NL194589C - Machine voor het verdelen en planeren van ballastbedmateriaal. - Google Patents

Machine voor het verdelen en planeren van ballastbedmateriaal. Download PDF

Info

Publication number
NL194589C
NL194589C NL9100491A NL9100491A NL194589C NL 194589 C NL194589 C NL 194589C NL 9100491 A NL9100491 A NL 9100491A NL 9100491 A NL9100491 A NL 9100491A NL 194589 C NL194589 C NL 194589C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ballast
discharge
machine
conveyor belt
unloading
Prior art date
Application number
NL9100491A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194589B (nl
NL9100491A (nl
Inventor
Josef Ing Theurer
Herbert W Rg Ing Tter
Original Assignee
Plasser Bahnbaumasch Franz
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Plasser Bahnbaumasch Franz filed Critical Plasser Bahnbaumasch Franz
Publication of NL9100491A publication Critical patent/NL9100491A/nl
Publication of NL194589B publication Critical patent/NL194589B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194589C publication Critical patent/NL194589C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B27/00Placing, renewing, working, cleaning, or taking-up the ballast, with or without concurrent work on the track; Devices therefor; Packing sleepers
    • E01B27/02Placing the ballast; Making ballastway; Redistributing ballasting material; Machines or devices therefor; Levelling means
    • E01B27/022Placing the ballast; Making ballastway; Redistributing ballasting material; Machines or devices therefor; Levelling means by devices moving on the track with or without spreading or levelling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Machines For Laying And Maintaining Railways (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)
  • Structure Of Belt Conveyors (AREA)

