NL1028828C2 - Hefinrichting voor gebruik bij het monteren en/of demonteren van zware flensbouten en werkwijze voor het monteren van een dergelijke flensbout. - Google Patents

Description

, ί

Korte aanduiding: Hefinrichting voor gebruik bij het monteren en demonteren van zware flensbouten en werkwijze voor het monteren van een dergelijke flensbout.

De uitvinding heeft betrekking op een hefinrichting voor gebruik bij het monteren en demonteren van zware, van schroefdraad voorziene flensbouten bij een uit twee tegenover elkaar liggende, van boutgaten voorziene flenzen bestaand flenssamenstel met een in hoofd-5 zaak verticale hartlijn.

In industriële installaties, zoals aardolieraffinaderijen, elektriciteitscentrales, chemische fabrieken, e.d. worden vaak flensverbindingen toegepast om buiseinden met elkaar te verbinden. In bepaalde gevallen kunnen de flenzen en de daarbij behorende flens-10 bouten zeer groot en zwaar uitgevoerd zijn. Het monteren en demonteren van de zware flensbouten, die tot 70-80 kg kunnen wegen, vindt tegenwoordig nog vaak handmatig plaats, aangezien het gebruik van een hijskraan duur is en in veel gevallen zelfs niet mogelijk aangezien er onvoldoende hijsruimte boven de te monteren of te demonteren 15 schroefbout is.

Het handmatig monteren van een zware, van schroefdraad voorziene flensbout bij een uit twee tegenover elkaar liggende, van boutgaten voorziene flenzen bestaand flenssamenstel met een in hoofdzaak verticale hartlijn vindt als volgt plaats. Een eerste 20 monteur steekt de flensbout van onderaf in het bijbehorende boutgat, waarbij hij meestal gebukt staat of op zijn knieën zit. Met beide handen beweegt hij de flensbout verder in het boutgat omhoog totdat het bovenste einde van de bout met een aantal schroefgangen boven de bovenste flens uitsteekt, zodat een tweede monteur een moer op het 25 bovenste einde van de bout kan draaien. Soms draait de moer niet soepel op de flensbout, zodat deze de neiging heeft mee te draaien.

De eerste monteur moet dan nog meer kracht zetten om de bout tegen te houden. Bij zeer zware flensbouten wordt ook wel gebruik gemaakt van een hefboombalk om de flensbout in h£t boutgat omhoog te bewegen.

30 Het handmatig monteren en demonteren van zware flensbouten, waarvan er een betrekkelijk groot aantal (tot 24 of meer) in één flensverbinding aanwezig kunnen zijn, betekent een zware belasting voor de monteurs en kan bovendien leiden tot onveilige situaties.

1028828 - 2 -

De uitvinding heeft tot doel het monteren en demonteren van zware, van schroefdraad voorziene flensbouten bij een uit twee tegenover elkaar liggende, van boutgaten voorziene flenzen bestaand flenssamenstel met een in hoofdzaak verticale hartlijn te vergemak-5 kelijken.

Dit doel wordt bereikt door een hefinrichting volgens conclusie 1 en een werkwijze volgens conclusie 7.

Door gebruik te maken van de hefinrichting volgens de uitvinding en het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding is de 10 door de monteurs te leveren inspanning aanzienlijk verminderd. In bepaalde gevallen is slechts één monteur meer nodig om een flensbout te monteren of te demonteren. Verder kan monteren of demonteren van een flensbout sneller worden uitgevoerd en is de kans op het optreden van gevaarlijke situaties aanzienlijk verminderd.

15 Voorkeursuitvoeringsvormen van de hefinrichting en werkwijze volgens de uitvinding zijn vastgelegd in de afhankelijke conclusies.

