NL194127C - Verenigbare polymeermengsels alsmede gevormde voortbrengsels, die dergelijke mengsels bevatten. - Google Patents

Verenigbare polymeermengsels alsmede gevormde voortbrengsels, die dergelijke mengsels bevatten. Download PDF

Info

Publication number
NL194127C
NL194127C NL8802137A NL8802137A NL194127C NL 194127 C NL194127 C NL 194127C NL 8802137 A NL8802137 A NL 8802137A NL 8802137 A NL8802137 A NL 8802137A NL 194127 C NL194127 C NL 194127C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
polymer
methacrylate
building blocks
formula
mixtures
Prior art date
Application number
NL8802137A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194127B (nl
NL8802137A (nl
Original Assignee
R Hm Gmbh & Co Kg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by R Hm Gmbh & Co Kg filed Critical R Hm Gmbh & Co Kg
Publication of NL8802137A publication Critical patent/NL8802137A/nl
Publication of NL194127B publication Critical patent/NL194127B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194127C publication Critical patent/NL194127C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08LCOMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
    • C08L25/00Compositions of, homopolymers or copolymers of compounds having one or more unsaturated aliphatic radicals, each having only one carbon-to-carbon double bond, and at least one being terminated by an aromatic carbocyclic ring; Compositions of derivatives of such polymers
    • C08L25/02Homopolymers or copolymers of hydrocarbons
    • C08L25/04Homopolymers or copolymers of styrene
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08LCOMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
    • C08L25/00Compositions of, homopolymers or copolymers of compounds having one or more unsaturated aliphatic radicals, each having only one carbon-to-carbon double bond, and at least one being terminated by an aromatic carbocyclic ring; Compositions of derivatives of such polymers
    • C08L25/02Homopolymers or copolymers of hydrocarbons
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08LCOMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
    • C08L25/00Compositions of, homopolymers or copolymers of compounds having one or more unsaturated aliphatic radicals, each having only one carbon-to-carbon double bond, and at least one being terminated by an aromatic carbocyclic ring; Compositions of derivatives of such polymers
    • C08L25/02Homopolymers or copolymers of hydrocarbons
    • C08L25/04Homopolymers or copolymers of styrene
    • C08L25/06Polystyrene
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C08ORGANIC MACROMOLECULAR COMPOUNDS; THEIR PREPARATION OR CHEMICAL WORKING-UP; COMPOSITIONS BASED THEREON
    • C08LCOMPOSITIONS OF MACROMOLECULAR COMPOUNDS
    • C08L33/00Compositions of homopolymers or copolymers of compounds having one or more unsaturated aliphatic radicals, each having only one carbon-to-carbon double bond, and only one being terminated by only one carboxyl radical, or of salts, anhydrides, esters, amides, imides or nitriles thereof; Compositions of derivatives of such polymers
    • C08L33/04Homopolymers or copolymers of esters
    • C08L33/06Homopolymers or copolymers of esters of esters containing only carbon, hydrogen and oxygen, which oxygen atoms are present only as part of the carboxyl radical
    • C08L33/10Homopolymers or copolymers of methacrylic acid esters
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S525/00Synthetic resins or natural rubbers -- part of the class 520 series
    • Y10S525/931Blend of stated incompatibility
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/29Coated or structually defined flake, particle, cell, strand, strand portion, rod, filament, macroscopic fiber or mass thereof
    • Y10T428/2913Rod, strand, filament or fiber
    • Y10T428/2929Bicomponent, conjugate, composite or collateral fibers or filaments [i.e., coextruded sheath-core or side-by-side type]
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T428/00Stock material or miscellaneous articles
    • Y10T428/31504Composite [nonstructural laminate]
    • Y10T428/31855Of addition polymer from unsaturated monomers
    • Y10T428/31909Next to second addition polymer from unsaturated monomers
    • Y10T428/31928Ester, halide or nitrile of addition polymer

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • Polymers & Plastics (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Compositions Of Macromolecular Compounds (AREA)
  • Paints Or Removers (AREA)
  • Addition Polymer Or Copolymer, Post-Treatments, Or Chemical Modifications (AREA)

