NL8005803A - Walsleger-uitrichtingssysteem. - Google Patents

Description

- 1 -

Walsleger-uitrichtingssysteem.

De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het maken van papier, en meer in het bijzonder op een constructie voor een langgerekte of lange perskneep, die het uitrichten van de wals mogelijk maakt en een continue zelfrichting van 5 de legers voor de hoofdwals waarborgt.

Bij de commerciële met hoge snelheid werkende papaier-machines voor het maken van verschillende soorten papier wordt de papiierbaan gevormd en loopt hij door het pers gedeelte voor het mechanisch onttrekken van water, waarna hij 10 door een drooggedeelte loopt voor het thermisch onttrekken van het water. Een redelijke verbetering in de perswerking is verkregen door aanbrenging van lange knijppersen, die, in plaats van dat eenvoudigweg twee tegenover elkaar gelegen walsen worden toegepast, gebruik.maken van een constructie, 15 waarin de baan voor een zekere tijdsperiode aan een continue druk wordt onderworpen. Een in het bedrijf bevredigende inrichting van dit constructietype maakt gebruik van een grote perswals met een tegenoverliggende daar naar toe gerichte concave schoen. Een taaie band loopt door de kneep tussen de 20 wals en de schoen en een op een vilt gedragen papierbaan wordt door de kneep gevoerd, waarbij het water tijdens de beweging door de kneep uit de baan in het vilt wordt geperst.

In dit constructietype is het essentieel, dat men de grote wals en de schoen kan uitrichten teneinde hem perfekt 25 in lijn te brengen voor een uniform persen en teneinde de slijtage van de delen zo lang mogelijk uit te stellen. De grote wals draagt op eindsteunlegers, die de druk van de pers moeten dragen en deze legers moeten in lijn met de eind-tappen van de wals worden gehouden, indien een bevredigehde 30 werking en slijtage moet worden bereikt. Behalve de ontricht-problemen van de legers, veroorzaakt door het in lijn schuiven van de wals verandert de onderlinge afstand tussen de einden van de legers, wanneer de wals doorbuigt, en vinden hierin ook veranderingen plaats, wanneer de temperaturen van 35 de wals verandert. Deze veranderingen hebben eveneens de neiging om ontrichting te veroorzaken.

De uitvinding beoogt derhalve een verbeterde lantre knijp- - 2 - walsconstructie te verschaffen, waarin het probleem van de ontrichting van de legers aan het einde van de wals is vermeden .

Een ander doel van de uitvinding is het bereiken van 5 een perskneep, waarbij de in de omgeving spelende omstandigheden, bijv. temperatuursverandering van de hoofdwals en het buigen van de hoofdwals geen legerontrichtingsproblemen veroorzaken.

Verder is het streven een lange perskneep te bereiken, 10 waarvan de legering het qua slijtage langer kan uithouden en waarbij de noodzaak voor de snelle vervanging van de legers en tappen is verdwenen.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van voorbeeld een 15 uitvoeringsvorm van de knijppers volgens de uitvinding is weergegeven. Hierin toont: fig. 1 een vooraanzicht van een persgedeelte van een papiermachine, genomen in een machinerichting van een constructie, die volgens de uitvinding werkt en is geconstrueerd, 20 fig. 2 een aanzicht in de dwarsrichting van de machine van een steun voor de perswals als weergegeven in fig. 1, waarbij enkele onderdelen duidelijkheidshalve zijjn verwijderd,

fig. 3 een eindaanzicht in schematische vorm van de walsconstructie volgens fig. 2, en 25 fig. 4 een doorsnede nagenoeg volgens de lijn IV-IV

in fig. 2.

Zoals in hoofdzaak in fig. 1 is weergegeven heeft de langgerekte of lange knijppers volgens de tekening een hoofdwals 10. De hoofdwals is gesteund in eindlegers 11 en 30 12 (fig. 2), die de tappen 13 en 14 van de walseinden dragen.

Onder de hoofdwals 10 is een contradrukschoen 15 aangebracht. De schoen heeft een concaaf bovenoppervlak 15',dat naar de wals 10 is gekeerd, en de schoen is scharnierbaar 35 gesteund op een rolpen 17, gedragen in een zuiger 16. De zuiger 16 is in een langwerpige groef 18 gemonteerd met vloeistof onder druk, die in de schroef wordt geperst teneinde de zuiger naar boven te drukken. De schoen en zijn draagmechanisme zijn gesteund in een onderfreem 19.

40 Aan het vooreinde van de schoen is zijn punt vrijgemaakt 8005803 * * - 3 - en wordt vloeistof toegevoerd door een smeertoevoermechanisme 21 teneinde de wrijving tiissen het concave oppervlak 15 van de schoen en een lusvormige drukband 20 te verkleinen. De band wordt onder spanning over rollen 22,23,24 en 25 gevoerd, 5 waarvan er tenminste één ' aangedreven is teneinde de band met de beweegsnelheid van de papierbaan door de kneep te bewegen, die tussen de schoen en de wals gevormd wordt. De wals wordt eveneens door een niet weergegeven mechanisme met de loopsnelheid van de baan aangedreven, waarbij de met W aangegeven 10 baan met streepstiplijnen is weergegeven.

