NL1026797C2 - Bevestigingssamenstel. - Google Patents
Bevestigingssamenstel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1026797C2 NL1026797C2 NL1026797A NL1026797A NL1026797C2 NL 1026797 C2 NL1026797 C2 NL 1026797C2 NL 1026797 A NL1026797 A NL 1026797A NL 1026797 A NL1026797 A NL 1026797A NL 1026797 C2 NL1026797 C2 NL 1026797C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- flanges
- mounting
- profile element
- fastening
- nut
- Prior art date
Links
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims description 4
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims description 3
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims description 3
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims description 3
- 238000005452 bending Methods 0.000 claims 1
- 239000000463 material Substances 0.000 claims 1
- 238000004080 punching Methods 0.000 claims 1
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 description 2
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 230000000712 assembly Effects 0.000 description 1
- 238000000429 assembly Methods 0.000 description 1
- 238000012790 confirmation Methods 0.000 description 1
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 1
- 230000007704 transition Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B37/00—Nuts or like thread-engaging members
- F16B37/04—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates
- F16B37/045—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates specially adapted for fastening in channels, e.g. sliding bolts, channel nuts
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L3/00—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
- F16L3/08—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
- F16L3/10—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing
- F16L3/1091—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing divided, i.e. with two or more members engaging the pipe, cable or protective tubing with two members, the two members being fixed to each other with fastening members on each side
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L3/00—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
- F16L3/24—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets with a special member for attachment to profiled girders
- F16L3/243—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets with a special member for attachment to profiled girders the special member being inserted in the profiled girder
- F16L3/2431—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets with a special member for attachment to profiled girders the special member being inserted in the profiled girder the special member being inserted and subsequently rotated to a limited extent
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B2/00—Friction-grip releasable fastenings
- F16B2/02—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening
- F16B2/06—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening external, i.e. with contracting action
- F16B2/12—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening external, i.e. with contracting action using sliding jaws
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B37/00—Nuts or like thread-engaging members
- F16B37/04—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates
- F16B37/048—Non-releasable devices
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B7/00—Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections
- F16B7/18—Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections using screw-thread elements
- F16B7/187—Connections of rods or tubes, e.g. of non-circular section, mutually, including resilient connections using screw-thread elements with sliding nuts or other additional connecting members for joining profiles provided with grooves or channels
Description
Korte aanduiding: Bevestigingssamenstel.
De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf, in het bijzonder een profielelement van het type dat twee zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem die de 5 zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, welke bovenzijde is gevormd door een vanaf elke zijkant naar binnen gerichte flens, welke flenzen tussen hen in een langssleuf begrenzen. Het bevestigingssamenstel omvat een langwerpige metalen moer met een bovenzijde en een daartegenover gelegen onderzijde, welke moer een 10 lengte heeft die groter is dan de breedte van de langssleuf van het profielelement en een zodanige breedte heeft, dat de moer met zijn lengteas in lijn met de langssleuf door de langssleuf in het profielelement inbrengbaar is, en dan draaibaar is om zich in hoofdzaak dwars op de langssleuf uit te strekken en met zijn 15 bovenzijde achter de flenzen van het profielelement aan te grijpen, waarbij de moer verder een daar doorheen lopende, bij voorkeur van schroefdraad voorziene boring heeft voor het opnemen van een mannelijk bevestigingselement voor het bevestigen van het voorwerp aan het profielelement wanneer de moer zich in zijn dwarspositie 20 bevindt.
Dergelijke bevestigingssamenstellen zijn bekend voor de bevestiging van bijvoorbeeld pijpbeugels. Een mannelijk bevestigingselement, in het bijzonder een draadstang, wordt daarbij met een einde in de boring van de moer aangebracht, waarna de moer in 25 het profielelement wordt gebracht en naar de dwarspositie wordt gedraaid. De schuifmoer wordt daarna in het profielelement vastgezet door middel van een tweede moer die op de draadstang is aangebracht. Onder de tweede moer wordt over het algemeen een onderlegring aangebracht die in gemonteerde toestand aangrijpt op de bovenzijde 30 van de flenzen van het profielelement. De pijpbeugel is voorzien van een vrouwelijk bevestigingsorgaan het andere einde van de draadstang opgenomen kan worden.
