NL8105447A - Isolatiescherm. - Google Patents

Description

815107/Ti/Rdm/sme

Korte aanduiding: Isolatiescherm.

De uitvinding heeft betrekking op een isolatiescherm voor daken met glaspanelen, in het bijzonder voor zadelkapsecties van kweekkassen, omvattende een op enige afstand van een glaspaneel aan te brengen vel van zonlicht doorlatend buigbaar materiaal· 5 Tegenwoordig worden in kweekkassen zogenoemde energie- schermen toegepast, die in sommige gevallen worden gebruikt voor het tegenhouden van een overmaat van zonlicht, maar bovendien om de ruimte direct onder de kap te isoleren van de ruimte beneden in de kas, waardoor minder energie voor het verwarmen van de kweek-10 ruimte behoeft te worden toegevoerd. Deze energieschermen worden dus vooral *s nachts wanneer geen zonlicht de kas kan binnendringen in een werkzane stand geplaatst. Wanneer het materiaal van een dergelijk energiescherm van zonlicht doorlaatbaar materiaal is aangebracht, kan een dergelijk scherm meer permanent worden toegepast 15 om verlies aan warmte te verhinderen en een voorbeeld hiervan is beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 7904530. Het energiescherm werkt hierbij op de wijze van een zonnescherm en is op een rol geplaatst, bijvoorbeeld in de nok van een zadelkapsectie en kan op een afstand van de glaspanelen hierlangs in de richting van de 20 goot worden gespannen. Het nadeel van een op deze wijze gespannen rolscherm is dat geen goede afdichting wordt verkregen en een ventilatie van de ruimte tussen het scherm en het glas mogelijk blijft.

Een ander bezwaar van dit bekende scherm is, dat wanneer de kas van ventilatieramen is voorzien en de kas moet worden 25 geventileerd, het scherm steeds weer moet worden opgerold om de ventilatieopeningen vrij te geven. Anderzijds is het niet mogelijk een bepaalde critische lengte van de rol, waarop het scherm moet worden gewikkeld, te overschrijden, zodat een aantal rollen in het verlengde van elkaar moet worden geplaatst en de ruimte tussen twee 8105447 Η - 2 - opeenvolgende rollen niet goed sluit en spleten bij het scherm blijven, die ventilatie geven en de warmte-isolerende werking praktisch geheel verloren gaat. Het openen en sluiten voor en na het ventileren van de kweekkas is hinderlijk en tijdrovend. Bij automatisch 5 ventileren moet ook het oprollen van het energiescherm automatisch geschieden, hetgeen kostbaar is.

De uitvinding heeft tot doel een isolatiescherm te verschaffen, dat permanent kan worden aangebracht en ventilatie van de kweekruimte toelaat en een isolatiescherm zodanig uit te voeren, 10 dat dit als standaardpakket leverbaar is en door een kweker zelf kan worden aangebracht.

Dit wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat het overeenkomstig een of meer glaspanelen bemeten vel aan elk van twee overstaande randen is voorzien van een evenwijdig aan de betreffende 15 rand verlopende verstijving, die het vel bij deze verstijving in de lengterichting hiervan kan strekken en dat de verstijvingen van de overstaande randen zijn bestemd om samen te werken met bevestigingsmiddelen voor het permanent spannen van het vel tussen twee overstaande verstijvingen.

20 Het voordeel hiervan is, dat de verstijvingen gemakke lijk bij de nokbalk en bij de goot kunnen worden bevestigd zonder vorming van slagschaduw, zoals bij toepassing van een opwikkelrol.

De vellen kunnen direct om een van een klapraam voorziene ventilatieopening worden aangebracht en zodanig worden bevestigd, 25 dat geen ventilatie tussen het scherm en de <j.aspanelen optreedt. Een tweezijdige inspanning van de folie is beter dan een vierzijdige in verband met kruip van de folie. Er ontstaan minder plooien. Er hoeven bovendien geen gaten in de bestaande kasprofielen te worden geboord.