Opgemerkt wordt dat US 6.560.836 BI een handgereedschap toont voor het na losdraaien en afnemen van moeren verwijderen van vast zittende bouten uit een flenskoppeling. Het handgereedschap heeft 20 hierbij twee flensen, waarbij de ene flens verplaatsbaar is ten opzichte van de andere flens. Bij gebruik steunt de eerste flens door middel van busvormige behuizingen af op een flenskoppeling. De busvormige behuizingen zijn hierbij vrij beweegbaar gepositioneerd over de te verwijderen vast zittende bouten. Met de tweede flens zijn 25 haak-vormige uitduworganen verbonden die aan komen te liggen tegen de vrije uiteinden van de bouten. Met de tweede flens is een drukbout werkzaam verbonden welke met zijn vrije einde aanligt tegen de eerste flens. Daarnaast zijn met de eerste flens geleidingspennen verbonden waaroverheen de tweede flens heen en weer kan worden verschoven. Door 30 de tweede flens onder aandraaiing van de drukbout te verschuiven ten opzichte van de eerste flens kunnen de bouten uit de flenskoppeling worden geduwd. De bouten komen hierbij terecht in de busvormige behuizingen. Het getoonde handgereedschap uit US 6.560.836 BI verschaft echter geen oplossing om de door zwaartekracht bemoeilijkte 35 montage van zware flensbouten te vergemakkelijken. Het handgereedschap is bijvoorbeeld niet geschikt voor het aanbrengen en op zijn plaats houden van bouten in een flenskoppeling.

1028828 - 3 -

De uitvinding zal in de hierna volgende beschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een aanzicht in doorsnede (fig. la) en een aanzicht in 5 perspectief en in doorsnede (fig. lb) is van een flenssamenstel met een flensbout en hefinrichting volgens de uitvinding.

figs. 2 t/m 8 de opeenvolgende stappen weergeven van het monteren van een zware flensbout met behulp van de hefinrichting volgens de uitvinding.

10 In fig. la is in een aanzicht in doorsnede en in fig. lb in een aanzicht in perspectief en in doorsnede een flenssamenstel met een flensbout en een hefinrichting volgens de uitvinding weergegeven, waarbij de hartlijn van het flenssamenstel in hoofdzaak verticaal is. j

Het flenssamenstel bestaat uit twee tegenover en bovenop elkaar 15 liggende flenzen 1 en 2. De onderste flens 1 is met het uiteinde van een buiseind 3 verbonden door middel van een lasnaad (niet weergegeven) . Deze lasnaad wordt gemaakt in een V-vormig uitsparing die gevormd wordt door afschuiningen 3a resp. la aan het buiseind 3 en aan een verbindingsgedeelte lb van de onderste flens 1. De bovenste 20 flens 2 is uitgevoerd als afsluitflens. De bovenste flens 2 zou echter ook kunnen zijn uitgevoerd zoals de onderste flens 1 en met een buiseind zijn verbonden, waarbij het flenssamenstel twee buis-einden met elkaar verbindt. De flenzen 1 en 2 zijn voorzien van j tegenover elkaar liggende boutgaten 4. De flenzen worden met elkaar 25 verbonden door middel van door de boutgaten 4 stekende flensbouten 5, waarvan er in fig. la,b slechts één is getekend. Het aantal bouten dat de beide flenzen 1 en 2 met elkaar verbindt kan betrekkelijk groot zijn, bijvoorbeeld 24 of meer. Elk van de flensbout 5 is voorzien van een eerste moer 6 en een tweede moer 7. Het is echter 30 ook mogelijk dat een flensbout 5 in plaats van een eerste moer 6 aan het betreffende uiteinde is voorzien van een vaste kop.

De uitvinding heeft in het bijzonder betrekking op het monteren en/of demonteren van zware flensbouten 5, die een gewicht tot 70-80 kg kunnen hebben, in de situatie waarin de hartlijn van het flens- 35 samenstel in hoofdzaak verticaal is. i !

In fig. la,b is verder een in het algemeen met 8 aangeduide hefinrichting weergegeven die gebruikt wordt bij het monteren en/of demonteren van dergelijke zware flensbouten 5.

De in fig. la,b weergegeven uitvoeringsvorm van de hef-40 inrichting 8 volgens de uitvinding omvat een als schroefvijzei 1028828 I t - 4 - uitgevoerde vijzel 9. De vijzel 9 omvat een langwerpig huis 10 en een daarin roteerbare schroefspil 11, die buiten het huis is voorzien van een aandrijfmoer 12. De schroefspil 11 kan worden rondgedraaid met behulp van een hulpgereedschap dat op de aandrijfmoer 12 wordt gezet.

