NL2023159B1 - METHOD AND FIXING ELEMENT FOR FIXING A PROJECTING ELEMENT TO A NEW BUILDING FACADE - Google Patents

METHOD AND FIXING ELEMENT FOR FIXING A PROJECTING ELEMENT TO A NEW BUILDING FACADE Download PDF

Info

Publication number
NL2023159B1
NL2023159B1 NL2023159A NL2023159A NL2023159B1 NL 2023159 B1 NL2023159 B1 NL 2023159B1 NL 2023159 A NL2023159 A NL 2023159A NL 2023159 A NL2023159 A NL 2023159A NL 2023159 B1 NL2023159 B1 NL 2023159B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
anchoring
facade
cantilevered
fastening
storey floor
Prior art date
Application number
NL2023159A
Other languages
Dutch (nl)
Inventor
Bosman Ramon
Johannes Antonius Kok Petrus
Original Assignee
H J J Evers Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by H J J Evers Beheer B V filed Critical H J J Evers Beheer B V
Priority to NL2023159A priority Critical patent/NL2023159B1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2023159B1 publication Critical patent/NL2023159B1/en

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04BGENERAL BUILDING CONSTRUCTIONS; WALLS, e.g. PARTITIONS; ROOFS; FLOORS; CEILINGS; INSULATION OR OTHER PROTECTION OF BUILDINGS
    • E04B1/00Constructions in general; Structures which are not restricted either to walls, e.g. partitions, or floors or ceilings or roofs
    • E04B1/003Balconies; Decks
    • E04B1/0038Anchoring devices specially adapted therefor with means for preventing cold bridging

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Electromagnetism (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Joining Of Building Structures In Genera (AREA)

Abstract

20 Uittreksel De uitvinding heeft betrekking op een werkWij ze voor het aan een nieuwbouwgebouW bevestigen van een uitkragend element, omvattende de stappen van: 5 a) het met een uithardbaar materiaal storten van een verdiepingsvloer waarin een bevestigingselement wordt opgenomen, welk bevestigingselement omvat: - een gevelelement; - een verankeringselement; en - ten minste een koker, die zich tussen het gevelelement en het 10 verankeringselement uitstrekt, b) het laten uitharden van de verdiepingsvloer; c) het verschaffen van een aan de verdiepingsvloer te bevestigen uitkragend element, dat voorzien is van ten minste een eerste verankeringsstaaf die met een tweede eind uit het uitkragende element uitsteekt; 15 d) het opeenvolgend door een gat in het gevelelement, door de koker en door een gat in het verankeringselement steken van het tweede eind van de eerste verankeringsstaaf; e) het aan het bevestigingselement bevestigen van het uitkragende element door de eerste verankeringsstaaf ten opzichte van het verankeringselement te borgen.Excerpt The invention relates to a method for attaching a cantilevered element to a new building, comprising the steps of: a) pouring a storey floor into which a fastening element is received with a curable material, which fastening element comprises: facade element; - an anchoring element; and - at least one tube, which extends between the facade element and the anchoring element, b) allowing the storey floor to harden; c) providing a cantilevered element to be attached to the storey floor, which cantilevered element is provided with at least one first anchoring rod protruding from the cantilevered element with a second end; D) successively inserting the second end of the first anchoring rod through a hole in the facade element, through the sleeve and through a hole in the anchoring element; e) attaching the cantilevered element to the securing element by locking the first anchoring rod relative to the anchoring element.

Description

WERKWIJZE EN BEVESTIGINGSELEMENT VOOR HET AAN EEN NIEUWBOUWGEVELMETHOD AND FIXING ELEMENT FOR A NEW BUILDING FACADE

BEVESTIGEN VAN EEN UITKRAGEND ELEMENT De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het aan een nieuwbouwgebouw bevestigen van een uitkragend element, zoals een balkon of galerij.The invention relates to a method for attaching a cantilevered element, such as a balcony or gallery, to a new building.

Het is bekend een balkon aan een nieuw te bouwen gebouw te bevestigen door een bevestigingselement in het gebouw te verschaffen waaraan het balkon wordt opgehangen. Een dergelijke werkwijze is bijvoorbeeld bekend ut EP 2,436,845 op naam van aanvraagster, en is in de markt bekend onder de naam iTens.It is known to attach a balcony to a new building to be built by providing an attachment element in the building from which the balcony is hung. Such a method is known, for example, from EP 2,436,845 in the name of applicant, and is known in the market under the name of iTens.

Hoewel iTens in veel gevallen uitstekende resultaten geeft, is de met iTens geïntroduceerde werkwijze niet in alle opzichten optimaal. Zo wordt bij iTens een bevestigingselement in de verdiepingsvloer aangebracht, waaraan een balkon tijdelijk en niet zelfdragend wordt bevestigd terwijl dit balkon door een kraan wordt gedragen. Het balkon wordt daarna door tijdelijke ondersteuningsmiddelen, zoals steigers, ondersteund gedurende een aanzienlijke tijd. De definitieve en dragende verbinding tussen het balkon en de verdiepingsvloer ontstaat nadat cen mortel tussen het balkon en de verdiepingsvloer is uitgehard. Pas daarna is het balkon zelfdragend, belastbaar, en kunnen tijdelijk ondersteuningsmiddelen, bijvoorbeeld steigers worden weggenomen. Het iTens systeem vereist dus relatief lange, tijdelijke ondersteuning voor elk balkon dat moet worden bevestigd.Although iTens gives excellent results in many cases, the method introduced with iTens is not optimal in all respects. For example, iTens installs a fastening element in the storey floor, to which a balcony is temporarily and not self-supporting, while this balcony is supported by a crane. The balcony is then supported by temporary support means, such as scaffolding, for a considerable time. The definitive and load-bearing connection between the balcony and the first floor is created after the mortar between the balcony and the first floor has hardened. Only then can the balcony be self-supporting, loadable and temporary support means, for example scaffolding, can be removed. The iTens system therefore requires relatively long, temporary support for each balcony to be attached.

Het is een doel van de uitvinding om bovengenoemd nadeel te verkleinen.It is an object of the invention to alleviate the above drawback.

Dit doel wordt bereikt met een werkwijze volgens de aanhef. die de volgende stappen omvat: a) het met een uithardbaar materiaal, zoals beton, storten van althans een deel van ten minste één verdiepingsvloer, waarbij aan een gevelzijde van de ten minste ene verdiepingsvloer een bevestigingselement in de ten minste ene verdiepingsvloer wordt opgenomen, waarbij het bevestigmgselement omvat: - een gevelelement, voor het daar tegenaan steunen van een eerste deel van het uitkragende element wanneer deze aan het gebouw is bevestigd, waarbij het gevelelement een oplegvlak omvat, voor het daarop steunen van een tweede deel van het uitkragende element wannger het uitkragende element aan het gebouw is bevestigd: - een verankeringselement, dat op een afstand van het gevelelement aan een van het oplegvlak afgekeerde zijde van het gevelelement is opgesteld en daarmee is verbonden; en - ten minste één koker, die een holle ruimte definieert en die zich tussen het gevelelement en het verankeringselement uitstrekt en op het gevelelement en het verankeringselement aansluit,This aim is achieved with a method according to the preamble. which comprises the following steps: a) pouring at least a part of at least one storey floor with a curable material, such as concrete, wherein a fastening element is included in the at least one storey floor on a facade side of the at least one storey floor, wherein the fixing element comprises: - a facade element, for supporting a first part of the projecting element against it when it is attached to the building, wherein the facade element comprises a bearing surface, for supporting a second part of the projecting element thereon when it is overhanging element is attached to the building: - an anchoring element, which is arranged at a distance from the facade element on a side of the facade element remote from the supporting surface and is connected thereto; and - at least one tube, which defines a hollow space and which extends between the facade element and the anchoring element and connects to the facade element and the anchoring element,

waarbij het gevelelement en het verankeringselement elk zijn voorzien van ten minste één gat dat is uitgelijnd met de holle ruimte van de ten minste ene koker; b) het althans gedeeltelijk laten uitharden van het deel van de ten minste ene verdiepingsvloer: c) het verschaffen van een aan de ten minste ene verdiepingsvloer te bevestigen uitkragend element, waarbij het uitkragende element voorzien is van ten minste één eerste verankeringsstaaf die zich met een eerste eind 1n het uitkragende element uitstrekt en met een tweede eind in hoofdzaak evenwijdig aan een vlak van het uitkragende element uit het uitkragende element uitsteekt; d) het opeenvolgend door het gat in het gevelelement, door de koker en door het gat in het verankeringselement steken van het tweede eind van de eerste verankeringsstaaf: e) het aan het bevestigingselement bevestigen van het uitkragende element door de eerste verankeringsstaaf aan een van het gevelelement afgewende zijde van het verankeringselement ten opzichte van het verankeringselement te borgen door middel van borgmiddelen en door het eerste deel van het uitkragende element tegen het gevelelement aan te steunen en het tweede deel van het uitkragende element op het oplegvlak te steunen.wherein the facade element and the anchoring element are each provided with at least one hole that is aligned with the hollow space of the at least one sleeve; b) allowing the part of the at least one storey floor to harden at least partially: c) providing a cantilevered element to be fixed to the at least one storey floor, wherein the cantilevered element is provided with at least one first anchoring rod that extends with a first end in the cantilever element extends from the cantilever element at a second end substantially parallel to a plane of the cantilever element; d) successively inserting the second end of the first anchoring rod through the hole in the facade element, through the sleeve and through the hole in the anchoring element: e) attaching the cantilevered element to the fastening element by the first anchoring rod on one of the To secure the side of the anchoring element at the side of the anchoring element with respect to the anchoring element by means of locking means and by supporting the first part of the projecting element against the facade element and supporting the second part of the projecting element on the support surface.

Een dergelijke werkwijze kan als voordeel hebben dat de bevestiging van het uitkragende element aan de verdiepmgsvloer relatief sterk en/of eenvoudig aan te brengen is.Such a method can have the advantage that the attachment of the cantilevered element to the storey floor is relatively strong and / or easy to arrange.

Een dergelijke werkwijze kan als voordeel hebben dat het uitkragende element relatief snel zelfdragend en/of belastbaar is. In het bijzonder is na stap e) het uitkragende element direct belastbaar, en/of wordt deze bij voorkeur slechts tijdens stappen ¢) — e) gedragen door externe steunmiddelen zoals een kraan of steigers.Such a method can have the advantage that the cantilevered element is relatively quickly self-supporting and / or loadable. In particular, after step e) the cantilevered element is directly loadable, and / or it is preferably supported only during steps ¢) - e) by external support means such as a crane or scaffolding.

Dit kan als voordeel bieden dat tijdelijke ondersteuningsmiddelen, zoals steigers, minder lang per uitkragend element gebruikt hoeft te worden. Dit kan gepaard gaan met een aanzienlijke kostenbesparing, en maakt het mogelijk balkons te plaatsen op plekken waar steigerbouw niet mogelijk of moeilijk is. Ten slotte kan het kortere gebruik van steigers voordelige gevolgen hebben bij navolgende fasen van de bouw, omdat de steigers niet langer in de weg staat bij bijvoorbeeld het afbouwen van de gevel. Het afbouwen van de gevel gebeurt namelijk eventueel nadat de uitkragende elementen zijn bevestigd. Dit heeft als gevolg dat een gevelbouwer óf om de steigers heen moet werken of moet wachten totdat deze zijn verwijderd.This can offer the advantage that temporary support means, such as scaffolding, need to be used for less time per cantilever element. This can be accompanied by considerable cost savings, and makes it possible to install balconies in places where scaffolding construction is not possible or difficult. Finally, the shorter use of scaffolding can have beneficial consequences in subsequent phases of construction, because the scaffolding no longer stands in the way, for example, when finishing the facade. This is because the finishing of the facade may take place after the cantilever elements have been attached. As a result, a facade builder either has to work around the scaffolding or wait until they have been removed.

Opgemerkt wordt, dat het vlak van het uitkragende element waaraan de ten minste ene eerste verankeringsstaaf zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt bijvoorbeeld een hoofdvlak van een vloer of plafond van het uitkragende element kan zijn.It is noted that the plane of the cantilevered element to which the at least one first anchoring rod extends substantially parallel may be, for example, a major plane of a floor or ceiling of the cantilevered element.

