NL1007393C2 - Goot. - Google Patents

Goot. Download PDF

Info

Publication number
NL1007393C2
NL1007393C2 NL1007393A NL1007393A NL1007393C2 NL 1007393 C2 NL1007393 C2 NL 1007393C2 NL 1007393 A NL1007393 A NL 1007393A NL 1007393 A NL1007393 A NL 1007393A NL 1007393 C2 NL1007393 C2 NL 1007393C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gutter
trough
tray
supporting structure
roof
Prior art date
Application number
NL1007393A
Other languages
English (en)
Inventor
Gerrit Jan De Wilde
Original Assignee
Jarola Design Gmbh
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1007393A priority Critical patent/NL1007393C2/nl
Application filed by Jarola Design Gmbh filed Critical Jarola Design Gmbh
Priority to EP98954826A priority patent/EP1027510B1/en
Priority to AU11776/99A priority patent/AU1177699A/en
Priority to PCT/NL1998/000627 priority patent/WO1999022094A1/en
Priority to ES98954825T priority patent/ES2251785T3/es
Priority to DE69833024T priority patent/DE69833024T2/de
Priority to EP98954825A priority patent/EP1027509B1/en
Priority to DE69833025T priority patent/DE69833025T2/de
Priority to PCT/NL1998/000626 priority patent/WO1999022093A1/en
Priority to ES98954826T priority patent/ES2251786T3/es
Priority to AU11775/99A priority patent/AU1177599A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1007393C2 publication Critical patent/NL1007393C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • E04D13/072Hanging means
    • E04D13/0722Hanging means extending mainly under the gutter
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • E04D13/068Means for fastening gutter parts together
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/064Gutters
    • E04D13/072Hanging means
    • E04D13/0725Hanging means situated above or inside the gutter
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E04BUILDING
    • E04DROOF COVERINGS; SKY-LIGHTS; GUTTERS; ROOF-WORKING TOOLS
    • E04D13/00Special arrangements or devices in connection with roof coverings; Protection against birds; Roof drainage ; Sky-lights
    • E04D13/04Roof drainage; Drainage fittings in flat roofs, balconies or the like
    • E04D13/076Devices or arrangements for removing snow, ice or debris from gutters or for preventing accumulation thereof

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Roof Covering Using Slabs Or Stiff Sheets (AREA)

