NL2016892B1 - Scherminrichting voor een warenhuis - Google Patents
Scherminrichting voor een warenhuis Download PDFInfo
- Publication number
- NL2016892B1 NL2016892B1 NL2016892A NL2016892A NL2016892B1 NL 2016892 B1 NL2016892 B1 NL 2016892B1 NL 2016892 A NL2016892 A NL 2016892A NL 2016892 A NL2016892 A NL 2016892A NL 2016892 B1 NL2016892 B1 NL 2016892B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- screen
- longitudinal
- fastening
- screening device
- receiving chamber
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G9/00—Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
- A01G9/22—Shades or blinds for greenhouses, or the like
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y02—TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
- Y02A—TECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
- Y02A40/00—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
- Y02A40/10—Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
- Y02A40/25—Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Operating, Guiding And Securing Of Roll- Type Closing Members (AREA)
- Greenhouses (AREA)
Abstract
Scherminrichting die is ingericht om aangebracht te worden aan de steunconstructie van een warenhuis of kas voor het telen van gewas, de scherminrichting omvattende een door de steunconstructie te ondersteunen langsligger en een aan de langsligger bevestigbaar schermdoek, waarbij de langsligger een zich in langsrichting uitstrekkend bevestigingsdeel heeft omvattende een langgerekte opnamekamer met een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede en een ten opzichte van de opnamekamer vernauwde sleufvormige doorgang; en waarbij ten minste één van de langsranden van het schermdoek voorzien is van ten minste een bevestigingsorgaan voor bevestiging van het schermdoek aan de langsligger, waarbij het bevestigingsorgaan een aan een langsrand van het schermdoek bevestigde bevestigingsband en een rij aan de bevestigingsband aangebrachte bevestigingstanden omvat, waarbij elk van de bevestigingstanden een verdikking omvat die geschikt is om in de opnamekamer geleid te worden ter bevestiging van het bevestigingsorgaan aan het bevestigingsdeel van de langsligger.
Description
Octrooicentrum
Nederland
Θ 2016892 (21) Aanvraagnummer: 2016892 © Aanvraag ingediend: 03/06/2016
BI OCTROOI @ Int. CL:
A01G 9/22 (2016.01)
(4^ Aanvraag ingeschreven: | (73) Octrooihouder(s): |
11/12/2017 | Metaal- en Kunststoffen Industrie Snelder B.V. |
te Utrecht. | |
(43) Aanvraag gepubliceerd: | |
11/12/2017 | |
(72) Uitvinder(s): | |
(47) Octrooi verleend: | Willem Cornells Van Roest te Ijsselstein. |
12/01/2018 | |
(45) Octrooischrift uitgegeven: | θ Gemachtigde: |
12/02/2018 | ir. P.J. Hylarides c.s. te Den Haag. |
(54) SCHERMINRICHTING VOOR EEN WARENHUIS (57) Scherminrichting die is ingericht om aangebracht te worden aan de steunconstructie van een warenhuis of kas voor het telen van gewas, de scherminrichting omvattende een door de steunconstructie te ondersteunen langsligger en een aan de langsligger bevestigbaar schermdoek, waarbij de langsligger een zich in langsrichting uitstrekkend bevestigingsdeel heeft omvattende een langgerekte opnamekamer met een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede en een ten opzichte van de opnamekamer vernauwde sleufvormige doorgang; en waarbij ten minste één van de langsranden van het schermdoek voorzien is van ten minste een bevestigingsorgaan voor bevestiging van het schermdoek aan de langsligger, waarbij het bevestigingsorgaan een aan een langsrand van het schermdoek bevestigde bevestigingsband en een rij aan de bevestigingsband aangebrachte bevestigingstanden omvat, waarbij elk van de bevestigingstanden een verdikking omvat die geschikt is om in de opnamekamer geleid te worden ter bevestiging van het bevestigingsorgaan aan het bevestigingsdeel van de langsligger.
NL BI 2016892
Dit octrooi is verleend ongeacht het bijgevoegde resultaat van het onderzoek naar de stand van de techniek en schriftelijke opinie. Het octrooischrift wijkt af van de oorspronkelijk ingediende stukken. Alle ingediende stukken kunnen bij Octrooicentrum Nederland worden ingezien.
SCHERMINRICHTING VOOR EEN WARENHUIS
De uitvinding heeft betrekking op een scherminrichting die is ingericht om aangebracht te worden aan de steunconstructie van een warenhuis of kas voor het telen van gewas, de scherminrichting omvattende een door de steunconstructie te ondersteunen langsligger en een aan de langsligger bevestigbaar schermdoek.
De liggers van de scherminrichting zijn ofwel stationair ofwel beweegbaar ten opzichte van de steunconstructie. Door de beweegbare ligger te verplaatsen kan het schermdoek worden uitgevouwen of ingevouwen om de hoeveelheid licht dat het warenhuis of de kas binnendringt (of vanuit het warenhuis of de kas naar buiten treedt) te vergroten of te verkleinen. Deze verplaatsing kan op bekende wijze via één of meer aandrijfmechanismen gerealiseerd worden. In veel gevallen zal bij het bouwen van een warenhuis of kas eerst de steunconstructie en de genoemde liggers worden aangebracht en pas daarna is het schermdoek aan de beurt.
Er zijn talloze manieren om een schermdoek van een warenhuis of kas aan één of meer van de stationaire en/of beweegbare liggers van een scherminrichting aan te brengen. Soms wordt gebruik gemaakt van zogenaamde losse doekclips waarmee het schermdoek op een beperkt aantal verschillende posities aan een ligger kan worden vastgeklemd. Het gebruik van doekclips vergt nogal wat menselijke arbeid en heeft daarom vaak niet de voorkeur.