Opgemerkt wordt verder, dat de werkwijze voor het aan een nieuwbouwgebouw bevestigen van cen uitkragend element, zoals een balkon of galerij, alternatief kan worden omschreven als een werkwijze voor het bouwen van een gebouw met ten minste één uitkragend element, zoals een balkon of galerij.It is further noted that the method for attaching a protruding element, such as a balcony or gallery, to a new-build building can alternatively be described as a method for building a building with at least one protruding element, such as a balcony or gallery.

Het is mogelijk om na stap €) een stap f) uit te voeren, van het afvullen van cen ruimte tussen het eerste en/of tweede deel van het uitkragende element en het bevestigingselement met een uithardbaar materiaal, zoals beton of mortel.After step €) it is possible to perform a step f) of filling a space between the first and / or second part of the projecting element and the fixing element with a curable material, such as concrete or mortar.

Omdat het uitkragende element reeds na stap e) belastbaar is, en daarvoor geen afvulling van de ruimte tussen het eerste en/of tweede deel en het bevestigingselement nodig is, kan met het afvullen worden gewacht tot een latere stap in het bouwproces. Het afvullen heeft volgens de uitvinding daardoor voornamelijk een beschermende en cosmetische functie. Het afvullen kan verder de bevestiging van het uitkragende element verder versterken. Omdat het afvullen na het bevestigen kan plaatsvinden. en daar dus geen deel van uitmaakt omdat vóór het afvullen al een zelfdragende en/of belastbare bevestiging 1s bereikt, hoeft het balkon niet door de externe steunmiddelen, zoals een kraan of steigers, te worden gedragen terwijl het uithardbare materiaal uithard. Dit levert een aanzienlijke besparing op voor wat betreft het gebruik van de externe steunmiddelen. In het bijzonder steunt het uitkragende element niet op het uitgeharde materiaal dat in deze afvulstap is aangebracht.Since the cantilevered element can already be loaded after step e), and therefore no filling of the space between the first and / or second part and the fastening element is necessary, filling can be delayed until a later step in the construction process. According to the invention, filling therefore mainly has a protective and cosmetic function. Filling can further strengthen the attachment of the cantilevered element. Because filling can take place after confirmation. and is therefore not part of this, because a self-supporting and / or loadable mounting 1s is already achieved before filling, the balcony does not have to be supported by the external support means, such as a crane or scaffolding, while the curable material hardens. This results in considerable savings in terms of the use of the external support resources. In particular, the cantilevered element does not rest on the cured material applied in this filling step.

De eerste verankeringsstaaf kan er zorg voor dragen, dat het uitkragende element terwijl de bevestiging daarvan met het bevestigingselement wordt gemaakt, voldoende stil hangt. In tegenstelling tot het gebruik van uit de stand van de techniek bekende kabels. zoals bij bijvoorbeeld iTens gebruikelijk is, gaat de eerste verankeringsstaaf verplaatsing van het uitkragende element reeds voordat deze definitief is bevestigd grotendeels tegen, waardoor de definitieve bevestiging gemakkelijker kan worden gemaakt.The first anchoring bar can ensure that the cantilevered element hangs sufficiently still while its attachment with the fixing element is being made. In contrast to the use of cables known in the art. as is usual with iTens, for example, the first anchoring rod largely counteracts displacement of the cantilevered element even before it is definitively attached, so that the definitive attachment can be made easier.

De hierin omschreven werkwijze is bijzonder geschikt om een massief balkon aan een nieuwbouwgebouw te bevestigen, omdat de werkwijze een voldoende stevige verbinding kan verschaffen om een massief balkon ts dragen, ondanks dat deze zwaarder is dan bijvoorbeeld een hol balkon. In het bijzonder hoeft daarom geen gebruik te worden gemaakt van holle balkons, welke hoge kosten met zich mee zouden brengen.The method described herein is particularly suitable for attaching a solid balcony to a new-build building, because the method can provide a sufficiently strong connection to support a solid balcony, despite being heavier than, for example, a hollow balcony. In particular, it is therefore not necessary to use hollow balconies, which would entail high costs.

In het bijzonder heeft het gat in het gevelelement en/of het gat in het verankeringselement en/of de holle ruimte van de koker een dwarsdoorsnede die groter is dan de respectieve eerste verankeringsstaaf die daardoorheen wordt gestoken. De genoemde gaten en/of ruimte zijn dus overmaats, waardoor een speling ontstaat in de dwarsrichting van de ten minste ene verankeringsstaaf, welke gebruikt kan worden om te compenseren voor onnauwkeurigheden in de plaatsing van het bevestigingselement ten opzichte van de eerste verankeringsstaaf. Daarbij kan door de overmaatse gaten en de overmaatse ruimte de eerste verankeringsstaaf althans in hoofdzaak of slechts een kracht in zijn langsrichting geleiden, waardoor dwarskrachten op de verankeringsstaaf elders kunnen worden opgevangen. De afwezigheid of beperkte aanwezigheid van dwarskrachten op de eerste verankeringsstaaf zorgen ervoor dat deze met minder materiaal voldoende sterk kan worden uitgevoerd. Eventuele externe steunmiddelen, zoals een kraan of steigers, die gebruikt worden tijdens althans stappen d) en ¢), kunnen voorafgaand aan stap f), verwijderd worden, zodat stap f) wordt uitgevoerd zonder externe steunmiddelen. Eventueel kunnen de externe steunmiddelen verwijderd worden tijdens stap f), maar voordat het uithardbare materiaal in hoofdzaak volledig is uitgehard.In particular, the hole in the facade element and / or the hole in the anchoring element and / or the hollow space of the sleeve has a cross-section that is larger than the respective first anchoring rod inserted therethrough. Said holes and / or space are thus oversized, creating a play in the transverse direction of the at least one anchor rod, which can be used to compensate for inaccuracies in the placement of the fastener with respect to the first anchor rod. The first anchoring rod can herein conduct at least substantially or only a force in its longitudinal direction through the oversized holes and the oversized space, so that transverse forces on the anchoring rod can be absorbed elsewhere. The absence or limited presence of transverse forces on the first anchoring rod ensures that it can be made sufficiently strong with less material. Any external support means, such as a crane or scaffolding, which are used during at least steps d) and ¢), can be removed prior to step f), so that step f) is performed without external support means. Optionally, the external support means can be removed during step f), but before the curable material has hardened substantially completely.

Desgewenst kunnen de externe steunmiddelen pas verwijderd worden na volledige uitharding van het uithardbare materiaal, maar dat is niet nodig voor de werkwijze volgens de uitvinding en zou onnodige kosten of ongemak met zich mee kunnen brengen.If desired, the external support means can only be removed after complete curing of the curable material, but this is not necessary for the method according to the invention and could entail unnecessary costs or inconvenience.

In een praktische uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt bij het meestorten van het bevestigingselement in de verdiepingsvloer gebruik gemaakt van sparingsbakken. Een gevelsparingsbak kan worden gebruikt om te voorkomen dat uithardbaar materiaal ruimte inneemt aan de gevelzijde van het bevestigingselement, boven het oplegvlak. Hierdoor kan na het uitharden van het materiaal en het verwijderen van de gevelsparingsbak eenvoudig het uitkragende element inde door de sparingsbak leeggehouden ruimte worden geplaatst. Een verankeringssparingsbak kan worden gebruikt om een ruimte in de verdiepingsvloer leeg te houden die zich aan een van het gevelelement afgekeerde zijde van het verankeringselement in het verlengde van het gat in het verankeringselement bevindt. Deze ruimte kan dan na het aanbrengen van het uitkragende element bijvoorbeeld worden gebruikt om borgmiddelen op de ten minste ene eerste verankeringsstaaf aan te brengen. Bij voorkeur zijn de sparmgsbakken herbruikbaar. In het bijzonder wordt één aparte verankerssparingsbak gebruikt voor elke eerste verankeringsstaaf en/of elk gat in het verankeringselement, zelfs wanneer bijvoorbeeld twee of vier eerste verankeringsstaven en gaten in het verankeringselement zijn voorzien.In a practical embodiment of the method, recess bins are used when the fastening element is poured along in the storey floor. A facade saving tray can be used to prevent curable material from taking up space on the facade side of the fastening element, above the support surface. As a result, after the material has hardened and the facade saving box has been removed, the cantilevered element can simply be placed in the space kept empty by the saving box. An anchoring saving box can be used to keep a space in the storey floor empty which is located on a side of the anchoring element remote from the facade element, in line with the hole in the anchoring element. After the cantilevered element has been fitted, this space can then be used, for example, to arrange locking means on the at least one first anchoring rod. Preferably, the sparm trays are reusable. In particular, one separate anchor saving box is used for each first anchor bar and / or each hole in the anchor element, even if, for example, two or four first anchor bars and holes are provided in the anchor element.

Ten minste één van de sparingsbakken, bij voorkeur de gevelsparingsbak, kan bijvoorbeeld aan een randbekisting van de verdiepmgsvloer worden bevestigd voordat de verdiepingsvloer wordt gestort. De aan de randbekisting bevestigde sparingsbak kan het bevestigmgselement op zijn plek houden tijdens het storten en uitharden van de verdiepingsvloer.At least one of the sparring bins, preferably the facade sparring tray, can for instance be attached to an edge formwork of the storey floor before the storey floor is poured. The cavity box attached to the edge formwork can hold the attachment element in place during the pouring and curing of the storey floor.

Het is bijzonder voordelig om tussen het uitkragende element en het bevestigingselement een isolatie aan te brengen, bijvoorbeeld in de vorm van een kunststof laag en/of plaat. Hiertoe kan de werkwijze volgens de uitvinding een stap g) van het aanbrengen van isolatie tussen het uitkragende element en het bevestigingselement omvatten, welke stap g) op elk geschikt moment kan worden uitgevoerd. en in elk geval voor stap f). De isolatie kan bijdragen aan het onderbreken van een koudebrug. Daarbij of als alternatief kan de kunststoffen laag en/of plaat worden aangebracht om een verplaatsing door schuiven van het uitkragende element ten opzichte van het bevestigingselement mogelijk te maken. Doordat deze verplaatsing mogelijk is, wordt schade aan het uitkragende element en/of de gevel voorkomen wanneer deze ten opzichte van elkaar uitzetten of krimpen. Dit is bijzonder voordelig wanneer één uitkragend element met meerdere bevestigingselementen, bijvoorbeeld twee, aan een verdiepingsvloer wordt bevestigd.It is particularly advantageous to provide an insulation between the cantilevered element and the fastening element, for instance in the form of a plastic layer and / or plate. To this end, the method according to the invention may comprise a step g) of applying insulation between the cantilevered element and the fastening element, which step g) can be carried out at any suitable time. and in any case for step f). The insulation can contribute to breaking a cold bridge. In addition or as an alternative, the plastic layer and / or plate can be applied to enable displacement of the cantilevered element relative to the fastening element by sliding. Because this displacement is possible, damage to the cantilevered element and / or the facade is prevented when they expand or shrink relative to each other. This is particularly advantageous when one protruding element is attached to a storey floor with several fastening elements, for example two.

In een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding. omvat deze verder de voor stap c) uit te voeren stap van het vervaardigen van cen gevel voor het gebouw, waarbij bij 5 voorkeur in de gevel ter plaatse van het ten minste ene bevestigingselement een opening wordt gelaten waardoorheen althans een deel van het uitkragende element gestoken kan worden.In another embodiment of the method of the invention. it further comprises the step to be carried out before step c) of manufacturing a facade for the building, preferably leaving an opening in the facade at the location of the at least one fastening element through which at least a part of the projecting element is inserted. can become.

Het vervaardigen van de gevel voor het gebouw vóórdat de uitkragende elementen worden bevestigd kan aanzienlijke efficiëntievoordelen bieden voor de gevelbouwer, omdat deze daardoor minder rekening hoeft te houden met de uitkragende elementen. Zo kan de gevelbouwer bijvoorbeeld af met minder steigermateriaal, of hoeft deze steigermateriaal minder te verplaatsen, omdat de uitkragende elementen niet in de weg van steigers staan bij het bouwen van de gevel.Manufacturing the façade for the building before the cantilever elements are attached can offer significant efficiency benefits for the façade builder, because it means that he has to take less account of the cantilever elements. For example, the facade builder can finish with less scaffolding material, or he does not have to move scaffolding material as much, because the cantilever elements do not stand in the way of scaffolding when building the facade.

