NL192743C - Over een spoorbaan rijdbare machine voor het verdelen en profileren van ballastbedmateriaal. - Google Patents

Description

1 192743

Over een spoorbaan rijdbare machines voor het verdelen en profileren van ballastbedmateriaal

De uitvinding heeft betrekking op een over een spoorbaan rijdbare machine voor het verdelen en profileren van ballastbedmateriaal van een spoorbaan met een onder een rijstelframe tussen rijstellen opgestelde in 5 de hoogte verstelbare ballastploeg.

Het Oostenrijkse octrooischrift 322.606 toont een ballastploegmachine zoals hierboven omschreven is, met een ballastploeg en twee flankploegen. De ballastploeg is hydraulisch in hoogte verstelbaar en direct met het rijstelframe verbonden. De flankploegen zijn aan beide buitenzijden van de rails aangebracht en zijn vóór het voorste rijstel van het rijstelframe werkzaam en in hoogte en zijdelings verstelbaar. De ballastploeg 10 en de flankploegen zijn ieder afzonderlijk tussen de beide rijstellen aan het rijstelframe bevestigd. De ballastploeg is voorzien van de rails afdekkende tunnelvormige bodemdelen en hiermee verbonden, X-vormig ten opzichte van elkaar opgestelde ballastleidplaten. In het centrum daarvan zijn drie om een verticale as zwenkbaar gelagerde ombuigplaten aanwezig.

Deze bekende spoorbaanbewerkingsmachine bezit het nadeel, dat de tussen de rijstellen opgestelde 15 ballastploeg in spoorbaanbochten niet gecentreerd blijft. Dit is in het bijzonder in scherpe spoorbaanbochten een nadeel.

Het is een doel van de uitvinding, een ballastploegmachine te verschaffen waarmee ook scherpe spoorbaanbochen probleemloos bewerkt kunnen worden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een machine van de in de aanhef genoemde soort, 20 waarbij de ballastploeg aan een in langsrichting van de machine verlopend, onder het rijstelframe tussen de beide rijstellen van de machine aangebracht draagframe bevestigd is, dat met een langseinde middels een verbindingsplaats schamierbaar met het rijstelframe en met zijn andere langseinde met een over de spoorbaan rijdbaar rijstelsel verbonden is, waarbij de ballastploeg tussen het rijstel en de verbindingplaats aangebracht is.

25 Hiermee wordt bereikt, dat de op een eigen draagframe bevestigde ballastploeg door het bijbehorende rijstel ook in scherpe spoorbaanbochen automatisch gecentreerd wordt, zodat een langer rijstelframe met op grotere afstand van elkaar gelegen rijstellen gebruikt kan worden, bijvoorbeeld voor het gebruik van een grote ballastopvang op het rijstelframe.

Doordat de ballastploeg tussen het met het draagframe verbonden rijstel en de scharnierverbinding van 30 het draagframe is aangebracht is een korte en eenvoudige uitvoering van het draagframe mogelijk, waardoor de centrering zeer nauwkeurig wordt.

Het gebruik van een eigen draagframe voor de ballastploeg maakt het tevens mogelijk het boven de ballastploeg gelegen deel van het rijstelframe ongehinderd voor andere doeleinde te benutten, bijvoorbeeld voor een transportband vanaf de ballastopslag. Tenslotte vermindert het extra rijstel aan het draagframe ook 35 de asdruk van de het rijstelframe steunende rijstellen.

Uit het Amerikaanse octrooischrift 4.236.452 is een spoorbaanombouwmachine bekend, waarmee een oude spoorbaan verwijderd en een nieuwe spoorbaan aangelegd wordt. Door het aanbrengen van een groot aantal verschillende werktuigen is het noodzakelijk de machine zeer lang uit te voeren. Om spoorbaanbochten te kunnen volgen is een scharnierende uitvoering van het machineframe vereist. Een apart 40 draagframe is niet voorzien.

Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding is het met het draagframe verbonden rijstel in de werkrichting onmiddellijk voor de ballastploeg opgesteld. Tengevolge van de onmiddellijk naburige opstelling van het rijstel en de ballastploeg wordt gewaarborgd dat deze ook bij bijzonder krappe spoorbaanbogen exact boven de rails gecentreerd wordt. De vooropstellen van het rijstel welke het draagframe steunt heeft 45 bovendien het voordeel dat de door de ballastploeg veroorzaakte ballaststroom boven de rails het storingvrij opleggen van het rijstel op de rails in geen geval beïnvloed.

Volgens een verdere uitvoering waarbij de machine voorzien is van ten minste één flankploeg, is de ten minste ene flankploeg aan het draagframe bevestigd en ten opzichte van het draagframe in hoogte en zijdelings verstelbaar, welke ten minste ene flankploeg vóór de ballastploeg aangebracht is. Hierdoor is ook 50 de flankploeg aan het draagframe bevestigd, zodat zowel de ballastploeg als de flankploeg spoorbaanbochten goed kunnen volgen en een gelijkmatige profilering van het ballastbed uitvoerbaar is.

