NL1032991C2 - Pijpbeugel. - Google Patents

Pijpbeugel. Download PDF

Info

Publication number
NL1032991C2
NL1032991C2 NL1032991A NL1032991A NL1032991C2 NL 1032991 C2 NL1032991 C2 NL 1032991C2 NL 1032991 A NL1032991 A NL 1032991A NL 1032991 A NL1032991 A NL 1032991A NL 1032991 C2 NL1032991 C2 NL 1032991C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
flange
pipe
bracket
tensioning element
recess
Prior art date
Application number
NL1032991A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Van Walraven
Original Assignee
Walraven Holding Bv J Van
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Walraven Holding Bv J Van filed Critical Walraven Holding Bv J Van
Priority to NL1032991A priority Critical patent/NL1032991C2/nl
Priority to EP07076021A priority patent/EP1933072B1/en
Priority to US11/950,949 priority patent/US20080282514A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1032991C2 publication Critical patent/NL1032991C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/08Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/10Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing
    • F16L3/1008Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing with two members engaging the pipe, cable or tubing, both being made of thin band material completely surrounding the pipe
    • F16L3/1016Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing with two members engaging the pipe, cable or tubing, both being made of thin band material completely surrounding the pipe the members being joined by means of two screws
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/14Bale and package ties, hose clamps
    • Y10T24/1412Bale and package ties, hose clamps with tighteners
    • Y10T24/1441Tangential screw

