NL1033884C2 - Beugel voor het ophangen van een buis. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Beugel voor het ophangen van een buis.

De uitvinding heeft betrekking op een aan een profiel te bevestigen beugel voor een buis of dergelijke, waarbij de beugel een 5 in hoofdzaak ringvormig beugellichaam omvat voor het opnemen van de buis, en verder een ophangdeel dat het profiel in gebruik althans gedeeltelijk omgeeft om het beugellichaam aan het profiel te hangen.

Dergelijke beugels worden toegepast voor het ophangen van afwateringsbuizen. Afwateringsbuizen worden met dit soort beugels 10 opgehangen aan een profiel, omdat het door middel van beugels direct aan een steunvlak, bijvoorbeeld een plafond, bevestigen van de afwateringsbuis in te grote trillingen van de buis ten opzichte van het steunvlak resulteert.

Een beugel volgens de aanhef is bekend uit EP 1 411 286. De 15 bekende beugel heeft een ringvormig beugellichaam voor het opnemen van de buis en een in hoofdzaak U-vormig ophangdeel met benen dat zich om een kokerprofiel uitstrekt. Eén einddeel van het beugellichaam van de bekende beugel is integraal verbonden met een van de benen van het ophangdeel. Een andere einddeel van het 20 beugellichaam is verbindbaar met het ophangdeel door middel van een grendellip aan een been van het ophangdeel die in een opening in het einde van het beugellichaam kan grijpen. De benen van het ophangdeel zijn voorzien van lippen die omgebogen worden om aan de onderzijde van het profiel aan te grijpen zodat de benen ten opzichte van het 25 profiel gefixeerd worden. De bekende beugel beoogt zo een complexe montage en in het bijzonder het aandraaien van schroefverbindingen te vermijden.

De onderhavige uitvinding beoogt een alternatieve beugel van het in de aanhef genoemde type te verschaffen.

30 Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt met een beugel volgens conclusie 1. De beugel volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het beugellichaam en het ophangdeel als twee afzonderlijke onderdelen uitgevoerd zijn die in gebruik met elkaar verbonden zijn.

Het feit dat het ophangdeel en het beugellichaam als 35 afzonderlijke onderdelen zijn uitgevoerd biedt de mogelijkheid om het ophangdeel als een universeel deel te vervaardigen dat gecombineerd 1033884 - 2 - kan worden met verschillende beugellichamen geschikt voor het opnemen van buizen met verschillende diameters. Hierdoor kan het ophangdeel in een grotere serie vervaardigd worden wat economisch voordeel biedt.

5 Verder biedt het afzonderlijk vervaardigen van het beugellichaam en het ophangdeel de mogelijkheid om ze van verschillend materiaal te vervaardigen. Dit is van voordeel omdat het onderdeel dat de minste belasting hoeft te weerstaan, in de praktijk meestal het beugellichaam lichter uitgevoerd kan worden.

10 In een voorkeursuitvoeringsvorm zijn in elk van de benen van het ophangdeel tegenover elkaar gelegen gaten aangebracht en zijn in elk van de einddelen van het beugellichaam tegenover elkaar gelegen gaten aangebracht, waarbij de gaten in de respectieve benen van het ophangdeel en de gaten in de respectieve einddelen van het 15 beugellichaam in lijn met elkaar zijn gepositioneerd en een bevestigingselement, bij voorkeur een schroef of een bout, door de genoemde gaten gestoken is om de benen en de einddelen met elkaar te verbinden en tegen het profiel aan te klemmen.

Het vastklemmen van het ophangdeel en daarmee de gehele beugel aan 20 het profiel is van belang om bewegingen van de beugel zoveel mogelijk te voorkomen, welke bewegingen veroorzaakt kunnen worden door belastingen op de buis gedurende het afvoeren van water. Uit de stand der techniek, bijvoorbeeld EP 274 760, zijn beugels bekend waarbij een spie wordt gebruikt om het ophangdeel vast te klemmen tegen het 25 profiel. In EP 1 411 286 worden hiervoor omgebogen lippen toegepast die onder het profiel aangrijpen. Bij deze oplossingen volgens de stand der techniek is een hoge maatnauwkeurigheid bij de vervaardiging van de beugel vereist. Bij de beugel volgens de uitvinding is die hoge maatnauwkeurigheid niet vereist wanneer een 30 schroef- of bout/moer verbinding toegepast wordt, omdat door het verder aandraaien van de bout of schroef de klemming met de gewenste kracht verkregen worden. Dit levert een eenvoudigere vervaardiging op.