Door openingen vrij te laten in de gevel waar de bevestigingselementen zich bevinden, kan later alsnog gemakkelijk een uitkragend element worden bevestigd. Overigens is het van belang om op te merken dat de gevel anders dan de voornoemde openingen door kan lopen, dat wil zeggen anders dan de openingen bij de bevestigingselementen niet is onderbroken door de uitkragende elementen. Dit kan als voordeel hebben dat de gevel sterk en/of snel gebouwd kan worden. In het bijzonder hoeft namelijk geen rekening gehouden te worden met aansluiting van de gevel op de uitkragende elementen.By leaving openings free in the facade where the mounting elements are located, a cantilevered element can be easily attached later. Incidentally, it is important to note that the facade, other than the aforementioned openings, can continue, that is to say, other than the openings at the fixing elements, it is not interrupted by the cantilevered elements. This can have the advantage that the facade can be built strong and / or quickly. In particular, it is not necessary to take into account the connection of the facade to the cantilevered elements.

Overigens wordt dit voordeel bereikt wanneer de uitkragende elementen zich na bevestiging daarvan, op de delen bij het bevestigingselement na, voor de gevel bevinden. In de stand van de techniek 1s het echter gebruikelijk om de uitkragende elementen in het vlak van de gevel aan te brengen. Die werkwijze is nodig, omdat bevestigingswijzen uit de stand van de techniek miet sterk genoeg zijn om de uitkragende elementen te dragen op een afstand van de verdiepingsvloer die althans overeenkomt met of groter is dan de dikte van de gevel. De werkwijze volgens de uitvinding kan een sterkere bevestiging leveren, waardoor de uitkragende elementen dus verder van de verdiepingsvloer kunnen worden opgehangen, zelfs tot vóór de gevel, welke daardoor niet hoeft te zijn onderbroken anders dan bij de bevestigingselementen.Incidentally, this advantage is achieved when the cantilevered elements, after fixing thereof, are located in front of the facade, except for the parts near the fixing element. In the prior art, however, it is customary to arrange the cantilevered elements in the plane of the facade. This method is necessary because prior art mounting methods are not strong enough to support the cantilevered elements at a distance from the storey floor that at least corresponds to or is greater than the thickness of the facade. The method according to the invention can provide a stronger fastening, whereby the cantilevered elements can thus be suspended further from the storey floor, even in front of the facade, which does not have to be interrupted as a result, in contrast to the fastening elements.

In andere woorden, het uitkragende element kan ten minste één bevestigingsdeel omvatten dat een genoemd eerste deel en tweede deel van het uitkragende element omvat, en een gebruiksdeel, waarbij het ten minste ene bevestigingsdeel zich in de gevel uitstrekt en het gebruiksdeel zich in het bijzonder volledig vóór de gevel uitstrekt. Hierbij kan het gebruiksdeel breder zijn dan het ten minste ene bevestigingsdeel en/of breder zijn dan eventuele meerdere bevestigingsdelen samen. Praktisch kan het uitkragende element twee op afstand van elkaar aangebrachte bevestigingsdelen omvatten, die elk met een respectief bevestigingselement worden verbonden. Tussen de twee bevestigingsdelen in loopt het uitkragende element, op het gebruiksdeel van het uitkragende element, niet door. Hierdoor is het mogelijk om per uitkragend element twee,In other words, the cantilever element may comprise at least one fixing part comprising said first part and second part of the cantilever element, and a utilization part, wherein the at least one fixing part extends into the facade and the utilization part is particularly fully extended. extends in front of the facade. The use part can herein be wider than the at least one fastening part and / or wider than possibly several fastening parts together. Practically, the cantilevered element may comprise two spaced apart securing members, each of which is connected to a respective securing element. The protruding element does not continue between the two fastening parts on the use part of the protruding element. This makes it possible to add two,

ten opzichte van de stand der techniek relatief smalle, openingen in de gevel vrij te laten, waarbij de gevel tussen de twee openingen kan doorlopen, het geen bij de stand der techniek niet mogelijk is omdat daar een deel van het gebruiksdeel van het uitkragende element in de gevel is opgesteld. Het gebruiksdeel van het uitkragende element kan bij voorbeeld de vloer of plafond daarvan zijn.relative to the prior art, to leave relatively narrow openings in the facade, whereby the facade can continue between the two openings, which is not possible with the prior art because a part of the usable part of the cantilevered element can be the facade is set up. The usable part of the cantilevered element can be, for example, the floor or ceiling thereof.

Het bevestigingsdeel kan ook een nok worden genoemd. Het bevestigingsdeel volgens de uitvinding kan hierbij relatief lang zijn, in het bijzonder in hoofdzaak net zo lang als een afstand tussen het gevelelement en een buitenvlak van de gevel, i.e. minimaal zo lang als een dikte van de gevel.The fixing part can also be called a cam. The fastening part according to the invention can be relatively long, in particular substantially as long as a distance between the facade element and an outer surface of the facade, i.e. at least as long as a thickness of the facade.

In een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding. omvat het bevestigingselement verder ten minste één met het verankeringselement verbonden tweede verankeringsstaaf. die zich vanaf het verankeringselement in een richting van het gevelelement af uitstrekt, waarbij tijdens stap a) de ten minste ene tweede verankeringsstaaf van het bevestigingselement in de verdiepingsvloer wordt opgenomen.In another embodiment of the method of the invention. the securing element further comprises at least one second anchoring bar connected to the anchoring element. which extends from the anchoring element in a direction away from the facade element, wherein during step a) the at least one second anchoring rod of the fastening element is received in the storey floor.

De tweede verankeringsstaaf kan het bevestigingselement stevig in de verdiepingsvloer verankeren, waardoor deze belastbaar is met grotere belastingen. Hierdoor kan dus een groter en/of zwaarder uitkragend element worden opgehangen aan het bevestigingselement.The second anchoring rod can firmly anchor the fastening element in the storey floor, so that it can be loaded with greater loads. As a result, a larger and / or heavier projecting element can thus be suspended from the fastening element.

In het bijzonder wordt hierbij de tweede verankeringsstaaf in beton van de verdiepingsvloer gegoten, waarbij na uitharding van de verdiepingsvloer een verbinding ontstaat tussen de verankeringsstaaf en het uitgeharde beton die in hoofdzaak onbeweegbaar is. In het bijzonder is de tweede verankeringsstaaf in directe verbinding met het uithardbare materiaal van de verdiepingsvloer, de verankeringsstaaf heeft dus bijvoorbeeld geen mantel waardoorheen de verankeringsstaaf kan bewegen. Het is denkbaar om de tweede verankeringsstaaf te verbinden met betonwapening in de verdiepingsvloer, maar dat is niet essentieel.In particular, the second anchoring rod is cast in the concrete of the storey floor, whereby after the storey floor has hardened, a connection is created between the anchoring rod and the hardened concrete which is substantially immovable. In particular, the second anchoring rod is in direct communication with the curable material of the storey floor, so for example the anchoring rod does not have a jacket through which the anchoring rod can move. It is conceivable to connect the second anchoring bar to concrete reinforcement in the storey floor, but that is not essential.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding: - omvat het oplegvlak verticaalstelmiddelen. waarbij tijdens stap e) het tweede deel van het uitkragende element op de verticaalstelmiddelen wordt gesteund, om de verticale positie van het tweede deel van het uitkragende element ten opzichte van het oplegvlak wanneer het tweede deel van het uitkragende element daarop steunt te stellen; en/of - omvat het gevelelement horizontaalstelmiddelen omvat. waarbij tijdens stap ¢) het eerste deel van het uitkragende element tegen de horizontaalstelmiddelen wordt gesteund, om de horizontale positie van het eerste deel van het uitkragende element ten opzichte van het gevelelement wanneer het eerste deel van het uitkragende element daartegen steunt te stellen.In yet another embodiment of the method according to the invention: - the support surface comprises vertical adjusting means. wherein during step e) the second part of the cantilevered element is supported on the vertical adjustment means, to adjust the vertical position of the second part of the cantilevered element with respect to the bearing surface when the second part of the cantilevered element is supported thereon; and / or - the facade element comprises horizontal adjusting means. wherein during step ¢) the first part of the cantilevered element is supported against the leveling means, in order to adjust the horizontal position of the first part of the cantilevered element relative to the facade element when the first part of the cantilevered element bears against it.

Het gebruik van dergelijke stelmiddelen kan speling bieden om te compenseren voor eventuele afwijkingen in de onderlinge positie van de bevestigmgselementen, of de positie daarvan ten opzichte van de verankeringsstaven van het uitkragende element. Daardoor kunnen de bevestigingselementen met een grotere foutmarge geplaatst worden, en/of kunnen de uitkragende elementen met een grotere foutmarge worden vervaardigd. Dit kan de bouw- en/of productiesnelheid en/of de kostenefficiëntie van de productie en/of bouw ten goede komen.The use of such adjusting means can provide slack to compensate for any deviations in the mutual position of the mounting elements, or their position relative to the anchoring bars of the cantilevered element. As a result, the fastening elements can be placed with a larger margin of error, and / or the protruding elements can be manufactured with a larger margin of error. This can benefit the construction and / or production speed and / or the cost efficiency of the production and / or construction.

De stelmiddelen kunnen bijvoorbeeld stelplaten en/of stelbouten en/of stelschroeven omvatten.The adjusting means can for instance comprise adjusting plates and / or adjusting bolts and / or adjusting screws.

In nog een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens de uitvinding, is de ten minste ene eerste verankeringsstaaf een stalen staaf, die aan althans één eind is voorzien van een externe schroefdraad. en omvatten de borgmiddelen ten minste één moer die op de schroefdraad van de ten minste ene eerste verankeringsstaaf wordt geschroefd totdat de moer al of niet direct aanligt tegen het verankeringselement. Een dergelijke stalen staaf kan een gewi-staaf zijn.In yet another embodiment of the method according to the invention, the at least one first anchoring bar is a steel bar, which is provided with an external screw thread on at least one end. and the locking means comprise at least one nut that is screwed onto the threads of the at least one first anchoring rod until the nut may or may not bear directly against the anchoring element. Such a steel bar can be a weight bar.

Een dergelijke rigide stalen staaf kan het voordeel bieden niet of beperkt buigbaar te zijn, waardoor het uitkragende element voldoende stevig bevestigd kan worden aan het bevestigingselement. Voldoende stevig kan hierbij betekenen dat het niet nodig is een uithardbaar materiaal tussen het uitkragende element en het bevestigingselement te laten uitharden vóórdat de bevestiging belast kan worden of althans het uitkragende element kan dragen.Such a rigid steel rod can offer the advantage of not being flexible or being bendable to a limited extent, so that the projecting element can be fastened sufficiently firmly to the fastening element. Sufficiently strong can mean that it is not necessary to allow a curable material to harden between the cantilevered element and the securing element before the securing can be loaded or at least supported the cantilevered element.

De uitvinding heeft ook betrekking op een bevestigingselement voor het aan een nieuwbouwgebouwbevestigen van een uitkragend element, omvattende: - een in een verdiepingsvloer, aan een gevelzijde daarvan, op te nemen gevelelement, voor het daar tegenaan steunen van een eerste deel van het uitkragende element wanneer deze aan het gebouw is bevestigd, waarbij het gevelelement een oplegvlak omvat, voor het daarop steunen van althans een tweede deel van het uitkragende element wanneer het uitkragende element aan het gebouw is bevestigd: - een in de verdiepingsvloer op te nemen verankeringselement, dat op een afstand van het gevelelement aan een van het oplegvlak afgekeerde zijde van het gevelelement is opgesteld en daarmee is verbonden, en - ten minste één in de verdiepingsvloer op te nemen koker, die een holle ruimte definieert en die zich tussen het gevelelement en het verankeringselement uitstrekt en op het gevelelement en het verankeringselement aansluit, waarbij het gevelelement en het verankeringselement elk zijn voorzien van ten minste één gat dat is uitgelijnd met de holle ruimte van de ten minste ene koker, zodat ten minste één eerste verankeringsstaaf opeenvolgend door het ten minste ene gat in het gevelelement, door de holle ruimte van de koker en uiteindelijk door het ten minste ene gat in het verankeringselement kan worden gestoken.The invention also relates to a fastening element for fastening a cantilevered element to a new building, comprising: - a facade element to be received in a storey floor, on a facade side thereof, for supporting a first part of the projecting element against it when it is attached to the building, the facade element comprising a supporting surface, for supporting at least a second part of the cantilevered element thereon when the cantilevered element is attached to the building: - an anchoring element to be received in the storey floor, which on a distance from the facade element on a side of the facade element remote from the support surface and connected thereto, and - at least one tube to be received in the storey floor, which defines a hollow space and which extends between the facade element and the anchoring element, and connects to the facade element and the anchoring element, whereby the facade element and the anchoring element each have at least one hole that is aligned with the hollow space of the at least one sleeve, so that at least one first anchoring bar is successively passed through the at least one hole in the facade element, through the hollow space of the sleeve and finally through the at least one hole can be inserted into the anchoring element.