Description

Goot
Goten zijn in vele uitvoeringen bekend. Onder meer bekend is een goot, bijvoorbeeld dakgoot, omvattende: een draagstructuur die is ingericht om te 5 worden bevestigd aan een bouwkundige constructie, zoals een huis, stal of ander gebouw; een door die draagstructuur gedragen gootstructuur, die een langwerpige, aan de bovenzijde open, in hoofdzaak prismatische bak omvat voor het 10 opvangen en naar een afvoerzone, bijvoorbeeld een regenpijp, transporteren van vloeistof, zoals hemelwater of mest.
Bij een bekende draagstructuur is de langwerpige bak van metaal vervaardigd. Dit metaal kan 15 bijvoorbeeld koper zijn of gegalvaniseerd ijzer.
Het is een doel van de uitvinding, een goot zodanig uit te voeren, dat hij zich leent voor zeer eenvoudige fabrikage, hetgeen kostenbesparend kan werken en voor een eenvoudige assemblage, in het bijzonder de 20 tot stand te brengen koppeling tussen de bak en de draagstructuur.
In verband met deze doelstelling verschaft de uitvinding een goot van het vermelde type, die de bijzonderheid vertoont, dat de bak een in hoofdzaak 25 prismatische vorm vertoont en aan zijn beide bovenranden van die prismatische vorm deeluitmakende koppelmiddelen vertoont, waarmee de bak door de draagstructuur is gekoppeld om daardoor te worden gedragen.
Een specifieke uitvoering vertoont de 30 bijzonderheid dat de koppelmiddelen een verbreed deel omvatten, welk verbrede deel samenwerkt met een in de draagstructuur aanwezige ondersneden uitsparing.
Een specifieke variant vertoont de bijzonderheid dat de koppelmiddelen en de draagstructuur 1007393 2 door snapkoppelingen met elkaar verbonden zijn. De snapkoppeling heeft het voordeel van een gemakkelijke assemblage, in combinatie met de mogelijkheid, een bak bijvoorbeeld voor onderhoud of reiniging tijdelijk te 5 verwijderen en weer te plaatsen.
Weer een andere uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de koppelmiddelen weerhaakmiddelen omvatten. Deze uitvoering heeft eveneens het voordeel van een gemakkelijke montage maar is niet zonder meer uiteen 10 te nemen, behalve door gebruikmaking van daarvoor bestemde voorzieningen.
Weer een andere uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de koppelmiddelen haakmiddelen omvatten.
15 Het is een verder doel van de uitvinding, een goot zodanig uit te voeren, dat relatief lange bakdelen gemakkelijk vanaf de fabriek en/of de leverancier naar respectievelijk de leverancier en de installatieplaats kunnen worden getransporteerd. Lange bakken brengen het 20 nadeel met zich mee, dat bijzondere transportmiddelen nodig zouden zijn, waarvan de kosten niet in relatie staan tot het voordeel van de integrale bakstructuur.
In verband daarmee worden vaak kleinere bakdelen naar de bouwplaats vervoerd en wordt ter plekke tijdens de 25 installatie gezorgd voor een onderlinge koppeling en waterdichte aansluiting tussen de respectieve, samen de bak vormende bakdelen. De onderlinge koppeling, verbinding of waterdichte aansluiting vergroot het risico op lekkage. Bij kunststof is dit risico extra groot in 30 verband met de relatief sterke thermische expansie. In geval van koperen bakdelen worden de bakdelen enigszins overlappend met elkaar geplaatst en worden de over-lapzones bijvoorbeeld door solderen met elkaar verbonden. In geval van gegalvaniseerd ijzer worden de bakdelen 35 veelal door van een bitumineuze laag voorziene folie waterdicht aan elkaar aangesloten. Na het plaatsen van de betreffende folie over de aansluitzones wordt de bitumineuze laag tot een zodanig hoge temperatuur '007393 3 verwarmd, dat de bitumineuze massa smelt en zich geheel voegt naar de betreffende oppervlakken en aldus de betreffende naden geheel waterdicht sluit.
Het zal duidelijk zijn, dat de beschreven 5 technieken volgens de stand der techniek niet alleen extra werkzaamheden met zich meebrengen, maar dat mogelijkerwijze de waterdichtheid van de genoemde overgangszones tussen de bakdelen niet onvoorwaardelijk gegarandeerd kan worden. Immers, de kwaliteit van de 10 waterdichtheid en de levensduur van de betreffende aansluitingen is geheel afhankelijk van de nauwkeurigheid en de correctheid waarmee de betreffende bewerkingen zijn uitgevoerd. Verder kan niet voorkomen worden, in het bijzonder bij bitumineuze lagen dat deze door grote 15 temperatuurwisselingen (in de zomer kan de temperatuur bijvoorbeeld oplopen tot 50 a 60 *C, terwijl in de winter de temperatuur bijvoorbeeld kan dalen tot -20°C) na verloop van een aantal temperatuurcycli zodanig gedegradeerd zijn, dat lekkages niet meer uitgesloten 20 kunnen worden. Verder zijn de beschreven afdichtmiddelen niet onder alle omstandigheden in staat om de thermische spanningen tijdens contractie en expansie in voldoende mate te accomoderen. Ook dit kan een oorzaak van een minder goede waterdichtheid worden.
25 In verband met het bovenstaande vertoont de dakgoot volgens de uitvinding de bijzonderheid dat de genoemde bak in hoofdzaak uit ten minste één deel van flexibele kunststof bestaat, welk deel in opgerolde toestand is aangeleverd, is afgewikkeld en na bevestiging 30 van de draagstructuur aan de bouwkundige constructie daarmee is gekoppeld.
Het zal duidelijk zijn dat de gehele bak of althans delen van aanzienlijke lengte zeer gemakkelijk in opgerolde toestand naar de eindbestemming kunnen worden 35 getransporteerd, zonder dat daarvoor speciaal transport nodig is. Bijvoorbeeld kan een rol zeer gemakkelijk een bak met een lengte van bijvoorbeeld 20 of 30 meter 100/393 4 accomoderen. Dit zou met de bekende gootstructuren niet meer realiseerbaar zijn.
Het zal duidelijk zijn, dat om een bak te kunnen oprollen, de betreffende bak althans enigszins 5 platgedrukt moet kunnen worden, waarna de oprolbewerking kan plaatsvinden.
In dit verband vertoont een specifieke uitvoering de bijzonderheid dat de bak uit een aantal zich in langsrichting uitstrekkende plaatdelen bestaat, 10 die door evenwijdige lijnvormige vouwzones met verminderde dikte gescheiden zijn. De lijnvormige vouwzones zijn te beschouwen als scharnierzones. Tijdens de assemblage van de goot worden de genoemde plaatdelen rond de vouwzones gevouwen en wordt de aldus verkregen 15 bakstructuur gekoppeld met de draagstructuur.
