NL2017754A - Building and facade element - Google Patents

Building and facade element Download PDF

Info

Publication number
NL2017754A
NL2017754A NL2017754A NL2017754A NL2017754A NL 2017754 A NL2017754 A NL 2017754A NL 2017754 A NL2017754 A NL 2017754A NL 2017754 A NL2017754 A NL 2017754A NL 2017754 A NL2017754 A NL 2017754A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
building
coupling
console
floor
reinforcement
Prior art date
Application number
NL2017754A
Other languages
Dutch (nl)
Other versions
NL2017754B1 (en
Inventor
Henricus Antonius Mertens Robertus
Petrus Antonius Smits Johannes
Tetteroo Antonius
Original Assignee
T&R Eng B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by T&R Eng B V filed Critical T&R Eng B V
Publication of NL2017754A publication Critical patent/NL2017754A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2017754B1 publication Critical patent/NL2017754B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/003Balconies; Decks
    • E04B1/0038Anchoring devices specially adapted therefor with means for preventing cold bridging
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04CSTRUCTURAL ELEMENTS; BUILDING MATERIALS
    • E04C5/00Reinforcing elements, e.g. for concrete; Auxiliary elements therefor
    • E04C5/08Members specially adapted to be used in prestressed constructions
    • E04C5/12Anchoring devices

Abstract

Een gebouw (10) omvat een gevel (12-14) en een vrij uitkragend gevelelement (20). Het gevelelement is door tussenkomst van een koppelelement (100) en een koppelinrichting (200) met een vloerdeel (15) van het gebouw verbonden. De koppelinrichtingen omvatten koppelorganen (130, 230) die in staat en ingericht zijn om, eenmaal bijeen gebracht, samen te werken ten einde een dragende koppeling tussen het gevelelement en het vloerdeel tot stand te brengen. Bovendien zijn tussen het koppelelement en de koppelinrichting verbindingsmiddelen (140, 145) voorzien die in staat en ingericht zijn om daartussen een onwrikbare permanente verbinding tot stand te brengen.A building (10) comprises a facade (12-14) and a freely protruding facade element (20). The façade element is connected through a coupling element (100) and a coupling device (200) to a floor part (15) of the building. The coupling devices comprise coupling members (130, 230) which are capable and adapted to cooperate once brought together to effect a load-bearing coupling between the facade element and the floor part. In addition, connecting means (140, 145) are provided between the coupling element and the coupling device which are capable and adapted to establish an immovable permanent connection between them.

Description

Gebouw en gevelelementBuilding and facade element

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gebouw, omvattende ten minste één verdiepingsvloer en een aan de verdiepingsvloer grenzende gevel, waarbij de verdiepingsvloer een vloerdeel omvat dat inwendig is voorzien van een vloerbewapening die zich dwars op de gevel uitstrekt, en waarbij aan de gevel een vrij uitkragend gevelelement is voorzien dat duurzaam met het gebouw is verbonden.The present invention relates to a building comprising at least one storey floor and a facade adjacent to the storey floor, wherein the storey floor comprises a floor part which is internally provided with a floor reinforcement extending transversely to the facade, and wherein a free protruding façade element is provided that is permanently connected to the building.

Een dergelijk gebouw met een vrij uitkragend gevelelement is bekend uit Nederlands octrooi nr. 1011662. Hierbij omvat het gevelelement een balkonplaat die door tussenkomst van een stel spanstaven met een gevelvloer is verbonden. Hiertoe omvat de betonplaat te bestemder plaats dwars op de gevel een aantal overmaatse doorgaande boringen om daarin de spanstaven te ontvangen. De spanstaven worden in het werk in de boringen gebracht en schroeven met hun tegenover gelegen uiteinde in schroefdraadboringen van een bevestigingslichaam dat ter plekke in de gevelvloer werd verankerd. Door het aldus aanspannen van de spanstaven kan een solide, spelingvrije verbinding worden gerealiseerd. Tussen de balkonplaat en de gevel kunnen afstandhouders worden voorzien als koudebrug-onderbreking. Een uiteindelijk nog resterende ruimte tussen de balkonplaat en de gevel wordt uiteindelijk volgestort met snel-hardende mortel.Such a building with a freely projecting façade element is known from Dutch patent no. 1011662. The façade element herein comprises a balcony plate which is connected to a façade floor through the intervention of a set of tensioning bars. To this end, the concrete slab comprises a number of oversized through-bores at the location transversely of the facade to receive the clamping bars therein. The clamping bars are inserted into the bores in the work and screw with their opposite end into threaded bores of a fixing body that is anchored on site in the façade floor. By thus tightening the tensioning bars, a solid, play-free connection can be realized. Spacers can be provided between the balcony plate and the facade as a thermal bridge break. A final remaining space between the balcony plate and the facade is finally filled with quick-setting mortar.

Een bezwaar van dit bekende samenstel van een gebouw met een vrij uitkragend gevelelement is dat het gevelelement relatief zwaar is en gedurende de gehele montage ondersteund dient te zijn, casu quo door een kraan dient te worden gedragen. Het aanbrengen en naderhand verwijderen van stempels ter ondersteuning kost tijd en vertraagt daardoor de oplevering van het werk, terwijl een kraan die voor dit doel de balkonplaat draagt gedurende de gehele afbouwtijd niet elders beschikbaar is. De relatief grote eigen massa van het bekende gevelelement vergt daarbij bovendien een relatief zware ophanging.A drawback of this known assembly of a building with a freely projecting façade element is that the façade element is relatively heavy and must be supported during the entire assembly, or must be supported by a crane. The installation and subsequent removal of stamps for support takes time and therefore delays the delivery of the work, while a crane carrying the balcony plate for this purpose is not available elsewhere during the entire finishing time. The relatively large inherent mass of the known façade element moreover requires a relatively heavy suspension.

Met de onderhavige uitvinding wordt onder meer beoogd te voorzien in een gebouw met een gevelelement dat op een meer praktische wijze achteraf, dat wil zeggen nadat de verdiepingsvloer en gevel werden gerealiseerd, kan worden aangebracht.The present invention has for its object, inter alia, to provide a building with a façade element that can be installed afterwards in a more practical manner, that is to say after the storey floor and façade have been realized.

Om het beoogde doel te bereiken heeft een gebouw van de in de aanhef beschreven soort volgens de uitvinding als kenmerk dat het gevelelement ten minste één langwerpig consolelichaam omvat dat zich dwars op de gevel uitstrekt, dat het ten minste ene consolelichaam in een verlengde ligt van de vloerbewapening en daarmee werkzaam is gekoppeld, en dat het gevelelement door het ten minste ene consolelichaam wordt gedragen. Gebleken is dat een of enkele van dergelijke consolelichamen, die in het verlengde van de vloerbewapening liggen en daarmee duurzaam zijn gekoppeld, volstaan als vrij dragende constructie voor een gevelelement zoals bijvoorbeeld een galerij of een balkon. Het gevelelement behoeft voor het overige geen dragende delen en kan daardoor relatief licht van gewicht blijven, wat bij draagt aan een relatief beperkte vrij hangende eigen massa van het gevelelement als geheel.In order to achieve the intended object, a building of the type described in the preamble according to the invention has the feature that the facade element comprises at least one elongated console body that extends transversely to the facade, that the at least one console body is in line with the floor reinforcement and is operatively coupled thereto, and that the facade element is supported by the at least one console body. It has been found that one or more of such console bodies, which are in line with the floor reinforcement and are permanently coupled thereto, suffice as a free-bearing construction for a facade element such as, for example, a gallery or a balcony. The façade element needs no supporting parts for the rest and can therefore remain relatively light in weight, which contributes to a relatively limited free hanging own mass of the façade element as a whole.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is het gebouw volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het ten minste ene consolelichaam door tussenkomst van een koppelelement althans in hoofdzaak rechtlijnig met de vloerbewapening van het vloerdeel is verbonden, welk koppelelement aan een eerste zijde eerste verbindingsmiddelen omvat voor een werkzame verbinding met de vloerbewapening en aan een tegenover gelegen tweede zijde is voorzien van tweede verbindingsmiddelen voor een werkzame verbinding met het consolelichaam. Hierbij zijn het gevelelement en de verdiepingsvloer onderling verbonden door tussenkomst van één of meer van dergelijke koppelelementen. Het koppelelement zijn daarbij afgestemd op deze functie als verbindingsschakel en omvatten daartoe aan weerszijden verbindingsmiddelen voor een werkzame co-axiale verbinding met respectievelijk het consolelichaam en de vloerbewapening van de verdiepingsvloer.In a preferred embodiment, the building according to the invention is characterized in that the at least one console body is connected at least substantially linearly to the floor reinforcement of the floor part through the interposition of a coupling element, which coupling element comprises first connecting means for an effective connection to the floor reinforcement on a first side and on an opposite second side is provided with second connecting means for an effective connection to the console body. The façade element and the storey floor are hereby mutually connected through the intervention of one or more of such coupling elements. The coupling element is in this case adapted to this function as a connecting link and for this purpose comprises connecting means on either side for an effective co-axial connection with the console body and the floor reinforcement of the storey floor, respectively.

Ter vermijding van een koudebrug tussen het gevelelement en de verdiepingsvloer heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebouw daarbij als kenmerk dat het koppelelement een thermisch isolerende kern omvat welke tussen het vloerdeel en het consolelichaam een koudebrug-onderbreking vormt. Aldus zijn een koude zijde buiten de gevel en een relatief warme zijde binnen de gevel van het gebouw onderling in hoofdzaak thermisch geïsoleerd, wat niet alleen vanuit klimaathuishouding maar bovendien vanwege een vochthuishouding van groot voordeel is.In order to avoid a thermal bridge between the facade element and the storey floor, a preferred embodiment of the building has the feature that the coupling element comprises a thermally insulating core which forms a thermal bridge interruption between the floor part and the console body. A cold side outside the façade and a relatively warm side inside the façade of the building are thus mutually substantially thermally insulated, which is of great advantage not only from climate control but also because of a moisture control.

De koppelelementen kunnen in het werk worden aangebracht en het gevelelement in het werk tezamen daarmee en met de verdiepingsvloer worden volgestort. Met het oog daarop heeft een bijzondere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding als kenmerk dat de eerste verbindingsmiddelen een verankeringsconstructie omvatten die aan de eerste zijde van het koppelelement met de vloerbewapening is verbonden, en in het bijzonder daarmee is vervlochten. Door aldus de verankeringsconstructie van het koppelelement met die van de vloer te koppelen ontstaat een doorlopende verankeringslijn die in het werk wordt ingestort. Dit levert een hechte verbinding tussen het koppelelement en de vloerbewapening die ten volle op trek kan worden belast. Een trekkracht op het koppelelement wordt aldus in één lijn doorgeleid in de vloerbewapening waardoor een bijzonder zwaar belastbare verankering wordt verkregen.The coupling elements can be installed in the work and the façade element in the work can be filled together with it and with the storey floor. In view of this, a special embodiment of the building according to the invention has the feature that the first connecting means comprise an anchoring construction which is connected to the floor reinforcement on the first side of the coupling element, and in particular interwoven with it. By thus coupling the anchoring construction of the coupling element with that of the floor, a continuous anchoring line is created which is poured into the work. This provides a close connection between the coupling element and the floor reinforcement that can be fully loaded on tensile. A tensile force on the coupling element is thus passed through in one line into the floor reinforcement, whereby a particularly heavy-duty anchorage is obtained.