Description

1 194589
Machine voor het verdelen en planeren van ballastbedmateriaal
De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het verdelen en planeren van het ballastbedmateriaal van een spoorbaan, met een op rijstellen steunende, in zijn achterste einddeel met een veegborstel 5 verbonden rijstelframe, een ballastploegstelsel alsmede ten minste een neerwaarts gerichte losopening voor het van ballast voorzien van de spoorbaan bezittende ballastopslag.
Een dergelijke machine is bekend uit het Oostenrijkse octrooischrift 306.773. De ballastopslag is met behulp van een veeginrichting met uit de bedding opgenomen ballast belaadbaar. Voor het weer inbrengen respectievelijk verdelen van op deze wijze gewonnen en opgeslagen ballast dienen uitlaatopeningen die aan 10 de onderzijde van de ballastopslag opgesteld zijn. Daardoor is de opgeslagen ballast naar behoefte in de verschillende beddingdelen afwerpbaar. Voor het sluiten van de uitlaatopeningen respectievelijk onderbreken van de ballaststroom in spoorbaanstukken waar geen ballasttoevoer gewenst is, zijn kiapsluitingen aanwezig, die door middel van hydraulische aandrijvingen bediend worden. Met deze uitvoering is echter geen bijzonder snelle reactie op de veranderde omstandigheden van de spoorbaan mogelijk aangezien 15 tijdens het sluiten van de klappen nog altijd gedeeltelijk ballast uit de uitlaatopeningen stroomt. Verder kan een ingeklemde ballastkorrel een volledig sluiten van de klappen en ook het aansluitend openen daarvan verhinderen.
Het doel van de onderhavige uitvinding is een machine van de bovenbeschreven soort te verschaffen, waarmee de ballasttoevoer vanaf de ballastopslag in de spoorbaan respectievelijk de onderbreking daarvan 20 met grotere nauwkeurigheid regelbaar en stuurbaar is.
Hiertoe wordt er volgens de uitvinding in voorzien dat aan elke losopening van de ballastopslag een telkens van een eigen aandrijving voorziene lostransportband toegevoegd is, welke voor het sluiten van de gehele betrokken losopening telkens op geringe afstand en in hoofdzaak evenwijdig aan het spoorbaanvak onder deze opgesteld is. Met een dergelijke uitvoering is een constructief eenvoudige en werkzame 25 afsluiting van een losopening op bijzondere voordelige wijze met een exacte doseermogelijkheid van de af te werpen ballast gecombineerd. Door de snelle en effectieve onderbreking van de ballasttoevoer is ongewenst van ballast voorzien van bepaalde spoorbaanstukken, zoals bijvoorbeeld wisseltongen en dergelijke, betrouwbaar uit te sluiten. Daartoe dient slechts de aandrijving van de lostransportband uitgeschakeld te worden, waardoor het tot een onmiddellijk werkzame onderbreking van het afwerpen van 30 ballast komt. Met de opstelling dicht onder de losopening is de lostransportband zonder extra constructieve middelen bij stilstand ook als afsluiting werkzaam en verhindert op eenvoudige wijze een naglijden van de in de ballastopslag zich bevindende ballast. Evenzo probleemloos kan de ballaststroom bij in bedrijf stellen van de lostransportband op het punt nauwkeurig daar weer gestart worden, waar ballast in de spoorbaan ingebracht dient te worden. Zodoende is het opstellen van voor storing gevoelige afsluitkleppen of dergelijke 35 ingewikkelde constructies overbodig.
Opgemerkt wordt dat uit het Duitse octrooischrift 2.758.435 een stortwagon voor het transport en strooien van ballast en baanhellingmateriaal voor het onderhoud van spoorbaanlichamen bekend is. Deze omvat een naar boven open laadruimte met twee symmetrisch aangebrachte trechters, welke uitmonden in een gemeenschappelijke toevoerinrichting. Onder deze toevoerinrichting bevindt zich een zwenkbare transport-40 band voor het zijwaarts afwerpen van ballast.
Deze toevoerinrichting is echter niet geschikt voor het lossen van ballast in de dwarsliggervakken, omdat het stortgebied is gelegen in een zone van 0,8 meter zijwaarts, gerekend vanuit het hart van het spoor tot een bereid van 2,3 meter verder zijwaarts.
Bij voorkeur is de lostransportband in de lengterichting van de machine reikend opgesteld. Daardoor is 45 het dwarsliggerbed in elk vak continu in een de breedte van de lostransportband overeenkomende respectievelijk nauwkeurig op de gewenste breedte voor inbrengen van ballast afgestemd gebied vulbaar. Verder kunnen ook ongehinderd verscheidene transportbanden naast elkaar opgesteld worden.
Een voordelige verdere uitvoering van de uitvinding omvat dat elk van totaal vier, telkens aan een losopening per langszijde van rails toegevoegde lostransportbanden om een loodrecht ten opzichte van het 50 spoorbaanvlak reikende as zwenkbaar opgesteld is en telkens met een eigen zwenkaandrijving verbonden is. Op grond van deze uitvoering kan bij het van ballast voorzien van wisselstukken de telkens boven de afwijkende rails zich bevindende lostransportband overeenkomstig uitgezwenkt worden om het afwerpen van ballast op de rails te verhinderen respectievelijk het wisselbed ook in deze stukken gelijkmatig te kunnen vullen.
55 Door de opstelling van de as van elke zwenkbare lostransportband ongeveer in het midden met betrekking tot de telkens bijbehorende losopening wordt bereikt dat ook bij een zijwaarts gezwenkte band van de lostransportband de gehele losopening door de transportband afgedekt respectievelijk gesloten 194589 2 wordt.
