NL2012719A - Bevestigingssysteem en scherminstallatie voor een kas, alsmede werkwijze voor het aanbrengen daarvan. - Google Patents

Description

Bevestigingssysteem en scherminstallatie voor een kas, alsmede werkwijze voor het aanbrengen daarvan

De uitvinding betreft een bevestigingssysteem, omvattende een soepel velvormig orgaan en tenminste een aan het soepele orgaan bevestigde vlakke strip met van elkaar afgekeerde en onderling evenwijdige hoofdoppervlakken, alsmede tenminste een bevestigingsprofiel dat een ondersneden kamer en een in die kamer uitmondende langsopening heeft, in welke kamer van dat bevestigingsprofiel de strip is opgenomen zodanig dat een der hoofdoppervlakken daarvan is gekeerd naar de langsopening en het andere hoofdoppervlak is afgekeerd van de langsopening en zodanig dat het aan de strip bevestigde soepele orgaan zich via de langsopening van het bevestigingsprofiel daaruit naar buiten uitstrekt.

Een dergelijk bevestigingssysteem is bekend uit NL-C-1034598. De daarbij toegepaste soepele velvormige organen, in het bijzonder schermdoeken, bestaan gewoonlijk uit een serie naast elkaar zich uitstrekkende foliebanen die onderling zijn verbonden door zich dwars uitstrekkende strippen of draden. Aan de rand van het schermdoek is een relatief stijve strip in het schermdoek opgenomen die vanaf een uiteinde van het bevestigingsprofiel, in het bijzonder een schermprofiel, in de ondersneden kamer daarvan is geschoven. De strip is opgenomen in het weefsel of breisel van het schermdoek. Als een alternatieve uitvoering is een velvormig scherm genoemd, waaraan de strip door lassen, stikken en dergelijke kan worden bevestigd. Een dergelijke uitvoering van het bevestigingssysteem heeft ten doel om een relatief lang schermdoeksamenstel op efficiënte wijze in de schermprofiel en te brengen.

Nadeel van dit bekende bevestigingssysteem is echter dat de krachten die vereist zijn voor het in de schermprofiel en trekken van het schermdoeksamenstel vrij hoog zijn. Dit doet zich in versterkte mate gelden bij grote kassen, dat wil zeggen kassen waarbij de scherminstallaties zich over langere afstanden uitstrekken. Het foliemateriaal en het breisel of weefsel van het schermdoek leveren bij het in het schermprofielen trekken een relatief hoge wrijvingsweerstand op ten opzichte van de inwendige wanden van de ondersneden kamer van de schermprofielen, waardoor de trekkrachten bij het inbrengen te hoog dreigen te worden.

Verder is uit NL-C-1011546 een bevestigingssysteem bekend bestaande uit schermprofielen met een ondersneden kamer en een schermdoek waaraan bevestigingsprofielen zijn bevestigd die een weerhaakvorm bezitten. Deze bevestigingsprofielen moeten dwars in de ondersneden kamer van het schermprofiel worden gedrukt. Vooral bij lange schermdoeken is een dergelijke wijze van aanbrengen van het schermdoek zeer arbeidsintensief. Het personeel moet zich immers over de gehele lengte toegang verschaffen tot de schermprofielen om de strippen daarin te drukken. Vooral vanwege de relatief hoge positie die de schermprofielen in de kas innemen, is dat een omslachtige gang van zaken. Een verder nadeel van deze bekende scherminstallatie is dat het schermdoek met de daaraan bevestigde profielen niet goed is op te rollen. De profielen hebben vanwege de weerhaakvorm noodzakelijkerwijs een vrij grote dikte en verzetten zich daardoor tegen de verbuigingen die nodig zijn om het schermdoeksamenstel tot een aanvaardbare diameter op te rollen.