5 Dit hulpgereedschap kan bestaan uit een sleutel of een slinger waarmee de schroefspil 11 handmatig wordt rondgedraaid, of een elektrisch of pneumatisch draaigereedschap. De vijzel 9 omvat verder een met het huis 10 verbonden eerste drukplaat 13 en een ten opzichte daarvan beweegbare tweede drukplaat 14. De tweede drukplaat 14 kan 10 ten opzichte van de eerste drukplaat 13 worden bewogen door middel van de schroefspil 11. De vijzel 9 is in het weergegeven uitvoerings-voorbeeld een in de handel verkrijgbare vijzel die in de automobielindustrie wordt gebruikt voor het monteren van McPherson veren. De vijzel kan echter ook een ander type vijzel zijn.

15 De hefinrichting 8 omvat verder een met de eerste drukplaat 13 verbonden, zich in dwarsrichting ten opzichte van de hartlijn van de vijzel 9 uitstrekkend eerste steundeel 16 en een met de tweede drukplaat 14 verbonden, zich in dwarsrichting ten opzichte van de hartlijn van de vijzel uitstrekkend tweede steundeel 17. Bij voorkeur is 20 het eerste steundeel 16 via een eerste verbindingsdeel 18 losneembaar verbonden met de eerste drukplaat 13 en is het tweede steundeel 17 door middel van een tweede verbindingsdeel 19 losneembaar verbonden I met de tweede drukplaat 14. De verbindingsdelen 18 en 19 worden aan de drukplaten 13 en 14 vastgezet door middel van bouten 20. Het 25 eerste steundeel 16 en het eerste verbindingsdeel 18 vormen samen een in hoofdzaak L-vormig onderdeel. Het tweede steundeel 17 en het tweede verbindingsdeel 19 vormen samen eveneens een in hoofdzaak L-vormig onderdeel. De steundelen 16 en 17 hebben bij voorkeur de vorm van een vork. Het eerst steundeel 16 is verder voorzien van een 30 kunststoffen schijf 21. Deze kunststoffen schijf is zodanig complementair aan de vorkvorm van het steundeel 16 gevormd dat hij passend in en om het vorkvormige steundeel 16 kan worden geschoven, en daarna ook weer losneembaar is, zodat hij naar keuze gemonteerd en gedemonteerd kan worden op het gewenste steundeel 16.

35 Het tweede steundeel 17 is bedoeld om bij gebruik van de hefinrichting bij het monteren en/of demonteren van zware flensbouten tussen de twee flenzen 1 en 2 te worden geplaatst en het eerste steundeel 16 met de kunststoffen schijf 21 is bedoeld om onder een te monteren flensbout 5 te worden geplaatst en deze te ondersteunen.

1 P 2 8 8 2 8 - 5 -

De lengten in verticale richting van de verbindingsdelen 18 en 19 zijn in fig. 1 gelijk. Afhankelijk van de afmetingen van de flensbout 5 en de flenzen 1 en 2 kunnen de verbindingsdelen 18, 19 van de L-vormige onderdelen 16, 18 respectievelijk 17, 19 langer of 5 korter zijn, of een onderling verschillende lengte hebben.

Teneinde een hefinrichting 8 te verschaffen, die flexibel inzetbaar is in verschillende situaties, voor verschillende afmetingen van de flensbout 5 en van de flenzen 1 en 2 (in het bijzonder verschillende flensdiktes), kan een gereedschapsset worden 10 verschaft bestaande uit een vijzel 9 en meerdere L-vormige onderdelen 16, 18 respectievelijk 17, 19 met verschillende afmetingen. Bijvoorbeeld kan een gereedschapsset verschaft worden bestaande uit een vijzel 9 en vier bijbehorende L-vormige hulpstukken, waarvan er twee een kort verbindingsdeel 18, 19 hebben en kunnen worden toegepast als 15 de L-vormige onderdelen 16, 18 respectievelijk 17, 19 met een kort verbindingsdeel 18, 19 en waarvan de twee overige een lang verbindingsdeel 18, 19 hebben en kunnen worden toegepast als de L-vormige onderdelen 16, 18 respectievelijk 17, 19 met een lang verbindingsdeel 18.