Zeer praktisch is die uitvoering, waarin de langsranden van de bak verbreed zijn en met de draagstructuur gekoppeld zijn. De verbrede langsranden van de bak verzekeren, behalve een gemakkelijke koppeling 20 aan de draagstructuur, tevens een goede buigstijfheid in de niet-ondersteunde zones van de bak tussen de op onderlinge langsafstanden geplaatste steunzones van de draagstructuur, waardoor doorbuiging praktisch uitgesloten is.
25 Een voorkeursuitvoering vertoont de bijzonderheid, dat aan ten minste één van de langsranden van de bak een in hoofdzaak prismatische, zich over de gehele lengte van de bak uitstrekkende, naar binnen gerichte flap aanwezig is, welke flap in opgerolde 30 toestand van de bak in hoofdzaak plat tegen die bak gedrukt is. Een dergelijke flap zorgt ervoor, dat geen hinder kan worden ondervonden van opspattend water ingeval van bijvoorbeeld hevige regen. Dergelijk opspattend water zou bijvoorbeeld een onderlaag van de 35 dakstructuur kunnen bevochtigen, terwijl een dergelijke laag daarvoor niet is ingericht.
Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid, dat de bak monolithisch is. Onder
Hil) / 3 9 3 5 "monolithisch” moet worden begrepen dat de bak in kwestie uit één stuk bestaat, bijvoorbeeld is uitgevoerd als een aantal onverbrekelijk met elkaar uitgevoerde onderdelen, dan wel integraal is uitgevoerd.
5 Een specifiek aspect van de bak volgens de uitvinding is hierin gelegen, dat de bak uit separate, over langszones met elkaar gekoppelde plaatelementen bestaat. Het zal duidelijk zijn, dat de betreffende elementen waterdicht met elkaar gekoppeld dienen te zijn. 10 In verband met de beschreven oprolbaarheid van de bakstructuur dienen de genoemde plaatelementen niet alleen waterdicht, maar ook scharnierbaar met elkaar te zijn verbonden, zodat ze in één hoofdvlak kunnen worden geplaatst voor het in de fabriek oprollen van de bak-15 structuur.
Een specifieke variant in het laatstgenoemde uitvoeringsvoorbeeld vertoont de bijzonderheid dat de genoemde plaatelementen door snapverbindingen met elkaar gekoppeld zijn.
20 Weer een andere uitvoering van de goot volgens de uitvinding, vertoont de bijzonderheid dat de bak uit een aantal zich in langsrichting uitstrekkende delen bestaat, die van elkaar gescheiden zijn door evenwijdige zones, die elk van een in de bak ingebed langwerpig 25 versterkingselement voorzien zijn.
Een specifieke variant van de goot volgens de uitvinding vertoont de bijzonderheid dat de bak vanuit een opgerolde toestand afgewikkeld en in de gewenste vorm tot uitharding is gebracht, bijvoorbeeld door een 30 warmtebehandeling.
Een uitvoering van de goot, waarin de bak zeer gemakkelijk kan worden gekoppeld met de vooraf geplaatste draagstructuur vertoont de bijzonderheid, dat de langsranden van de bak door middel van prismatische 35 weerhaakstructuren aan de draagstructuur opgehangen zijn.
Het kan onder omstandigheden zinvol zijn, de goot volgens de uitvinding zodanig uit te voeren, dat de bak uit meer dan één deel bestaat. Bijvoorbeeld is dit lui)/ 393 6 het geval, wanneer de goot niet geheel recht is, maar over zijn lengte een hoek moet vormen. Ook kan het gewenst zijn, verschillende separate bakdelen te gebruiken om thermische expansiezones te creëeren. In 5 verband hiermee kan de goot volgens de uitvinding zodanig zijn uitgevoerd, dat de bak uit ten minste twee delen bestaat, die met langsbeweeglijkheid waterdicht met elkaar gekoppeld zijn.
Een specifiek aspect van de uitvinding is 10 hierin gelegen, dat de draagstructuur aan de dakzijde een flap is bevestigd die zich in langsrichting uitstrekt, zich van onder de bovenste daklaag, bijvoorbeeld bestaande uit dakpannen, tot voorbij de binnenste langsrand van de bak tot boven die bak uitstrekt.
15 De genoemde flap dient voor afvoer van condenswater vanuit de dakstructuur naar de bak.
Weer een ander aspect van de uitvinding is hierin gelegen, dat aan de draagstructuur aan de dakzijde een voor water doorlaatbare structuur is aangebracht, die 20 is ingericht ter vermijding van de doorgang van vogels tot onder het dak en bijvoorbeeld omvattende een rij van opstaande pennen of een rooster.
Een specifieke uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de bak in hoofdzaak uit foliemateriaal 25 bestaat, dat door klemmiddelen met de draagstructuur verbonden is. Het zal duidelijk zijn dat foliemateriaal zich zeer gemakkelijk kan voegen naar de vorm van een dragende ondergrond. Het voordeel hiervan is, dat de assemblage relatief eenvoudig kan plaatsvinden en dat een 30 grotere vormflexibiliteit is verkregen. Een klein nadeel kan hierin gelegen zijn, dat speciale middelen nodig zijn om het foliemateriaal met de draagstructuur te verbinden. De draagstructuur dient verder al zelf te zijn uitgevoerd als een min of meer integrale, bakvormige constructie.
35 Een in het bijzonder dunne folie zou anders het risico met zich meebrengen, dat in de niet-ondersteunde zones gevaar op doorzakken en mogelijk beschadiging zou ontstaan.
1007393 7
Een specifieke uitvoering vertoont het kenmerk dat de bak nabij ten minste één van zijn langsranden van een aantal prismatische, in hoofdzaak gelijke, verdikte zones is voorzien, die zijn ingericht om samen te werken 5 met de draagstructuur om daardoor te worden gedragen, waarbij niet-benutte vooraf van de bak zijn gescheiden. Met deze uitvoering zijn met slechts één type bakmateriaal bakken met verschillende maten te realiseren. Het verwijderen van de niet-benutte zones kan 10 eenvoudig met bijvoorbeeld een mes plaatsvinden.
Een zeer voordelige uitvoering is hierin gelegen, dat het of elk deel van de bak door extrusie is vervaardigd.
De kunststof, waaruit de bak is vervaardigd, 15 kan van elk geschikt type zijn, mits voldaan is aan het basisvereiste volgens de uitvinding, dat het uitgangsmateriaal voor de bak een voldoend grote flexibiliteit heeft om in een althans enigszins afgeplatte vorm gebrachte uitgangsbak op te rollen voor 20 transport. Bijvoorbeeld kan de goot de bijzonderheid vertonen, dat de kunststof is gekozen uit de groep, waartoe behoren rubber, kunstrubber, LDPE, HDPE, PP, PE, PVC. Ook is een combinatie mogelijk, waarbij bijvoorbeeld door middel van coextrusie een aantal lagen onlosmakelijk 25 met elkaar verbonden zijn.
