NL2013585B1 - Een kas. - Google Patents

Een kas. Download PDF

Info

Publication number
NL2013585B1
NL2013585B1 NL2013585A NL2013585A NL2013585B1 NL 2013585 B1 NL2013585 B1 NL 2013585B1 NL 2013585 A NL2013585 A NL 2013585A NL 2013585 A NL2013585 A NL 2013585A NL 2013585 B1 NL2013585 B1 NL 2013585B1
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
greenhouse
profile
profiles
transverse
foil
Prior art date
Application number
NL2013585A
Other languages
English (en)
Inventor
Jacobus Maria Van Holsteijn Gerardus
Original Assignee
Boal Systemen Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Boal Systemen Bv filed Critical Boal Systemen Bv
Priority to NL2013585A priority Critical patent/NL2013585B1/nl
Priority to EP15188484.8A priority patent/EP3005857A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2013585B1 publication Critical patent/NL2013585B1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/1469Greenhouses with double or multiple walls
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/1407Greenhouses of flexible synthetic material
    • A01G9/1415Greenhouses of flexible synthetic material with double or multiple walls
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/24Devices or systems for heating, ventilating, regulating temperature, illuminating, or watering, in greenhouses, forcing-frames, or the like
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Abstract

Een kas omvat een dakconstructie met een door een aantal in hoofdzaak evenwijdige langsprofielen gedragen transparant dek en een transparante folie die zich op afstand van het dek onder het dek uitstrekt. Tegenover elkaar gelegen zijranden van de folie zijn bevestigd aan respectievelijke op afstand van elkaar gelegen dwarsprofielen die elk met ten minste twee langsprofielen zijn verbonden en zich in dwarsrichting van de langsprofielen uitstrekken. Tenminste één van de dwarsprofielen is ten opzichte van de langsprofielen verplaatsbaar in de lengterichting van de langsprofielen teneinde de onderlinge afstand van de dwarsprofielen te kunnen veranderen.

