BE1019743A3 - Verbeterd brandbestendig ophangsysteem. - Google Patents

Verbeterd brandbestendig ophangsysteem. Download PDF

Info

Publication number
BE1019743A3
BE1019743A3 BE201000388A BE201000388A BE1019743A3 BE 1019743 A3 BE1019743 A3 BE 1019743A3 BE 201000388 A BE201000388 A BE 201000388A BE 201000388 A BE201000388 A BE 201000388A BE 1019743 A3 BE1019743 A3 BE 1019743A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
rod
bracket
suspension system
arm
fire
Prior art date
Application number
BE201000388A
Other languages
English (en)
Inventor
Geert Ballet
Kurt Coppens
Original Assignee
Vergokan
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vergokan filed Critical Vergokan
Application granted granted Critical
Publication of BE1019743A3 publication Critical patent/BE1019743A3/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L3/00Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
    • F16L3/26Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets specially adapted for supporting the pipes all along their length, e.g. pipe channels or ducts
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/02Details
    • H02G3/04Protective tubing or conduits, e.g. cable ladders or cable troughs
    • H02G3/0406Details thereof
    • H02G3/0412Heat or fire protective means
    • HELECTRICITY
    • H02GENERATION; CONVERSION OR DISTRIBUTION OF ELECTRIC POWER
    • H02GINSTALLATION OF ELECTRIC CABLES OR LINES, OR OF COMBINED OPTICAL AND ELECTRIC CABLES OR LINES
    • H02G3/00Installations of electric cables or lines or protective tubing therefor in or on buildings, equivalent structures or vehicles
    • H02G3/26Installations of cables, lines, or separate protective tubing therefor directly on or in walls, ceilings, or floors
    • H02G3/263Installation, e.g. suspension, of conduit channels or other supports

Description

Verbeterd brandbestendiq ophanqsvsteem DOMEIN VAN DE UITVINDING
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op het gebied van leidingen, zoals voor elektrische kabels of andere nutsvoorzieningen. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een verbeterd brandbestendig ophangsysteem dat verankerd kan worden aan een plafond en dat steunbeugels bevat of gelijkaardige profielsecties die kabelgoot systemen ondersteunen, zoals voor verkeerstunnels, meer in het bijzonder weg- of treintunnels. De uitvinding betreft met name een verbeterde steunbeugel voor een dergelijk ophangsysteem.
ACHTERGROND VAN DE UITVINDING
Branden in tunnels zijn berucht wegens hun gevolgen en hun moeilijke bestrijding. Het is van bijzonder belang dat nutsvoorzieningen, zoals verlichting, signalisatie en communicatie-apparatuur zoveel mogelijk operationeel blijven. Accidentele branden en experimentele branden in tunnels hebben aangetoond dat de gerealiseerde temperaturen (tot 1370°C) zelfs aanzienlijk hoger zijn dan bij branden in een gebouw (minder dan 1100°C). In tunnels worden de nutsvoorzieningen en nutsleidingen doorgaans opgehangen hoog tegen de muur en vaker nog tegen het plafond. Dit is erg handig en goedkoop wat betreft de constructie, het biedt gemakkelijke toegang voor inspectie en onderhoud, en is meestal het minst storend voor de activiteiten in de tunnel, zoals het trein- of wegverkeer. Het nadeel is dat zulke tunnel apparatuur het snelst en volledig blootgesteld wordt aan de hitte in geval van brand. Het is daarom belangrijk dat de ophangsystemen voor dergelijke nutsvoorzieningen en nutsleidingen gedurende een minimale tijd hun integriteit bewaren onder de zwaarbelastende omstandigheden van een brand in de tunnel.
De materialen, ontwerpen en constructies gebruikt voor de nutsvoorzieningen en de nutsleidingen in tunnels worden daarom onderworpen aan, en gecertificeerd onder, strenge normen en codes, en naleving van deze codes en normen wordt door veel overheden zeer streng gecontroleerd. Eén dergelijke norm die kan worden toegepast worden is DIN 4102: "Brandverhalten von Baustoffen und Bauteilen" (Brandgedrag van bouwmaterialen en onderdelen), sectie 12: "Circuit integrity maintenance of electric cable Systems, requirements and testing" (circuit-integriteitsbehoud van elektrische kabelsystemen, eisen en testen). Een meer specifieke norm in voorbereiding is bijvoorbeeld ASTM WK23821 "New Test Methods for Tunnel Fire Resistance" (Nieuwe testmethoden voortunnelbrandbestendigheid).
Standaard DIN 4102-12 maakt onderscheid tussen standaard systemen die voldoen aan welbepaalde eisen, en niet-standaard systemen. Standaard systemen mogen geïnstalleerd worden met eender welk type van elektrische kabels die zelf gecertificeerd zijn voor circuit-integriteitsbehoud. Niet-standaard systemen mogen alleen geïnstalleerd worden met de kabels van het type en de leverancier waarmee ze getest werden.