Een verder kenmerk van de uitvinding omvat dat de lengte van de lostransportband bij voorkeur het dubbele van de in de lengterichting van de machine gemeten lengte van de losopening overeenkomstig uitgevoerd is. Daardoor wordt veiliggesteld dat het vooruitstekende einde van de lostransportband 5 voldoende ver uit zijn basisstand uitzwenkbaar is om ook in wisselstukken met voordeel ingezet te kunnen worden.
Een andere verdere uitvoering van de uitvinding omvat dat aan beide overlangse einddelen van de bovenzijde van de lostransportband in de lengterichting daarvan reikende, V-vormig opgestelde ballastleid-elementen aanwezig zijn, waarvan de bovenste, evenwijdig aan de lostransportband reikende einden boven 10 en buiten het onderste einddeel van de bijbehorende losopening opgesteld zijn. Daardoor wordt verhinderd dat ballast ongecontroleerd en ongewenst zijwaarts van de lostransportband op de spoorbaan valt.
Volgens een wezenlijke verdere uitvoering van de uitvinding is in het afwerpgebied van de lostransportband een schachtvormige ballastverdeler aanwezig, welke om een in de dwarsrichting van de machine reikende as door middel van een eigen aandrijving in de hoogte zwenkbaar uitgevoerd is. Een zodanig 15 gevormde ballastverdeler concentreert de afgeworpen ballast betrouwbaar en nauwkeurig op het spoorbaan-stuk waaraan ballast toegevoerd dient te worden. Bij eventueel aanwezige hindernissen in de spoorbaan respectievelijk tijdens de overbrengrit is de ballastverdeler probleemloos in een stand voor buiten gebruik stellen omhoog zwenkbaar.
Verder is als extra kenmerk van de uitvinding bedoeld dat de ballastverdeler in zijn onderste eindgebied 20 met elastische, in de werkstand verticaal reikende afstrijkelementen uitgerust is, welke afstrijkelementen ten dele een lege ruimte omgrenzen, waarbij de in de werkrichting van de machine beschouwde voorzijde van de ruimte open is. Daardoor is op de dwarsliggers afgeworpen ballast automatisch aangrijpbaar en op eenvoudige wijze afveegbaar respectievelijk in de dwarsliggervakken veegbaar. De elasticiteit van de afveegelementen sluit klemraken van de ballastkorrels tussen dwarsligger en ballastverdeler betrouwbaar 25 uit.
De uitvoering volgens welke de vrije ondereinden van de afstrijkelementen in de werkstand van de ballastverdeler onmiddellijk boven de bovenzijde van de dwarsliggers opgesteld zijn, is van bijzonder voordeel aangezien op deze wijze alle op de dwarsliggers liggende ballast hierdoor in het aangrenzende dwarsliggervak veegbaar is.
30 Een extra uitvoeringsvorm volgens de uitvinding omvat dat in het bovenste gebied van de ballastverdeler respectievelijk in het afwerpgebied van de lostransportband een met een hoek ten opzichte van het vlak van de transportband opgesteld botsschild aanwezig is. Daardoor is de afwerpmaat onafhankelijk van de transportsnelheid van de lostransportband op een geringe, vaste afstand van het afwerpeinde begrensd.
Verder is als uitvindingskenmerk bedoeld dat de aan elke lostransportband toegevoegde losopening in 35 het afwerpgebied van een in het bodemgebied van de ballastopslag reikende bodemtranportband opgesteld is. Deze zorgt ervoor dat de ballaststroom naar de losopening en zodoende het beladen van de lostransportband zonder onderbreking en gelijkmatig plaatsvinden.
Tenslotte bestaat nog een mogelijke uitvoering van de uitvinding daarin dat per rail een losopening met een hieraan toegevoegde lostransportband aanwezig is, welke in zijn afwerpgebied per zijde van een rail 40 met elk een verdeelslang verbonden is, die twee telkens aan een langszijde van de rail toegevoegde afwerpopening bezit. Door middel van een dergelijke eenvoudige en stevige inrichting is het spoorbaanbed in de gewenste gebieden zonder grote constructieve inspanning gericht met ballast voorzienbaar.
Volgens een verdere voordelige uitvoering van de uitvinding is de ballastopslag in het gebied van zijn bodemvlak slechts voorzien van één enkele losopening die door de lostransportband afgedekt is. Dit is de 45 constructief eenvoudigste oplossing waarmee de bij de hoofdconclusie aangevoerde voordelen onbeperkt bereikbaar zijn en bovendien de ballastopslag voor het bereiken van een groot opslagvolume bijzonder langwerpig uitgevoerd kan worden.
In het losgebied van de lostransportband opgestelde ballastgoten kunnen hetzij door naar keuze snelheidsbesturing van de lostransportband beladen worden of ook voorzien zijn van eigen afsluitkleppen 50 voor het individueel sturen van het afwerpen van ballast.
Volgens een verder voordelige uitvoering is de machine volgens de uitvinding gekenmerkt doordat in de dwarsrichting van de machine twee telkens in de lengterichting van de machine reikende, aan de zijde van de bodem opgestelde lostransportbanden onmiddellijk naast elkaar opgesteld zijn, waarbij via de onmiddellijk aan elkaar grenzende eindgebieden van de beide lostransportbanden een hiervandaan op geringe 55 afstand gelegen afdekelement opgesteld is. Hierdoor is het mogelijk door verschillende transportsnelheden van de beide lostransportbanden naar keuze verschillende hoeveelheden ballast af te werpen zonder dat daartoe sluitbare ballastgoten noodzakelijk zouden zijn.
3 194589
