijfpaden elk een eigen uitgang hebben, of kunnen ze samenkomen op dezelfde uitgang om in verschillende overbrengingsverhoudingen en/of richtingen één uitgang aan te drijven.
Ook kan met de motorbekrachtigde bediening van het verstelbare overbrengingselement versteld worden tussen andere aandrijfconfiguraties. Zo kan het overbrengingselement bijvoorbeeld met een motor met twee draairichtingen versteld worden om in de eerste stand één uitgaande as in twee draairichtingen aan te drijven, en in de tweede stand een andere as in twee draairichtingen aan te drijven. Verder kunnen de koppelingen ook anders worden uitgevoerd dan als schroefkoppelingen, bijvoorbeeld als andere richtingsafhankelijke koppelingen, zoals slipkoppelingen, one way clutches of strengelveren. Ook kunnen de aandrijfpaden elk afzonderlijk een verstelbeweging uitvoeren, en kan deze verstelbeweging een translatie zijn of omvatten.
Dergelijke varianten zullen de vakman duidelijk zijn en worden geacht te liggen binnen het bereik van de uitvinding, zoals verwoord in de hiernavolgende conclusies.
Lijst van verwijzingscijfers
1. Aandrijving
2. Motor
3. Overbrenging
4. Eerste aandrijfpad
5. Tweede aandrijfpad
6. (Eerste) uitgaande as
7. Eerste tandwiel
8. Tweede tandwiel
9. Derde tandwiel
10. Tussenas
11. Vierde tandwiel
12. Vijfde tandwiel
13. Uitgaand tandwiel
14. Verstelbaar overbrengingselement
15. Meenemer
16. Sleuven
17. Bedieningsmechanisme
18. Puls ge ver
19.1ndexeerder
20. Rotatie-translatieomzetter
21. Hol asdeel aandrijfas
22. Cylindrisch asdeel aandrijfas
23. Pen
24. Groef
25. Uiteinde aandrijfas
26. [Reserve]
7. Veer
28. Indexeerblok
29. Aanslag
30. Aanslaghaak
31. Vrij uiteinde
32. Eindloze baan
33. Arreteeroksel
34. Geleidingsvlak
35. V groeven
36. Bodem
37. Tweede uitgaande as
38. Eerste positiefaandrijfpad
39. Eerste negatief aandrijfpad
40. Tweede positief aandrijfpad
41. Tweede negatief aandrijfpad
42. Schroefkoppeling
43. Buitenschroefdraad
44. Binnenschrofdraad
45. Eerste tandwielpaar
46. Tweede tandwielpaar
47. Ene tandwiel
48. Andere tandwiel
49. Besturing
50. Eerste knop
51. Tweede knop
100. Buitenzichteenheid
101. Drager met spiegelglas 10 2. Behuizing
103.Staande verstelas 104.Liggende verstelas
A Eerste axiale stand meenemer B Tweede axial stand meenemer i Eerste ruststand
I Eerste actieve stand ii Tweede ruststand
II Tweede actieve stand
PI Draairichting aandrijfas 10 P2 Tanslatierichting aandrijfas
P3 Draairichting eerste uitgaande as P4 Draairichting tweede uitgaande as

Claims (21)

