NL192835C - Lange knijppers voor een papiermachine. - Google Patents

Description

1 192835

Lange knijppers voor een papiermachine

De uitvinding heeft betrekking op een lange knijppers voor een papiermachine, omvattende een roterende wals met eindtappen, die gelegerd zijn in eindlegers, een drukschoen met naar de wals toegekeerd concaaf 5 oppervlak, dat met het walsoppervtak een langgerekte perskneep vormt, organen voor het geleiden van een vilt door de kneep voor het opnemen van water, dat uit een voortbewogen papierbaan wordt geperst, die in de iangsrichting van de machine door de kneep loopt, en een lusvormige geleideband, die tussen de drukschoen en de papierbaan door de kneep loopt, waarbij de eindlegers van de wals via verbindingsdelen ' opgehangen zijn aan een machineframe, en waarbij de drukschoen draaibaar over de asrichting van de 10 wals gesteund wordt op een onderframe.

Een dergelijke knijppers is thans algemeen bekend, en biedt ten opzichte van het klassieke type, waarbij twee drukwalsen gebruikt worden om het water aan de papierbaan te onttrekken, het grote voordeel, dat tussen de wals en de drukschoen een bredere perskneep gevormd wordt, waarin de papierbaan gedurende een bepaalde tijdsperiode aan een continue druk wordt onderworpen. Volgens de bekende uitvoering wordt 15 een taaie geleideband geleid door de kneep tussen de wals en de drukschoen, en een op vilt gedragen papierbaan wordt door de kneep gevoerd, waarbij het water tijdens de beweging door de kneep uit de baan in het vilt wordt geperst.

Daarbij is het essentieel dat de wals en de schoen ten opzichte van elkaar worden uitgericht, teneinde ze zo goed mogelijk in lijn te brengen voor een uniform persen, en ter voorkoming van onnodige slijtage van de 20 onderdelen. De grote wals wordt gesteund op eindlegers, die de druk van de pers moeten dragen, en om een bevredigende werking en zo gering mogelijke slijtage te verkrijgen, moeten deze eindlegers steeds in lijn gehouden worden met de eindtappen van de wals. In de praktijk kunnen zich daarbij evenwel decentre-ringsproblemen voordoen. Behalve deze decentreringsproblemen van de eindlegers, veroorzaakt door het in lijn schuiven van de wals, kan de onderlinge afstand tussen de einden van de legers veranderen, wanneer 25 de wals doorbuigt, terwijl ook veranderingen plaats kunnen vinden wanneer de temperatuur van de wals verandert. Ook hierdoor kan decentrering worden veroorzaakt.

Het is nu het doel van de uitvinding een lange knijppers van de in de aanhef omschreven soort zodanig uit te voeren, dat het probleem van de decentrering van de eindlegers van de wals ten gevolge van doorbuiging of door temperatuursveranderingen nagenoeg volledig wordt vermeden.

30 Daartoe voorziet de uitvinding in een lange knijppers zoals omschreven in de aanhef, met het kenmerk, dat de eindlegers van de wals opgehangen zijn aan het machineframe via schamierbare delen, waarbij de scharnierassen zich uitstrekken dwars op de wals-as in de Iangsrichting van de machine met op het machineframe steunende scharnierpunten, dat ten minste het schamierbare deel van het ene eindleger een dubbelschamier is, waarvan het ene 35 scharnierpunt op het machineframe steunt en het tweede scharnierpunt met het leger verbonden is, en dat het onderframe, dat de drukschoen steunt, via armen scharnierbaar opgehangen is aan de schamier-baren delen van de eindlegers met scharnierassen die zich uitstrekken dwars op de wals-as in de langs-richting van de machine.

Doordat de eindlegers van de wals opgehangen zijn aan dwarsschamieren, kunnen zij zich in de 40 lengterichting van de wals aanpassen aan iedere afstandsverandering tussen deze legers ten gevolge van doorbuiging. Zuivere lengte-uitzettingen van de wals ten gevolge van temperatuurveranderingen kunnen bovendien worden opgevangen dankzij de werking van het dubbele scharnier aan ten minste één van de eindlegers. Hierdoor kunnen ook lengteveranderingen, waarbij geen doorbuiging plaatsvindt, op doelmatige wijze worden gecompenseerd.

45 Dankzij de uitvinding wordt decentrering van de eindlegers in grote mate voorkomen, waardoor de eindlegers en de eindtappen van de wals langer in gebruik kunnen blijven en niet reeds na relatief kort gebruik wegens slijtage vervangen dienen te worden.