Het bevestigingselement volgens de uitvinding kan gebruikt worden om een uitkragend element voldoende stevig aan een nieuwbouwgebouw te bevestigen. Daarnaast kan met het bevestigingselement een relatief sterke en/of eenvoudig te maken bevestiging tot stand komen.The fastening element according to the invention can be used to fasten a cantilevered element sufficiently firmly to a new building. In addition, a relatively strong and / or easy-to-make fastening can be achieved with the fastening element.

In het bijzonder kan de bevestiging dusdanig stevig zijn, dat het uitkragende element relatief snel zelfdragend en/of belastbaar is.In particular, the fastening can be so strong that the cantilevered element is relatively quickly self-supporting and / or loadable.

Dit kan zoals hierboven is omschreven het vereiste gebruik van bijvoorbeeld een kraan of steigers beperken.As described above, this can limit the required use of, for example, a crane or scaffolding.

Een dergelijk bevestigingselement kan daardoor gebruikt worden in een werkwijze volgens de uitvinding zoals hierboven omschreven, in willekeurig welke uitvoeringsvorm of met willekeurig welke combinatie van kenmerken dan ook.Such a fastening element can therefore be used in a method according to the invention as described above, in any embodiment or with any combination of features.

De hierboven in relatie met de werkwijze beschreven kenmerken van het bevestigingselement kunnen vanzelfsprekend ook worden toegepast op het bevestigingselement volgens de uitvinding, op zichzelf of m willekeurig welke combinatie.The features of the fastening element described above in relation to the method can of course also be applied to the fastening element according to the invention, by itself or in any combination.

Het opnemen van het gevelelement in de verdiepingsvloer kan worden begrepen als dat het gevelelement althans voor een deel in de verdiepingsvloer is opgenomen, bijvoorbeeld door deze mee te storten in de verdiepingsvloer.The inclusion of the facade element in the storey floor can be understood as that the facade element is at least partly included in the storey floor, for instance by pouring it into the storey floor.

De vakman zal echter begrijpen dat voor de verbinding met het uitkragende element het bevestigingselement, en met name het gevelelement daarvan, ten minste aan de gevelzijde althans gedeeltelijk vrij is.However, the skilled person will understand that for connection to the cantilevered element, the fastening element, and in particular its facade element, is at least partially free at least on the facade side.

In het bijzonder is het gevelelement en/of het verankeringselement in hoofdzaak plaatvormig.In particular, the facade element and / or the anchoring element is substantially plate-shaped.

Het gevelelement en/of het verankeringselement kunnen vervaardigd zijn uit plaatmetaal zoals plaatstaal.The facade element and / or the anchoring element can be manufactured from sheet metal such as sheet steel.

Het gevelelement kan cen metalen, bijvoorbeeld een stalen, hoekstuk zijn.The facade element can be a metal, for instance a steel, corner piece.

Het oplegvlak kan gevormd worden door het gebruik van een hoekstuk als gevelelement, waardoor het oplegvlak en het gevelelement dus uit één stuk kunnen bestaan.The support surface can be formed by the use of a corner piece as a facade element, so that the support surface and the facade element can therefore consist of one piece.

Het oplegvlak wordt bij het plaatsen van het bevestigingselement naar de gevelzijde van de verdiepingsvloer gericht.The support surface is directed towards the facade side of the storey floor when the fastening element is placed.

De zijde van het bevestigmgselement waar het oplegvlak zich bevindt kan dus de voorzijde worden genoemd. of de buitenzijde van het gebouw.The side of the fixing element where the support surface is located can therefore be called the front. or the outside of the building.

De van het oplegvlak afgekeerde zijde van het bevestigingselement kan de achterzijde worden genoemd, of de binnenzijde van het gebouw.The side of the fastening element remote from the supporting surface can be called the rear, or the inside of the building.

In een uitvoeringsvorm van het bevestigingselement volgens de uitvinding, omvat deze ten minste één met het verankeringselement verbonden tweede verankeringsstaaf, die zich vanaf het verankeringselement 1n een richting van het gevelelement af uitstrekt, en 1s ingericht om in de verdiepingsvloer te worden opgenomen.In an embodiment of the fastening element according to the invention, it comprises at least one second anchoring rod connected to the anchoring element, which rod extends from the anchoring element 1n in a direction away from the facade element, and is adapted to be received in the storey floor.

Met behulp van de tweede verankeringsstaaf kan het bevestigingselement voldoende stevig in de verdiepingsvloer van de nieuwbouw worden verankerd.The fastening element can be anchored sufficiently firmly in the storey floor of the new building by means of the second anchoring rod.

In een praktische uitvoeringsvorm strekt de ten minste ene tweede verankeringsstaaf zich in hoofdzaak loodrecht op het verankeringselement uit.In a practical embodiment, the at least one second anchoring bar extends substantially perpendicular to the anchoring element.

De ten minste ene tweede verankeringsstaaf is bij voorkeur een stalen staaf die aan althans één einde van een externe schroefdraad is voorzien.The at least one second anchoring bar is preferably a steel bar which is provided with an external screw thread on at least one end.

Een dergelijke staaf kan bijdragen een aan voldoende stevige verbinding.Such a rod can contribute to a sufficiently strong connection.

De ten minste ene tweede verankeringsstaaf kan een gewi-staaf zijn.The at least one second anchor bar can be a weight bar.

In een andere uitvoeringsvorm van het bevestigingselement omvat deze ten minste één dwarsborging welke ten minste één in hoofdzaak vlak deel omvat dat zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan een richting die van het gevelelement naar het verankeringselement is gericht.In another embodiment of the fastening element, it comprises at least one transverse locking device comprising at least one substantially flat portion extending substantially parallel to a direction directed from the facade element to the anchoring element.

Het ten minste ene vlakke deel strekt zicht in hoofdzaak evenwijdig uit aan de genoemde richting. Wanneer het bevestigingselement door een uitgehard materiaal wordt omgeven, bijvoorbeeld doordat deze bij het bouwen van een verdiepingsvloer daarin wordt mee gestort, vormt het vlakke deel een contactvlak tussen het uitgeharde materiaal en het bevestigingselement. Doordat het contactvlak evenwijdig 1s aan bovengenoemde richting, kan deze dwarskrachten die evenwijdig zijn aan de normaal van het contactvlak goed opvangen. Het vlakke deel vormt immers een relatief grote aanslag voor dergelijke krachten.The at least one flat portion extends substantially parallel to said direction. When the fastening element is surrounded by a hardened material, for instance because it is co-poured into it when building a storey floor, the flat part forms a contact surface between the hardened material and the fastening element. As the contact surface is parallel to the above-mentioned direction, it can absorb transverse forces parallel to the normal of the contact surface well. After all, the flat part forms a relatively large stop for such forces.

De ten minste ene dwarsborging omvat bij voorkeur ten minste twee vlakke delen die loodrecht ten opzichte van elkaar staan en die zich allebei evenwijdig uitstrekken aan de genoemde richting van het gevelelement naar het verankeringselement.The at least one transverse locking preferably comprises at least two flat parts which are perpendicular to each other and which both extend parallel to said direction from the facade element to the anchoring element.

Hierdoor kunnen dwarskrachten in meerdere richtingen die loodrecht staan op de genoemde richting van het gevelelement naar het verankeringselement staan relatief goed worden opgevangen.As a result, transverse forces in several directions that are perpendicular to the said direction from the facade element to the anchoring element can be absorbed relatively well.

Het 1s praktisch de dwarsborging te vormen met ten minste twee in hoofdzaak plaatvormige delen, die in dwarsdoorsnede van de dwarsborging gezien loodrecht op elkaar staan. De dwarsborging kan daardoor als T-, L- of +-vorm zijn uitgevoerd. In de praktijk kan een dwarsborging uit een T-staal zijn vervaardigd.It is practical to form the transverse lock with at least two substantially plate-shaped parts which, viewed in cross section of the transverse lock, are perpendicular to each other. The transverse locking can therefore be designed as a T, L or + shape. In practice, a transverse lock can be made from a T-steel.

De ten minste ene dwarsborging is bij voorkeur aan een naar het verankeringselement gerichte zijde van het gevelelement aangebracht. Op deze positie bevindt de dwarsborging zich relatief dichtbij de gevelzijde van de verdiepingsvloer. Daar kan de dwarsborging met name effectief borgen tegen dwarskrachten. Verder kan deze positie voordelig zijn, omdat de dwarsborging hier relatief eenvoudig en/of stevig aan het gevelelement kan worden verbonden.The at least one transverse locking is preferably arranged on a side of the facade element facing the anchoring element. At this position, the transverse protection is located relatively close to the facade side of the storey floor. There, the transverse locking can particularly effectively secure against transverse forces. This position can further be advantageous, because the transverse securing can be relatively simply and / or firmly connected to the facade element here.

In een andere uitvoeringsvorm van het bevestigingselement volgens de uitvinding omvat deze ten minste één van: - verticaalstelmiddelen, die op het oplegvlak kunnen worden aangebracht, en waarop het tweede deel van het uitkragende element kan steunen, om de verticale positie van het tweede deel van het uitkragende element ten opzichte van het oplegvlak wanneer het tweede deel van het uitkragende element daarop steunt te stellen: en - horizontaalstelmiddelen, die tegen het gevelelement kunnen worden aangebracht, waartegen het eerste deel van het uitkragende element kan steunen, om de horizontale positie van het eerste deel van het uitkragende element ten opzichte van het gevelelement wanneer het eerste deel van het uitkragende element daartegen steunt te stellen.In another embodiment of the fastening element according to the invention, it comprises at least one of: - vertical adjusting means, which can be arranged on the support surface, and on which the second part of the cantilevered element can rest, in order to adjust the vertical position of the second part of the cantilevered element relative to the bearing surface when the second part of the cantilevered element rests thereon: and - horizontal adjusting means, which can be arranged against the facade element, against which the first part of the cantilevered element can be supported, in order to adjust the horizontal position of the first part of the cantilevered element relative to the facade element when the first part of the cantilevered element bears against it.

Een dergelijk bevestigingselement kan gebruikt worden zoals hierboven omschreven met verwijzing naar de werkwijze en de stelmiddelen. Dat het bevestigingselement horizontaal- en/of verticaalstelmiddelen omvat hoeft niet te betekenen dat deze ten alle tijden onlosmakelijk met het bevestigingselement zijn verbonden. Het is bijvoorbeeld denkbaar de horizontaal- en/of verticaalstelmiddelen aan te brengen bij of vlak voor het verschaffen van het uitkragende element, zoals het balkon. Het bevestigingselement met de horizontaal- en/of verticaalstelmiddelen kan daarom ook als bevestigingssamenstel worden geïnterpreteerd.Such a fastening element can be used as described above with reference to the method and the adjusting means. The fact that the fastening element comprises horizontal and / or vertical adjusting means does not necessarily mean that they are inseparably connected to the fastening element at all times. For instance, it is conceivable to arrange the horizontal and / or vertical adjusting means at or just before providing the cantilevered element, such as the balcony. The fastening element with the horizontal and / or vertical adjusting means can therefore also be interpreted as a fastening assembly.

In nog een andere uitvoeringsvorm van het bevestigingselement volgens de uitvinding is in de ten minste ene koker isolatie is aangebracht voor het althans beperken van warmteoverdracht door een omtrekswand van de koker heen.In yet another embodiment of the fastening element according to the invention, insulation is provided in the at least one sleeve for at least limiting heat transfer through a circumferential wall of the sleeve.