De testvereisten van standaard ophang-systemen binnen DIN 4102-12, voor de installatie van kabels op kabelgoten of kanalen, specifiëren een afstand tussen de steunen van 1200 mm en dat de steun zelf bestaat uit een hangsteun met geschroefde of gelaste dwarsbalken of beugels en met in de nabijheid van de tip van de beugel nog een bijkomende ophangverbinding die de beugel bevestigt aan een draadstang. De draadstang en de bevestiging van de beugel daaraan dienen om te vermijden dat de beugel langs de stang naar beneden zou glijden en om te vermijden dat de hangsteun zou buigen onder het gewicht van de kabelgoot of kanalen, vooral bij verhitting. De breedte van de kabelgoten is voorgeschreven om 400 mm te zijn, en de breedte van de kabelkanalen is voorgeschreven als 300 mm. De beugels mogen ook tegen een muur vastgeschroefd worden in plaats van aan een hangsteun.
Een conventioneel standaard ophangsysteem volgens DIN 4102-12 kan beschreven worden met verwijzing naar figuur 1. De hangsteun 21 is verankerd aan het plafond met behulp van twee bouten 23 geschroefd in brandbestendige pluggen die vereisen dat twee gaten geboord worden in het plafond. De verankering van de draadstang aan het plafond wordt geplaatst op de juiste afstand van de hangsteun, en gebruikt een derde bout 23 en brandbestendige plug, die vereist dat een derde gat wordt geboord in het plafond, en dit op de juiste afstand van de twee andere gaten die zijn geboord voor het verankeren van de hangsteun. Eén of meer beugels 22 worden geschroefd tegen de hangsteun 21, telkens door middel van twee bouten en moeren. Gewoonlijk na het plaatsen van de kabelgoten of kanalen op de beugels 22, wordt de tip van iedere beugel 22 vastgemaakt aan de draadstang. Dit wordt bereikt door de draadstang in de juiste positie te brengen, door ze doorheen de (draadloze) mof 29 te brengen die met bouten 24 vastgeschroefd is aan het uiteinde van de beugel 22 en door het uiteinde van de draadstang aan het verankeringspunt te schroeven door middel van twee moeren. De positie van de draadloze mof 29 van de beugel 22 wordt vervolgens op de draadstang vastgelegd door het aanschroeven van één borgmoer 26 boven het bevestigingspunt en een tweede borgmoer 26 onder het bevestigingspunt. Meestal worden borgringen voorzien bij elk van de moeren. Aangezien de draadstangen verschillende diameters kunnen hebben, moeten aangepaste moeren, borgringen en verbindingsmoffen worden voorzien afhankelijk van de diameter van de draadstang.
Het standaard ophangsysteem mag tot 3 beugels omvatten. Indien meer dan één beugel moet voorzien worden, wordt de draadstang voor het gemak van de samenbouw voorzien in secties, die ter plaatse aan elkaar verbonden worden telkens door middel van een verbindingsmof met schroefdraad 28. De lengtes van de secties van de draadstang kunnen zodanig gekozen worden dat de verbindingsmof 28 één van de borgmoeren 26 kan vervangen, meestal de moer boven het bevestigingspunt.
Het in de juiste positie brengen van de draadstang, het vastschroeven ervan aan het verankeringspunt, het in positie brengen van de moeren voor het bevestigen van de mof van de beugel aan de draadstang, en vooral de samenbouw van de secties van de draadstang in het geval er meer dan één beugel moeten bevestigd worden, is erg tijdrovend. Telkens drie gaten boren in het plafond, op de juiste afstanden van elkaar, vereist precisie en verhoogt de complexiteit en de tijd die nodig is voor het installeren van het ophangsysteem.
Het vastschroeven van de beugels met behulp van twee schroeven aan de hangende ondersteuning is een andere complexiteitsverhoging, zelfs indien deze samenbouw geprefabriceerd is in het atelier, waarbij ze afbreuk doet aan het gemakkelijk vervoeren van de samenbouw en het verankeren van de samenbouw aan het plafond.
Tunnels kunnen meerdere kilometers lang zijn, zoals bijvoorbeeld de 50 km "Kanaaltunnel" tussen Engeland en Frankrijk, en dus meerdere duizenden brandbestendige ophangsystemen vereisen. Er is dus behoefte aan een handiger en minder tijdrovend ontwerp van het ophangsysteem, waarbij het verkieslijk is dat het ophangsysteem blijft voldoen als een standaard ophangsysteem binnen de norm DIN 4102-12.
De onderhavige uitvinding heeft tot doel het hierboven beschreven probleem te ondervangen of op zijn minst te beperken en/of verbeteringen in het algemeen aan te brengen.