Ook is het mogelijk het gevelelement eerst nadat de verdiepingsvloer is gestort en verhard, en met name na oplevering van het gebouw, aan te brengen. Met het oog daarop heeft een voorkeursuitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding als kenmerk dat de tweede verbindingsmiddelen een eerste koppelorgaan en een tweede koppelorgaan omvatten die in staat en ingericht zijn om, eenmaal bijeen gebracht, samen te werken ten einde een dragende verbinding tussen het consolelichaam en het vloerdeel tot stand te brengen, waarbij het eerste koppelorgaan van het koppelelement uitgaat en het consolelichaam een koppelinrichting omvat waarvan het tweede koppelorgaan uitgaat, en dat tussen het koppelelement en het consolelichaam verbindingsmiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om daartussen een onwrikbare permanente verbinding tot stand te brengen.It is also possible to install the façade element only after the storey floor has been poured and paved, and in particular after completion of the building. In view of this, a preferred embodiment of the building according to the invention is characterized in that the second connecting means comprise a first coupling member and a second coupling member which are capable and adapted to, once assembled, to cooperate for a load-bearing connection between the console body and to realize the floor part, wherein the first coupling member extends from the coupling element and the console body comprises a coupling device from which the second coupling member extends, and that connecting means are provided between the coupling element and the console body which are capable and arranged between an immovable permanent to establish a connection.

Aldus zijn de verdiepingsvloer en het gevelelement over en weer voorzien koppelorganen die onderling samen kunnen werken om een dragende verbinding bieden. De koppelorganen gaan daarbij uit van respectievelijk de verdiepingsvloer en het gevelelement en kunnen eerst later, nadat de verdiepingsvloer of zelf het gehele gebouw is gerealiseerd, bijeen worden gebracht om reeds een tijdelijke dragende verbinding te bewerkstelligen. Vervolgens is geen ondersteuning of kraan meer nodig en kan een eventueel voor het aanbrengen ingezette kraan voor een volgend gevelelement worden gebruikt of anderszins afgevoerd. Het gevelelement is alsdan door tussenkomst en onderlinge samenwerking van beide koppelorganen reeds dragend met het gebouw verbonden.The storey floor and the façade element are thus mutually provided with coupling members which can mutually cooperate to provide a load-bearing connection. The coupling members thereby assume the floor floor and the façade element, respectively, and can only be brought together later, after the floor floor or the entire building itself has been realized, in order to already effect a temporary load-bearing connection. Subsequently, no support or crane is required any longer and a possibly used crane for fitting can be used for a subsequent façade element or otherwise disposed of. The façade element is then already connected to the building through the intervention and mutual cooperation of the two coupling members.

De initiële reeds dragende verbinding staat toe dat eerst vervolgens een meer permanente verbinding wordt gerealiseerd. Het gevelelement is inmiddels reeds betreedbaar. Van belang is dat vanaf beide koppelorganen naar de van hun verbinding afgewende zijde een co-axiale, dat wil zeggen rechtlijnige werkzame verbinding aanwezig is met de vloerbewapening enerzijds en het consolelichaam anderzijds die zich beiden dwars op de gevel uitstrekken. Eenmaal op spanning gebracht zal de verbinding tussen beide delen van de constructie daardoor volledig opgaan in een doorgaande trekbelasting van de bewapening en het consolelichaam, waardoor een bijzonder sterke en betrouwbare verbinding wordt gerealiseerd.The initial connection that already supports allows a more permanent connection to be realized first. The façade element is already accessible. It is important that from both coupling members to the side remote from their connection there is a co-axial, i.e. linear, active connection with the floor reinforcement on the one hand and the console body on the other, both extending transversely to the facade. Once tensioned, the connection between the two parts of the structure will thereby fully merge with a continuous tensile load of the reinforcement and the console body, whereby a particularly strong and reliable connection is realized.

Hoewel de tijdelijke verbinding tussen de koppelorganen op uiteenlopende wijzen gestalte kan worden gegeven, blijkt een bijzondere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding bijzonder praktisch, waarbij dat is gekenmerkt doordat het eerste koppelorgaan en het tweede koppelorgaan, eenmaal bijeen gebracht, in elkaar grijpen, en in het bijzonder in elkaar haken. Het aldus in elkaar grijpen c.q. haken van beide koppelorganen vereist weinig vaardigheid van een kraanmachinist en kan daardoor zonder veel extra scholing of begeleiding worden uitgevoerd.Although the temporary connection between the coupling members can take shape in various ways, a special embodiment of the building according to the invention appears to be particularly practical, wherein it is characterized in that the first coupling member and the second coupling member, once brought together, engage each other, and in particular. Interlocking or hooking the two coupling elements in this way requires little skill of a crane operator and can therefore be carried out without much additional training or supervision.

Een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat het eerste koppelorgaan een eerste beugel omvat die van het koppelelement uitgaat en het tweede koppelorgaan een, althans in hoofdzaak complementair, tweede beugel, die van de koppelinrichting uitgaat, welke beugellichamen, eenmaal bijeen gebracht, in elkaar haken. De beugel van het koppelelement is daarbij opwaarts gericht en die van de koppelinrichting neerwaarts, opdat het gevelelement met de daaraan voorziene beugel(s) door het een weinig te laten zakken indaalt in de beugel(s) van het gebouw waarna reeds daarmee een dragende verbinding wordt geboden.A further special embodiment of the building according to the invention is characterized in that the first coupling member comprises a first bracket extending from the coupling element and the second coupling member comprises a, at least substantially complementary, second bracket extending from the coupling device, which bracket members, once brought together. The bracket of the coupling element is thereby directed upwards and that of the coupling device downwards, so that the façade element with the bracket (s) provided thereon descends into the bracket (s) of the building by slightly lowering it, after which a bearing connection is already made therewith is offered.

Aan de zijde van het gevelelement wordt met voordeel een vergelijkbare configuratie en verankering geboden. Hiertoe heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gebouw als kenmerk dat het ten minste ene consolelichaam een betonelement omvat waarin een consolebewapening zich axiaal uitstrekt, en dat de consolebewapening van elk consolelichaam werkzaam is gekoppeld met de vloerbewapening. Uitgaande van een dergelijk consolelichaam van beton met daarin een consolebewapening heeft een verdere uitvoeringsvorm van het gebouw, waarbij de verbinding tussen het gevelelement en de verdiepingsvloer door tussenkomst van één of meer koppelelementen tot stand wordt gebracht, als kenmerk dat de tweede verbindingsmiddelen een verankeringsconstructie omvatten die aan de tweede zijde van het koppelelement met de consolebewapening is verbonden, en in het bijzonder daarmee is vervlochten.A similar configuration and anchoring is advantageously offered on the façade element side. To this end, a further special embodiment of the building is characterized in that the at least one console body comprises a concrete element in which a console reinforcement extends axially, and that the console reinforcement of each console body is operatively coupled to the floor reinforcement. Starting from such a concrete console body with a console reinforcement therein, a further embodiment of the building, wherein the connection between the facade element and the storey floor is established through the intervention of one or more coupling elements, is characterized in that the second connecting means comprise an anchoring construction which is connected to the console reinforcement on the second side of the coupling element, and in particular interwoven with it.

Ook hierbij kunnen koppelelementen worden toegepast waarvan koppelorganen uitgaan die reeds op zichzelf een dragende verbinding kunnen vormen. Een dergelijk uitvoeringsvorm van het gebouw heeft alsdan met voordeel als kenmerk dat de koppelinrichting aan een van het tweede koppelorgaan afgewende zijde de verankeringsconstructie omvat die met de consolebewapening is gekoppeld, en in het bijzonder daarmee is vervlochten.Coupling elements can also be used here from which coupling members emanate which can themselves form a bearing connection. Such an embodiment of the building is then advantageously characterized in that on a side remote from the second coupling member the coupling device comprises the anchoring construction which is coupled to the console reinforcement, and in particular interwoven with it.

Een bijzonder sterke permanente verbinding kan worden verkregen met een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding dat is gekenmerkt doordat de consolebewapening een langwerpig korfelement omvat dat zich in hoofdzaak dwars op de gevel uitstrekt, waarbij de koppelinrichting met een uiteinde van het korfelement van de consolebewapening is verbonden. Omdat de vloerbewapening door het gevelelement, als dat eenmaal is geplaatst, voornamelijk dwars op de gevel op trek zal worden belast, bieden dergelijke langwerpige bewapeningskorven uit oogpunt van hun vormgeving en oriëntatie daarvoor een ideale verankeringsbasis.A particularly strong permanent connection can be obtained with a further special embodiment of the building according to the invention, characterized in that the console reinforcement comprises an elongated basket element that extends substantially transversely to the facade, the coupling device having an end of the basket element of the console reinforcement is connected. Since the floor reinforcement by the façade element, once installed, will be stressed mainly transversely to the façade, such elongated reinforcement baskets offer an ideal anchoring basis for this from the point of view of their design and orientation.

Een vergelijkbare krachtenopvang wordt in een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gebouw ten aanzien van het gevelelement bereikt, welke uitvoeringsvorm is gekenmerkt doordat de vloerbewapening ten minste één langwerpig korfelement omvat dat zich in hoofdzaak dwars op de gevel uitstrekt, dat het koppelelement met een uiteinde van het korfelement van de vloerbewapening is gekoppeld, en dat het korfelement van de consolebewapening althans in hoofdzaak in het verlengde ligt van het korfelement van de vloerbewapening. Met name een dergelijke lijnopstelling van de korfbewapeningen van respectievelijk het gebouw en het gevelelement verschaft een ideale accommodatie van het krachtenspel dat van het uiteindelijk vrij uitkragende gevelelement uitgaat.In a further particular embodiment of the building, a comparable force collection is achieved with respect to the facade element, which embodiment is characterized in that the floor reinforcement comprises at least one elongated basket element which extends substantially transversely to the facade, that the coupling element with an end of the basket element of the floor reinforcement is coupled, and that the basket element of the console reinforcement is at least substantially in line with the basket element of the floor reinforcement. In particular, such a line arrangement of the basket reinforcements of the building and the facade element, respectively, provides an ideal accommodation for the play of forces that emanates from the ultimately freely projecting facade element.