20 In een bepaalde situatie kunnen dan twee geschikte L-vormige hulpstukken worden gekozen en door middel van bouten 20 op de eerste drukplaat 13 en op de tweede drukplaat 14 van de vijzel 9 worden gemonteerd om een complete hefinrichting 8 te vormen, die in die situatie passend is. Zo kunnen met deze gereedschapsset verschil-25 lende hefinrichtingen 8 gemaakt worden door het combineren van een vijzel 9 met twee korte L-vormige hulpstukken of met een korte L-vorrmig hulpstuk en een lang L-vormig hulpstuk of met twee lange L-vormige hulpstukken, welke hefinrichtingen respectievelijk geschikt zijn voor het monteren of demonteren van een flenssamenstel met 30 minder dikke, matig dikke, respectievelijk meer dikke flenzen 1, 2 met de bijbehorende kortere of langere flensbouten 5.

De L-vormige hulpstukken die de L-vormige onderdelen 16, 18 respectievelijk 17, 19 vormen kunnen van staal gemaakt zijn. De L-vormige hulpstukken vormen een aanzienlijk deel van het gewicht van 35 de hefinrichting 8 en vormen zeker ook een aanzienlijk deel van het gewicht van de gereedschapsset, zoals hierboven beschreven. Met voordeel kunnen de L-vormige hulpstukken gemaakt worden van aluminium, waarmee een relatief lichte hefinrichting 8 c.q.

gereedschapsset verschaft worden. I

1028828 - 6 -

De verschillende stappen bij de werkwijze voor het monteren van een zware, van schroefdraad voorziene flensbout bij een uit twee tegenover elkaar liggende, van boutgaten voorziene flenzen bestaand flenssamenstel met een in hoofdzaak verticale hartlijn met behulp van 5 de hefinrichting volgens de uitvinding zijn in de figuren 2 t/m 8 weergegeven, waarbij in de figuren "a" een deel van het flens-samenstel met een flensbout en hefinrichting in een zijaanzicht is weergegeven, terwijl in de figuren "b" een deel van een flenssamenstel met flensbout en hefinrichting in een aanzicht in 10 perspectief vanaf de bovenzijde en in doorsnede is weergegeven.

In fig. 2a,b is de situatie weergegeven waarin een afsluitflens 2 (bovenste flens) op een met een verticaal opgesteld buiseind 3 verbonden flens 1 (onderste flens) is geplaatst. Zoals eerder vermeld zou de flens 2 ook een met een (niet weergegeven) buiseind verbonden 15 flens, zoals de flens 1, kunnen zijn. De boutgaten 4 in de flenzen 1 en 2 liggen tegenover elkaar.

In fig. 3a,b is verder een te monteren flensbout 5 met een daarop gedraaide eerste moer 6 weergegeven. In plaats van de moer 6 zou de flensbout 5 aan het betreffende uiteinde ook voorzien kunnen 20 zijn van een vaste kop. De flensbout 5 wordt door een monteur handmatig van onderaf in het bijbehorende boutgat 4 in de onderste flens 1 gestoken.

Vervolgens wordt, zoals in fig. 4a,b is weergegeven, de hefinrichting 8 volgens de uitvinding geplaatst. Daarbij zijn de 25 steundelen 16 en 17 uit elkaar bewogen. Het tweede steundeel 17 wordt tussen de flenzen 1 en 2 geplaatst en het eerste steundeel 16 met de kunststoffen schijf 21 wordt onder de te monteren flensbout 5 geplaatst. De flensbout 5 wordt nu ondersteund door de hefinrichting 8 zodat de monteur die de flensbout 5 aanvankelijk in het bijbe-30 horende boutgat heeft gestoken, zijn handen vrij heeft. De hefinrichting 8 kan worden aangebracht door de monteur die aanvankelijk de flensbout 5 in het bijbehorende boutgat 4 heeft gestoken of door een tweede monteur. Door het ronddraaien van de schroefspil 11 van de vijzel 9 door middel van een op de aandrijfmoer 35 12 van de schroefspil geplaatst hulpgereedschap (niet weergegeven) worden de beide steundelen 16 en 17 naar elkaar toe bewogen en wordt de flensbout 5 in het bijbehorende boutgat omhoog bewogen (pijl 22 in fig. 4a,b en fig. 5a,b).