SAMENVATTING VAN DE UITVINDING
Volgens de uitvinding is er voorzien in een betere beugel ter ondersteuning van een kanaalsysteem als onderdeel van een brandbestendig ophangstructuur verankerbaar aan een plafond, zoals gedefinieerd in een van de relevante begeleidende claims. De uitvinding voorziet verder in een brandbestendige ophangstructuur verankerbaar aan een plafond, die de verbeterde beugel volgens de uitvinding omvat.
De uitvinding voorziet in een beugel voor het ondersteunen van een gootsysteem als onderdeel van een brandbestendig ophangsysteem verankerbaar op ten minste één verankeringspunt aan een plafond, waarbij de beugel wordt voorzien met aan één uiteinde middelen voor bevestiging aan een muur of een steun opgehangen aan het plafond en aan het andere uiteinde met middelen voor bevestiging aan een stang, daardoor gekenmerkt dat de middelen voor bevestiging aan de stang een mof bevat om de stang te omringen, en een bout geschroefd doorheen een gat in de wand van de mof om in te grijpen op de stang, waardoor de locatie van de beugel ten opzichte van de stang wordt vastgelegd.
Wij hebben geconstateerd dat, met de beugel volgens de huidige uitvinding, de positie van het uiteinde van de beugel gemakkelijk kan worden bevestigd ten opzichte van de stang door het schroeven en aandraaien van de enkele bout door het gat in de mof tegen de stang. Dit brengt het voordeel dat slechts één bout moet aangeschroefd worden voor het bevestigen en vastzetten van de positie van het uiteinde van de beugel ten opzichte van de stang. Een ander voordeel is dat de stang niet hoeft voorzien te zijn van schroefdraad op de punt voor het vastmaken van de beugel, hetgeen anders betekent dat de stang schroefdraad moet hebben over zijn gehele lengte, maar de stang kan nu enkel schroefdraad bevatten waar zulks nodig is voor de verbinding met het verankeringspunt tegen de plafond. Het brengt het verdere voordeel dat dit bevestigingsmiddel van de beugel aan de stang geschikt is voor stangen van verschillende diameters, zolang de stang past in de mof van de beugel. Er is geen behoefte voor het voorzien van de moeren en borgringen overeenkomstig met de diameter van elke stang. Een verder voordeel is dat, in het geval dat het ophangsysteem meer dan één beugel omvat, de stang kan worden verstrekt als één enkele stang, en niet hoeft voorzien te worden in secties die vervolgens ter plaatse moeten geassembleerd worden. De noodzaak om verbindingsmoffen te voorzien die overeenkomen met de stangdiameter is daardoor eveneens achterhaald. De stang kan ook in positie worden gebracht nadat alle leidingen en kabels zijn verstrekt. En indien extra kabels dienen geïnstalleerd te worden nadat de initiële assemblage is afgerond, kan de stang gemakkelijk verwijderd worden zodat de extra kabels in positie kunnen getrokken worden over lange afstanden, waardoor de noodzaak om de kabels telkens te weven achter elk van de stangen vermeden wordt.
De uitvinding voorziet verder in een brandbestendige ophangsamenbouw, systeem of structuur, verankerbaar op ten minste één verankeringspunt aan een plafond, en die de verbeterde beugel volgens de uitvinding omvat. Het ophangsysteem geniet van de voordelen die de verbeterde beugel met zich meebrengt zoals hierboven beschreven, in het bijzonder de eenvoud en snellere montagemogelijkheid ter plaatse, vooral wanneer het ophangsysteem meer dan één beugel omvat.
KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN
Figuur 1 toont een zijaanzicht van een conventioneel standaard ophangsysteem volgens DIN 4102-12.
Figuur 2 toont een zijaanzicht van een verbeterde beugel volgens de huidige uitvinding.
Figuur 3 toont een perspectief aanzicht van een mof voor bevestiging aan het uiteinde van de beugel van de onderhavige uitvinding.
Figuur 4 toont een perspectief opwaarts aanzicht van een detail van een voorkeurs brandbestendig ophangsysteem volgens de onderhavige uitvinding, waarin de beugel is bevestigd aan een verticale steun door slechts één bout.
Figuur 5 toont een opwaarts perspectief aanzicht van de samenbouw van Figuur 4 vanuit een andere hoek.
Figuur 6 toont een perspectief aanzicht van een L-vormige steun volgens een voorkeurs uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding.
Figuur 7 geeft een perspectief opwaarts aanzicht op de L-vormige ondersteuning van Figuur 6 die verankerd is met zijn tweede arm aan een plafond met twee verankeringpunten, en de stang voor (niet getoond) het vastzetten van het uiteinde van de beugel die bevestigd is aan de tweede arm van de L-vormige steun.
Figuur 8 toont een perspectief aanzicht van het detail van een verbinding van de stang aan de tweede arm van de L-vormige ondersteuning van Figuur 7 met behulp van een glijdende moer.