Opgemerkt wordt, dat uit de Nederlandse octrooiaanvra-30 ge 8001494 een glasplaat-foliecombinatie voor kweekruimten bekend is, 8105447 * *£ - 3 - waarbij ook geen ventilatie tussen de folie en de glasplaat optreedt doordat de folie opgebogen zijranden bezit en met deze zijranden direct tegen de glasplaat is gelijmd· Het aanbrengen van een dergelijke folie tegen een glasplaat is echter bij een bestaande zadel-5 kapconstructie moeilijk aan te brengen, terwijl de glasroeden die een groot warmtegeleidend vermogen hebben, niet worden geïsoleerd en dus warmte via de nokbalk en de glasroeden kan worden af gevoerd.

De uitvinding zal aan de hand van de bijgaande tekening nader worden toegelicht, waarin: 10 fig. 1 een aanzicht in perspektief van een deel van een isolatiescherm volgens de uitvinding met een vel voorzien van verstijvingen en bevestigingsmiddelen; fig. 2 een aanzicht in perspektief van een deel van een vel voorzien van een verstijving aan een van zijn randen; 15 fig. 3 een dwarsdoorsnede door een deel van een zadel- kapsectie bij een nokbalk voorzien van een isolatiescherm volgens de uitvinding; fig. 4 een dwarsdoorsnede door een goot tussen twee zadelkapsecties en voorzien van bevestigingsmiddelen voor een isola-20 tiescherm volgens de uitvinding; fig. 5 een bovenaanzicht van een spanmiddel voor het isolatiescherm; fig. 6 een dwarsdoorsnede door een bevestigingslijst van het isolatiescherm bij een ventilatieopening in de kapsectie; en 25 fig. 7 een dwarsdoorsnede door een hulplijst te gebrui ken bij een ventilatieopening in de kap begrenzende glasroeden.

Het isolatiescherm volgens de uitvinding is vervaardigd van een zonlichtdoorlatende heldere kunststoffolie en is op enige afstand van een glaspaneel in een dek aan te brengen, doordat het 30 overeenkomstig een of meer glaspanelen bemeten vel 1 aan elk van twee overstaande randen is voorzien van een evenwijdig aan de betreffende rand verlopende verstijving, die in het algemeen met het 8105447 $l· -4- verwijzingscijfer 2 is aangeduid. Elke verstijving 2 kan het vel hier ter plaatse in de lengterichting hiervan strekken en de verstijvingen van de overstaande rand zijn bestemd om samen te werken met bevestigingsmiddelen 3 voor het permanent spannen van het vel 5 tussen twee overstaande verstijvingen 2. In het getekende uitvoe-ringsvoorbeeld zijn de randverstijvingen 2 verdikkingen die passen in daarvoor bestemde ligplaatsen 4 in als bevestigingsmiddel dienende vormvaste lijsten 3. Het is echter ook mogelijk, dat de verstijving aan de rand van het vel een vormvaste lijst is, waaraan het nieten, klikken, 10 vel in het bijzonder door/lassen of kleven is bevestigd, De verstijving dient in dit geval dus zelf als bevestigingsmiddel.

Bij het getekende uitvoeringsvoorbeeld, is elke rand-verstijving 2 een in een zoom 5 van het vel 1 een pees 6, bijvoorbeeld in de vorm van een massieve staaf of holle slang (fig. 2), 15 De pees tezamen met een deel van de zoom past in de ligplaats 4, die is uitgevoerd als een sleuf met vernauwde randopening van de vormvaste lijst 3, Elke lijst 3 bezit aan een van het vel afgericht ge-, deelte een teruggebogen haakvormig deel 7, bestemd voor samenwerking met afzonderlijke bevestigingsmiddelen. Het met de lijst 3 samen-20 werkende bevestigingsmiddel kan hierbij een afzonderlijke lijst 8 zijn, die met een eveneens teruggebogen haakvormig deel 9 achter het haakvormige deel 7 van de aan het vel bevestigde lijst 3 kan haken en de afzonderlijke lijst 8 kan met een randdeel 10 achter een con-structiedeel in het bijzonder van een nok- of vensterbalk van een 25 zadeldaksectie grijpen. De afzonderlijke lijst 8 grijpt met het deel 10 achter een constructiedeel 11 van een nokbalk 12, zoals duidelijk in fig. 3 is aangegeven. Het doel van deze afzonderlijke lijst 8 zal nog worden toegelicht. De lijst 3 kan met het haakvormige deel 7 ook grijpen achter een haakvormig deel 13 van een andere 30 afzonderlijke lijst 14, dat weer met een deel 15 achter een constructiedeel, in dit geval een vensterbalk 16 kan grijpen. Het doel van de afzonderlijke lijst 14 zal eveneens nog worden toegelicht.