Description

1 194127
Verenigbare polymeermengsels alsmede gevormde voortbrengsels, die dergelijke mengsels bevatten
De uitvinding heeft betrekking op verenigbare polymeermengsels, bestaande uit: A. 0,1-99,9 gew.% van een polymeer P1, dat uit bouwstenen van monomeren met de formule 1 van het 5 formuleblad, waarin R, een waterstofatoom of een methylgroep voorstelt, is opgebouwd, en uit B. 99,9-0,1 gew.% van een copolymeer P2, dat uit bouwstenen van cyclohexylmethacrylaat en van een alkylmethacrylaat is opgebouwd.
Dergelijke polymeermengsels worden beschreven in de niet-voorgepubliceerde Europese octrooiaanvrage 0.268.040 A2.
10 In de regel gelden uiteenlopende polymeersoorten als niet met elkaar verenigbaar, d.w.z. uiteenlopende polymeersoorten vormen dalend tot geringe hoeveelheden van een component in het algemeen geen homogene fase, die door volledige mengbaarheid van de componenten wordt gekenmerkt.
Bepaalde uitzonderingen van deze regel hebben toenemende interesse gewekt, in het bijzonder bij de deskundigen die zich bezighouden met de theoretische verklaring van de verschijnselen.
15 Volledig verenigbare mengsels van polymeren tonen volledige oplosbaarheid (mengbaarheid) in alle mengverhoudingen. Voor het aantonen van de mengbaarheid werd vaak de glasovergangstemperatuur Tg of de zogenaamde ’’optische methode” (helderheid van een uit homogene oplossing van het polymeer-mengsel gegoten film) gebruikt. (Zie Brandrup-lmmergut, Polymer Handbook, 2e druk, 111-211-213; Kirk-Othmer, Encyclopedia of Chemical Technology, 3e druk, deel 18, 443-478, J. Wiley and Sons 1982.) 20 Als voorbeelden voor nagenoeg volledige onverenigbaarheid kunnen de polymeren polystyreen en polymethylmethacrylaat (PMMA) gelden. (Zie O. Olabisi, L.M. Robeson, M.T. Shaw, Polymer-Polymer Miscibility, Academie Press 1979, blz. 4 e.v..)
Met polycyclohexyl(meth)acrylaat zijn polystyreen, poly-m-methylstyreen en poly-p-methylstyreen zeer goed verenigbaar (zie de bovengenoemde niet vóórgepubliceerde Europese octrooiaanvrage 0.268.040 A2), 25 daarentegen werd geen enkele verenigbaarheid met polymeren van andere alifatische methacrylzuuresters vastgesteld. Verenigbaarheid bestaat echter ook nog dan, wanneer het cyclohexylmethacrylaat in bepaalde omvang met methylmethacrylaat wordt gecopolymeriseerd. Deze bevinding is in het bijzonder onder toepassingstechnische gezichtspunten interessant, omdat zuiver polycyclohexylmethacrylaat buitengewoon bros is.
30 Verenigbare polymeermengsels van het in de aanhef genoemde type zijn eveneens beschreven in de niet-voorgepubliceerde Europese octrooiaanvrage 0.264.645 A2. In deze oudere aanvrage wordt tevens melding gemaakt van een bestanddeel B, dat ook alkylmethacrylaatbestanddelen bevat, waarin de alkylgroep een methyl-, ethyl-, propyl- of butylgroep kan zijn.
De gebruikseigenschappen van de verenigbare mengsels van polymeren van styreen resp. derivaten 35 ervan enerzijds en polycyclohexylmethacrylaat anderzijds kunnen vanwege het brosheid verlenende effect van de laatste component niet in elk opzicht bevredigen.
Gevonden werd nu, dat verrassenderwijze het aandeel aan de brosheid gevende component cyclohexylmethacrylaat duidelijk kan worden verminderd, wanneer men als comonomeer niet enkel methylmethacrylaat maar een mengsel van methylmethacrylaat en/of ethylmethacrylaat enerzijds en een alkylmethacrylaat met 40 langere keten, in het bijzonder een zodanige met 4-18 koolstofatomen in de alkylgroep anderzijds toepast. De uitvinding heeft derhalve betrekking op verenigbare polymeermengsels zoals in de aanhef gedefinieerd, die zijn gekenmerkt doordat bestanddeel B bestaat uit: a. 5-40 gew.% cyclohexylmethacrylaatbouwstenen; b. 30-70 gew.% bouwstenen van een methacrylzuurester met de formule 2 van het formuleblad, waarin R2 45 een methyl- of ethylgroep voorstelt, en uit c. 10-50 gew.% bouwstenen van een methacrylzuurester met de formule 3 van het formuleblad, waarin R3 een alkylgroep met 4-18 koolstofatomen voorstelt, waarbij de som van de gewichtspercentages a), b) en c) gelijk aan 100 gew.% is.
Van bijzonder belang zijn de mengsels, waarin R2 een methylgroep en Ra een onvertakte alkylgroep met 50 4 tot 18 koolstofatomen of een eventueel gesubstitueerde cycioalkylgroep met 4-12 koolstofatomen in de ring (uitgezonderd cyclohexyl) voorstelt.
De polymeermengsels PM volgens de uitvinding tonen bij een gelijk cyclohexyl(meth)acrylaatgehalte een duidelijk betere verenigbaarheid dan binaire copolymeren, die slechts uit methylmethacrylaat en cyclohexylmethacrylaat zijn opgebouwd. Onder overigens gelijke randvoorwaarden tonen de polymeermengsels PM 55 een in vergelijking tot de mengsels met binaire copolymeren duidelijk een LOST, die in de regel 50-150°C hoger is.
Volgens de definitie gaat het bij de polymeermengsels volgens de uitvinding PM om verenigbare r 194127 2 mengsels.
In de zin van de onderhavige uitvinding en in overeenstemming met de in de praktijk van de polymeerchemie gebruikelijke voorstellingen en definities dienen onder verenigbare mengsels stabiele, homogene mengsels te worden verstaan, die macroscopisch de eigenschappen van een materiaal uit één fase bezitten 5 (zie Kirk-Othmer, deel 18, loc.cit. blz. 446, 457-60; Brandrup and Immergut, ’’Polymer Handbook” loc.dt.