  1. Conclusies
    1. Aandrijving voor een verstelinstrument, omvattende een enkele motor, in het bijzonder een elektromotor, en een daarmee gekoppelde aandrijfas, welke aandrijfas via een overbrenging selectief samenwerkt met respectievelijk een eerste en een tweede aandrijlpad, voorts omvattende een bedieningsmechanisme waarmee de overbrenging tussen het eerste en het tweede aandrijfpad omschakelbaar is, waarbij het bedieningsmechanisme via de aandrijfas door de motor bekrachtigd is, en waarbij het bedieningsmechanisme is ingericht om bij opeenvolgende bekrachtiging van de motor vanuit rust van de aandrijving afwisselend het eerste en het tweede aandrijfpad als initieel aandrijfpad te selecteren.
  2. 2. Aandrijving volgens conclusie 1, waarbij het bedieningsmechanisme een mechanische flip flop vormt, waarmee bij opeenvolgende bekrachtigingen van de motor vanuit rust van de aandrijving afwisselend het eerste en het tweede aandrijlpad als initieel aandrijfpad wordt geselecteerd.
  3. 3. Aandrijving volgens conclusie 1 of 2, waarbij het bedieningsmechanisme is ingericht om om te schakelen bij opeenvolgende bekrachtiging van de aandrijfas door de motor in willekeurige draairichting.
  4. 4. Aandrijving volgens conclusie 1 of 2, waarbij het bedieningsmechanisme is ingericht om om te schakelen bij opeenvolgende bekrachtiging van de aandrijfas door de motor in dezelfde draairichting.
  5. 5. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de overbrenging een verstelbaar overbrengingselement omvat dat verstelbaar is om de aandrijfas selectief met het eerste en het tweede aandrijfpad samen te laten werken, bij voorkeur een verstelbaar overbrenginselement dat verstelbaar is in de langsrichting van de aandrijfas.
  6. 6. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bedieningsmechanisme een pulsgever omvat waarmee een verstelbaar overbrengingselement van de overbrenging verstelbaar is, bij voorkeur een pulsgever die een rotatie-translatieomzetter omvat.
  7. 7. Aandrijving volgens conclusie 5 of 6, waarbij het verstelbare overbrengingselement door bekrachtiging van de motor via het bedieningsmechanisme, in het bijzonder een pulsgever daarvan, verstelbaar is naar een met respectievelijk het eerste aandrijfpad en het tweede aandrijfpad corresponderende eerste stand en tweede stand van het verstelbare overbrengingselement toe.
  8. 8. Aandrijving volgens conclusie 6 of 7, waarbij de rotatietranslatieomzetter een in de aandrijfas opgenomen schuifvlak omvat, dat zich schuin uitstrekt ten opzichte van de langsas van de aandrijfas.
  9. 9. Aandrijving volgens een der conclusies 6-8, waarbij de rotatietranslatieomzetter twee schuifvlakken omvat, die zich schuin uitstrekken ten opzichte van de langsas van de aandrijfas, en die vanaf een middenlangsvlak van de aandrijfas V-vormig uiteenlopen.
  10. 10. Aandrijving volgens een der conclusies 7-9, waarbij het verstelbare overbrengingselement onder veerwerking staat van de eerste en de tweede stand af, bij voorkeur naar of tot in een neutrale stand, meer bij voorkeur in langsrichting van de aandrijfas.
  11. 11. Aandrijving volgens een der conclusies 7-10, waarbij het verstelmechanisme voor het verstelbare overbrengingselement een met de eerste stand en de tweede stand corresponderende set aanslagen omvat.
  12. 12. Aandrijving volgens conclusie 11, waarbij het verstelbare overbrengingselement is ingericht om heen en terug te bewegen, in het bijzonder bij bekrachtiging van de motor heen naar een der aanslagen toe, en bij opheffing van de bekrachtiging van de motor onder veerwerking terug naar een neutrale stand.
  13. 13. Aandrijving volgens conclusies 11 of 12, waarbij het bedieningsmechanisme een indexeerder omvat voor het indexeren van de aanslagen, in het bijzonder een indexeerder die is ingericht om de aanslagen te indexeren in een eindloze cyclus bij heen-en weergaande beweging van het verstelbare overbrengingselement.