Description

Korte aanduiding: Pijpbeugel.
De uitvinding heeft betrekking op een pijpbeugel volgens de aanhef van conclusie 1.
Dit type pijpbeugel is bekend, bijvoorbeeld uit EP 1 431 641 A2 en DE 34 39 418. De bekende pijpbeugels hebben een beugellichaam met 5 een opening voor het aanbrengen van de pijpbeugel om de leiding, welke opening is begrensd door een eerste en een tweede einde van het beugellichaam. Aan het eerste einde resp. aan het tweede einde van het beugellichaam bevindt zich een aangevormde eerste respectievelijk tweede flens. De tweede flens heeft een langwerpig gat. Aan de van 10 het eerste einde afgekeerde zijde van de tweede flens is een moer zwenkbaar ten opzichte van het beugellichaam aangebracht. In de moer is de schacht van een spanschroef gestoken. De eerste flens is voorzien van een langwerpige uitsparing die aan de van het beugellichaam afgekeerde zijde van de flens open is. De speling die nodig 15 is om de kop van de spanschroef langs de rand van de eerste flens te bewegen wordt verschaft doordat de moer zwenkbaar is bevestigd aan het beugellichaam. Daardoor kan de spanschroef opzij zwenken en langs de flensrand bewegen. Nadat de kop de rand van de eerste flens is gepasseerd wordt de schacht van de spanschroef in de open uitsparing 20 van de eerste flens opgenomen. In EP 1 4 31 641 A2 wordt als moer een veermoer toegepast, waar de schacht van de spanschroef bij het sluiten van de beugel dieper doorheen gedrukt kan worden. In DE 34 39 418 wordt als moer een plaat met een van schroefdraad voorzien gat toegepast waar de spanschroef in geschroefd kan worden.
25 Uit DE 40 15 404 is een andere type pijpbeugel bekend waarbij de pijpbeugel aan een einde een flens heeft die is voorzien van een van schroefdraad voorziene boring. De spanschroef is in deze boring geschroefd en heeft een vaste stand ten opzichte van de flens. De pijpbeugel heeft aan het andere einde een flens met een uitsparing 30 die aan de van het beugellichaam afgekeerde zijde open is. De uitsparing in de flens heeft een breedte die groter is dan de diameter van de kop van de spanschroef. Aan de van de andere flens afgekeerde zijde van de flens is een tegenhouder zwenkbaar 1 0 32 991 - 2 - aangebracht die een uitsparing heeft die open is aan de van het beugellichaam afgekeerde zijde. Deze uitsparing heeft een kleinere breedte dan de diameter van de spanschroef. Bij het sluiten van de beugel drukt de kop tegen de tegenhouder en zorgt het zwenken van de 5 tegenhouder voor de benodigde speling om de kop van de spanschroef langs de rand van de tegenhouder te brengen om vervolgens met de kop achter de randen van de uitsparing van de tegenhouder te grijpen waarbij de schacht van de spanschroef in de uitsparing wordt opgenomen.
10 De uitvinding beoogt een verbeterde pijpbeugel te verschaffen.
Dit oogmerk wordt bereikt met een pijpbeugel volgens de aanhef van conclusie 1, gekenmerkt doordat het eerste einde van het beugellichaam een eerste flens omvat met een uitsparing voor de schacht van het spanelement, welke uitsparing zodanige afmetingen 15 heeft dat de kop van het spanelement erdoorheen past, en dat aan de van het tweede einde van het beugellichaam afgekeerde zijde van de eerste flens een tegenhoudplaat zwenkbaar is aangebracht, welke tegenhoudplaat een aan een zijde open uitsparing heeft voor de schacht van het spanelement, zodat wanneer bij het sluiten van het 20 beugellichaam de kop van het spanelement door de uitsparing in de eerste flens tegen de tegenhoudplaat gedrukt wordt, de tegenhoudplaat zodanig wordt gezwenkt dat de schacht van het spanelement via het open einde in de uitsparing van de tegenhoudplaat opgenomen wordt.
Bij het sluiten van de pijpbeugel wordt de kop van het 25 spanelement tegen de zwenkbare tegenhoudplaat aangedrukt. Daardoor zwenkt het spanelement naar buiten, maar bovendien zwenkt de tegenhoudplaat naar boven, waardoor de kop van het spanelement geraakkelijker langs de rand van de tegenhoudplaat beweegt en de schacht van het spanelement gemakkelijker in de uitsparing in de 30 tegenhoudplaat opgenomen wordt. De leiding wordt vaak onder moeilijke omstandigheden, bijvoorbeeld waarbij een monteur op een ladder staat, in meerdere in lijn met elkaar opgehangen pijpbeugels aangebracht.
Het gewicht van de leiding kan bij het sluiten al ten minste gedeeltelijk tegen de onderste beugelhelft drukken. Gebleken is dat 35 bij de pijpbeugel volgens de uitvinding, door de combinatie van het zwenkbare vrouwelijke bevestigingselement met spanelement en de zwenkbare tegenhoudplaat makkelijker gesloten kan worden dan bekende pijpbeugels.