Een verder aspect van de uitvinding is hierin gelegen, dat de draagstructuur een aantal op onderlinge langsafstanden gerangschikte draagbeugels omvat.
Een bepaalde uitvoering vertoont het kenmerk 30 dat de draagbeugels zijn ingericht voor het dragen van de langsranden van het of elk van de genoemde delen van de bak.
Een specifieke variant hiervan vertoont de bijzonderheid dat elke draagbeugel in dwarsrichting van 35 de bak instelbaar is. Hiermee kan bijvoorbeeld de positie van goot ten opzichte van de muur in dwarsrichting ten opzichte van de goot worden gekozen en naar wens ingesteld.
. ,«/393 δ
De laatste twee aspecten van de uitvinding kunnen in een variant zijn gecombineerd. Volgens deze variant vertoont de bak de bijzonderheid dat de draagbeugels zijn ingericht voor het met instelbare 5 onderlinge afstand dragen van de genoemde langsranden.
Een andere uitvoering vertoont de bijzonderheid dat de hellingshoek van elke draagbeugel instelbaar is. Hiermee kan een goot bijvoorbeeld zodanig worden geplaatst, dat bepaalde obstakels worden vermeden.
10 Weer een andere uitvoering vertoont de bijzonderheid dat elke draagbeugel een steunschoor of steunribben omvat. Hiermee wordt met eenvoudige middelen een vergrote sterkte van de draagstructuur gerealiseerd.
De uitvinding zal nu worden toegelicht aan de 15 hand van bijgaande figuren. Hierin tonen: figuur 1 een perspectivisch aanzicht van een rol prismatisch geprofileerd kunststof materiaal voor het vervaardigen van een van een dakgootdeel uitmakende bak; figuur 2 een perspectivisch aanzicht van een 20 dakgoot die is vervaardigd met toepassing van het materiaal volgens figuur 1; figuur 3 een detail van een variant van een draagelement volgens figuur 2; figuur 4 een gedeeltelijk perspectivisch 25 aanzicht van een alternatieve bak; figuur 5 de bak volgens figuur 4 in perspectivisch aanzicht, gedragen door een alternatieve draagconstructie; figuur 6 een met figuur 5 corresponderend 30 aanzicht van een variant, waarin de draagstructuur zwenkbaar is; figuur 7 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een alternatieve bak; figuur 8 het detail VIII volgens figuur 7; 35 figuur 9 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van weer een andere uitvoering van een goot volgens de uitvinding; 1007393 9 figuur 10 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een variant, waarin is aangegeven, op welke wijze een van een rol afgewikkeld, in hoofdzaak platte materiaalbaan wordt gemodelleerd tot 5 een bakstructuur; figuur 11 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van weer een andere uitvoering; figuur 12 een met figuur 11 corresponderend aanzicht van een uitvoering, waarin een andere 10 draagstructuur is toegepast; figuur 13 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een variant met weer een andere draagstructuur; figuur 14 een schematische weergave van de 15 wijze van vervaardiging van een bakstructuur op basis van de geheugenwerking van de toegepaste kunststof; figuur 15 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van weer een andere uitvoering; figuur 16 een gedeeltelijk weggebroken 20 perspectivisch aanzicht van een uitvoering die in hoofdzaak overeenkomt met figuur 15, maar tevens een condensflap vertoont; figuur 17 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een variant met een 25 eenvoudige reinigingsvoorziening; figuur 18 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van de koppeling tussen twee bakken; figuur 19 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van de structuur volgens figuur 30 18 met een afdekking; figuur 19A een perspectivisch aanzicht van een detail van een bepaalde uitvoering met een aansluiting voor een regenpijp; de figuren 20, 21 en 22 perspectivische 35 deelaanzichten van koppelstukken tussen diverse onderdelen van een dakgoot volgens de uitvinding; 1007393 10 figuur 23 een met figuur 15 overeenkomend aanzicht van een uitvoering met een draagconstructie met instelbare hoekstand; figuur 24 een met figuur 16 overeenkomend 5 aanzicht van een uitvoering met blad- en vogelbarrière; figuur 25 een separate, individuele vogelbarrière zonder condensflap; figuur 26 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een vogelbarrière voor toepassing in 10 samenhang met het foliemateriaal in overeenstemming met figuur 27; figuur 27 weer een andere uitvoering, waarin de bak is gevormd uit foliemateriaal; figuur 28 een dwarsdoorsnede door een 15 alternatief van de uitvoering volgens figuur 27; figuur 29 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van de draagbeugel volgens de figuren 27 en 28; de figuren 30, 31 en 32 met figuur 28 20 overeenkomende aanzichten van varianten; figuur 33 een dwarsdoorsnede door een specifieke uitvoering; figuur 34 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een variant van de uitvoering 25 volgens figuur 33; figuur 35 het detail XXXV volgens figuur 34 in plof-aanzicht; figuur 36 een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van de structuur volgens figuur 35 in een 30 voorfase, waarin een bak op maat wordt gebracht om met de draagstructuur te worden gekoppeld; figuur 37 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een goot met een gaasnetwerk voor het opvangen van bladeren; 35 figuur 38 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht op vergrote schaal van het detail XXXVIII uit figuur 37; en 1007393 11 figuur 39 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een laatste uitvoeringsvoorbeeld.
Figuur 1 toont een rol 1 opgewikkeld materiaal 5 2 voor vorming van een algemeen bakvormige structuur, die hierna zal worden besproken. Het materiaal 2 is door extrusie gevormd en vertoont aldus een prismatische vorm. Onder "prismatisch" wordt een structuur verstaan, die op elke positie dezelfde dwarsdoorsnede vertoont.
10 Het materiaal 2 vertoont een middenplaatdeel 3 en twee zijplaatdelen 4, 5 die van elkaar zijn gescheiden door vouwzones 6, 7 met relatief geringe dikte. Aldus kunnen de vouwzones 6, 7 als scharnierzones fungeren, waardoor de plaatdelen 4 en 5 kunnen zwenken ten opzichte 15 van het centrale plaatdeel 3.
Aan de vrije einden van de plaatdelen 4 en 5 sluiten respectieve naar binnen gerichte flappen 8, 9 aan, waarvan de functie later duidelijk zal worden. De langsranden van de baanmateriaal 2 vertonen verbredingen 20 10, 11 die dienen voor koppeling van het tot een bak gevormde materiaal met een draagconstructie.