111-211).
Als criteria voor de verenigbaarheid (compatibiliteit) worden - in overeenstemming met de standaardteksten - beschouwd: I. De waarneming van de glasovergangstemperatuur Tg.
10 Voorzover de polymeercomponenten glasovergangstemperaturen bezitten, die ver genoeg uiteen liggen, om door ’’Differential Scanning Calorimetry” (DSC), dilatometrisch, diëlektrisch of radioluminiscentie-spectroscopisch te worden onderscheiden, wordt aanwezige verenigbaarheid aangegeven door een verschuiving of door het verdwijnen van de Tg’s van de afzonderlijke polymeercomponenten. (Zie Olabisi et al. in Polymer-Polymer Miscibility, loc.cit. blz. 21,123.) In het algemeen ligt de glasovergangstemperatuur bij 15 de polymeermengsels PM volgens de uitvinding <120°C, in het bijzonder <100°C.
II. De ’’optische methode”
Daarbij wordt uit een homogene oplossing van de polymeercomponenten een film gegoten, die na het drogen ook bij vergroting geen optisch waarneembare inhomogeniteit mag bezitten.
III. Als een verdere proef betreffende mengbaarheid van onderling verschillende polymeren wordt gebruik-20 gemaakt van het optreden van de onderste kritische oplossingstemperatuur (Lower Critical Solution
Temperature = LCST). (Zie DE-A-3.436.476.5 en DE-A-3.436.477.3.) Het optreden van de LCST berust op het verschijnsel, dat bij verwarmen het tot dan heldere, homogene polymeermengsel in fasen wordt gescheiden en optisch troebel tot opaak wordt. Dit gedrag is volgens de literatuur een ondubbelzinnig bewijs, dat het oorspronkelijke polymeermengsel uit een enkele, in evenwicht aanwezige homogene fase 25 heeft bestaan.
De waargenomen betere verenigbaarheid bij de polymeermengsels PM volgens de uitvinding lijkt des te opmerkelijker, aangezien gewoonlijk een vergroting van de beweeglijkheid van de keten (bijvoorbeeld bij toepassing van acrylaten als comonomeren) de polymeerverenigbaarheid duidelijk verslechtert.
Het polymeer P1 wordt volgens op zichzelf bekende wijze door polymerisatie van de monomeren met 30 formule I bereid. (Zie R. Vieweg, G. Daumiller, Kunststoff-Handbuch, deel V, ’’Polystyrol”, C. Hanser-Verlag 1969; Ullmann’s Encyclopédie der Techn. Chemie, 4de druk, deel 19, blz. 265, Verlag Chemie; Houben-Weyl, 4de druk, deel XIV/1 George Thieme 1961 blz. 753-...)
Styreen kan door radicalen, anionogeen, kationogeen of coördinatief worden gepolymeriseeid, bij voorkeur wordt echter door radicalen gepolymeriseerd. De polymerisatie kan daarbij thermisch of bij 35 voorkeur door toevoeging van radicalen vormende initieermiddelen gestart worden. De technische bereiding maakt geheel overwegend gebruik van de polymerisatie in massa of in suspensie. Als initieermiddelen komen gebruikelijke in aanmerking, bijvoorbeeld azoverbindingen of perverbindingen, eventueel redox-initieermiddelen, waarbij de hoeveelheid initieermiddel in het algemeen in het traject van 0,05 tot 2 gew.% betrokken op de monomeren ligt. Door de keuze van het initieermiddel kan men in het totale temperatuur-40 traject een voldoende polymerisatiesnelheid veilig stellen. Volgens de tot dusverre aanwezige ervaringen is de kwaliteit van het toegepaste polymeer P1 niet kritisch voor de uitvoerbaarheid en de voordelige werkingen van de onderhavige uitvinding. Er kunnen bijvoorbeeld polystyrenen in het molecuulgewichts-traject 10.000 tot 1.000.000 worden toegepast.
Het copolymeer P2 kan volgens op zichzelf bekende wijze uit de monomeren volgens a), b) en c) in het 45 algemeen door polymerisatie met radicalen of groepsoverdracht worden bereikt. (Zie H. Rauch-Puntigam Th. Völker, Acryl- en Methacrylverbindungen, Springer-Verlag 1967; Houben-Weyl, 4de druk, deel XIV/1 loc.cit. blz. 1010 e.v.) De polymerisatie kan in de massa, in suspensie of in oplossing plaats hebben. Bij polymerisatie met radicalen vinden bij voorkeur de gebruikelijke radicalen vormende initieermiddelen, bijvoorbeeld peroxide-achtige, in het bijzonder organische peroxideverbindingen zoals dibenzoylperoxide of 50 dilauroylperoxide, azoverbindingen zoals azodilsobutyronitril of eventueel redoxinitieermiddelen in hoeveelheden van gewoonlijk ongeveer 0,01 tot 2 gew.% (betrokken op de monomeren) toepassing (zie Rauch-Puntigam loc.cit, D.W. Wood, R.N. Lewis, Plastics Engineering May 1975, blz. 51-53). De startradicalen kunnen echter ook door energierijke straling worden voortgebracht. Als regelingsmiddelen kunnen bijvoorbeeld de gebruikelijke zwavelregelingsmiddelen, in bijzonder mercaptoverbindingen worden toegepast. Het 55 molecuulgewicht van de polymeren P2 heeft volgens de aanwezige waarnemingen geen duidelijk beperkende invloed op de verenigbaarheid (waarbij echter ook hier de reeds eerder vermelde regel geldt, dat met toenemend molecuulgewicht van de polymeren verenigbaarheid met vreemde polymeren in zijn strekking 3 194127 afneemt). In het algemeen bezitten de copolymeren een molecuulgewicht Mw (bepaling door verstrooiing van licht) in het traject van 5000 tot 1.000.000, bij voorkeur 10.000 tot 200.000. De inhomogeniteit ligt in het algemeen in het traject van 0,1 tot 10. Als monomeren volgens c) kunnen in het bijzonder genoemd worden alkylesters met een onvertakte alkylgroep, in het bijzonder n-butylmethacrylaat, hexylmethacrylaat, 5 octylmethacrylaat, n-decylmethacrylaat alsmede lauryl-, tetradecyl-, hexadecyl- en octadecylmethacrylaat Bovendien kunnen als monomeren volgens c) eventueel gesubstitueerde cycloalkylesters - niet echter cyclohexylmethacrylaat - met 5-15 koolstofatomen worden genoemd.