Het doel van de uitvinding is daarom een bevestigingssysteem van het hiervoor beschreven type te verschaffen dat ook bij grotere afmetingen efficiënt en met beheersbare krachten kan worden aangebracht. Dat doel wordt bereikt doordat het soepele velvormige orgaan aan het naar de langsopening gekeerde hoofdoppervlak van de strip is bevestigd op een bevestigingspositie die zich bevindt ter hoogte van de langsopening en onder vrijlating van tenminste het andere hoofdoppervlak van de strip, en dat de strip zich bevindt op afstand van een vrije rand van het velvormige orgaan onder vorming van een vrije flap die is bepaald tussen die strip en de vrije rand van het velvormige orgaan, welke flap zich vanaf de bevestigingspositie op de strip in de langsopening uitstrekt.

Bij het bevestigingssysteem volgens de uitvinding bevindt zich in de ondersneden kamer van het bevestigingsprofiel vrijwel alleen de strip die aan het velvormige orgaan is bevestigd. Het velvormige orgaan loopt via de opening naar binnen tot in de ondersneden kamer, doch is daar bevestigd aan dat deel van de strip dat niet in aanraking komt met de inwendige wanden van de kamer. Evenzo is aldaar de flap aan de strip bevestigd, doch ook deze kan via de opening naar buiten lopen uit de kamer. Dat is echter niet noodzakelijk: het is ook mogelijk dat een relatief korte flap in de langsopening ligt zonder daaruit naar buiten te steken.

Meer in het bijzonder kan het naar de langsopening gekeerde oppervlak van de strip direct aanliggen tegen, danwel direct in aanligging brengbaar zijn tegen, het inwendig oppervlak van de kamer ter weerszijden van de langsopening daarvan. Bij gevolg is slechts een deel van het uitwendig oppervlak van de strip in aanraking met de inwendige wanden van de kamer, en treedt bij het steeds verder in de kamer trekken van het velvormige orgaan met strip slechts wrijving tussen de strip en de kamer op. De strip kan daartoe uitgevoerd zijn in een materiaal dat een relatief lage wrijvingscoëfficiënt heeft ten opzichte van het materiaal waaruit het bevestigingsprofiel, en in het bijzonder dat deel daarvan dat de ondersneden kamer begrenst, bestaat. Het bevestigingssysteem is daardoor ook voor langere scherminstallaties geschikt aangezien de wrijvingskrachten beperkt blijven. Dat is ook het geval indien de flap toch nog over een kort stuk tussen de strip en de kamer in zou komen te liggen.

Een verder voordeel van de uitvinding is dat de ondersneden kamer gevrijwaard blijft van algengroei. Meestal is de aangroei van algen beperkt tot het velvormige orgaan, dat echter niet of nauwelijks in de ondersneden kamer voorkomt.

Bij voorkeur heeft de vlakke strip een totale dikteafmeting die ten minste een ordegrootte kleiner is dan de breedte ervan. Verder bij voorkeur is het velvormige orgaan aan de strip bevestigd door middel van een bevestiging zoals verkregen door stikken, lijmen, smelten, nieten en dergelijke, die bij voorkeur nagenoeg in het midden van de strip zich uitstrekt, gezien in de breedterichting van de strip. Ook een bevestiging buiten het midden van de strip is echter mogelijk. De bevestiging tussen het velvormige orgaan en de strip kan zich bevinden aan naar elkaar gekeerde oppervlakken van het velvormige orgaan en de strip. Een dergelijke uitvoering kan zeer goed worden opgerold tot een relatief kleine rol. De strippen bezitten immers een lage buigstijfheid met betrekking tot vervormingen dwars op het vlak dat is bepaald door de lengterichting en de breedterichting ervan, zodat zij nauwelijks een belemmering vormen voor het oprollen. Dit is niet alleen van belang voor het hanteren en het transport, maar maakt het ook mogelijk om het aldus opgerolde samenstel in de in aanbouw zijnde kas te plaatsen en geleidelijk aan af te rollen bij het inbrengen van het samenstel in de schermprofielen. Ook bij het verwijderen van het samenstel wordt een voordeel verkregen; het kan namelijk worden opgerold op een relatief kleine diameter.