Er zijn ook constructies bekend waarbij de pijpbeugel een voetdeel met een gat omvat waar een bout doorheen gestoken kan worden 1026797 - 2 - door middel waarvan de pijpbeugel met behulp van de schuifmoer aan het profielelement wordt bevestigd.
Er zijn ook pijpbeugels bekend die zijn voorzien van twee evenwijdige boringen waar bouten of iets dergelijks doorheen gestoken 5 kunnen worden. Deze pijpbeugels omvatten vaak twee beugelhelften die elk zijn voorzien van doorlopende boringen voor het doorsteken van bouten waarmee de beugelhelften op elkaar geklemd kunnen worden. Dergelijke pijpbeugels worden in de praktijk vaak toegepast voor het bevestigen van hydraulische leidingen of iets dergelijks. De 10 pijpbeugel wordt dan dikwijls direct op een stalen machineonderdeel bevestigd waarin boringen voorzien van schroefdraad op een met de boringen in de klemhelften overeenkomstige afstand in zijn aangebracht. De bouten worden dan in die schroefdraadboringen geschroefd. Door de bouten aan te draaien worden de klemhelften 15 stevig op elkaar geklemd.
Bij het bevestigen van een dergelijke pijpbeugel aan een profielelement van het hierboven beschreven type zouden twee schuifmoeren nodig zijn waar de bouten ingedraaid zouden kunnen worden. Dit resulteert in een moeilijke en tijdrovende montage omdat 20 de schuifmoeren nauwkeurig op de juiste afstand in het profielelement aangebracht moeten worden zodat de boringen ervan coaxiaal met de boringen in de pijpbeugel liggen om de bouten erdoor te steken.
Verder is het niet mogelijk om de pijpbeugel in een andere richting gedraaid, bijvoorbeeld dwars op de lengterichting van het 25 profielelement te monteren wat de flexibiliteit in het gebruik van de pijpbeugel beperkt.
De uitvinding beoogt een bevestigingssamenstel te verschaffen voor voorwerpen met twee boringen, zoals de beschreven pijpbeugel.
Dit oogmerk wordt bereikt door een bevestigingssamenstel 30 volgens conclusie 1.
Het bevestigingssamenstel volgens de uitvinding omvat een bevestigingselement omvattende een plaatvormig lichaam met een centrale opening die in hoofdzaak coaxiaal is met de boring in de langwerpige moer voor het doorsteken van een mannelijk 35 bevestigingselement. Het plaatvormige lichaam heeft aan de naar de langwerpige moer gekeerde zijde een aangrijpingsvlak om op de bovenzijde van het profielelement aan te grijpen. Het bevestigingselement is verder voorzien van flenzen die met de plaat 1026797 - 3 - verbonden zijn. De flenzen zijn voorzien van een montagevlak waartegen het te bevestigen voorwerp monteerbaar is. De flenzen zijn ook voorzien van openingen voor het opnemen van bevestigingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld bouten of iets dergelijks, om het voorwerp met het 5 bevestigingselement te koppelen.
Het bevestigingselement kan in combinatie met de pijpbeugel met twee boringen zoals eerder beschreven toegepast worden. Dit zal verderop in de beschrijving nader worden toegelicht aan de hand van de tekening.
10 Een ander aspect van de uitvinding is dat het bevestigingselement ten minste een borglip heeft die zich vanaf de rand van het aangrijpingsvlak in de richting van de moer uitstrekt, waarbij het plaatvormige lichaam met de borglip zodanig gevormd en gedimensioneerd is, dat het bevestigingselement in twee standen op 15 het profielelement monteerbaar is, waarbij de borglip in een eerste montagestand van het plaatvormige lichaam t.o.v. het profielelement over de tussen de bovenzijde en de zijkant gevormde rand van het profielelement grijpt, en dat de borglip in een tweede montagestand, dwars op de eerste montagestand, zich tussen de flenzen in de 20 langssleuf van het profielelement uitstrekt.
De borglip zorgt in gemonteerde toestand in een eerste montagestand voor een borging tegen rotatie van het plaatvormige lichaam bij het aandraaien van de verbinding doordat de lip door de rand tussen de zijkant en de flens van het profielelement wordt 25 tegengehouden. In een tweede stand wordt de borglip door de binnenste randen van de flenzen van het profielelement tegengehouden.
Voordelig is dat voorwerpen zoals bijvoorbeeld de eerder genoemde pijpbeugel in twee standen op het profielelement bevestigbaar zijn.