De isolatie kan de levensduur van de bevestiging verlengen en/of de noodzaak van onderhoud althans verkleinen of doen verdwijnen. De isolatie voorkomt namelijk dat koude vanuit het uitkragende element, die zich immers aan de vaak koude buitenzijde van het gebouw bevindt. door de eerste verankeringsstaven de verdiepingsvloer in wordt geleid. De verdiepingsvloer is doorgaans warmer, omdat deze zich aan de binnenzijde van het gebouw bevindt. Daardoor ontstaat een temperatuurverschil tussen de eerste verankeringsstaven en de verdiepingsvloer, hetgeen condens ten gevolge kan hebben. Door de isolatie wordt warmteoverdracht, en daardoor condens, tegengegaan, waardoor de negatieve invloed van condens op levensduur en benodigd onderhoud wordt beperkt of voorkomen.The insulation can extend the life of the fastening and / or at least reduce or eliminate the need for maintenance. The insulation prevents cold from the cantilevering element, which is located on the often cold outside of the building. is guided into the storey by the first anchoring bars. The first floor is usually warmer, because it is located on the inside of the building. This creates a temperature difference between the first anchoring bars and the storey floor, which can result in condensation. The insulation counteracts heat transfer, and therefore condensation, so that the negative influence of condensation on lifespan and required maintenance is limited or prevented.

In nog een andere uitvoeringsvorm omvat het gevelelement een eerste eind, dat zich van het oplegvlak af in een eerste richting uitstrekt, en een tweede end. dat zich van het oplegvlak af in gen richting tegengesteld aan de eerste richting uitstrekt.In yet another embodiment, the facade element comprises a first end, which extends away from the bearing surface in a first direction, and a second end. which extends away from the bearing surface in a direction opposite to the first direction.

Het gevelelement van een dergelijk bevestigingselement strekt zich dus aan twee zijden van het oplegvlak uit. Het ene eind van het gevelelement, dat zich in gebruik boven het oplegvlak bevindt, kan de functie van het gevelelement zoals hierboven is omschreven vervullen. Het andere eind van het gevelelement, dat zich in gebruik onder het oplegvlak bevindt, draagt bij aan het tegengaan van een rotatie van het bevestigingselement, doordat dit andere eind tegen een deel van de uitgeharde verdiepingsvloer aanligt.The facade element of such a fastening element thus extends on two sides of the supporting surface. One end of the facade element, which in use is located above the support surface, can fulfill the function of the facade element as described above. The other end of the facade element, which is located under the support surface in use, contributes to counteracting rotation of the fastening element, because this other end bears against a part of the hardened storey floor.

Het andere eind kan bijvoorbeeld mede gevormd worden door een metalen strook die aan het bevestigingselement is vast gelast.The other end can for instance also be formed by a metal strip which is welded to the fastening element.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de aangehechte figuren, waarin: Figuur 1 een deel van een verdiepingsvloer, een bevestigingselement volgens de uitvinding, een gevel en een deel van een balkon in een verticale doorsnede dwars op de gevel schematisch toont;The invention will be explained in more detail below with reference to the attached figures, in which: Figure 1 schematically shows a part of a storey floor, a fastening element according to the invention, a facade and a part of a balcony in a vertical section transverse to the facade;

Figuur 2A eenzelfde doorsnede toont als figuur 1, op een andere dwarspositie van hetzelfde bevestigingselement; Figuren 2B en 2C details tonen van het gevelelement en het oplegvlak, respectievelijk het verankeringselement, beide van het bevestigingselement van figuren 1 en 2A: Figuur 3 een horizontale doorsnede toont van de hiervoor genoemde objecten; Figuren 4 en 5 verticale doorsnedes tonen evenwijdig aan de gevel van de voornoemde objecten respectievelijk nabij de gevel en nabij het verankeringselement; en Figuur 6 een perspectivisch aanzicht toont van het voornoemde bevestigingselement, waarbij delen van het balkon en de verdiepingsvloer ook zijn weergegeven.Figure 2A shows the same cross-section as figure 1, at a different transverse position of the same fastening element; Figures 2B and 2C show details of the facade element and the supporting surface, respectively the anchoring element, both of the fastening element of figures 1 and 2A: Figure 3 shows a horizontal section of the aforementioned objects; Figures 4 and 5 show vertical sections parallel to the facade of the aforementioned objects, respectively near the facade and near the anchoring element; and Figure 6 shows a perspective view of the aforementioned fastening element, with parts of the balcony and the storey floor also shown.

In de figuren worden gelijke verwijzingscijfers gebruikt voor gelijke elementen.In the figures like reference numerals are used for like elements.

Figuren 1 — 6 tonen een bevestigingselement 1 voor het aan een nieuwbouwgebouw bevestigen van een uitkragend element 2. In dit geval is het uitkragende element een balkon 2, maar de figuren tonen steeds slechts een deel van een vloer van het balkon 2. Het nieuwbouwgebouw omvat een gevelwand 3 en een verdiepingsvloer 4. Door middel van het bevestigmgselement 1 wordt het balkon 2 aan de verdiepingsvloer 4 van de nieuwbouwgebouw bevestigd.Figures 1 - 6 show a fastening element 1 for attaching a cantilevered element 2 to a new-build building. In this case the cantilevered element is a balcony 2, but the figures always show only a part of a floor of the balcony 2. The new-build building comprises a facade wall 3 and a storey floor 4. By means of the fastening element 1, the balcony 2 is attached to the storey floor 4 of the new building.

In het getoonde voorbeeld is naast de gevelwand 3 nog een binnenste gevelwand 5 op afstand van de gevelwand 3 voorzien, waardoor de gevel een spouw 6 omvat.In the example shown, in addition to the facade wall 3, an inner facade wall 5 is provided at a distance from the facade wall 3, so that the facade comprises a cavity 6.

De uitvinding kan echter ook worden toegepast bij andersoortige gevels 3. In de figuren is steeds het balkon 2 reeds aan de nieuwbouwgevel bevestigd.However, the invention can also be applied to other types of facades 3. In the figures, the balcony 2 is always already attached to the new building facade.

Het bevestigingselement 1 omvat een gevelelement 7 dat zich aan een gevelzijde 8 van het bevestigingselement 1 bevindt.The fixing element 1 comprises a facade element 7 which is located on a facade side 8 of the fixing element 1.

In het getoonde geval is het gevelelement een stalen hoekstuk 7. Het hoekstuk omvat een staand deel 9 en een liggend deel 10. Het liggende deel vormt een oplegvlak 10. Het balkon 2 heeft een bevestigingsdeel in de vorm van een uitstekende nok 11 die wordt gebruikt om het balkon 2 met het bevestigmgselement 1 te verbinden.In the case shown, the facade element is a steel corner piece 7. The corner piece comprises an upright part 9 and a lying part 10. The lying part forms a bearing surface 10. The balcony 2 has a fixing part in the form of a protruding ridge 11, which is used for connecting the balcony 2 to the fixing element 1.

Praktisch kan het balkon 2 twee op afstand van elkaar opgestelde nokken 11 omvatten.Practically, the balcony 2 can comprise two projections 11 arranged at a distance from each other.

De nokken 11 zijn in het bijzonder in een breedterichting van het uitkragende element gezien op afstand van elkaar opgesteld, waarbij de breedterichting parallel aan de gevelwand 3 is gedefinieerd.In particular, the projections 11 are spaced apart from each other, viewed in a width direction of the cantilevered element, the width direction being defined parallel to the facade wall 3.

De nok 11 steunt met een eerste deel. namelijk zijn naar het staande deel 9 gerichte zijde, tegen het staande deel 9 van gevelelement 7. Met een tweede deel, namelijk met een onderzijde, steunt de nok 11 op het oplegvlak 10. Het bevestigingselement] heeft ook een verankeringselement 12 op een afstand van het gevelelement 7 aan een van het oplegvlak 10 afgekeerde zijde daarvan.The cam 11 is supported with a first part. namely its side directed towards the upright part 9, against the upright part 9 of facade element 7. With a second part, namely with an underside, the projection 11 rests on the bearing surface 10. The fastening element also has an anchoring element 12 at a distance from the facade element 7 on a side thereof remote from the supporting surface 10.

Het verankeringselement 12 is in dit geval gevormd door een staalplaat. ‘Tussen het gevelelement 7 en het verankeringselement 12 is een koker 13 aangebracht, welke zich tussen deze twee elementen uitstrekt, op hen aansluit en hen verbindt.The anchoring element 12 in this case is formed by a steel plate. Between the facade element 7 and the anchoring element 12, a tube 13 is arranged, which extends between these two elements, connects to them and connects them.

Het bevestigingselement 1 is in de verdiepmgsvloer 4 opgenomen door het bevestigingselement 1 mee te storten tijdens het storten van de verdiepingsvloer 4. Omdat het bevestigingselement 1 zich aan de gevelzijde 8 van de verdiepingsvloer 4 bevindt, is een deel van het bevestigingselement 1, namelijk een boven het oplegvlak 10 gelegen en een naar de gevelzijde gerichte zijde van het gevelelement 7, vrij van uithardbaar materiaal van de verdiepingsvloer 4. Daardoor kunnen deze vrije delen gebruikt worden voor het daarop respectievelijk daartegen steunen van een deel van een balkon 2. 11, dat pas na het storten en uitharden van de verdiepingsvloer 4 wordt voorzien.The fastening element 1 is included in the storey floor 4 by co-casting the fastening element 1 during the pouring of the storey floor 4. Because the fastening element 1 is located on the facade side 8 of the storey floor 4, a part of the fixing element 1, namely a top the supporting surface 10 and a side of the facade element 7 facing the facade side, free of curable material from the storey floor 4. As a result, these free parts can be used for supporting a part of a balcony 2 on or against it. after pouring and hardening of the storey floor 4 is provided.

In figuur 3 is te zien hoe het gevelelement 7 is voorzien van een gat 14. Het gat 14 in het gevelelement 7 is uitgelijnd met een holle ruimte 15 die door de koker 13 wordt gedefinieerd. Deze is op zijn beurt weer uitgelijnd met cen gat 16 in het verankeringselement 12. Het balkon 2 heeft, zoals in figuur 3 ook te zien is, vier eerste verankeringsstaven 17 die zich voor een deel in het IO balkon 2 bevinden, zich door de nok 11 heen uitstrekken, en daarna uit de nok 11 steken. De verankeringsstaven zijn door gaten 14 in het gevelelement 7 gestoken. en door de holle ruimte 15 van de koker 13 en door de gaten 16 in het verankeringselement 12. Achter het verankeringselement 12, dat wil zeggen aan een van de gevelzijde 8 af gekeerde zijde daarvan, zijn de verankeringsstaven 17 geborgd door één moer per eerste verankeringsstaaf 17. De eerste verankeringsstaven 17 kunnen daardoor niet terug door het gat 16 in het verankeringselement 12 bewegen in de richting van de gevelzijde. Aan de gevelzijde 8 van het bevestigingselement 1 steunt de nok 11 van het balkon aan tegen het gevelelement 11, en op het oplegvlak 10. In combinatie met de moer 18 levert dat een krachtenspel dat het balkon 2 ten opzichte van het bevestigingselement 1 en dus de verdiepingsvloer 4 verankert tegen de neerwaarts gerichte zwaartekracht die op het balkon 2 werkt.Figure 3 shows how the facade element 7 is provided with a hole 14. The hole 14 in the facade element 7 is aligned with a hollow space 15 defined by the tube 13. This in turn is aligned with a hole 16 in the anchoring element 12. As can also be seen in figure 3, the balcony 2 has four first anchoring bars 17, which are partly located in the 10 balcony 2, located through the ridge. 11, and then protrude from the cam 11. The anchoring bars are inserted through holes 14 in the facade element 7. and through the hollow space 15 of the sleeve 13 and through the holes 16 in the anchoring element 12. Behind the anchoring element 12, i.e. on a side thereof remote from the facade side 8, the anchoring rods 17 are secured by one nut per first anchoring rod 17. As a result, the first anchoring rods 17 cannot move back through the hole 16 in the anchoring element 12 in the direction of the facade side. On the gable side 8 of the fastening element 1, the ridge 11 of the balcony bears against the gable element 11 and on the supporting surface 10. In combination with the nut 18, this produces a play of force that the balcony 2 has with respect to the fastening element 1 and thus the storey floor 4 anchors against downward gravity acting on the balcony 2.