Volgens een verder voordelige uitvoering is de machine volgens de uitvinding gekenmerkt doordat aan het afwerpgebied van de lostransportband een met een hoek ten opzichte van de lengterichting van de machine opgestelde lostransportband voor het lossen van de in de ballastopslag zich bevindende ballast toegevoegd is. Hierdoor is een probleemloos lossen van de ballastopslag uitvoerbaar wanneer deze door 5 teveel ballast aan de spoorbaan niet via de losopening ledigbaar is.
De uitvinding wordt in het volgende aan de hand van in de tekening aangegeven uitvoeringsvoorbeelden nader verduidelijkt.
Hierin tonen: 10 figuur 1 een zijaanzicht van een ballastplaneermachine met een ballastverdeelinrichting, figuur 2 een vergroot, vereenvoudigd vooraanzicht van de ballastverdeelinrichting in figuur 1 volgens de pijl II in figuur 3, figuur 3 een doorsnede door de ballastverdeelinrichting volgens de pijl lil in figuur 2, figuur 4 een vergrote doorsnede door de ballastverdeelinrichting volgens de lijn IV-IV in figuur 3, 15 figuur 5 een zijaanzicht van een andere ballastplaneermachine met een variant van de ballastverdeelinrichting, figuur 6 een detail-zijaanzicht van de ballastverdeelinrichting volgens figuur 5, figuur 7 en aanzicht van de ballastverdeelinrichting volgens de pijl VII in figuur 6, figuur 8 is een verder uitvoeringsvoorbeeld van een ballastpioeg met een enkelvoudige in plaats van een 20 bodemvlak voorziene lostransportband, en figuren 9 en 10 tonen elk een schematisch weergegeven doorsnede door een ballastopslag.
Een in figuur 1 zichtbare, voor het verdelen en planeren van ballastbedmateriaal uitgevoerde ballastplaneermachine 1 bestaat uit een met de einden op twee rijstellen 2, 3 steunend rijstelframe 4 en een rijcabine 5 25 welke in de door een pijl 6 aangeduide werkrichting van de machine 1 in het voorste einddeel daarvan opgesteld is. Tussen de beide rijstellen 2, 3 bevindt zich op het rijstelframe 4 een langwerpige, in plaats van een bodem een bodemtransportband 7 bezittende ballastopslag 8. In het voorste einddeel van deze in de langsrichting van de machine transporterende en van een aandrijving 9 voorziene bodemtransportband 7 zijn bij elke onderstopoplegger toegevoegde afwerpgoten 10 met losopening 11 aanwezig waaraan een 30 ballastverdeelinrichting 12 toegevoegd is. Deze ballastverdeelinrichting 12 bestaat uit vier in de dwars-richting van de machine naast elkaar opgestelde en elk van een eigen aandrijving 13 voorziene lostransport-banden 14 alsmede hieraan toegevoegde ballastverdelers 15 welke via aandrijvingen 16 afzonderlijk in de hoogte zwenkbaar zijn. Op de werking van de ballastverdeelinrichting 12 wordt later aan de hand van de figuren 2 tot 4 nog nauwkeuriger ingegaan.
35 Onder het rijstelframe 4 en tussen de beide rijstellen 2, 3 is een in de lengterichting van de machine reikend ploeg-draagframe 17 aanwezig, welke met zijn voorste einddeel door een rijstel 18 op een uit rails 19 en dwarsliggers 20 gevormde spoorbaan 21 gesteund is, terwijl het achtereinde door een scharnierende verbindingsplaats 22 scharnierend met het rijstelframe 4 verbonden is. Met het ploeg-draagframe 17 is in het gebied tussen het rijstel 18 en de scharnierende verbindingsplaats 22 een ballastpioeg 23 voor het 40 planeren van de beddingskroon in de hoogte verstelbaar verbonden. Verder zijn aan elke langszijde in de hoogte en zijwaarts verstelbare flankploegen 24 aan het ploeg-draagframe 17 bevestigd.
Een veegborstel 25 met een veeg- en opneeminrichting 26 is. met een in de lengterichting van de machine reikend draagframe 27 verbonden, welke met zijn in de werkrichting van de machine 1 vooreinde door een scharnierbare verbindingsplaats 28 scharnierbaar aan het rijstelframe 4 bevestigd is en in het 45 achterste einddeel voorzien is van een spoorbaanrijstel 29. De scharnierbare verbindingsplaats 28 is zodanig uitgevoerd, dat het draagframe 27 zowel om een dwars ten opzichte van de langsrichting van de machine alsook om een verticaal reikende as zwenkbaar is. De radiaal uitstekende, van flexibele veeg-eiementen voorziene veegborstel 25 is met behulp van een aandrijving 30 in rotatie zetbaar en door een aan het draagframe 27 bevestigde hydraulische aandrijving 31 in de hoogte verstelbaar. In zijn voorste 50 einddeel is de veegborstel 25 respectievelijk een deze lagerend draaglichaam om een dwars ten opzichte van de langsrichting van de machine reikende as 32 zwenkbaar aan het draagframe 27 bevestigd en is voorzien van een storttrechter 33. Onmiddellijk hieronder bevindt zich de opneeminrichting van een bij de veeg- en opneeminrichting 26 behorende transportband 34 waarvan het voorste en hoog opgestelde afwerpeinde 35 in de ballastopslag 8 opgesteld is.
55 Boven de veegborstel 25 is een in de langsrichting van de machine reikende, hellend opgestelde ballastgoot 36 voor het transporteren van ballast aan het draagframe 27 bevestigd. Het voorste en onderste afwerpeinde 37 van de met een trillingsaandrijving 38 verbonden ballastgoot 36 bevindt zich boven de 194589 4 storttrechter 33 van de veegborstel 25 respectievelijk boven het opneemeinde van de transportband 34. Een afneemeinde 39 van de ballastgoot 36 bevindt zich boven een aan het draagframe 27 opgestelde rijcabine. Een centraal energiestation 41 dient voor het verzorgen van alle aandrijvingen en een rijaandrijving 42.
