BE1019248A3 - Werkwijze voor het vervaardigen van een scherminstallatie, alsmede profielen daarvoor. - Google Patents

Abstract

Een werkwijze voor het vervaardigen van een scherminstallatie van een kas of warenhuis, omvat de stappen van: - het verschaffen van een randprofiel met een bevestigingsprofilering,- het verschaffen van tegenoverliggende vasthoudmiddelen waartussen het schermdoek is vastgehouden en die een tegenprofilering hebben,- het op of in elkaar rijgen van de tegenprofilering van de vasthoudmiddelen met het daaraan vastgehouden schermdoek en de bevestigingsprofilering van het randprofiel.

Description

Werkwijze voor het vervaardigen van een scherminstallatie, alsmede profielen daarvoor

De uitvinding heeft betrekking op het vervaardigen van een scherminstallatie van een kas of warenhuis. Een dergelijke scherminstallatie kan worden toegepast voor verschillende doeleinden, zoals het afschermen van de teelt tegen te sterke zoninval, het tegengaan van lichtuitstraling, het isoleren van de teeltruimte tegen warmteverlies en dergelijke. Voor al deze verschillende toepassingen zijn verschillende typen schermdoek bekend. Daarbij kunnen meerdere schermdoeken tegelijk voorkomen. Zowel opstellingen boven elkaar als naast elkaar zijn bekend. Verder kan de scherminstallatie zich in de kas bevinden; een positie op het dek van de kas is echter ook denkbaar.

Gewoonlijk zijn de schermdoeken aan hun tegenoverliggende randen telkens bevestigd aan een randprofiel. Het kan daarbij gaan om een vast aan de kasconstructie verbonden randprofiel of een verplaatsbaar randprofiel, het zogenaamde schermprofiel. Ook is het mogelijk meervoudige naast elkaar liggende schermen toe te passen, onderling verbonden door verplaatsbare randprofielen aan weerszijden waarvan schermdoeken zijn bevestigd.

De schermdoeken worden meestal door middel van klemmen vastgezet aan het betreffende randprofiel. Daartoe moet een persoon plaatsnemen op een stelling op een zekere hoogte, afhankelijk van het niveau waarop de scherminstallatie moet worden aangebracht. Met de hand worden dan de klemmen aangebracht. Aangezien de afmetingen van de kas en daarmee van de scherminstallatie aanzienlijk kunnen zijn, moet de stelling regelmatig worden verplaatst waarbij de persoon eventueel steeds van de stelling af en er weer op moet klimmen.

Een dergelijke gang van zaken wordt steeds problematischer, niet alleen vanwege de steeds groter wordende oppervlakken die de kassen beslaan, maar ook vanwege de toenemende hoogte. Bedacht moet worden dat de stellingen waarop zich de persoon bevindt, niet al te stabiel kunnen worden ondersteund op de losse ondergrond. In dat verband is reeds bekend om de schermdoeken niet door middel van klemmen te bevestigen aan de randprofielen, maar door middel van een in de rand van het schermdoek genaaide pees. De rand met pees worden in een ondersneden holte van het randprofiel getrokken, zodanig dat het schermdoek vanaf het ene kopeind van de reeks randprofielen naar het andere kopeind van de reeks kan worden getrokken. Het schermdoek wordt daarbij langs de randprofielen verschoven totdat de gewenste positie is bereikt. Het nadeel van het op grotere hoogte aanbrengen van klemmen in verband met het bevestigen van het schermdoek aan de randprofielen komt daarmee te vervallen.

Hoewel deze wijze van het aanbrengen van een schermdoek reeds een zekere verbetering ten opzichte van de traditionele wijze betekent, kleven daaraan toch nog nadelen. De pees vormt namelijk een verdikking aan de rand van het schermdoek, hetgeen meebrengt dat het schermdoek in de ondersneden holte van het randprofiel een zekere wrijving ervaart die groter wordt naarmate het schermdoek over grotere afstanden door het randprofiel wordt getrokken. De op het schermdoek en de randprofielen uitgeoefende krachten kunnen daardoor vrij sterk oplopen, hetgeen het risico van beschadigingen en vervormingen meebrengt. Vooral vanwege de grote afmeting van het schermdoek in de richting langs het randprofiel kunnen die krachten aanzienlijk zijn.