Het is tevens bekend om het schermdoek te voorzien van een langgerekte strip met daarop aangebracht een rij geleidingsorganen die in uitsparing in een profiel te geleiden zijn. De uitsparing is echter zodanig van vorm dat de geleidingsorganen de neiging hebben om in de holte vast te lopen. Voorts hebben de bekende geleidingsorganen een complexe en specifieke vorm en zijn deze kostbaar om te vervaardigen. Verder vindt het aanbrengen van de geleidingsorganen plaats juist voordat het schermdoek in de kas wordt opgetrokken. Hiervoor is een specifieke machine nodig bij ieder project, hetgeen nadelig werkt en in de praktijk vrijwel niet uitvoerbaar is.
De bekende wijzen van bevestiging van het schermdoek aan het warenhuis hebben alle het verdere bezwaar dat in geval van brand de bevestiging tussen het schermdoek en de liggers van het warenhuis snel verloren gaat en het al dan niet brandende schermdoek naar beneden kan vallen.
US 2004/134122 Al beschrijft een systeem waarin door middel van een van een rij verdikkingen voorziene trekkabel een van soortelijke verdikkingen voorziene schermrand door een sleuf van een profiel getrokken. Dit bekende systeem vergt dus een aparte trekkabel met verdikkingen waarbij de trekkabel speciaal moet zijn uitgerust om de schermrand aan te grijpen en waarbij zowel de trekkabel als de schermrand langs sleuven binnenin een profiel getrokken worden. Deze constructie is relatief complex en kostbaar.
Het is een doel een verbeterde scherminrichting te verschaffen waarin ten minste één van de genoemde en/of andere bezwaren van de techniek is ondervangen of is verminderd.
Het is ook een doel een scherminrichting te verschaffen die soepel en gemakkelijk aan de liggers van een warenhuis te bevestigen is en/of daarvan de verwijderen is.
Het is een doel een scherminrichting te verschaffen die beter bestond is tegen brand.
Ten minste één van de genoemde en/of andere doeken wordt volgens een eerste aspect bereikt in een scherminrichting die is ingericht om aangebracht te worden aan de steunconstructie van een warenhuis of kas voor het telen van gewas, de scherminrichting om vattende een door de steunconstructie te ondersteunen langsligger en een aan de langsligger bevestigbaar schermdoek, waarbij de langsligger een zich in langsrichting uitstrekkend bevestigingsdeel heeft omvattende een langgerekte opnamekamer met een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede en een ten opzichte van de opnamekamer vernauwde sleufvormige doorgang; en waarbij ten minste één van de langsranden van het schermdoek voorzien is van ten minste een bevestigingsorgaan voor bevestiging van het schermdoek aan de langsligger, waarbij het bevesligingsorgaan een aan een langsrand van het schermdoek bevestigde bevestigingsband en een rij aan de bevestigingsband aangebrachte bevestigingstanden omvat, waarbij elk van de bevestigingstanden een verdikking omvat die geschikt is om in de opnamekamer geleid te worden ter bevestiging van het bevestigingsorgaan aan het bevestigingsdeel van de langsligger, waarin de doorsnede van verdikkingen aan de vrije uiteinden van de bevestigingstanden minimaal circa 0,5 mm en maximaal circa 2 mm groter zijn dan de dwarsdoorsnede van de opnamekamer en waarbij het aantal bevestigingstanden per strekkende centimeter groter is dan 2, bij voorkeur groter is dan 5 of met nog meer voorkeur groter is dan 10.
De tanden van het bevestigingsorgaan in combinatie met de ronde (bijv. cirkel vormige of ovale) opnamekamer verschaffen aan de bevestiging van het schermdoek bijzonder goede loopeigensehappen, zodat het schermdoek soepel en met kleine kans op haperingen in liggers in te ritsen zijn. De bevestigingstanden zijn voorts uitgevoerd om zodanig aan te grijpen in de opnamekamer van de bevestigingsdeel, dat het bevestigingsorgaan in dwarsrichting aan de langsligger gefixeerd is en in langsrichting door de opnamekamer geleid kan worden.
In een uitvoeringsvorm is het vrije uiteinde van elk van de geleidingstanden uitgevoerd met een verdikking, waarbij de doorsnede van de verdikking groter is dan de breedte van de doorgang in de bevestigingsdeel. In een uitvoeringsvorm heeft de verdikking in dwarsdoorsnede een in hoofdzaak ronde of ovale vorm en/of heeft de opnamekamer in dwarsdoorsnede een in hoofdzaak ronde of ovale vorm.
Om een goede en betrouwbare geleiding te realiseren is de doorsnede van verdikkingen aan de vrije uiteinden van de bevestigingstanden minimaal circa 0,5 mm en maximaal circa 2 mm groter dan de dwarsdoorsnede van de opnamekamer. Verder heeft het de voorkeur om een relatief groot aantal bevestigingstanden per lengle-eenheid te gebruiken. In een uitvoeringsvorm is het aantal bevestigingstanden per strekkende centimeter groter is dan 2, bij voorkeur groter is dan 5 of met nog meer voorkeur groter is dan 10.
In een verdere uitvoering omvat de scherminrichting:
- een door de steunconstructie te ondersteunen eerste langsligger met een zich in langsrichling uitstrekkende eerste bevestigingsdeel omvattende een langgerekte eerste opnamekamer en een ten opzichte van de eerste opnamekamer vernauwde doorgang;
- een door de steunconstructie te ondersteunen tweede langsligger met van een zich in langsrichting uitstrekkende tweede bevestigingsdeel omvattende een langgerekte tweede opnamekamer en een ten opzichte van de tweede opnamekamer vernauw'de doorgang, waarbij de tweede langsligger zich in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste langsligger uitstrekt;
waarbij ten minste één van de langsliggers in dwarsrichting verplaatsbaar is uitgevoerd en waarbij ten minste één van de langsranden van het schermdoek voorzien is van ten minste een bevestigingsorgaan voor bevestiging van het schermdoek aan ten minste één van de eerste en tweede langsligger.