Figuur 9 toont een perspectief aanzicht van de volledige assemblage van een voorkeurs ophangsysteem volgens de uitvinding die drie beugels omvat die elk een kabelgoot ondersteunen.
GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING
In een voorkeurs uitvoeringsvorm van het ophangsysteem van de huidige uitvinding, is de stang een draadstang. Dit brengt een eerste voordeel dat het ophangsysteem die een beugel volgens de onderhavige uitvinding omvat zou kunnen gecertifeerd worden als een standaard ophangsysteem volgens DIN 4102-12, en bijgevolg geïnstalleerd kan worden met elk type van kabel die zelf gecertificeerd is voor het integriteitsbehoud. Een draadstang brengt een verder en tweede voordeel doordat de positie van de bout, met betrekking tot de stang en bij de interactie met het stang, steviger kan bevestigd worden voor hetzelfde koppel, omdat het contactoppervlak kleiner is in vergelijking met een draadloze stang. Voor hetzelfde vastklemkoppel op de bout creëert dit een hogere contactdruk op dat contactoppervlak, en dus een lager risico dat de bout zich zou verplaatsen langs het oppervlak van de stang.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft de bout een zeshoekige kop. Dit brengt het voordeel dat de gereedschappen voor het vastzetten van de bout dezelfde zijn als die welke worden gebruikt voor het installeren en monteren van het ophangsysteem.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft de mof aan het uiteinde van de beugel een cilindrische vorm. Cilindrische moffen zijn makkelijker te vormen dan andere vormen. De cilindrische vorm maakt het ook handiger voor het vastmaken rond een cilindrische stang, zoals een draadstang, en het drukken van de stang met de bout door het gat in de mof tegen de wand van de mof tegenover het gat.
In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding strekt het gat in de mof zich radiaal uit door de wand van de mof. Dit levert de meest handige en veilige manier voor het vastmaken van de mof met een bout door het gat in de mof op een cilindrische stang, zoals een draadstang.
In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de bout een zelftappende bout. Dit biedt het voordeel dat het gat in de mof niet voorzien hoeft te worden van een vooraf getrokken draad, maar dat de draad wordt getrokken tijdens de uiteindelijke montage, wanneer de bout wordt ingebracht, geschroefd en vastgedraaid.
In weer een andere uitvoeringsvorm vertoont de bout een punt op het uiteinde. Dit brengt het voordeel dat het contactoppervlak tussen de bout en de stang nog kleiner is en voor dezelfde vastklemkracht dus een hogere contactdruk op dat oppervlak brengt.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de mof gelast of vastgeschroefd aan de beugel.
De beugel volgens de uitvinding is bij voorkeur geschikt om een onderdeel te vormen van een brandbestendig ophangsysteem voor het ondersteunen van een gootsysteem, zoals een elektrische kabel gootsysteem. De uitvinding voorziet daarom ook voor een brandbestendig ophangsysteem dat verankerbaar is op ten minste één verankeringpunt aan een plafond, en dat ten minste één beugel volgens de onderhavige uitvinding omvat.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het brandbestendig ophangsysteem verder een stang hangend aan het plafond en waarbij de bout geschroefd doorheen de wand van de mof van de beugel ingrijpt op de stang en is aangespannen met een koppel van ten minste 3 Nm, met meer voorkeur ten minste 5 Nm, zelfs met meer voorkeur ten minste 6 of zelfs 7 Nm, en met nog meer voorkeur ten minste 8 en zelfs 9 Nm en typisch ongeveer 10 Nm. De aanvragers verkiezen een aandraaimoment toe te passen van hoogstens 25 Nm, bij voorkeur hoogstens 20 Nm, met meer voorkeur ten hoogste 15 Nm, met nog meer voorkeur hoogstens 13 of zelfs 12 Nm, en zelfs met nog meer voorkeur ten hoogste 11 Nm. De aanvragers hebben gevonden dat zulk koppel voldoende klemkracht verschaft van de top , van de beugel aan de stang zodanig dat het bevestigingspunt niet schuift onder de zware omstandigheden van een tunnelbrand, en het ophangsysteem slaagt in de testen voorgeschreven in DIN 4102-12.
In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding heeft de bout die geschroefd wordt door de wand van de mof van de beugel een diameter van ten minste 4 mm, bij voorkeur ten minste 5 mm, bij meer voorkeur ten minste 6 mm, en eventueel hoogstens 12 mm, bij voorkeur hoogstens 11 mm, met meer voorkeur ten hoogste 10 mm of 9 mm, en met nog meer voorkeur ten hoogste 8 mm en met de meeste voorkeur ten hoogste 7 mm. In een voorkeurs uitvoeringsvorm heeft de bout een diameter van 6 mm en wordt vastgezet met een koppel van 8 tot 10 Nm.