PP

Volgendr de kneeep zijn binnen de band afneemrollen 26 aangebracht voor het verwijderen van de smeervloeistof, die door het smeertoevoermechanisme 21 wordt aangevoerd.

Met de baan passeert door de kneep tenminste één vloei-15 stof opnemend deel, en zoals is weergegeven wordt de baan tussen een bovenste vilt 27 en een onderste vilt 30 gedragen.

Het onderste vilt steunt op rollen 31 en 32. Verder zullen vanzelfsprekend extra rollen zijn aangebracht teneinde het vilt, dat de vorm van een lus heeft, te steunen.

20 Ook het bovenste vilt wordt gesteund op viltgeleidings- rollen, waarvan de rollen 28 en 29 zijn weergegeven.

De baan arriveert van de vormsectie van de machine en kan door extra persknepen gaan, voordat hij bij de weergegeven lange pers komt, waarbij de baan van rechts naar links 25 als weergegeven in fig. 1 loopt.

De legers aan de einden van de wals hebben met 34 en 35 aangeduide flenzen waarmede de legers door middel van bouten aan scharnierbare einddelen zijn bevestigd voor het vormen van scharnierbare steunen 38 en 39. Voor het in één lijn 30 richten van de eindlegers, wanneer de wals dwars van de baan wordt uitgericht, lopen vertikale pennen of duivels van de eindlegers 11 en 12 in de respectievelijke scharnierbare delen 38 en 39 omhoog, waarbij niet-weergegeven zich door de flenzen 34 en 35 uitstrekkende bouten de uitlijning moge-35 lijk zullen maken.

De scharnierbare delen 38 en 39 zijn zodanig geconstrueerd, dat zij scharnierbaar om een draaipunt gesteund zijn.

Uit fig. 2 blijkt, dat het scharnierbare deel 38 op een draaipunt 41 steunt, dat zich in de richting van de papier-40 machine uitstrekt, waarbij het draaipunt op het freem 44 O Λ f\ C O Λ 7 - 4 - steunt. Het freem strekt zich stijf otoer de lengte van de wals uit en heeft zijfreemdel'en 45 en 46. Bij het oprichten zijn de zijfreemdelen instelbaar in de machinerichting/ zoals in fig. 1 schematisch door de pijlen 48 is aangeduid.teneinde 5 de wals uit te richten.

Het scharnierbare deel 39 aan het ene einde van de wals wordt bij 42 scharnierbaar gedragen, in welk punt het schar-nierbaar verbonden is met een bovenste scharnierbaar deel 40, dat bij 43 scharnierbaar aan het freem is bevestigd (fig. 2). 10 De scharnierbare ondersteuning van de scharnierbare delen maken het aan de wals mogelijk door te buigen zonder dat de legersontricht worden (niet meer in lijn zullen liggen).. Wanneer de wals doorbuigt en de legerhuizen 11 en 12 verdraaien, vindt een verplaatsing van de legers in de dwars-15 richting van de machine plaats, d:w.z. dat de afstand tussen hen korter zal worden. Er is ook een kanteling van de legers met de tappen aan de walseinden. Teneinde deze verplaatsing en kanteling te compenseren zullen de scharnierbare delen 38 en 39 scharnieren teneinde legeruitrichting en verplaat-20 sing in de richting dwars op de machine mogelijk te maken.

Het scharnierbare deel 39 en het bovenste scharnierbare deel 40 zullen deze beweging opnemen. De dubbele scharniercon-structie met het onderste scharnierbare deel 39 en het bovenste scharnierbare deel 40 verschaffen tevens middelen voor 25 thermische expansie van de wals in de dwarsrichting van de machine en heffen de behoefte op dat in het legerhuis voorzieningen voor thermische expansie worden getroffen. De weergegeven constructie en werkwijze verschaffen een sterke en mechanisch gave inrichting met lange slijtduur voor het 30 steunen van de legers en het voorkomen van ontrichting. De centreerpennen, die zoals bij 37 valt te zien, in de spie-banen 36 zijn aangebracht, lichten de wals in de machinerichting, maar mhken het toch mogelijk dat de huizen in êên lijn met de walstappen worden gericht. Het zelfrichtende 35 karakter maakt een grote capaciteit voor de rollegers mogelijk en elimineert reactiebelastingen op het freem tengevolge van ontrichting.