De verenigbare mengsel PM kunnen door uiteenlopende werkwijzen worden bereid; zij worden bijvoorbeeld door intensief mechanisch mengen van de componenten P1 en P2 in de smelt, in de extrusie-10 inrichting enz. bereid; of zij kunnen ook uit een gemeenschappelijk oplosmiddel als zogenaamde ’’solution cast polyblends” worden bereid. (Zie Kirk-Othmer ’’Encyclopedia of Chemical Technology” 3de druk, deel 18, blz. 443-478, J. Wiley, 1982.) Ook kan zodanig worden te werk gegaan, dat polymeer P1 in het monomeermengsel van het andere polymeer P2 wordt opgelost en vervolgens P2 bij aanwezigheid van polymeer P1 wordt voortgebracht. Omgekeerd kan natuurlijk ook polymeer P1 bij aanwezigheid van 15 polymeer P2 worden voortgebracht. Eveneens kan het polymeermengsel PM uit gemeenschappelijke precipitatiemiddelen worden voortgebracht. Aan de wijze van mengen zijn geen grenzen gesteld. Men brengt in de regel eerst mengsels van de componenten P1 en P2 voort, waarbij voordelig van vaste stoffen in de vorm van bijvoorbeeld een parelpolymeer of van een granulaat wordt uitgegaan onder toepassing van langzaam lopende mengaggregaten zoals bijvoorbeeld trommel-, Rhönrad- of dubbele kamer-20 ploegschaarmengers. De langzaam lopende mengaggregaten veroorzaken een mechanisch mengen, zonder dat in de regel de fasengrenzen worden opgeheven, (zie Ultmanns Encyklopadie der Technischen Chemie, 4de druk, deel 2, blz. 282-311, Verlag Chemie.) Vervolgens heeft de thermoplastische verwerking door homogeen mengen in de smelt onder toepassing van verwarmbare mengaggregaten bij de daarbij geschikte temperaturen bijvoorbeeld 150 tot ongeveer 300°C in kneders of bij voorkeur extrusie-inrichtingen, 25 bijvoorbeeld extrusie-inrichtingen met een of meer schroeven of eventueel in extrusie-inrichtingen met trillende schroef en afschuifpennen (bijvoorbeeld in de BUSSCO-kneder) plaats.
Men kan volgens deze werkwijzen granulaten met gelijke korrel (bijvoorbeeld in de hitte verkregen afzetting, kubusvorm, ronde korrel) vervaardigen. De korrelgrootte van de granulaten ligt daarbij in het traject van 2 tot 5 mm. Een verdere, eenvoudige methode voor het voortbrengen van de polymeer-30 verbindingen PM is het mengen van polymeerdispersies, die polymeercomponent P1 en polymeerdispersies, die polymeercomponent P2 bevatten. Deze dispersiemengsels kunnen tezamen gecoaguleerd worden, tezamen door sproeien worden gedroogd of tezamen op een extrusie-inrichting worden fijngeperst.
Anderzijds kunnen de dispersiemengsels ook tezamen tot een film worden opgedroogd.
Bij de getalsmatige opgaven van de samenstelling van de polymeermengsels PM volgens de uitvinding 35 werd niet in acht genomen, dat bij de praktische toepassing ervan op zichzelf bekende toevoegsels zoals weekmakers, kleurstoffen en pigmenten, vulstoffen, glijmiddelen, stabilisatoren, kunnen worden toegevoegd. Als toevoegsels komen zeer in het algemeen de in "Taschenbuch der Kunststoff-Additive” R. Gachter en H. Müller, Car Hanser Verlag München, Wien, vermelde stabilisatoren, hulpstoffen, weekmakers, vulstoffen, versterkingsmiddelen en kleurmiddelen in aanmerking. In het bijzonder wordt verwezen naar hoofdstuk 3: 40 Lichtschutzmittel für thermoplastische Kunststoffe blz. 101-198. Als stabilisatoren komen in het bijzonder de in Ullmann’s Encyclopedie der Techn. Chemie, 4de druk, deel 15, blz. 253-273, Verlag Chemie 1978 genoemde in aanmerking.
Als kleurstoffen kunnen bijvoorbeeld de in Ullmann loc.cit. deel 15, blz. 275-279 voorgestelde worden toegepast. Naast de polymeercomponenten P1 en P2 kan het polymeermengsel PM een verder met P1 en 45 P2 onverenigbare polymeercomponent P3 bevatten. In de regel gaat het bij P3 om een rubber (bijvoorbeeld butadieen of polybutylacrylaat). In het algemeen zal deze rubber (bijvoorbeeld butadieen of polybutyla-crylaat) met ten minste een van de beide polymeercomponenten (bijvoorbeeld polybutadieen met styreen) ten minste ten dele covalent verknoopt zijn. Mengsels met toevoeging van P3 zijn dus in de regel in twee fasen: 1 fase = verenigbaar polymeermengsel P1 en P2,1 fase = P3.
50 De verenigbare polymeermengsels PM volgens de uitvinding bezitten in het bijzonder de hiernavolgende voordelen, die de overeenkomstige technische toepassingsmogelijkheden aannemelijk maken (waarbij ’’polystyreen” plaatsvervangend voor het polymeer P1 moet staan). In het algemeen zal de toepassing van de verenigbare mengsels PM volgens de uitvinding zich op de toepassingsmogelijkheden van polystyreen oriënteren.
55 a. Een primair tot gelding komend voordeel is de verenigbaarheid van de polymeermengsels PM. Dit betekent optische en mechanische voordelen tegenover onverenigbare polymeermengsels.