Description

Een kas
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kas, zoals een tuinbouwkas voor het kweken van gewassen, omvattende een dakconstructie met een door een aantal in hoofdzaak evenwijdige langsprofielen gedragen transparant dek.
Een kas met een dakconstructie met een transparant dek in de vorm van bijvoorbeeld glaspanelen of ruiten is bekend. De dakconstructie is vaak opgebouwd uit een metalen raamwerk, waarvan de langsprofielen ofwel dekroeden deel uitmaken. De dekroeden kunnen sponningen hebben waarin zijranden van de ruiten zijn opgenomen. De dakconstructie is bij voorkeur zodanig dat de verhouding tussen de oppervlakte die de glaspanelen en die het metalen raamwerk innemen zo groot mogelijk is om de lichtinval in de kas te maximaliseren. Om warmteverlies vanuit de kas naar de omgeving te beperken, worden de glaspanelen bijvoorbeeld uitgevoerd als isolatieglas of dubbel glas. Dit is relatief duur en vereist ook een relatief zware dakconstructie.
Een doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een energiezuinige kas met een eenvoudiger dakconstructie.
Dit wordt bereikt met de kas volgens de uitvinding, waarbij de kas is voorzien van een transparante folie die zich op afstand van het dek onder het dek uitstrekt, waarbij tegenover elkaar gelegen zijranden van de folie zijn bevestigd aan respectievelijke op afstand van elkaar gelegen dwarsprofielen die elk met ten minste twee langsprofielen zijn verbonden en zich in dwarsrichting van de langsprofielen uitstrekken, waarbij tenminste één van de dwarsprofielen ten opzichte van de langsprofielen verplaatsbaar is in de lengterichting van de langsprofielen teneinde de onderlinge afstand van de dwarsprofielen te kunnen veranderen.
Het voordeel van de kas volgens de uitvinding is, dat de transparante folie die met de zijranden daarvan aan de dwarsprofielen is bevestigd, kan worden gespannen. Bij montage van de folie kan deze bijvoorbeeld spanningsloos aan de dwarsprofielen worden vastgemaakt, waarna de onderlinge afstand van de dwarsprofielen kan worden vergroot. Een geschikte folie is bijvoorbeeld een kunststof folie, zoals F-CLEAN®, welke vanwege de goede lichtdoorlatende eigenschappen uitstekend in de glastuinbouw kan worden toegepast. De F-CLEAN® folie wordt bijvoorbeeld met ongeveer 2% voorgespannen, maar andere percentages zijn ook mogelijk.
Het transparante dek kan eveneens folie of een ander flexibel materiaal omvatten, maar in een alternatieve uitvoeringsvorm omvat het transparante dek in hoofdzaak stijve panelen, bijvoorbeeld glas, bij voorkeur enkel glas.
In het geval van panelen kunnen de langsprofielen dekroeden omvatten voor het dragen van de panelen.
De afstand tussen het dek en de folie creëert een isolatieruimte. Deze afstand kan in hoofdzaak overal gelijk zijn, maar mag eventueel variëren. Door de aldus gecreëerde isolatieruimte hoeft voor het dek niet per se isolatieglas of dubbel glas te worden toegepast, maar mogen de panelen bijvoorbeeld als enkel glas worden uitgevoerd of kan het dek zelfs in flexibel materiaal, zoals folie, zijn uitgevoerd.
Dit vermindert de kosten van de dakconstructie.
De dwarsprofielen kunnen evenwijdig aan elkaar lopen en loodrecht op de langsprofielen staan, zodat de langsprofielen en de dwarsprofielen een rechthoekig raamwerk vormen.
Bij een specifieke uitvoeringsvorm is de dakconstructie voorzien van een gootprofiel en een zich in hoofdzaak evenwijdig daaraan uitstrekkende en hoger gelegen nok, waarbij de langsprofielen zich in dwarsrichting van het gootprofiel en de nok tenminste gedeeltelijk tussen het gootprofiel en de nok uitstrekken. Tussen het gootprofiel en de nok heeft het dek ten opzichte van de horizontaal een schuin dakvlak, zoals bijvoorbeeld vaak voorkomt bij traditionele huisvormige kassen met een zadeldak. Vaak heeft een kas een aantal zadeldakgedeelten naast elkaar met tussengelegen gootprofielen. Indien de afstand tussen het dek en de folie min of meer constant is, strekt de folie zich dus ook uit in een schuin vlak ten opzichte van de horizontaal.
Het verplaatsbare dwarsprofiel kan op afstand van het gootprofiel zijn gelegen, terwijl het andere dwarsprofiel een vaste positie heeft ter plaatse van het gootprofiel. Meer in het bijzonder, kan het andere dwarsprofiel zijn geïntegreerd in het gootprofiel. Het gootprofiel kan dus diverse functies hebben, waaronder het afvoeren van hemelwater, het dragen van de langsprofielen en het vasthouden van de folie.
Bij voorkeur bevindt het verplaatsbare dwarsprofiel zich aan de onderzijde van de langsprofielen, zodat het dwarsprofiel langs meer dan twee langsprofielen kan lopen, zo mogelijk vanaf een kopse gevel van de kas naar een tegenover gelegen kopse gevel daarvan. Hierdoor wordt het mogelijk om een groot stuk folie in één keer strak te trekken, bijvoorbeeld van een geheel schuin dakvlak in het geval van een zadeldak. Verder heeft het een voordeel als de folie zich onder de langsprofielen bevindt, zodat de langsprofielen niet in direct contact staan met de lucht in de kas; hierdoor zou immers een koudebrug kunnen ontstaan.