Figuur 2 toont, op welke wijze de baanmateriaal 2 kan worden gevormd tot een bak die deel uitmaakt van een dakgoot 12.
25 De dakgoot 12 omvat een draagstructuur, bestaande uit een aantal draagelementen 16 die bijvoorbeeld door middel van schroeven zijn bevestigd aan een bouwkundige constructie.
De baanmateriaal 2 volgens figuur 1 is na 30 afwikkeling van de rol 1 tot een algemeen bakvormige structuur gevormd door het omvouwen van plaatdelen 4 en 5 ten opzichte van het centrale plaatdeel 3. Met de verbredingen 10, ll zijn in deze uitvoering draagprofielen respectievelijk 13, 14 snappend gekoppeld. 35 Deze draagprofielen 13, 14 zijn aangepast om klemmend samen te werken met respectievelijk een klembek 15, die deel uitmaakt van draagelement 16 en een draaghaak 17.
1007393 12
De verbredingen 10, 11 zijn met enige ruimte schuifbaar van de draagprofielen 13, 14 ter accommodatie van thermische expansie.
Figuur 3 toont een variant van een 5 draagelement, dat is aangeduid met 18. Dit draagelement is scharnierbaar uitgevoerd waardoor de hoekstand van de dakgoot naar wens kan worden ingesteld.
Figuur 4 toont een alternatieve bak 19 die is gevormd uit een materiaalbaan, die technisch verwant is 10 aan de baanmateriaal 2, maar op een andere wijze geprofileerd is. Ingestoken langwerpige versterkingselementen 20, 21 dienen voor samenwerking met draagelementen 22 (zie figuur 5). Goot 19 kan uit verschillende materialen bestaan, waarbij de 15 scharnierzones 112, 113 uit een rubberachtig materiaal bestaan.
Figuur 6 toont dat de in figuur 5 getoonde draagconstructie alternatief ook scharnierbaar kan zijn uitgevoerd. Evenals in figuur 5 kan de goot 19 op een 20 gekozen afstand van de muur 108 ingesteld en vastgezet worden.
Figuur 7 toont een alternatieve bakconstructie. In deze uitvoering omvat bak 23 een centraal plaatdeel 24 en twee zijplaatdelen 25, 26 die door scharnieren 27, 28 25 met elkaar verbonden zijn.
Figuur 8 toont, dat de schanieren 27, 28 zijn uitgevoerd met waterdichte afdichtstroken 29. Daarmee is verzekerd, dat de bak 23 geheel waterdicht is.
Figuur 9 toont een variant, waarin een bak 30 30 uit twee plaatdelen 30, 31 bestaat, waarvan de langsranden 33, 34 en de overgangszone 35 zijn voorzien van respectieve versterkingsstaven 36, die pas bij het plaatsen van de goot worden ingebracht. Draagelementen 37 grijpen klemmend aan aan de genoemde eindranden en de 35 overgangszone.
Figuur 10 toont, op welke wijze een alternatieve bak 38, die eveneens voorzien is van de staven 36, uit in hoofdzaak een baanvlakmateriaal 39 kan 1 0 υ 7 ό a 3 13 worden gevormd. In deze uitvoering zijn draagelementen als draagbeugels 40 uitgevoerd.
Figuur 11 toont een goot 41, waarin een bak 42 een onderste vouwzone 43 en versterkte langsranden 44, 45 5 vertoont. De draagelementen 46 zijn scharnierbaar uitgevoerd en grijpen klemmend aan aan de genoemde langsranden 44, 45. Lokaal is daar het bakmateriaal verwijderd. In de tekening is dit weergegeven door de openingen 47, 48.
10 Figuur 12 toont een alternatieve uitvoering van het draagelement, dat in deze uitvoering met 49 is weergegeven.
Figuur 13 toont weer een andere uitvoering van draagelementen 50. Deze grijpen door middel van haken 15 vanaf de binnenzijde aan aan de langsranden 44, 45.
Figuur 14 geeft schematisch aan, dat van een rol 51 afgewikkeld strookvormige materiaal wordt opgewarmd, in dit uitvoeringsvoorbeeld door een hetelucht-inrichting 51. Als gevolg daarvan vindt een 20 tijdelijke verweking van het materiaal in kwestie plaats, waardoor het materiaal op basis van zijn vormgeheugen terugkeerd naar zijn oorspronkelijke vorm, die grosso modo overeenkomt met de gewenste eindvorm van de te vervaardigen bak. Na afkoeling behoudt het materiaal deze 25 vorm.
Figuur 15 toont, dat de bak 52 (zie ook figuur 14) eindranden met prismatische weerhaakstructuren vertoont. Deze kunnen op de getekende wijze snappend worden ingestoken in holle draagprofielen 53, die deel 30 uitmaken van een draagstructuur met instelbare draagelementen 54 en in deze uitvoering hol zijn. Een borgelement 55 fixeert de draagstructuur.
Figuur 16 toont een variant, waarin aan de zijde van het dak 156 een condensflap 56 is aangebracht. 35 Deze strekt zich enerzijds uit tussen de bovenlaag 57 en draaglaag 58 van het dak, is verbonden met draagprofiel 53 door middel van een weerhaakstructuur 59 en strekt zich verder uit tot boven de bak 52. Profiel 53 draagt 1007393 14 een decorstrip lil, die ter verfraaiing dient en bijvoorbeeld dezelfde kleur als het schilderwerk van het gebouw kan bezitten. De bak 52 is aan zijn onderzijde voorzien van twee zich in langsrichting uitstrekkende 5 haakvormige ribben 120, 121, die samen een decorstrip 123 vasthouden. Opgemerkt wordt, dat de flappen 8 en 9 omlaag gericht zijn, hierdoor zal op de flappen 8, 9 vallend water in de bak 52 vallen.
Figuur 17 toont, dat een bak 60 lokaal kan zijn 10 voorzien van een luik 61 dat kan worden verplaatst tussen gesloten en open stand. Dit luik biedt aldus de mogelijkheid, de gootbak op eenvoudige wijze te reinigen. In gesloten toestand werken twee sluitlussen 62 van het luik samen met aan de bak gevormde uitsteeksels 63.
15 Figuur 18 toont de aansluiting tussen twee bakken 52. Gebruik is gemaakt van een flexibel, geribd tussenstuk 64 dat op de getoonde wijze door schroefverbindingen klemmend en aldus afdichtend met beide bakken 52 verbonden is. In geval van thermische 20 dilatatie of contractie van de bakken kan het tussenstuk 64 de betreffende lengteveranderingen accommoderen.
Figuur 19 toont, dat het tussenstuk 64 aan de buitenzijde kan zijn afgedekt door een kunststof plaat 65 met een aan de vorm van de bakken 52 aangepaste vorm.
25 Figuur 19A toont, op welke wijze een afvoerpijp 66 met een bak 52 kan zijn verbonden. Deze wijze van aansluiting correspondeert met de in figuur 19 getoonde structuur. Het element 67 heeft een vorm die correspondeert met een bak 52. De regenpijp 66 is daaraan 30 aangevormd of daaraan op andere wijze aangesloten.
Figuur 20 toont een afdichtend verbindingselement 68 tussen met elkaar verbonden bakken 69. Twee stalen weerhaakelementen 109, 110 zorgen voor de nodige klemkracht. Het element 68 is van rubber of 35 rubberachtig materiaal en derhalve rekbaar.