Bij een gevelelement zoals een balkon(vloer), bordes of galerij wordt de onderlinge verbinding conform de uitvinding met een aantal zijdelings ruimtelijk gescheiden koppelingen tussen respectieve eerste en koppelinrichtingen bewerkstelligd. Deze zijn daarbij over een lengte van het gevelelement gedistribueerd. Om ervoor te zorgen dat uiteindelijk de posities van de koppelelementen min of meer exact overeenstemmen met deze vaste posities van de koppelinrichtingen heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding als kenmerk dat de vloerbewapening een aantal korfelementen omvat en het gevelelement een aantal zijdelings ruimtelijk gescheiden consolelichamen met ieder een korfelement, in het verlengde van een korfelement van de vloerbewapening, en dat de korfelementen van de vloerbewapening althans ter hoogte van de koppelelementen die daarmee zijn gekoppeld onderling zijn gefixeerd in een hulpinrichting op een onderlinge steek die overeenstemt met een onderlinge steek van de consolebewapeningen in de consolelichamen. De koppelelementen en de daarmee corresponderende koppelinrichting die van een uiteinde van respectieve korfbewapeningen uitgaan, zijn aldus uiteindelijk correct onderling uitgelijnd. Met voordeel wordt voor de hulpinrichting een kantplank of dergelijke toegepast als verloren bekistingdeel voor de verdiepingsvloer.With a façade element such as a balcony (floor), landing or gallery, the mutual connection according to the invention with a number of laterally spatially separated couplings between respective first and coupling devices is established. These are distributed over a length of the façade element. To ensure that the positions of the coupling elements ultimately correspond more or less precisely to these fixed positions of the coupling devices, a further preferred embodiment of the building according to the invention has the feature that the floor reinforcement comprises a number of basket elements and the facade element a number of laterally spatially separated console bodies, each with a basket element, in line with a basket element of the floor reinforcement, and that the basket elements of the floor reinforcement are mutually fixed at least at the level of the coupling elements coupled thereto in an auxiliary device at a mutual pitch corresponding to a mutual pitch of the console reinforcements in the console bodies. The coupling elements and the coupling device corresponding thereto, which emanate from one end of respective basket reinforcements, are thus ultimately correctly aligned with each other. A side board or the like is advantageously used for the auxiliary device as a lost formwork part for the storey floor.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het gebouw volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de koppelinrichting een koppelplaat aan het consolelichaam omvat waarvan enerzijds een verankeringsconstructie uitgaat en anderzijds het tweede koppelorgaan, en dat de verbindingsmiddelen ten minste één spanstaaf omvatten die van het koppelelement uitgaat en die althans aan een distaai uiteinde is voorzien van een schroefdraad waarmee de ten minste ene spanstaaf in een daarmee corresponderende boring van de koppelplaat wordt ontvangen. De trekbelasting tussen het consolelichaam en de verdiepingsvloer wordt opgevangen door de ten minste ene spanstaaf. Deze wordt met het draadeinde achter de koppelplaat ontvangen en kan met een passende moer worden aangehaald en aangespannen tot een onwrikbare permanente verbinding, terwijl de koppelorganen onderwijl reeds een dragende tijdelijke verbinding bieden. Met voordeel is een verdere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding hierbij gekenmerkt doordat de met de spanstaaf corresponderende boring overmaats is uitgevoerd. De overmaatse dimensionering van de ten minste ene boring voor opname van de spanstaven verschaft speling die toestaat dat de koppelorganen tot onderlinge samenwerking worden gebracht, bijvoorbeeld door deze in elkaar te haken.In a further preferred embodiment, the building according to the invention is characterized in that the coupling device comprises a coupling plate on the console body, of which on the one hand an anchoring construction proceeds and on the other hand the second coupling member, and in that the connecting means comprise at least one tension rod extending from the coupling element and The further end is provided with a thread with which the at least one tension rod is received in a corresponding bore of the coupling plate. The tensile load between the console body and the storey floor is absorbed by the at least one tension rod. This is received with the threaded end behind the coupling plate and can be tightened and tightened with an appropriate nut into an immovable permanent connection, while the coupling members already offer a bearing temporary connection. A further embodiment of the building according to the invention is advantageously characterized in that the bore corresponding to the clamping rod is made oversized. The oversized dimensioning of the at least one bore for receiving the clamping bars provides play that allows the coupling members to be brought into mutual cooperation, for example by hooking them together.

Een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding heeft als kenmerk dat de gevel een spouwmuur omvat met een binnenblad en een buitenblad die door een spouw van elkaar zijn gescheiden, dat het koppelelement achter het buitenblad ligt, en dat het buitenblad ter hoogte van het koppelelement een sparing omvat waardoor het koppelelement bereikbaar is. Aldus ligt het koppelelement geheel binnen het buitenblad van de gevel zodat het buitenblad volledig kan worden opgemetseld of anderszins afgebouwd. Door daarin te bestemder plaatse sparingen te voorzien blijven de koppelelementen bereikbaar met daaraan telkens een koppelorgaan. Een dergelijke bouwwijze staat toe dat het gevelelement pas wordt aangebracht nadat het gebouw overigens volledig is afgebouwd. Dit is vanuit logistiek oogpunt een belangrijk voordeel bij nieuwbouw van woningen, appartementen en overige gebouwen.A further preferred embodiment of the building according to the invention is characterized in that the facade comprises a cavity wall with an inner leaf and an outer leaf separated from each other by a cavity, that the coupling element lies behind the outer leaf, and that the outer leaf is at the height of the coupling element comprises a recess through which the coupling element is accessible. The coupling element thus lies entirely within the outer leaf of the facade, so that the outer leaf can be completely bricked up or otherwise finished. By providing recesses to be provided therein, the coupling elements remain accessible with in each case a coupling member. Such a construction method allows the façade element to be installed only after the building has been completely finished. From a logistical point of view, this is an important advantage in the construction of new homes, apartments and other buildings.

Ofschoon de koppelorganen reeds een dragende verbinding tussen het gevelelement en het gebouw realiseren, kan deze verbinding onder omstandigheden door een onjuiste of onvoorziene belasting mogelijk even eenvoudig worden verbroken als tot stand gebracht. Om dit risico te vermijden met name in gevallen waarin het gevelelement zal worden betreden nadat de tijdelijke verbinding aanwezig is maar nog niet de permanente, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding als kenmerk dat tussen het koppelelement en de koppelinrichting borgmiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om althans een tijdelijke borging van de dragende verbinding tussen de koppelorganen tot stand te brengen. De borgmiddelen zekeren daarbij de tijdelijke verbinding die tussen de koppelorganen tot stand is gebracht, ten minste zolang de permanente verbinding door middel van meer permanente verbindingsmiddelen nog niet aanwezig is. Hierdoor kan het gevelelement in die tussenfase niettemin veilig worden betreden.Although the coupling members already realize a load-bearing connection between the façade element and the building, under certain circumstances this connection may be broken just as easily due to an incorrect or unforeseen load as it is established. To avoid this risk, in particular in cases where the façade element will be entered after the temporary connection is present but not yet the permanent one, a further special embodiment of the building according to the invention has the feature that locking means are provided between the coupling element and the coupling device which are capable and adapted to at least temporarily secure the supporting connection between the coupling members. The locking means thereby secure the temporary connection established between the coupling members, at least as long as the permanent connection by means of more permanent connecting means is not yet present. As a result, the façade element can nevertheless be entered safely in that intermediate phase.

Hoewel de uitvinding kan worden toegepast voor de bevestiging van gevelelementen van uiteenlopende aard en omvang, heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm volgens de uitvinding als kenmerk dat het gevelelement een vrij uitkragende balkonvloer omvat. De uitvinding leent zich namelijk bij uitstek als oplossing voor het aan een gevel voorzien van een vrij uitkragend balkon c.q. een vrij uitkragende galerij, waarbij het gevelelement in ten minste de dragende constructie van de balkon- of galerijvloer voorziet.Although the invention can be applied for fixing façade elements of varying nature and size, a further special embodiment according to the invention has the feature that the façade element comprises a freely projecting balcony floor. Namely, the invention lends itself as a solution for providing a freely projecting balcony or a freely projecting gallery on a facade, wherein the facade element provides at least the load-bearing construction of the balcony or gallery floor.

In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het gebouw volgens de uitvinding daarbij gekenmerkt doordat de balkonvloer een hol balkonlichaam omvat met een bodemplaat en één of meer consolelichamen die zich in een breedterichting daarvan uitstrekken, waarbij aan een omtrek van de bodemplaat een aantal opstaande wanddelen een lichaamsholte van het balkonlichaam begrenzen en waarbij het balkonlichaam aan een bovenzijde een vrij neembare dekplaat omvat die op de één of meer consolelichamen afsteunt. Dankzij de vrijneembare dekplaat in combinatie met het holle balkonlichaam, blijven de consolelichamen en daarmee tevens de daaraan bevestigde verbindingsmiddelen toegankelijk. Hierdoor is een volledig verdekte montage mogelijk door middel van de verbindingsmiddelen die niettemin voor onderhoud en inspectie bereikbaar blijft.In a further preferred embodiment, the building according to the invention is herein characterized in that the balcony floor comprises a hollow balcony body with a bottom plate and one or more console bodies which extend in a width direction thereof, wherein a number of upright wall parts on a circumference of the bottom plate form a body cavity of the bounding the balcony body and wherein the balcony body comprises on a top side a freely removable cover plate which rests on the one or more console bodies. Thanks to the releasable cover plate in combination with the hollow balcony body, the console bodies and thus also the connecting means attached thereto remain accessible. A fully concealed assembly is hereby possible by means of the connecting means which nevertheless remains accessible for maintenance and inspection.

Met voordeel heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding als kenmerk dat de dekplaat een vrije tussenruimte tot de wanddelen bewaart. Deze vrije tussenruimte tussen de dekplaat en de rand biedt een spleet waardoor (hemel)water kan wegvloeien. Met voordeel verschaft de dekplaat daartoe een zeker afschot naar de randen. De dekplaat behoudt daardoor een hoegenaamd droog oppervlak, terwijl in het balkonlichaam voor een verder afvoer van het hemelwater een voorziening kan worden getroffen.A further preferred embodiment of the building according to the invention is advantageously characterized in that the cover plate maintains a free space between the wall parts. This free space between the cover plate and the edge provides a gap through which (rain) water can flow away. The cover plate advantageously provides a certain slope to the edges for this purpose. The cover plate thereby retains a substantially dry surface, while a provision can be made in the balcony body for a further drainage of the rain water.

In genoemd opzicht heeft een verdere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding als kenmerk dat de bodemplaat is voorzien van een hemelwaterafvoer en een afschot heeft dat naar de hemelwaterafvoer leidt. Ten behoeve van een open stroomweg naar de hemelwaterafvoer heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gebouw daarbij volgens de uitvinding als kenmerk dat ten minste één van de consolelichamen aangrenzend aan de bodemplaat is voorzien van ten minste één waterdoorvoer in de vorm van ten minste één daarin voorziene sparing.In said respect, a further embodiment of the building according to the invention has the feature that the bottom plate is provided with a rainwater drain and has a slope that leads to the rainwater drain. For the purpose of an open flow path to the rainwater drain, a further special embodiment of the building according to the invention herein has the feature that at least one of the console bodies adjacent to the bottom plate is provided with at least one water passage in the form of at least one provided therein sparing.

Ter bevordering van een stabiele oplegging van de dekplaat heeft een verdere bijzondere uitvoeringsvorm van het gebouw volgens de uitvinding als kenmerk dat de dekplaat eveneens afsteunt op een aantal steunlichamen die aangrenzend aan de wanddelen van de bodemplaat uitgaan. Aldus wordt de dekplaat over een volle oppervlak daarvan ondersteunt en gedragen. Voor een verhoging van de stabiliteit en een vermindering van eventueel contactgeluid heeft een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van het gebouw daarbij als kenmerk dat de consolelichamen en de steunlichamen zijn bekleed met een veerkrachtige toplaag, in het bijzonder van al of niet natuurlijk rubber, waarop de dekplaat rust.In order to promote stable support of the cover plate, a further particular embodiment of the building according to the invention is characterized in that the cover plate also rests on a number of supporting bodies which extend adjacent the wall parts of the bottom plate. The cover plate is thus supported and carried over a full surface thereof. For an increase in stability and a reduction in any contact noise, a further preferred embodiment of the building is herein characterized in that the console bodies and the support bodies are coated with a resilient top layer, in particular of natural or non-natural rubber, on which the cover plate rests.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een balkon zoals toegepast in het hiervoor beschreven gebouw. In het bijzonder heeft de uitvinding daarbij betrekking op een balkon met een balustrade aan een vrije omtrekszijde daarvan.The invention also relates to a balcony as used in the building described above. The invention particularly relates to a balcony with a balustrade on a free peripheral side thereof.