Het verplaatsbare dwarsprofiel kan verschuifbaar zijn via geleidingsbanen die zich in de lengterichting van de langsprofielen uitstrekken. Elk langsprofiel kan één of meerdere geleidingsbanen hebben.
De langsprofielen en het verplaatsbare dwarsprofiel kunnen zijn voorzien van fixeerelementen die zodanig zijn ingericht, dat het verplaatsbare dwarsprofiel op ten minste twee verschillende vaste borgposities ten opzichte van de langsprofielen kan worden geborgd. De fixeerelementen kunnen bijvoorbeeld een losmaakbaar fixeersysteem omvatten en/of zijn voorzien van een vastkliksysteem. Door de vaste borgposities kan in een eerste borgpositie de folie spanningsloos of spanningsarm aan de dwarsprofielen worden bevestigd en vervolgens eenvoudig worden strak getrokken door het verplaatsbare dwarsprofiel naar de tweede borgpositie te verplaatsen. Het is denkbaar om meer dan twee borgposities te hebben, bijvoorbeeld om de folie later te kunnen naspannen.
De fixeerelementen kunnen zodanig zijn uitgevoerd, dat het verplaatsbare dwarsprofiel gemakkelijker van de ene naar de andere borgpositie kan worden verplaatst dan andersom. De fixeerelementen kunnen bijvoorbeeld een verende lip en daarmee samenwerkende uitsparingen ter plaatse van de borgposities hebben, waarbij de lip wordt ingedrukt wanneer het verplaatsbare dwarsprofiel ten opzichte van het langsprofiel wordt verplaatst en uitveert in een uitsparing, waarbij de verplaatsing wel in dezelfde richting kan worden voortgezet, maar niet of heel moeilijk in tegengestelde richting. Dit vergemakkelijkt het strak trekken van de folie wanneer de verplaatsing in de richting waarin de folie wordt strak getrokken gemakkelijker verloopt, en voor een verplaatsing in tegengestelde richting eventueel extra handelingen nodig zijn om de borging ongedaan te maken.
In een bijzondere uitvoeringsvorm zijn de ten minste twee langsprofielen ter plaatse van het verplaatsbare dwarsprofiel voorzien van respectievelijke koppelstukken die aan de langsprofielen zijn bevestigd en in lengterichting daarvan verschuifbaar zijn en die het verplaatsbare dwarsprofiel ondersteunen. De koppelstukken kunnen van een flexibel materiaal zijn gemaakt, zoals verenstaal. Door het verende karakter ontstaat er tijdens montage en strak trekken van de folie minder spanning in de dakconstructie.
Het koppelstuk en het dwarsprofiel kunnen ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn in lengterichting van het dwarsprofiel. Hierdoor kan de montage van het dwarsprofiel aan de koppelstukken relatief eenvoudig plaatsvinden door de koppelstukken en het dwarsprofiel in elkaar te schuiven.
In een praktische uitvoeringsvorm heeft het koppelstuk een U-vormige dwarsdoorsnede en een bodem en zijwanden die met een onderste gedeelte van het langsprofiel samenwerken, waarbij de zijwanden aan de binnenzijden zijn voorzien van bovenste geleidingselementen, die in daarmee samenwerkende geleidingsbanen van het langsprofiel vallen.
Het langsprofiel kan in dit geval een balkvorm hebben waar de U-vorm omheen past.
Het koppelstuk kan verder zijn voorzien van een onderste geleidingselement waaraan het verplaatsbare dwarsprofiel schuifbaar in de lengterichting van het dwarsprofiel is gekoppeld teneinde het dwarsprofiel en het koppelstuk ten opzichte van elkaar te kunnen verschuiven. Bij montage kunnen bijvoorbeeld eerst een aantal koppelstukken aan een gelijk aantal langsprofielen worden bevestigd waarna het verplaatsbare dwarsprofiel via de respectievelijke onderste geleidingselementen schuivend wordt verbonden met de koppelstukken.
De zijranden van de folie kunnen zijn voorzien van verstevigingsranden die schuivend zijn ingebracht in foliehouders van de op afstand van elkaar gelegen dwarsprofielen, welke foliehouders zich in lengterichting van de dwarsprofielen uitstrekken en de verstevigingsranden in dwarsrichting, dus in lengterichting van de langsprofielen, opsluiten. De foliehouders kunnen bijvoorbeeld sleuven zijn die een verstevigingsrand in lengterichting kunnen opnemen, maar deze in dwarsrichting kunnen opsluiten. Er zijn echter talrijke andere manieren mogelijk om de folie aan de dwarsprofielen vast te maken. Bijvoorbeeld door de verstevigingsranden door middel van een klikverbinding in dwarsrichting van de foliehouders in de foliehouders in te brengen.
Bij voorkeur is de dakconstructie voorzien van een circulatiesysteem voor het door de ruimte tussen het dek en de folie leiden van lucht uit een naburige ruimte in de kas. Hierdoor is het bijvoorbeeld mogelijk om warme lucht uit de kas door de ruimte tussen het dek en de folie te laten stromen en op het dek gelegen sneeuw te laten smelten. De warme lucht kan bijvoorbeeld via gedwongen ventilatie door de genoemde ruimte worden geleid.