In een bepaalde uitvoering is de bevestigingsband een weefselband. Het gebruik van een weefsel heeft het voordeel dat dit eenvoudig aan het schermdoek te bevestigen is, bijvoorbeeld door het weefsel vast te naaien of vast te sealen. Bij voorkeur wordt een weefsel van een vergelijkbare soepelheid als die van het schermdoek gebruikt. In andere uitvoeringen wordt er een stij vere bevestigingsband toegepast teneinde het inrijgen of aanritsen van de schermdoek te vergemakke 1 ij ken.
Bij voorkeur is de langsafmeting van elk van de bevestigingstanden (d.w.z. de kenmerkende breedte van een bevestigingstand, bijvoorbeeld de grootte van de kop van een bevestigingstand) gelijk aan of groter dan de onderlinge langsafstand (d.w.z. de tussenafstand) tussen naburige bevestigingstanden. Deze uitvoering zorgt voor een zeer soepele geleiding van het bevestigingsorgaan in het bijbehorende profiel, met een kleine kans op vastlopen.
In bepaalde uitvoering is de opnamekamer geïntegreerd (bijvoorbeeld uit één stuk gevormd) met het schermprofiel en/of spantprofiel. In andere uitvoeringen is de opnamekamer voorzien in een separaat geleidingsprofiel dat los te nemen aan een schermprofiel en/of het spantprofiel te bevestigen is. In laatstgenoemde uitvoeringen kan het scherm ook aan bestaande profielen worden geritst die oorspronkelijk niet van een opnamekamer waren voorzien.
Bij voorkeur is het bevestigingsorgaan gevormd van een deel van een ritssluiting. Ritssluitingen worden in vele verschillende soorten en maten en in grote aantallen geleverd en zijn beschikbaar voor veel verschillende toepassingen. Ze zijn relatief goedkoop, betrouwbaar en gemakkelijk te verwerken. In feite kan gebruik worden gemaakt van een halve ritssluiting, dat wïl zeggen een ritssluiting zonder de gebruikelijke slider/schuiver en slechts met één in plaats van de gebruikelijke twee van tanden voorziene banden ( tapes).
Volgens een tweede aspect wordt een warenhuis voor het telen van gewas verschaft, waarbij het warenhuis een steunconstructie waaraan ten minste een scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies is aan gebracht alsmede tussen langsliggers van de steunconstructie opgespannen spandraden voor het opvangen van het schermdoek omvat.
Verdere voordelen, kenmerken en details van de uitvinding zullen worden verduidelijkt aan de hand van navolgende beschrijving van enige uitvoeringsvormen daarvan. In de beschrijving wordt verwezen naar de bijgevoegde figuren, waarin tonen:
Figuur 1 een schematisch aanzicht in perspectief van een op een ondergrond geplaatst warenhuis (of kas) dat geschikt is voor het daarin telen van gewas en voorzien is van een aantal scherminrichtingen volgens verschillende uitvoeringsvormen;
Figuur 2 een dwarsdoorsnede door een eerste uitvoeringsvorm van een scherminrichting;
Figuur 3 een detailaanzicht van de eerste uitvoering van figuur 2;
Figuren 4A en 4B respectievelijke aanzichten in perspectief van een deel van de eerste uitvoeringsvorm van de scherminrichting, waarbij figuur 4A de toestand vóór het inritsen en figuur 4B de toestand tijdens het inritsen aangeeft;
Figuur 5 een aanzicht in perspectief van een tweede uitvoeringsvorm van een scherminrichting, inclusief een tweetal detailaanzichten;
Figuren 6A-6C respectievelijk een zijaanzicht, een detailaanzicht A en een detailaanzicht B van de tweede uitvoeringsvorm.
Figuur 1 toont een ondergrond (O) waarop een steunconstructie 2 van een warenhuis of kas 1 is aangebracht. De steunconstructie omvat een aantal staanders en liggers en is uitgevoerd om een aantal scherminrichtingen te dragen waarmee de lichtinval op het in het warenhuis geteelde gewas en/of de lichtuittrede uit de kas kan worden kan w'orden geregeld. De steunconstructie 2 kan hierbij tevens als steun dienen voor de transparante gevels en daken 5, welke bijvoorbeeld zijn opgebouwd uit een aantal glazen panelen. In een andere, niet weergegeven uitvoeringsvorm is echter hiervoor een aparte steunconstructie voorzien.
Steunconstructie 2 omvat in de getoonde uitvoeringsvormen een aantal verticale staanders 3 waaraan een hoeveelheid rechtopstaand traliewerk (d.w.z. tralies 7) met onder meer een aantal horizontale liggers 4, 9 is aangebracht. De liggers 4, bijvoorbeeld in de vorm van spantprofielen, strekken zich uit in een langsrichting (richting PJ. Tevens kunnen er liggers 9 zijn voorzien die zich in dwarsrichting (richting P2) uitstrekken, in de getoonde situatie is de steunconstructie 2 voorzien van een tweetal horizontale scherminrichtingen 10,10’ voor het regelen van de lichtinval/lichtuittrede van het dak en een verticale scherminrichting 11 voor het regelen van de lichtinval/uittrede van een kopgevel van het warenhuis. De gebruikelijke overige scherminrichtingen voor de overige gevels zijn voor de duidelijkheid van de tekening weggelaten.