De uitvinding zal navolgend nader worden toegelicht aan de hand van enkele uitvoeringsvoorbeelden en een bijbehorende tekening. In de tekening toont: figuur 1 een laterale doorsnede, deels bovenaanzicht, van een samenstel van een gebouw en gevelelement volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; figuur 2 een zijaanzicht van het samenstel van figuur 1; figuur 3 een vlakke doorsnede van het gebouw met gevelelement van figuur 1; figuur 4 een laterale doorsnede van het gevelelement met een koppelelement zoals toegepast in het samenstel van figuur 1; figuur 5 een detail-weergave van een uiteinde van het gevelelement van figuur 4; figuur 6 een dwarsdoorsnede door het gevelelement van figuur 4; figuur 7 een laterale doorsnede van een uitvoeringsvoorbeeld van een koppelelement zoals toegepast aan een gebouwzijde in het samenstel van figuur 1; figuur 8 een doorsnede ter plaatse van de eerste en koppelinrichting; figuur 9 een uitvoeringsvoorbeeld van een hulpinrichting; figuur 10A-E verschillende doorsneden c.q. aanzichten van de hulpinrichting van figuur 9; figuur 11A-D een gevelelement en gebouw in opeenvolgende stadia van een onderlinge verbinding; figuur 1 IE een laterale doorsnede en dwarsdoorsnede van borgmiddelen zoals toegepast in de constructie van figuur 11 A-l 1D; figuur 12 een laterale doorsnede, deels bovenaanzicht, van een samenstel van een gebouw en gevelelement volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; figuur 13A,B respectievelijk een eerste en tweede dwarsdoorsnede van het gevelelement van figuur 12; figuur 14 een doorsnede van een detail van het gevelelement van figuur 1 en 12; figuur 15A-C respectievelijk een achteraanzicht, dwarsdoorsnede en bovenaanzicht van een gietlichaam ten behoeve van een verdere uitvoeringsvorm van het gevelelement volgens de uitvinding;The invention will be explained in more detail below with reference to a few exemplary embodiments and an accompanying drawing. In the drawing: figure 1 shows a lateral section, partly top view, of an assembly of a building and facade element according to an exemplary embodiment of the invention; Figure 2 is a side view of the assembly of Figure 1; figure 3 shows a flat section of the building with facade element of figure 1; figure 4 shows a lateral section of the façade element with a coupling element as used in the assembly of figure 1; figure 5 shows a detail of an end of the facade element of figure 4; figure 6 shows a cross section through the facade element of figure 4; figure 7 shows a lateral section of an exemplary embodiment of a coupling element as applied on a building side in the assembly of figure 1; Figure 8 shows a cross-section at the location of the first and coupling device; Figure 9 shows an embodiment of an auxiliary device; figures 10A-E show different cross-sections or views of the auxiliary device of figure 9; figures 11A-D a facade element and building in successive stages of a mutual connection; figure 1 IE a lateral cross-section and cross-section of locking means as used in the construction of figure 11 A-1 1D; figure 12 shows a lateral section, partly top view, of an assembly of a building and facade element according to a further exemplary embodiment of the invention; figures 13A, B, respectively, a first and second cross-section of the facade element of figure 12; Figure 14 is a sectional view of a detail of the facade element of Figures 1 and 12; figures 15A-C show respectively a rear view, cross-section and top view of a casting body for a further embodiment of the facade element according to the invention;

Figuur 16 een verdere uitvoeringsvorm van het gevelelement volgens de uitvinding met daarin het goetlichaam van figuur 15A-C; figuur 17 een laterale doorsnede, deels bovenaanzicht, van een samenstel van een gebouw en gevelelement volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; figuur 18A,B een vooraanzicht respectievelijk bovenaanzicht van een hulpinrichting ten behoeve van een samenstel van een gebouw en gevelelement volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; en figuur 19 een dwarsdoorsnede van de hulpinrichting van figuur 18A-B toegepast met een koppelelement voor een samenstel van een gebouw en gevelelement volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding; De figuren zijn zuiver schematisch en niet op schaal getekend. Met name kunnen terwille van de duidelijkheid sommige dimensies in meer of mindere mate overdreven zijn weergegeven. Overeenkomstige delen zijn in de figuren met eenzelfde verwijzingscijfer aangeduid.Figure 16 shows a further embodiment of the façade element according to the invention with therein the target body of figures 15A-C; figure 17 shows a lateral cross-section, partly top view, of an assembly of a building and facade element according to a further exemplary embodiment of the invention; figures 18A, B show a front view and top view, respectively, of an auxiliary device for an assembly of a building and facade element according to a further exemplary embodiment of the invention; and figure 19 shows a cross-section of the auxiliary device of figures 18A-B applied with a coupling element for an assembly of a building and facade element according to a further exemplary embodiment of the invention; The figures are purely schematic and not drawn to scale. In particular, for the sake of clarity, some dimensions may be exaggerated to a greater or lesser extent. Corresponding parts are designated in the figures with the same reference numeral.

Figuur 1 toont in een vlakke doorsnede, gelijk figuur 2 in dwarsdoorsnede toont, een gebouw 10 met een vrij uitkragend gevelelement 20 volgens een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding. Het gevelelement 20 bevindt zich ter hoogte van een verdiepingsvloer 15 aan een gevel 11 van het gebouw. De gevel omvat hier een spouwmuur in de vorm van een gemetseld buitenblad 12 en een binnenblad 13 die onderling een spouwruimte 14 bewaren. De spouw 14 is gewoonlijk gevuld met een niet nader getoond thermisch isolerend materiaal, zoals minerale- of glaswol of een isolerend schuim.Figure 1 shows in a flat cross-section, as Figure 2 shows in cross-section, a building 10 with a freely projecting façade element 20 according to an exemplary embodiment of the invention. The facade element 20 is located at the level of a storey floor 15 on a facade 11 of the building. The façade here comprises a cavity wall in the form of a bricked outer leaf 12 and an inner leaf 13 that mutually retain a cavity 14. The cavity 14 is usually filled with a thermally insulating material (not further shown), such as mineral or glass wool or an insulating foam.

Het gevelelement 20 omvat in dit voorbeeld een balkonelement met een nagenoeg volledig uit beton vervaardigde balkonvloer 21 en met bijvoorbeeld een daarop rustende balustrade 22 van staal, glas of een ander geschikt materiaal. Het element 20 heeft typisch een breedte tussen 50 en 300 centimeter bij een lengte van typisch een meter tot vele meters. Het in dit voorbeeld toegepaste balkon heeft als zodanig een breedte van circa 250 centimeter bij een lengte van circa 350 centimeter. Een totale hoogte van de balkonvloer bedraagt in dit voorbeeld circa 360 millimeter.The façade element 20 in this example comprises a balcony element with a balcony floor 21 made substantially entirely of concrete and with, for example, a balustrade 22 resting on it of steel, glass or another suitable material. The element 20 typically has a width between 50 and 300 centimeters with a length of typically one meter to many meters. The balcony used in this example has as such a width of approximately 250 centimeters with a length of approximately 350 centimeters. In this example, a total height of the balcony floor is approximately 360 millimeters.

De balkonvloer omvat een hol balkonlichaam 21 met een circa 60 millimeter dikke bodem 23 omgeven door circa 100 millimeter dikke opstaande wanden 24. Aan een van de bodem afgewende zijde omvat het balkonelement een vrij neembare dekplaat 25 van beton met bijvoorbeeld een dikte tussen 10 en 50 millimeter. De dekplaat 25 kan daarbij eventueel zijn voorzien van een oppervlaktestructuur, zoals bijvoorbeeld het getoonde wafelpatroon, om gladheid tegen te gaan. Ook kunnen daarvoor andere materialen dan beton worden toegepast, zoals bijvoorbeeld natuursteen, hout of kunststof. De holle uitvoering van het balkonlichaam zorgt voor een aanzienlijke gewichtsreductie van de orde van 40-50% in vergelijking met een massieve balkonvloer. Het hier getoonde balkon heeft een eigen gewicht (massa) van de orde van slechts 5000 kg.The balcony floor comprises a hollow balcony body 21 with an approximately 60 millimeter thick bottom 23 surrounded by approximately 100 millimeter thick upright walls 24. On a side remote from the bottom, the balcony element comprises a freely removable cover plate 25 of concrete with, for example, a thickness between 10 and 50 millimeter. The cover plate 25 may optionally be provided with a surface structure, such as for example the waffle pattern shown, in order to prevent smoothness. Materials other than concrete can also be used for this, such as natural stone, wood or plastic. The hollow version of the balcony body ensures a considerable weight reduction of the order of 40-50% compared to a solid balcony floor. The balcony shown here has its own weight (mass) of the order of only 5000 kg.

De dekplaat 25 steunt langs de rand af om een aantal daartoe in de holte van het lichaam 21 voorziene steunlichamen 28, zie figuur 3, en wordt daarnaast gedragen door een aantal langwerpige consolelichamen 30 die zich in een breedte van het balkonlichaam uitstrekken. In dit voorbeeld omvat het balkonlichaam een drietal van dergelijke consoles op een onderlinge hartafstand van circa 900 millimeter. Zowel de steunen als de consolelichamen zijn aan hun bovenzijde bekleed met een dempende laag 29, bijvoorbeeld van rubber, om een stabiele oplegbasis te bieden en contactgeluid tegen te gaan, zie ook figuur 4. Door aanpassing van een hoogte van de consoles 30 en steunlichamen 28 in combinatie met een gekozen dikte van de rubberen bekleding daarvan, kan de dekplaat in hoogte worden gesteld, zodat altijd een althans nagenoeg gelijkvloerse toegankelijkheid kan worden gerealiseerd. Tevens zorgt de vrijneembare dekplaat in combinatie met de holle ruimte daaronder voor een onzichtbare verankering van het gevelelement aan de gevel.The cover plate 25 supports along the edge about a number of supporting bodies 28 provided for this purpose in the cavity of the body 21, see figure 3, and is additionally supported by a number of elongated console bodies 30 extending in a width of the balcony body. In this example, the balcony body comprises three of such consoles at a mutual center distance of approximately 900 millimeters. Both the supports and the console bodies are covered on their upper side with a damping layer 29, for example of rubber, to provide a stable support base and to prevent contact noise, see also figure 4. By adjusting a height of the consoles 30 and support bodies 28 in combination with a selected thickness of the rubber covering thereof, the cover plate can be adjusted in height, so that at least practically level floor accessibility can be realized. In addition, the releasable cover plate in combination with the hollow space underneath ensures an invisible anchoring of the façade element to the façade.

Rondom bewaart de dekplaat 25 een zekere tussenruimte of kier 26 ten opzichte de opgaande wanden 24 zodat hemelwater daartussendoor kan wegstromen naar een hemelwaterafvoer 27 die in een hoek van het lichaam 21 is voorzien. Hiertoe kan het oppervlak van de dekplaat met voordeel een geringe boiling omvatten om in een zeker afschot naar de spleet 26 toe te voorzien. Evenzo biedt ook de bodem 23 binnenin het holle balkonlichaam 21 met voordeel een afschot naar de hemelwaterafvoer 27 zodat daarop ontvangen (hemel)water adequaat zal wegstromen. Ten behoeve van een vrij stroompad naar de waterafvoer 27 zijn in de consolelichamen aan een bodemzijde doorvoeren of sparingen 31 voorzien, zie ook figuur 5. Het balkonlichaam 20 is aldus inwendig afwaterend. Hoewel in de figuur louter een enkele dergelijke sparing 31 per consolelichaam is getekend, kunnen in de praktijk desgewenst een aantal daarvan per consolelichaam worden toegepast ter bevordering van de waterhuishouding in het balkonlichaam. De hemelwaterafvoer 27 van het gevelelement kan worden aangesloten op een hemelwaterafvoer 17 die aan het gebouw is voorzien.Around the cover plate 25 maintains a certain gap or gap 26 with respect to the rising walls 24 so that rainwater can flow between them to a rainwater drain 27 which is provided in a corner of the body 21. To this end, the surface of the cover plate can advantageously comprise a small boiling to provide a certain slope towards the gap 26. Likewise, the bottom 23 within the hollow balcony body 21 also advantageously provides a slope to the rainwater drain 27, so that (rain) water received thereon will flow away adequately. For a free flow path to the water drain 27, bushings or recesses 31 are provided in the console bodies on a bottom side, see also figure 5. The balcony body 20 is thus drained internally. Although in the figure only a single such recess 31 is shown per console body, in practice a number thereof can be used per console body if desired to promote water management in the balcony body. The rainwater drain 27 of the facade element can be connected to a rainwater drain 17 that is provided on the building.