De uitvinding zal in het navolgende nader worden toegelicht aan 35 de hand van een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin:

Fig. 1 een voorkeursuitvoeringsvorm toont van een beugel volgens de uitvinding, - 3 -

Fig. 2-4 de bevestiging van een ophangdeel en een beugelhelft van een beugellichaam van de beugel van Fig. 1 illustreren, en Fig. 5 de beugel van Fig. 1 in een geopende stand toont,

Fig. 6 de beugel van Fig. 1 toont terwijl deze om met een 5 ophangdeel om een profiel wordt aangebracht,

Fig. 7 de aan het profiel opgehangen beugel van Fig. 6 toont terwijl deze wordt gesloten, en

Fig. 8 de aan het profiel opgehangen beugel van Fig. 6 in de gesloten stand toont terwijl een schroef wordt ingebracht om het 10 ophangdeel tegen het profiel te klemmen.

In Fig. 1, 5-8 is een beugel 1 volgens de uitvinding getoond die is ingericht om aan een profiel te worden bevestigd voor het ophangen van een buis. De beugel 1 heeft een ringvormig beugellichaam 2 dat 15 twee beugelhelften 3 resp. 4 omvat. Het beugellichaam is bij voorkeur vervaardigd uit een stalen strip of stripmateriaal van een ander metaal. De beugelhelften 3 resp. 4 zijn door middel van scharniermiddelen 5 met elkaar verbonden. De scharniermiddelen 5 omvatten in de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm aan een einde van 20 elk van de beugelhelften 3 resp. 4 een flens 7 resp. 8 met een gat waar een schroef 6 doorheen gestoken is. Zoals de vakman zal begrijpen is de hier getoonde scharnierconstructie slechts een van de vele scharnierconstructies die denkbaar zijn in een beugel volgens de onderhavige uitvinding.

25 De beugel 1 omvat verder een afzonderlijk vervaardigd ophangdeel 10 dat met het beugellichaam 2 verbonden wordt. In Fig. 2 is het ophangdeel 10 samen met de beugelhelft 4 getoond in een nog losse toestand. Het ophangdeel 10 is gevormd als een in hoofdzaak U-vormige beugel en heeft in het getoonde geval twee in hoofdzaak evenwijdige 30 benen 11 en 12 en een verbindingsstuk 13 dat de twee benen 11, 12 verbindt. De benen 11, 12 en het verbindingsstuk 13 zijn uit één stuk gevormd, bij voorkeur uit een strook staal of een ander metaal. De strook kan in de praktijk bijvoorbeeld een dikte van 3 mm hebben. In de voorkeursuitvoeringsvorm is het materiaal van het beugellichaam 2 35 dunner dan het materiaal van het ophangdeel 10.

Aan het vrije einde van het ene been 11 van het ophangdeel 10 is een positioneringsuitsteeksel 14 gevormd. Het been 11 is verder voorzien van een gat 15 voor het doorsteken van een schroef 30 of - 4 - dergelijke. De beugelhelft 4 heeft aan het van de flens 8 afgekeerde einde een als een flens 9 aangevormd einddeel. De flens 9 is voorzien van een gat 17 voor het doorsteken van de hierboven genoemde schroef 30 of dergelijke. Bij de overgang tussen de flens 9 en het gekromde 5 gedeelte van de beugelhelft 4 is een positioneringsuitsparing 16 aangebracht voor het opnemen van het positioneringsuitsteeksel 14.

Bij de montage wordt het been tegen de flens 9 geplaatst en wordt het positioneringsuitsteeksel 14 in de positioneringsuitsparing 16 gestoken. In die toestand zijn de gaten 15 resp. 17 in het been 11 10 resp. de flens 9 in eikaars verlengde gelegen zodat er een schroef 30 of dergelijke doorheen gestoken kan worden. Het gat 17 in de flens 9 is bij voorkeur voorzien van inwendig schroefdraad om samen te werken met een uitwendig schroefdraad op een schroef 30 of dergelijke.

Aan de flens 9 van de beugelhelft 4 is aan elk van de zijkanten 15 een lip 18 aangevormd die zich in een ongemonteerde toestand (zie

Fig. 2) in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van het vlak van de flens 9 uitstrekt. In de tegenover elkaar gelegen randen van het been 11 zijn uitsparingen 19 aangebracht met een in hoofdzaak met de lippen 18 overeenkomende lengte zodat de lippen 18, wanneer zij zich langs 20 de flens uitstrekken in de uitsparingen kunnen vallen waardoor de flens 9 en het been 11 in de lengterichting van het been ten opzichte van elkaar gefixeerd zijn. De lippen 18 worden vervolgens ter hoogte van de uitsparingen 19 om de randen van het been 11 gebogen zoals in Fig. 3a is geïllustreerd met de pijlen 20 zodat de flens 9 en het 25 been 11 ten opzichte van elkaar worden vastgezet.