In een praktische uitvoeringsvorm is de dakconstructie voorzien van een beluchtingsraam dat zich voorbij het ene dwarsprofiel bevindt, zoals gezien vanaf het andere dwarsprofiel en dat zodanig is ingericht, dat het in een geopende stand een ventilatieopening in het dek van de kas vrijgeeft voor beluchting van de kas naar de buitenlucht, in een gesloten stand de ventilatieopening naar de buitenlucht afsluit en tevens de ruimte tussen het dek en de folie ter plaatse van het beluchtingsraam afsluit van de naburige ruimte in de kas, en in een tussenstand de ruimte tussen het dek en de folie ter plaatse van het beluchtingsraam met de naburige ruimte in de kas verbindt maar de ventilatieopening naar de buitenlucht afsluit. In het geval van een uitvoeringsvorm met een gootprofiel en een nok, waarbij het beluchtingsraam zich tussen het verplaatsbare dwarsprofiel en de nok bevindt, kan om een goede doorstroming door de isolatieruimte te creëren de warme lucht vanuit de kas bijvoorbeeld door poorten ter plaatse van het gootprofiel de isolatieruimte binnenstromen en ter plaatse van het beluchtingsraam uitstromen, of andersom.
Het beluchtingsraam kan bijvoorbeeld zijn voorzien van een dwarsstrook die in de tussenstand van het beluchtingsraam de ruimte tussen het dek en de folie met de naburige ruimte in de kas verbindt en welke dwarsstrook in de gesloten stand de isolatieruimte van de naburige ruimte afsluit, welk principe min of meer vergelijkbaar is met een ventilatiebegrenzer zoals beschreven in EP 2 710 887 van dezelfde aanvrager.
De genoemde profielen kunnen via extrusie van aluminium worden vervaardigd. Hierdoor zijn profielen met complexe vormen mogelijk, zoals een gootprofiel met de verschillende hierboven genoemde functies.
De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van tekeningen, die uitvoeringsvormen van de uitvinding schematisch weergeven.
Fig. 1 is een perspectivisch bovenaanzicht van een gedeelte van een uitvoeringsvorm van een kas volgens de uitvinding.
Fig. 2 is een dwarsdoorsnedeaanzicht van een gedeelte van de dakconstructie van de uitvoeringsvorm volgens Fig. 1 op grotere schaal.
Fig. 3 is een uitvergroot aanzicht van een gedeelte van Fig. 2, dat daarin is aangeduid met III, en tevens een dwarsdoorsnedeaanzicht langs de lijn III, IV - III, IV in Fig. 5.
Fig. 4 is een zelfde aanzicht als Fig. 3, maar toont een andere positie van een dwarsprofiel ten opzichte van een langsprofiel.
Fig. 5 is een doorsnedeaanzicht langs de lijn V-V in Fig. 4.
Fig. 6 is een perspectivisch aanzicht van een koppelstuk van de uitvoeringsvorm van de kas volgens Fig. 1-5.
Fig. 7 is een zelfde aanzicht als Fig. 6 en illustreert de wijze waarop het koppelstuk aan een langsprofiel is gekoppeld.
Fig. 8 is een zelfde aanzicht als Fig. 6 en illustreert de wijze waarop het koppelstuk aan een dwarsprofiel is gekoppeld.
Fig. 9 is een zelfde aanzicht als Fig. 3 van een alternatieve uitvoeringsvorm van een kas.
Fig. 10 en 11 zijn perspectivische aanzichten van een gedeelte van de uitvoeringsvorm volgens Fig. 9.
Fig. 1 toont een uitvoeringsvorm van een kas 1 volgens de uitvinding. De getoonde kas 1 is een tuinbouwkas, die geschikt is voor het kweken van tuinbouwproducten. De kas 1 omvat een dakconstructie met transparante glaspanelen 2 om zoveel mogelijk licht in de kas 1 te laten vallen. De glaspanelen 2 maken tezamen deel uit van het transparante dek van de dakconstructie. De getoonde uitvoeringsvorm heeft een klassieke huisvorm met twee naast elkaar geschakelde zadeldakgedeelten, die tezamen vier schuine dakvlakken vormen. In de praktijk kan de kas 1 een groter aantal naast elkaar geschakelde zadeldakgedeelten hebben, maar een enkel zadeldakgedeelte is ook denkbaar.
De in Fig. 1 getoonde kas 1 is verder voorzien van beluchtingsramen 3 ter plaatse van nokken 5 om verse lucht in de kas 1 binnen te kunnen laten. Aan weerszijden van de nok 5 van een zadeldakgedeelte bevinden zich gootprofielen 4, welke gedragen worden door staanders (niet getoond). De gootprofielen 4 en de nokken 5 lopen tussen tegenover elkaar gelegen kopgevels van de kas 1 evenwijdig aan elkaar in lengterichting van de kas 1.
In de uitvoeringsvorm volgens Fig. 1 is de dakconstructie voorzien van op afstand van elkaar gelegen evenwijdige langsprofielen of dekroeden 6 voor het dragen van de glaspanelen 2 . In de getoonde uitvoeringsvorm wordt één glaspaneel 2 door twee naast elkaar gelegen dekroeden 6 ondersteund, maar het is ook mogelijk, dat meerdere glaspanelen 2 door twee naast elkaar gelegen dekroeden 6 worden gedragen. De gootprofielen 4 en de nokken 5 strekken zich loodrecht ten opzichte van de dekroeden 6 uit.
Onderste eindgedeelten van de respectievelijke dekroeden 6 zijn aan de respectievelijke gootprofielen 4 bevestigd, terwijl tegenover gelegen bovenste eindgedeelten aan respectievelijke nokprofielen ter plaatse van de nokken 5 zijn bevestigd. De gootprofielen 4 hebben naast de functie van het afvoeren van water tevens een dragende functie, namelijk voor het ondersteunen van de dekroeden 6. De dekroeden 6, gootprofielen 4 en nokken 5 vormen tezamen een metalen raamwerk voor het dragen van het dek, in dit geval de glaspanelen 2.