Binnenin de consolelichamen 30 strekt een consolebewapening 32 zich over nagenoeg een volle lengte uit in de vorm van een langwerpig korfelement, zie ook figuur 4. Deze bewapening omvat een stel spanstaven 33 die zijn opgespannen door middel van een stel spanmoeren 34 en een spanplaat 35 en daartoe aan een draadeind van schroefdraad zijn voorzien. Aan een uiteinde zijn de consolelichamen 30 uitgerust met een koppelinrichting 200 die met een verankeringsconstructie 270 in het consolelichaam steekt en daarmee is vervlochten. Aldus ligt de koppelinrichting 200 qua krachten overbrenging en opvang in het verlengde ligt van de spanstaven 33 en is de koppelinrichting bijzonder adequaat belastbaar. Voor een tijdelijke dragende verbinding omvat elke koppelinrichting 200 een neerwaarts gericht beugellichaam 230. Voor een permanente verbinding dient een koppelplaat 210 met een stel doorgaande boringen 250. Hierin wordt een stel spanstaven of draadeinden 140 met spanmoeren 145 ontvangen die dienen om het gevelelement duurzaam en betrouwbaar aan de gevel te verankeren. Het gebouw is daartoe uitgerust met corresponderende koppelelementen 100 in of aan de verdiepingsvloer.Inside the console bodies 30, a console reinforcement 32 extends over substantially a full length in the form of an elongated basket element, see also Figure 4. This reinforcement comprises a set of tension bars 33 which are tensioned by means of a set of tension nuts 34 and a tension plate 35 and be threaded for this purpose at a threaded end. At one end, the console bodies 30 are provided with a coupling device 200 which protrudes into the console body with an anchoring structure 270 and is interwoven therewith. The coupling device 200 is thus in line with the tensioning rods 33 in terms of transmission and collection and the coupling device is particularly adequately load-bearing. For a temporary load-bearing connection, each coupling device 200 comprises a downwardly directed bracket body 230. For a permanent connection, a coupling plate 210 with a set of through-bores 250 serves. A set of clamping bars or threaded ends 140 with clamping nuts 145 which serve to make the facade element durable and reliable is received. to anchor to the facade. The building is therefore equipped with corresponding coupling elements 100 in or on the floor.

Het vrij uitkragende gevelelement 20 kan conform de uitvinding zowel tijdens de bouw van het gebouw als daarna worden aangebracht. Dit laatste biedt vanuit bouwlogistiek oogpunt belangrijke voordelen. Daartoe wordt het gebouw 10 in de verdiepingsvloer 15 uitgerust met een aantal koppelelementen 100, zie figuur 5, terwijl het gevelelement voor iedere koppelelement 100 een daarmee corresponderende koppelinrichting 200 aan een consolelichaam 30 omvat. De consoles 30 vormen aldus een dragende ophangconstructie voor het gevelelement en zijn met het oog daarop in het verlengde gepositioneerd van een verankeringssysteem dat in de verdiepingsvloer 15 is aangebracht en daarmee in het verlengde van het krachtenspel in de vloer 15. Deze koppeling is in de figuren 4-11 in nader detail weergegeven.The freely projecting façade element 20 can be installed in accordance with the invention both during the construction of the building and thereafter. The latter offers important advantages from a construction logistics perspective. To that end, the building 10 in the storey floor 15 is equipped with a number of coupling elements 100, see Figure 5, while the façade element comprises a coupling device 200 on a console body 30 corresponding to each coupling element 100. The brackets 30 thus form a load-bearing suspension structure for the façade element and are accordingly positioned in line with an anchoring system that is installed in the floor 15 and thus in line with the interplay of forces in the floor 15. This coupling is in the figures 4-11 shown in further detail.

Aan een gebouwzijde is een stel koppelelementen 100 in de verdiepingsvloer voorzien ter voorbereiding van een latere verankering van het gevelelement 20. Deze koppelelementen 100, zie figuur 7, omvatten elk een basislichaam 110 waarvan enerzijds een verankeringsconstructie 120 uitgaat en anderzijds een eerste koppelorgaan 130. Het basislichaam 110 omvat een stalen wand 112, bijvoorbeeld een gezet plaatstaal en is gevuld met een thermisch isolerende schuimkern die een koudebrug-onderbreking vormt. Het eerste koppelorgaan 130 omvat een stalen beugellichaam dat naar boven is gericht om daarin het beugellichaam 230 van een koppelinrichting 200 van het consolelichaam passend te ontvangen.On a building side a set of coupling elements 100 is provided in the storey floor in preparation for a later anchoring of the façade element 20. These coupling elements 100, see figure 7, each comprise a basic body 110 from which on the one hand an anchoring construction 120 and on the other hand a first coupling member 130. base body 110 comprises a steel wall 112, for example a set sheet steel and is filled with a thermally insulating foam core which forms a thermal bridge interruption. The first coupling member 130 comprises a steel stirrup body which is directed upwards to suitably receive therein the stirrup body 230 of a coupling device 200 of the console body.

Daarnaast zijn het koppelelement 100 en de koppelinrichting 200 over en weer uitgerust met verbindingsmiddelen 140,145 voor een permanente duurzame verankering. De permanente verbindingsmiddelen omvatten hier een stel spanstaven 140 met spanmoer 145. De staven 140 steken proximaal door het basislichaam 110 heen in de achterliggende verankeringsconstructie 120 en zijn daarin verankerd. De verankeringsconstructie 120 is enerzijds vervlochten met de vloerbewapening en anderzijds inwendig in het basislichaam 110 bevestigd. De verankering 120 leidt daarbij enerzijds rechtlijnig naar een bevestigingsbasis 135 voor het eerste koppelorgaan 130 en ligt anderzijds in het verlengde van de permanente spanstaven 140. Hierdoor wordt de belasting van het gevelelement optimaal opgevangen en co-axiaal in de constructie weggeleid.In addition, the coupling element 100 and the coupling device 200 are mutually equipped with connecting means 140,145 for a permanent, durable anchoring. The permanent connecting means here comprise a set of tension bars 140 with tension nut 145. The bars 140 protrude proximally through the base body 110 into the rear anchoring structure 120 and are anchored therein. The anchoring structure 120 is interwoven with the floor reinforcement on the one hand and fixed internally in the base body 110 on the other. The anchoring 120 leads on the one hand linearly to a fastening base 135 for the first coupling member 130 and on the other hand is in line with the permanent tensioning bars 140. As a result, the load on the façade element is optimally absorbed and coaxially guided away in the construction.

Distaai steken de spanstaven 140 uit om in overmaatse boringen 250 te worden ontvangen van een koppelplaat 220 van de koppelinrichting van een consolelichaam. Hierachter sluiten de spanmoeren 145 van de spanstaven 140 onder tussenkomst van een pasplaat 143 die de overmaatse boring 250 overspant. Door het aanspannen, dat wil zeggen aandraaien, van de spanmoeren 145 kan aldus een permanente verbinding tussen het koppelelement 100 en koppelinrichting 200 worden bewerkstelligd die enerzijds in het verlengde ligt van de voorgespannen bewapening van een console-element 30 en anderzijds in lijn ligt met de vloerbewapening. Deze verbinding is daardoor bijzonder zwaar op trek belastbaar en nestelt zich naadloos in het krachtenspel van de vloerbewapening. In het voorbeeld ligt hiertoe een boring centraal in de pasplaten 143. Eventueel kan echte ook van een decentrale ligging worden uitgegaan ten behoeve van een betere passing en/of bereikbaarheid.The clamping bars 140 protrude further to be received in oversized bores 250 from a coupling plate 220 of the coupling device of a console body. Behind this, the clamping nuts 145 of the clamping bars 140 close with the aid of a fitting plate 143 which spans the oversized bore 250. By tightening, i.e. tightening, the tensioning nuts 145, a permanent connection between the coupling element 100 and coupling device 200 can thus be achieved, which on the one hand is an extension of the prestressed armament of a console element 30 and on the other hand is in line with the floor reinforcement. This connection is therefore particularly stress-resistant and nestles seamlessly into the forces of floor reinforcement. For this purpose, a bore is centrally located in the fitting plates 143 for this purpose. If appropriate, a decentralized location can also be assumed for a better fit and / or accessibility.

Van belang is dat tijdens de ruwbouw reeds een voorziening in de verdiepingsvloer 15 wordt getroffen waarbij de koppelelementen met de achterliggende bewapening en latere verankering op de correcte onderlinge afstand worden gepositioneerd vooraleer de verdiepingsvloer wordt gestort. Hiertoe voorziet de uitvinding in een hulpinrichting in de vorm van een overgangsbalk 300, zie figuur 10, met passende uitsparingen 350 ter plaatse waar de koppelelementen 100 en korf-bewapeningen 125 liggen. De overgangsbalk omvat een gezet plaatstaal dat is gevuld met een geschuimde kern als thermische isolator. Hiermee vormt de overgangsbalk over de gehele breedte een koudebrug- onderbreking.It is important that during the structural work a provision is already made in the floor 15, whereby the coupling elements with the underlying reinforcement and subsequent anchoring are positioned at the correct mutual distance before the floor floor is poured. To this end, the invention provides an auxiliary device in the form of a transition beam 300, see Figure 10, with suitable recesses 350 at the location where the coupling elements 100 and basket reinforcements 125 lie. The transition beam comprises a set sheet steel that is filled with a foamed core as a thermal insulator. The transition beam thus forms a thermal bridge break over the entire width.

De korfbewapeningen 250 en koppelelementen 100 worden gelijktijdig met de overige bewapening van de vloer 15 aangebracht. Daarbij wordt de overgangsbalk 300 met de uitsparingen over de koppelinrichtingen geplaatst, opdat deze op de correcte steek ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de console-elementen 30 van het gevelelement liggen. Op de overgangsbalk 300 ligt ter plaatse een tijdelijke overgangsplaat 310 ten behoeve van een fixatie van de koudebrug opvang naar het gevelelement. Figuur 10D toont een vooraanzicht van het geheel, terwijl in figuur 10A-C respectieve doorsneden ter plaats van A-C in figuur 10 zijn weergegeven. Met behulp van schroeven 320 wordt de overgangsbalk 300 aan de vaste gebouwconstructie verankerd. Zoals in figuur 10E in bovenaanzicht is weergegeven liggen de sparingen 350 volledig in lijn met de console-elementen 30 en de daarop geplaatste koppelinrichtingen 200.The basket reinforcements 250 and coupling elements 100 are installed simultaneously with the other reinforcement of the floor 15. The transition beam 300 is herein placed with the recesses over the coupling devices, so that they lie on the correct pitch with respect to each other and with respect to the console elements 30 of the facade element. On the transition beam 300 there is a temporary transition plate 310 on site for a fixation of the thermal bridge reception to the facade element. Figure 10D shows a front view of the whole, while Figures 10A-C show respective cross-sections instead of A-C in Figure 10. With the aid of screws 320, the transition beam 300 is anchored to the fixed building construction. As shown in Fig. 10E in top view, the recesses 350 are fully in line with the console elements 30 and the coupling devices 200 placed thereon.