Voor wat betreft de scherminrichtingen 10, 10’ vormen de spantprofielen zogenaamde stationaire langsliggers die zich in de langsrichting van de kas 1 uitstrekken. Evenwijdig aan deze stationaire langsliggers 4 is een aantal verplaatsbare langsliggers 8, bijvoorbeeld in de vorm van schermprofielen, aangebracht, dat wil zeggen één schermprofiel per scherminrichting 10, 10’. Deze verplaatsbare langsliggers 8 zijn in dwarsrichting (P2) verplaatsbaar via een niet-getoond aandrijfmechanisme. Tussen een stationaire langsligger 4 en een verplaatsbare langsligger 8 kan een schermdoek 6 worden aangebracht. In de getoonde uitvoering wordt het schermdoek 6 aangebracht aan de langsliggers 4,8 met behulp van aan weerszijden van het schermdoek voorziene bevestigingsorganen 24 (figuur 3). De wijze van bevestiging van het schermdoek aan de langsliggers zal later in meer detail beschreven worden.
Voorbeelden van het bovengenoemde aandrijfmechanisme zijn het op zichzelf bekende trek-duwsysteem of het trekdraadsysteem. In een trek-duwsysteem wordt het schermprofiel via aan het schermprofiel gekoppelde tandheugels en trek-duwbuizen bediend. Bij een trekdraadsysteem zorgt een aandrijfbuis met spanbussen, waarop staalkabels worden op- en afgewikkeld, voor de horizontale beweging van het schermprofiel tussen de tralies 7. Verder zijn tussen de tralies 7, in het bijzonder tussen de liggers 4, een aantal evenwijdige en zich in dwarsrichting uitstrekkende sets spandraden 19,20 aangebracht. Deze spandraden helpen bij het geleiden van het schermprofiel en bieden ook de mogelijkheid om daarop een schermdoek 6 op te vangen, bijvoorbeeld tijdens de montage daarvan aan de liggers. Deze spandraden 19,20 kunnen zijn vervaardigd van polyester of, bij voorkeur, van vlam vertragend materiaal om bij brand het knappen van de spandraden tegen te gaan. Een voorbeeld van een dergelijk type spandraad is beschreven in EP 1 790 213 Al, de inhoud waarvan als hier ingelast dient te worden beschouwd.
In figuur 1 is verder een verticale scherminrichting 11 weergegeven. Deze scherminrichting 11 omvat een schermdoek 12 dat aan één langszijde aan een stationaire ligger 9 is aangebracht en aan de andere, tegenover liggende langszijde is aangebracht aan een roteerbare rolbuis 13. De roteerbare rolbuis kan in een bepaalde uitvoering intern voorzien zijn van een elektromotor, meer in het bijzonder een buismotor, waarbij de elektromotor voorzien is van een aangrijpmechanisme voor het aangrijpen op een verticale rolbuisgeleider (niet getoond), bijvoorbeeld een naast één van de staanders 2 opgestelde verticale stang . Door bediening van de buismotor in de rolbuis 13 gaat de rolbuis roteren (rotatierichting R, figuur 1) zodat deze naar boven of naar beneden (richting P3) verplaatst wordt en het schermdoek 12 wordt opgerold resp. afgerold. De rolbuis 13 vormt hiermee een verplaatsbare langsligger waarbij de verplaatsing (deze keer in op- en neerwaartse richting in plaats van in horizontale richting) zorgt voor het aanpassen van de lichtinval in (of de lichtuittrede uit) het warenhuis 1.
In figuren 2-4 wordt een uitvoeringsvorm van een scherminrichting 10,10' nader uiteengezet. Figuur 2 toont een dwarsdoorsnede van een scherminrichting omvattende een stationaire langsligger 4 in de vorm van een spantprofiel 30, een beweegbare langsligger 8 in de vorm van een schermprofiel 15 alsmede een tussen de beide langsliggers 4.8 aangebracht schermdoek 6. De beweegbare langsligger 8 omvat een schermprofiel 15 dat een centraal enigszins gekromd profieldeel heeft dat aan een eerste langszijde voorzien is van een langgerekt bevesligingsdeel 16. Dit bevestigingsdeel 16 maakt onderdeel uit van (d.w.z. is geïntegreerd met) het schermprofiel 15 en is zodanig uilgevoerd dat daarin een langgerekte, zich in hoofdzaak langs de gehele lengte van het schermprofiel 15 verlopende opnamekamer 23 gevormd is waarbij tussen de opnamekamer 23 en de buitenwereld een nauwe, spieetvormige doorgang 14 voorzien is. De breedte van de doorgang heeft bij voorkeur over de gehele lengte van de ligger een in hoofdzaak constante waarde, bijvoorbeeld een waarde tussen 1,0 mm en 2,0 mm, of, bij voorkeur, tussen ca. 1,1-1,3 mm.
Verder is het schermprofiel 15 op bekende wijze voorzien (aan de tegenover liggende zijde) van een afsluitrubber 24, een onderste draadgeleider 17 voor het geleiden van een onderste spandraad 20 alsmede een bovenste draadgeleider 18 voor het geleiden van een bovenste spandraad 19. Evenzo is de langsligger 4 opgebouwd uit een stationair spanprofiel 30 dat aan de naar het schermprofiel 15 gerichte zijde voorzien is van een bevestigingsdeel 40. De bevestigingsdeel 40 omvat een langgerekte opnamekamer 41 (analoog aan de opnamekamer 23 in het schermprofiel 15) en een tussen de opnamekamer 41 en de buitenwereld voorziene smalle (spleetvormige) doorgang 42.