De omtrek van de strip, dwars op de langsrichting daarvan, is bij voorkeur rechthoekig. Een dergelijk platte strip kan enerzijds gemakkelijk worden verbogen, terwijl deze anderzijds een goede weerstand in de ondersneden kamer biedt voor het daarin vasthouden van het schermdoek. De strip hoeft echter niet altijd volledig plat te zijn en kan bijvoorbeeld een geringe kromming bezitten, gezien in dwarsdoorsnede.

Een dergelijke strip kan niettemin goed opgerold worden, ook al indien de kromming door dat oprollen verdwijnt. Het tenminste ene bevestigingsprofiel kan een ondersneden kamer hebben met een in wezen rechthoekige of vierkante inwendige dwarsdoorsnede waarbij de opening zich bij voorkeur bevindt in het midden van een der wanden die de kamer begrenzen. Ook een positie van de langsopening buiten het midden van de betreffende wand is echter mogelijk.

Het bevestigingssysteem kan in het bijzonder worden toegepast bij een scherminstallatie voor een kas of warenhuis. Een dergelijke scherminstallatie omvat een scherm alsmede schermprofielen aan tegenoverliggende randen van het scherm, waarbij tenminste een der schermprofielen aan het scherm is bevestigd door middel van een dergelijk bevestigingssysteem.

Bij voorkeur bevindt zich aan het scherm een verdere strip en is een verder schermprofiel met een ondersneden kamer en een in die kamer uitmondende langsopening voorzien, in welke kamer van dat verdere schermprofiel de verdere strip is opgenomen zodanig dat het daaraan bevestigde scherm zich via de langsopening van het verdere schermprofiel daaruit naar buiten uitstrekt. De flap kan eveneens naar buiten steken, of in de langsopening zich uitstrekken. Verder bij voorkeur is de breedterichting van de strip dwars, bij voorkeur onder ongeveer 90°, georiënteerd ten opzichte van het scherm. In die toestand is de wrijving tussen het schermsamenstel bestaande uit het scherm en de strip enerzijds, en het schermprofiel anderzijds, zo klein mogelijk.

Bij voorkeur is ten minste een der schermprofielen heen en weer verplaatsbaar ondersteund met betrekking tot het andere schermprofiel. Het is ook mogelijk om beide schermprofielen aldus verplaatsbaar ten opzichte van elkaar te ondersteunen.

De dwarsdoorsnede-afmetingen van de strip en de dwarsdoorsnede-afmetingen van de kamer zijn bij voorkeur zodanig gekozen dat de strip in de kamer is geblokkeerd met betrekking tot het uit de kamer treden van de strip via de langsopening daarvan. In dat geval is de kamer van elk schermprofiel aan ten minste een langseind daarvan open voor het naar binnen in de kamer schuiven van een strip met daaraan bevestigd schermdoek en schermdoekflap.

De uitvinding betreft verder een kas of warenhuis, omvattende een kap, een steunconstructie waarop de kap is ondersteund alsmede een scherminstallatie zoals hiervoor beschreven. Deze scherminstallatie kan vaste schermprofielen bezitten.

Volgens een alternatieve uitvoering kan één of kunnen beide schermprofielen verplaatsbaar zijn, in welk geval de steunconstructie is voorzien van een dradenbed door middel waarvan tenminste een der schermprofielen en het schermsamenstel heen en weer verplaatsbaar zijn ondersteund, alsmede een aandrijving voor het heen en weer verplaatsen van dat tenminste ene schermprofiel en het schermsamenstel.

Als alternatief betreft de uitvinding tevens een kas of warenhuis, omvattende een steunconstructie alsmede een daarop ondersteunde kap. De kap kan zijn uitgevoerd als, een soepel velvormig orgaan dat aan tegenoverliggende randen daarvan aan de steunconstructie is bevestigd door middel van telkens een bevestigingssysteem zoals hiervoor beschreven. Een dergelijk kas wordt ook wel als foliekas aangeduid. Het soepele velvormige orgaan kan zijn ondersteund door een reeks zich op afstand van elkaar bevindende boogvormige elementen.