In figuren 2 en 3 is de ballastverdeelinrichting 12 in vergroot detailaanzicht aangegeven. De in de 5 ballastopslag 8 opgeslagen ballast is door middel van de bodemtransportband 7 naar de aan weerszijden van elke rail 19 in de dwarsrichting van de machine naast elkaar opgestelde vier afwerpgoten 10 transpor-teerbaar en komt via de losopeningen 11 daarvan terecht op de onmiddellijk daaronder zich bevindende, in de langsrichting van de machine en horizontaal reikende lostransportbanden 14. Deze zijn door een ophanging 44 met het rijstelframe 4 verbonden en ten opzichte hiervan om een ongeveer in het midden met 10 betrekking op de betrokken losopening 11 opgestelde loodrechte as 45 door middel van een eigen zwenkaandrijving 46 onafhankelijk van elkaar zwenkbaar. Om het afwerpen van ballast per langszijde van een rail afzonderlijk te kunnen regelen, is elke lostransportband 14 voorzien van een eigen aandrijving 13. Aan de beide overlangse einddelen van zijn bovenzijde zijn V-vormig opgestelde ballastleidelementen 47 aanwezig, waarvan de opstelling een ongewenst zijwaarts overlopen van ballast verhindert. Elke lostrans-15 portband 14 is ongeveer twee keer zo lang als de onmiddellijk naar boven zich bevindende losopening 11 uitgevoerd en is in zijn afwerpgebied 48 voorzien van een schachtvormige reikende as 49 zwenkbaar met de lostransportband 14 verbonden en ten opzichte van deze door middel van een eigen aandrijving 16 in de hoogte zwenkbaar (zie de stand in figuur 1). In zijn bovenste gebied is elke ballastverdeler 15 van een onder een hoek ten opzichte van de verticaal opgesteld botsschild 50 voorzien, terwijl het onderste 20 eindgebied met elastische afveegelementen 51 uitgerust is, welke in de, hier getekende, werkstand van de ballastverdeler 15 verticaal staan. In deze stand reiken de vrije ondereinden van de afveegelementen 51 tot onmiddellijk aan de bovenzijde van de dwarsliggers 20.
Figuur 4 toont een zwenktraject α van de aan weerszijden van elke rail 19 opgestelde ballastverdelers 15 om de verticale as 45. Zoals blijkt is de, in de werkrichting van de machine 1, voorzijde van het door de 25 afveegelementen 51 omgrensde ruimte 52 open om ook reeds op de dwarsliggers 20 zich bevindende ballast aan te vatten en gericht in de gewenste delen van de dwarsliggervakken in te brengen respectievelijk weg te vegen. De lostransportband 14 is voorzien van een draaglichaam 71 welke op de ophanging 44 gelagerd is en met de zwenkaandrijving 46 verbonden is. De ballastverdeler 15 is door middel van dragers 72 zwenkbaar aan het draaglichaam 71 gelagerd en is met de aandrijving 16 verbonden.
30 Reeds voorafgaand aan het gebruik van de ballastplaneermachine 1 wordt de ballastopslag 8 daarvan gevuld doordat bijvoorbeeld met behulp van een overgeef-transportband 43 van een ballastsilowagen ballast op de ballastgoot 36 afgeworpen wordt. Deze ballast komt door de storttrechter 33 terecht op de transportband 34 en wordt door deze op de bodemtransportband 7 van de ballastopslag 8 afgeworpen. Op deze wijze wordt deze bijna geheel gevuld. Een deei van de capaciteit van de opslag wordt voor eventueel door 35 de veegborstel 25 op de transportband 34 afgeworpen ballast gereserveerd.
Bij het gebruik wordt na neerlaten van de veegborstel 25, de ballastploeg 23 en de beide flankploegen 24 in de betrokken werkstand, de ballastplaneermachine 1 continu in de door de pijl 6 aangegeven werkrichting voortgereden. Daarbij wordt voortdurend en automatisch het teveel van de op de spoorbaan 21 aanwezige ballast door de roterende veegborstel 25 op de transportband 34 afgeworpen en door deze in de 40 ballastopslag 8 omhoog getransporteerd. Bij stukken waar de spoorbaan 21 te weinig van ballast voorzien is, wordt via de in het voorste einddeel van de machine zich bevindende ballastverdeelinrichting 12 ballast toegevoerd. De in de rijcabine 5 zich bevindende bedienende persoon schakelt hiertoe, al naar gelang de behoefte aan ballast in de verschillende delen van de spoorbaanbedding, de aandrijvingen 13 van de betrokken lostransportbanden 14 in respectievelijk uit en regelt zo de hoeveelheid ballast die in de 45 spoorbaan 21 gebracht wordt. Bij stilstand van de lostransportband 14 is deze als een soort afsluiting voor de bijbehorende losopening 11 werkzaam en verhindert zonder enige verdere maatregel, respectievelijk inrichting, betrouwbaar een uitstromen van de in de afwerpgoot 10 zich bevindende ballast. Bovendien wordt het afwerpen van ballast onmiddellijk met de stilstand van de lostransportband 14 onderbroken, zodat een ongewenst van ballast voorzien van wisseltongen of dergelijke betrouwbaar uitgesloten is. Het opnemen 50 van ballast uit de afwerpgoot 10 door de daaronder gelegen lostransportband 14 heeft plaats na het in bedrijf stellen van de lostransportband 14, welke op een geringe afstand van de voorste, dwars op de lengterichting van de machine reikende rand 40 van de losopening 11 is gelegen. De afveegelementen 51 vegen zowel de nieuw toegevoerde alsook de eventueel reeds op de dwarsliggers 20 gelegen ballast in de dwarsliggervakken af. De aanvoer van ballast naar de afwerpgoten 10 heeft plaats onder belasten van de 55 aandrijving 9 van de bodemtransportband 7 in de ballastopslag 8.
Wanneer de ballastplaneermachine 1 een wissel of aftakking in de spoorbaan bereikt, respectievelijk wanneer het gebrek aan ballast op bepaalde plaatsen het noodzakelijk maakt, wordt de betrokken