In een voorkeur uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding is de stang van het vuurbestendig ophangsysteem een draadstang. Dit brengt een eerste voordeel dat het systeem kan gecertificeerd worden als een standaard ophangsysteem volgens DIN 4102-12, en dus kan geïnstalleerd worden met elk type van kabel die zelf gecertificeerd is voor het integriteitsbehoud. Het brengt een verder en tweede voordeel dat de positie van de bout, met betrekking tot de stang en bij interactie met de stang steviger bevestigd kan worden voor hetzelfde koppel, omdat het contactoppervlak kleiner is en voor dezelfde spankracht dus een hogere druk geeft op dat oppervlak, wat een grotere elastische vervorming veroorzaakt van de contactoppervlakken en dus een strakkere bevestiging.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het brandbestendig ophangsysteem verder een verticale steun opgehangen aan het plafond, waarbij de beugel is bevestigd aan de verticale steun, optioneel door ten minstens één bout, verder eventueel door twee bouten en bij voorkeur slechts door één bout, of optioneel door ten minste één voorgevormde haak gevormd als een integraal onderdeel aan het uiteinde van de beugel waarbij de haak is aangepast voor en ingrijpt in tenminste één opening voorzien in de verticale steun opgehangen aan het plafond.
De beugel van de onderhavige uitvinding kan bij voorkeur voorzien worden met een voetplaat die geschikt is om verankerd te worden aan een muur met ten minste één verankeringspunt, optioneel met twee verankeringspunten, en die tegelijkertijd geschikt is voor bevestiging aan de verticale steun opgehangen aan een plafond met ten minstens één bout, optioneel met twee bouten en bij voorkeur met slechts één bout.
In een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het brandbestendig ophangsysteem verder een L-vormige ondersteuning waarvan een eerste arm fungeert als een verticale steun voor één uiteinde van de beugel en de tweede arm geschikt is voor het verankeren aan een plafond op ten minste één verankeringspunt, bij voorkeur op twee verankeringspunten. Meest geschikt worden de twee armen aan elkaar gekoppeld gewoon door te lassen, maar een andere geschikte wijze kan worden bedacht door de vakman voor het aansluiten van de twee armen en het creëren van de L-vormige ondersteuning volgens de onderhavige uitvinding. De eerste arm is bij voorkeur voorzien van gaten op regelmatige afstanden die handigerwijs overeenkomen met de afstand tussen de gaten in de voetplaat van de beugel, zodanig dat de beugel kan worden vastgeschroefd aan de eerste arm door middel van één of meer dan één bout, indien gewenst. In een andere uitvoeringsvorm is de tweede arm voorzien van ten minste één, bij voorkeur ten minste twee gaten waardoorheen de tweede arm verankerd kan worden aan een plafond. Dit ontwerp laat verankering toe van een ophangsysteem, inclusief de voorziening voor het vastmaken van het uiteinde van de beugel aan een plafond met minder dan drie verankeringspunten, optioneel met slechts één verankeringspunt, maar bij voorkeur met twee verankeringspunten. Dit brengt het voordeel dat minder dan drie gaten moeten geboord worden in het plafond, en minder dan drie brandbestendige pluggen voldoende zijn voor het verankeren van het ondersteuningsysteem aan een plafond. Het lagere aantal gaten dat geboord moet worden betekent een aanzienlijke tijdswinst bij het installeren van het ondersteuningsysteem in de tunnel. Het lagere aantal brandbestendige pluggen nodig voor de installatie is een belangrijke kostenbesparing.
Met meer voorkeur wordt de tweede arm voorzien van een reeks van meer dan twee gaten op regelmatige afstanden van elkaar, zelfs met meer voorkeur met ovale gaten voor het verankeren van de L-vormige steun aan een plafond. Dit brengt het voordeel dat een lagere nauwkeurigheid vereist is van de relatieve locaties van de gaten die in het plafond van de tunnel geboord worden voor het verankeren van het steunsysteem. Dit betekent minder herhalingen en / of herpasseren bij de hoorprocedure voor de verankering.
In een voorkeurs uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat het ophangsysteem een stang, die bij voorkeur een draadstang is, en de stang is gehecht aan de tweede arm van de L-vormige steun. Dit brengt het voordeel dat de noodzaak voor een apart verankeringspunt voor de stang vervalt. Dit bespaart één verankeringspunt voor ieder ophangsysteem, en betekent een tijdswinst en een kostenbesparing zoals hierboven reeds werd uitgelegd.