- 3 -
De pijpbeugel volgens de uitvinding biedt de mogelijkheid om een spanelement met een kleinere schachtlengte toe te passen, terwijl toch de benodigde speling wordt verschaft om de beugel eenvoudig te kunnen sluiten. Vervolgens kan het spanelement verder in het 5 vrouwelijke bevestigingselement, dat bij voorkeur een moer omvat, worden geschroefd of eventueel gedrukt om de beugel goed om de leiding te spannen. Doordat een kortere schachtlengte toepasbaar is, hoeft het spanelement ook minder ver aangedraaid of -gedrukt te worden om de beugeleinden tegen elkaar aan te spannen, wat de 10 montagetijd belangrijk verkort.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de uitsparing in de eerste flens gevormd als een gat waar de kop van het spanelement doorheen past, bij voorkeur een gat met een breed gedeelte waar de kop van het spanelement doorheen past en een smaller gedeelte waar de schacht van 15 het spanelement ten minste gedeeltelijk in opgenomen kan worden om een zwenkbeweging van de schacht van het spanelement mogelijk te maken. Doordat aan de van het tweede einde afgekeerde zijde van de eerste flens een zwenkbare tegenhoudplaat is aangebracht, is het mogelijk om de eerste flens uit te voeren met een gat met een 20 gesloten contour. Hierdoor wordt de eerste flens in belangrijke mate sterker dan wanneer een flens met een open uitsparing wordt toegepast.
Bovendien wordt door het gat in de flens gewaarborgd dat wanneer de kop van het spanelement langs de rand van de tegenhoud-25 plaat is bewogen niet meer los kan schieten wanneer de schacht van het spanelement in de uitsparing van de tegenhoudplaat is opgenomen. Tijdens het installeren van een leiding wordt de leiding vaak nog verschoven ten opzichte van de pijpbeugels die door middel van de snelsluiting om de leiding zijn aangebracht maar nog niet zijn 30 aangespannen. Het is van voordeel dat de beugels volgens de voorkeursuitvoeringsvorm in de snelsluiting niet los kunnen raken onder invloed van installatiewerkzaamheden.
Verdere uitvoeringsvormen en voordelen van de uitvinding zullen in de navolgende beschrijving nader worden toegelicht aan de hand van 35 de tekening, waarin:
Fig. 1 een aanzicht in perspectief toont van een pijpbeugel volgens de uitvinding gedurende het sluiten van de beugel, - 4 -
Fig. 2 een aanzicht in perspectief toont van de pijpbeugel van Fig. 1 na het sluiten van de beugel, maar vóór het aanspannen van de spanschroeven, en
Fig. 3 een aanzicht in perspectief toont van de pijpbeugel van 5 Fig. 1 met uiteengenomen delen.
In Fig. 1-3 is een pijpbeugel 1 getoond met een metalen beugellichaam 2 omvattende twee metalen beugelhelften 3 resp. 4. De beugelhelften 3 en 4 zijn aan een einde voorzien van flenzen 5 resp. 10 6. De flens 6 is voorzien van een van schroefdraad voorzien gat 7 waarin een spanschroef 9 geschroefd kan worden. De flens 5 is voorzien van een langwerpig gat 8 waar de schacht van de spanschroef 9 doorheen gestoken wordt. Door de langwerpige vorm van het gat 8 kan de beugelhelft 3 ten opzichte van de andere beugelhelft 4 15 scharnierend bewogen worden rond een scharnieras die in hoofdzaak evenwijdig is aan de axiale richting van de beugel 1, wanneer de spanschroef 9 niet volledig is aangedraaid. Op zich zou het gat 8 ook anders gevormd kunnen zijn zolang er maar een scharnierbeweging tussen de beugelhelften mogelijk is. Op zich zouden de beugelhelften 20 3, 4 ook door middel van andere scharniermiddelen verbonden kunnen worden.
Het beugellichaam 2 heeft een eerste einde 11 en een tweede einde 12 die een opening 13 begrenzen voor het aanbrengen van de pijpbeugel 1 om een leiding. De opening 13 kan vergroot resp.
25 verkleind worden door de beugelhelften 3 en 4 uit elkaar te scharnieren resp. naar elkaar toe te scharnieren.
Bij 30 is de plaats aangeduid waar een moer of iets dergelijks is aangebracht aan de buitenzijde van de beugelhelft 4. Met deze moer, die niet zichtbaar is in de tekening, kan de pijpbeugel aan een 30 draadeinde worden opgehangen.
In Fig. 1 en 2 is getoond hoe een trillingsdempende inlaag 14 aan de binnenzijde van het beugellichaam 2 is aangebracht. Deze inlaag 14 is bij voorkeur van een elastomeer, bijvoorbeeld rubber, of een ander veerkrachtig materiaal en heeft een in hoofdzaak C-vormige 35 dwarsdoorsnede. De inlaag 14 grijpt met de flenzen van de C-vorm om de beugelhelften 3 en 4 van het metalen beugellichaam 2.