In elk van de opnamekamers 23,41 kan een op de hierna beschreven wijze een bevestigingsorgaan 24 van een schermdoek 6 worden aangebracht. Bevestigingsorgaan 24 is aangebrachl langs beide langsranden van het schermdoek 6 en omvat in deze uitvoering de helft van een rits. Hel bevestigingsorgaan 24 (rits) omvat een aan de langsrand van het schermdoek 6 bevestigde bevestigingsband 25 en een rij aan de bevestigingsband 25 aangebrachte bevestigingspanden 27. De bevestigingsband 25 is in de getoonde uitvoeringsvorm een weefselband, bijvoorbeeld een weefsel van katoen of polyester, en het weefsel is via stiksels 26 vastgenaaid aan de langsrand van het scherm 6. In andere uitvoeringsvormen wordt de weefselband 25 op andere wijze aan het schermdoek aangebracht, bijvoorbeeld in een sealing proces. Verder is in andere uitvoeringsvormen de band niet gevormd van een weefsel, maar bijvoorbeeld gevormd van een strook kunststof of rubber.
Elk van de bevestigingsslanden 27 van hel bevestigingsorgaan 24 omvat een voet 35, een hals 37 en een kop 36. De kop 36 is een verdikking aan het vrije uiteinde van de bevestigingstand. De verdikking (kop) is breder dan de hals 37. Met andere woorden, de dwarsdoorsnede ter hoogte van een verdikking (kop) is groter dan die ter hoogte van de hals. Verder zijn de afmetingen van de verdikking (kop) 36 aangepast aan de afmetingen van de opnamekamer 23, 41 met dien verstande dal de kop hierin vrij te geleiden (verplaatsen) is maar waarbij de verdikking (kop) breder is dan de dwarsafmetingen van de spieetvormige doorgang 14,42 zodat wanneer de koppen van de tanden eenmaal in het bevestigingsdeel 16,40 zijn aangebracht door deze de kamer 23,41 te schuiven (richting P4, figuren 4A en 4B), dit bevestigingsorgaan niet meer in een richting loodrecht op de geleidingsinrichting (P4) verplaatst kan worden. Het aanbrengen van het schermdoek 6 aan het schermprofïel 15 en/of spantprofiel 30 kan plaatsvinden door het schermdoek eenvoudig aan de profielen vast te ritsen. Het verwijderen van het schermdoek uit de profielen kan op soortgelijke wijze plaatsvinden, bijvoorbeeld door het schermdoek verder in dezelfde richting of in tegengestelde richting te verplaatsen.
De afmeting in langsrichting van elk van de bevestigingstanden (d.w.z. de kenmerkende breedte van elk van de tanden, bijvoorbeeld de breedte (b, figuur 3) van de kop van de tand) is bij voorkeur gelijk aan of groter dan de onderlinge langsafstand tussen naburige bevestigingstanden (bijvoorbeeld de langsafstand (a) ter plaatse van de voet 35). In bepaalde uitvoeringen is de langsafmeting van bevestigingstanden circa 0,8 mm en is de onderlinge afstand tussen de bevestigingstanden eveneens 0,8 mm. Een voordeel van een tand met een gelijke breedte of grotere breedte dan de tussenafstand is dat het schermdoek soepeler in de profielen kan worden dan wanneer gebruik wordt gemaakt van een uit één stuk vervaardigd bevestigingsorgaan en/of wanneer eventuele uitsteeksels van het bevestigingsorgaan op een grotere onderlinge afstand worden aangebracht.
Voorts zijn de koppen van de bevestigingstanden zodanig uitgevoerd, dat ze een dwarsdoorsnede hebben van maximaal 50% van de dwarsdoorsnede van de langgerekte opnamekamer. Ook hierdoor wordt geleidbaarheid van het bevestigingsorgaan voor de opnamekamer verbeterd en/of is de kans vastlopen daarvan gering.
Alhoewel het schermdoek achter elkaar aan een eerste en een tweede langsligger aangebracht kan worden, is het ook mogelijk om het schermdoek 6 tegelijkertijd aan beide liggers 4,8 aan te brengen. Dit verkort de montagetijd van het scherm aanzienlijk.
Doordat de bevestigingstanden van het bevestigingsorgaan gemakkelijk kunnen worden ingetrokken in de opnamekamers van de respectievelijke span- of schermprofielen en een soepele geleiding realiseerbaar is, behoeft het schermdoek niet meer te worden vastgezet met de gebruikelijke doekclips zodat het aanbrengen van het schermdoek (of het eventueel verwijderen daarvan) efficiënt kan worden uitgevoerd. Teneinde een grote male van souplesse mogelijk te maken is het bevestigingsdeel zodanig uitgevoerd dal het aantal bevestigingstanden per lengteeenheid relatief groot is, bij voorkeur groter dan 2 bevestigingstanden per strekkende centimeter, met nog meer voorkeur meer dan 5 of zelfs meer dan 10 bevestigingstanden per strekkende centimeter. Verder zijn de vorm en afmetingen van de opnamekamer en die van de koppen van de bevestigingstanden van het bevesligingselement zodanig op elkaar afgestemd, dat er een geschikte speling tussen de bevestigingstanden en het binnenoppervlak van het bevestigingsdeel is om een goede geleiding te realiseren. De opnamekamer heeft met andere woorden enige overmaat ten opzichte van de verdikkingen (d.w.z. koppen) aan de vrije uiteinden van de be vestigingslanden.
Gebleken is dat de doorsnede van de koppen van de bevestigingstanden minimaal circa 0,5 mm en maximaal circa 2 mm groter moet zijn dan de dwarsdoorsnede van de opnamekamer om een bijzonder goede geleiding met een kleine kans op haperingen te realiseren. De maximale dikte van het bevestigingsorgaan is bij voorkeur kleiner dan 5 mm en met nog meer voorkeur kleiner dan 2 mm teneinde de totale dikte bij een opgerold schermdoek te beperken.