•Het bovenste scharnierbare deel 38 als weergegeven in fig. 1 is zodanig opgesteld, dat het ook de einden van het 40 mechanisme zal dragen, dat met de werking van de wals 10 80 0 5 8 0 3 - 5 - verbonden is. Soortgelijke steunen zijn aan het scharnier-bare deel 39 aan het andere einde van de wals aangebracht. Zoals uit fig. 1 blijkt wordt het onderfreem 19 gedragen door een arm 49, die bij 53' scharnierbaar is aangebracht, en een 5 andere arm 51, die bij 53 scharniert.

De scharnierbare delen 38 en 39 dragen een afstrijkorgaan voor de rol. Het freem 44 draagt een lekbakinrichting 52.

Het blijkt dus, dat een verbeterde langgerekte persknijp-inrichting is aangebracht en een orgaan voor het steunen van 10 de hoofdwals, waarmede een lange functioneringstijd kan worden bereikt en waardoor slijtage inleidende belastingen worden vermeden, die een bron voor veelvuldige aandacht en onderhoud zouden kunnen vormen.

-Conclusies- 8005803

Claims (11)

1. Lange knijppers voor een papiermachine/ welke machine een hoofdwals heeft met eindlegers aan de einden van de wals, een drukschoen met een concaaf oppervlak;/, dat een langgerekte perskneep met een wals vormt, organen voor 5 het geleiden van een vilt teneinde dit door de kneep te laten gaan voor het opnemen van water, dat uit een bewegende baan wordt geperst, die in de langsrichting van de machine door de kneep loopt, een lusvormige band, die tussen de schoen en de baan door de kneep loopt, gekenmerkt door 10 een scharnierbare steun voor tenminste ëên van de eindlegers, welke steun kan scharnieren om een as, die zich in de machine-richting uitstrekt voor het opnemen van de effectieve veranderingen in de afstand tussen de eindlegers tengevolge van doorbuiging en temperatuursverandering van de wals. 15

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het k e n m e r k, dat een steun Voor ieder van de eindlegers is aangebracht die kan verdraaien om een as, die zich in de langsrichting van de machine uitstrekt. 20

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de eindlegersteun een scharnierbaar deel heeft met een eerste scharnierpunt, dat op het freem steunt en een tweede scharnierpunt, dat met het leger is verbonden. 25

4. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat voor het ih lijn brengen van de eindlegers deze legers op scharnierpunten zijn gemonteerd, die zich loodrecht op het vlak van de papierbaah uitstrekken. 30

5. Inrichting volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat de steunen voor de legers op extra steunen dragen, die scharnierbaar om een as zijn aangebracht, die zich in de richting van de machine uitstrekt. 35

6. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de eindlegersteun voor een van deze legers 80 05 8 0 3 r- ? - 7 - een scharnierbare steun heeft, die zich in de machinerichting uitstrekt en voor het andere leger een scharnierbaar deel heeft, waarbij dit scharnierbare deel van een eerste draaipunt is voorzien, gesteund op een freem, en van een tweede 5 draaipunt, dat met dit leger is verbonden.

7. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de steun voor de eindlegers op een freem zijn gemonteerd, dat zich stijf over de lengte van de wals 10 uitstrekt.

8. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de eindlegersteunen op een freem zijn gemonteerd, waarbij dit freem zodanig instelbaar is, dat 15 de eindlegersteunen afzonderlijk in de langsrichting van de machine kunnen worden ingesteld voor het uitlijnen van de wals.

9. Inrichting volgens conclusie 6, m e t het 20 kenmerk, dat de inrichting een hoog gelegen freem heeft, dat de steun voor de eindlegers draagt, waarbij de steunen en de wals vertikaal uit het freem naar beneden steken. 25

10. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de inrichting een hoog gelegen freem heeft en de legersteunen aan ieder.einde van de wals zitten, waarbij de steun aan het ene einde scharnierbaar gesteund is om een as, die zich in de machinerichting uitstrekt, en 30 de steun aan het andere einde een scharnierbaar deel heeft, dat om een eerste draaipunt gesteund is, dat met het freem is verbonden en een tweede draaipunt gesteund is, dat met het freem is verbonden en een tweede draaipunt, dat met het leger is verbonden, terwijl deze draaipunten om 35 een as kunnen scharnieren, die zich in de machinerichting uitstrekt en deze draaipunten in de machinerichting op een afstand van elkaar zijn gelegen, zodanig, dat steun in de machinerichting voor de wals wordt verkregen. 40

11. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij middelen 80 05 80 3 - 8 - aanwezig zijn om het wandoppervlak, dat naar de schoen is gekeerd, te smeren en scharnierbare steunen voor de eind-legers van de wals, met het kenmerk, dat de ene steun een enkelvoudig scharnierbaa-r deel en de andere 5 steun een dubbel scharnierbaar deel is, waarbij de legers extra gesteund zijn op pennen, die het in lijn brengen van de legers mogelijk maken. ♦ 8005803