Volgens een verdere variant van de uitvinding is het aan het draagframe verbonden rijstel ongeveer in het midden tussen de beide voor het steunen van het rijstelframe aanwezige rijstellen opgesteld. Deze opstelling in het midden van het rijstel maakt enerzijds een overeenkomstige afstand mogelijk van de 55 ballastploeg ten opzichte van het volgende machine-rijstel en vermijdt daarmee anderzijds een te lange en daaruit volgend zware uitvoering van het draagframe.

Volgens een verdere uitvoering van de uitvinding is het met de ballastploeg verbonden draagframe in het 192743 2 gebied van het rijstel met een aan het rijstelframe bevestigde, bijvoorbeeld als hydraulische cilinder uitgevoerde hefinrichting verbonden. Hierdoor bestaat de mogelijkheid om het draagframe te zamen met de ballastploeg onder vermijding van tijdverslindende opbouwwerkzaamheden voor het rijden naar andere plaatsen, snel van de spoorbaan op te tillen.

5 Tenslotte bestaat nog een verdere voordelige uitvoering van de uitvinding er uit, dat tussen het rijstelframe en het draagframe een hiermee verbonden, bij voorkeur hydraulische aandrukinrichting voor het op afstand stellen van de beide frames ten opzichte van elkaar aanwezig is. Met deze aandrukinrichting is een eventueel door een grotere bailaststuwing veroorzaakt van de spoorbaan aftillen van het met het draagframe verbonden rijstel betrouwbaar uitgesloten.

10

In het volgende wordt de uitvinding aan de hand van een in de tekening aangegeven uitvoeringsvoorbeeld nader beschreven.

Hierin tonen: figuur 1 een zij-aanzicht van een volgens de uitvinding uitgevoerde machine voor het verdelen en 15 profileren van ballastbedmateriaal met een op een eigen draagframe aangebrachte ballastploeg, en figuur 2 een schematisch vereenvoudigd bovenaanzicht van de machine volgens figuur 1 met boven het draagframe weggelaten gedeelte.

De voor het verdelen en profileren van ballastbedmateriaal uitgevoerde baliastploegmachine 1 bestaat uit 20 een aan de einden op twee rijstellen 2, 3 steunend rijstelframe 4 en een rijkabine 5, die in de door een pijl 6 aangegeven werkrichting van de machine 1 in het voorste einddeel daarvan opgesteld is. Tussen de beide rijstellen 2,3 bevindt zich een langwerpig, in plaats van een bodemoppervlak een bodemtransportband 7 bezittende ballastopslag 8 op het rijstelframe 4. In het voorste einddeel van deze in de langsrichting van de machine transporterende en van een aandrijving 9 voorziene bodemtransportband 7 zijn vier afwerpgoten 25 10 voor het afwerpen van het ballast in de buurt van de stopoplegger aanwezig.

Onder het rijstelframe 4 en tussen de beide rijstellen 2, 3 is een in de langsrichting van de machine reikend draagframe 11 aanwezig, welke met zijn voorste einddeel door een rijstel 12 op een uit rails 13 en dwarsliggers gevormde spoorbaan 14 steunt, terwijl het achtereinde door een verbindende schamierplaats 15 om een verticale en een dwars op de langsrichting van de machine reikende as zwenkbaar met het 30 rijstelframe 4 verbonden is. Aan de onderzijde van het draagframe 11 is in het gebied tussen het rijstel 12 en de verbindende schamierplaats 15 een ballastploeg 16 voor het profileren van de ballastkruin in de hoogte verstelbaar bevestigd. Bovendien zijn aan elke langszijde in de hoogte en zijwaarts verstelbare flankploegen 17 aan het draagframe 11 aanwezig. Aan de ballastploeg 16 is een in de hoogte verstellende aandrijving 18 toegevoegd. Het draagframe 11 is in het gebied van zijn rijstel 12 met een aan het rijstel-35 frame 14 bevestigde hefinrichting 19 verbonden. Deze is als aan het rijstelframe 4 bevestigde hydraulische aandrijving met een kabel uitgevoerd, welke aan het voorste langseinde van het draagframe 11 bevestigd is. Tussen het rijstelframe 4 en het draagframe 11 is een hiermee verbonden hydraulische aandrukinrichting 20 voor het op afstand stellen van de beide frames ten opzichte van elkaar aanwezig. Met deze aandrukinrichting 20 wordt een eventueel dor een verhoogde, op de ballastploeg 16 inwerkende stuwdruk veroor-40 zaakt optillen van het rijstel 12 betrouwbaar uitgesloten.