In het getoonde geval heeft het balkon 2 vier eerste verankeringsstaven 17, die per twee door twee gaten 14 in het gevelelement lopen, en ook per twee door twee kokers 13 lopen. In het verankeringselement 12 zijn echter vier gaten 16 aangebracht, één voor elke eerste verankeringsstaaf 17. Het is natuurlijk mogelijk om een ander aantal eerste verankeringsstaven 17 te gebruiken. Het ligt daarbij voor de hand het aantal gaten 14, 16 in het gevelelement en het verankeringselement 12 aan te passen, alsook het aantal kokers. Het is bijvoorbeeld denkbaar om twee eerste verankeringsstaven 17 te gebruiken, die door twee gaten 14 in het gevelelement 7, twee kokers 13 en twee gaten 16 in het verankeringselement 12 lopen. Het aantal gaten 14. 16, kokers 13 en staven 17 kan dus variëren binnen de reikwijdte van de uitvindmg.In the case shown, the balcony 2 has four first anchoring bars 17, which run in pairs through two holes 14 in the facade element, and also run through two tubes 13 in pairs. However, four holes 16 are provided in the anchoring element 12, one for each first anchoring bar 17. It is of course possible to use a different number of first anchoring bars 17. It is obvious to adapt the number of holes 14, 16 in the facade element and the anchoring element 12, as well as the number of tubes. For example, it is conceivable to use two first anchoring rods 17, which run through two holes 14 in the facade element 7, two tubes 13 and two holes 16 in the anchoring element 12. Thus, the number of holes 14, 16, sleeves 13 and bars 17 can vary within the scope of the invention.

Het bevestigingselement 1 heeft verder drie tweede verankeringsstaven 19, die het best in figuren 2A en 3 te zien zijn. Het is ook mogelijk een ander aantal verankeringsstaven 19 te gebruiken, zoals één, twee of meer. De tweede verankeringsstaven 19 strekken zich vanaf het verankeringselement 12 uit in een richting van het gevelelement 1 af, dat wil zeggen zij lopen van de gevelwand 3 af. De tweede verankeringsstaven 19 zijn in de verdiepingsvloer 4 opgenomen, in dit geval doordat zij zijn meegestort bij het storten van de verdiepingsvloer 4. Daardoor is een niet- beweegbare verbinding ontstaan tussen de tweede verankeringsstaven 19 en de verdiepingsvloer 4,The fastener 1 further has three second anchoring bars 19, which are best seen in Figures 2A and 3. It is also possible to use a different number of anchoring bars 19, such as one, two or more. The second anchoring bars 19 extend from the anchoring element 12 in a direction away from the facade element 1, i.e. they run away from the facade wall 3. The second anchoring rods 19 have been received in the storey floor 4, in this case because they were cast along with the pouring of the storey floor 4. As a result, a non-movable connection has been created between the second anchoring rods 19 and the storey floor 4.

waardoor krachten in de tweede verankeringsstaven 19 op de verdiepingsvloer 4 kunnen worden overgedragen. De tweede verankeringsstaven 19 strekken zich loodrecht uit op het verankeringselement 12, en zijn in dit geval in het vakgebied bekende gewi-staven. De gewi-staven zijn aan althans één einde van een externe schroefdraad voorzien. Op deze schroefdraad is de bovengenoemde moer 18 aangebracht.whereby forces in the second anchoring bars 19 can be transferred to the storey floor 4. The second anchoring bars 19 extend perpendicular to the anchoring element 12, and in this case are knurled bars known in the art. The weight bars are provided with an external screw thread at at least one end. The aforementioned nut 18 is arranged on this screw thread.

Het bevestigingselement 1 van de figuren heeft verder een tweetal dwarsborgingen 20. Overigens zou ook een ander aantal dwarsboringen 20 gebruikt kunnen worden. In dit geval zijn de dwarsborgingen 20 gevormd door segmenten uit een T-staal te snijden, en deze aan het gevelelement 7 te bevestigen aan een van het oplegvlak 10 afgekeerde zijde daarvan. De dwarsborgingen 20 hebben een aantal vlakke delen die evenwijdig aan een richting van het gevelelement 7 naar het verankeringselement 12 zijn opgesteld. De normalen van de vlakke delen staan dus in hoofdzaak loodrecht op die genoemde richting. De vlakke delen staan verder m hoofdzaak loodrecht op elkaar. Daardoor vormen de dwarsborgingen 20 met hun vlakke delen een relatief grote aanslag waarmee zij tegen uitgehard materiaal van de verdiepingsvloer 4 aanliggen.The fastening element 1 of the figures further has two transverse locks 20. Incidentally, a different number of transverse bores 20 could also be used. In this case, the transverse locks 20 are formed by cutting segments from a T-steel and attaching them to the facade element 7 on a side thereof remote from the supporting surface 10. The transverse locks 20 have a number of flat parts which are arranged parallel to a direction from the facade element 7 to the anchoring element 12. The normals of the planes are thus substantially perpendicular to said direction. The flat parts are furthermore substantially perpendicular to each other. As a result, the transverse locks 20 with their flat parts form a relatively large stop with which they bear against hardened material of the storey floor 4.

Dwarskrachten op het bevestigingselement 1 worden daardoor door de dwarsboringen 20 in de verdiepingsvloer 4 geleid.Transverse forces on the fastening element 1 are thereby conducted through the transverse bores 20 in the storey floor 4.

Het getoonde bevestigingselement 1 heeft verder verticaalstelmiddelen 21 en horizontaalstelmiddelen 22. Deze zijn het best te zien in figuur 2B, welk een detailaanzicht geeft van het gebied tussen het bevestigingselement 1 en de nok 11 van het balkon 2. De verticaalstelmiddelen 21 zijn op het oplegvlak 10 aangebracht. De nok 11 steunt met zijn onderzijde op de verticaalstelmiddelen 21 en daardoor op het oplegvlak 10. In het getoonde voorbeeld zijn de verticaalstelmiddelen 21 stelplaten. Door stelplaten van een gewenste dikte te kiezen kan de hoogte van de nok 11 ten opzichte van het oplegvlak 10 worden bepaald. De horizontaalstelmiddelen 22 zijn tussen het staande deel 9 van het gevelelement 7 en de nok 11 aangebracht, en bepalen de afstand tussen het gevelelement 7 en de nok. Ook hier zijn in dit voorbeeld stelplaten gebruikt, die vervangen kunnen worden door stelplaten van een andere dikte om de afstand te stellen. In plaats van stelplaten kunnen de stelmiddelen 21. 22 natuurlijk ook andere stelmiddelen omvatten, zoals één of meer stelbouten en/of -moeren.The shown fastening element 1 further has vertical adjusting means 21 and horizontal adjusting means 22. These can best be seen in figure 2B, which gives a detailed view of the area between the fastening element 1 and the ridge 11 of the balcony 2. The vertical adjusting means 21 are on the bearing surface 10. applied. The cam 11 rests with its underside on the vertical adjusting means 21 and therefore on the bearing surface 10. In the example shown, the vertical adjusting means 21 are adjusting plates. By choosing adjusting plates of a desired thickness, the height of the projection 11 relative to the supporting surface 10 can be determined. The horizontal adjusting means 22 are arranged between the upright part 9 of the facade element 7 and the ridge 11, and determine the distance between the facade element 7 and the ridge. Again, adjusting plates have been used in this example, which can be replaced by adjusting plates of a different thickness to adjust the distance. Instead of adjusting plates, the adjusting means 21, 22 can of course also comprise other adjusting means, such as one or more adjusting bolts and / or nuts.

In figuur 2C is te zien dat in de koker 13 isolatie 23 is aangebracht, voor het beperken van warmteoverdracht door een omtrekswand 24 van de koker 13 heen. Daartoe is de isolatie 23 in hoofdzaak cilindervormig, en strekt deze zich door de gehele koker 13 uit, en is deze coaxiaal in de koker 13 opgesteld. Wanneer een eerste verankeringsstaaf 17 door de cilindervormige isolatie 23 wordt gestoken, en dus ook door de koker 13, beperkt de isolatie 23 warmteoverdracht van de eerste verankeringsstaaf 17 naar een gebied buiten de omtrekswand 24 van de koker 13 en andersom. Hierdoor wordt een koudebrug tussen het balkon 2 via de eerste verankeringsstaaf 17 naar de verdiepingsvloer 4 onderbroken. Ook de moeren 18 zijn geïsoleerd. Voor het verder beperken van warmteoverdracht van het balkon 2 naar de verdiepingsvloer 4 is ook nok 11 geïsoleerd. In het getoonde voorbeeld is dit gedaan door isolerende kunststof platen 25 rondom de nok 11 aan te brengen op plaatsen waar deze steunt op of tegen het bevestigingselement 1. Deze kunststof platen 25 staan tevens toe dat de nok 11 glijdend kan verplaatsen ten opzichte van het bevestigingselement 1 met een relatief kleine speling. De glijdende verbinding voorkomt schade aan de nok 11 en/of het balkon 2 en/of het bevestigingselement 1 en/of de verdiepingsvloer 4 wanneer door een temperatuursverschil tussen het balkon 2 en de verdiepingsvloer 4 uitzetting of inkrimping van het balkon 2 ten opzichte van de verdiepingsvloer 4 ontstaat.In figure 2C it can be seen that insulation 23 is arranged in the tube 13, for limiting heat transfer through a circumferential wall 24 of the tube 13. To this end, the insulation 23 is substantially cylindrical and extends through the entire sleeve 13 and is arranged coaxially in the sleeve 13. When a first anchoring bar 17 is passed through the cylindrical insulation 23, and thus also through the sleeve 13, the insulation 23 limits heat transfer from the first anchor bar 17 to an area outside the circumferential wall 24 of the sleeve 13 and vice versa. This interrupts a cold bridge between the balcony 2 via the first anchoring rod 17 to the storey floor 4. The nuts 18 are also insulated. Ridge 11 is also insulated to further limit heat transfer from balcony 2 to storey floor 4. In the example shown, this is done by arranging insulating plastic plates 25 around the ridge 11 at places where it bears on or against the fastening element 1. These plastic plates 25 also allow the ridge 11 to slide in a sliding manner with respect to the fastening element. 1 with a relatively small clearance. The sliding connection prevents damage to the ridge 11 and / or the balcony 2 and / or the fastening element 1 and / or the storey floor 4 when due to a temperature difference between the balcony 2 and the storey floor 4 expansion or contraction of the balcony 2 relative to the floor 4 is created.

Het gevelelement 7 heeft verder een eerste eind dat zich van het oplegvlak 10 af in een eerste richting, in dit voorbeeld loodrecht op het oplegvlak 10, uitstrekt. Dit eerste eind komt overeen met het staande deel 9 van het gevelelement 7. Tegenover het eerste eind 9, aan de andere zijde van het oplegvlak 10, strekt een tweede eind 28 zich uit in tegengestelde richting. Dit tweede emd 28 vormt een aanslag tegen het uitgeharde materiaal van de verdiepingsvloer 4 die een rotatie van het bevestigingselement 1 door het gewicht van het balkon 2 voorkomt. In dit voorbeeld is het tweede eind 28 gevormd door een metalen strook 28 aan het gevelelement 7 vast te lassen.The facade element 7 further has a first end which extends away from the supporting surface 10 in a first direction, in this example perpendicular to the supporting surface 10. This first end corresponds to the upright part 9 of the facade element 7. Opposite the first end 9, on the other side of the supporting surface 10, a second end 28 extends in the opposite direction. This second emd 28 forms a stop against the cured material of the storey floor 4, which prevents rotation of the fastening element 1 due to the weight of the balcony 2. In this example, the second end 28 is formed by welding a metal strip 28 to the facade element 7.