Figuur 21 toont de aansluiting tussen een bak 69 en tussenstuk 64. Hiertoe is van een verbindingselement 70 gebruik gemaakt. Dit element werkt 1 0 0 7 ö ö .· 15 klemmend met de onderdelen 69 en 64 samen. In afwijking van het verbindingselement 68, omvat het verbindingselement 70 geen elastisch vervormbare afdichtlippen 73.
5 Figuur 22 toont bij wijze van voorbeeld een alternatief, waarbij bak 69 met een expandeerbaar en contraheerbaar tussenstuk 64 is verbonden door middel van een afdichtende klembek 71 die deel uitmaakt van tussenstuk 64 en ter afdichting is voorzien van een 10 rubberen inzetstuk 72 met afdichtlippen 73.
Figuur 23 toont een goot 74, waarin de draagelementen 75 een instelbare hoekstand vertonen.
Figuur 24 toont een goot 176, die voor een deel overeenkomt met de uitvoering volgens de figuur 16. In 15 deze uitvoering is de condensflap 56 voorzien van een rij opstaande tanden of pennen 76. Hiermee wordt voorkomen, dat vogels toegang hebben tot de ruimte tussen bovenlaag 57 en draaglaag 58 van de dakconstructie. Tevens wordt enigszins voorkomen, dat bladeren in de goot 176 spoelen. 20 Figuur 25 toont, dat de pennen 76 ook van een eigen weerhaak-bevestigingsstructuur 59 kunnen zijn voorzien, zonder dat de condensflap 56 wordt toegepast.
Figuur 26 toont een alternatieve uitvoering van de vogelbarrière 81 als alternatief van de uitvoering 25 volgens figuur 25. Deze vogelbarrière 81 kan dienst doen als klemelement 80 in de uitvoering volgens figuur 27.
Figuur 27 toont een draagbeugel 77 als onderdeel van een draagconstructie. Met deze beugel 77 zijn draagprofielen 78 gekoppeld, die een uit 30 foliemateriaal bestaande bak 79 dragen. Door middel van klemelementen 80 is het foliemateriaal 79 ingedrukt in en aldus klemmend verbonden met de profielen 78.
Figuur 28 toont een alternatief, waarbij een bak 82 met aangevormde snapelementen 83 met de profielen 35 78 gekoppeld is.
Figuur 29 toont beugel 77 in perspectivisch aanzicht. Hij vertoont een verstevigingsschoor 84.
ίου/393 16
Figuur 30 toont een variant, waarin draagbeugel 85 een continu variabele hoekstand vertoont.
Een variant volgens figuur 31 is, anders dan volgens figuur 30, niet continu maar in vier stappen 5 verstelbaar. Draagschoor 86 draagt scharnierbaar beugel 87. Deze toont vier gaten 88, die elk naar keuze registreerbaar zijn met een gat 89 in schoor 86. Door middel van een pen kan in elke gewenste positie beugel 87 worden vastgezet. Met onderbroken lijnen is beugel 87' in 10 een van de vier mogelijke standen weergegeven.
Figuur 32 toont de structuur volgens figuur 31, maar in een situatie, waarin beugel 87 in omgekeerde stand is gemonteerd.
Figuur 33 toont een hellende dakconstructie 90, 15 die aan zijn onderste rand een schuinomhoog opstaande plaat 91 draagt. Een vulstuk 92 vertoont een horizontaal bovenvlak 93. Aldus is een algemeen bakvormige structuur gerealiseerd, waarin een bak 94 volgens de leer van de uitvinding is geplaatst. Twee profielen 95, 96 verzekeren 20 een correcte positionering van bak 94. Met profiel 96 is een haakvormige bevestigingsstrook verbonden. Met profiel 95 is een condensflap 98 verbonden.
Figuur 34 toont een structuur die verwant is met de structuur volgens figuur 33. Zoals figuur 35 meer 25 in detail toont, omvat een bak 99 van foliemateriaal een verbrede langsrand 100 met een prismatische verbreding 101. Deze is ingeklemd in een uit twee delen 102, 103 bestaand bevestigingsprofiel waarin de verbreding 101 kan worden geaccomodeerd voor bevestigings van bak 99.
30 Figuur 36 toont, op welke wijze bak 99 is vervaardigd op basis van een baanfoliemateriaal met een aantal langsverbredingen 101, 104, 105. De baan foliemateriaal 106 is van deze drie onderling evenwijdige langsverbredingen voorzien om de mogelijkheid te creëren, 35 dat hetzelfde foliemateriaal 106 voor het vervaardigen van bakken van verschillende maten kan worden toegepast. Zodra een gewenste maat is vastgesteld, wordt door middel 1 0 0 7 5 9? 17 van een mes 107 de buitenste zone afgesneden. Hierdoor wordt een grote technische flexibiliteit verkregen.
Figuur 37 toont een gootbak 131, die een gaasnetwerk 132 voor het opvangen van bladeren en vuil 5 draagt. Het gaasnetwerk bestaat bijvoorbeeld uit met elkaar op knooppunten verbonden kunststof draden. Door middel van aan de randen 133, 134 aangebrachte klemmen 135 is het gaasnetwerk 132 onder lichte spanning in positie gehouden.
10 Figuur 38 toont de opbouw van de bevestigingselementen 135. Hierbij wordt opgemerkt, dat het hier slechts een uitvoeringsvoorbeeld betreft. Zoals figuur 38 toont, grijpen de klemmen 135 met een haakvormige bovenrand 136 rond de bovenrand 133 van de 15 bak 131. Een ribbe 137 grijpt onder de rand 133, terwijl een zich omlaag uitstrekkende plaat 138 is voorzien van een schroef 139, die zich door een draadgat in plaat 138 uitstrekt. Door het roteren van schroef 139 kan deze zich afzetten tegen de opstaande rand van 140 van bak 131, en 20 door ribbe 137 samen met bovenplaat 136 zorgt voor een stevige koppeling van kern 135 met bak 131.
Aan de bovenzijde draagt klem 136 een pen 141, die dient voor aangrijping aan gaasnetwerk 132, zoals in figuur 38 is getoond. Nadat de in figuur 38 getoonde 25 koppeling tot stand is gebracht, kan pen 141, die van een verdikking 142 is voorzien, worden afgedekt door een afdekkap 143 met verbrede onderste flensrand 144 en een inwendige holte 145, die een ondersneden vorm bezit voor snappende samenwerking met pen 141, 142.
30 Figuur 39 tenslotte toont een gootbak 150 die aan zijn bovenste zone is voorzien van respectieve koppelranden 152, 153 met een algemene pijlvorm. Door deze pijlvorm kunnen koppelprofielen 153 over de betreffende schuine vlakken worden verschoven met de 35 hakende koppelribben respectievelijk 154, 155, waarna ze in stabiele positie worden gebracht in de door pijlvorm 152 en de wand 156 van bak 151 gevormde uitsparingen 157, 158. Een ophangbeugel 158 kan op de in 1007393 18 figuur 39 getoonde wijze zijn gekoppeld met het koppelelement 153 of daarmee geïntegreerd of unitair zijn gevormd.
Een draagstructuur kan zijn ingericht voor het 5 in aangrenzende en onderling evenwijdige relatie dragen van twee of meer goten.
1007393