  14. 14. Aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de omschakelbare overbrenging is voorzien van een verstelbaar overbrengingselement dat verstelbaar is tussen een eerste stand en een tweede stand, waarbij bij rotatie van de aandrijfas in een positieve draairichting, het verstelbare overbrengingselement in de eerste stand via een positief eerste aandrijfpad een eerste uitgaande as aandrijft, en in de tweede stand via een positief tweede aandrijfpad de eerste uitgaande as aandrijft in omgekeerde draairichting, en waarbij bij rotatie van de aandrijfas in een negatieve draairichting, het verstelbare overbrengingselement in de eerste stand via een negatief eerste aan drijft» ad een tweede uitgaande as aandrijft, en in de tweede stand via een negatief tweede aandrijfpad de tweede uitgaande as aandrijft in omgekeerde draairichting.
  15. 15. Aandrijving volgens conclusie 14, waarbij de eerste uitgaande as is ingericht om een drager voor een buitenzichteenheid van motorvoertuig om een eerste zwenkas te verstellen, en waarbij de tweede uitgaande as is ingericht om de drager om een tweede zwenkas te verstellen.
  16. 16. Aandrijving volgens conclusie 14 of 15, waarbij het verstelbare overbrengingselement is ingericht om per stand en per draarichting slechts via één aandrijfpad aan te drijven.
  17. 17. Verstelinstrument, omvattende een aandrijving volgens een der voorgaande conclusies, en een zwenkbaar om ten minste een eerste zwenkas opgestelde drager, in het bijzonder voor het dragen van een buitenzichteenheid van motorvoertuig, waarbij de eerste uitgaande as is ingericht om de drager om een eerste zwenkas te verstellen.
  18. 18. Verstelinstrument volgens conclusie 17, waarbij de drager voorts zwenkbaar is opgesteld om een tweede zwenkas, bij voorkeur een tweede zwenkas die zich in hoofdzaak dwars uitstrekt op de eerste zwenkas, en waarbij de tweede uitgaande as is ingericht om de drager om de tweede
    5 zwenkas te verstellen.
  19. 19. Verstelinstrument volgens conclusie 18, waarbij de drager een behuizing van een buitenzichteenheid omvat, in het bijzonder een spiegelkap.
  20. 20. Aandrijving of verstelinstrument volgens een der voorgaande 10 conclusies, voorts omvattende een via elektrische bedrading met de motor van de aandrijving verbonden besturing die slechts twee knoppen omvat, een eerste knop waarmee via de bedrading elektrische stroom voor de motor van de aandrijving in een eerste stroomrichting aan de motor kan worden toegevoerd, en een tweede knop waarmee de elektrische stroom voor de
    15 motor via de bedrading in een tweede, omgekeerde stroomrichting aan de motor kan worden toegevoerd.
  21. 21. Werkwijze voor het aandrijven van een verstelinstrument, waarbij door bekrachtiging van een motor tussen een eerste en een tweede aandrijfpad wordt geschakeld, en waarbij door opeenvolgende bekrachtiging
    20 van de motor afwisselend het eerste en het tweede aandrijfpad als initieel aandrijfpad wordt geselecteerd.
    17/18
NL2020641A 2018-03-21 2018-03-21 Aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig NL2020641B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020641A NL2020641B1 (nl) 2018-03-21 2018-03-21 Aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig
JP2020550737A JP7273841B2 (ja) 2018-03-21 2019-03-21 特に自動車両の外部視覚ユニットを調節するための調節機器のための駆動装置
US16/982,184 US11628770B2 (en) 2018-03-21 2019-03-21 Drive for an adjusting instrument, in particular for adjusting an exterior vision unit of a motor vehicle
KR1020207030335A KR102669069B1 (ko) 2018-03-21 2019-03-21 조정 기구, 특히 자동차의 외부 비전 유닛을 조정하기 위한 드라이브
EP19720180.9A EP3768556B1 (en) 2018-03-21 2019-03-21 Drive for an adjusting instrument, in particular for adjusting an exterior vision unit of a motor vehicle
CN201980030749.1A CN112088111A (zh) 2018-03-21 2019-03-21 用于尤其是调节机动车的外部视觉单元的调节仪器的驱动器
PCT/NL2019/050171 WO2019182442A1 (en) 2018-03-21 2019-03-21 Drive for an adjusting instrument, in particular for adjusting an exterior vision unit of a motor vehicle