De flens 9 en het gekromde deel van de beugelhelft zijn voorzien van een opstaande rand 21 die bijdraagt aan de stijfheid van de beugelhelft 4. Op zich kunnen ook verstevigingsribben of iets dergelijks in de beugelhelften 3, 4 gevormd zijn.

30 Het andere been 12 van het ophangelement 10 is aan het einde voorzien van een haakorgaan 22. Verder is het been 12 voorzien van een gat 23 dat in lijn is gelegen met het gat 15 in het andere been 11. De beugelhelft 3 heeft een als flens 24 gevormd einddeel. In de flens 24 is een haakopening 25 aangebracht waar het haakorgaan 22 35 doorheen gestoken kan worden om vervolgens achter de bovenste rand 25a van de haakopening 25 te haken. De flens 24 is verder voorzien van een gat 26 voor het doorsteken van een schroef 30 of dergelijke.

- 5 -

Het ophangdeel 10 en de beugelhelft 4 worden bij voorkeur voorgemonteerd, d.w.z. reeds aan elkaar bevestigd geleverd aan de installateur. De bevestiging kan (gedeeltelijk) machinaal plaatsvinden in de fabriek waar de onderdelen vervaardigd worden. De 5 beugelhelften 3 en 4 kunnen eveneens voorgemonteerd aan de installateur geleverd worden, maar kunnen ook los geleverd worden zodat de installateur de beugelhelften met elkaar moet verbinden, in het getoonde geval door de flenzen 7 en 8 door middel van het doorsteken en aandraaien van de schroef 6 te koppelen.

10 Wanneer de beugelhelft 4 met het ophangdeel is verbonden en de beugelhelften 3 en 4 met elkaar verbonden zijn is de beugel 1 gereed voor gebruik. Deze toestand is in Fig. 5 getoond, waarbij de beugel open is. Vervolgens kan het ophangdeel 10 over een profiel 40 aangebracht worden zoals in Fig. 6 en 7 is geïllustreerd. Het betreft 15 hier een C-profiel met een bodem 43, zijwanden 44 en een vanaf de zijwanden zich naar elkaar toe uitstrekkende flenzen 41 die een langssleuf 42 begrenzen. De bodem 43 kan voorzien zijn van montagegaten waarmee het profiel 40 aan een steundeel of steunvlak bevestigd kan worden. Een dergelijk C-profiel is in de 20 installatiebranche een veel gebruikt montagemiddel en kan op een bekende wijze bijvoorbeeld via draadstangen of andere montagemiddelen aan een steunvlak zoals een plafond bevestigd worden. Op zich zijn andere profielvormen natuurlijk ook mogelijk zonder af te doen aan de deugdelijkheid van de uitvinding, bijvoorbeeld profielen met een 25 vierkante, rechthoekige of ronde dwarsdoorsnede.

Het ophangdeel 10 omgeeft drie zijden van het profiel 40, waarbij het verbindingdeel 13 van het ophangelement 10 tegen de bodem 43 van het profiel komt te liggen en de benen 11, 12 van het ophangelement 10 langs de zijwanden 44 van het profiel 40 liggen 30 zoals in Fig. 7 te zien is. Vervolgens kan een buis (niet getoond) in het geopende beugellichaam 2 aangebracht worden. Omdat de scharniermiddelen 5 zich niet recht onder de hartlijn van de buis bevinden, waardoor de cirkelboog van de aan de ophangmiddelen 10 bevestigde beugelhelft 4 langer is dan de cirkelboog van de andere 35 beugelhelft 3, wordt de buis bij het aanbrengen in de beugelhelft 4 gelegd waarna de beugelhelft 3 dicht wordt gescharnierd (Fig. 7). De haakverbinding tussen de haakopening 25 en het haakorgaan 22 wordt tot stand gebracht zodat de beugel 1 zich in een tijdelijke - 6 - montagetoestand bevindt. De gaten 15, 17, 23 en 26 zijn nu op een lijn gelegen zodat de schroef 30 erdoorheen gestoken kan worden. De schroef 30 wordt in het schroefgat 17 in de flens 9 geschroefd en aangedraaid. Daardoor worden het been 12 van het ophangelement 10 en 5 de flens 24 van de beugelhelft 3 ten opzichte van elkaar gefixeerd. Verder worden door het aanhalen van de schroef 30 de benen 11, 12 van het ophangdeel 10 tegen de zijwanden 44 van het profiel 40 geklemd zodat een stevige bevestiging van de beugel 1 aan het profiel 40 wordt verkregen.