Figuur 1 IA tot en met 11B toont in opeenvolgende stadia de wijze waarop het gevelelement 20 kan worde verankerd nadat de hiervoor beschreven verankeringsconstructie in het betreffende vloerdeel 15 werd voorzien. Het gevelelement wordt met een kraan of dergelijke gepositioneerd, zie figuur 11B. Vervolgens worden beide beugelelementen 130, 230 in elkaar gehaakt, zie figuur 11C. Er bestaat nu een dragende verbinding tussen beide delen die betreed kan worden. Deze verbinding kan desgewenst worden gezekerd met behulp van borgmiddelen zoals in figuur 1 IE getoond. Deze omvatten een hamerkopbout 450 met borgplaat 400.1A to 11B show in successive stages the way in which the façade element 20 can be anchored after the anchoring construction described above has been provided in the relevant floor part 15. The façade element is positioned with a crane or the like, see figure 11B. The two bracket elements 130, 230 are then hooked together, see figure 11C. There is now a load-bearing connection between the two parts that can be entered. This connection can, if desired, be secured with the aid of locking means as shown in figure 1 IE. These include a hammer head bolt 450 with locking plate 400.

Tot slot wordt een permanente verbinding gerealiseerd door de spanmoeren 145 op de spanstaven 140 te draaien en het geheel aan te spannen, zie figuur 11D. Eventuele kieren en spleten kunnen met een geschikte afdichting, zoals een kit, flexibel profiel of snel-drogende vloeimortel, worden gesloten. Reeds vanaf de dragende tijdelijke verbinding van figuur 11C vereist het gevelelement geen ondersteuning of kraan meer.Finally, a permanent connection is achieved by tightening the tensioning nuts 145 on the tensioning bars 140 and tightening the whole, see figure 11D. Any cracks and crevices can be closed with a suitable seal, such as a sealant, flexible profile or quick-drying pouring mortar. Already from the load-bearing temporary connection of Figure 11C, the façade element no longer requires support or a crane.

In figuur 12 en 13a,B is een verdere uitvoeringsvorm van het gebouw met gevelelement volgens de uitvinding weergegeven. In afwijking van het voorgaande uitvoeringsvoorbeeld is in dit geval een afwateringsrooster 45 aansluitend aan de dekplaat 25 toegepast. Het afwateringsrooster is bijvoorbeeld van roestvast staal en omvat een aantal opening en die in staat zijn om naar de geven toestromend water effectief op te vangen en weg te leiden. Bovendien zijn in dit voorbeeld zwevende consolelichamen 30 voorzien die een asftand tot de bodem 23 bewaren. Hierdoor omvat het balkonlichaam 30 een doorlopende lichaamsholte 48 waardoor hemelwater vrijelijk naar een in of bij de bodem voorzien hemelwaterafvoer kan stromen. Figuur 12 toont een vlakke, laterale doorsnede, terwijl figuur 13A een dwarsdoorsnede ter hoogte van een consolelichaam 30 en 13B een dwarsdoorsnede tussenin de consolelichamen 30 geeft.Figures 12 and 13a, B show a further embodiment of the building with facade element according to the invention. In deviation from the foregoing exemplary embodiment, a drainage grid 45 is applied in this case adjacent to the cover plate 25. The drainage grid is, for example, made of stainless steel and comprises a number of openings, which are capable of effectively collecting and discharging water flowing into the water. In addition, floating console bodies 30 are provided in this example, which retain an asphalt to the bottom 23. As a result, the balcony body 30 comprises a continuous body cavity 48 through which rainwater can flow freely to a rainwater drain provided in or near the bottom. Figure 12 shows a flat, lateral cross-section, while Figure 13A shows a cross-section at the level of a console body 30 and 13B a cross-section between the console bodies 30.

Figuur 14 toont een detail van de uitvoeringsvorm van figuur 1. Het consolelichaam 30 draagt een koppelplaat 220 en omvat tezamen daarmee een doorgaande holte 250 waardoorheen een spanstaaf 140 steekt. Met de pasplaat 143 en spanmoer 145 wordt de spanstaaf om spanning en daarmee de constructie op sterkte gebracht. Binnen de holte 250 behoudt de spanstaaf daarbij een zekere bewegingsvrijheid wat ten koste gaat van de stijfheid van de constructie. Om deze bewegingsvrijheid weg te nemen voorziet de uitvinding in een gietlichaam 90 met een gietpijp 95, zie figuur 15A-15C. Figuur 15A toont daarbij een achteraanzicht, figuur 15B een dwarsdoorsnede en figuur 15C een bovenaanzicht.Figure 14 shows a detail of the embodiment of Figure 1. The console body 30 carries a coupling plate 220 and together with it comprises a through-going cavity 250 through which a tension rod 140 extends. With the fitting plate 143 and tensioning nut 145 the tensioning rod is brought to strength and thus the construction to strength. Within the cavity 250, the tensioning rod thereby retains a certain freedom of movement, which is at the expense of the rigidity of the construction. In order to eliminate this freedom of movement, the invention provides a casting body 90 with a casting pipe 95, see figures 15A-15C. Figure 15A shows a rear view, Figure 15B a cross-section and Figure 15C a top view.

Het gaat hierbij om een kunststof lichaam 90, bijvoorbeeld van polypropyleen of polyethyleen, dat bij de fabricage van het consolelichaam 30 te bestemder plaatse wordt gefixeerd, bijvoorbeeld doordat het tussen de bewapening van het consolelichaam wordt gestoken. De gietpijp 95 reikt daarbij tot het oppervlak of steekt een weinig boven het consolelichaam uit terwijl het gietlichaam 90 voor het overige als bekisting de holte 250 zal bepalen en deze vrij zal houden. Aldus wordt de in figuur 16 getoonde verdere uitvoeringsvorm van de inrichting verkregen. Het gierpijpje 95 biedt een stroomweg naar de holte 250 zodat deze laatste naderhand, nadat de spanstaven 140 zijn aangebracht en aangespannen, via de vulpijp 95 kan worden aangegoten met een vloeibare mortel of grout. De spanstaven zijn vervolgens volledig door deze mortel omringd en daarin ingebed. Een tevoren aangebrachte prop 99 of anderszins kering vermijdt dat de mortel langs deze zijde wegloopt.This is a plastic body 90, for example made of polypropylene or polyethylene, which is fixed during the manufacture of the console body 30, for example in that it is inserted between the reinforcement of the console body. The pouring pipe 95 then extends to the surface or protrudes slightly above the console body, while the pouring body 90 will otherwise determine the cavity 250 as a formwork and will keep it free. The further embodiment of the device shown in Figure 16 is thus obtained. The vulture pipe 95 provides a flow path to the cavity 250 so that the latter can afterwards, after the tensioning bars 140 have been fitted and tightened, be poured via the filling pipe 95 with a liquid mortar or grout. The tension bars are then completely surrounded by this mortar and embedded therein. A plug 99 or other retainer plug that has been applied in advance prevents the mortar from running away on this side.

Een verdere uitvoeringsvorm van een gebouw met een vrij uitkragend gevelelement volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 17. Anders dan bij de voorgaande uitvoeringsvoorbeeld wordt dit gevelelement 20 niet eerst naderhand maar reeds tijdens de fabricage van de verdiepingsvloer tezamen daarmee in het werk gestort. Conform de uitvinding omvat het gevelelement 20 een stel consolelichamen 30 dat zich dwars op de gevel uitstrekt en dat door tussenkomst van een aantal koppelelementen 100 co-axiaal, dat wil zeggen in lijn, met de vloerbewapening van het vloerdeel is gekoppeld. De consolelichamen omvatten elk een betonelement dat inwendig is voorzien van een langwerpige consolebewapening zoals uitvoerig omschreven bij het eerste uitvoeringsvoorbeeld en daarom hier omwille van de duidelijkheid in de figuur niet nader getekend.A further embodiment of a building with a freely protruding façade element according to the invention is shown in Figure 17. Unlike the previous embodiment, this façade element 20 is not first dumped into the work together afterwards, but already during the manufacture of the floor. In accordance with the invention, the façade element 20 comprises a set of console bodies 30 which extend transversely to the façade and which is interconnected via a number of coupling elements 100 co-axially, i.e. in line, with the floor reinforcement of the floor part. The console bodies each comprise a concrete element which is internally provided with an elongated console reinforcement as described in detail in the first exemplary embodiment and is therefore not shown here in the figure for the sake of clarity.

Ten behoeve van deze verbinding omvat elk koppelelement 100 aan weerszijden een verankeringsconstructie 120,150. De naar de gevel gerichte verankeringsconstructie van het koppelelement 100 wordt met de vloerbewapening verbonden, in het bijzonder daarmee vervlochten, terwijl de tegenoverliggende verankeringsconstructie 150 op vergelijkbare wijze in de consolebewapening van een consolelichaam 30 wordt vastgezet, in het bijzonder daarmee wordt vervlochten. Tussen beide verankeringsconstructies omvat het koppelelement 100 een geschuimde kern 110 die dient als koudebrug onderbreking.For this connection, each coupling element 100 comprises an anchoring construction 120, 150 on either side. The anchoring structure of the coupling element 100 facing the façade is connected to the floor reinforcement, in particular interwoven with it, while the opposite anchoring structure 150 is fixed in a similar manner in the console reinforcement of a console body 30, in particular interwoven therewith. Between the two anchoring constructions, the coupling element 100 comprises a foamed core 110 which serves as a thermal bridge interruption.

Zoals in de figuur is weergegeven leidt de koppelinrichting aldus de consolebewapening in een rechte lijn door naar de vloerbewapening zodat het krachtenspel dat op de consolelichamen 30 wordt uitgeoefend in een rechte leid naar de vloerbewapening wordt doorgeleid en daarop wordt afgewenteld.As shown in the figure, the coupling device thus directs the console reinforcement in a straight line to the floor reinforcement so that the play of forces exerted on the console bodies 30 is guided in a straight line to the floor reinforcement and is passed on to it.

In figuur 11 is een alternatieve uitvoeringsvorm van een hulpinrichting waarmee een reeks koppelelementen en de daarachter gelegen vloerbewapening op de voorgeschreven onderlinge steek wordt gelegd en gefixeerd. De hulpinrichting omvat een massief stalen lichaam in de vorm van een L-vormig basisprofiel 400 waarvan op de gepaste steek telkens een stel wangen 410 uitgaat met boringen 450 waarin de spanstaven 140 kunnen worden ontvangen. Tussen de wangen 410 omvat het basisprofiel 400 van het lichaam aan een rugzijde een stel schroefopeningen 430 overeenkomstig de boringen in het koppelelement 100, zie ook figuur 19. Aan een bovenzijde is een langwerpige strook 495 over de wangen 410 gelast ten behoeve van een verdere stijfheid en maatvastheid van het geheel.Figure 11 shows an alternative embodiment of an auxiliary device with which a series of coupling elements and the floor reinforcement behind them are laid and fixed on the prescribed mutual pitch. The auxiliary device comprises a solid steel body in the form of an L-shaped base profile 400 from which a set of cheeks 410 each extends on the appropriate pitch with bores 450 in which the tensioning bars 140 can be received. Between the cheeks 410 the base profile 400 of the body comprises on a backside a set of screw openings 430 corresponding to the bores in the coupling element 100, see also figure 19. At an upper side an elongated strip 495 is welded over the cheeks 410 for a further stiffness and dimensional stability of the whole.