Claims (16)

1. Machine voor het verdelen en planeren van het ballastbedmateriaal van een spoorbaan, met een op rijstellen steunende, in zijn achterste einddeel met een veegborstel verbonden rijstelframe, een ballastploeg-stelsel alsmede ten minste één neerwaarts gerichte losopening voor het van ballast voorzien van de spoorbaan bezittende ballastopslag, met het kenmerk, dat aan elke losopening (11; 64; 73) van de 45 ballastopslag (8; 63) een telkens een eigen aandrijving (13; 66) bezittende lostransportband (14; 65; 74) toegevoegd is, welke voor het sluiten van de gehele betrokken losopening (11; 64; 73) telkens op geringe afstand en in hoofdzaak evenwijdig aan het spoorbaanvlak, onder deze opgesteld is.
2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lostransportband (14; 65) in de lengterichting van de machine reikend opgesteld is.
3. Machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat elk van totaal vier, telkens aan een losopening (11) per langszijde van een rail toegevoegde lostransportbanden (14) om een loodrecht ten opzichte van het spoorbaanvlak reikende as (45) zwenkbaar opgesteld is en telkens met een eigen zwenkaandrijving (46) verbonden is.
4. Machine volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de as (45) van elke zwenkbare lostransportband (14) 55 ongeveer in het midden met betrekking tot de telkens toegevoegde losopening (11) opgesteld is.
5. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de lengte van de lostransportband (14; 65) bij voorkeur het dubbele van de in de lengterichting van de machine gemeten lengte van de 194589 6 losopening (11; 64) overeenkomstig uitgevoerd is.
5 194589 , lostransportband 14 via de aandrijving 46 overeenkomstig zijwaarts gezwenkt en daardoor de ballaststroom omgebogen. Bij opduiken van hindernissen in de spoorbaan alsmede bij het einde van het gebruik wordt de aandrijving 16 belast om de ballastverdeler 15 in een stand voor buiten gebruik zijn omhoog te zwenken, waarbij automatisch ook de aandrijving 13 van de lostransportband 14 uitgeschakeld wordt. Is tengevolge 5 van zeer lange stukken met te weinig ballast een verhoogde behoefte aan ballast aanwezig, dan kan ook tijdens de continue werkende voortbeweging van de ballastplaneermachine 1 nieuwe ballast via de overgavetransportband 43 van een silowagen in de ballastopslag getransporteerd worden. In figuur 5 is een verder uitvoeringsvoorbeeld van een ballastplaneermachine 53 aangegeven, die een via rijstellen 54 op rails 55 rijdbaar rijstelframe 56 bezit. Aan het ten opzichte van de werkrichting te 10 beschouwen achtereinde van de machine is een rijcabine 57 opgesteld. De energieverzorging van alle aandrijvingen heeft plaats door een energiestation 58. Tussen de rijstellen 54 is een in de hoogte verstelbare ballastploeg 59 met het rijstelframe 56 verbonden, terwijl aan het achtereinde van de ballastplaneermachine 1 een veegborstel 60 aanwezig is. Deze dient voor het opnemen van overbodige ballast uit de spoorbaan 55, welke aansluitend door een steile transportband 61 omhoog wordt gevoerd en op een 15 transportband 62 wordt afgeworpen. Laatstgenoemde voedt een aan het rijstelframe 56 opgestelde ballastopslag 63 welke per rail 55 telkens voorzien is van een trechtervormige losopening 64. Zoals in het bijzonder ook in figuren 6 en 7 zichtbaar is, bevindt zich onmiddellijk onder elke losopening 64 een lostransportband 65 die een ballastverdeelinrichting vormt en die elk via een eigen aandrijving 66 belastbaar is. In het afwerpgebied 67 van elke boven een rail zich bevindende lostransportband 65 is een 20 verdeelstang 68 aanwezig welke in twee elk aan een langszijde van de rails toegevoegde afwerpopeningen 69 uitmondt. Het ondereinde van deze afwerpopeningen 69 is voorzien van elastische afstrijkelementen 70 welke in de werkstand tot aan de bovenzijde van de dwarsliggers reiken en de ballast in de vakdelen tussen de dwarsliggers vegen waar gebrek aan ballast heerst. Door middel van een niet nader aangegeven aandrijving is elke verdeelslang 68 in een stand voor buiten bedrijf omhoog zwenkbaar.
25 De in figuur 8 aangegeven variant van de machine 1 is in hoofdzaak identiek met die van de in de figuren 1 en 2 beschreven machine, waarbij echter de een losopening 73 aan de zijde van de bodem afdekkende bodemtransportband gelijktijdig als lostransportband 74 werkzaam is. Deze dekt, zoals bijzonder in de schematisch aangegeven doorsnede volgens figuur 9 zichtbaar is, de losopening 73 van de ballastopslag 8 geheel af en is in het afwerpgebied voorzien van ballastgoten 75. In het afwerpgebied van de 30 lostransportband 74 is een lostransportband 77 aanwezig welke voor het naar keuze lossen van de in de ballastopslag 8 bevindende ballast in geringe mate in de hoogte verstelbaar uitgevoerd is. Bij de in figuur 10 aangegeven variant zijn twee in de langsrichting van de machine reikende en in de dwarsrichting naast elkaar gelegen lostransportbanden 74 aanwezig, waarbij de onmiddellijk aan elkaar grenzende eindgebieden van de beide transportbanden 74 door een in geringe mate op afstand hiervan 35 gelegen afdekelement 76 afgedekt zijn. Elk van de beide lostransportbanden 74 is voorzien van een eigen, regelbare aandrijving. 40
6. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan beide overlangse einddelen van de bovenzijde van de lostransportband (14) in de lengterichting daarvan reikende, V-vormig opgestelde ballastleidelementen (47) aanwezig zijn, waarvan de bovenste, evenwijdig aan de lostransportband (14) 5 reikende einden boven en buiten het onderste einddeel van de toegevoegde losopening (11) opgesteld zijn.
7. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het afwerpgebied (48) van de lostransportband (14) een schachtvormige ballastverdeler (15) aanwezig is, welke om een in de dwars-richting van de machine reikende as (49) door middel van een eigen aandrijving (16) in de hoogte zwenkbaar uitgevoerd is.
8. Machine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de ballastverdeler (15) in zijn onderste einddeel met elastische, in de werkstand verticaal reikende afstrijkelementen (51) uitgerust is, welke afstrijkelementen ten dele een lege ruimte (52) omgrenzen, waarbij de in de werkrichting van de machine beschouwde voorzijde van de ruimte (52) open is.
9. Machine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vrije ondereinden van de afstrijkelementen (51) in 15 de werkstand van de ballastverdeler (15) onmiddellijk boven de bovenzijde van de dwarsligger (20) opgesteld zijn.
10. Machine volgens één der conclusies 7 tot 9, met het kenmerk, dat in het bovenste gebied van de ballastverdeler (15) respectievelijk in het afwerpgebied (48) van de lostransportband (14) een met een hoek ten opzichte van het vlak van de transportband opgesteld botsschild (50) aanwezig is.
11. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aan elke lostransportband (14) toegevoegde losopening (11) in het afwerpgebied van een in het bodemgebied van de ballastopslag (8) reikende bodemtransportband (7) opgesteld is.
12. Machine volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat per rail (55) een losopening (64) met een hieraan toegevoegde lostransportband (65) aanwezig is, welke in zijn afwerpgebied (67) per 25 zijde van een rail met elk een verdeelslang (68) verbonden is, die twee telkens aan een langszijde van de rail toegevoegde afwerpopening (69) bezit.
13. Machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de ballastopslag (8) in het gebied van zijn bodemvlak slechts voorzien is van één enkelvoudige losopening (73) die door de lostransportband (74) afgedekt is.
14. Machine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat in het afwerpgebied van de lostransportband (74) aan de zijde van de bodem ballastgoten (75) opgesteld zijn.
15. Machine volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat in de dwarsrichting van de machine twee telkens in de lengterichting van de machine reikende, aan de zijde van de bodem opgestelde lostransportbanden (74) onmiddellijk naast elkaar opgesteld zijn, waarbij via de onmiddellijk aan elkaar grenzende 35 eindgebieden van de beide lostransportbanden (74) een hiervandaan op geringe afstand gelegen afdek-element (76) opgesteld is.
16. Machine volgens één der conclusies 13 tot 15, met het kenmerk, dat aan het afwerpgebied van de lostransportband (74) een met een hoek ten opzichte van de lengterichting van de machine opgestelde lostransportband (77) voor het lossen van de in de ballastopslag zich bevindende ballast toegevoegd is. Hierbij 3 bladen tekening
NL9100491A 1990-03-21 1991-03-20 Machine voor het verdelen en planeren van ballastbedmateriaal. NL194589C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
AT0066890A AT404039B (de) 1990-03-21 1990-03-21 Maschine zum verteilen und planieren des bettungsschotters
AT66890 1990-03-21