De in de figuren getoonde bevestiging kan gemaakt zijn door middel van een werkwijze volgens de uitvinding. Daarbij wordt allereerst de verdiepingsvloer 4 gestort. Het bevestigingselement 1 wordt in de verdiepingsvloer 4 opgenomen. Dat kan bijvoorbeeld door het bevestigingselement 1 aan te brengen voordat het uithardbare materiaal van de verdiepingsvloer 4 wordt aangevoerd, en het uithardbare materiaal vervolgens waar nodig om het bevestigingselement I heen aan te brengen. Deze techniek wordt ook wel meestorten van het bevestigingselement 1 genoemd. Het bevestigingselement 1 wordt bijvoorbeeld aan randbekisting vastgemaakt bij het storten van de verdiepingsvloer 4, zodat het bevestigmgselement 1 niet verplaatst. Eventueel worden herbruikbare sparingsbakken gebruikt die niet gevuld worden met uithardbaar materiaal, om zo één of meerdere sparingen in de verdiepingsvloer 4 aan te brengen. De sparingen komen overeen met de locaties van de moeren 18 en van de gevelzijde 8 van het bevestigingselement 1, zodat deze sparingen uiteindelijk gebruikt kunnen worden voor toegang tot het bevestigingselement 1 door de nok 11 bij het aanbrengen van het balkon 2, en toegang tot de eerste verankeringsstaven 17 door een bouwvakker, om deze te voorzien van de benodigde moeren 18.The mounting shown in the figures can be made by means of a method according to the invention. First of all, the first floor 4 is poured. The fastening element 1 is received in the storey floor 4. This can be done, for example, by arranging the fastening element 1 before the curable material is supplied from the storey floor 4, and subsequently arranging the curable material around the fastening element I where necessary. This technique is also called co-casting of the fastening element 1. The fastening element 1 is fixed to the edge formwork, for example, when the storey floor 4 is poured, so that the fastening element 1 does not move. Reusable opening bins are optionally used which are not filled with curable material, in order to provide one or more openings in the storey floor 4. The recesses correspond to the locations of the nuts 18 and of the gable side 8 of the fastening element 1, so that these recesses can ultimately be used for access to the fastening element 1 through the ridge 11 when installing the balcony 2, and access to the first anchoring bars 17 by a construction worker, to provide them with the necessary nuts 18.

Nadat de verdiepingsvloer 4 met het bevestigingselement 1 is gestort, hardt deze uit. Daama kan het balkon 2 worden aangevoerd. Het balkon 2 heeft een nok 11 waaruit eerste verankeringsstaven 17 steken. Het is denkbaar om balkon 2 prefab te fabriceren door eerst een losse nok 11 met daarin verankeringsstaven 17 te storten en te laten uitharden, en daarna de rest van het balkon 2 aan de nok 11 te storten. De eerste verankeringsstaven 17 worden door de gaten 14, 16 in het bevestigingselement 1 gestoken (en door de koker 13) om daarachter te worden geborgd met moeren 18. Het is goed mogelijk om eventuele ruimte tussen het balkon 2, of meer specifiek tussen de nok 11, en het bevestigingselement 1 op te vullen met een uithardbaar materiaal, zoals beton of mortel.After the storey floor 4 has been poured with the fastening element 1, it hardens. The balcony 2 can then be supplied. The balcony 2 has a ridge 11 from which first anchoring bars 17 protrude. It is conceivable to manufacture balcony 2 prefabricated by first pouring a loose ridge 11 with anchoring rods 17 therein and allowing it to harden, and then pouring the rest of the balcony 2 to ridge 11. The first anchoring bars 17 are inserted through the holes 14, 16 in the fastening element 1 (and through the sleeve 13) to be secured behind it with nuts 18. It is quite possible to remove any space between the balcony 2, or more specifically between the ridge. 11, and filling the fastening element 1 with a curable material, such as concrete or mortar.

In het voorbeeld van de figuren is dit materiaal aangegeven met cijfer 26. Het opvullen met dit uithardbare materiaal 26 is echter niet noodzakelijk, en heeft voornamelijk een beschermende functie.In the example of the figures, this material is indicated by number 26. However, filling with this curable material 26 is not necessary, and mainly has a protective function.

Het uithardbare materiaal 26 heeft in het bijzonder geen constructieve ofwel dragende functie.In particular, the curable material 26 has no structural or load-bearing function.

Met andere woorden, het balkon 2 kan dus worden belast nog voordat het uithardbare materiaal 26 is uitgehard of ook maar is aangebracht.In other words, the balcony 2 can thus be loaded even before the curable material 26 has hardened or is even applied.

Evenzo kan in de sparing achter het verankeringselement 12, daar waar de moeren 18 op de eerste verankeringsstaven 17 zijn gedraaid, worden opgevuld met een uithardbaar materiaal 27, zoals beton of mortel.Likewise, in the recess behind the anchoring element 12, where the nuts 18 are screwed on the first anchoring rods 17, can be filled with a curable material 27, such as concrete or mortar.

De werkwijze volgens de uitvinding voorziet in de mogelijkheid dat voordat het balkon wordt bevestigd, de gevelwand 3 wordt aangebracht.The method according to the invention provides for the possibility that the facade wall 3 is fitted before the balcony is attached.

Ter plaatse van bevestigingselementen 1 wordt dan een gat in de gevelwand 3 gelaten of gemaakt.A hole is then left or made in the facade wall 3 at the location of fastening elements 1.

Door dit gat kan later de nok 11 van het balkon 2 worden gestoken.The ridge 11 of the balcony 2 can later be inserted through this hole.

Dit heeft als grote voordeel dat de gevelbouwer van de gevelwand 3 gemakkelijk toegang heeft tot de volledige gevel, en dus niet om uitkragende elementen zoals balkons hoeft heen te werken.This has the great advantage that the facade builder of the facade wall 3 has easy access to the entire facade, and thus does not have to work around cantilevered elements such as balconies.

Hoewel de uitvinding hierboven is toegelicht aan de hand van een aantal specifieke voorbeelden en uitvoeringsvormen, is de uitvinding daartoe niet beperkt.Although the invention has been elucidated above with reference to a number of specific examples and embodiments, the invention is not limited thereto.

In plaats daarvan beslaat de uitvinding ook de door de navolgende conclusies gedefinieerde materie.Instead, the invention also covers the subject matter defined by the following claims.

Claims (17)