De getoonde hulpinrichting 400 wordt in het werk over de spanstaven 140 van de koppelelementen geschoven en door middel van schroeven in de boringen 430 op de koppelelementen gefixeerd. Hierna wordt de verdiepingsvloer aangestort, waarbij de hulpinrichting 400 een verloren bekisting vorm en naderhand zal dienen als maatvaste bevestigingsbasis voor een gevelelement 20.The auxiliary device 400 shown is in fact pushed over the tension rods 140 of the coupling elements and fixed to the coupling elements by means of screws in the bores 430. After this, the storey floor will be poured in, whereby the auxiliary device 400 will form a lost formwork and subsequently serve as a dimensionally stable fixing base for a façade element 20.

Hoewel de uitvinding hiervoor aan de hand van louter een enkele uitvoeringsvoorbeelden nader werd beschreven moge het duidelijk zijn dat de uitvinding daartoe geenszins is beperkt. Integendeel zijn binnen het kader van de uitvinding voor een gemiddelde vakman nog vele variaties en verschijningsvormen mogelijk. Zo is bijvoorbeeld in alle getoonde uitvoeringsvoorbeelden uitgegaan van consolelichamen in de vorm van betonelementen met daarin een korfbewapening. In plaats daarvan kan ook worden uitgegaan van stalen kokerprofielen en eventueel van een co-axiaal samenstel van kokerprofielen dat telescopisch verstelbaar is. De axiale kokerholte biedt in dat geval plaats aan een spanstaaf die van een koppelelement uitgaat en die tegen een uiteinde van de koker of het kokersamenstel op spanning wordt gebracht. In het algemeen verschaft de uitvinding een bijzonder praktische oplossing om aan een gevel een vrij uitkragend gevelelement te voorzien, waarbij een vrij hangende massa van het gevelelement in belangrijke mate beprkt kan worden gehouden.Although the invention has been further described above with reference to only a few exemplary embodiments, it will be apparent that the invention is by no means limited thereto. On the contrary, many variations and manifestations are still possible for the average person skilled in the art within the scope of the invention. For example, all exemplary embodiments shown assume console bodies in the form of concrete elements with a basket reinforcement therein. Instead, it is also possible to start from tubular steel profiles and optionally from a co-axial assembly of tubular profiles that is telescopically adjustable. The axial sleeve cavity in that case accommodates a tension rod which starts from a coupling element and which is tensioned against an end of the sleeve or the sleeve assembly. In general, the invention provides a particularly practical solution for providing a free protruding façade element on a façade, wherein a free hanging mass of the façade element can be kept to a significant extent.

Claims (25)

1. Gebouw omvattende ten minste één verdiepingsvloer en een aan de verdiepingsvloer grenzende gevel, waarbij de verdiepingsvloer een vloerdeel omvat dat inwendig is voorzien van een vloerbewapening die zich dwars op de gevel uitstrekt, en waarbij aan de gevel een vrij uitkragend gevelelement is voorzien dat duurzaam met het gebouw is verbonden met het kenmerk dat het gevelelement ten minste één langwerpig consolelichaam omvat dat zich dwars op de gevel uitstrekt, dat het ten minste ene consolelichaam in een verlengde ligt van de vloerbewapening en daarmee werkzaam is gekoppeld, en dat het gevelelement door het ten minste ene consolelichaam wordt gedragen.A building comprising at least one storey floor and a facade adjacent to the storey floor, wherein the storey floor comprises a floor part which is internally provided with a floor reinforcement extending transversely of the facade, and wherein a freely projecting façade element is provided on the facade that is durable is connected to the building characterized in that the facade element comprises at least one elongated console body which extends transversely to the facade, that the at least one console body is in line with the floor reinforcement and is operatively coupled to it, and that the facade element is connected by the at least one console body is worn. 2. Gebouw volgens conclusie 1 met het kenmerk dat het ten minste ene consolelichaam door tussenkomst van een koppelelement althans in hoofdzaak rechtlijnig met de vloerbewapening van het vloerdeel is verbonden, welk koppelelement aan een eerste zijde eerste verbindingsmiddelen omvat voor een werkzame verbinding met de vloerbewapening en aan een tegenover gelegen tweede zijde is voorzien van tweede verbindingsmiddelen voor een werkzame verbinding met het consolelichaam.2. Building as claimed in claim 1, characterized in that the at least one console body is connected at least substantially linearly to the floor reinforcement of the floor part through the interposition of a coupling element, which coupling element comprises on a first side first connecting means for an effective connection to the floor reinforcement and second connecting means are provided on an opposite second side for an effective connection to the console body. 3. Gebouw volgens conclusies 2, met het kenmerk dat het koppelelement een thermisch isolerende kern omvat welke tussen het vloerdeel en het consolelichaam een koudebrug-onderbreking vormt.3. Building as claimed in claim 2, characterized in that the coupling element comprises a thermally insulating core which forms a thermal bridge interruption between the floor part and the console body. 4. Gebouw volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk dat de eerste verbindingsmiddelen een verankeringsconstructie omvatten die aan de eerste zijde van het koppelelement met de vloerbewapening is verbonden, en in het bijzonder daarmee is vervlochten.4. Building as claimed in claim 2 or 3, characterized in that the first connecting means comprise an anchoring construction which is connected to the floor reinforcement on the first side of the coupling element, and in particular is interwoven with it. 5. Gebouw volgens conclusie 2, 3 of 4 met het kenmerk dat de tweede verbindingsmiddelen een eerste koppelorgaan en een tweede koppelorgaan omvatten die in staat en ingericht zijn om, eenmaal bijeen gebracht, samen te werken ten einde een dragende verbinding tussen het consolelichaam en het vloerdeel tot stand te brengen, waarbij het eerste koppelorgaan van het koppelelement uitgaat en het consolelichaam een koppelinrichting omvat waarvan het tweede koppelorgaan uitgaat, en dat tussen het koppelelement en het consolelichaam verbindingsmiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om daartussen een onwrikbare permanente verbinding tot stand te brengen.5. Building as claimed in claim 2, 3 or 4, characterized in that the second connecting means comprise a first coupling member and a second coupling member which, when assembled, are capable of cooperating in order to make a bearing connection between the console body and the floor part, wherein the first coupling member extends from the coupling element and the console body comprises a coupling device from which the second coupling member extends, and which connecting means are provided between the coupling element and the console body which are capable and adapted to establish an immovable permanent connection between them. to bring about. 6. Gebouw volgens conclusie 5 met het kenmerk dat het eerste koppelorgaan en het tweede koppelorgaan, eenmaal bijeen gebracht, in elkaar grijpen, in het bijzonder in elkaar haken.6. Building as claimed in claim 5, characterized in that the first coupling member and the second coupling member, once brought together, engage, in particular hook into each other. 7. Gebouw volgens conclusie 5 of 6 met het kenmerk dat het eerste koppelorgaan een eerste beugel omvat en het tweede koppelorgaan een, althans in hoofdzaak daaraan complementaire, tweede beugel omvat, welke beugellichamen, eenmaal bijeen gebracht, in elkaar haken.7. Building as claimed in claim 5 or 6, characterized in that the first coupling member comprises a first bracket and the second coupling member comprises a second bracket, which is at least substantially complementary thereto, which bracket members, once brought together, hook into one another. 8. Gebouw volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het ten minste ene consolelichaam een betonelement omvat waarin een consolebewapening zich axiaal uitstrekt, en dat de consolebewapening van elk consolelichaam werkzaam is gekoppeld met de vloerbewapening.Building as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the at least one console body comprises a concrete element in which a console reinforcement extends axially, and that the console reinforcement of each console body is operatively coupled to the floor reinforcement. 9. Gebouw volgens conclusie 2 en 8 met het kenmerk dat de tweede verbindingsmiddelen een verankeringsconstructie omvatten die aan de tweede zijde van het koppelelement met de consolebewapening is verbonden, en in het bijzonder daarmee is vervlochten.9. Building as claimed in claims 2 and 8, characterized in that the second connecting means comprise an anchoring construction which is connected to the console reinforcement on the second side of the coupling element and, in particular, is interwoven with it. 10. Gebouw volgens conclusie 5 en 9, met het kenmerk dat de koppelinrichting aan een van het tweede koppelorgaan afgewende zijde de verankeringsconstructie omvat die met de consolebewapening is gekoppeld, en in het bijzonder daarmee is vervlochten.10. Building as claimed in claims 5 and 9, characterized in that on a side remote from the second coupling member the coupling device comprises the anchoring construction which is coupled to the console reinforcement, and in particular interwoven therewith. 11. Gebouw volgens conclusies 9 of 10, met het kenmerk dat de consolebewapening een langwerpig korfelement omvat dat zich in hoofdzaak dwars op de gevel uitstrekt, waarbij de koppelinrichting met een uiteinde van het korfelement van de consolebewapening is verbonden.Building as claimed in claims 9 or 10, characterized in that the console reinforcement comprises an elongated basket element that extends substantially transversely to the facade, the coupling device being connected to one end of the basket element of the console reinforcement. 12. Gebouw volgens conclusie 11, met het kenmerk dat de vloerbewapening ten minste één langwerpig korfelement omvat dat zich in hoofdzaak dwars op de gevel uitstrekt, dat het koppelelement met een uiteinde van het korfelement van de vloerbewapening is gekoppeld, en dat het korfelement van de consolebewapening althans in hoofdzaak in het verlengde ligt van het korfelement van de vloerbewapening.12. Building as claimed in claim 11, characterized in that the floor reinforcement comprises at least one elongated basket element that extends substantially transversely to the facade, that the coupling element is coupled to one end of the basket element of the floor reinforcement, and that the basket element of the floor reinforcement console reinforcement is at least substantially in line with the basket element of the floor reinforcement. 13. Gebouw volgens conclusie 12 met het kenmerk dat de vloerbewapening een aantal korfelementen omvat en het gevelelement een aantal zijdelings ruimtelijk gescheiden consolelichamen met ieder een korfelement, in het verlengde van een korfelement van de vloerbewapening, en dat de korfelementen van de vloerbewapening althans ter hoogte van de koppelelementen die daarmee zijn gekoppeld onderling zijn gefixeerd in een hulpinrichting op een onderlinge steek die overeenstemt met een onderlinge steek van de consolebewapening in de consolelichamen.Building as claimed in claim 12, characterized in that the floor reinforcement comprises a number of basket elements and the facade element a number of laterally spatially separated console bodies, each with a basket element, in line with a basket element of the floor reinforcement, and in that the basket elements of the floor reinforcement at least at the height of the coupling elements coupled thereto are mutually fixed in an auxiliary device at a mutual pitch corresponding to a mutual pitch of the console reinforcement in the console bodies. 14. Gebouw volgens één of meer der conclusies 2 tot en met 13, met het kenmerk dat de koppelinrichting een koppelplaat aan het consolelichaam omvat waarvan enerzijds een verankeringsconstructie uitgaat en anderzijds het tweede koppelorgaan, en dat de verbindingsmiddelen ten minste één spanstaaf omvatten die van het koppelelement uitgaat en die althans aan een distaai uiteinde is voorzien van een schroefdraad waarmee de ten minste ene spanstaaf in een daarmee corresponderende boring van de koppelplaat wordt ontvangen.A building as claimed in one or more of claims 2 to 13, characterized in that the coupling device comprises a coupling plate on the console body, of which on the one hand an anchoring construction proceeds and on the other hand the second coupling member, and in that the connecting means comprise at least one tension rod that of the coupling element and which is provided at least at a distal end with a screw thread with which the at least one tension rod is received in a corresponding bore of the coupling plate. 15. Gebouw volgens conclusie 14 met het kenmerk dat de met de spanstaaf corresponderende boring overmaats is uitgevoerd.15. Building as claimed in claim 14, characterized in that the bore corresponding to the clamping rod is made oversized. 16. Gebouw volgens één of meer der conclusies 2 tot en met 15, met het kenmerk dat de gevel een spouwmuur omvat met een binnenblad en een buitenblad die door een spouw van elkaar zijn gescheiden, dat het koppelelement achter het buitenblad ligt, en dat het buitenblad ter hoogte van het koppelelement een sparing omvat waardoor het koppelelement bereikbaar is.A building as claimed in one or more of claims 2 to 15, characterized in that the facade comprises a cavity wall with an inner leaf and an outer leaf separated from each other by a cavity, that the coupling element lies behind the outer leaf, and that the outer leaf at the level of the coupling element comprises a recess through which the coupling element can be reached. 17. Gebouw volgens één of meer der conclusies 2 tot en met 16, met het kenmerk dat tussen het koppelelement en de koppelinrichting borgmiddelen zijn voorzien die in staat en ingericht zijn om althans een tijdelijke borging van de dragende verbinding tussen de koppelorganen tot stand te brengen.A building as claimed in one or more of claims 2 to 16, characterized in that locking means are provided between the coupling element and the coupling device which are capable and adapted to at least temporarily secure the bearing connection between the coupling members . 18. Gebouw volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het gevelelement een vrij uitkragende balkonvloer omvat.18. Building as claimed in one or more of the foregoing claims, characterized in that the facade element comprises a freely projecting balcony floor. 19. Gebouw volgens conclusie 18, met het kenmerk dat de balkonvloer een hol balkonlichaam omvat met een bodemplaat en één of meer consolelichamen die zich in een breedterichting daarvan uitstrekken, waarbij aan een omtrek van de bodemplaat een aantal opstaande wanddelen een lichaamsholte van het balkonlichaam begrenzen en waarbij het balkonlichaam aan een bovenzijde een vrij neembare dekplaat omvat die op de één of meer consolelichamen afsteunt.19. Building as claimed in claim 18, characterized in that the balcony floor comprises a hollow balcony body with a bottom plate and one or more console bodies which extend in a width direction thereof, wherein a number of upright wall parts on a circumference of the bottom plate define a body cavity of the balcony body and wherein the balcony body comprises on a top side a freely removable cover plate which rests on the one or more console bodies. 20. Gebouw volgens conclusie 19, met het kenmerk dat de dekplaat een vrije tussenruimte tot de wanddelen bewaart.20. Building as claimed in claim 19, characterized in that the cover plate maintains a free space to the wall parts. 21. Gebouw volgens conclusie 19 of 20, met het kenmerk dat de bodemplaat is voorzien van een hemelwaterafvoer en een afschot heeft dat naar de hemelwaterafvoer leidt.21. Building as claimed in claim 19 or 20, characterized in that the bottom plate is provided with a rainwater drain and has a slope that leads to the rainwater drain. 22. Gebouw volgens conclusie 19, 20 of 21 met het kenmerk dat ten minste één van de consolelichamen aangrenzend aan de bodemplaat is voorzien van ten minste één waterdoorvoer in de vorm van ten minste één daarin voorziene sparing.A building as claimed in claim 19, 20 or 21, characterized in that at least one of the console bodies adjacent to the bottom plate is provided with at least one water passage in the form of at least one recess provided therein. 23. Gebouw volgens conclusie 19, 20, 21 of 22 met het kenmerk dat de consolelichamen zijn bekleed met een veerkrachtige toplaag, in het bijzonder van al of niet natuurlijk rubber, waarop de dekplaat rust.A building as claimed in claim 19, 20, 21 or 22, characterized in that the console bodies are covered with a resilient top layer, in particular of natural or non-natural rubber, on which the cover plate rests. 24. Balkon omvattende een gevelelement zoals toegepast in het gebouw volgens één of meer der voorgaande conclusies.A balcony comprising a facade element as used in the building according to one or more of the preceding claims. 25. Balkon volgens conclusie 24 omvattende een balustrade die zich althans over een vrije omtrekszijde daarvan uitstrekt.25. Balcony as claimed in claim 24, comprising a balustrade which extends at least over a free peripheral side thereof.
NL2017754A 2015-11-16 2016-11-10 Building and facade element NL2017754B1 (en)