Volgens een andere mogelijkheid heeft de kap een voor licht doorlaatbare deklaag, alsmede een voor licht doorlaatbaar soepel velvormig orgaan dat zich op afstand van, en in wezen evenwijdig aan, de deklaag uitstrekt. In dat geval verschaft het soepele velvormige orgaan samen met de deklaag een isolerend effect. De voor licht doorlaatbare deklaag kan ook een dergelijk soepel velvormig orgaan, zoals een folielaag, omvatten dat al of niet is opgehangen door middel van het bevestigingssysteem volgens de uitvinding, maar kan ook een traditionele deklaag met roeden en glaspanelen omvatten.

Daarnaast betreft de uitvinding een samenstel voor gebruik in de kas zoals hiervoor beschreven, omvattende een soepel velvormig orgaan en ten minste een aan het soepele velvormige orgaan bevestigde vlakke strip die zich uitstrekt volgens de langsrichting van het soepele velvormige orgaan, waarbij het soepele velvormige orgaan aan de strip is bevestigd door middel van een lijnvormige bevestiging, zoals verkregen door stikken, lijmen, smelten, nieten en dergelijke, die bij voorkeur nagenoeg in het midden van de strip zich uitstrekt, gezien in de breedterichting van de strip. Ook een positie van de bevestiging buiten het midden van de strip is mogelijk. Verder betreft de uitvinding een rol, omvattende een dergelijk samenstel dat is opgerold volgens een rolhartlijn die zich dwars ten opzichte van de langsrichting van het soepele velvormige orgaan uitstrekt.

Het soepele velvormige orgaan kan aldus op verschillende posities in een kas of warenhuis worden gemonteerd. Het kan daarbij gaan om een schermdoek dat zich horizontaal onder de kap uitstrekt, met als doel het isoleren van de teelt tegen nachtelijke afkoeling, of het weren van zonlicht. Een andere mogelijke toepassing van het soepele velvormige orgaan betreft de vorming van een isolerende spouw onder het normale dek van en kas, zoals een dek met glaspanelen. Het soepele velvormige orgaan is in dat geval schuin gericht, overeenkomstig de helling van de glaspanelen. Een dergelijk soepel velvormig orgaan kan bijvoorbeeld bestaan uit een folie. Alternatieve uitvoeringen zijn die bestaande uit een breisel, een weefsel, of foliebanen gecombineerd met een breisel of weefsel.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het samenstellen van een bevestigingssysteem, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een samenstel omvattende een soepel velvormig orgaan en tenminste een aan het soepele velvormige orgaan bevestigde vlakke strip die is bevestigd op afstand van de naburige vrije rand van het soepele velvormige orgaan onder vorming van een vrije flap, - het verschaffen van een bevestigingsprofiel dat een ondersneden kamer en een in die kamer uitmondende langsopening bezit, - het steken van het samenstel in het vrije langseind van het bevestigingsprofiel, zodanig dat een eind van de strip en het daaraan bevestigde soepele velvormige orgaan en de daaraan gevormde flap in een vrij of open langseind van een bevestigingsprofiel terecht komt, en het soepele velvormige orgaan naar buiten uit de langsopening steekt, - het voortbewegen van het aldus in het bevestigingsprofiel gestoken samenstel langs het bevestigingsprofiel.

In het bijzonder kan de werkwijze de stappen omvatten van: - het verschaffen van het samenstel in de vorm van een rol waarvan de rolhartlijn dwars is gericht op de langsrichting der strip, - het plaatsen van de rol nabij een vrij langseind van het schermprofiel, - het afrollen van het samenstel van de rol en het overbrengen van het afgerolde eind van het samenstel aan dat vrije of open langseind van het bevestigingsprofiel.

Daarbij kan de werkwijze bij voorkeur de stappen omvatten van: - het na het afrollen van het samenstel dwars ten opzichte van het soepele velvormige orgaan oriënteren van de breedterichting van de strip, - het ten opzichte van het soepele velvormige orgaan vouwen of omklappen van de flap, - het daarna inbrengen van de strip in het bevestigingsprofiel.