In fig. 5a,b is de flensbout 5 verder in het bijbehorende 40 boutgat omhoog bewogen en is verder de aan de bovenzijde van de - 7 - bovenste flens 2 op de flensbout 5 te draaien tweede moer 7 weergegeven. De flensbout 5 wordt verder omhoog bewogen door het ronddraaien van de schroefspil 11 van de vijzel 9 (pijl 23 in fig.

5b). Daarbij beweegt de flensbout 5 zich tussen de benen van het 5 vorkvormige tweede steundeel 17 door.

In fig. 6a,b is de situatie weergegeven waarin de flensbout 5 zover omhoog is bewogen dat één of twee schroefgangen van de flensbout 5 boven de bovenste flens 2 uitsteken, zoals bij 24 is aangegeven. De beide steundelen 16 en 17 zijn nu zover naar elkaar 10 toe bewogen dat de beide drukplaten 13 en 14 van de vijzel 9 dichtbij elkaar liggen of tegen elkaar aanliggen. De tweede moer 7 kan nu op de flensbout 5 worden gedraaid. De flensbout 5 steunt af op de in het vorkvormige steundeel 16 aangebrachte kunststoffen schijf 21 en ondervindt daardoor een wrijvingskracht die weerstand biedt tegen 15 schuiven en verdraaien, zodat wordt voorkomen dat de flensbout 5 bij het erop draaien van de moer 7 gaat meedraaien. De in fig. 6a,b weergegeven situatie komt in hoofdzaak overeen met de in fig. la,b weergegeven situatie.

De tweede moer 7 wordt verder op de flensbout 5 gedraaid 20 waardoor de flensbout verder omhoog beweegt en loskomt van het eerste steundeel 16 met kunststoffen schijf 21. De hefinrichting 8 kan nu worden verwijderd, zoals in fig. 7a,b is weergegeven.

In fig. 8a,b is de situatie weergegeven waarin de flensbout 5 met moeren 6 en 7 in het flenssamenstel is gemonteerd.

25 De hiervoor beschreven handelingen dienen te worden uitgevoerd voor elk van de in de boutgaten 4 van het flenssamenstel te monteren flensbouten 5. Het aantal boutgaten 4 kan betrekkelijk groot zijn en oplopen tot 24 of meer.

Bij het demonteren van een flensbout 5 vinden de hiervoor 30 beschreven handelingen in principe in omgekeerde volgorde plaats.

De uitvinding is niet beperkt tot de hiervoor beschreven uitvoeringsvormen van de hefinrichting en de werkwijze volgens de uitvinding. De hefinrichting kan anders zijn uitgevoerd en bijvoorbeeld een ander type vijzel omvatten. Ook zouden de stuurdelen 16, 17 35 zodanig kunnen zijn uitgevoerd dat ze rechtstreeks (dus zonder de verbindingsdelen 18, 19) met de drukplaten 13, 14 kunnen worden verbonden.

1028828

Claims (15)

1. Hefinrichting voor gebruik bij het monteren en demonteren van zware/ van schroefdraad voorziene flensbouten bij een uit twee tegenover elkaar liggende, van boutgaten voorziene flenzen bestaand flenssamenstel met een in hoofdzaak verticale hartlijn, 5 omvattende een vijzel met een eerste deel en een ten opzichte daarvan beweegbaar tweede deel en middelen voor het ten opzichte van elkaar bewegen van het eerste en het tweede deel, een met het eerste deel verbonden, zich in dwarsrichting ten opzichte van de hartlijn van de vijzel uitstrekkend eerste steundeel en 10 een met het tweede deel verbonden, zich in dwarsrichting ten opzichte van de hartlijn van de vijzel uitstrekkend tweede steundeel.

2. Hefinrichting volgens conclusie 1, waarbij de vijzel een 15 schroefvij zei is met een zich door het tweede deel uitstrekkende schroefspil voor het ten opzichte van het eerste deel bewegen van het tweede deel.

3. Hefinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij de steundelen 20 losneembaar met het eerste resp. tweede deel van de vijzel zijn verbonden.

4. Hefinrichting volgens een of meer van de conclusies 1-3, waarbij elk van de beide steundelen de vorm heeft van een vork. 25

5. Hefinrichting volgens een of meer van de conclusies 1-4, waarbij één van de beide steundelen is voorzien van een kunststoffen schij f.

6. Hefinrichting volgens een of meer van de conclusies 1-5, waarbij elk van de beide steundelen door middel van een zich in hoofdzaak evenwijdig aan de hartlijn van de vijzel uitstrekkend verbindingsdeel met het eerste resp. het tweede deel van de vijzel is verbonden, zodanig dat het steundeel samen met het 35 verbindingsdeel een in hoofdzaak L-vormig onderdeel vormen. 1 02 88 2 8 - 9 -

7. Hefinrichting volgens conclusie 6, waarbij het L-vorraige onderdeel van aluminium gemaakt is.

8. Samenstel voor het monteren en demonteren van flensbouten in een 5 flenssamenstel, omvattende een vijzel met een eerste deel en een ten opzichte daarvan beweegbaar tweede deel en middelen voor het ten opzichte van elkaar bewegen van het eerste en het tweede deel, en ten minste twee losneembaar met het eerste en het tweede deel te verbinden of verbonden in hoofdzaak L-vormige 10 onderdelen die elk bestaan uit een steundeel en een zich in hoofdzaak dwars op het steundeel uitstrekkend verbindingsdeel, door middel waarvan het steundeel kan worden verbonden of is verbonden met het eerste of het tweede deel van de vijzel.

9. Samenstel volgens conclusie 8, waarbij de vijzel een schroef- vijzel is met een zich door het tweede deel uitstrekkende schroefspil voor het ten opzichte van het eerste deel bewegen van het tweede deel. i

10. Samenstel volgens conclusie 8 of 9, omvattende ten minste drie in hoofdzaak L-vormig onderdelen, waarbij de afmetingen van de L-vormige onderdelen, in het bijzonder de lengten van de verbindingsdelen, onderling verschillend kunnen zijn. i [

11. Samenstel volgens een of meer van de conclusies 8-10, waarbij elk van de steundelen de vorm heeft van een vork.

12. Samenstel volgens een of meer van de conclusies 8-11, waarbij ten minste één van de steundelen is voorzien van een 30 kunststoffen schijf.

13. Samenstel volgens een of meer van de conclusies 8-12, waarbij de L-vormige onderdelen zijn gemaakt van aluminium.

14. Werkwijze voor het monteren van een zware, van schroefdraad voorziene flensbout bij een uit twee tegenover elkaar liggende, van boutgaten voorziene flenzen bestaand flenssamenstel met een in hoofdzaak verticale hartlijn met behulp van een hefinrichting volgens een van de conclusie 1-7, omvattende de volgende 40 stappen: 1028828 - 10 - - het handmatig van onderaf in een boutgat van de onderste flens steken van een van een eerste moer of kop voorziene flensbout, waarbij de eerste moer of de kop zich op het onderste eind-gedeelte van de flensbout bevindt, 5. het op het flenssamenstel plaatsen van de hefinrichting zodanig dat het ene steundeel ervan tussen de beide flenzen en het andere steundeel onder de in het boutgat geplaatste flensbout wordt geplaatst, en de flensbout ondersteunt, - het bedienen van de vijzel zodanig dat het onder de flensbout 10 geplaatste steundeel met de daarop steunende flensbout omhoog beweegt totdat de flensbout met ten minste één schroefgang boven de bovenste flens uitsteekt, - het op het boven de bovenste flens uitstekende deel van de flensbout draaien van een tweede moer, 15. het verder aandraaien van de tweede moer, en - het van het flenssamenstel verwijderen van de hefinrichting.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, waarbij in het geval dat de vijzel is uitgevoerd als een schroefvijzei met een schroef- 20 spil, voor het omhoog bewegen van de flensbout de schroefspil handmatig met behulp van een sleutel of slinger, of met een elektrisch of pneumatisch draaigereedschap wordt rondgedraaid. 25 1028828