Een verder probleem is dat het schermdoek krimp verschijnselen kan vertonen. De krimp die het schermdoek ondergaat wijkt echter af van de eventuele krimp van de pees, waardoor lokaal vervormingen in schermdoek en pees kunnen optreden. Het verwijderen van het schermdoek uit de randprofielen kan daardoor problemen opleveren.

In verband met het krimpen van het schermdoek moet dit aanvankelijk met een zekere overmaat worden aangebracht. Dit betekent in de praktijk dat het schermdoek tussen twee klemmen aanvankelijk niet strak mag zijn gespannen, maar een zekere ruimte moet bezitten. Dit is echter lastig te verwezenlijken: het met de hand aan brengen van de klemmen is een lastig werk dat snel wordt uitgevoerd. Vaak blijkt dat het dan niet goed doenlijk is om de ruimte in het schermdoek regelmatig verdeeld over de lengte van de profielen aan te brengen, waardoor op bepaalde plaatsen nauwelijks ruimte in het doek aanwezig is, en op andere plaatsen juist te veel.

Het schermdoek is bovendien niet goed beschermd tegen eventuele ruwheden die zich kunnen bevinden op de randprofielen. Te denken is daarbij bij voorbeeld aan de overgangen aan de kopkanten van randprofielen die in eikaars verlengde liggen; het schermdoek kan bij het verschuiven langs de randprofielen blijven haken en scheuren.

Het doel van de uitvinding is daarom een werkwijze voor het aanbrengen van een scherminstallatie aan een kas te verschaffen die efficiënt ook op grotere hoogten kan worden uitgevoerd en waarbij het schermdoek op betrouwbare wijze, goed beschermd tegen beschadigingen, kan worden aangebracht. Bovendien is het wenselijk het schermdoek aan te brengen zonder dat rekening behoeft te worden gehouden met het regelmatig verdelen van de overmaat in verband met de later optredende krimp. Dat doel wordt bereikt door middel van een werkwijze voor het vervaardigen van een scherminstallatie van een kas of warenhuis, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een randprofiel met een bevestigingsprofilering, -het verschaffen van tegenoverliggende vasthoudmiddelen waartussen het schermdoek is vastgehouden en die een tegenprofilering hebben, -het op of in elkaar rijgen van de tegenprofilering van het vasthoudprofiel met het daaraan vastgehouden schermdoek en de bevestigingsprofilering van het randprofiel.

Bij de werkwijze volgens de uitvinding worden aan de rand van het schermdoek geen pezen aangebracht doch vasthoudmiddelen. Het schermdoek wordt bovendien opgenomen tussen die vasthoudmiddelen, zodanig dat het schermdoek aan de randen die zich nabij de profielen bevinden omgeven is door die vasthoudmiddelen. Dergelijke vasthoudmiddelen bieden verscheidene voordelen in vergelijking met een pees. Allereerst kunnen de vasthoudmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat deze bescherming bieden aan het schermdoek bij het verschuiven daarvan langs het bijbehorende randprofiel. De schuifkrachten treden nu op in het contact tussen het randprofiel en de vasthoudmiddelen, zodanig dat het schermdoek zelf vrij blijft van dergelijke krachten. De betreffende vasthoudmiddelen en profielen kunnen zodanig worden uitgevoerd, bij voorbeeld door een geschikte materiaalkeuze, dat eventuele ruwheden of oneffenheden geen invloed hebben op de kwaliteit van het schermdoek. Het risico dat dit beschadigd wordt kan daardoor verregaand worden vermeden. Ook kunnen de functies van het schermdoek, in het bijzonder de lichtwerende werking en dergelijke daarvan daardoor zonder probleem worden gehandhaafd.

De vasthoudmiddelen kunnen op verschillende manieren zijn uitgevoerd.

Volgens een eerste mogelijkheid kunnen de vasthoudmiddelen zijn uitgevoerd als een enkel vasthoudprofiel. Een dergelijk enkel vasthoudprofiel kan op verschillende manieren worden gevormd en verbonden met het schermdoek. Zo kan uitgegaan worden van een basisprofiel dat wordt omgebogen of omgevouwen tot het vasthoudprofiel is verkregen. Vervolgens kan in het aldus ontstane vasthoudprofiel het schermdoek worden geschoven, bij voorkeur onder vorming van een plooi daarin. De voorkeur gaat echter uit naar een werkwijze omvattende de stappen van: -het plaatsen van het basisprofiel en het schermdoek op elkaar, -het daarna vouwen respectievelijk buigen van het basisprofiel en het tegelijkertijd vouwen van het schermdoek.