In Fig. 2 is een dwarsdoorsnede van een gedeelte van de dakconstructie van de kas 1 ter plaatse van de beluchtingsramen 3 te zien. Onder de glaspanelen 2 bevindt zich een transparante folie 7. De folie 7 strekt zich vanaf het gootprofiel 4 tot het beluchtingsraam 3 uit. De ruimte tussen de glaspanelen 2 en de transparante folie 7 heeft een warmte-isolerende werking, zodat de glaspanelen 2 in enkel glas kunnen worden uitgevoerd.
Indien sneeuw van het dek dient te worden verwijderd, kan het beluchtingsraam 3 in een zodanige stand worden gezet, dat de lucht uit de kas 1 via het gootprofiel 4 en een door het beluchtingsraam 3 gecreëerde opening door de ruimte tussen de glaspanelen 2 en de transparante folie 7 kan worden gecirculeerd. De warme lucht uit de kas 1 kan de sneeuw op de glaspanelen 2 laten smelten. In een dergelijke stand van het beluchtingsraam 3 is er dus een open verbinding tussen de genoemde isolatieruimte en een naburige ruimte in de kas 1, maar hoeft er geen open verbinding met de buitenlucht te zijn. Voor het creëren van een open verbinding voor beluchting van de kas 1 kan het beluchtingsraam 3 in een open stand worden gezet. Er zijn overigens alternatieve manieren om warme lucht uit de kas 1 door de genoemde ruimte te laten stromen.
In lengterichting van de dekroeden 6 gezien zijn tegenover elkaar gelegen zijranden van de folie 7 verbonden met het gootprofiel 4 respectievelijk een op afstand van het gootprofiel 4 gelegen dwarsprofiel 8. Het dwarsprofiel 8 en één van de dekroeden 6 zijn te zien in Fig. 3 en 4, waarin een uitvergroot gedeelte van Fig. 2 wordt getoond. Er wordt opgemerkt dat in Fig. 3 en 4 voor de duidelijkheid het beluchtingsraam 3 is weggelaten. Het dwarsprofiel 8 loopt evenwijdig aan het gootprofiel 4 en bevindt zich tussen het gootprofiel 4 en de nok 5 van een schuin dakvlak. In de praktijk zal het dwarsprofiel 8 evenals het gootprofiel 4 en de nok 5 zich tussen de tegenover elkaar gelegen kopse gevels van de kas 1 uitstrekken. Fig. 3 en 4 tonen verder dat het glaspaneel 2 ook gedragen wordt door een sluitregel 11 die zich loodrecht op de dekroeden 6 uitstrekt tussen het gootprofiel 4 en de nok 5.
Het dwarsprofiel 8 is door middel van koppelstukken 9 aan de respectievelijke dekroeden 6 bevestigd. De transparante folie 7 (niet getoond in Fig. 3 en 4) is aan de tegenovergelegen uiteinden daarvan voorzien van verstevigingsranden. De verstevigingsrand aan de zijde van het dwarsprofiel 8 wordt opgenomen door een foliehouder 10 in het dwarsprofiel 8. De foliehouder 10 omvat twee tegenover elkaar gelegen benen die zich in lengterichting van het dwarsprofiel 8 uitstrekken en naar het gootprofiel 4 zijn gericht. Aan de vrije uiteinden van deze benen bevinden zich naar elkaar toe gerichte haakvormige randen waarachter de verstevigingsrand van de folie 7 kan worden vastgehouden. De foliehouder 10 vormt in feite een kanaal waarin de verstevigingsrand in lengterichting kan worden geschoven, maar niet in zijdelingse richting eruit kan worden getrokken.
Hoewel niet in detail getoond, heeft het gootprofiel 4 een vergelijkbare foliehouder 10 waarin een tegenovergelegen verstevigingsrand van de folie 7 schuifbaar kan worden opgenomen. De verstevigingsranden van de folie 7 en de respectievelijke foliehouders 10 zijn zodanig op elkaar afgestemd, dat bij het bouwen van de kas 1 de verstevigingsranden aan respectievelijke uiteinden van de foliehouders 10, bijvoorbeeld ter plaatse van een kopse gevel van de kas 1, in de foliehouders 10 worden ingebracht en de folie 7 in lengterichting van het gootprofiel 4 en het dwarsprofiel 8 wordt geschoven. De verstevigingsranden kunnen bijvoorbeeld PVC profielen zijn die in lengterichting van het dwarsprofiel 8 en het gootprofiel 4 in de respectievelijke foliehouders 10 kunnen worden geschoven. Het is ook mogelijk dat de zijrand van de folie 7 is voorzien van een omslag met daarin een pees. De folie 7 kan ook op een andere wijze aan het gootprofiel 4 of het dwarsprofiel 8 zijn vastgemaakt, bijvoorbeeld via een kliksysteem waarbij de zijranden van de folie 7 in dwarsrichting van het dwarsprofiel 8 en het gootprofiel 4 in de respectievelijke foliehouders 10 worden ingebracht.
De folie 7 wordt in de foliehouders 10 van het gootprofiel 4 en het dwarsprofiel 8 ingebracht wanneer het dwarsprofiel 8 zich in een positie bevindt zoals getoond in Fig. 4. De folie 7 is dan nog niet opgespannen. Om zoveel mogelijk licht in de kas 1 toe te laten, is het belangrijk om de transparante folie 7 strak te trekken. Hiertoe kan het dwarsprofiel 8 in de richting van de nok 5 worden verplaatst. De positie van het dwarsprofiel 8 ten opzichte van de dekroede 6 in de situatie van de gespannen folie 7 is geïllustreerd in Fig. 3. In deze positie bevindt het dwarsprofiel 8 zich ongeveer onder de sluitregel 11. Het dwarsprofiel 8 is dus verplaatsbaar in de lengterichting van de dekroeden 6 en verbonden met de dekroeden 6, zodat de onderlinge afstand tussen het gootprofiel 4 en het dwarsprofiel 8 kan worden vergroot. Om de ruimte tussen de glaspanelen 2 en de folie 7 af te sluiten van de rest van de ruimte in de kas 1, kan een afsluiting, bijvoorbeeld een rubberen strook, tussen de bovenzijde van de het dwarsprofiel 8 en de onderzijde van de sluitregel 11 zijn geplaatst. Dit is geïllustreerd in een alternatieve uitvoeringsvorm van de kas 1 volgens Fig. 9-11. De rubberen strook 20 wordt in de sluitregel 11 en het dwarsprofiel 8 geklikt.