30 De uitvinding zal in de onderstaande beschrijving nader toegelicht worden aan de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin: fig. 1 een aanzicht in perspectief met uiteengenomen delen van een voorkeursuitvoeringsvorm van een bevestigingssamenstel voor een 35 pijpbeugel toont, fig. 2 een aanzicht in perspectief toont van het bevestigingssamenstel van fig. 1 in een eerste montagestand, en 1026797 - 4 - fig. 3 een aanzicht in perspectief toont van het bevestigingingssamenstel van fig. 1 toont in een tweede montagestand.
In fig. 1 is een bevestigingssamenstel 1 getoond dat is 5 ingericht om een voorwerp, in dit geval een pijpbeugel 5, aan een profielelement 4 met een langssleuf te bevestigen, zoals in fig. 2 en 3 is getoond. Het gaat dan in het bijzonder om een profielelement 4 van het type dat twee zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten 41, een bodem 42 die de zijkanten 41 verbindt, en een bovenzijde 10 heeft, welke bovenzijde is gevormd door een vanaf elke zijkant naar binnen gerichte flens 44, welke flenzen 44 tussen hen in een langssleuf 45 begrenzen.
Het bevestigingssamenstel 1 omvat een langwerpige metalen moer 2 met een bovenzijde 21 en een daartegenover gelegen onderzijde 22.
15 De moer 2 heeft een lengte die groter is dan de breedte van de langssleuf 45 van het profielelement 4 en een zodanige breedte, dat de moer 2 met zijn lengteas in lijn met de langssleuf 45 door de langssleuf 45 in het profielelement 4 inbrengbaar is, en dan draaibaar is om zich in hoofdzaak dwars op de langssleuf 45 uit te 20 strekken en met zijn bovenzijde 21 achter de flenzen 44 van het profielelement 4 aan te grijpen, zoals in fig. 2 en 3 is getoond. De moer 2 is voorzien van een erdoorheen lopende, bij voorkeur van schroefdraad voorziene boring 23 voor het opnemen van een mannelijk bevestigingselement, in dit geval een bout 6 voor het bevestigen van 25 het bevestigingselement 3 aan het profielelement 4 wanneer de moer 2 zich in zijn dwarspositie bevindt.
Het bevestigingssamenstel 1 omvat verder een bevestigingselement 3 dat is gevormd als een beugel met een middengedeelte 31 met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede. Het 30 U-vormige middengedeelte 31 omvat benen 33 en een plaatvormige lichaam 32 met een naar de moer gekeerd aangrijpingsvlak 38 om op de bovenzijde van het profielelement 4 aan te grijpen, zoals in fig. 2 en 3 is weergegeven. De benen 33 strekken zich elk aan een kant in hoofdzaak loodrecht t.o.v. het plaatvormige lichaam 32 uit, en zijn 35 in gemonteerde toestand van het profielelement af gericht.
Het plaatvormige lichaam 32 heeft een centrale opening 37 die in hoofdzaak coaxiaal is met het gat 23 in de moer 2 voor het 1026797 - 5 - doorsteken van een mannelijk bevestigingaelement 6, in het bijzonder een schroefbout met een kop 61.
Aan het einde van de benen 33 bevindt zich telkens een zich t.o.v. de hartlijn van de centrale opening 37 radiaal naar buiten toe 5 uitstrekkende flens 34.
De flenzen 34 zijn voorzien van een montagevlak 35 waartegen het te bevestigen voorwerp, in dit voorbeeld de pijpbeugel 5, monteerbaar is. De flenzen 34 strekken zich evenwijdig aan het plaatvormige lichaam 32 uit en zijn voorzien van gaten 36 voor het 10 opnemen van bevestigingsmiddelen, in dit voorbeeld schroefbouten 7, om de pijpbeugel met het bevestigingselement 3 te koppelen.
Door de U-vorm van het middengedeelte 31 liggen in gemonteerde toestand de montagevlakken 35 van de flenzen 34 op een afstand boven het profielelement 4. De benen 33 zijn daartoe zodanig lang 15 uitgevoerd dat de kop 61 van het mannelijke bevestigingselement 6 in gemonteerde toestand niet boven het niveau van de montagevlakken 35 uitsteekt.
Het bevestigingselement 3 is voorzien van één of meer, bij voorkeur, twee borglippen 39, die zich vanaf de rand van het 20 aangrijpingsvlak 38 in de richting van de moer 2 uitstrekken. De borglippen 39 zijn in de getoonde uitvoeringsvorm stijf, d.w.z. weinig tot niet vervormbaar uitgevoerd.