Het omvouwen of ombuigen van het basisprofiel tot het vasthoudprofiel dient zodanig te geschieden dat in het vasthoudprofiel voldoende ruimte beschikbaar is voor het opnemen van het (eventueel geplooide) schermdoek. Dat kan worden bereikt door middel van de stappen van: -het verschaffen van een basisprofiel voorzien van tenminste een zich in langsrichting uitstrekkende nominale vouwlijn of buiglijn, zoals een plaatselijk dunner gebied, -het vouwen of buigen van het basisprofiel volgens die tenminste ene nominale vouwlijn of buiglijn.

Het vouwen of buigen van het basisprofiel volgens die tenminste ene nominale vouwlijn of buiglijn geschiedt bij voorkeur over 180 graden.

Verder kan in dat verband de werkwijze de stappen omvatten van: -het verschaffen van het basisprofiel voorzien van tenminste twee zich in langsrichting uitstrekkende, onderling evenwijdige nominale vouwlijnen of buiglijnen, -het vouwen of buigen van het basisprofiel volgens die twee nominale vouwlijnen of buiglijnen.

Daarbij vindt het vouwen of buigen van het basisprofiel plaats over ongeveer 90 graden volgens elk van die twee vouwlijnen of buiglijnen.

De vorm van het basisprofiel, en daarmee van het vasthoudprofiel, wordt afgestemd op de vorm van het randprofiel, in het bijzonder de bevestigingsprofilering daarvan. Volgens een van de mogelijkheden omvat de werkwijze volgens de uitvinding de stappen van: -het verschaffen van een basisprofiel dat min of meer symmetrisch is ten opzichte van het vouwgebied of buiggebied, -het elkaar doen bedekken van beide min of meer symmetrische helften van het basisprofiel onder vorming van het vasthoudprofiel.

Het is echter ook mogelijk om een volledig asymmetrisch basisprofiel toe te passen.

Zoals reeds genoemd bezitten het randprofiel en het vasthoudprofiel een bevestigingsprofilering respectievelijk een tegenprofilering door middel waarvan zij in langsrichting op elkaar kunnen worden geschoven, zodanig dat over de lengte van die profielen een verbinding ontstaat tussen het randprofiel en het schermdoek. Een mogelijke bevestigingsprofilering van het randprofiel is een zich in langsrichting uitstrekkende kraalrand. In dat geval heeft het vasthoudprofiel een ondersneden holte die langs en over de kraalrand kan worden geschoven. De voorkeur gaat echter uit naar de variant omvattende de stappen van: - het verschaffen van een randprofiel waarvan de bevestigingsprofilering een ondersneden holte omvat, -het verschaffen van een basisprofiel omvattende een in wezen vlakke strip alsmede zich ter weerszijden van het vouwgebied of buiggebied bevindende uitsteeksels aan het zelfde oppervlak van de vlakke strip, -het doen uitsteken van die uitsteeksels aan tegenoverliggende zijden van het vasthoudprofiel -het schuiven van het vasthoudprofiel in de ondersneden holte van het randprofiel.

De uitsteeksels aan weerszijden van het vasthoudprofiel zorgen ervoor dat het vasthoudprofiel niet dwars op het randprofiel daaruit geschoven kan worden. Zij blokkeren die beweging, terwijl het verschuiven van de profielen langs elkaar in langsrichting wel mogelijk is.

Het schermdoek kan op vele verschillende manieren worden bevestigd aan het vasthoudprofiel, zoals door inklemming daarvan tussen de op elkaar gevouwen of gebogen delen daarvan. Ook is het mogelijk om het schermdoek door lijmen te bevestigen aan het vasthoudprofiel. De voorkeur gaat echter uit naar de stap van: -het bevestigen van het schermdoek in het vasthoudprofiel door het aanbrengen van doorgedrukte of geponste gebieden in op elkaar liggende delen van het vasthoudprofiel waartussen zich het schermdoek bevindt.

Zoals hiervoor reeds besproken kan het schermdoek krimp vertonen. Vaak zal het doek krimpen in een mate die verschilt van die van het vasthoudprofiel. Om te verhinderen dat daarbij ongewenste spanningen en vervormingen in het schermdoek en het randprofiel optreden, omvat de werkwijze volgens de uitvinding bij voorkeur de stap van: -het op regelmatige onderlinge afstanden verwijderen van delen uit het basisprofiel, zoals door ponsen, onder vorming van basiselementen die onderling zijn verbonden door het tegenoverliggende stroken, -het bij het vouwen of buigen van het basisprofiel elkaar doen bedekken van de aanvankelijk tegenoverliggende stroken, -het bij het vouwen of buigen van de basiselementen vormen van vasthoudelementen.