Fig. 5 toont dat het dwarsprofiel 8 zich onder de dekroeden 6 bevindt en via het koppelstuk 9 aan de dekroeden 6 hangt, zodat in dit geval ook de folie 7 zich onder de dekroeden 6 uitstrekt. In Fig. 6 is het koppelstuk 9 apart weergegeven; Fig. 7 toont hoe het koppelstuk 9 met de dekroede 6 is verbonden en Fig. 8 toont hoe het koppelstuk 9 met het dwarsprofiel 8 is verbonden.
In de getoonde uitvoeringsvormen van de kas 1 is het koppelstuk 9 schuifbaar verbonden met de dekroede 6 via twee geleidingsbanen 12 die zich als sleuven aan weerszijden van elke dekroede 6 nabij de onderzijde en in lengterichting daarvan uitstrekken. Het koppelstuk 9 heeft een U-vormige dwarsdoorsnede met een bodem 13 en twee zijwanden 14 die zich vanaf de bodem 13 uitstrekken. De binnenafmetingen van het koppelstuk 9 zijn afgestemd op de buitenafmetingen van de dekroede 6, zodat het koppelstuk 9 aan de onderzijde van de, in dit geval balkvormige, dekroede 6 langs de dekroede 6 kan worden verschoven. Aan de binnenzijde van de zijwanden 14 bevinden zich naar binnen gerichte lippen 15 die in de geleidingsbanen 12 vallen. In gemonteerde toestand wordt de draagkracht van het dwarsprofiel 8 via deze lippen 15 op de geleidingsbanen 12 van de dekroede 6 overgebracht. De lippen 15 zijn aan hun bovenzijde vast met de rest van het koppelstuk 9 verbonden en zijn verend, zodat het koppelstuk 9 bij montage tegen de onderzijde van de dekroede 6 kan worden geduwd en de lippen 15 in de geleidingsbanen 12 kunnen worden geklikt. Het koppelstuk 9 wordt dus aan de dekroede 6 geklemd, maar is nog wel verschuifbaar langs de dekroede 6.
De zijwanden 14 van het koppelstuk 9 en het corresponderende gedeelte van de dekroede 6 kunnen eventueel een andere vorm hebben.
De bodem 13 is voorzien van een naar binnen gerichte borglip 16, die als fixeerelement dient om het koppelstuk 9 ten opzichte van de dekroede 6 in lengterichting daarvan te fixeren. Hiertoe is de onderzijde van de dekroede 6 voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen uitsparingen 17, waarin de borglip 16 past, zie Fig. 3 en 4. In dit geval zijn er twee borgposities bij de dekroede 6, maar er kunnen er ook meerdere of slechts één zijn. Door de oriëntatie en vormgeving van de borglip 16, zoals getoond in Fig. 6 kan het koppelstuk 9 wel verschoven worden van de positie zoals getoond in Fig. 4 naar de positie zoals getoond in Fig. 3, maar niet of heel moeilijk andersom. Dit maakt een eenvoudige handeling voor het spannen van de folie 7 mogelijk. Het is ook denkbaar om meerdere uitsparingen 17 langs elk van de dekroeden 6 aan te brengen om de folie 7 eventueel na te spannen.
Het koppelstuk 9 is gemaakt uit verenbandstaal. Het verende karakter heeft als voordeel, dat wanneer de folie 7 wordt gespannen niet alle koppelstukken 9 over de hele lengte van de kas 1 simultaan hoeven te worden verschoven, maar dat enige flexibiliteit toelaatbaar is.
Fig. 8 toont hoe het dwarsprofiel 8 en het koppelstuk 9 met elkaar zijn verbonden bij de in de tekeningen getoonde uitvoeringsvorm van de kas 1. Het koppelstuk 9 is voorzien van twee oren 18 die vanaf de bodem 13 uitsteken in een richting tegenovergesteld aan die van de zijwanden 14 van het koppelstuk 9. De oren 18 strekken zich althans ongeveer evenwijdig aan elkaar uit en hebben in de lengterichting van het dwarsprofiel 8 gezien een versmalling tussen de bodem 13 en hun vrije uiteinden. De relatief brede vrije uiteinden van de oren 18 vallen in een geleidingsbaan 19 van het dwarsprofiel 8. Door de vorm van de oren 18 en de geleidingsbaan 19 kunnen het koppelstuk 9 en het dwarsprofiel 8 schuivend met elkaar worden verbonden, zodat in de gemonteerde toestand van de kas 1 de bovenranden van de oren 18 ter plaatse van de versmalling daarvan het dwarsprofiel 8 dragen. Deze manier van koppelen vergemakkelijkt de opbouw van de kas 1. Er zijn echter talrijke alternatieve manieren om het koppelstuk 9, eventueel schuifbaar, met het dwarsprofiel 8 te koppelen.
De lippen 15, 16 en oren 18 zijn uit één geheel met het koppelstuk 9 gevormd. Het koppelstuk 9 kan uit een strook vlak materiaal worden gemaakt, via ponsen, stansen, plastische vervorming, of dergelijke.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en hierboven beschreven uitvoeringsvormen die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Er zijn bijvoorbeeld andere manieren denkbaar voor het verplaatsbaar koppelen van het dwarsprofiel aan de dekroeden. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk, dat het beluchtingsraam zich op een andere locatie bevindt. Verder is het denkbaar om het dek niet in glas uit te voeren, maar van een flexibel materiaal te maken, bijvoorbeeld een transparante folie.