In een uitvoeringsvorm van het ophangsysteem volgens de huidige uitvinding is de bevestiging van de stang, die bij voorkeur een draadstang is, aan de tweede arm verplaatsbaar in de lengterichting bevestigd aan de tweede arm. Dit wordt bij voorkeur bekomen door de tweede arm te voorzien met een profiel dat open is in de richting van de stang, welke opening voorzien is van inwaarts gerichte weerhoudingsranden, en door de stang geschikt te voorzien met een element dat vastgehouden kan worden door de randen van het profiel van de tweede arm en dat verplaatsbaar is in de lengte van de tweede arm, waarbij het element bij voorkeur een verschuifbare moer is geschikt voor het verschuiven binnen het profiel van de tweede arm. Dit kenmerk brengt het voordeel dat het steunsysteem volgens de onderhavige uitvinding aanpasbaar is aan beugels van verschillende lengte, en daarom kan hetzelfde steunsysteem gebruikt worden met verschillende beugels.
In een voorkeurs uitvoeringsvorm van het ophangsysteem volgens de onderhavige uitvinding is de bevestiging van de stang aan de tweede arm voorzien van middelen voor het vastleggen van de locatie van deze bevestiging in de lengterichting van de tweede arm. Dit brengt het voordeel dat de stang kan worden vastgemaakt in een welbepaalde positie langs de tweede arm, wat een steviger steunsysteem biedt. Een tweede voordeel is dat, wanneer en indien gewenst de middelen voor het vastleggen van de locatie kunnen ongedaan gemaakt worden en de stang kan aan één kant gemakkelijk worden losgekoppeld van de rest van het steunsysteem. Dit middel voor het vastleggen van de locatie wordt bij voorkeur voorzien door een borgmoer geschroefd op een uiteinde van de stang met daarop schroefdraad en bij meer voorkeur door een bevestigingselement dat ingrijpt op het oppervlak van de tweede arm en tegen het oppervlak wordt vastgedrukt door de borgmoer, bij meer voorkeur met een borgring die wordt voorzien tussen de borgmoer en het bevestigingselement.
In een uitvoeringsvorm van het ophangsysteem volgens de huidige uitvinding heeft de tweede arm een profiel met een opening in de richting van de stang voorzien van inwaarts gerichte weerhoudingsranden en waarin de middelen voor het vastleggen van de locatie van de bevestiging in de lengterichting van de tweede arm randen hebben die grijpen rond de wanden van het open profiel van de arm geschikt voor het tegenhouden van het verder openen van de opening in het profiel, op de plaats van bevestiging van de stang.
Voorkeurs uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding worden nu verder geïllustreerd aan de hand van een gedetailleerde beschrijving en de figuren verschaft in de rubriek van de tekeningen.
Figuur 2 toont een beugel 2 volgens de onderhavige uitvinding aan wiens uiteinde een mof element 3 is gelast of geschroefd, in de wand van het mof element 3 is een gat waardoorheen een bout 4 is geschroefd. Aan het voeteinde van de beugel 2 is een voetplaat 14 waarin het nodige gat of gaten voorzien zijn voor het verankeren van de beugel aan een wand of voor het vastmaken van de beugel aan een verticaal opgehangen steun van een ophangsysteem.
Figuur 3 toont het detail van het mof element 3 met de bout 4. De mof zelf is stevig afgesloten door een las.
Figuur 4 toont de voetplaat van de beugel 2, die geschroefd is tegen een verticale steun door middel van één bout 5, één moer 7 en één borgring 6.
Figuur 5 toont de ganse beugel 2 met aan de tip zijn mof element 3 en de bout 4 die ingrijpt doorheen de wand van de mof op de stang 9. Aan het voeteinde van de beugel, is voetplaat 14 geschroefd met één enkele bout 5 aan de verticale arm van steun 1.
Figuur 6 toont een L-vormige steun 1 geschikt voor een voorkeurs uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding. De twee armen zijn hier voorzien van een reeks gaten. De gaten in de tweede arm van de L-vormige steun, bedoeld om verankerd te worden aan het plafond, zijn bij voorkeur ovale gaten. De gaten in de eerste arm, bestemd voor de ondersteuning van de voetplaat van de beugel, zijn bij voorkeur niet langwerpig, maar vierkant of rond.
Figuur 7 toont een L-vormige steun 1 met zijn tweede arm verankerd aan het plafond door middel van twee schroefmiddelen, bestaande uit moeren 12 met borgringen 11 geschroefd op de bouten met schroefdraad van de brandbestendige pluggen vast in het plafond. De tweede arm heeft een profiel dat neerwaarts open is, en dat inwaarts gerichte weerhoudingsranden heeft. De moeren 12 en borgringen 11 duwen bevestigingselementen 8 tegen het oppervlak van de tweede arm, en de bevestigingselementen 8 hebben randen die grijpen rond de wanden van het open profiel van de arm en weerhouden het profiel, op het verankeringspunt van verder opengaan.