Bij het eerste einde 11 is een eerste flens 15 aangevormd en bij het tweede einde 12 is een tweede flens 16 aangevormd.
- 5 -
In de tweede flens 16 is een langwerpig gat 17 aangebracht dat aan alle zijden wordt omsloten door de tweede flens 16.
Voor het sluiten en gesloten houden van de pijpbeugel 1, omvat deze een spanelement, in het bijzonder een spanschroef 18 zoals in 5 Fig. 1 en 2 is getoond. De spanschroef 18 heeft een kop 19 en een schacht 20 die in het getoonde voorbeeld over de hele lengte is voorzien van uitwendig schroefdraad. De schacht 20 zou ook over een gedeelte van de lengte kunnen zijn voorzien van een schroefdraad-profiel of iets dergelijks.
10 Aan het tweede einde 12 is aan de van de eerste flens 15 af gekeerde zijde van de tweede flens 16 een moer 21 aangebracht om samen te werken met het spanelement 18 om de pijpbeugel 1 gesloten te houden. De moer 21 heeft een zwenkarm 22 die tussen de beugelhelft 4 en de trillingsdempende inlaag 14 wordt geklemd. Hierdoor kan de moer 15 21 een zwenkbeweging uitvoeren ten opzicht van de tweede flens 16 zoals in Fig. 1 en Fig. 2 is geïllustreerd. In Fig. 1 is de gezwenkte stand van de moer 21 met de daarin gestoken spanschroef 18 getoond.
In Fig. 2 is de ruststand van de moer 21 en de daarin gestoken spanschroef 18 getoond. Daarbij ligt de moer 21 bij voorkeur met de 20 bovenzijde tegen de onderzijde van de tweede flens 16 aan. De veerkrachtigheid van het materiaal van de trillingsdempende inlaag 14 zorgt ervoor dat de moer 21 met de spanschroef 18 in onbelaste toestand naar de ruststand van Fig. 2 wordt bewogen.
Als bevestigingsorgaan van de moer aan het beugellichaam 2 is 25 nu een zwenkarm 22 getoond die tussen het metalen beugellichaam 2 en de inlaag 14 wordt geschoven. Het is echter ook mogelijk om een bevestigingsorgaan te voorzien dat door een daartoe nabij de tweede flens 16 aangebrachte opening in het beugellichaam wordt gestoken en dat gedeeltelijk tussen de inlaag 14 en het beugellichaam 2 ligt om 30 een verende scharnierwerking te verkrijgen. Een dergelijke constructie is bijvoorbeeld geopenbaard in EP 1 431 641 A2. Opgemerkt wordt dat constructies die hun veerwerking niet ontlenen aan de flexibele inlaag 14, maar aan andere veermiddelen in het kader van de onderhavige uitvinding ook denkbaar zijn.
35 Als moer 21 kan een veermoer worden toegepast waarbij de schacht 20 van het spanelement 18 in plaats van te schroeven verder in de veermoer kan worden gedrukt bij het sluiten van de pijpbeugel 1. Een dergelijke veermoer is bijvoorbeeld bekend uit EP 1 431 641 - 6 - A2, waarbij de veermoer uit een kunststof deel en een metalen deel bestaat. Er zijn echter ook andere veermoeren denkbaar die bij de pijpbeugel volgens de uitvinding gebruikt kunnen worden.
Het is ook mogelijk om als moer 21 een moerlichaam met een gat 5 voorzien van schroefdraad toe te passen zoals bijvoorbeeld in DE 34 39 418 is getoond. Met een dergelijke moer wordt de pijpbeugel 1 dicht geklemd door de spanschroef 18 verder in de moer te schroeven.
In de eerste flens 15 is een gat 23 aangebracht met een cirkelvormig gedeelte 24 met een diameter die groter is dan de 10 diameter van de kop 19 van de spanschroef 18, zodat de kop 19 door dat gedeelte 24 gestoken kan worden bij het sluiten van de pijpbeugel 1. Aansluitend op het ronde gedeelte 24 van het gat 23 is in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm een smaller gedeelte 25 aangebracht, dat bij het uitzwenken van de spanschroef 18 de schacht 15 19 van de spanschroef 18 kan opnemen zoals in Fig. 1 is weergegeven.
In een andere uitvoeringsvorm (niet getoond) zou het gat 23 ook geheel rond kunnen zijn, of bijvoorbeeld langwerpig. Van belang is slechts dat de kop 19 van het spanelement door het gat 23 gestoken kan worden.