Bovendien kan geheel worden afgezien van een koelsysteem om de walstemperatuur te regelen.

Doordat voorts het onderframe, dat de drukschoen steunt, op de bovenbeschreven wijze scharnierbaar 50 opgehangen is aan de schamierbare delen van de eindlegers, is de drukschoen in staat om de relatieve verplaatsing van de wals te "volgen”, zodat steeds een optimale spleetbreedte gehandhaafd blijft.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegeticht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een uitvoeringsvorm van de knijppers volgens de uitvinding is weergegeven. Hierin toont: 55 figuur 1 een vooraanzicht van een persgedeelte van een papiermachine, volgens het onderhavige voorstel: figuur 2 een aanzicht in de dwarsrichting van de machine van een steun voor de perswals als weergege- ven in figuur 1, waarbij enkele onderdelen duidelijkheidshalve zijn verwijderd; figuur 3 een eindaanzicht in schematische vorm van de wasconstructie volgens figuur 2, en figuur 4 een doorsnede nagenoeg volgens de lijn IV-IV in figuur 2.

5 Zoals in hoofdzaak in figuur 1 is weergegeven heeft de lange knijppers volgens de tekening een hoofdwals 10. De hoofdwals is gesteund in eindlegers 11 en 12 (figuur 2), die de tappen 13 en 14 van de walseinden dragen.

Onder de hoofdwals 10 is een contradrukschoen 15 aangebracht. De schoen heeft een concaaf bovenoppervlak 15', dat naar de wals 10 is gekeerd, en de schoen is schamierbaar gesteund op een rolpen 10 17, gedragen in een zuiger 16. De zuiger 16 is in een langwerpige groef 18 gemonteerd. Vloeistof onder druk wordt hierin geperst teneinde de zuiger naar boven te drukken. De schoen en zijn draagmechanisme zijn gesteund in een onderfreem 19.

De punt van het inloopeinde van de drukschoen wordt ondersteund om vloeistof op te nemen, welke wordt toegevoerd door een smeertoevoermechanisme 21 teneinde de wrijving tussen het concave oppervlak 15 15 van de schoen en een lusvormige drukband 20 te verkleinen. De band wordt onder spanning over rollen 22, 23, 24 en 25 gevoerd, waarvan er ten minste één aangedreven is teneinde de band met de bewegings-snelheid van de papierbaan door de kneep te bewegen, die tussen de schoen en de wals gevormd wordt.

De wals wordt eveneens door een niet weergegeven mechanisme met de loopsnelheid van de baan aangedreven, waarbij de met W aangegeven baan met streeplijnen is weergegeven.

20 Volgend op de kneep zijn binnen de band afneemrollen 26 aangebracht voor het verwijderen van de smeervloeistof, die door het smeertoevoermechanisme 21 wordt aangevoerd.

Met de baan passeert door de kneep ten minste één vloeistof opnemende band. Zoals is weergegeven wordt daartoe de baan tussen een bovenste vilt 27 en een onderste vilt 30 gedragen.

Het onderste vilt steunt op rollen 31 en 32. Verder zullen vanzelfsprekend extra rollen zijn aangebracht 25 teneinde het vilt, dat de vorm van een lus heeft, te steunen.

Ook het bovenste vilt wordt gesteund op viltgeleidingsrollen, waarvan de rollen 28 en 29 zijn weergegeven.

De baan arriveert van de vormsectie van de machine en kan door extra persknepen gaan, voordat hij bij de weergegeven lange pers komt, waarbij de baan van rechts naar links loopt als weergegeven in figuur 1. 30 De legers aan de einden van de wals hebben met 34 en 35 aangeduide flenzen waarmede de legers door middel van bouten aan scharnierbare einddelen zijn bevestigd voor het vormen van schamierbare steunen 38 en 39. Voor het in één lijn richten van de eindlegers, dwars op de papierbaan, lopen verticale pennen of deuvels van de eindlegers 11 en 12 in de respectieve scharnierbare delen 38 en 39 omhoog, waarbij niet-weergegeven zich door de flenzen 34 en 35 uitstrekkende bouten de uitlijning mogeiijk zullen 35 maken.