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2015800A NL2015800B1 (en) 2015-11-16 2015-11-16 Building and balcony for application.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2017754A true NL2017754A (en) 2017-06-02
NL2017754B1 NL2017754B1 (en) 2017-07-13

Family

ID=58046724

Family Applications (3)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2015800A NL2015800B1 (en) 2015-11-16 2015-11-16 Building and balcony for application.
NL2017754A NL2017754B1 (en) 2015-11-16 2016-11-10 Building and facade element
NL2018910A NL2018910B1 (en) 2015-11-16 2017-05-12 Building and facade element

Family Applications Before (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2015800A NL2015800B1 (en) 2015-11-16 2015-11-16 Building and balcony for application.

Family Applications After (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2018910A NL2018910B1 (en) 2015-11-16 2017-05-12 Building and facade element

Country Status (3)

Country Link
EP (1) EP3377709A1 (en)
NL (3) NL2015800B1 (en)
WO (1) WO2017086777A1 (en)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR3092348B1 (en) * 2019-02-01 2021-10-22 Soletanche Freyssinet PROCESS FOR IN-SITU REINFORCEMENT OF A CONSOLE SLAB ANCHORED BY A THERMAL BRIDGE BREAKER
NL2023159B1 (en) * 2019-05-17 2020-12-01 H J J Evers Beheer B V METHOD AND FIXING ELEMENT FOR FIXING A PROJECTING ELEMENT TO A NEW BUILDING FACADE
NL2024685B1 (en) * 2020-01-16 2021-09-08 T&R Eng B V Coupling device and adjusting profile for it
DE202021101776U1 (en) 2021-04-01 2021-04-19 Halfen Gmbh Device for the subsequent thermally insulating, force-transmitting connection of a second load-bearing structural part to a first load-bearing structural part and structure with such a device
DE202023103836U1 (en) 2023-07-10 2023-10-04 Leviat Ag Positioning device

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3403537A1 (en) * 1984-02-02 1985-08-08 Veit Dennert KG Baustoffbetriebe, 8602 Schlüsselfeld Prefabricated balcony-construction element for buildings
EP0841439A1 (en) * 1996-11-08 1998-05-13 Pecon AG Connector element for cantilever slab
DE29917220U1 (en) * 1999-09-30 2000-01-13 Mea Meisinger Stahl & Kunststo Mounting bracket system with installation aid
NL1011662C2 (en) * 1999-03-24 2000-09-27 Hakron Verankeringstechniek B Balcony plate balcony facade / floor assembly.
NL1035733C2 (en) * 2008-07-22 2010-01-25 Frank Boudewijn Smits Steel hook anchor structure for hanging of steel or precast concrete floor slab in balcony of building, has hook shoe comprising hook that is attached to base plate by using nuts, and faceplate arranged between base plate and hook shoe
DE102008061009A1 (en) * 2008-12-08 2010-06-10 Schöck Bauteile GmbH Wall mounting device for attaching balcony slab to building, has connecting unit with recess in form of sleeve element into which engaging element is engaged with free end for attaching building part
EP2685018A2 (en) * 2012-07-09 2014-01-15 SCHÖCK BAUTEILE GmbH Device for a vibration-decoupling bearing of a cantilevered building section

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3403537A1 (en) * 1984-02-02 1985-08-08 Veit Dennert KG Baustoffbetriebe, 8602 Schlüsselfeld Prefabricated balcony-construction element for buildings
EP0841439A1 (en) * 1996-11-08 1998-05-13 Pecon AG Connector element for cantilever slab
NL1011662C2 (en) * 1999-03-24 2000-09-27 Hakron Verankeringstechniek B Balcony plate balcony facade / floor assembly.
DE29917220U1 (en) * 1999-09-30 2000-01-13 Mea Meisinger Stahl & Kunststo Mounting bracket system with installation aid
NL1035733C2 (en) * 2008-07-22 2010-01-25 Frank Boudewijn Smits Steel hook anchor structure for hanging of steel or precast concrete floor slab in balcony of building, has hook shoe comprising hook that is attached to base plate by using nuts, and faceplate arranged between base plate and hook shoe
DE102008061009A1 (en) * 2008-12-08 2010-06-10 Schöck Bauteile GmbH Wall mounting device for attaching balcony slab to building, has connecting unit with recess in form of sleeve element into which engaging element is engaged with free end for attaching building part
EP2685018A2 (en) * 2012-07-09 2014-01-15 SCHÖCK BAUTEILE GmbH Device for a vibration-decoupling bearing of a cantilevered building section

Also Published As

Publication number Publication date
NL2018910B1 (en) 2019-09-12
EP3377709A1 (en) 2018-09-26
NL2018910A (en) 2018-05-23
NL2015800A (en) 2017-05-17
WO2017086777A1 (en) 2017-05-26
NL2017754B1 (en) 2017-07-13
NL2015800B1 (en) 2017-05-24

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2017754B1 (en) Building and facade element
US9556610B2 (en) Wall base structure for light buildings
US8667755B1 (en) Dual panel composite truss apparatus
WO2014096980A1 (en) Shuttering
CN106460403B (en) Armrest kit, armrest system and installation method
NO20120145A1 (en) The cantilever
US10640970B2 (en) Concrete building elements and assemblies thereof, and related methods
KR100887366B1 (en) Mold supporting device of slab
US20150322665A1 (en) Column shoe
NL1035733C2 (en) Steel hook anchor structure for hanging of steel or precast concrete floor slab in balcony of building, has hook shoe comprising hook that is attached to base plate by using nuts, and faceplate arranged between base plate and hook shoe
EP2930280A1 (en) Reinforced concrete slab and production method thereof
EP2666918B1 (en) Balcony
EP2987920A1 (en) Balcony, building provided with such a balcony, and a method for attaching such a balcony
DK181402B1 (en) A modular wall system and method for producing such a system
RU2590494C1 (en) Reinforcement structure of stretched zone of hollow-core slab
NL2005368C2 (en) METHOD FOR EXTENDING A BUILDING, SUPPORT ELEMENT, MODULAR BUILDING UNIT AND BUILDING WITH SUCH UNIT.
NL2015774B1 (en) Improved support structure for carrying a floor and applying it.
RU143211U1 (en) REINFORCED CONCRETE FRAME OF MULTI-STOREY BUILDING
NL1040456C2 (en) METHOD FOR REPLACING EXTERIOR WALLS OF BUILDING WALLS AND BUILDING WALLERY WALLS OF BUILDINGS.
JP6004892B2 (en) Handrail structure and strut reinforcement member
NO166010B (en) FACING PARTICULARS AND CONNECTING BELT AND BEAM LINING CONSTRUCTION CONTAINING THIS.
AT522813A2 (en) Formwork element
NL1037005C2 (en) PREFAB BALK SYSTEM.
KR20110116950A (en) Reinforcement structure
BG2886U1 (en) Floor tile

Legal Events

Date Code Title Description
RC Pledge established

Free format text: DETAILS LICENCE OR PLEDGE: RIGHT OF PLEDGE, ESTABLISHED

Name of requester: F.N.J. HOLDING B.V.

Effective date: 20220617