b. Tegenover polycyclohexylmethacrylaat munten de copolymeren volgens de uitvinding echter door 194127 4 duidelijk verminderde brosheid uit. Omdat de verenigbaarheid in het bijzonder bij mengsels, die rijk aan polystyreen zijn, goed is, zijn de volgens de uitvinding toe te passen copolymeren P2 in het bijzonder voor het opbrengen in dunne beschermingslagen op polystyreen geschikt. Daarmee zijn ook de problemen van de verdere verwerking van afval in hoofdzaak opgelost.
5 c. Door het bekleden van polystyreen met het copolymeer P2 resulteren goed hechtende beschermingslagen, die de bestandheid tegen oplosmiddelen van polystyreen in positieve zin veranderen. Bovendien wordt op grond van de veranderde brekingsindex de transmissie van uit polystyreen vervaardigde voortbrengsels met ongeveer 2% verbeterd. Zeer in het algemeen kan door het bekleden van polystyreen met het copolymeer P2 - in het bijzonder met copolymeer P2, dat beschermingsmiddelen tegen UV en 10 veroudering bevat - de bestandheid tegen weersinvloeden en in het algemeen de duurzaamheid bij gebruik van de voortbrengsels uit polystyreen worden verbeterd.
d. De inzichten, die aan de onderhavige uitvinding ten grondslag liggen, kunnen voor de vervaardiging van optische gradiëntvezels worden benut: bijvoorbeeld zijn gradiëntvezels met de volgende opbouw mogelijk: 15 kern: polystyreen Πρ20 = 1,59 mantel: copolymeer P2 np20 = 1,49
De overgang van kern naar mantel is continu.
e. Op grond van he uitgesproken LCST-gedrag (dat tot dusverre voor alle onderzochte systemen PM kon worden bevestigd), ontstaat de toepassing als optische schakelaar (zie DE-A-3.436.476).
20 f. De copolymeren P2 kunnen als verwerkingshulpmiddel voor polystyreen worden toegepast g. Van bijzonder belang lijkt de toepassing van de polymeermengsels PM volgens de uitvinding op de laksector. In het bijzonder wordt gewezen op copolymeren P2, waarin R voor een methylgroep en R3 voor een n-butylgroep staat.
h. Bijzonder interessant zijn polymeermengsels PM, die naast de polymeren PI en P2 nog een derde 25 polymeersoort P3 bevatten, waarbij P3 noch met P1 noch met P2 verenigbaar is.
De hiernavolgende voorbeelden dienen ter toelichting van de uitvinding. De bepaling van de gereduceerde viscositeit η spec/c wordt volgens DIN 51 562 (met CHCI3 als oplosmiddel) uitgevoerd. Als polymeercomponent P1 wordt polystyreen met de volgende specificatie toegepast: η spec/c = 79 ml/g.
30 Voorbeelden a. Bereiding van copolymeer P2
Cyclohexylmethacrylaat en monomeren met de formule 2, 3 worden in de gewenste verhoudingen in een vat met roerder gemengd (zie tabellen). Onder roeren worden 0,2 gew.% lauroylperoxide (betrokken op de monomeren) 0,1 gew.% tert-butylper-2-ethylhexanoaat en ongeveer 0,3 gew.% dodecaanthiol toegevoegd. 35 Het aldus verkregen mengsel wordt in een kunststofzak (HOSTAPHAN® van Hoechst AG) gevuld en in de gesloten zak volgens het volgende schema gepolymeriseerd:
44-65 uur bij 50°C in een waterbad, vervolgens 17 uur temperen bij 90°C. β. Bereiding van de polymeermengsels PM
Het copolymeer P2 wordt tot 20 gew.% in tolueen opgelost en met een oplossing van polystyreen 40 (eveneens 20 gew.% in tolueen) gemengd.
Uit de mengsels worden films gegoten. Deze films worden eerst 24 uur bij kamertemperatuur en daarna 24 uur bij 50°C onder vacuüm gedroogd. Vorming van glasheldere films toont verenigbaarheid aan. De resultaten uit a) en β) zijn in de volgende tabellen weergegeven.
Voorbeeld I
45 Polymeermengsels PM1 bereid volgens a) en b) uit polystyreen en uit een copolymeer P2 uit methytlmet-hacrylaat, n-decylmethacrylaat en cyclohexylmethacrylaat in de gewichtsverhouding 60:20:20 (η spec/c = 49 ml/g). Het ontmengingsgedrag blijkt uit tabel A.
Voorbeeld II
Polymeermengsel PM2, bereid volgens a) en b) uit polystyreen en uit een copolymeer uit methylmetha-50 crylaat, n-butylmethacrylaat en cyclohexylmethacrylaat in de gewichtsverhouding 40:40:20 (η spec/c = 44 ml/g). Het ontmengingsgedrag is in tabel B weergegeven.
Voorbeeld III (vergelijkingsvoorbeeld)
Een polymeermengsel PM3 uit polystyreen (η spec/c = 19 ml/g) en uit een copolymeer uit methylmetha-crylaat en cyclohexylmethacrylaat in de gewichtsverhouding 80:20 (η sp/c =18 ml/g). Het ontmengings-55 gedrag blijkt uit tabel C.
5 194127
TABEL A
Troebelingspunten van de polymeermengsels PM volgens voorbeeld I
Samenstelling van het polymeermengsel PM Troebelingspunt (°C) 5 -
Polystyreen (gew.%) Copolymeer P2 (gew.%) 98 2 206 95 5 185 10 90 10 167 80 20 149 60 40 146 50 50 154 40 60 155 15 20 80 188 10 90 205 5 95 ontleding 2 98 ontleding
20 TABEL B
Troebelingspunten van de polymeermengsels PM volgens voorbeeld II
Samenstelling van het polymeermengsel PM Troebelingspunt (°C) 25 Polystyreen (gew.%) Copolymeer P2 (gew.%) 98 2 210 95 5 196 90 10 177 30 80 20 166 70 30 162 60 40 153 50 50 150 40 60 152 35 30 70 161 20 80 165 10 90 174 5 95 191 2 98 202 40 __________
TABEL B
Troebelingspunten van het vergelijkingsmengsel volgens voorbeeld III
Samenstelling van het polymeermengsel PM3 Troebelingspunt (°C)
Polystyreen (gew.%) Copolymeer uit MMA en cydohexylmethacrylaat (gew.%) 50 95 2 113 75 25 89 50 50 105 25 75 117 55 J_f™_