In figuren 5, 6A-6C is een uitvoering van de bevestiging van het schermdoek 12 van de verticale scherminrichting 11 uit figuur 1 weergegeven. Op soortgelijke wijze als eerder beschreven zijn beide langsranden 60 van het schermdoek 12 voorzien van een halve rits, omvattende een bevestigingsband 61 die voorzien is van een groot aantal tanden 62. De bevestigingsband 61 en de bevestigingstanden 62 vormen samen het bevestigingsorgaan 63. Het bevestigingsorgaan 63 kan op soortgelijke wijze als eerder beschreven is in een langgerekt bevestigingsdeel 64 in de rolbuis 13 en een langgerekt bevestigingsdeel 74 aan de ligger 9 geschoven worden.
Het bevestigingsdeel 64 omvat een in een naar binnen toe uitstekend profieldeel 65 en een separaat daarin bevestigd geleidingsprofiel 66. Het bevestigingsdeel 64 omvat een langgerekte kamer 67 en een tussen de kamer 67 en de buitenwereld voorziene spieetvormige doorgang 68. Op dezelfde plaats is in de cilindrische wand van de rolbuis 13 een spieetvormige doorgang aangebracht. Hierdoor is het mogelijk om het schermdoek 12 eenvoudigweg aan de beweegbare ligger (dat wil zeggen de rolbuis 13) te bevestigen door de tanden 62 van het bevestigingsorgaan 63 in de opnamekamer 67 te schuiven. Op soortgelijke wijze omvat hel bevestigingsdeel 74 van de stationaire ligger 9 een langgerekte kamer 77 en een tussen de kamer 77 en de buitenwereld voorziene spieetvormige doorgang 78. Hierdoor is het mogelijk om het schermdoek 12 aan de stationaire ligger 9 te bevestigen door de tanden 62 van het bevestigingsorgaan 63 in de opnamekamer 77 te schuiven.
In de figuren is de uitvoering weergegeven waarin hel schermdoek 6,12 enkellaags is uitgevoerd. Het is duidelijk dat in andere uitvoeringen het schermdoek 6,12 meerlaags (bijvoorbeeld dubbellaags) is uitgevoerd. In het geval van een dubbellaags schermdoek kunnen bijvoorbeeld de langsranden aan weerszijden van een bevestigingsband van het bevestigingsorgaan gebracht worden ( waarbij de bevestigingsband dus gesandwicht is tussen de beide langsranden), bijvoorbeeld door deze vast te naaien of vast te sealen.
De steunconstructie en liggers van de scherminrichting kunnen profielen omvatten die zijn vervaardigd uit kunststof, verzinkt staal en/of aluminium. De bevestigingstanden zijn vaak vervaardigd van kunststof of metaal. Het is gebleken dat ondanks het verschil in materiaal (bijvoorbeeld metalen bevestigingstanden die geleid worden in een stalen of aluminium profiel) de geleidbaarheid van het bevestigingsorgaan langs het profiel goed is.
In een verdere uitvoering is het mogelijk om de weefselband van het bevestigingsorgaan uit te voeren in vlamdovend materiaal. Dit vlamdovend materiaal zorgt ervoor dat in geval van brand of soortgelijke calamiteiten hel schermdoek langer aan de liggers bevestigd blijft. Een voorbeeld van vlamdovend materiaal is die waarbij het materiaal van het bevestigingsorgaan (de rits), bij voorbeeld nylon of polyester, vervaardigd is waaraan een additief is toegevoegd, bijvoorbeeld een additief zoals beschreven is in het document EP 1 790 213 Al, welk document hierbij als ingelast kan worden beschouwd. Een voorbeeld van een geschikt vlamdovend materiaal is polyester met een Cesa© additief (bijv. 8% additief).
De span en/of schermprofielen kunnen zijn vervaardigd van aluminium of kunststof, in andere uitvoeringsvormen zijn ze gemaakt uit een verzinkt stalen walsprofiel. in al deze gevallen kan er een opnamekamer in het profiel zelf zijn voorzien voor het opnemen van het bevestigingsorgaan. Zoals boven in verband met de uitvoering van figuren 5-6 al vermeld is, kan er in andere uitvoeringen sprake zijn van een separaat geleidingsprofiel dat iosneembaar aan het schermprofiel en/of het spanprofiel bevestigd is. Wanneer bijvoorbeeld gebruik wordt gemaakt van een type schermprofiel/spantprofiel dat overeenkomt met het scherm-/span tprofiel volgens figuren 1 -4 maar die niet voorzien zijn van een geïntegreerd bevestigingsdeel, kan het geleidingsprofiel (dat het bevestigingsdeel vormt) aan he scherm-/span tprofiel bevestigd worden zodat een opnamekamer met doorgang ter beschikking komt ter bevestiging van het bevestigingsorgaan van een schermdoek. Op deze wijze kunnen ook bestaande profielen naderhand worden aangepast en geschikt worden gemaakt voor het opnemen van de bevestigingsorganen (retro fit), dus ook wanneer er geen opnamekamer aanwezig is.
Doordat het schermdoek aan een of meer langszijden wordt voorzien van een bevestigingsorgaan, is er sprake van dat het schermdoek aan deze zijde verstevigd wordt zodat ook na intrekken de technische eigenschappen van het schermdoek meer of meer intact blijven. Verder voorkomt deze constructie het foutief optrekken van het schermdoek en is derhalve de kans verminderd dat het weefsel daarvan uit elkaar wordt getrokken en de werking van het schermdoek wordt verminderd.
De scherminrichting maakt het mogelijk een spanningsvrije montage te realiseren, zodat het doek zich te allen tijde kan zetten en eventuele krimp eenvoudig wordt opgevangen. Voorts zijn minder doekvouwen nodig, waardoor een klein en compact schermdoekpakket gerealiseerd kan worden en er als gevolg hiervan in potentie minder lichtonderschepping plaatsvindt. Het inritsen van het schermdoek kan plaatsvinden nadat vrijwel de gehele installatie is voltooid. Hierdoor zal er over het algemeen minder verontreiniging van het schermdoek tijdens het aanbrengen daarvan aan de steunconstructie optreden.