Claims (30)

1. Goot, bijvoorbeeld dakgoot, omvattende: een draagstructuur die is ingericht om te worden bevestigd aan een bouwkundige constructie, zoals een huis, stal of ander gebouw; 5 een door die draagstructuur gedragen gootstructuur, die een langwerpige, aan de bovenzijde open, in hoofdzaak prismatische bak omvat voor het opvangen en naar een afvoerzone, bijvoorbeeld een regenpijp, transporteren van vloeistof, zoals hemelwater 10 of mest, waarin de bak een in hoofdzaak prismatische vorm vertoont en aan zijn beide bovenranden van die prismatische vorm deeluitmakende koppelmiddelen vertoont, waarmee de bak door de draagstructuur is gekoppeld om 15 daardoor te worden gedragen.
2. Goot volgens conclusie 1, waarin de koppelmiddelen een verbreed deel omvatten, welk verbrede deel samenwerkt met een in de draagstructuur aanwezige ondersneden uitsparing.
3. Goot volgens conclusie 1, waarin de koppelmiddelen en de draagstructuur door snapkoppelingen met elkaar verbonden zijn.
4. Goot volgens conclusie 1, waarin de koppelmiddelen weerhaakmiddelen omvatten.
5. Goot volgens conclusie 1, waarin de koppelmiddelen haakmiddelen omvatten.
6. Goot volgens conclusie 1, waarin de bak in hoofdzaak uit ten minste één deel van flexibele kunststof bestaat, welk deel in opgerolde toestand is aangeleverd, 30 is afgewikkeld en na bevestiging van de draagstructuur aan de bouwkundige constructie daarmee is gekoppeld.
7. Goot volgens conclusie 1, waarin de bak uit een aantal zich in langsrichting uitstrekkende plaatdelen 1 0 0 7 3 9 3 bestaat, die door evenwijdige lijnvormige vouwzones met verminderde dikte gescheiden zijn.
8. Goot volgens conclusie 1, waarin de langsranden van de bak verbreed zijn en met de 5 draagstructuur gekoppeld zijn.
9. Goot volgens conclusie 1, waarin aan ten minste één van de langsranden van de bak een in hoofdzaak prismatische, zich over de gehele lengte van de bak uitstrekkende, naar binnen gerichte flap aanwezig is, 10 welke flap in opgerolde toestand van de bak in hoofdzaak plat tegen die bak gedrukt is.
10. Goot volgens conclusie 1, waarin de bak monolithisch is.
11. Goot volgens conclusie 1, waarin de bak uit 15 separate, over langszones met elkaar gekoppelde plaatelementen bestaat.
12. Goot volgens conclusie 11, waarin de genoemde plaatelementen door snapverbindingen met elkaar gekoppeld zijn.
13. Goot volgens conclusie 1, waarin de bak uit een aantal zich in langsrichting uitstrekkende delen bestaat, die van elkaar gescheiden zijn door evenwijdige zones, die elk van een in de bak ingebed langwerpig versterkingselement voorzien zijn.
14. Goot volgens conclusie 1, waarin de bak vanuit een opgerolde toestand afgewikkeld en in de gewenste vorm tot uitharding is gebracht, bijvoorbeeld door een warmtebehandeling.
15. Goot volgens conclusie 1, waarin de 30 langsranden van de bak door middel van prismatische weerhaakstructuren aan de draagstructuur opgehangen zijn.
16. Goot volgens conclusie 1, waarin de bak uit ten minste twee delen bestaat, die door middel van koppelmiddelen met langsbeweeglijkheid waterdicht met 35 elkaar gekoppeld zijn.
17. Goot volgens conclusie 16, waarin de koppelmiddelen een algemene flexibele balgstructuur omvatten, die een aan de vorm van de bakdelen aangepaste 1 0 0 7 Ί 0 x vorm met een golfvormige longitunidale profilering vertoont en aldus expandeerbaar en contraheerbaar is.
18. Goot volgens conclusie 1, waarin aan de draagstructuur aan de dakzijde een flap is bevestigd die 5 zich in langsrichting uitstrekt, zich van onder de bovenste daklaag, bijvoorbeeld bestaande uit dakpannen, tot voorbij de binnenste langsrand van de bak tot boven die bak uitstrekt.
19. Goot volgens conclusie 1, waarin aan de 10 draagstructuur aan de dakzijde een voor water doorlaatbare structuur is aangebracht, die is ingericht ter vermijding van de doorgang van vogels tot onder het dak en bijvoorbeeld omvattende een rij van opstaande pennen of een rooster.
20. Goot volgens conclusie 1, waarin de bak in hoofdzaak uit foliemateriaal bestaat, dat door klemmiddelen met de draagstructuur verbonden is.
21. Goot volgens conclusie 1, waarin de bak nabij ten minste één van zijn langsranden van een aantal 20 prismatische, in hoofdzaak gelijke, verdikte zones is voorzien, die zijn ingericht om samen te werken met de draagstructuur om daardoor te worden gedragen, waarbij niet-benutte vooraf van de bak zijn gescheiden.
22. Goot volgens conclusie 1, waarin het of elk 25 deel van de bak door extrusie is vervaardigd.
23. Goot volgens conclusie 1, waarin de kunststof van flexibel type is en is gekozen uit de groep, waartoe behoren rubber, kunstrubber, LDPE, HDPE, PP, PE, PVC.
24. Goot volgens conclusie 1, waarin de draagstructuur een aantal op onderlinge langsafstanden gerangschikte draagbeugels omvat.
25. Goot volgens conclusie 24, waarin de draagbeugels zijn ingericht voor het dragen van de 35 langsranden van het of elk van de genoemde delen van de bak.
26. Goot volgens conclusie 25, waarin elke draagbeugel in dwarsrichting van de bak instelbaar is. 1 ft Π 7 X O
27. Goot volgens conclusie 25 en 26, waarin de draagbeugels zijn ingericht voor het met instelbare onderlinge afstand dragen van de genoemde langsranden.
28. Goot volgens conclusie 24, waarin de 5 hellingshoek van elke draagbeugel instelbaar is.
29. Goot volgens conclusie 24, waarin elke draagbeugel een steunschoor of steunribben omvat.
30. Aan de bovenzijde open, in hoofzaak prismatische bak, ingericht en kennelijk bestemd voor 10 toepassing als onderdeel van een goot volgens één der voorgaande conclusies, welke bak een in hoofdzaak prismatische vorm vertoont en aan zijn beide bovenranden van die prismatische vorm deel uitmakende koppelraiddelen vertoont, waarmee de bak met een draagstructuur 15 koppelbaar is om daardoor te worden gedragen. 1 0 0 7 3 y ö
NL1007393A 1997-10-29 1997-10-29 Goot. NL1007393C2 (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007393A NL1007393C2 (nl) 1997-10-29 1997-10-29 Goot.
AU11776/99A AU1177699A (en) 1997-10-29 1998-10-29 Gutter
PCT/NL1998/000627 WO1999022094A1 (en) 1997-10-29 1998-10-29 Gutter
ES98954825T ES2251785T3 (es) 1997-10-29 1998-10-29 Canalon.
EP98954826A EP1027510B1 (en) 1997-10-29 1998-10-29 Gutter
DE69833024T DE69833024T2 (de) 1997-10-29 1998-10-29 Dachrinne
EP98954825A EP1027509B1 (en) 1997-10-29 1998-10-29 Gutter
DE69833025T DE69833025T2 (de) 1997-10-29 1998-10-29 Dachrinne
PCT/NL1998/000626 WO1999022093A1 (en) 1997-10-29 1998-10-29 Gutter
ES98954826T ES2251786T3 (es) 1997-10-29 1998-10-29 Canalon.
AU11775/99A AU1177599A (en) 1997-10-29 1998-10-29 Gutter