Het plaatvormige lichaam met de borglippen 39 is zodanig gevormd en gedimensioneerd, dat er twee mogelijkheden zijn om het 25 bevestigingselement 3 op het profielelement 4 te monteren.
De eerste mogelijkheid is getoond in fig. 2 waarbij de borglippen 39 over de tussen de bovenzijde en de zijkant 41 gevormde rand van het profielelement 4 grijpen. De borglippen zijn in het weergegeven voorbeeld zodanig gekromd gevormd dat deze nauw 30 aansluiten op de overgangen op de rand 43 tussen de flenzen 44 en de zijkanten 41, waardoor de borglippen 39 aangrijpen op de bovenzijde van de flenzen 44 alsook op de rand 43. Hierdoor wordt een bevestiging met weinig speling in rotatierichting tijdens het aandraaien van de bout 6 verkregen.
35 De tweede mogelijkheid is getoond in fig. 3, waarbij het bevestigingselement 3 t.o.v. de eerste montagestand van fig. 2 een kwartslag gedraaid op het profielelement 4 is geplaatst. In deze 1026797 - 6 - stand strekken de borglippen 39 zich tussen de flenzen 44 in de langssleuf 45 van het profielelement 4 uit.
De borglippen 39 hebben bij voorkeur een breedte die in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van de langssleuf 45 van het 5 profielelement 4, zodat het bevestigingselement 3 door een geringe speling in rotatierichting geborgd is wanneer de bout 6 wordt aangedraaid.
De pijpbeugel 5 omvat een onderste beugelhelft 51 en een bovenste beugelhelft 52. De onderste beugelhelft 51 ligt in 10 gemonteerde toestand tegen de montagevlakken 35 van de flenzen 34 aan. De beugelhelften 51 en 52 hebben in het getoonde voorbeeld elk een halfrond aanligvlak 53 dat in gemonteerde toestand tegen de pijp of een ander rond lichaam aanligt. In de beugelhelften 51 en 52 zijn nabij de zijkanten ervan doorlopende boringen 54 aangebracht waar 15 tijdens montage de bouten 7 doorheen gestoken worden (zie fig. 2 en 3). De gaten 36 in de flenzen 34 van het bevestigingselement 3 kunnen voorzien zijn van schroefdraad zodat de klemhelften 51 en 52 en het bevestigingselement 3 door het in deze gaten schroeven van de bouten 7 op elkaar worden geklemd. Een andere mogelijkheid is dat de gaten 20 36 niet zijn voorzien van schroefdraad maar dat telkens een moer (niet getoond) op de bouten 7 wordt gedraaid die na montage tegen de van het montagevlak 35 afgekeerde zijde van de flenzen 34 aanligt.
De montage van het bevestigingselement 3 op het profielelement 4 vindt als volgt plaats: De bout 6 wordt door het gat 37 gestoken en 25 in het gat 23 in de metalen moer 2 gedraaid. Vervolgens wordt dit samenstel aan het profielelement 4 bevestigd door de moer 2 in de sleuf 45 te brengen en over 90° naar een dwarsstand te draaien en de bout 6 aan te draaien om het bevestigingssamenstel te borgen t.o.v het profielelement.
30 De moer is, zoals op zich bekend is, bijvoorbeeld zodanig lang dat deze aan de binnenzijde van het profielelement 4 tegen de zijkanten 41 aanligt. Hierdoor wordt in de dwarsstand de moer 2 geborgd tegen rotatie bij het aandraaien van de bout 6. Met name bij profielelementen 4 met flenzen 44 met naar beneden afgebogen einden 35 zoals in fig. 2 en 3 is getoond, wordt een andere mogelijkheid om de moer 2 te borgen bij het aandraaien van de bout 6, verschaft door aan de bovenzijde van de moer 2 groeven 24 aan te brengen die aangrijpen op de naar beneden gebogen randen van de flenzen 44.