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9100491A NL9100491A (nl) 1991-10-16
NL194589B NL194589B (nl) 2002-04-02
NL194589C true NL194589C (nl) 2002-08-05

Family

ID=3496667

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100491A NL194589C (nl) 1990-03-21 1991-03-20 Machine voor het verdelen en planeren van ballastbedmateriaal.

Country Status (20)

Country Link
US (1) US5052132A (nl)
JP (1) JP3055957B2 (nl)
CN (1) CN1030726C (nl)
AT (1) AT404039B (nl)
AU (1) AU630794B2 (nl)
CA (1) CA2038361C (nl)
CH (1) CH684420A5 (nl)
CZ (1) CZ278176B6 (nl)
DE (1) DE4104395C2 (nl)
ES (1) ES2031766A6 (nl)
FR (1) FR2659990B1 (nl)
GB (1) GB2242217B (nl)
HU (1) HU210059B (nl)
IT (1) IT1247829B (nl)
NL (1) NL194589C (nl)
PL (1) PL165430B1 (nl)
RU (1) RU1817795C (nl)
SE (1) SE508918C2 (nl)
SK (1) SK277702B6 (nl)
UA (1) UA19798A (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE59203554D1 (de) * 1991-09-03 1995-10-12 Plasser Bahnbaumasch Franz Maschinenanordnung zum Aufnehmen, Speichern und Verteilen von Schotter eines Gleises.
AT398592B (de) * 1992-02-19 1994-12-27 Plasser Bahnbaumasch Franz Verladewagen zum aufnehmen, weitertransportieren und abwerfen von schüttgut
DE59401436D1 (de) * 1993-03-04 1997-02-13 Plasser Bahnbaumasch Franz Schotterplaniermaschine
US5600903A (en) * 1993-10-04 1997-02-11 Knox Kershaw, Inc. Ballast shoulder cleaner
US5437232A (en) * 1993-12-20 1995-08-01 Miner Enterprises, Inc. Ballast plow assembly for a hopper-type railroad car
US5937763A (en) * 1996-04-23 1999-08-17 Franz Plasser Bahnbaumaschinen-Industriegesellschaft M.B.H. Machine and method of distributing ballast
FR2759100B1 (fr) * 1997-02-04 1999-03-12 Desquenne & Giral Procede et engin pour deposer du ballast
DE50009622D1 (de) 1999-08-18 2005-04-07 Plasser Bahnbaumasch Franz Gleisbaufahrzeug zur Einschotterung eines Gleises
ATE393261T1 (de) * 1999-12-07 2008-05-15 Plasser Bahnbaumasch Franz Verfahren zur verlegung eines gleises
AT7189U3 (de) * 2004-07-19 2005-10-17 Plasser Bahnbaumasch Franz Verfahren zum ersetzen von altschwellen eines gleises durch neuschwellen
CN101864706B (zh) * 2009-04-14 2013-12-25 襄樊金鹰轨道车辆有限责任公司 多功能铁路道砟清扫装置
JP2014008855A (ja) * 2012-06-29 2014-01-20 East Japan Railway Co バラスト散布機
CN103225241A (zh) * 2012-11-09 2013-07-31 金鹰重型工程机械有限公司 一种道砟摆动回填装置
CN103835194A (zh) * 2012-11-27 2014-06-04 拜耳材料科技(中国)有限公司 压力分配装置及使用其对铁轨施压以保持轨面标高的方法
AT519784B1 (de) * 2017-03-17 2019-11-15 Plasser & Theurer Export Von Bahnbaumaschinen Gmbh Maschine und Verfahren zum Profilieren und Verteilen von Schotter eines Gleises
CN107059505A (zh) * 2017-06-16 2017-08-18 昆明奥通达铁路机械有限公司 旋涡平整装置
WO2019222343A1 (en) * 2018-05-15 2019-11-21 Diversified Products, LLC Dual ballast cribber