8105447 - 5 -

De in de fig. 3 en 6 getoonde lijsten 8 en 14 dienen ter bevestiging van de hoger gelegen zijrand van de vellen 1 bij de nokbalk en bij een ventilatieopening van een zadeldaksectie. De lagereof overstaande zijrand van het vel 1 is met een randverdikking 5 2 eveneens in een lijst 3 opgenomen en het met deze laatste lijst samenwerkende bevestigingsmiddel is een van een haakvormig deel 17 voorziene veerstoel 18, waarop een veerinrichting 19 kan aangrijpen· De veerstoel 18 is voorzien van een steunvoet 20 die kan aanliggen tegen de onderzijde van een goot 21 van een zadeldaksectie en is 10 voorzien van een hack 22, oog of klauw waaraan een veerorgaan 19 bevestigbaar is.

Bij zadeldaksecties worden gestandariseerde glaspanelen toegepast, waarbij deze zijn opgesloten in glasroeden die op een nokbalk zijn ondersteund en met het lagerliggende eind aan tussen 15 twee kapsecties geplaatste goten. De hartafstand van de glasroeden is bij deze gestandariseerde glaspanelen ook steeds gelijk. De afstand is zodanig dat een vel van ruim 1,5 m breed twee naburige glaspanelen met de daarbij behorende glasroeden kan bedekken. Het is gewenst om het vel 1 onder de glasroeden te laten doorlopen aan-20 gezien de glasroeden zelf meestal van aluminium zijn vervaardigd en een goede warmtegeleider vormen. Bij de nokbalk 1 worden onder de glasroeden stomklemmen toegepast, waarvan een deel in fig. 3 met het verwijzingscijfer 23 is aangegeven. Wanneer nu bij een vel ter breedte van twee glaspanelen een ononderbroken vormvaste lijst 25 3 wordt toegepast, kan deze niet zonder meer aan het deel 11 van de nokbalk worden vastgehaakt aangezien dan de lijst ter plaatse van een glasroede tussen twee glaspanelen onderbroken moet zijn en de lijst 3 een zodanige lengte moet hebben, dat deze voor een storm-klem 23 eindigt. Dit betekent wanneer het vel 1 zich over een breed-30 te van drie glasroeden uitstrekt, het vel niet overal strak gespannen kan zijn en ter plaatse bij de onderbrekingen van de lijsten 3 openingen zouden ontstaan, zodat ventilatie tussen het vel 1 of het 8105447 2 s - 6 - scherm en een glaspaneel mogelijk is. Om deze reden werken nu met de lijsten 3 afzonderlijke hulplijsten 8 samen, waarvan de lengte zodanig is, dat deze tussen de stormklemmen 3 aan het deel 11 van de nokbalk 12 gehaakt kunnen worden. Ter plaatse van de stormklemmen 5 23 ontstaan dan nog openingen, doch door het toepassen van een afzonderlijke lamel 24 kunnen deze gaten gesloten worden, zodat het scherm ter plaatse van de nokbalk een afsluiting vormt tussen de ruimte direct onder de glaspanelen en het onder het scherm liggende gedeelte van de kweekruimte. Deze lamel is met het verwijzingscijfer 10 24 in fig. 3 aangegeven. Aan de benedenzijde bij de goten, dit is dus de ten opzichte van de nokbalk overstaande rand van het vel, haken de lijsten in afzonderlijke als bevestigingsorganen uitgevoerde veerstoelen 18, zoals hierboven is uiteengezet. Het is hierbij niet noodzakelijk, noch gewenst een volledige afsluiting van de 15 ruimte tussen het scherm en de glaspanelen te verschaffen, aangezien het nog steeds kan voorkomen, dat bij grote temperatuurverschillen condensvorming kan optreden en het afdruipende condenswater moet afgevoerd kunnen worden. Het toepassen van afzonderlijke veerstoelen heeft bovendien het voordeel, dat deze met een eenvoudige veerin-20 richting 19 kan worden bevestigd, welke veerinrichting voor de aan weerszijden van de goot liggende kapsecties kan worden toegepast, zoals duidelijk uit fig, 4 blijkt. Een veerorgaan 19 is dus gespannen tussen twee veerstoelen 18 waarvan de ene veerstoel dient voor het spannen van het vel voor de ene kapsectie en de andere veer-25 stoel voor het spannen van het vel van een andere kapsectie.