Dit geeft de mogelijkheid om het samenstel af fabriek reeds uit te rusten met strippen, en in opgerolde toestand te vervoeren naar de betreffende kas. Aldaar kan het schermsamenstel worden afgerold en aangebracht in de bijbehorende bevestigingsprofielen.

Het bevestigingsprofiel kan een integrale ondersneden kamer bezitten, en bijvoorbeeld als extrusieprofiel zijn uitgevoerd. Volgens een alternatieve uitvoering kan de ondersneden kamer onderdeel vormen van een bevestigingsprofiel dat is bevestigd aan een hoofdprofiel dat op zijn beurt is opgehangen aan de kapconstructie.

Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weegegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een kas met een scherminstallatie.

Figuur 2 toont de fase van het aanbrengen van het schermdoeksamenstel in de kas.

Figuur 3 toont de doorsnede door het schermdoeksamenstel volgens ΙΙΙ-ΠΙ van figuur 2.

Figuur 4 toont de doorsnede door de scherminstallatie volgens IV-IV van figuur 2.

Figuur 5 toont een kas met isolatielaag.

De in figuur 1 weergegeven kas omvat een aantal kolommen 1 waarop spanten 2 zijn ondersteund. Op deze spanten 2 is de kapconstructie ondersteund. Deze kapconstructie omvat goten 3 ten opzichte waarvan roeden 4 schuin omhoog zijn gericht. Op de roeden 4 zijn de nokken 5 ondersteund. Tussen deze roeden 4, de goten 3 en de nokken 5 zijn glasplaten 6 opgenomen.

In deze kasconstructie is ter hoogte van de liggers 2 de scherminstallatie 13 volgens de uitvinding aangebracht. Deze scherminstallatie 13 omvat op bekende wijze een aantal schermdoeken 7, waarvan telkens een eind is verbonden aan het vaste schermprofiel 18 dat is opgehangen aan de ondergording 14 die onderdeel uitmaakt van de spanten 2. Het andere eind van de schermdoeken 7 is verbonden aan de schermprofielen 8 die op bekende wijze heen en weer verplaatsbaar zijn tussen telkens twee liggers 2. In dat verband zijn de schermprofielen 8 door middel van een op zich bekende koppeling 15 verbonden met de draadvormige aandrijving 16. Deze aandrijvingen 16 zorgen ervoor dat de schermdoeken 7 kunnen worden overgebracht tussen een gesloten en een geopende positie: in Figuur 1 is een tussenliggende positie afgebeeld. De schermdoeken 7 zijn door de draden 17 ondersteund tegen doorzakken. Ook boven de schermdoeken 7 zijn draden 17 voorzien teneinde opwaaien daarvan tegen te gaan.

In verband met het aanbrengen van de scherminstallatie in de kas wordt als volgt te werk gegaan. Allereerst worden de schermprofielen 8 en 18 op de bestemde plaats aangebracht. Het vaste schermprofiel 18 wordt bevestigd aan de ondergording 14 van het spant 2. Het beweegbare schermprofiel wordt geplaatst nabij de tegenoverliggende gording 14, waarbij de lip 26 daarvan tegen die ondergording aan komt te liggen: zie de figuren 2 en 4.

Daarbij wordt een installatie toegepast, met een wagen 10, waarop een rol 11 met het samenstel 22 uit het schermdoek 7 en daaraan bevestigde strippen 21 is geplaatst. In figuur 3 is dit samenstel 22 in dwarsdoorsnede weergegeven. Door middel van de bevestiging 24 is een zijde van het schermdoek 7 bevestigd aan het hoofdoppervlak 30 van elke strip 21, onder vrijlating van het andere hoofdoppervlak 31 van de strip 21. De wagen 10 heeft wielen 12, zodanig dat deze verrijdbaar is over bijvoorbeeld de verwarmingsbuizen 9 of andere rails die zich op de bodem in een kas bevinden. Aldus kan de wagen 10 geplaatst worden bij elk paar spanten 14, zoals weergegeven in figuur 4.