De aldus gevormde basiselementen zijn onderling verbonden door stroken die mindere snel aanleiding geven tot het optreden van spanningen en vervormingen bij krimpverschillen. De vervorming daarvan treedt reeds op bij aanzienlijk lagere krachten dan het geval is bij de volle doorsnede van het basisprofiel. Een verder voordeel van de basiselementen is dat de totale wrijving die optreedt bij het verschuiven van het vasthoudprofiel langs het randprofiel kleiner is dan bij een rand profiel met continue doorsnede over de lengte daarvan.

De vervormbaarheid van de stroken kan nog verder worden verbeterd door de stap van: -het vormen van elastische scharnieren in de stroken, welke scharnieren een rotatie dwars ten opzichte van de langsrichting van de stroken toelaten. Bij voorkeur zijn deze scharnieren in op elkaar liggende stroken ten opzichte van elkaar verschoven in de langsrichting, zodanig dat bij uitwijken van de stroken onder krimp van het schermdoek, het vastlopen van het vasthoudprofiel in de ondersneden holte van het randprofiel kan worden vermeden.

In het voorgaande zijn vasthoudmiddelen beschreven die zijn uitgevoerd als een enkel vasthoudprofiel. De vasthoudmiddelen kunnen echter ook op andere wijzen worden uitgevoerd. Zo kan de werkwijze volgens de uitvinding als alternatief de stappen omvatten van: -het verschaffen van twee tegenoverliggende vasthoudprofieldelen, -het aan elkaar bevestigen van de vasthoudprofieldelen met daartussen het schermdoek.

De uitvinding betreft verder een scherminstallatie voor een kas of warenhuis, omvattende een schermdoek met aan beide langsranden vasthoudmiddelen, bij voorbeeld een vasthoudprofiel of tegenoverliggende vasthoudprofieldelen zoals hiervoor beschreven, alsmede aan de kasconstructie voorziene randprofielen waarin telkens vasthoudmiddelen zijn opgenomen. Bij voorkeur omvat elk randprofiel een ondersneden holte waarbij de vasthoudmiddelen uit de ondersneden holte steken.

Deze ondersneden holte heeft een opening die aan een zijde is bepaald door naar elkaar gerichte dammen en aan de tegenoverliggende zijde door een gesloten wand, waarbij de afstand tussen de opening en de wand ten hoogste gelijk is aan de overeenkomstige afmeting van de vasthoudmiddelen.

De uitvinding betreft verder een basisprofiel voor gebruik bij de werkwijze volgens de uitvinding, voorzien van tenminste een in wezen vlakke strip met een in langsrichting zich uitstrekkende vouwlijn of buiglijn alsmede zich ter weerszijden van het vouwgebied of buiggebied bevindende uitsteeksels aan het zelfde oppervlak van de vlakke strip.

Tevens betreft de uitvinding een vasthoudprofiel verkregen door middel van de werkwijze volgens de uitvinding, omvattende een volgens een in langsrichting zich uitstrekkende vouwlijn of buiglijn gevouwen respectievelijk gebogen strip met zich naast elkaar uitstrekkende stripdelen, alsmede aan de van elkaar afgekeerde oppervlakken van de stripdelen voorziene uitsteeksels.

De uitvinding zal vervolgens worden toegelicht aan de hand van een in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een aanzicht in perspectief van een kas met een scherminstallatie volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont een aanzicht in perspectief van de kas tijdens het aanbrengen van een schermdoek.

Figuur 3 toont het schermdoek met vasthoudprofiel en gedeeltelijk weggenomen randprofiel.

Figuur 4 toont de doorsnede volgens IV-IV van figuur 3.

Figuur 5 toont de doorsnede volgens V-V van figuur 4.

Figuur 6 toont de doorsnede volgens VI-VI Van figuur 4.

Figuur 7 toont een basisprofiel voor gebruik bij de werkwijze volgens de uitvinding.

Figuur 8 toont de doorsnede volgens VIII-VIII van Figuur 7.

Figuur 9 toont in detail een vasthoudelement volgens het aanzicht IX van figuur 3.