20 Aan de van de tweede flens 16 afgekeerde zijde van de eerste flens 15 is een tegenhoudplaat 26 aangebracht. De tegenhoudplaat 26 is voorzien van een langwerpige uitsparing 28 die aan de van het beugellichaam 2 afgekeerde zijde open is. De uitsparing 28 heeft een breedte die kleiner is dan de diameter van de kop 19 van de 25 spanschroef 18, maar die groter is dan de diameter van de schacht 20 van de spanschroef 18. De tegenhoudplaat 26 heeft een zwenkarm 27 die tussen de metalen beugelhelft 3 en de rubberen inlaag 14 wordt geklemd. Hierdoor kan de tegenhoudplaat 26 een zwenkbeweging uitvoeren ten opzicht van de eerste flens 15 zoals in Fig. 1 en Fig. 30 2 is geïllustreerd. Op zich zou ook een ander bevestigingsorgaan voor de tegenhoudplaat 26 voorzien kunnen zijn om de tegenhoudplaat 2 6 aan de pijpbeugel 1 te bevestigen. Het is bijvoorbeeld denkbaar dat een bevestigingsorgaan zoals die voor de veermoer uit EP 1 4 31 641 A2 wordt getoond ook voor de tegenhoudplaat 26 wordt toegepast, waarbij 35 het bevestigingsorgaan door een daartoe nabij de eerste flens 15 aangebrachte opening in het beugellichaam 2 wordt gestoken en gedeeltelijk tussen de inlaag 14 en het beugellichaam 2 ligt om een verende scharnierwerking te verkrijgen. Ook hier wordt opgemerkt dat - 7 - constructies die hun veerwerking niet ontlenen aan de flexibele inlaag 14, maar aan andere veermiddelen, in het kader van de onderhavige uitvinding denkbaar zijn.
In Fig. 1 is de gezwenkte stand van de tegenhoudplaat 26 5 getoond waarbij de kop 19 van de spanschroef 18 tegen de naar de eerste flens 15 gekeerde zijde van de tegenhoudplaat 26 drukt. In Fig. 2 is de ruststand van de tegenhoudplaat 26 getoond, waarbij de kop 19 van de spanschroef 18 boven de tegenhoudplaat 26 is gelegen en de schacht 20 van de spanschroef 18 in de open uitsparing 28 is 10 opgenomen. Daarbij ligt in de tekening de onderzijde van de tegenhoudplaat 26 tegen de bovenzijde van de eerste flens 15 aan. De veerkrachtigheid van het materiaal van de inlaag 14 zorgt er net als bij de moer 21 voor dat de tegenhoudplaat 26 in onbelaste toestand naar de ruststand van Fig. 2 wordt bewogen.
15 In gebruik werkt de pijpbeugel 1 volgens de uitvinding als volgt: De pijpbeugel 1 wordt open gescharnierd om een door de diametraal tegenover de opening 13 gelegen scharnierconstructie gedefinieerde zich in axiale richting uitstrekkende scharnieras. Daardoor wordt de opening 13 tussen de einden 11 en 12 van het 20 beugellichaam 2 vergroot zodat de pijpbeugel 1 om een leiding heen aangebracht kan worden. Vervolgens worden de beugeleinden 11 en 12 naar elkaar toe bewogen om de beugel 1 te sluiten. Daarbij wordt de kop 19 van de spanschroef 18 door het brede gedeelte 24 van het gat 23 in de eerste flens 15 gestoken en wordt de kop 19 van de 25 spanschroef 18 tegen de naar de eerste flens 15 gekeerde zijde van de tegenhoudplaat 26 gedrukt. Hierdoor wordt de tegenhoudplaat 26 verzwenkt naar een stand waarbij de tegenhoudplaat 26 schuin staat ten opzichte van de flens 15 en het vrije einde van de tegenhoudplaat 26 omhoog is bewogen (zie Fig. 1) . De spanschroef 18 die met de 30 schacht 20 ervan in de zwenkbare moer 21 is gestoken wordt naar een schuine stand bewogen die in Fig. 1 is getoond. Door de beugeleinden 11 en 12 verder naar elkaar toe te drukken zal de kop 19 van de spanschroef 18 langs het schuin staande vlak van de tegenhoudplaat 26 naar de tegenover de zwenkarm 27 gelegen rand van de tegenhoudplaat 35 26 geleid worden totdat deze rand is gepasseerd. Vervolgens zal door de samenwerking van de zwenkarm 27 met de veerkrachtigheid van de inlaag 14, de tegenhoudplaat 26 terugveren in de richting van de ruststand (zie Fig. 2) en wordt de spanschroef 18 ook naar een - 8 - ruststand teruggeveerd (zie Fig. 2) door de samenwerking van de zwenkarm 22 met de inlaag 14. Daarbij wordt de schacht 20 van de spanschroef 18 in de uitsparing 28 van de tegenhoudplaat 26 gebracht. Vervolgens kan de beugel 1 verder worden aangespannen door de 5 spanschroef 18 en wellicht ook 9 verder aan te draaien, waarbij de onderzijde van de kop 19 op de van de eerste flens 15 afgekeerde zijde van de tegenhoudplaat 26 komt te liggen.
De beide beugeleinden 11 en 12 zijn volgens de uitvinding dus voorzien van een zwenkbaar onderdeel. Dit in tegenstelling tot uit de 10 stand van de techniek bekende pijpbeugels waarbij slechts één van de beugeleinden is voorzien van een zwenkbaar onderdeel. Hierdoor wordt met de uitvinding bereikt dat een kortere schachtlengte van de spanschroef nodig is om de beugel eenvoudig met de snelsluiting te kunnen sluiten dan het geval is met de bekende oplossingen. Een 15 kortere schachtlengte verschaft een mooier uiterlijk, zeker bij pijpbeugels voor leidingen met kleine diameters. De korte schacht is echter vooral voordelig omdat nadat de beugel 1 met de snelsluiting is gesloten de monteur de spanschroef 18 maar over een korte schachtlengte hoeft aan te draaien, waardoor de montagetijd wordt 20 verminderd.
1 032 991