1026797 - 7 -
Het bevestigingselement 3 ligt in een van de eerder beschreven en in fig. 2 en 3 getoonde montagestanden op de flenzen 44 van het profielelement 4. De borglippen 39 zorgen ervoor dat het bevestigingselement niet met de bout 6 gaat meedraaien wanneer deze 5 wordt aangedraaid. Ook in gemonteerde toestand wanneer verdere onderdelen, zoals bijvoorbeeld de pijpbeugel 5 en de daarin aan te brengen pijp (niet getoond), worden aangebracht is het bevestigingselement 3 tegen rotatie geborgd. De flenzen 44 van het profielelement 4 worden tussen de moer 2 en het plaatvormige lichaam 10 32 ingeklemd, nadat de bout 6 volledig is aangedraaid.
Vervolgens kunnen de beugelhelften 51 en 52 van de pijpbeugel 5 op het bevestigingselement 3 worden aangebracht. Omdat het bevestigingselement 3 in twee standen op het profielelement 4 bevestigbaar is, kan één type pijpbeugel, in dit geval pijpbeugel 5, 15 in twee standen t.o.v. het profielelement 4 bevestigd worden.
In het bovenstaande is het bevestigingssamenstel 1 getoond om een pijpbeugel 5 op de profielelement 4 aan te brengen. Begrepen moet worden dat ook andere voorwerpen op het bevestigingselement 3 aangebracht kunnen worden.
20 1026797
Claims (16)
1. Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp, in het bijzonder een pijpbeugel voorzien van twee boringen voor het opnemen· 5 van een bout of iets dergelijks, aan een profielelement met een langssleuf, in het bijzonder een profielelement van het type dat twee zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, welke bovenzijde is gevormd door een vanaf elke zijkant naar binnen gerichte flens, welke 10 flenzen tussen hen in een langssleuf begrenzen, het bevestigingssamenstel omvattende: - een langwerpige metalen moer met een bovenzijde en een daartegenover gelegen onderzijde, welke moer een lengte heeft die groter is dan de breedte van de langssleuf van het profielelement en 15 een zodanige breedte heeft, dat de moer met zijn lengteas in lijn met de langssleuf door de langssleuf in het profielelement inbrengbaar is, en dan draaibaar is om zich in hoofdzaak dwars op de langssleuf uit te strekken en met zijn bovenzijde achter de flenzen van het profielelement aan te grijpen, waarbij de moer verder een daar 20 doorheen lopende, bij voorkeur van schroefdraad voorziene boring heeft voor het opnemen van een mannelijk bevestigingselement voor het bevestigen van het voorwerp aan het profielelement wanneer de moer zich in zijn dwarspositie bevindt, en - een bevestigingselement omvattende een plaatvormig lichaam 25 met een centrale opening die in hoofdzaak coaxiaal is met de boring in de moer voor het doorsteken van een mannelijk bevestigingselement, en welk plaatvormig lichaam aan de naar de moer gekeerde zijde een aangrijpingsvlak heeft om op de bovenzijde van het profielelement aan te grijpen, welk bevestigingselement verder is voorzien van flenzen 30 die met de plaat verbonden zijn, welke flenzen zijn voorzien van een montagevlak waartegen het te bevestigen voorwerp monteerbaar is en welke flenzen zijn voorzien van openingen voor het opnemen van de bevestigingsmiddelen, in het bij zonde bouten of iets dergelijks, om het voorwerp met het bevestigingselement te koppelen.
2. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 1, waarbij de flenzen van het bevestigingselement t.o.v. de hartlijn van de centrale opening radiaal naar buiten zijn gericht. 35 1026797 - 9 -
3. Bevestigingssamenstel volgens conclusie lof 2, waarbij de flenzen van het bevestigingselement zich evenwijdig aan het plaatvormige lichaam uitstrekken. 5
4. Bevestigingssamenstel volgens één van de conclusies 1-3, waarbij de flenzen van het bevestigingselement zodanig op afstand liggen van het plaatvormige lichaam, dat de flenzen in gemonteerde toestand op een afstand boven het profielelement zijn gelegen. 10
5. Bevestigingssamenstel volgens één van de conclusies 1-4, waarbij het bevestigingselement is gevormd als een beugel met een middengedeelte met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij het plaatvormige lichaam de benen van de U-vorm verbindt en de 15 flenzen zich vanaf de benen van de U-vorm naar buiten toe uitstrekken.
6. Bevestigingselement volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingselement ten minste een borglip heeft die zich 20 vanaf de rand van het aangrijpingsvlak uitstrekt, welke borglip is ingericht om over de tussen de bovenzijde en de zijkant gevormde rand van het profielelement te grijpen.