De in figuur 1 weergegeven kas omvat een aantal kolommen 1 waarop spanten 2 zijn ondersteund. Op deze spanten 2 is de kapconstructie ondersteund. Deze kapconstructie bestaat uit de goten 3 alsmede de roeden 4 die schuin omhoog zijn gericht ten opzichte van de goten 3. Verder bestaat de kapconstructie uit de nokken 5 die op de roeden 4 zijn ondersteund, alsmede de glasplaten 6 die tussen de roeden 4, goten 3 en nokken 5 zijn opgenomen.

Ter hoogte van de spanten 2 bevindt zich de scherminstallatie 13 volgens de uitvinding. Deze scherminstallatie bestaat zoals gebruikelijk uit een aantal schermdoeken 7, waarvan telkens een eind is verbonden aan het vaste profiel 18 dat is bevestigd aan de onderliggers of draagbalken 14 die onderdeel uitmaken van de spanten 2. Het andere eind van de schermdoeken 7 is verbonden aan de schermprofielen 8, die op bekende wijze heen en weer verplaatsbaar zijn tussen telkens twee spanten 2. De schermprofielen 8 zijn daartoe door middel van op zich bekende koppelingen 15 verbonden met de draadvormige aandrijving 16. Door middel van deze aandrijving 16 kunnen de schermdoeken 7 worden overgebracht tussen een gesloten een geopende positie; in figuur 1 is een tussenliggende positie afgebeeld. Verder zijn de schermdoeken 7 door draden 17 ondersteund tegen doorzakken. Aanvullend kunnen boven de schermdoeken 7 draden zijn aangebracht (niet weergegeven), teneinde opwaaien daarvan tegen te gaan.

In figuur 2 is weergegeven op welke wijze de schermdoeken 7 worden aangebracht langs de vaste profielen 18 en de schermprofielen 8. Daarbij komt tegelijkertijd de bevestiging tussen de schermdoeken en de profielen tot stand, zoals hierna zal worden toegelicht. Daarbij wordt een installatie 23 toegepast, bestaande uit een wagen 10 waarop een rol 11 met het opgerolde schermdoek 7 is geplaatst. De wagen 10 bezit wielen 12, zodanig dat deze verrijdbaar is over bijvoorbeeld de verwarmingsbuizen 9 of andere rails die zich op de bodem in de kas bevinden. Aldus kan de wagen 10 geplaatst worden bij elk paar spanten 2. Door middel van de trekinrichting 29 wordt het schermdoek 7 met de daaraan bevestigde vasthoudprofielen 20 in de randprofielen 8, 18 getrokken.

Alvorens het schermdoek 7 aan te brengen, wordt het betreffende schermprofiel 8 tegen de onderligger 14 verschoven dat zich bevindt tegenover de onderligger 14 waaraan het vaste profiel is bevestigd. Uit die profielen 8,18 worden delen 30 verwijderd, zodanig dat de overbrengprofielen 27, 28 kunnen worden aangebracht.

Deze overbrengprofielen omvattende een gekromd overbrengprofiel 28, dat geplaatst wordt in de ruimte die is ontstaan door de delen 30 te verwijderen. Dit overbrengprofiel 28 heeft een ondersneden holte die overeenkomt met de ondersneden holte van de profielen 8,18 zoals getoond in de dwarsdoorsnede volgens figuur 4 (tegenoverliggende profielen zijn spiegelbeeldig gepositioneerd).

Op elk gekromd overbrengprofiel wordt een schuin geplaatst, recht overbrengprofiel 27 aangesloten. Deze overbrengprofielen 27 lopen schuin naar beneden naar de wagen 10, nabij de rol 11. Aan de onderzijde van elk schuin geplaatst profiel 27 wordt het in Figuur 7 weergegeven basisprofiel 19 toegevoerd. Dat basisprofiel 19, waarvan de dwarsdoorsnede is weergegeven in figuur 8, is verkregen door gaten 42 te ponsen of op andere wijze aan te brengen. Het basisprofiel 19 bestaat uit de strip 32, aan een zijde waarvan zich de uitsteeksels 33 bevinden: zie ook figuur 8. In het midden van het basisprofiel 19 bevindt zich een buitengebied 22, zoals later zal worden toegelicht. Door het verwijderen van de delen en het vormen van de gaten 42, zijn stroken 36 ontstaan. Daardoor worden de basiselementen 35 aan elkaar verbonden. Deze basiselementen 35 bestaan elk uit twee min of meer symmetrische helften 25.