Claims (9)

1. Pijpbeugel voor het bevestigen van een leiding aan een wand, plafond of een andere ondersteuning, omvattende: 5 een beugellichaam met een opening voor het aanbrengen van de pijpbeugel om de leiding, welke opening is begrensd door een eerste en een tweede einde van het beugellichaam, een spanelement, dat een kop en een schacht omvat, welk spanelement met zijn kop op het eerste einde van het beugellichaam 10 aangrijpt, een met het tweede einde van het beugellichaam zwenkbaar verbonden vrouwelijk bevestigingselement waarin de schacht van het spanelement steekt, net het kenmerk, dat het eerste einde van het beugellichaam een 15 eerste flens omvat met een uitsparing voor de schacht van het spanelement, welke uitsparing zodanige afmetingen heeft dat de kop van het spanelement erdoorheen past, en dat aan de van het tweede einde van het beugellichaam afgekeerde zijde van de eerste flens een tegenhoudplaat zwenkbaar is aangebracht, welke tegenhoudplaat een aan 20 een zijde open uitsparing heeft voor de schacht van het spanelement, zodat wanneer bij het sluiten van het beugellichaam de kop van het spanelement door de uitsparing in de eerste flens tegen de tegenhoudplaat gedrukt wordt, de tegenhoudplaat zodanig wordt gezwenkt dat de schacht van het spanelement via het open einde in de 25 uitsparing van de tegenhoudplaat opgenomen wordt.
2. Pijpbeugel volgens conclusie 1, waarbij aan het tweede einde van het beugellichaam een tweede flens is aangevormd, welke tweede flens is voorzien van een uitsparing voor het doorsteken van de 30 schacht van het spanelement, en waarbij het zwenkbare vrouwelijke bevestigingselement aan de van de eerste flens afgekeerde zijde van de tweede flens is gelegen.
3. Pijpbeugel volgens conclusie 2, waarbij de uitsparing in de 35 tweede flens is gevormd als een langwerpig gat om een zwenkbeweging van het spanelement met het 2wenkbare vrouwelijke bevestigingselement mogelijk te maken. 1 032 991 - 10 -
4. Pijpbeugel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de uitsparing in de eerste flens is gevormd als een gat.
5. Pijpbeugel volgens conclusie 4, waarbij het gat een breed 5 gedeelte heeft waar de kop van het spanelement doorheen past en een smaller gedeelte waar de schacht van het spanelement ten minste gedeeltelijk in opgenomen kan worden om een zwenkbeweging van de schacht van het spanelement mogelijk te maken.
6. Pijpbeugel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tegenhoudplaat verend met het beugellichaam is verbonden.
7. Pijpbeugel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het zwenkbare vrouwelijke bevestigingselement aan het tweede 15 einde verend met het beugellichaam is verbonden.
8. Pijpbeugel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het vrouwelijke bevestigingselement aan het tweede einde van het beugellichaam een moer omvat. 20
9. Pijpbeugel volgens conclusie 8, waarbij de moer een veermoer is die zodanig is uitgevoerd dat het spanelement verder in de veermoer kan worden gedrukt bij het sluiten van de pijpbeugel. 1 032 991
NL1032991A 2006-12-05 2006-12-05 Pijpbeugel. NL1032991C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032991A NL1032991C2 (nl) 2006-12-05 2006-12-05 Pijpbeugel.
EP07076021A EP1933072B1 (en) 2006-12-05 2007-11-26 Pipe clip
US11/950,949 US20080282514A1 (en) 2006-12-05 2007-12-05 Pipe clip