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2020641A NL2020641B1 (nl) 2018-03-21 2018-03-21 Aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2020641B1 true NL2020641B1 (nl) 2019-10-02

Family

ID=62167863

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2020641A NL2020641B1 (nl) 2018-03-21 2018-03-21 Aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig

Country Status (7)

Country Link
US (1) US11628770B2 (nl)
EP (1) EP3768556B1 (nl)
JP (1) JP7273841B2 (nl)
KR (1) KR102669069B1 (nl)
CN (1) CN112088111A (nl)
NL (1) NL2020641B1 (nl)
WO (1) WO2019182442A1 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2023882B1 (nl) * 2019-09-23 2021-05-25 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Tandwielsamenstel
NL2023881B1 (nl) * 2019-09-23 2021-05-25 Mci Mirror Controls Int Netherlands B V Aandrijvingscomponent voor een verstelinstrument
CN113131671A (zh) * 2021-05-18 2021-07-16 珠海精讯知识产权管理有限公司 一种运用于机械传动领域的节能机构
CN113389879B (zh) * 2021-07-28 2022-05-03 东莞市勃航传动科技有限公司 一种精密电机齿轮箱传动装置
CN116336160B (zh) * 2023-05-30 2023-08-08 尚金精密机械(山东)有限公司 一种位置可调的凸轮分割器

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2810888A1 (de) * 1978-03-13 1979-09-27 Kiekert Soehne Arn Vorrichtung zur verstellung eines kraftfahrzeugaussenspiegels
GB2032367A (en) * 1978-09-27 1980-05-08 Murakami Kaimeido Kk Electric mirror angle adjusting device
US4202603A (en) * 1977-05-31 1980-05-13 Koito Manufacturing Company Limited Remotely controlled mirrors
US4474428A (en) * 1980-11-19 1984-10-02 Efrudec Gmbh Rear view mirror adjustable by electric motor

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3609014A (en) * 1970-06-10 1971-09-28 Kurz Arthur W Jun Electric remote control rear view mirror
US4056253A (en) * 1974-05-16 1977-11-01 Tenna Corporation Adjustable mirror support
US4171873A (en) * 1976-07-27 1979-10-23 Tenna Corporation Angularly adjustable vehicle mirror
DE2652978B2 (de) * 1976-11-22 1980-07-10 Bernhard Dipl.-Wirtsch.- Ing. 3002 Wedemark Mittelhaeuser Fernverstellbarer Außenrückblickspiegel für Kraftfahrzeuge
FR2415558A1 (fr) * 1978-01-25 1979-08-24 Britax Geco Sa Retroviseur exterieur a commande depuis l'interieur d'un vehicule
DE2820541C2 (de) * 1978-05-11 1986-10-09 Bernhard Dipl.-Wirtsch.-Ing. 3002 Wedemark Mittelhäuser Außenrückblickspiegel für Kraftfahrzeuge
JP2949177B2 (ja) * 1987-04-10 1999-09-13 芝浦メカトロニクス株式会社 駆動装置
US5494242A (en) * 1994-08-19 1996-02-27 General Railway Signal Corporation Low profile switch machine with hand throw or motor throw selector device
US5582370A (en) * 1994-08-19 1996-12-10 General Railway Signal Corporation Switch machine with ratchet mechanism on hand throw mechanism
NL1007139C2 (nl) 1997-09-26 1999-03-29 Iku Holding Montfoort Bv Actuator.
US6042060A (en) * 1998-03-31 2000-03-28 Sargis; Isaac Solar-powered electrical switch stand
US6296208B1 (en) * 1999-08-25 2001-10-02 Union Switch & Signal, Inc. Railway switch machine point detection system
DE19962469A1 (de) * 1999-12-22 2001-07-12 Donelly Hohe Gmbh & Co Kg Elektrisch verstellbarer Außenrückspiegel
CN1659063A (zh) 2002-04-09 2005-08-24 麦格纳唐纳尼车镜北美有限责任公司 利用单马达促动的车镜促动器
JP3967673B2 (ja) * 2002-12-03 2007-08-29 アスモ株式会社 ミラー角度調整装置および電動ミラー装置
US7464620B2 (en) * 2004-11-11 2008-12-16 Schukraoof North America Actuator
JP2007303278A (ja) 2006-05-08 2007-11-22 Mazda Motor Corp エンジンの始動装置
JP2008302855A (ja) * 2007-06-08 2008-12-18 Asmo Co Ltd 電動ミラー装置
DE102011088683B4 (de) * 2010-12-21 2015-02-12 Hyundai Motor Company Stellantrieb für einen motorisch verstellbaren Kraftfahrzeugsitz mit mehreren Verstellfunktionen
NL2013771B1 (nl) 2014-11-11 2016-10-06 MCI (Mirror Controls International) Netherlands B V Inrichting voor het verstellen van een schaalvormig behuizingsdeel, een draagframe voor gebruik in een dergelijke inrichting, en een voertuig voorzien van een dergelijke inrichting.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4202603A (en) * 1977-05-31 1980-05-13 Koito Manufacturing Company Limited Remotely controlled mirrors
DE2810888A1 (de) * 1978-03-13 1979-09-27 Kiekert Soehne Arn Vorrichtung zur verstellung eines kraftfahrzeugaussenspiegels
GB2032367A (en) * 1978-09-27 1980-05-08 Murakami Kaimeido Kk Electric mirror angle adjusting device
US4474428A (en) * 1980-11-19 1984-10-02 Efrudec Gmbh Rear view mirror adjustable by electric motor