In verband met het aanbrengen van het samenstel 22, wordt het betreffende schermprofiel 8 zoals genoemd tot tegen het spant 14 verschoven dat zich tegenover het spant 14 bevindt waar aan het vaste profiel 18 is bevestigd. Het samenstel 22 wordt vervolgens afgerold, waarbij de strippen 21 daarvan geleidelijk aan naar een opgerichte stand worden verdraaid. Dit kan bijvoorbeeld bewerkstelligd worden door overbrengprofielen 27, 28 toe te passen die een getordeerd verloop hebben. De schermdoekflappen 19 ter weerszijden van het schermdoek worden daarbij eveneens verdraaid, en bij voorkeur tot boven of op het deel van het schermdoek 7 dat zich tussen de strippen 21 bevindt. De aldus opgerichte strippen 21 kunnen vervolgens in de ondersneden kamers 20 worden gestoken, en wel bij de vrije open langseinden 25 van de schermprofielen 8, 18. Het schermdoek 7 en de schermdoekflappen 19 komen daarbij terecht in de langsopening 23 van die schermprofielen 8, 18, zoals getoond in figuur 4.

Door middel van de trekinrichting 29 (zie figuur 2) kan het samenstel vervolgens steeds verder in de ondersneden kamers 20 van de schermprofielen 8,18 worden getrokken, waarbij de rol 11 geleidelijk aan wordt afgerold.

Hoewel in de weergegeven uitvoeringsvoorbeelden de ondersneden kamer integraal gevormd is 20 met de in één geheel uitgevoerde schermprofielen 8, 18, is het ook mogelijk om deze kamer onder te brengen in een schermprofiel dat op zijn beurt gekoppeld is, bijvoorbeeld door middel van een klikverbinding, met een hoofdprofiel.

In figuur 5 is een detail getoond van een kas waarbij onder de glaspanelen 6 een folielaag 32 is gespannen. Tussen deze folielaag 32 en de glaspanelen is aldus een spouw 33 gevormd die een isolerend effect verschaft. In het detail van figuur 5 is de bevestiging van de folie aan de goot 3 getoond; de tegenoverliggende zijde van de folie 32 is op gelijke wijze (niet getoond) bevestigd aan de nok van de kas. Ook nu steekt de folieflap 34 naar buiten, zodanig dat slechts delen van de strip 21 in aanraking zijn met de inwendige wanden van de ondersneden kamer 20 die in dit voorbeeld een integraal onderdeel vormt van de goot 3. Evenwel kan ook een apart profiel (niet getoond) met een dergelijke ondersneden kamer aan de goot worden bevestigd.

Lijst van verwijzingstekens 1. Kolom 2. Spant 3. Goot 4. Roede 5. Nok 6. Glasplaat 7. Schermdoek 8. Beweegbaar schermprofiel 9. Verwarmingsbuizen of rails 10. Wagen 11. Rol met samenstel 22 12. Wielen 13. Scherminstallatie 14. Draagbalk of ondergording 15. Koppeling 16. Draadvormige aandrijving 17. Steundraad 18. Vast schermprofiel 19. Schermdoekflap 20. Ondersneden kamer 21. Strip 22. Samen stel 23. Langsopening kamer 24. Bevestiging strip en schermdoek 25. Open langseind schermprofiel 26. Lip beweegbare schermprofiel 27. Recht overbrengprofiel 28. Gekromd overbrengprofiel 29. Trekinrichting 30. Hoofdoppervlak strip (voor bevestiging scherm) 31. Hoofdoppervlak strip (vrij) 32. Folie 33. Spouw 34. Folieflap

Claims (22)