Claims (3)

194127 6 Resultaat: Zoals te zien is toont het mengsel van polystyreen en binaire copolymeren niettegenstaande een duidelijk geringer molecuulgewicht (J = 18 ml/g, resp. 19 ml/g in vergelijking tot J = 79 ml/g, resp. 44 en 49 ml/g) een aanzienlijk geringere verenigbaarheid dan de overeenkomstige mengsels met de terpolymeren P2 volgens 5 de uitvinding.
1. Verenigbare polymeermengsels, bestaande uit A. 0,1-99,9 gew.% van een polymeer P1, dat uit bouwstenen van monomeren met de formule 1 van het formuleblad, waarin R1 een waterstofatoom of een methylgroep voorstelt, is opgebouwd, en uit B. 99,9-0,1 gew.% van een copolymeer P2, dat uit bouwstenen van cyclohexylmethacrylaat en van een alkylmethacrylaat is opgebouwd, met het kenmerk, dat bestanddeel B bestaat uit: 15 a. 5-40 gew.% cyclohexylmethacrylaatbouwstenen, b. 30-70 gew.% bouwstenen van een methacrylzuurester met de formule 2 van het formuleblad, waarin R2 een methyl- of ethylgroep voorstelt, en uit c. 10-50 gew.% bouwstenen van een methacrylaatester met de formule 3 van het formuleblad, waarin R3 een alkylgroep met 4-18 koolstofatomen voorstelt, waarbij de som van de gewichtspercentages a), b) 20 en c) gelijk aan 100 gew.% is.
2. Gevormde voortbrengsels bestaande uit het polymeer P1 met ten minste een partiële bekleding van polymeer P2.
3. Gevormde voortbrengsels volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het gevormde voortbrengsel een gradiëntvezel met een kern van polymeer P1 en een omhulling van polymeer P2 is. Hierbij 1 blad tekening
NL8802137A 1987-09-08 1988-08-30 Verenigbare polymeermengsels alsmede gevormde voortbrengsels, die dergelijke mengsels bevatten. NL194127C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3730026 1987-09-08
DE19873730026 DE3730026C2 (de) 1987-09-08 1987-09-08 Verträgliche Polymermischungen (II)