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3326137A (en) * 1964-06-10 1967-06-20 Unit Rail Anchor Corp Rail anchor machine
DE1534099C3 (de) * 1965-11-02 1978-06-15 Franz Plasser Bahnbaumaschinen- Industriegesellschaft Mbh, Wien Fahrbare Maschine zur Behandlung der Schotterbettung von Gleisen
AT312027B (de) * 1966-06-20 1973-12-10 Plasser Bahnbaumasch Franz Fahrbare Vorrichtung zur Behandlung der Schotterbettung von Gleisen
AT306773B (de) * 1968-03-20 1973-04-25 Plasser Bahnbaumasch Franz Fahrbare Maschine zum kontinuierlichen Räumen, Aufnehmen und zum Verteilen des auf dem Gleis liegenden Bettungsschotters
IT1028620B (it) * 1975-03-28 1979-02-10 Donno Ferruccio De Macchina sguarnitrice vagliatrice per la depurazione del pietrisco, in particolare per la depurazione del pietrisco delle massicciate ferroviarie
SE397112B (sv) * 1977-01-25 1977-10-17 Vretstorp Verken Ab Sparbunden vagn for transport och spridning av ballast och bankettmaterial for banvallsunderhall och liknande
US4227324A (en) * 1978-04-28 1980-10-14 Franz Plasser Bahnbaumaschinen-Industriegesellschaft M.B.H. Mobile apparatus for distributing and shaping ballast of a railroad bed
AT359541B (de) * 1978-06-28 1980-11-10 Plasser Bahnbaumasch Franz Einrichtung zum auswechseln der schienen und schwellen eines gleises
AT370152B (de) * 1981-04-16 1983-03-10 Plasser Bahnbaumasch Franz Fahrbare anlage zur herstellung einer zwischen planum und schotterbett eines gleises verlaufenden schutzschichte
AT379176B (de) * 1981-12-22 1985-11-25 Plasser Bahnbaumasch Franz Fahrbare anlage und verfahren zur kontinuierlich fortschreitenden sanierung des gleisunterbaues
AT380497B (de) * 1983-12-22 1986-05-26 Plasser Bahnbaumasch Franz Gleisbaumaschine mit siebanlage fuer schuettgut, schotter und dgl.
AT378796B (de) * 1984-01-19 1985-09-25 Plasser Bahnbaumasch Franz Gleis-schotterbett-reinigungsmaschine mit einer vorrichtung zum schotterwaschen
AT386432B (de) * 1986-02-12 1988-08-25 Plasser Bahnbaumasch Franz Fahrbare anlage zum reinigen und anschliessenden verdichten der schotterbettung von gleisen
AT389336B (de) * 1986-02-12 1989-11-27 Plasser Bahnbaumasch Franz Gleisstopfmaschine mit hebe-, stopf- und gegebenenfalls richtaggregat
AT390458B (de) * 1987-10-20 1990-05-10 Plasser Bahnbaumasch Franz Gleisverfahrbare maschine mit planierpflug zum verteilen und profilieren des bettungsschotters
US4967847A (en) * 1990-01-25 1990-11-06 Kershaw Manufacturing Company, Inc. Method and apparatus for cleaning ballast
CA2047648C (en) * 1990-08-27 1999-10-19 Roberto Almaraz Dual head anchor adjuster

Also Published As

Publication number Publication date
IT1247829B (it) 1995-01-02
GB2242217B (en) 1994-03-23
UA19798A (uk) 1997-12-25
GB2242217A (en) 1991-09-25
SE508918C2 (sv) 1998-11-16
CH684420A5 (de) 1994-09-15
JPH04221102A (ja) 1992-08-11
DE4104395A1 (de) 1991-09-26
AU630794B2 (en) 1992-11-05
FR2659990B1 (fr) 1995-10-06
CZ278176B6 (en) 1993-09-15
US5052132A (en) 1991-10-01
CN1030726C (zh) 1996-01-17
AT404039B (de) 1998-07-27
FR2659990A1 (fr) 1991-09-27
SE9100711D0 (sv) 1991-03-11
DE4104395C2 (de) 1999-04-15
ES2031766A6 (es) 1992-12-16
PL289430A1 (en) 1992-02-24
CS9100741A2 (en) 1991-11-12
CA2038361A1 (en) 1991-09-22
JP3055957B2 (ja) 2000-06-26
CA2038361C (en) 2000-08-01
ITMI910278A0 (it) 1991-02-05
ITMI910278A1 (it) 1992-08-05
GB9105958D0 (en) 1991-05-08
AU7353491A (en) 1991-10-03
SK277702B6 (en) 1994-07-06
HUT56898A (en) 1991-10-28
SE9100711L (sv) 1991-09-22
NL194589B (nl) 2002-04-02
NL9100491A (nl) 1991-10-16
PL165430B1 (pl) 1994-12-30
ATA66890A (de) 1997-12-15
RU1817795C (ru) 1993-05-23
HU210059B (en) 1995-01-30
CN1055025A (zh) 1991-10-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194589C (nl) Machine voor het verdelen en planeren van ballastbedmateriaal.
CA2028542C (en) Mobile ballast plow for receiving and distributing track ballast
CA1287265C (en) Box car
CA2090398C (en) Transport wagon comprising a wagon frame supported on on-track undercarriages
FI98550C (fi) Konesovitelma raidesepelin vastaanottamiseksi, säilyttämiseksi ja levittämiseksi
NL193249C (nl) Machine voor het verdelen en egaliseren van ballastbedmateriaal.
NL192743C (nl) Over een spoorbaan rijdbare machine voor het verdelen en profileren van ballastbedmateriaal.
US5201127A (en) Self metering ballast system
GB2132665A (en) A travelling on-track conveyor system for bulk material
CZ278838B6 (en) Set for catching and transportation of ballast, waste or another loose material
GB2264275A (en) A vehicle for receiving, transporting and discharging bulk material
CZ292759B6 (cs) Stroj pro stavbu koleje pro zaštěrkování koleje
GB2167475A (en) Railway ballast regulating machine

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20101001