Op het aldus gevormde basisprofiel 19 wordt het schermdoek 7 geplaatst. Vervolgens wordt het basisprofiel 19 gevouwen of gebogen rond het gebied 22, waardoor het in dwarsdoorsnede in figuur 4 getoonde vasthoudprofiel 20 ontstaat. Tussen de min of meer symmetrische helften 25 daarvan is het schermdoek 7 geplooid, en vastgezet. Dit vastzetten wordt nog bevorderd door het aanbrengen van de doordrukkingen 34, zoals getoond in de figuren 3-5.

Zoals getoond in figuur 4, bezit het randprofiel 8,18 een bevestigingsprofilering 21, die gevormd wordt door de inwendige begrenzing van de ondersneden holte 26 en die onder andere de dammen 38 en de daartussen bepaalde opening 31 omvat. Het vasthoudprofiel bezit een tegenprofilering 24 die is afgestemd op genoemde bevestigingsprofilering 21 en die de uitsteeksels 33 omvat. Ook andere vormen van de bevestigingsprofilering en de tegenhoudprofilering zijn echter mogelijk, zoals een kraalrand aan het randprofiel en een om de kraalrand grijpend profiel met ondersneden holte. Verder is te zien dat de stroken 36 van het vasthoudprofiel 20 zich ter hoogte van de opening 31 bevinden door middel waarvan de ondersneden holte 26 naar buiten uitmondt. In het bijzonder bevinden de stroken 36 zich tussen de naar elkaar gerichte dammen 38 van het randprofiel 8, 18. Tegenover de opening 31 bevindt zich de gesloten wand 39. De afstand tussen deze gesloten wand 39 en de opening 31 is zodanig gekozen dat de stroken 36 zich bevinden tegenover de naar elkaar gekeerde oppervlakken van de dammen 38. Ook de positie van de uitsteeksels 33 in de ondersneden holte 26 draagt daaraan bij. De gesloten wand 39 bezit verder nog een oplegging 40 voor het vasthoudprofiel 20. Het voordeel van deze uitvoering is dat het schermdoek 7 goed beschermd is tegen contact met het vasthoudprofiel 20, in het bijzonder de dammen 38 die ter plaatse van overgangen tussen verschillende stukken vasthoudprofiel 20 anders tot beschadigingen aan het schermdoek 7 zouden kunnen leiden.

De stroken 36 zijn voorzien van elastische scharnieren 41 in de vorm van een plaatselijke vernauwing. Onder invloed van eventuele rekverschillen tussen het schermdoek 7 en het vasthoudprofiel 20, kunnen deze scharnieren 41 een verkorting van de stroken 36 bewerkstelligen, waardoor te grote spanningen kunnen worden vermeden.

Het detail van figuur 9 toont een gereed vasthoudelement 37 met daaraan verbonden stroken 36, verkregen door het ombuigen van een basiselement 35 met daaraan verbonden stroken 36. De helften 45,46 van het basiselement 35 komen in het vasthoudelement 37 op elkaar te liggen, maar zijn in deze uitvoering niet precies congruent. De puntvormen van de helft 46 lopen enigszins door in de helft 45 met de schuine rand 43, terwijl deze helft 45 een in langsrichting lopende inkeping 44 heeft die aansluit op de schuine rand 43. Zoals te zien is in figuur 9 verkrijgt de begrenzing van het vasthoudelement ter hoogte van de buiglijn 22 daardoor een uiteinde dat schuin wegloopt. Het voordeel daarvan is dat dat uiteinde niet het risico loopt te blijven haken achter overgangen tussen de verscheidene profielen waarlangs de vasthoudelementen met het daarin bevestigde schermdoek 7 (met onderbroken lijnen weergegeven) worden getrokken.