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8802137A NL8802137A (nl) 1989-04-03
NL194127B NL194127B (nl) 2001-03-01
NL194127C true NL194127C (nl) 2001-07-03

Family

ID=6335475

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8802137A NL194127C (nl) 1987-09-08 1988-08-30 Verenigbare polymeermengsels alsmede gevormde voortbrengsels, die dergelijke mengsels bevatten.

Country Status (10)

Country Link
US (2) US4892909A (nl)
JP (1) JP2758173B2 (nl)
KR (1) KR940004847B1 (nl)
BE (2) BE1001241A5 (nl)
CA (1) CA1304859C (nl)
DE (1) DE3730026C2 (nl)
FR (1) FR2620126B1 (nl)
GB (1) GB2209527B (nl)
IT (1) IT1223805B (nl)
NL (1) NL194127C (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3910942A1 (de) * 1989-04-05 1990-10-11 Basf Ag Thermoplastische formmasse
DE4040203A1 (de) * 1990-12-15 1992-06-17 Roehm Gmbh Eingetruebte kunststoffelemente
DE4105793A1 (de) * 1991-02-23 1992-08-27 Roehm Gmbh Vertraegliche polymermischungen
DE4231995A1 (de) * 1992-09-24 1994-03-31 Roehm Gmbh Lichtstreuende Polystyrolformmasse und daraus hergestellte Formkörper
DE4233374A1 (de) * 1992-10-05 1994-04-07 Buna Ag Polymerisate breiter Molmassenverteilung mit erhöhter Wärmeformbeständigkeit
DE4327464A1 (de) * 1993-08-16 1995-02-23 Roehm Gmbh Verfahren zur Herstellung monodisperser Poly(meth)acrylat-Teilchen
US5588084A (en) * 1995-04-28 1996-12-24 Johnson; Kurtis F. Scintillating optical fibers containing non-uniformly distributed dopants and process for preparing same
EP0779336B1 (en) * 1995-12-13 2004-03-03 Mitsubishi Rayon Co., Ltd A lubricant for a thermoplastic resin
EP2085376B1 (en) 2008-01-30 2012-09-05 Evonik Röhm GmbH Process for preparation of high purity methacrylic acid
US9758636B2 (en) 2014-12-16 2017-09-12 Rebel, Inc. High-transparent, thermoplastically processible polymer compositions
EP3892367A1 (en) 2020-04-09 2021-10-13 Röhm GmbH A tube bundle reactor and method for the production of methacrylic acid through the partial oxidation of methacrolein