Het in fig. 4 getekende veerorgaan 19 is van rubber vervaardigd en bezit twee ogen 25, die passen om de heken 22 van twee veerstoelen en de vorm van deze ogen 25 is in fig. 5 getoond. Voor één vel kunnen drie of vier veerstoelen worden toegepast voor 30 het glad en strek spannen van het vel. De randen van de vellen kunnen elkaar onder een glasroede overlappen en omdat zij strak gespannen zijn, ontstaat geen opening bij de overlappende zijranden.

8105447 > i - 7 -

Eventueel kan de verstijving over het overlappende gedeelte voor de helft zijn ingekort.

Wanneer echter in het dak een ventilatieopening wordt toegepast met boven deze ventilatieopening een klapraam, zoals bij 5 de nokbalk in fig. 3 boven de glaspanelen is aangegeven en waarvan in fig. 6 de onderste rand van het klapraam is getekend, kan het voorkomen dat doorcfe ventilatieopening invallende wind het vel laat klapperen langs de randen van de ventilatieopening. Doordat de onderzijde van de glasroeden op een afstand van het scherm of van 10 de vellen 1 ligt, zou het scherm niet geheel sluitend zijn. Om dit nu te verhinderen, worden in samenwerking met de glasroeden hulplij sten toegepast waarvan voor de glasroede 26 de hulplijst met het verwijzingscijfer 27 is aangegeven. Tegen deze hulplijsten is het vel bevestigbaar voor het afsluiten van de ruimte tussen het scherm 15 en het glaspaneel en wel langs de randen van een ventilatieopening~ in een deel van een zadeldaksectie. Hiertoe bezit de hulplijst 27 twee korte flenzen 23, die zijdelings op een glasroede 26 aansluiten. Door deze flenzen plaatselijk in te knijpen, wordt de hulplijst 27 aan de glasroede bevestigd. De lijst 14 die de ruimte tussen het 20 glas en het vel bovenaan het lagex|Liggende deel bij de ventilatieopening afsluit, kan aan zijn einde worden vastgezet met behulp van een door de hulplijst 27 gestoken schroef 29, die in een kanaal 30 van de lijst wordt geschroefd. Met behulp van een schroef 31 die door een verstijvingsflens 32 reikt, kan de lijst 14 op een 25 tussenliggende glasroede worden vastgezet.

Zoals hiervoor reeds is gezegd, is het gewenst eventueel optredend condenswater af te voeren in de onder de goot 21 steeds aanwezige condens-afvoergoot 33. Om dit mogelijk te maken, is elke veerstoel 18 van een steundeel 34 voorzien voor een even-30 wijdig aan de lijst 3 verlopend afwateringsschot 35. Het steundeel 34 kan snappen in een kanaal 36 van het schot 35.