1. Bevestigingssysteem, omvattende een soepel velvormig orgaan (7, 32) en tenminste een aan het velvormige orgaan bevestigde vlakke strip (21) met van elkaar afgekeerde en onderling evenwijdige hoofdoppervlakken (30, 31), alsmede tenminste een bevestigingsprofiel (8, 18) dat een ondersneden kamer (20) en een in die kamer uitmondende langsopening (23) heeft, in welke kamer van dat bevestigingsprofiel de strip is opgenomen zodanig dat een (30) der hoofdoppervlakken daarvan is gekeerd naar de langsopening en het andere hoofdoppervlak (31) is afgekeerd van de langsopening en zodanig dat het aan de strip (21) bevestigde velvormige orgaan zich via de langsopening van het bevestigingsprofiel daaruit naar buiten uitstrekt, met het kenmerk dat het velvormige orgaan (7, 32) aan het naar de langsopening gekeerde hoofdoppervlak (30) van de strip (21) is bevestigd op een bevestigingspositie die zich bevindt ter hoogte van de langsopening (23) en onder vrijlating van tenminste het andere hoofdoppervlak (31) van de strip, en dat de strip (21) zich bevindt op afstand van een vrije rand van het velvormige orgaan (7, 32) onder vorming van een vrije flap (19, 34) die is bepaald tussen die strip (21) en die vrije rand van het velvormige orgaan (7, 32), welke flap (19, 34) zich vanaf de bevestigingspositie op de strip (21) in de langsopening (23) uitstrekt.

2. Bevestigingssysteem volgens conclusie 1, waarbij de flap (19, 34) zich via de langsopening (23) van het bevestigingsprofiel (8, 18) daaruit naar buiten uitstrekt.

3. Bevestigingssysteem volgens conclusie 1 of 2, waarbij het naar de langsopening (23) gekeerde oppervlak (30) van de strip (21) direct aanligt tegen, danwel direct in aanligging brengbaar is tegen, het inwendig oppervlak van de kamer (20) ter weerszijden van de langsopening (23) daarvan.

4. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de vlakke strip (21) een totale dikteafmeting heeft die ten minste een ordegrootte kleiner is dan de breedte ervan.

5. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het soepele orgaan (7, 32) aan de strip (21) is bevestigd door middel van een bevestiging (24), zoals verkregen door stikken, lijmen, smelten, nieten en dergelijke.

6. Bevestigingssysteem volgens conclusie 5, waarbij de bevestiging (24) nagenoeg in het midden van de strip zich uitstrekt, gezien in de breedterichting van de strip.

7. Bevestigingssysteem volgens conclusie 5 of 6, waarbij de bevestiging (24) tussen het soepele orgaan (7, 32) en de strip (21) zich bevindt aan naar elkaar gekeerde hoofdoppervlakken van het soepele orgaan en de strip.

8. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsprofiel (8, 18) een ondersneden kamer (20) heeft met een in wezen rechthoekige of vierkante inwendige dwarsdoorsnede.

9. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de langsopening (23) zich nagenoeg in het midden bevindt van een der wanden die de kamer begrenzen.

10. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij breedterichting van de strip (21) dwars, bij voorkeur onder ongeveer 90°, is georiënteerd ten opzichte van het soepele orgaan (7, 32).

11. Bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de dwarsdoorsnede-afmetingen van de strip (21) en de dwarsdoorsnede-afmetingen van de ondersneden kamer (20) zodanig zijn gekozen dat de strip in de kamer is geblokkeerd met betrekking tot het uit de kamer treden van de strip via de langsopening (23) daarvan.

12. Bevestigingssysteem volgens conclusie 11, waarbij de ondersneden kamer (20) van elk bevestigingsprofiel (8, 18) aan ten minste een langseind (25) daarvan open is voor het naar binnen in de kamer schuiven van een strip (21) met daaraan bevestigd soepel orgaan (7, 32) en flap (19, 34).

13. Kas of warenhuis, omvattende een kap, een steunconstructie waarop de kap is ondersteund alsmede een scherminstallatie omvattende een soepel velvormig orgaan (7) uitgevoerd als een in wezen horizontaal georiënteerd scherm dat aan tegenoverliggende randen daarvan aan de steunconstructie is opgehangen door middel van telkens een bevestigingssysteem volgens een der voorgaande conclusies.

14. Kas volgens conclusie 13, waarbij de steunconstructie is voorzien van onderling evenwijdige liggers waartussen een in wezen horizontaal dradenbed (17) met onderling evenwijdige draden is gespannen, en waarbij de bevestigingsprofielen dwars, bij voorkeur loodrecht, zijn gericht ten opzichte van de draden van het dradenbed, door middel van welk dradenbed het scherm en tenminste een der bevestigingsprofielen (8), welk tenminste ene bevestigingsprofiel is uitgevoerd als schermprofiel, heen en weer verplaatsbaar zijn ondersteund, alsmede een aandrijving voor het heen en weer verplaatsen van dat tenminste ene schermprofiel en het scherm.