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1007393A NL1007393C2 (nl) 1997-10-29 1997-10-29 Goot.
NL1007393 1997-10-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1007393C2 true NL1007393C2 (nl) 1999-05-04

Family

ID=19765916

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1007393A NL1007393C2 (nl) 1997-10-29 1997-10-29 Goot.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1007393C2 (nl)

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2233383A (en) * 1989-06-21 1991-01-09 Harold Darlington Sharman Lining of guttering
GB2236776A (en) * 1989-10-13 1991-04-17 Bemis Mfg Concealed hanger gutter
US5327689A (en) * 1991-04-12 1994-07-12 Stratco Metal Proprietary Limited Gutter and improved gutter installation systems
DE29511369U1 (de) * 1995-07-14 1995-09-21 Fleck, Oskar, 45711 Datteln Führungsleiste zur Befestigung von Dachzubehörteilen
US5638643A (en) * 1995-05-30 1997-06-17 Demartini; Robert J. New and useful improvements in rain gutter devices and methods of making same

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2233383A (en) * 1989-06-21 1991-01-09 Harold Darlington Sharman Lining of guttering
GB2236776A (en) * 1989-10-13 1991-04-17 Bemis Mfg Concealed hanger gutter
US5327689A (en) * 1991-04-12 1994-07-12 Stratco Metal Proprietary Limited Gutter and improved gutter installation systems
US5638643A (en) * 1995-05-30 1997-06-17 Demartini; Robert J. New and useful improvements in rain gutter devices and methods of making same
DE29511369U1 (de) * 1995-07-14 1995-09-21 Fleck, Oskar, 45711 Datteln Führungsleiste zur Befestigung von Dachzubehörteilen

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5375379A (en) Leaf deflecting cover device for a rain gutter
CA2048770C (en) Hinged rain gutter
CA2085926C (en) Leaf deflecting cover device for a rain gutter
US2848765A (en) Universal flashing for awnings
SK132898A3 (en) Bottom lining element for a flat, panel-shaped building element
CN102251629A (zh) 一种建筑物的整体刚性防水系统
EP1027509B1 (en) Gutter
EP0473321B1 (en) Glazing bar
NL1007393C2 (nl) Goot.
NL1007392C2 (nl) Goot.
NL2012719B1 (nl) Bevestigingssysteem en scherminstallatie voor een kas, alsmede werkwijze voor het aanbrengen daarvan.
EP3231956A1 (en) Telescopic gutter, especially for roof windows
CZ285387B6 (cs) Větrací pás
US3507078A (en) Hinged gutter fascia
US20070089372A1 (en) Gutter cover
HU197059B (en) Window particularly for mounting onto inclined roofs
BE1027749B1 (nl) Dakrand
JP4087969B2 (ja) 傾斜屋根用屋根材及び屋根構造
US559942A (en) Rain-gutter for houses
JPH049777Y2 (nl)
WO2011022815A1 (en) A long term temporary shelter
NL1028468C2 (nl) Systeem voor het vastzetten van op een schuin dakvlak voorziene dakpannen, samenstel voor een dergelijk systeem alsmede werkwijze voor het vastzetten van dakpannen op een schuin dakvlak.
JPS6257781B2 (nl)
EP3061886B1 (en) Flashing arrangement for a window, window with a flashing arrangement, and method of providing a weather-tight transition between a window and surrounding roofing with such a flashing arrangement
AU7935094A (en) Louvre assembly

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
SD Assignments of patents

Owner name: WILDKAMP B.V.

VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070501