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1032991 2006-12-05
NL1032991A NL1032991C2 (nl) 2006-12-05 2006-12-05 Pijpbeugel.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1032991C2 true NL1032991C2 (nl) 2008-06-06

Family

ID=38293222

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1032991A NL1032991C2 (nl) 2006-12-05 2006-12-05 Pijpbeugel.

Country Status (3)

Country Link
US (1) US20080282514A1 (nl)
EP (1) EP1933072B1 (nl)
NL (1) NL1032991C2 (nl)

Families Citing this family (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB201209696D0 (en) * 2012-05-31 2012-07-18 Teconnex Ltd Clamping means and method of use thereof
NL2009103C2 (en) * 2012-07-02 2014-01-06 Walraven Holding Bv J Van Pipe clip with spring washer.
DE102012112061A1 (de) * 2012-12-11 2014-06-12 Fischerwerke Gmbh & Co. Kg Rohrschelle
EP2772999A1 (en) * 2013-02-28 2014-09-03 CMP Products Limited Cable retaining apparatus
CN104482308B (zh) * 2014-12-30 2016-07-06 上海锅炉厂有限公司 一种多功能翻转抱箍
US10385894B2 (en) * 2016-09-21 2019-08-20 Spx Flow, Inc. Split ring attaching and restraining device and method
US10393290B2 (en) 2017-05-22 2019-08-27 Erico International Corporation Clamp for circular objects
US11371630B2 (en) 2019-03-29 2022-06-28 ASC Engineered Solutions, LLC Pivot clip
DE102020134433A1 (de) * 2020-12-21 2022-06-23 Sikla Holding Gmbh Vorrichtung mit zwei Bauteilen, insbesondere Schelle mit einem Schellenring

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8806714U1 (nl) * 1988-05-21 1988-08-25 Flamco B.V., Gouda, Nl
EP0471989A1 (de) * 1990-08-23 1992-02-26 "TOGE-DÜBEL" A. Gerhard GmbH Rohrschelle
DE4431692C1 (de) * 1994-09-06 1995-08-17 Kratzer F Mefa Duebel Gmbh Rohrschelle
DE29714311U1 (de) * 1997-08-11 1998-12-10 Fischer Artur Werke Gmbh Rohrschelle
EP1431641A2 (de) * 2002-12-18 2004-06-23 J. van Walraven B.V. Rohrschelle
DE102004051234A1 (de) * 2004-10-20 2006-05-04 Helmut Schulte Rohrschelle