10 1033884

Claims (20)

1. Aan een profiel (40) te bevestigen beugel (1) voor een buis of dergelijke, waarbij de beugel (1) een in hoofdzaak ringvormig 5 beugellichaam (2) omvat voor het opnemen van de buis, en verder een ophangdeel (10) dat het profiel in gebruik althans gedeeltelijk omgeeft om het beugellichaam (2) aan het profiel (40) te hangen, met het kenmerk, dat het beugellichaam (2) en het ophangdeel (10) als twee afzonderlijke onderdelen uitgevoerd zijn 10 die in gebruik met elkaar verbonden zijn.

2. Beugel volgens conclusie 1, waarbij het ophangdeel (10) zodanig is gevormd dat het complementair is aan het gedeelte van het profiel (40) dat het omgeeft. 15

3. Beugel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het ophangdeel (10) benen (11, 12) heeft die zich in gebruik langs de zijden (44) van het profiel (40) uitstrekken.

4. Beugel volgens conclusie 3, waarbij het ophangdeel is gevormd als een in hoofdzaak U-vormige beugel met benen (11, 12) die zijn verbonden door een verbindingsstuk (13).

5. Beugel volgens conclusie 3 of 4, waarbij het beugellichaam (2) een 25 einddeel (9) heeft dat is voorzien van bevestigingsmiddelen (16, 17, 18) die een van de benen (11) van het ophangdeel (10) vast aan het beugellichaam (2) bevestigen.

6. Beugel volgens conclusie 5, waarbij de bevestigingsmiddelen één of 30 meer vastzetlippen (18) omvatten die om het been (11) van het ophangdeel (10) vouwbaar zijn of zijn gevouwen om het betreffende been (11) van het ophangdeel (10) aan het betreffende einddeel (9) van het beugellichaam (2) vast te zetten.

7. Beugel volgens conclusie 6, waarbij het einddeel (9) van het beugellichaam (2) aan de zijkanten is voorzien van uitsparingen waar de vastzetlippen (18) in ingrijpen. 1033884 - 8 -

8. Beugel volgens een van de conclusies 5-7, waarbij het been (11), dat is ingericht om vast aan het beugellichaam (2) bevestigd te worden, is voorzien van een positioneringsuitsteeksel (14), en waarbij het betreffende einddeel (9) van het beugellichaam (2) is 5 voorzien van een opening (16) voor het opnemen van het positioneringsuitsteeksel (14).

9. Beugel volgens een van de conclusies 3-8, waarbij een van de benen (12) van het ophangdeel (10) en een einddeel (24) van het 10 beugellichaam (2) zijn voorzien van haakmiddelen (22, 26) om het betreffende einddeel (24) van het beugellichaam (2) aan het betreffende been (12) vast te haken.

10. Beugel volgens een van de conclusies 3-9, waarbij in elk van de 15 benen (11, 12) van het ophangdeel (10) tegenover elkaar gelegen gaten (15, 23) zijn aangebracht voor het doorsteken van een bevestigingselement (30), bij voorkeur een schroef, om de benen (11, 12) naar elkaar toe te bewegen en tegen het profielelement (40) aan te klemmen. 20

11. Beugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij in einddelen (9, 24) van het beugellichaam (2) tegenover elkaar gelegen gaten (17, 26) zijn aangebracht voor het doorsteken van een bevestigingselement (30), bij voorkeur een schroef, om de 25 einddelen (9, 24) naar elkaar toe te bewegen.

12. Beugel volgens conclusie 10 en 11, waarbij de gaten (15, 23) in de respectieve benen (11, 12) van het ophangdeel (10) en de gaten (17, 26) in de respectieve einddelen (9, 24) van het beugellichaam 30 (2) in lijn met elkaar zijn gepositioneerd en een bevestigingselement (30) door de genoemde gaten (17, 26, 15, 23) gestoken is.

13. Beugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het 35 beugellichaam (2) twee beugelhelften (3, 4) omvat die door scharniermiddelen (5) scharnierend met elkaar verbonden zijn. - 9

- 14.Beugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ophangdeel (10) is gevormd uit een metalen, bij voorkeur stalen strook. 5

15.Beugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het beugellichaam (2) is gevormd uit een metalen, bij voorkeur stalen strook.

16. Beugel volgens conclusie 14 en 15, waarbij het beugellichaam (2) 10 en het ophangdeel (10) uit metaalstrook met een verschillende dikte zijn vervaardigd.

17. Beugel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het ophangdeel (10) en het beugellichaam (2) uit verschillend 15 materiaal zijn vervaardigd.

18. Bevestigingssysteem voor het ophangen van een buis of dergelijke omvattende een profiel (40) en een beugel (1) volgens een van de voorgaande conclusies. 20

19. Bevestigingssysteem volgens conclusie 18, waarbij het profiel een kokerprofiel met een in hoofdzaak rechthoekige of vierkante doorsnede omvat. 25

20.Bevestigingssysteem volgens conclusie 18 of 19, waarbij het profiel (40) een C-vormige doorsnede heeft. 1033884