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2801936A (en) * 1952-12-12 1957-08-06 American Motors Corp Acrylic resins bonded to polystyrene
NL99388C (nl) * 1956-09-28
US3236914A (en) * 1959-05-12 1966-02-22 Canadian Ind Method for rendering polymers compatible
US3619344A (en) * 1969-08-07 1971-11-09 Du Pont Oriented foam laminar structures
US3833404A (en) * 1972-05-31 1974-09-03 Research Corp Vibration or sound damping coating for vibratory structures
US4064099A (en) * 1974-06-06 1977-12-20 Shiseido Company, Ltd. Thermoplastic resin composition having a pearly luster
US4350742A (en) * 1979-12-26 1982-09-21 Standard Oil Company (Indiana) Method to adhere acrylic films to styrenic polymers
US4381269A (en) * 1980-11-11 1983-04-26 Nippon Telegraph & Telephone Public Corporation Fabrication of a low-loss plastic optical fiber
DE3436477A1 (de) * 1984-10-05 1986-04-10 Röhm GmbH, 6100 Darmstadt Verglasungen mit temperaturgesteuerter lichtdurchlaessigkeit
DE3436476A1 (de) * 1984-10-05 1986-04-10 Röhm GmbH, 6100 Darmstadt Verfahren zur darstellung optisch ablesbarer information
JPH062792B2 (ja) * 1985-05-10 1994-01-12 三菱レイヨン株式会社 熱可塑性樹脂用滑剤
US4774291A (en) * 1985-12-26 1988-09-27 Denki Kagaku Kogyo Kabushiki Kaisha Polymer composition
DE3632369A1 (de) * 1986-09-24 1988-03-31 Roehm Gmbh Vertraegliche polymermischungen (i)
DE3632370A1 (de) * 1986-09-24 1988-03-31 Roehm Gmbh Vertraegliche polymermischungen (ii)
DE3638443C2 (de) * 1986-11-11 1996-04-04 Roehm Gmbh Verträgliche Polymermischungen
JPS63159459A (ja) * 1986-12-23 1988-07-02 Central Glass Co Ltd 樹脂組成物
US4883338A (en) * 1987-10-15 1989-11-28 Hitachi Cable, Ltd. & Hitachi, Ltd. Synthetic resin optical fiber

Also Published As

Publication number Publication date
FR2620126A1 (fr) 1989-03-10
US4948668A (en) 1990-08-14
GB2209527B (en) 1991-02-27
IT1223805B (it) 1990-09-29
US4892909A (en) 1990-01-09
KR940004847B1 (ko) 1994-06-02
NL194127B (nl) 2001-03-01
BE1003993A3 (fr) 1992-09-08
CA1304859C (en) 1992-07-07
FR2620126B1 (fr) 1991-02-15
GB8821021D0 (en) 1988-10-05
JPS6470548A (en) 1989-03-16
BE1001241A5 (fr) 1989-08-29
NL8802137A (nl) 1989-04-03
DE3730026A1 (de) 1989-03-16
KR890005210A (ko) 1989-05-13
GB2209527A (en) 1989-05-17
JP2758173B2 (ja) 1998-05-28
DE3730026C2 (de) 1996-03-28
IT8867798A0 (it) 1988-09-07

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5200492A (en) Polymer blends
KR100201985B1 (ko) 열가소성 성형재료
JP2671262B2 (ja) 相容性のポリマー混合物
NL194127C (nl) Verenigbare polymeermengsels alsmede gevormde voortbrengsels, die dergelijke mengsels bevatten.
JPH09194656A (ja) 熱可塑性成形材料から製造される成形体
JP3648271B2 (ja) 改良されたポリカーボネートブレンド
JP2601484B2 (ja) 2種のポリマー成分よりなる相容性のポリマー混合物
US5189100A (en) Polymer blends
US5053276A (en) Compatible polymer blends
US5446095A (en) Compatible polymer blends
US4952455A (en) Compatible polymer mixtures
JPS6395211A (ja) 熱可塑性樹脂組成物
JP2758172B2 (ja) 相容性のポリマー混合物
US5066718A (en) Compatible polymer mixtures
JPS62177009A (ja) 耐熱性樹脂の製造法およびそれからなる光学用素子
KR930001943B1 (ko) 다층구조 중합체 및 수지조성물
JPH061903A (ja) 重合体組成物
KR20010024953A (ko) 메타크릴계 수지용 개질제
US5209986A (en) Polymer composites
JPH02115250A (ja) 相溶性ポリマー混合物
JPH04225047A (ja) 2種類の重合体成分から成る相溶性重合体混合物、この混合物から成る物質、データ記憶板、光学勾配繊維及び熱互変性保護透化物の製法並びに溶液、重合体フィルム、プラスチック分散液及び重合体混合物を含有するか又はこれから成るフィルム
JPS63230759A (ja) 透明な耐衝撃性樹脂組成物
JPS63265952A (ja) 熱可塑性樹脂組成物

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BC A request for examination has been filed
TNT Modifications of names of proprietors of patents or applicants of examined patent applications

Owner name: ROEHM GMBH & CO. KG

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20080830