Lijst van de verwijzingstekens 1. Kolom 2. Spant 3. Goot 4. Roede 5. Nok 6. Glasplaat 7. Schermdoek 8. Schermprofiel 9. Verwarmingsbuis of rail 10. Wagen 11. Rol met schermdoek 12. Wiel 13. Scherminstallatie 14. Draagbalk of onderligger 15. Koppeling 16. Draadvormige aandrijving 17. Steundraad 18. Vast profiel 19. Basisprofiel 20. Vasthoudprofiel 21. Bevestigingsprofilering 22. Buiggebied of vouwgebied basisprofiel 23. Bevestigingsinstallatie 24. Tegenprofilering vasthoudprofiel 25. Helft basisprofiel 26. Ondersneden holte randprofiel 27. Recht overbrengprofiel 28. Gekromd overbrengprofiel 29. Trekinrichting 30. Onderbreking in profielen 8, 18 31. Sleuf randprofiel 32. Strip basisprofiel 3 3. U itsteeksel basisprofiel 34. Doordrukking 35. Basiselement 36. Strook 37. Vasthoudelement 38. Dam 39. Gesloten wand 40. Oplegging 41. Elastisch scharnier in strook 42. Opening in basisprofiel 43. Schuine rand van helft 46 44. Inkeping in langsrichting van helft 45 45. Helft van basiselement 46. Helft van basiselement

Claims (24)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een scherminstallatie van een kas of warenhuis, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een randprofiel (8, 18) met een bevestigingsprofilering (21), -het verschaffen van tegenoverliggende vasthoudmiddelen (20) waartussen het schermdoek (7) is vastgehouden en die een tegenprofilering (24) hebben, -het op of in elkaar rijgen van de tegenprofilering (24) van de vasthoudmiddelen (20) met het daaraan vastgehouden schermdoek (7) en de bevestigingsprofilering (21) van het randprofiel (8, 18).

2. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een basisprofiel (19), -het volgens een vouwgebied of buiggebied (22), dat zich in de langsrichting van dat basisprofiel (19) uitstrekt, vouwen respectievelijk buigen van het basisprofiel onder vorming van vasthoudmiddelen in de vorm van een vasthoudprofiel (20).

3. Werkwijze volgens conclusie 2, omvattende de stappen van: -het plaatsen van het basisprofiel (19) en het schermdoek (7) op elkaar, -het daarna vouwen respectievelijk buigen van het basisprofiel (19) en het tegelijkertijd vouwen van het schermdoek (7).

4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een basisprofiel (19) voorzien van tenminste een zich in langsrichting uitstrekkende nominale vouwlijn of buiglijn (22), zoals een plaatselijk dunner gebied, -het vouwen of buigen van het basisprofiel (19) volgens die tenminste ene nominale vouwlijn of buiglijn (22).

5. Werkwijze volgens conclusie 4, omvattende de stap van: -het vouwen of buigen van het basisprofiel (19) over 180 graden volgens die tenminste ene nominale vouwlijn of buiglijn (22).

6. Werkwijze volgens een der conclusies 2-5, omvattende de stappen van: -het verschaffen van het basisprofiel (19) voorzien van tenminste twee zich in langsrichting uitstrekkende, onderling evenwijdige nominale vouwlijnen of buiglijnen (22), -het vouwen of buigen van het basisprofiel (19) volgens die twee nominale vouwlijnen of buiglijnen (22).

7. Werkwijze volgens conclusie 6, omvattende de stap van: -het vouwen of buigen van het basisprofiel (19) over ongeveer 90 graden volgens elk van die twee vouwlijnen of buiglijnen (22).

8. Werkwijze volgens een der conclusies 2-7, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een basisprofiel (19) dat min of meer symmetrisch is ten opzichte van het vouwgebied of buiggebied (22), -het elkaar doen bedekken van beide helften (25) van het basisprofiel (19) onder vorming van het vasthoudprofiel (20).

9. Werkwijze volgens een der conclusies 2-8, omvattende de stappen van: -het verschaffen van een randprofiel (8, 18) waarvan de bevestigingsprofilering een ondersneden holte (26) omvat die uitmondt in een sleuf (31), -het verschaffen van een basisprofiel (19) omvattende een in wezen vlakke strip (32) alsmede zich ter weerszijden van het vouwgebied of buiggebied (22) bevindende uitsteeksels (33) aan het zelfde oppervlak van de vlakke strip (32), -het doen uitsteken van die uitsteeksels (33) aan tegenoverliggende zijden van het vasthoudprofiel (20) zodanig dat de dikte van het vasthoudprofiel zoals bepaald door de uitsteeksels groter is dan de breedte van de sleuf (31), -het schuiven van het vasthoudprofiel (20) in de ondersneden holte (26) van het randprofiel (8, 18) waarbij het schermdoek (7) en/of het vasthoudprofiel (20) door de sleuf (31) steekt.