De beschreven constructie kan onder meer worden toegepast in de hierna omschreven scherminstallaties: horizontale scherminstallaties met een enkel scherm en een enkellaags schermdoek, horizontale scherminstallaties met een enkel scherm en een dubbellaags schermdoek, horizontale dubbele scherminstallatie met aan beide installaties een enkel scherm met enkellaags schermdoek, horizontale dubbele scherminstallatie met aan beide installaties een enkel scherm met dubbellaags schermdoek, horizontale drievoudige scherminstallatie met op alle drie de installaties een enkel scherm met enkellaags schermdoek, horizontale dubbele scherminstallatie met op alle drie de installaties een enkel scherm met dubbellaags schermdoek, een gevelschermrolinstallatie waarbij de doekbanen van het rolscherm wordt voorzien van een rits aan beide zijden, een dubbele gevelrolscherminstallatie waarbij de doekbanen van het rolscherm aan beide zijden voorzien worden van een rits.
De onderhavige uitvinding is niet beperkt tot de hierin beschreven uitvoeringsvormen daarvan. De gevraagde rechten worden bepaald door de navolgende conclusies, binnen de strekking waarvan talloze modificaties denkbaar zijn.
Claims (16)
- CONCLUSIES1. Scherminrichting die is ingericht om aangebracht te worden aan de steunconstructie van een warenhuis of kas voor het telen van gewas, de scherminrichting omvattende een door de steunconstructie te ondersteunen langsligger en een aan de langsligger bevestigbaar schermdoek, waarbij de langsligger een zich in langsrichting uitstrekkend bevestigingsdeel heeft omvattende een langgerekte opnamekamer met een in hoofdzaak ronde dwarsdoorsnede en een ten opzichte van de opnamekamer vernauwde sleufvormige doorgang; en waarbij ten minste één van de langsranden van het schermdoek voorzien is van ten minste een bevestigingsorgaan voor bevestiging van het schermdoek aan de langsligger, waarbij het bevestigingsorgaan een aan een langsrand van het schermdoek bevestigde bevestigingsband en een rij aan de bevestigingsband aangebrachte bevestigingstanden omvat, waarbij elk van de bevesligingstanden een verdikking omvat die geschikt is om in de opnamekamer geleid te worden ter bevestiging van het bevestigingsorgaan aan het bevestigingsdeel van de langsligger, waarin de doorsnede van verdikkingen aan de vrije uiteinden van de bevestigingstanden minimaal circa 0,5 mm en maximaal circa 2 mm groter zijn dan de dwarsdoorsnede van de opnamekamer en waarbij het aantal bevestigingstanden per strekkende centimeter groter is dan 2, bij voorkeur groter is dan 5 of met nog meer voorkeur groter is dan 10.
- 2. Scherminrichting volgens conclusie 1, waarbij het vrije uiteinde van elk van de geleidingstanden is uitgevoerd met een verdikking, waarbij de doorsnede van de verdikking groter is dan de breedte van de doorgang in de bevestigingsdeel.
- 3. Scherminrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij elk van de geleidingstanden een verdikking omdat die is gevormd om in de opnamekamer schuifbaar te zijn, waarbij de verdikking in dwarsdoorsnede een in hoofdzaak ronde of ovale vorm heeft en/of waarbij de opnamekamer in dwarsdoorsnede een in hoofdzaak ronde of ovale vorm heeft.
- 4. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, omvattende:- een door de steunconstructie te ondersteunen eerste langsligger met een zich in langsrichting uitstrekkende eerste bevestigingsdeel omvattende een langgerekte eerste opnamekamer en een ten opzichte van de eerste opnamekamer vernauwde doorgang;- een door de steunconstructie te ondersteunen tweede langsligger met van een zich in langsrichting uitstrekkende tweede bevestigingsdeel omvattende een langgerekte tweede opnamekamer en een ten opzichte van de tweede opnamekamer vernauwde doorgang, waarbij de tweede langsligger zich in hoofdzaak evenwijdig aan de eerste langsligger uitstrekt;waarbij ten minste één van de langsliggers in dwarsrichting verplaatsbaar is uitgevoerd en waarbij ten minste één van de langsranden van het schermdoek voorzien is van ten minste een bevestigingsorgaan voor bevestiging van het schermdoek aan ten minste één van de eerste en tweede langsligger.
- 5. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsband een weefselband is, waarbij de weefselband bij voorkeur aan het schermdoek vastgenaaid is.
- 6. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de langsafmeting van elk van de bevestigingstanden gelijk is aan of groter is dan de onderlinge langsafstand tussen naburige bevestigingstanden.
- 7. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste langsligger een in dwarsrichting verplaatsbaar schermprofiel en/of de tweede langsligger een stationair spantprofiel omvat.
- 8. Scherminrichting volgens conclusie 7, waarbij de opnamekamer is geïntegreerd met hel schermprofiel en/of spantprofiel.
- 9. Scherminrichting volgens conclusie 7, waarbij de opnamekamer is voorzien in een separaat geleidingsprofiel dat losneembaar aan een schermprofiel en/of het spantprofiel bevestigbaar is.
- 10. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsorgaan is gevormd van een deel van een ritssluiting.
- 11. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de een of meer langsliggers een profiel uit kunststof, verzinkt staal en/of aluminium omvatten.
- 12. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingstanden zijn vervaardigd van kunststof of metaal.