15. Kas of warenhuis, omvattende een steunconstructie alsmede een daarop ondersteunde kap die een soepel velvormig orgaan omvat dat aan tegenoverliggende randen daarvan aan de steunconstructie is bevestigd door middel van telkens een bevestigingssysteem volgens een der conclusies 1-12.

16. Kas volgens conclusie 15, waarbij de kap omvat goten (3) en een door middel van roeden (4) tussen de goten (3) op een hoger niveau dan de goten ondersteunde nok, tussen welke nok, telkens een goot (3) en zich tussen die goot en de nok uitstrekkende roeden (4) panelen (6) zijn opgenomen onder vorming van een kaphelft, en het soepele velvormige orgaan (32) zich op afstand en in wezen evenwijdig aan de kaphelft uitstrekt onder vorming van een spouw (33) tussen de kaphelft en het soepele velvormige orgaan (32), welk soepele velvormige orgaan (32) aan of nabij de goot (3) en de nok telkens is bevestigd door middel van een respectievelijk bevestigingssy steem.

17. Samenstel (22) voor gebruik in de kas volgens een der conclusies 13-16, omvattende een soepel velvormig orgaan (7) en ten minste een aan het soepele vel vormige orgaan bevestigde vlakke strip (21) die zich uitstrekt volgens de langsrichting van het soepele velvormige orgaan, waarbij het soepele velvormige orgaan aan de strip is bevestigd door middel van een lijnvormige bevestiging (24), zoals verkregen door stikken, lijmen, smelten, nieten en dergelijke, die nagenoeg in het midden van de strip zich uitstrekt, gezien in de breedterichting van de strip.

18. Rol (11), omvattende een samenstel volgens conclusie 17 dat is opgerold volgens een rolhartlijn die zich dwars ten opzichte van de langsrichting van het scherm (7) uitstrekt.

19. Werkwijze voor het samenstellen van een bevestigingssysteem volgens een der conclusies 1-12, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een samenstel (22) omvattende een soepel velvormig orgaan (7) en tenminste een aan het soepele velvormige orgaan bevestigde vlakke strip (21) die is bevestigd op afstand van de naburige vrije rand van het soepele velvormige orgaan onder vorming van een vrije flap (19), - het verschaffen van een bevestigingsprofiel (8, 18) dat een ondersneden kamer (20) en een in die kamer uitmondende langsopening (23) bezit, - het steken van het samenstel (22) in het vrije langseind (25) van het bevestigingsprofiel (8, 18), zodanig dat een eind van de strip (21) en het daaraan bevestigd soepele velvormige orgaan (7) en de daaraan bevestigde flap (19) in een langseind (25) van het bevestigingsprofiel terecht komen, en het scherm naar buiten uit de langsopening (23) steekt, - het voortbewegen van het aldus in het bevestigingsprofiel (8, 18) gestoken samenstel (22) langs het bevestigingsprofiel.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, omvattende de stappen van: - het verschaffen van het samenstel (22) in de vorm van een rol (11) waarvan de rolhartlijn dwars is gericht op de langsrichting der strip (21), - het plaatsen van de rol nabij een vrij langseind (25) van het bevestigingsprofiel (8, 18), - het afrollen van het samenstel (22) van de rol (11) en het overbrengen van het afgerolde eind van het samenstel aan dat vrije of open langseind van het bevestigingsprofiel.

21.

Werkwijze volgens conclusie 20, omvattende de stappen van: - het na het afrollen van het samenstel (22) dwars ten opzichte van het scherm oriënteren van de breedterichting van de strip (21), - het ten opzichte van het soepele velvormige orgaan (7) vouwen of omklappen van de flap (19), - het daarna inbrengen van de strip (21) in het bevestigingsprofiel (8, 18).