10. Werkwijze volgens een der conclusies 2-9, omvattende de stap van: -het op regelmatige onderlinge afstanden verwijderen van delen (42) uit het basisprofiel, zoals door ponsen, onder vorming van basiselementen (35) die onderling zijn verbonden door tegenoverliggende stroken (36), -het bij het vouwen of buigen van het basisprofiel (19) elkaar doen bedekken van de aanvankelijk tegenoverliggende stroken (36), -het bij het vouwen of buigen van de basiselementen (35) vormen van vasthoudelementen (37).

11. Werkwijze volgens conclusie 10, omvattende de stap van: -het vormen van elastische scharnieren (41) in de stroken (36), welke scharnieren (41) een rotatie dwars ten opzichte van de langsrichting van de stroken (36) toelaten.

12. Werkwijze volgens conclusie 1, omvattende de stappen van: -het verschaffen van twee tegenoverliggende vasthoudprofieldelen, -het aan elkaar bevestigen van de vasthoudprofieldelen met daartussen het schermdoek.

13. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stap van: -het bevestigen van het schermdoek (7) in de tegenoverliggende vasthoudmiddelen (20) door het aanbrengen van doorgedrukte of geponste gebieden (34) in op elkaar liggende delen (25) van de vasthoudmiddelen (20) waartussen zich het schermdoek (7) bevindt.

14. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, omvattende de stap van: -het op of in elkaar rijgen van de tegenprofilering (24) van de vasthoudmiddelen (20) en de bevestigingsprofilering (21) van het randprofiel (8, 18) door de vasthoudmiddelen en het randprofiel in langsrichting ten opzichte van elkaar te verschuiven.

15. Scherminstallatie (13) voor een kas of warenhuis, omvattende een schermdoek (7) met aan beide langsranden vasthoudmiddelen (20) vervaardigd volgens de werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, alsmede aan de kasconstructie voorziene randprofielen (8,18) waarin telkens een der vasthoudmiddelen (20) is opgenomen.

16. Scherminstallatie (13) volgens conclusie 15, waarbij elk randprofiel (8, 18) een ondersneden holte (26) omvat en de vasthoudmiddelen (20) uit de ondersneden holte (26) steken.

17. Scherminstallatie (13) volgens conclusie 16, waarbij de ondersneden holte (26) een opening (31) heeft die aan een zijde is bepaald door naar elkaar gerichte dammen (38) en aan de tegenoverliggende zijde door een gesloten wand (39), waarbij de afstand tussen de opening (31) en de wand (39) ten hoogste gelijk is aan de overeenkomstige afmeting van de vasthoudmiddelen (20).

18. Scherminstallatie (13) volgens conclusie 17, waarbij de gesloten wand (39) is voorzien van een oplegging (40) voor de vasthoudmiddelen (20).

19. Scherminstallatie (13) volgens conclusie 17 of 18 vervaardigd volgens de werkwijze volgens conclusie 9, waarbij de uitsteeksels (33) zich bevinden tegenover de dammen (38).

20. Basisprofiel (19) voor gebruik bij de werkwijze volgens conclusie 9, voorzien van tenminste een in wezen vlakke strip (32) met een in langsrichting zich uitstrekkende vouwlijn of buiglijn (22) alsmede zich ter weerszijden van het vouwgebied of buiggebied bevindende uitsteeksels (33) aan het zelfde oppervlak van de vlakke strip.

21. Vasthoudprofiel (20) verkregen door middel van de werkwijze volgens conclusie 9, omvattende een volgens een in langsrichting zich uitstrekkende vouwlijn of buiglijn (22) gevouwen respectievelijk gebogen strip (32) met zich naast elkaar uitstrekkende stripdelen (36, 45, 46), alsmede aan de van elkaar afgekeerde oppervlakken van de stripdelen voorziene uitsteeksels (33).

22. Vasthoudprofiel (20) volgens conclusie 21, omvattende vasthoudelementen (37) die twee aan twee zijn verbonden door op elkaar zich bevindende stroken (36).

23. Vasthoudprofiel volgens conclusie 22, waarbij de vasthoudelementen (37) naar elkaar gekeerde spits toelopende einden bezitten.

24. Vasthoudprofiel volgens conclusie 23, waarbij de vasthoudelementen (37) op elkaar liggende helften (45,46) omvatten, en de schuine rand (43) van een helft (46) zich voorzet voorbij de buiglijn of vouwlijn (22) tot de andere helft (45), welke andere helft (45) een op die schuine rand (43) aansluitende inkeping (44) bezit.