Also Published As

Publication number Publication date
KR102669069B1 (ko) 2024-05-27
EP3768556A1 (en) 2021-01-27
US11628770B2 (en) 2023-04-18
WO2019182442A1 (en) 2019-09-26
US20210024001A1 (en) 2021-01-28
KR20200130738A (ko) 2020-11-19
JP7273841B2 (ja) 2023-05-15
CN112088111A (zh) 2020-12-15
EP3768556B1 (en) 2023-09-27
JP2021518515A (ja) 2021-08-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2020641B1 (nl) Aandrijving voor een verstelinstrument, in het bijzonder voor het verstellen van een buitenzichteenheid van een motorvoertuig
JP4845911B2 (ja) ヒンジ機構およびその機構を有する乗物シート
CN111417538B (zh) 用于电动多向座椅调节的调节机构
AU3644200A (en) Electrically operable toothbrush
US20190185042A1 (en) Steering apparatus for vehicle
TW200934071A (en) Linear actuator
CN216894995U (zh) 可变速摇头传动结构及家用电器
CN109500832A (zh) 高度补偿杆齿并联直线平夹自适应机器人手指装置
CN107962581A (zh) 双段滑杆支撑式末端直线平夹自适应机器人手指装置
CN106460806B (zh) 机动车的驱动装置和后视装置
NL2027910B1 (nl) Verstelaandrijving voor een buitenzichtelement voor een motorvoertuig
TWI222945B (en) Initiation and transfer of a switching motion in a bicycle-gear
CN206719097U (zh) 一种单马达的电动镜面控制器及其驱动电路
KR20220098722A (ko) 조정 기구용 구동 컴포넌트
JP3881927B2 (ja) 2輪駆動と4輪駆動の切換装置およびその駆動用アクチュエータ
CN218186256U (zh) 窗帘开合器
US20060056019A1 (en) Binocular with motorized motorized optical adjustment
CN218626364U (zh) 一种折叠连接结构及云台稳定器
CN2168546Y (zh) 纹眉笔
CN111358199A (zh) 一种基于光传感功能的梳妆台
JP4618140B2 (ja) マッサージ機
CN110151073B (zh) 扫地机的摄像装置
FR2882702A1 (fr) Commande electrique d'elements de reglage d'un siege
TWI320103B (nl)
CN110733549B (zh) 推车减速装置及应用其的推车