ConclusiesConclusions 1. Werkwijze voor het aan een nieuwbouwgebouw bevestigen van een uitkragend element, zoals een balkon of galerij, omvattende de stappen van: a) het met cen uithardbaar materiaal, zoals beton, storten van althans een deel van ten minste één verdiepingsvloer, waarbij aan een gevelzijde van de ten minste ene verdiepingsvloer een bevestigingselement in de ten minste ene verdiepingsvloer wordt opgenomen, waarbij het bevestigingselement omvat: - een gevelelement, voor het daar tegenaan steunen van een eerste deel van het uitkragende element wanneer deze aan het gebouw is bevestigd, waarbij het gevelelement een oplegvlak omvat, voor het daarop steunen van een tweede deel van het uitkragende element wanneer het uitkragende element aan het gebouw is bevestigd; - een verankeringselement, dat op een afstand van het gevelelement aan een van het oplegvlak afgekeerde zijde van het gevelelement is opgesteld en daarmee is verbonden; en - ten minste één koker, die een holle ruimte definieert en die zich tussen het gevelelement en het verankeringselement uitstrekt en op het gevelelement en het verankeringselement aansluit, waarbij het gevelelement en het verankeringselement elk zijn voorzien van ten minste één gat dat is uitgelijnd met de holle ruimte van de ten minste ene koker; b) het althans gedeeltelijk laten uitharden van het deel van de ten minste ene verdiepingsvloer; c) het verschaffen van een aan de ten minste ene verdiepingsvloer te bevestigen uitkragend element, waarbij het uitkragende element voorzien is van ten minste één eerste verankeringsstaaf die zich met een eerste eind in het uitkragende element uitstrekt en met een tweede eind in hoofdzaak evenwijdig aan een vlak van het uitkragende element uit het vitkragende element uitsteekt; d) het opeenvolgend door het gat in het gevelelement, door de koker en door het gat in het verankeringselement steken van het tweede eind van de eerste verankermgsstaaf: ce) het aan het bevestigingselement bevestigen van het uitkragende element door de eerste verankeringsstaaf aan een van het gevelelement afgewende zijde van het verankeringselement ten opzichte van het verankeringselement te borgen door middel van borgmiddelen en door het eerste deel van het uitkragende element tegen het gevelelement aan te steunen en het tweede deel van het uitkragende element op het oplegvlak te steunen.1. Method for attaching a cantilevered element, such as a balcony or gallery, to a new building, comprising the steps of: a) pouring at least a part of at least one storey floor with a curable material, such as concrete, whereby a facade side of the at least one storey floor a fixing element is included in the at least one storey floor, the fixing element comprising: - a facade element, for supporting a first part of the cantilevered element against it when it is attached to the building, whereby the facade element comprises a support surface for supporting a second part of the cantilevered element thereon when the cantilevered element is attached to the building; - an anchoring element which is arranged at a distance from the facade element on a side of the facade element remote from the supporting surface and is connected thereto; and - at least one tube, which defines a hollow space and which extends between the facade element and the anchoring element and connects to the facade element and the anchoring element, the facade element and the anchoring element each being provided with at least one hole that is aligned with the hollow space of the at least one sleeve; b) allowing the part of the at least one storey floor to harden at least partially; c) providing a cantilevered element to be attached to the at least one storey floor, wherein the cantilevered element is provided with at least one first anchoring rod extending into the cantilevered element with a first end and with a second end substantially parallel to a cantilevered element. face of the cantilevered element protrudes from the vitreous cantilevered element d) successively inserting the second end of the first anchoring rod through the hole in the facade element, through the sleeve and through the hole in the anchoring element: ce) attaching the cantilevered element to the fastening element by the first anchoring rod on one of the To secure the side of the anchoring element at the side of the anchoring element with respect to the anchoring element by means of locking means and by supporting the first part of the projecting element against the facade element and supporting the second part of the projecting element on the support surface. 2. Werkwijze volgens conclusie 1, verder omvattende de na stap €) uit te voeren stap f) van het afvullen van een ruimte tussen het eerste en/of tweede deel van het uitkragende element en het bevestigingselement met een uithardbaar materiaal, zoals beton of mortel.Method according to claim 1, further comprising step f) to be carried out after step €) of filling a space between the first and / or second part of the cantilevered element and the fixing element with a curable material, such as concrete or mortar. . 3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij het uitkragende element na stap ¢) direct belastbaar is, en waarbij bij voorkeur het uitkragende element slechts tijdens stappen c) — €) wordt gedragen door externe steunmiddelen zoals een kraan of steigers.A method according to claim 1 or 2, wherein the cantilevered element can be loaded directly after step ¢), and wherein the cantilevered element is preferably supported only during steps c) - €) by external support means such as a crane or scaffolding. 4. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusie, verder omvattende de voor stap c) uit te voeren stap van het vervaardigen van een gevel voor het gebouw, waarbij bij voorkeur in de gevel ter plaatse van het ten minste ene bevestigingselement een opening wordt vrijgelaten waardoorheen althans een deel van het uitkragende element gestoken kan worden.4. A method according to any one of the preceding claims, further comprising the step of manufacturing a facade for the building to be carried out before step c), wherein an opening is preferably left free in the facade at the location of the at least one fastening element through which at least part of the cantilevered element can be inserted. 5. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingselement verder ten minste één met het verankeringselement verbonden tweede verankeringsstaaf omvat, die zich vanaf het verankeringselement in een richting van het gevelelement af uitstrekt, waarbij tijdens stap a) de ten minste ene tweede verankeringsstaaf van het bevestigingselement in de verdiepingsvloer wordt opgenomen.A method according to any one of the preceding claims, wherein the fastening element further comprises at least one second anchoring rod connected to the anchoring element, which second anchoring rod extends from the anchoring element in a direction away from the facade element, wherein during step a) the at least one second anchoring rod the fastening element is included in the storey. 6. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij: - het oplegvlak verticaalstelmiddelen omvat, waarbij tijdens stap e) het tweede deel van het uitkragende element op de verticaalstelmiddelen wordt gesteund, om de verticale positie van het tweede deel van het uitkragende element ten opzichte van het oplegvlak wanneer het tweede deel van het uitkragende element daarop steunt te stellen: en/of - het gevelelement horizontaalstelmiddelen omvat, waarbij tijdens stap ¢) het eerste deel van het uitkragende element tegen de horizontaalstelmiddelen wordt gesteund, om de horizontale positie van het eerste deel van het uitkragende element ten opzichte van het gevelelement wanneer het eerste deel van het uitkragende element daartegen steunt te stellen.6. A method according to any one of the preceding claims, wherein: - the bearing surface comprises vertical adjustment means, wherein during step e) the second part of the cantilevered element is supported on the vertical adjustment means, in order to adjust the vertical position of the second part of the cantilevered element relative to the bearing surface when the second part of the cantilevered element rests thereon: and / or - the facade element comprises horizontal adjustment means, wherein during step ¢) the first part of the cantilevered element is supported against the horizontal adjustment means, in order to adjust the horizontal position of the first part of the cantilevered element relative to the facade element when the first part of the cantilevered element bears against it. 7. Werkwijze volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de ten minste ene eerste verankeringsstaaf een stalen staaf is die aan althans één eind is voorzien van een externe schroefdraad, en de borgmiddelen ten minste één moer omvatten die op de schroefdraad van de ten minste ene eerste verankeringsstaaf wordt geschroefd totdat de moer al of niet direct aanligt tegen het verankeringselement.A method according to any one of the preceding claims, wherein the at least one first anchoring bar is a steel bar which is provided with an external screw thread on at least one end, and the locking means comprise at least one nut which is attached to the screw thread of the at least one first anchoring rod is screwed until the nut is directly or not against the anchoring element. 8. Bevestigingselement voor het aan een nieuwbouwgebouw bevestigen van een uitkragend element, omvattende: - een in een verdiepingsvloer, aan een gevelzijde daarvan, op te nemen gevelelement, voor het daar tegenaan steunen van een eerste deel van het uitkragende element wanneer deze aan het gebouw is bevestigd. waarbij het gevelelement een oplegvlak omvat. voor het daarop steunen van althans een tweede deel van het uitkragende element wanneer het uitkragende element aan het gebouw is bevestigd: - een in de verdiepingsvloer op te nemen verankeringselement, dat op een afstand van het gevelelement aan een van het oplegvlak afgekeerde zijde van het gevelelement is opgesteld en daarmee is verbonden: en - ten minste één in de verdiepingsvloer op te nemen koker, die een holle ruimte definieert en die zich tussen het gevelelement en het verankeringselement uitstrekt en op het gevelelement en het verankeringselement aansluit, waarbij het gevelelement en het verankeringselement elk zijn voorzien van ten minste één gat dat is uitgelijnd met de holle ruimte van de ten minste ene koker, zodat ten minste één eerste verankeringsstaaf opeenvolgend door het ten minste ene gat in het gevelelement, door de holle ruimte van de koker en uiteindelijk door het ten minste ene gat in het verankeringselement kan worden gestoken.8. Fixing element for attaching a cantilevered element to a new building, comprising: - a facade element to be received in a storey floor, on a facade side thereof, for supporting a first part of the projecting element against it when it is attached to the building. is attached. wherein the facade element comprises a support surface. for supporting at least a second part of the cantilevered element thereon when the cantilevered element is attached to the building: - an anchoring element to be accommodated in the storey floor, which anchoring element at a distance from the facade element on a side of the facade element remote from the bearing surface is positioned and connected thereto: and - at least one tube to be received in the storey floor, which defines a hollow space and which extends between the facade element and the anchoring element and connects to the facade element and the anchoring element, whereby the facade element and the anchoring element each have at least one hole that is aligned with the hollow space of the at least one sleeve, so that at least one first anchoring bar is successively passed through the at least one hole in the facade element, through the hollow space of the sleeve and finally through the at least one hole can be inserted into the anchoring element. 9. Bevestigingselement volgens conclusie 8, verder omvattende ten minste één met het verankeringselement verbonden tweede verankeringsstaaf, die zich vanaf het verankeringselement in een richting van het gevelelement af uitstrekt, en is ingericht om in de verdiepingsvloer te worden opgenomen.Fastening element as claimed in claim 8, further comprising at least one second anchoring rod connected to the anchoring element, extending from the anchoring element in a direction away from the facade element, and adapted to be received in the storey floor. 10. Bevestigingselement volgens conclusie 9, waarbij de ten minste ene tweede verankeringsstaaf zich in hoofdzaak loodrecht op het verankermgselement uitstrekt.The fastening element of claim 9, wherein the at least one second anchoring rod extends substantially perpendicular to the anchoring compound element. 11. Bevestigingselement volgens conclusie 9 of 10, waarbij de ten minste ene tweede verankeringsstaaf een stalen staaf is die aan althans één einde van een externe schroefdraad is voorzien.11. Fastening element according to claim 9 or 10, wherein the at least one second anchoring bar is a steel bar which is provided with an external screw thread at at least one end. 12. Bevestigingselement volgens één der conclusies 8 — 11, verder omvattende ten minste één dwarsborging welke ten minste één in hoofdzaak vlak deel omvat dat zich in hoofdzaak evenwijdig uitstrekt aan een richting die van het gevelelement naar het verankeringselement is gericht.Fastening element according to any one of claims 8-11, further comprising at least one transverse locking device comprising at least one substantially flat portion extending substantially parallel to a direction directed from the facade element to the anchoring element. 13. Bevestigingselement volgens conclusie 12, waarbij de ten minste ene dwarsborging ten minste twee vlakke delen omvat die loodrecht ten opzichte van elkaar staan en die zich allebei evenwijdig uitstrekken aan de genoemde richting van het gevelelement naar het verankeringselement.Fastening element according to claim 12, wherein the at least one transverse locking comprises at least two flat parts which are perpendicular to each other and which both extend parallel to said direction from the facade element to the anchoring element. 14. Bevestigingselement volgens conclusie 12 of 13, waarbij de ten minste ene dwarsborging aan een naar het verankeringselement gerichte zijde van het gevelelement is aangebracht.14. Fastening element according to claim 12 or 13, wherein the at least one transverse locking is arranged on a side of the facade element facing the anchoring element. 15. Bevestigingselement volgens één der conclusies 8 — 14, verder omvattende ten minste één van: - verticaalstelmiddelen, die op het oplegvlak kunnen worden aangebracht, en waarop het tweede deel van het uitkragende element kan steunen, om de verticale positie van het tweede deel van het uitkragende element ten opzichte van het oplegvlak wanneer het tweede deel van het uitkragende element daarop steunt te stellen; en - horizontaalstelmiddelen, die tegen het gevelelement kunnen worden aangebracht, waartegen het eerste deel van het uitkragende element kan steunen, om de horizontale positie van het eerste deel van het uitkragende element ten opzichte van het gevelelement wanneer het eerste deel van het uitkragende element daartegen steunt te stellen.Fastening element as claimed in any of the claims 8-14, further comprising at least one of: - vertical adjusting means, which can be arranged on the support surface, and on which the second part of the cantilevered element can rest, in order to adjust the vertical position of the second part of the adjust the cantilevered element with respect to the bearing surface when the second part of the cantilevered element rests thereon; and - horizontal adjusting means, which can be arranged against the facade element, against which the first part of the cantilevered element can rest, to adjust the horizontal position of the first part of the cantilevered element with respect to the facade element when the first part of the cantilevered element bears against it. to set. 16. Bevestigingselement volgens één der conclusies 8 — 15, waarbij in de ten minste ene koker isolatie is aangebracht voor het althans beperken van warmteoverdracht door een omtrekswand van de koker heen.16. Fastening element as claimed in any of the claims 8-15, wherein insulation is arranged in the at least one sleeve for at least limiting heat transfer through a circumferential wall of the sleeve. 17. Bevestigingselement volgens één der conclusies 8 — 16, waarbij het gevelelement een eerste eind omvat, dat zich van het oplegvlak af in een eerste richting uitstrekt, en een tweede eind, dat zich van het oplegvlak af in een richting tegengesteld aan de eerste richting uitstrekt.Fastening element according to any one of claims 8 - 16, wherein the facade element comprises a first end which extends away from the bearing surface in a first direction, and a second end which extends away from the bearing surface in a direction opposite to the first direction. extends.
NL2023159A 2019-05-17 2019-05-17 METHOD AND FIXING ELEMENT FOR FIXING A PROJECTING ELEMENT TO A NEW BUILDING FACADE NL2023159B1 (en)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023159A NL2023159B1 (en) 2019-05-17 2019-05-17 METHOD AND FIXING ELEMENT FOR FIXING A PROJECTING ELEMENT TO A NEW BUILDING FACADE

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2023159A NL2023159B1 (en) 2019-05-17 2019-05-17 METHOD AND FIXING ELEMENT FOR FIXING A PROJECTING ELEMENT TO A NEW BUILDING FACADE

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2023159B1 true NL2023159B1 (en) 2020-12-01

Family

ID=66641439

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2023159A NL2023159B1 (en) 2019-05-17 2019-05-17 METHOD AND FIXING ELEMENT FOR FIXING A PROJECTING ELEMENT TO A NEW BUILDING FACADE

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL2023159B1 (en)

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3403537A1 (en) * 1984-02-02 1985-08-08 Veit Dennert KG Baustoffbetriebe, 8602 Schlüsselfeld Prefabricated balcony-construction element for buildings
EP2436845A2 (en) 2010-10-01 2012-04-04 Velthorst Beheer B.V. Assembly for connection of a component to a structure, in particular a balcony to a building
WO2017086777A1 (en) * 2015-11-16 2017-05-26 T&R Engineering B.V. Building and balcony

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3403537A1 (en) * 1984-02-02 1985-08-08 Veit Dennert KG Baustoffbetriebe, 8602 Schlüsselfeld Prefabricated balcony-construction element for buildings
EP2436845A2 (en) 2010-10-01 2012-04-04 Velthorst Beheer B.V. Assembly for connection of a component to a structure, in particular a balcony to a building
WO2017086777A1 (en) * 2015-11-16 2017-05-26 T&R Engineering B.V. Building and balcony

Similar Documents

Publication Publication Date Title
KR100668112B1 (en) Channel of assembly type casted in concrete structure
US20200392719A1 (en) Adjustable forms for poured concrete structures and related systems and methods
EP2912227B1 (en) Concrete slab edge rail
FI125421B (en) Prefabricated joint joints for concrete floors
WO2011071524A1 (en) Green from for the construction of load bearing concrete structures
WO2013076500A1 (en) Apparatus forming an edge of a concrete floor
US4342440A (en) Concrete deck forming apparatus
HU222758B1 (en) Trelliswork modular scaffolding system
NL2023159B1 (en) METHOD AND FIXING ELEMENT FOR FIXING A PROJECTING ELEMENT TO A NEW BUILDING FACADE
US4348002A (en) Hanger for concrete deck forming apparatus
NL8801475A (en) SUPPORT CONSTRUCTION FOR FORMWORK SHEETS OR PANELS OF A CONCRETE FLOOR.
KR101508960B1 (en) A method for constructing a window sash on the outside insulation wall of structure
EP3056620A1 (en) A mounting system and a method for mounting a cantilever building element to an edge of a floor construction of a building
US4348004A (en) Ledger for concrete deck forming apparatus
NL2017771B1 (en) Assembly, floor element, balcony plate and connecting means.
EP2463457A1 (en) High-precision integral modular formwork system for the construction of monolithic reinforced-concrete structures
NL2007399C2 (en) Floor element for floor construction in a building.
US10577794B2 (en) Wall construction
KR100785312B1 (en) Mounting structure for steel-frame stair
NL1006233C2 (en) Facade cladding system and cladding panel.
BE1023650B1 (en) SYSTEM FOR HANGING AN OUTDOOR WALL, METHOD AND SET OF PARTS
KR20190000607U (en) Safety railing for Form Meong-yeoi
BE1022937B1 (en) Concrete column with base plate and method for manufacturing a concrete column with base plate
BE1021373B1 (en) FOLDERS
KR101902868B1 (en) Mold system for a bridge

Legal Events

Date Code Title Description
PD Change of ownership

Owner name: NORMTEQ HOLDING B.V.; NL

Free format text: DETAILS ASSIGNMENT: CHANGE OF OWNER(S), ASSIGNMENT; FORMER OWNER NAME: H.J.J. EVERS BEHEER B.V.

Effective date: 20230210