Een veegborstel 21 van een veeg- en opneeminrichting is met een in de langsrichting van de machine reikend draagframe 22 verbonden, welke met zijn in de werkrichting van de machine 1 vooreinde door een verbindende schamierplaats 23 scharnieren aan het rijstelframe 4 bevestigd is en in het achterste einddeel voorzien is van een railrijstel 24. Deze verbindende schamierplaats 23 is zodanig uitgevoerd dat het 45 draagframe 22 zowel om een dwars op de langsrichting van de machine als ook om een verticale as zwenkbaar is. De radiaal uitstekende, flexibele veegelementen bezittende veegborstel 21 is met behulp van een aandrijving in rotatie brengbaar en door een aan het draagframe 22 vastgelegde hydraulische aandrijving in de hoogte verstelbaar. In zijn voorste eindgebied is de veegborstel 21 respectievelijk een deze lagerend draaglichaam om een dwars op de langsrichting van de machine reikende as 25 zwenkbaar aan 50 het draagframe 22 bevestigd en is voorzien van een schudtrechter 26. Onmiddellijk hieronder bevindt zich in het opneemgebied een bij de veeg- en opneeminrichting behorende transportband 27 waarvan het voorste en omhoog gevoerde afwerpeinde 28 in de ballastopslag 8 opgesteld is.

Boven de veegborstel 21 is een in de langsrichting van de machine reikende, hellend opgestelde ballastgoot 29 voor het transport van ballast aan het draagframe 22 bevestigd. Een centraal energiestation 55 30 dient voor de verzorging van alle aandrijvingen en een rijaandrijving 31. Reeds voorafgaand aan het gebruik van de baliastploegmachine 1 wordt zijn ballastopslag 8 gevuld doordat bijvoorbeeld met behulp van een overdragende transportband 32 van een ballastsilowagen ballast op de ballastgoot 29 afgeworpen

Claims (5)

1. Over een spoorbaan rijdbare machine voor het verdelen en profileren van ballastbedmateriaal van een spoorbaan met een onder een rijstelframe tussen rijstellen opgestelde in de hoogte verstelbare ballastploeg, met het kenmerk, dat de ballastploeg (16) aan een in langsrichting van de machine verlopend, onder het rijstelframe (4) tussen de beide rijstellen (2, 3) van de machine (1) aangebracht draagframe (11) bevestigd 25 is, dat met een langseinde middels een verbindingplaats (15) scharnierbaar met het rijstelframe (4) en met zijn andere langseinde met een over de spoorbaan rijdbaar rijstel (12) verbonden is, waarbij de ballastploeg (16) tussen het rijstel (12) en de verbindingsplaats (15) aangebracht is.

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het met het draagframe (11) verbonden rijstel (12) in de werkrichting onmiddellijk voor de ballastploeg (16) opgesteld is.

3. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het met het draagframe (11) verbonden rijstel (12) ongeveer in het midden tussen de beide voor het steunen van het rijstelframe (4) aanwezige rijstellen (2, 3) opgesteld is.

3 192743 wordt. Deze ballast komt door de schudtrechter 26 op de transportband 27 en wordt door deze op de bodemtransportband 7 van de ballastopslag 8 afgeworpen. Op deze wijze wordt deze bijna geheel gevuld. Een deel van de opslagcapaciteit wordt voor eventueel door de veegborstel 21 op de transportband 27 afgeworpen ballast gereserveerd.

5 Bij gebruik wordt na neerlaten van de veegborstel 21 van de ballastploeg en de beide flankploegen 17 in de betrokken werkstand de ballastploegmachine 1 continu in de door de pijl 6 aangegeven werkinrichting verplaatst. Daarbij wordt voortdurend en automatisch teveel op de spoorbaan 14 aanwezige ballast door de roterende veegborstel 21 op de transportband 27 afgeworpen en door deze in de ballastopslag 8 omhoog getransporteerd. In delen waar de spoorbaan 14 te weinig in ballast geplaatst is, wordt de betrokken 10 losopening van de afwerpgoot 10 geopend en onder kortstondige belasting van de aandrijving 9 ballast door de bodemtransportband 7 op de spoorbaan geworpen. Is ten gevolge van zeer lange stukken met te weinig ballast een verhoogde behoefte aan ballast aanwezig, dan kan ook tijdens de continue werkende voortbeweging nieuwe ballast via de overdraagtransportband 32 van een silowagen in de ballastopslag 8 getransporteerd worden. Het neerlaten van het rijstel 12 uit de omhoog getilde overdraagstand op de spoorbaan 14 15 heeft plaats door bedienen van de hefinrichting 19. De aandrukinrichting 20 wordt tegen de onderzijde van het rijstelframe 4 gedrukt. 20

4. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het met de ballastploeg (16) verbonden draagframe (11) in het gebied van het rijstel (12) met een aan het rijstelframe (4) bevestigde, 35 bijvoorbeeld als hydraulische cilinder uitgevoerde hefinrichting (19) verbonden is.

5. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen het rijstelframe (4) en het draagframe (11) een hiermee verbonden, bij voorkeur hydraulische aandrukinrichting (20) voor het op afstand brengen van de beide frames (4, 11) ten opzichte van elkaar aanwezig is. Hierbij 1 blad tekening