Tenslotte wordt opgemerkt, dat afhankelijk van de 8105447 -8- waterdamp-diffusieweerstand van het vel de ruimte tussen de vormvaste lijst 3 en de onderzijde van de goot 21 geopend kan blijven dan ^el gesloten kan worden. Wanneer foliemateriaal met een lage diffusieweerstand wordt toegepast, kan nog vocht door het foliema-5 teriaal dringen, zodat het noodzakelijk is dit af te voeren op de beschreven wijze.

Wanneer echter voor het vel 1 filmmateriaal met een hoge waterdamp-diffusieweerstand wordt toegepast, laat het vel geen vocht door en kan de ruimte tussen de vormvaste lijst 3 en de on-10 derzijde van de goot 21 gesloten worden, bijvoorbeeld met behulp van een niet-getekende elastische afdichtingsstrook, die op de lijst 3 wordt aangebracht·

Zoals reeds is gezegd, heeft het spannen van een vel slechts aan twee overstaande zijden het voordeel, dat voor het 15 vel een materiaal gekozen kan waden, dat ofwel isotoop dan wel orthotoop is. Er ontstaan als gevolg van kruip door het kunnen opnemen van spanningen in loodrecht op elkaar staande richtingen, dan ook geen plooien in het materiaal hetgeen gemakkelijk kan voorkomen wanneer het vel aan vier zijden is ingespannen.

20 Door de toepassing van veerorganen 19 is het isolatie- scherm ook niet afhankelijk van de verschillen in de hoogte van de toegepaste glaspanelen, omdat in de praktijk hierin afmetingen van enkele centimeters kunnen voorkomen.

8105447

Claims (7)

1. 3. Isolatiescherm volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de verstijving aan de rand van het vel een vormvaste lijst is waaraan het vel, in het bijzonder door lassen of kleven is bevestigd.
2. 4. Isolatiescherm volgens conclusies 1 en 2, met het 20 kenmerk, dat de randverstijving een in een zoom van het vel gestoken pees is en tezamen met een deel van de zoom past in een sleuf met vernauwde randopening van een vormvaste lijst. 1 8105447 Isolatiescherm volgens een of meer van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de lijst aan een van het 25 vel afgerichte gedeelte een teruggebogen haakvormig deel bezit bestemd voor samenwerking met afzonderlijke bevestigingsmiddelen. - 1Ó-
3. 6. Isolatiescherm volgens conclusies 1 - 5, m e t het kenmerk, dat het met de lijst samenwerkende bevestigingsmiddel een afzonderlijke lijst is, die met een eveneens teruggebogen haakvormig deel, dat achter het haakvormige deel van de aan het vel 5 bevestigde lijst kan haken, welke afzonderlijke lijst met een rand-deel achter een constructie, doch in het bijzonder van een nok- of vensterbalk van een zadeldaksectie kan grijpen.
4. 7. Isolatiescherm volgens conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het met de lijst samenwerkende bevestigingsmiddel 10 een van een haakvormdeel voorziene veerstoel is, waarop een veerin-richting kan aangrijpen.
5. 8. Isolatiescherm met ter bevestiging een veerstoel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de veerstoel is voorzien van een steunvoet, die kan aanliggen tegen de onderzijde 15 van een goot van een zadeldaksectie en is voorzien van een haak, oog of klauw waaraan een veerorgaan bevestigbaar is.
6. 9. Isolatiescherm volgens een of meer van de conclusies 1-4, met het kenmerk, dat afzonderlijke met de glasroeden van een zadeldak samenwerkende hulplijsten aanwezig zijn, 20 waartegen het vel bevestigbaar is voor het afsluiten van de ruimte tussen het scherm en het glaspaneel tenminste langs de randen van een ventilatieopening in een deel van een zadeldaksectie.
7. 10. Isolatiescherm volgens conclusies 7 en 8, met h e t kenmerk, dat de veerstoel is voorzien van een steundeel voor 25 een evenwijdig aan de lijst verlopend afwateringsschot voor het naar een condensgoot van een zadeldaksectie leiden van afdruipend condenswater. 8105447