7. Bevestigingselement volgens conclusie 6, waarbij de borglip zich 25 vanaf de rand van het aangrijpingsvlak in hoofdzaak in de richting van de moer uitstrekt, waarbij het plaatvormige lichaam met de borglip zodanig gevormd en gedimensioneerd is, dat het bevestigingselement in twee standen op het profielelement monteerbaar is, waarbij de borglip in een eerste montagestand van het 30 plaatvormige lichaam t.o.v. het profielelement over de tussen de bovenzijde en de zijkant gevormde rand van het profielelement grijpt, en dat de borglip in een tweede montagestand, dwars op de eerste montagestand, zich tussen de flenzen in de langssleuf van het profielelement uitstrekt. 35
8. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 7, waarbij de borglip een breedte heeft die in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van de langssleuf van het profielelement. 1026797 - 10 -
9. Bevestigingssamenstel volgens één van de conclusies 6-8, waarbij het bevestigingselement is voorzien van twee borglippen.
10. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 9, waarbij de borglippen diametraal tegenover elkaar zijn aangebracht.
11. Bevestigingssamenstel volgens één van de conclusies 6-10, waarbij de borglip uit de benen van de U is gevormd door stansen en buigen.
12. Bevestigingssamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingselement uit één stuk is vervaardigd uit plaatmateriaal.
13. Bevestigingssamenstel volgens één van de voorgaande conclusies verder omvattende een bout, bij voorkeur van schroefdraad voorzien, om door de centrale opening in het plaatvormige lichaam van het bevestigingselement gestoken te worden en in de boring in de moer opgenomen te worden. 20
14. Bevestigingselement voor toepassing in een bevestigingssamenstel volgens een van de voorgaande conclusies.
15. Bevestigingselement volgens conclusie 14, waarbij het bevestigingselement is gevormd met een middengedeelte met een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede, waarbij het plaatvormige lichaam 5 de benen van de U-vorm verbindt en waarbij het bevestigingselement is voorzien van flenzen die de flenzen zich vanaf de benen van de ü-vorm naar buiten toe uitstrekken, welke flenzen zijn voorzien van een montagevlak waartegen het te bevestigen voorwerp monteerbaar is en welke flenzen zijn voorzien van openingen voor het opnemen van 10 bevestigingsmiddelen om het voorwerp met het bevestigingselement te koppelen.
15. Bevestigingselement, omvattende een plaatvormig lichaam met een 25 centrale opening voor het doorsteken van een mannelijk bevestigingselement, welk plaatvormig lichaam een aangrijpingsvlak heeft om op de bovenzijde van een profielelement aan te grijpen, met het kenmerk, dat het bevestigingselement ten minste een borglip heeft die zich vanaf de rand van het aangrijpingsvlak in hoofdzaak dwars op 30 het aangrijpingsvlak uitstrekt, waarbij het plaatvormige lichaam met de borglip zodanig gevormd en gedimensioneerd is, dat het bevestigingselement in twee standen op een profielelement monteerbaar is, waarbij de borglip in een eerste montagestand van het plaatvormige lichaam t.o.v. het profielelement over de tussen de 35 bovenzijde en de zijkant gevormde rand van het profielelement grijpt, en dat de borglip in een tweede montagestand, dwars op de eerste montagestand, zich tussen de flenzen in de langssleuf van het profielelement uitstrekt. 1026797 % - 11 -
16. Combinatie van een bevestigingselement volgens conclusie 14 en een pijpbeugel, waarbij de pijpbeugel twee met elkaar koppelbare 15 beugelhelften heeft, elk met een aanligvlak, die om een buisvormig lichaam aanbrengbaar zijn, waarbij ten minste een beugelhelft door middel van bevestigingsmiddelen, bij voorkeur bouten, op de flenzen van het bevestigingselement monteerbaar is. 1026797