Claims (17)

1. Kas (1), omvattende een dakconstructie met een door een aantal in hoofdzaak evenwijdige langsprofielen (6) gedragen transparant dek en een transparante folie (7) die zich op afstand van het dek (2) onder het dek (2) uitstrekt, waarbij tegenover elkaar gelegen zijranden van de folie (7) zijn bevestigd aan respectievelijke op afstand van elkaar gelegen dwarsprofielen (4, 8) die elk met ten minste twee langsprofielen (6) zijn verbonden en zich in dwarsrichting van de langsprofielen (6) uitstrekken, waarbij tenminste één van de dwarsprofielen (8) ten opzichte van de langsprofielen (6) verplaatsbaar is in de lengterichting van de langsprofielen (6) teneinde de onderlinge afstand van de dwarsprofielen (4, 8) te kunnen veranderen.
2. Kas (1) volgens conclusie 1, waarbij de dakconstructie is voorzien van een gootprofiel (4) en een zich in hoofdzaak evenwijdig daaraan uitstrekkende en hoger gelegen nok (5), en waarbij de langsprofielen (6) zich in dwarsrichting van het gootprofiel (4) en de nok (5) tenminste gedeeltelijk tussen het gootprofiel (4) en de nok (5) uitstrekken.
3. Kas (1) volgens conclusie 1 of 2, waarbij het verplaatsbare dwarsprofiel (8) zich aan de onderzijde van de langsprofielen (6) bevindt.
4. Kas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het verplaatsbare dwarsprofiel (8) verschuifbaar is via geleidingsbanen (12) die zich in de lengterichting van de langsprofielen (6) uitstrekken.
5. Kas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de langsprofielen (6) en het verplaatsbare dwarsprofiel (8) zijn voorzien van fixeerelementen (16, 17) die zodanig zijn ingericht, dat het verplaatsbare dwarsprofiel (8) op ten minste twee verschillende vaste borgposities ten opzichte van de langsprofielen (6) kan worden geborgd.
6. Kas volgens conclusie 5, waarbij de fixeerelementen (16, 17) zodanig zijn uitgevoerd, dat het verplaatsbare dwarsprofiel (8) gemakkelijker van de ene naar de andere positie kan worden verplaatst dan andersom.
7. Kas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de ten minste twee langsprofielen (6) ter plaatse van het verplaatsbare dwarsprofiel (8) zijn voorzien van respectievelijke koppelstukken (9) die aan de langsprofielen (6) zijn bevestigd en in lengterichting daarvan verschuifbaar zijn en die het verplaatsbare dwarsprofiel (8) ondersteunen.
8. Kas (1) volgens conclusie 7, waarbij het koppelstuk (9) en het dwarsprofiel (8) ten opzichte van elkaar verschuifbaar zijn in lengterichting van het dwarsprofiel (6).
9. Kas (1) volgens conclusie 7 of 8, waarbij het koppelstuk (9) een U-vormige dwarsdoorsnede heeft, en een bodem (13) en zijwanden (14) heeft die met een onderste gedeelte van het langsprofiel (6) samenwerken, waarbij de zijwanden (14) aan de binnenzijden zijn voorzien van bovenste geleidingselementen (15), die in daarmee samenwerkende geleidingsbanen (12) van het langsprofiel (6) vallen.
10. Kas (1) volgens één van de conclusies 7-9, waarbij het koppelstuk (9) is voorzien van een onderste geleidingselement (18) waaraan het verplaatsbare dwarsprofiel (8) schuifbaar in de lengterichting van het dwarsprofiel (8) is gekoppeld.
11. Kas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het transparante dek in hoofdzaak stijve panelen (2) omvat en de langsprofielen dekroeden (6) omvatten, die de stijve panelen (2) dragen, waarbij de stijve panelen (2) bij voorkeur zijn gemaakt van glas, bij hogere voorkeur van enkel glas.
12. Kas (1) volgens één van de voorgaande conclusies en conclusie 2, waarbij het verplaatsbare dwarsprofiel (8) op afstand van het gootprofiel (4) is gelegen, terwijl het andere dwarsprofiel een vaste positie heeft ter plaatse van het gootprofiel (4).
13. Kas (1) volgens conclusie 12, waarbij het andere dwarsprofiel is geïntegreerd in het gootprofiel (4).
14. Kas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de zijranden van de folie (7) zijn voorzien van verstevigingsranden die zijn ingebracht in foliehouders (10) van de op afstand van elkaar gelegen dwarsprofielen (4, 8), welke foliehouders (10) zich in lengterichting van de dwarsprofielen (4, 8) uitstrekken en de verstevigingsranden in dwarsrichting opsluiten, waarbij de verstevigingsranden schuivend zijn ingebracht in lengterichting van de foliehouders (10) of door middel van een klikverbinding zijn ingebracht in dwarsrichting van de foliehouders (10).
15. Kas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de dakconstructie is voorzien van een circulatiesysteem voor het door de ruimte tussen het dek (2) en de folie (7) leiden van lucht uit een naburige ruimte in de kas (1).
16. Kas (1) volgens conclusie 15, waarbij de dakconstructie is voorzien van een beluchtingsraam (3) dat zich voorbij het ene dwarsprofiel (8) bevindt, zoals gezien vanaf het andere dwarsprofiel (4) en dat zodanig is ingericht, dat het in een geopende stand een ventilatieopening in het dek van de kas (1) vrijgeeft voor beluchting van de kas (1) naar de buitenlucht, in een gesloten stand de ventilatieopening naar de buitenlucht afsluit en tevens de ruimte tussen het dek (2) en de folie (7) ter plaatse van het beluchtingsraam (3) afsluit van de naburige ruimte in de kas (1), en in een tussenstand de ruimte tussen het dek (2) en de folie (7) ter plaatse van het beluchtingsraam (3) met de naburige ruimte in de kas (1) verbindt maar de ventilatieopening naar de buitenlucht afsluit.
17. Kas (1) volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het transparante dek ook een folie omvat.
NL2013585A 2014-10-07 2014-10-07 Een kas. NL2013585B1 (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013585A NL2013585B1 (nl) 2014-10-07 2014-10-07 Een kas.
EP15188484.8A EP3005857A1 (en) 2014-10-07 2015-10-06 A greenhouse