Figuur 8 toont in een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding hoe de stang 9, die bij voorkeur een draadstang is, in de lengterichting verschuifbaar bevestigd kan worden aan de tweede arm van de L-vormige steun. De stang is voorzien van een glijdende moer 10 geschikt om weerhouden te worden door de naar binnen gerichte weerhoudingsranden van het profiel van de tweede arm. De positie van de stang 9 met betrekking tot de tweede arm kan vastgemaakt worden met spanmoer 12 en borgring 11 die een bevestigingselement 8 tegen het oppervlak van de tweede arm drukken, en het bevestigingselement 8 heeft randen die grijpen rond de wanden van het open profiel van de tweede arm en die weerhouden dat het profiel, op het bevestigingspunt van de stang 9, verder zou opengaan.
Figuur 9 toont de volledige montage van een voorkeurs ophangsysteem volgens de uitvinding, dat drie beugels 2 omvat die ieder een kabelgoot 13 ondersteunen. Re beugels 2 zijn geschroefd aan hun voeteinde aan de eerste arm van de L-vormige steun 1 en hebben op hun uiteinde mof elementen 3 met de bouten 4 voor bevestiging aan de stang 9, bij voorkeur een draadstang. De stang 9 is bevestigd aan de tweede arm van L-vormige steun 1 en de bevestiging omvat een bevestigingselement 8 met ingrijpende randen voor het weerhouden van de vorm van het profiel van de tweede arm en het vermijden van het verder opengaan daarvan. De tweede arm van de L-vormige steun 1 is verankerd aan een plafond door moer 12 en borgring 11 over een bout die bevestigd is in een brandbestendige plug die in een gat steekt dat in het plafond geboord is, waarbij de moer 12 en borgring 11 een tweede bevestigingselement 8 weerhouden voor het voorzien van een weerhoudingsfunctie gelijkaardig aan het verstrekte bevestigingselement 8 waarbij stang 9 bevestigd is aan de tweede arm van de L-vormige steun 1.
Nu dat de uitvinding volledig beschreven is, zal het gewaardeerd worden door de deskundigen in het vakgebied dat de uitvinding kan worden uitgevoerd binnen een breed scala van parameters binnen de conclusies, zonder af te wijken van de geest en beschermingsomvang van de uitvinding. Zoals begrepen wordt door deskundigen in het vakgebied, omvat de uitvinding in zijn geheel, zoals gedefinieerd door de conclusies, andere voorkeurs uitvoeringsvormen die hierin niet specifiek opgesomd zijn.

Claims (15)

1. Een beugel (2) voor het ondersteunen van een gootsysteem (13) als onderdeel van een brandbestendig ophangsysteem verankerbaar op ten minste één verankeringspunt aan een plafond, waarbij de beugel (2) wordt voorzien met aan één uiteinde middelen (14) voor bevestiging aan een muur of een steun opgehangen aan het plafond en aan het andere uiteinde met middelen (3) voor bevestiging aan een stang (9), daardoor gekenmerkt dat de middelen (3) voor bevestiging aan de stang een mof bevat om de stang te omringen, en een bout (4) geschroefd doorheen een gat in de wand van de mof om in te grijpen op de stang (9), waardoor de locatie van de beugel (2) ten opzichte van de stang (9) wordt vastgelegd.
2. De beugel volgens conclusie 1 gekenmerkt doordat de mof een cilindrische vorm heeft.
3. De beugel volgens conclusie 1 of 2, gekenmerkt doordat het gat zich radiaal uitstrekt doorheen de wand van de mof.
4. De beugel volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat de bout (4) een zelftappende bout is.
5. De beugel volgens één van de voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat dat de mof is gelast of vastgeschroefd aan de beugel (2).
6. De beugel volgens één van de voorgaande conclusies, die verder een voetplaat (14) omvat welke geschikt is om te worden verankerd aan een muur met minstens één verankeringspunt, bij voorkeur met ten minste twee verankeringspunten en die tegelijkertijd ook geschikt is voor bevestiging aan een verticale steun, hangende van een plafond, met minstens één bout (5), eventueel met twee bouten, en bij voorkeur met slechts één bout.
7. Een brandbestendig ophangsysteem verankerbaar aan ten minste één verankeringspunt aan een plafond, waarbij het ophangsysteem ten minste één beugel (2) omvat volgens één der voorgaande conclusies.
8. Het brandbestendig ophangsysteem volgens conclusie 7 dat verder een stang (9) omvat hangend aan het plafond en waarbij de bout (4) geschroefd doorheen de wand van de mof van de beugel (2) ingrijpt op de stang (9) en is aangespannen met een koppel van ten minste 3 Nm, typisch ongeveer 10 Nm.
9. Het brandbestendig ophangsysteem volgens conclusie 8 waarin de stang (9) een draadstang is.
10. Het brandbestendig ophangsysteem volgens één der conclusies 7 tot 9 dat verder een verticale steun omvat hangende aan het plafond en waarbij de beugel (2) bevestigd is aan de verticale steun.