Priority Applications (3)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026797A NL1026797C2 (nl) | 2004-08-06 | 2004-08-06 | Bevestigingssamenstel. |
EP05076723A EP1624239A1 (en) | 2004-08-06 | 2005-07-27 | Fixing assembly |
US11/195,691 US20060027713A1 (en) | 2004-08-06 | 2005-08-03 | Fixing assembly |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026797A NL1026797C2 (nl) | 2004-08-06 | 2004-08-06 | Bevestigingssamenstel. |
NL1026797 | 2004-08-06 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1026797C2 true NL1026797C2 (nl) | 2006-02-07 |
Family
ID=34974242
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1026797A NL1026797C2 (nl) | 2004-08-06 | 2004-08-06 | Bevestigingssamenstel. |
Country Status (3)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20060027713A1 (nl) |
EP (1) | EP1624239A1 (nl) |
NL (1) | NL1026797C2 (nl) |
Families Citing this family (12)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB0805424D0 (en) * | 2008-03-26 | 2008-04-30 | Rolls Royce Plc | Fasteners |
GB2462582B (en) * | 2008-07-17 | 2012-10-03 | Russell Wheeler | Duct support assemblies |
US8226052B2 (en) * | 2009-07-09 | 2012-07-24 | Hancock Daniel J | Insulated clamp |
US9000299B2 (en) * | 2011-07-18 | 2015-04-07 | Prysmian Power Cables And Systems Usa, Llc | Cable clamp having winged flanges |
US20140138072A1 (en) * | 2012-04-27 | 2014-05-22 | Andrew Luketic | Cold track for refrigeration piping |
FR3003622B1 (fr) * | 2013-03-21 | 2015-10-02 | Technip France | Dispositif sous-marin d'appui et methode d'installation pour initier le flambement lateral d'une conduite rigide |
EP3406952B1 (de) * | 2017-05-22 | 2019-11-06 | HILTI Aktiengesellschaft | Schwenkbarer kabelhalter |
US10556170B2 (en) * | 2017-09-26 | 2020-02-11 | Evelio Aleman | Clamp for attaching accessories to a skateboard or longboard |
US11084106B2 (en) * | 2018-03-02 | 2021-08-10 | Mark A. Duginske | Modular jig and fixture systems and methods |
EP3899338A4 (en) * | 2018-12-18 | 2022-09-07 | Saint-Augustin Canada Electric Inc. | CLAMPING DEVICES |
US11725686B1 (en) * | 2019-08-13 | 2023-08-15 | Yakattack, Llc | Rotation locking device for T-bolt |
US11529690B2 (en) | 2020-05-15 | 2022-12-20 | Mark A. Duginske | Miter bar pocket hole jig systems and methods |
Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE9112893U1 (nl) * | 1991-10-17 | 1991-12-12 | Fkb Feinwerktechnik Und Kunststoffverarbeitungsgesellschaft Mbh, 7238 Oberndorf, De | |
DE19722778C1 (de) * | 1997-06-02 | 1998-05-14 | Kratzer F Mefa Duebel Gmbh | Verankerungseinheit |
US20030122044A1 (en) * | 2001-12-05 | 2003-07-03 | Stefan Unverzagt | Anchoring device |
Family Cites Families (26)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2345650A (en) * | 1940-10-12 | 1944-04-04 | Charles W Attwood | Skeletonized structure |
NL82706C (nl) * | 1951-04-03 | |||
US4410298A (en) * | 1980-10-02 | 1983-10-18 | B-Line Systems, Inc. | Fastener |
US4789286A (en) * | 1986-02-04 | 1988-12-06 | William Laput | Fitting for channel-shaped framing members |
US4666355A (en) * | 1986-08-04 | 1987-05-19 | Usg Industries, Inc. | Top grip lock nut assembly |
CH673882A5 (en) * | 1987-11-10 | 1990-04-12 | Lanz Electro Ag | Pipe clamp with holder bar - bar is attached to V=shaped support for pipe with attachment holding pipe down |
US5067863A (en) * | 1990-02-13 | 1991-11-26 | B-Line Systems, Inc. | Channel nut |
US5154385A (en) * | 1991-04-08 | 1992-10-13 | George R. Todd | Support systems with improved channel nuts |
DE4128157C1 (nl) * | 1991-08-24 | 1992-09-10 | Walter Stauffenberg Gmbh & Co. Kg, 5980 Werdohl, De | |
US5893538A (en) * | 1991-09-13 | 1999-04-13 | Onishi; Yoshio | Conduit clamp |
US5375798A (en) * | 1992-07-06 | 1994-12-27 | Hungerford, Jr.; Charles S. | Connector for facilitating a connection between a channel member and a support member |