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2013585A NL2013585B1 (nl) 2014-10-07 2014-10-07 Een kas.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2013585B1 true NL2013585B1 (nl) 2016-10-03

Family

ID=51947447

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2013585A NL2013585B1 (nl) 2014-10-07 2014-10-07 Een kas.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP3005857A1 (nl)
NL (1) NL2013585B1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
ES2961512T3 (es) 2018-11-20 2024-03-12 Boal Systemen Bv Un invernadero

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8001494A (nl) * 1980-02-27 1981-09-16 Leendert Verhoef Glasplaatfoliecombinatie voor kassen.
US4328649A (en) * 1979-08-30 1982-05-11 Gebr. Poppelmann, Inhabber Josef Poppelmann Device for mounting plastic sheets
GB2115866A (en) * 1982-02-20 1983-09-14 Cambridge Glasshouse Company L Double glazing
US4463534A (en) * 1982-08-26 1984-08-07 Crigler T P Greenhouse structures and methods for their construction
EP0166833A1 (en) * 1983-12-01 1986-01-08 Mortimer Technology Limited Fastening device and method of securing a flexible sheet to a support
EP2710887A1 (en) * 2012-09-19 2014-03-26 Boal Systemen B.V. Greenhouse

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4328649A (en) * 1979-08-30 1982-05-11 Gebr. Poppelmann, Inhabber Josef Poppelmann Device for mounting plastic sheets
NL8001494A (nl) * 1980-02-27 1981-09-16 Leendert Verhoef Glasplaatfoliecombinatie voor kassen.
GB2115866A (en) * 1982-02-20 1983-09-14 Cambridge Glasshouse Company L Double glazing
US4463534A (en) * 1982-08-26 1984-08-07 Crigler T P Greenhouse structures and methods for their construction
EP0166833A1 (en) * 1983-12-01 1986-01-08 Mortimer Technology Limited Fastening device and method of securing a flexible sheet to a support
EP2710887A1 (en) * 2012-09-19 2014-03-26 Boal Systemen B.V. Greenhouse

Also Published As

Publication number Publication date
EP3005857A1 (en) 2016-04-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20160120135A1 (en) Greenhouses
BE1024285A1 (nl) Gordijngevel en set en werkwijze voor het opbouwen van een dergelijke gordijngevel
US20220064948A1 (en) Building structure having a roof that is convertible between open and closed configurations
EP2351896A2 (en) Column system and screen device comprising one or more such column systems
NL2013585B1 (nl) Een kas.
EP3204699A1 (en) Mounting bar, system and method for mounting a solar panel
NL2012719B1 (nl) Bevestigingssysteem en scherminstallatie voor een kas, alsmede werkwijze voor het aanbrengen daarvan.
JP5290736B2 (ja) 建具
JP2010150874A (ja) 建具
NL1034162C2 (nl) Bevestigingsinrichting voor een afsluitpaneel.
WO2001065920A1 (en) A panel for green-house and a ventilation system using the same
US20090188161A1 (en) Roof construction for a greenhouse
EP3124716B1 (en) Solar protection system with a movable pergola
KR101769570B1 (ko) 하부프레임에 분리 가능한 압출물을 장착하여 기밀·방풍기능을 강화한 미서기창의 창틀프레임 배수구조
KR101851466B1 (ko) 개폐용 천창을 갖는 온실
NL1030448C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor de bevestiging van een roede aan de goot van een warenhuis.
RU138448U1 (ru) Теплица сборная (варианты)
RU94805U1 (ru) Теплица сборная
RU146697U1 (ru) Теплица (варианты)
RU118838U1 (ru) Теплица
PT2008509E (pt) Estufa ou estufa de vidro com um ecrã externo
NL2006055C2 (nl) Schermsysteem voor een warenhuis.
EP2708672A1 (en) Pitch awning and method for assembling a pitch awning
EP2702864A1 (en) Greenhouse
BE1006370A3 (nl) Bouwwerk, in het bijzonder warenhuis voor het telen van gewassen.