11. Het brandbestendig ophangsysteem volgens één der conclusies 7 tot 10 dat verder een L-vormige steun (1) omvat waarvan een eerste arm fungeert als een verticale steun voor één uiteinde van de beugel (2) en de tweede arm geschikt is voor het verankeren aan een plafond op ten minste één verankeringspunt.
12. Het brandbestendig ophangsysteem volgens conclusie 11, dat een stang (9) omvat waarbij de stang (9) bevestigd is aan de tweede arm van de L-vormige steun (1).
13. Het brandbestendig ophangsysteem volgens conclusie 12, waarin de bevestiging van de stang (9) aan de tweede arm in de lengterichting verschuifbaar bevestigd is aan de tweede arm.
14. Het brandbestendig ophangsysteem volgens conclusie 13, waarin de bevestiging van de stang (9) aan de tweede arm voorzien is van middelen voor het vastleggen van de locatie van de bevestiging in de lengterichting van de tweede arm.
15. Het brandbestendig ophangsysteem volgens conclusie 14, waarin de tweede arm een profiel heeft met een opening in de richting van de stang t (9) voorzien van inwaarts gerichte weerhoudingsranden en waarin de middelen voor het vastleggen van de locatie van de bevestiging in de lengterichting van de tweede arm randen hebben die grijpen rond de wanden van het open profiel van de arm geschikt voor het tegenhouden van het verder openen van de opening in het profiel, op de plaats van bevestiging van de stang.
BE201000388A 2010-04-01 2010-06-30 Verbeterd brandbestendig ophangsysteem. BE1019743A3 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
EP20100159034 EP2400198B1 (en) 2010-04-01 2010-04-01 Improved fire resistant suspension system
EP10159034 2010-04-01

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1019743A3 true BE1019743A3 (nl) 2012-12-04

Family

ID=42617787

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE201000388A BE1019743A3 (nl) 2010-04-01 2010-06-30 Verbeterd brandbestendig ophangsysteem.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP2400198B1 (nl)
BE (1) BE1019743A3 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO2016140970A1 (en) * 2015-03-02 2016-09-09 Sunpower Corporation Solar collector cable support tray and support system
DE102023117292A1 (de) 2022-08-19 2024-02-22 fischer fasteners QD Trading WLL Traverse

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2535427A (en) * 1946-04-02 1950-12-26 Kindorf Co Conduit supporting frame
DE3317799C3 (de) * 1983-05-17 1995-04-20 Promat Gmbh Tragvorrichtung für Elektrokabel
US5039039A (en) * 1990-01-04 1991-08-13 Schaffer Michael D Hanger bracket
DE19808991B4 (de) * 1998-02-19 2005-03-24 Aestuver Bauplatten Gmbh Tragvorrichtung für einen Installationskanal
DE29907295U1 (de) * 1999-04-24 1999-07-15 Bettermann Obo Gmbh & Co Kg Kabeltragsystem

Also Published As

Publication number Publication date
EP2400198B1 (en) 2013-07-31
EP2400198A1 (en) 2011-12-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US20160252197A1 (en) Frangible hanger assembly and method
US20160289957A1 (en) Bracket for seismic bracing of conduits
US7946540B2 (en) Coupling/splice/end bracket for channel
MX2012003158A (es) Combinacion de abrazadera de sujecion y aparatos de guia de expansion para bandejas de cable.
US6026545A (en) Universal restraint clip fitting
KR101335478B1 (ko) 빔클램프
US10612696B2 (en) Modular tubing clamp system
BE1019743A3 (nl) Verbeterd brandbestendig ophangsysteem.
CA2946753A1 (en) Hanging load support
US11085555B2 (en) Hose and cable support device
KR20170124218A (ko) 건축용 에이치 빔 파이프 행거 고정용 클램프
KR20210135199A (ko) 철탑용 중장비 접근 방지 장치
US5474274A (en) Coupling and load support for suspending a load from the head of a coal mine roof bolt
US9995430B2 (en) Truss hanger
JP2003021272A (ja) スプリングハンガー
EP3714115A1 (en) Device for strengthening and rigging trusses and method in which such device is applied
EP2873873A2 (en) Folded beam clamp
NL1028828C2 (nl) Hefinrichting voor gebruik bij het monteren en/of demonteren van zware flensbouten en werkwijze voor het monteren van een dergelijke flensbout.
KR20090068157A (ko) 고정 장치, 특히 배기가스 흡수기의 파이프라인을 위한 고정 장치
US20080203242A1 (en) Spacer Assembly
CA2630212C (en) A coupling/splice/end bracket for channel
CN113670721B (zh) 一种拉拔监测装置及其施工方法
JP2009074570A (ja) 吊持物の吊下げ支持具及びこれを用いた吊下げ支持構造
JP6934397B2 (ja) 仮設照明装置
US20110139953A1 (en) Hanger System and Method