DE4243185A1 (de) * | 1992-12-19 | 1994-06-23 | Hilti Ag | Befestigungsvorrichtung |
DE4408419C2 (de) * | 1994-03-12 | 1996-05-23 | Diag Design Ag | Montageschiene zur Befestigung von Rohren oder dergleichen Gegenständen |
DE4421252A1 (de) * | 1994-06-17 | 1995-12-21 | Hilti Ag | Befestigungsvorrichtung |
DE29515492U1 (de) * | 1994-11-18 | 1995-11-30 | Geberit Technik Ag | Verbindungsanordnung |
US5833417A (en) * | 1997-02-12 | 1998-11-10 | Quality Boat Lifts, Inc. | Adjustable clamping assembly |
EP0950821B1 (en) * | 1998-04-17 | 2007-01-10 | Erico International Corporation | Threaded rod and strut connector and method |
US6588711B2 (en) * | 1999-12-21 | 2003-07-08 | Masakatsu Onishi | Fastening fixture |
DE60206090T2 (de) * | 2001-03-16 | 2006-06-14 | Yazaki Corp | Kabelbaumanordnung für eine Kraftfahrzeugschiebetür |
US6511028B1 (en) * | 2001-11-23 | 2003-01-28 | Arlington Industries, Inc. | One-piece connector for elongated object holder |
US20030185643A1 (en) * | 2002-04-02 | 2003-10-02 | Thompson William J. | Flexible bridge for a strut nut |
DE10256859A1 (de) * | 2002-12-05 | 2004-06-24 | Hilti Ag | Befestigungssystem |
DE10256861A1 (de) * | 2002-12-05 | 2004-06-24 | Hilti Ag | Befestigungssystem |
US7175377B2 (en) * | 2003-01-03 | 2007-02-13 | Nissan Technical Center North America, Inc. | Track slot fastener |
ATE336667T1 (de) * | 2003-12-04 | 2006-09-15 | Glarus Stanzwerk Ag | Befestigungselement |
DE102004006211B4 (de) * | 2004-02-09 | 2006-01-26 | Hilti Ag | Verbindungsvorrichtung |
-
2004
- 2004-08-06 NL NL1026797A patent/NL1026797C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-07-27 EP EP05076723A patent/EP1624239A1/en not_active Withdrawn
- 2005-08-03 US US11/195,691 patent/US20060027713A1/en not_active Abandoned
Patent Citations (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE9112893U1 (nl) * | 1991-10-17 | 1991-12-12 | Fkb Feinwerktechnik Und Kunststoffverarbeitungsgesellschaft Mbh, 7238 Oberndorf, De | |
DE19722778C1 (de) * | 1997-06-02 | 1998-05-14 | Kratzer F Mefa Duebel Gmbh | Verankerungseinheit |
US20030122044A1 (en) * | 2001-12-05 | 2003-07-03 | Stefan Unverzagt | Anchoring device |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1624239A1 (en) | 2006-02-08 |
US20060027713A1 (en) | 2006-02-09 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1026797C2 (nl) | Bevestigingssamenstel. | |
US9580900B2 (en) | Fitting for channel framing | |
AU718407B2 (en) | A clamping device for clamping of tubes or the like | |
NL2001200C2 (nl) | Bevestiging voor zonnepanelen. | |
JP5969465B2 (ja) | フレーム構造体のためのヒンジアセンブリ | |
US9631662B2 (en) | Spring clip apparatus | |
US8157229B2 (en) | Vehicle bed raingutter bracket for rack system | |
US4666116A (en) | Connector clamp for attachment to an angle iron member or the like | |
US20080095591A1 (en) | Fastener assembly for metal framing | |
CN111051711A (zh) | 用于安装导轨的角形连接器 | |
US11940093B2 (en) | Brackets | |
US20050173363A1 (en) | Mounting fastening | |
US5525001A (en) | Clamping and fastening apparatus | |
US3993272A (en) | Sheet metal fastener | |
NL1033884C2 (nl) | Beugel voor het ophangen van een buis. | |
NL1010655C1 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. | |
NL1009276C2 (nl) | Pijpbeugel. | |
EP0559672B1 (en) | Connecting device | |
NL1011606C2 (nl) | Bevestigingssysteem. | |
US6471228B2 (en) | Offset mounting bracket | |
NL1005551C2 (nl) | Boutsamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een kokerelement met een langssleuf. | |
NL1026459C2 (nl) | Bevestigingssamenstel. | |
NL1021633C2 (nl) | Bevestigingssysteem. | |
NL1026787C2 (nl) | Bevestigingsklem. | |
JP3406876B2 (ja) | 雨樋支持具 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20090301 |