De scharnierbare delen 38 en 39 zijn zwenkbaar opgehangen, zoals blijkt uit figuur 2. Het schamierbare deel 38 wordt daarbij draaibaar ondersteund door een draaipunt 41, dat zich in de richting van de papiermachine uitstrekt, waarbij het draaipunt op het freem 44 steunt. Het freem strekt zich stijf over de lengte van de wals uit en heeft zijfreemdelen 45 en 46. Bij de montage zijn de zijfreemdelen instelbaar in de machine-40 richting, zoals in figuur 1 schematisch met de pijlen 48 is aangeduid, teneinde de wals uit te richten.

Het scharnierbare deel 39 aan het ene einde van de wals wordt bij 42 schamierbaar gedragen, in welk punt het schamierbaar verbonden is met een bovenste schamierbaar deel 40, dat bij 43 schamierbaar aan het freem is bevestigd (figuur 2). De schamierbare ondersteuning van de schamierbare delen maken het aan de wals mogelijk door te buigen zonder dat de legers ontlicht worden (niet meer in lijn zullen liggen).

45 Wanneer de wals doorbuigt en de legerbuizen 11 en 12 verdraaien, vindt een verplaatsing van de legers in de dwarsrichting van de machine plaats, d.w.z. dat de afstand tussen hen korter zal worden. Er is ook een kanteling van de legers met de tappen aan de walseinden. Teneinde deze verplaatsing en kanteling te compenseren zullen de schamierbare delen 38 en 39 scharnieren teneinde legeruitrichting en verplaatsing in de richting dwars op de machine mogelijk te maken. Het schamierbare deel 39 en het bovenste 50 schamierbare deel 40 zullen deze beweging opnemen. De dubbele schamierconstructie met het onderste scharnierbare deel 39 en het bovenste schamierbare deel 40 verschaffen tevens de mogelijkheid tot thermische expansie van de wals in de dwarsrichting van de machine, zodat daartoe in het legerhuis geen extra voorzieningen behoeven te worden getroffen. De centreerpennen, die zoals bij 37 valt te zien, in de spiebanen 36 zijn aangebracht, richten de wals in de machinerichting, maar maken het toch mogelijk dat de 55 huizen in één lijn met de waistappen 13 en 14 worden gericht. De zelfinstellende uitrichting elimineert reactiebelastingen op het freem tengevolge van onjuiste uitrichting.

Het bovenste schamierbare deel 38 als weergegeven in figuur 1 is zodanig ingericht, dat het een aan de

Claims (2)

1. 3 192835 wals 10 toegevoegd mechanisme kan dragen. Het schamierbare deel 39 aan het andere einde van de wals is overeenkomstig ingericht. Zoals uit figuur 1 blijkt wordt het onderfreem 19 gedragen door een arm 49, die bij 53' scharnierbaar is aangebracht, en een andere arm 51, die bij 53 scharniert.
2. 5 De schamierbare delen 38 en 39 dragen een atstrijkorgaan 50 voor de wals 10. Het treem 44 draagt een lekbakinrichting 52. 10 Lange knijppers voor een papiermachine, omvattende een roterende wals met eindtappen, die gelegerd zijn in eindlegers, een drukschoen met naar de wals toegekeerd concaaf oppervlak, dat met het walsoppervlak een langgerekte perskneep vormt, organen voor het geleiden van een vilt door de kneep voor het opnemen van water, dat uit een voortbewogen papierbaan wordt geperst, die in de langsrichting van de machine door 15 de kneep loopt, en een lusvormige geleideband, die tussen de drukschoen en de papierbaan door de kneep loopt, waarbij de eindlegers van de wals via verbindingsdelen opgehangen zijn aan een machineframe, en waarbij de drukschoen draaibaar over de asrichting van de wals gesteund wordt op een onderframe, met het kenmerk, dat de eindlegers (11, 12) van de wals (10) opgehangen zijn aan het machineframe (44, 45, 46) via 20 schamierbare delen (38; 39; 40), waarbij de schamierassen (41, 43) zich uitstrekken dwars op de wals-as in de langsrichting van de machine met op het machineframe steunende scharnierpunten, dat ten minste het schamierbare deel (39, 40) van het ene eindleger (12) een dubbelscharnier (39, 40) is, waarvan het ene scharnierpunt (43) op het machineframe steunt en het tweede scharnierpunt (42) met het leger verbonden is, en 25 dat het onderframe (19), dat de drukschoen (15) steunt, via armen (49, 51) scharnierbaar opgehangen is aan de schamierbare delen van de eindlegers met schamierassen (53, 53') die zich uitstrekken dwars op de wals-as in de langsrichting van de machine. Hierbij 2 bladen tekening