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US649916A (en) * 1899-01-13 1900-05-22 Charles W Dietrich Band-clamp.
US3261580A (en) * 1965-03-15 1966-07-19 Empire Tool & Mfg Company Pipe hanger
DE3439418C2 (de) 1984-10-27 1986-09-11 Franz Bettermann Inst.-Systeme GmbH, 8580 Bayreuth Rohrschelle
NL8900619A (nl) * 1989-03-14 1990-10-01 Walraven J Van Bv Buisklem.
DE4015404C2 (de) 1990-03-26 1994-01-05 Maechtle Woehler Margot Rohrschelle
NL9100793A (nl) * 1991-05-08 1992-12-01 Walraven J Van Bv Buisbevestigingsklem.
US6732982B1 (en) * 2003-04-09 2004-05-11 Bell Helicopter Textron, Inc. Laterally adjustable clamp
NL1031555C2 (nl) * 2006-04-10 2007-10-11 Walraven Holding Bv J Van Pijpbeugel met veermoer.
NL1033654C2 (nl) * 2007-04-06 2008-10-07 Walraven Holding Bv J Van Pijpbeugel met snelsluiting.

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE8806714U1 (nl) * 1988-05-21 1988-08-25 Flamco B.V., Gouda, Nl
EP0471989A1 (de) * 1990-08-23 1992-02-26 "TOGE-DÜBEL" A. Gerhard GmbH Rohrschelle
DE4431692C1 (de) * 1994-09-06 1995-08-17 Kratzer F Mefa Duebel Gmbh Rohrschelle
DE29714311U1 (de) * 1997-08-11 1998-12-10 Fischer Artur Werke Gmbh Rohrschelle
EP1431641A2 (de) * 2002-12-18 2004-06-23 J. van Walraven B.V. Rohrschelle
DE102004051234A1 (de) * 2004-10-20 2006-05-04 Helmut Schulte Rohrschelle

Also Published As

Publication number Publication date
EP1933072A2 (en) 2008-06-18
US20080282514A1 (en) 2008-11-20
EP1933072A3 (en) 2008-06-25
EP1933072B1 (en) 2012-08-08

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1032991C2 (nl) Pijpbeugel.
NL1033138C2 (nl) Pijpbeugel.
JP6034938B2 (ja) コーナーアセンブリ
US7490388B2 (en) Pipe clamp with spring nut
US6557303B2 (en) Housing for automatic door mechanisms
US10000957B2 (en) Door closer assembly
US5920958A (en) Adjustable furniture hinge
JP2008516109A (ja) 移動家具部材の保持調節装置
NL2006755C2 (en) Pipe clip.
US20210402931A1 (en) Load carrier foot
US20070209414A1 (en) Lock assembly for a sliding window or a sliding door
WO2016182852A1 (en) System and methods for securing a hinge to a frame
GB2561840A (en) Door chain device
NL1026797C2 (nl) Bevestigingssamenstel.
CN110821924B (zh) 用于将铁制品紧固到窗或门的中空型材上的夹紧锚固件
US11776517B2 (en) Holder
US20050263657A1 (en) Fastening device for an inserting element that can be inserted into an insertion opening of a base plate
FR2676904A1 (fr) Appareil de support d'accessoires personnels detachable utilisable avec des dispositifs de panneaux.
EP1087066B1 (fr) Agencement de fixation d'un élément encastrable dans une ouverture d'emplacement d'une plaque de support
CA2888323C (en) Door closer
FR2934301A1 (fr) Ensemble comprenant une platine en particulier une platine d'un arret de porte de vehicule automobile et une paroi de fixation de cette platine et procede pour fixer cette derniere.
NL2005497C2 (nl) Bevestigingssysteem voor zonnepanelen.
JP7292083B2 (ja) 連結具
FR2922474A1 (fr) Dispositif de suspension d'outils
FR2962150A1 (fr) Battant notamment de volet, porte, portail ou similaire, comportant au moins une penture reglable

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100701