- 13. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingsorgaan is vervaardigd van vlamvertragend kunststof materiaal, bij voorkeur van vlamdovend materiaal.
- 14. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het schermdoek enkellaags of meerlaags is uitgevoerd.5
- 15. Scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de koppen van de bevesligingstanden een dwarsdoorsnede hebben van maximaal 50% van de dwarsdoorsnede van de langgerekte opnamekamer.
- 16. Warenhuis voorliet telen van gewas, het warenhuis omvattende:10 - een steunconstruclie waaraan ten minste een scherminrichting volgens een van de voorgaande conclusies is aangebracht;- tussen langsliggers van de steunconstructie opgespannen spandraden voor het opvangen van het schermdoek.1/5CM2/53/5US5/5FIG. 6A
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2016892A NL2016892B1 (nl) | 2016-06-03 | 2016-06-03 | Scherminrichting voor een warenhuis |
PCT/NL2017/050361 WO2017209615A1 (en) | 2016-06-03 | 2017-06-02 | Screening device for a glasshouse |
EP17733059.4A EP3462840B1 (en) | 2016-06-03 | 2017-06-02 | Screening device for a glasshouse |
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL2016892A NL2016892B1 (nl) | 2016-06-03 | 2016-06-03 | Scherminrichting voor een warenhuis |
Publications (2)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL2016892A NL2016892A (nl) | 2017-12-11 |
NL2016892B1 true NL2016892B1 (nl) | 2018-01-12 |
Family
ID=57042934
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL2016892A NL2016892B1 (nl) | 2016-06-03 | 2016-06-03 | Scherminrichting voor een warenhuis |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP3462840B1 (nl) |
NL (1) | NL2016892B1 (nl) |
WO (1) | WO2017209615A1 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
KR102709249B1 (ko) * | 2023-10-11 | 2024-09-25 | 대경에이티 주식회사 | 온실하우스용 수평커튼 장치 |
Family Cites Families (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CH192088A (de) * | 1936-12-23 | 1937-07-31 | Jeker Werner | Führungseinrichtung für Storen, Rouleaux, Blachendächer an Autos oder Zelten, Autokühlerdecken usw. |
BE1004897A3 (fr) * | 1991-05-24 | 1993-02-16 | Coenraets Benoit | Dispositif de fermeture, de separation ou de couverture. |
NL1018603C2 (nl) * | 2001-07-20 | 2003-01-27 | Naaldhoorn Ii B V | Systeem voor het aanbrengen van een scherm boven een ondergrond. |
KR20030095870A (ko) * | 2002-06-15 | 2003-12-24 | 주식회사 포스콘 | 가요성 시트 개폐장치 |
GB0313587D0 (en) | 2003-06-12 | 2003-07-16 | Cooper Andrew P | Barrier |
NL1030465C2 (nl) | 2005-11-18 | 2007-05-21 | Metaal En Kunststoffen Ind Sne | Warenhuis of kas. |
BE1018230A3 (fr) * | 2008-07-25 | 2010-07-06 | Becoflex Sa | Dispositif de couverture d'une surface avec fermeture a glissiere avec securite. |
NL2002621C2 (nl) * | 2009-03-13 | 2010-09-14 | Valk Systemen Bvvd | Werkwijze voor het vervaardigen van een scherminstallatie alsmede profielen daarvoor. |
-
2016
- 2016-06-03 NL NL2016892A patent/NL2016892B1/nl active
-
2017
- 2017-06-02 WO PCT/NL2017/050361 patent/WO2017209615A1/en unknown
- 2017-06-02 EP EP17733059.4A patent/EP3462840B1/en active Active
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP3462840A1 (en) | 2019-04-10 |
EP3462840B1 (en) | 2023-08-02 |
WO2017209615A1 (en) | 2017-12-07 |
NL2016892A (nl) | 2017-12-11 |
EP3462840C0 (en) | 2023-08-02 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7222655B2 (en) | Window covering system | |
US5301733A (en) | Tape-supported window cover system | |
JP4850498B2 (ja) | 折畳式スクリーン装置 | |
US8196638B2 (en) | Pleated screen apparatus | |
US20150275571A1 (en) | Guide arrangement for hangings | |
KR20060127009A (ko) | 건축물의 개방부용 덮개를 위한 수축가능한 차양 | |
SE534653C2 (sv) | Styrskena för rullgardin | |
ITBO20110614A1 (it) | Zanzariera mobile, particolarmente per finestre, porte e simili. | |
NL2016892B1 (nl) | Scherminrichting voor een warenhuis | |
JP2016128646A (ja) | パーゴラ式オーニング | |
JP6161330B2 (ja) | パーゴラ式オーニング | |
MX2011001873A (es) | Sistema de cortina enrollable que tiene una tela plegada. | |
US20220235605A1 (en) | Vertical blind assembly | |
EP3995643A1 (en) | Retractable shade structures | |
ES2906131T3 (es) | Persiana enrollable de tela | |
DE3744590C1 (de) | Schraegmarkise mit anschliessendem vertikalem Bereich | |
ES2297801T3 (es) | Dispositivo de pantalla. | |
NL2014333B1 (nl) | Rolscherm. | |
US11306533B2 (en) | Vertical blind assembly | |
EP1774847A1 (en) | Screening device and screen frame for a glasshouse, a glasshouse and a method for manufacturing such a glasshouse | |
EP2599948A1 (en) | Pivotable floor guiding profile for a horizontally sliding mosquito net | |
DE202007017061U1 (de) | Universell einsetzbarer Rahmen für Vorhänge oder Rollos | |
NL2024723B1 (nl) | Scherminrichting | |
CA2789833A1 (en) | Window system | |
NL2009720C2 (nl) | Werkwijze en schermsysteem voor het aanbrengen van een scherm aan een bouwwerk. |