NL1026459C2 - Bevestigingssamenstel. - Google Patents
Bevestigingssamenstel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1026459C2 NL1026459C2 NL1026459A NL1026459A NL1026459C2 NL 1026459 C2 NL1026459 C2 NL 1026459C2 NL 1026459 A NL1026459 A NL 1026459A NL 1026459 A NL1026459 A NL 1026459A NL 1026459 C2 NL1026459 C2 NL 1026459C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- nut
- mounting assembly
- assembly according
- flanges
- washer
- Prior art date
Links
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims abstract description 8
- 230000008719 thickening Effects 0.000 claims description 6
- 230000000717 retained effect Effects 0.000 claims description 2
- 238000012790 confirmation Methods 0.000 description 1
- 238000001746 injection moulding Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B37/00—Nuts or like thread-engaging members
- F16B37/04—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates
- F16B37/041—Releasable devices
- F16B37/042—Releasable devices locking by rotation
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B37/00—Nuts or like thread-engaging members
- F16B37/04—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates
- F16B37/045—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates specially adapted for fastening in channels, e.g. sliding bolts, channel nuts
- F16B37/046—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates specially adapted for fastening in channels, e.g. sliding bolts, channel nuts with resilient means for urging the nut inside the channel
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Bolts, Nuts, And Washers (AREA)
- Connection Of Plates (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
- Seal Device For Vehicle (AREA)
- Paper (AREA)
- Basic Packing Technique (AREA)
Description
5 i · b
Korte aanduiding: Bevestigingssamenstel.
| !' ( De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingssamenstel ; voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een ,· langssleuf, in het bijzonder een prof ielelement van het type dat twee zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem die de 10 zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, welke bovenzijde is gevormd door een vanaf elke zijkant naar binnen gerichte flens, welke flenzen tussen hen in een langssleuf begrenzen, het bevestigingssamenstel omvattende: - een metalen moer met een bovenzijde en een daartegenover 15 gelegen onderzijde, welke moer een lengte heeft die groter is dan de breedte van de langssleuf van het profielelement en een zodanige breedte heeft, dat de moer met zijn lengteas in lijn met de langssleuf door de langssleuf in het profielelement inbrengbaar is, en dan draaibaar is om zich in hoofdzaak dwars op de langssleuf uit 20 te strekken en met zijn bovenzijde achter de flenzen van het profielelement aan te grijpen, waarbij de moer verder een daar doorheen lopende, bij voorkeur van schroefdraad voorziene boring heeft voor het opnemen van een mannelijk bevestigingselement voor het bevestigen van het voorwerp aan het profielelement wanneer de moer 25 zich in zijn dwarspositie bevindt, - een borgelèment aan de bovenzijde van de moer, welk borglichaam een met de moer verbonden lichaam heeft met een centrale opening die in hoofdzaak coaxiaal is met het gat in de moer, welk lichaam verder flensaangrijpingsmiddelen heeft, die zijn ingericht om klemmend aan 30 te grijpen op de flenzen van het profielelement wanneer de moer in de langssleuf is gebracht en zich in de dwarspositie bevindt zodat de moer wordt vastgehouden op de flenzen.
Een dergelijk bevestigingssamenstel is bekend uit NL 1010655.
De uitvinding beoogt een alternatieve bevestigingsinrichting te 35 verschaffen.
Dit oogmerk wordt bereikt door een bevestigingssamenstel volgens de aanhef van conclusie 1, gekenmerkt doordat de flensaangrijpingsmiddelen twee veerarmen omvatten die zich elk diametraal vanaf het lichaam in de lengterichting van de moer 1026459 - 2 - uitstrekken en naar beneden gekromd gevormd zijn zodanig, dat het diametraal verst van het lichaam gelegen distale einde van de veerarm dichterbij de moer ligt dan het op het lichaam aansluitende einde van de veerarm, op een afstand kleiner dan de dikte van de flenzen van 5 het profielelement.
De afstand in axiale richting van het distale einde naar de bovenzijde van de moer is in onbelaste toestand kleiner dan de dikte van de flenzen van het profielelement. Wanneer het bevestigings-samenstel op een profielelement wordt aangebracht en in gemonteerde 10 toestand wordt gedraaid, d.w.z. die stand waarbij de moer zich in de dwarsstand bevindt, grijpen de veerarmen met het gebied nabij het distale einde ervan aan op de bovenzijde van de flenzen. In die stand worden de veerarmen omhoog gedrukt door de flenzen waardoor de klemkracht van de veerarmen wordt verkregen.
15 Met voordeel zijn de flensaangrijpingsmiddelen voorzien van bedieningsuitsteeksels die zich telkens van de moer af gericht vanaf het distale einde van de veerarmen, bij voorkeur omhoog, uitstrekken, zodanig dat wanneer de bedieningsuitsteeksels worden bediend, de distale einden van de veerarmen van de moer af worden bewogen.
20 Door de bedieningsuitsteeksels te bedienen wordt de afstand tussen de bovenzijde van de moer en de distale einden van de veerarmen vergroot waardoor voldoende ruimte ontstaat waartussen de flenzen van het profielelement kunnen worden opgenomen bij het naar de dwarspositie draaien van de moer. Wanneer de 25 bedieningsuitsteeksels dan worden losgelaten, veren de veerarmen terug in de richting van de moer, waardoor ze aangrijpen op de bovenzijde van de flenzen en de moer naar boven tegen de onderzijde van de flenzen trekken.
Bij een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het 30 bevestigingssamenstel verder een metalen onderlegring met een centraal gat, welke onderlegring tegen de van de moer afgekeerde zijde van het lichaam van het borgelement aanligt, en waarbij aan de bedieningsuitsteeksels lippen zijn aangebracht die de onderlegring vasthouden. Deze uitvoeringsvorm kan eenvoudig worden getransporteerd 35 en gehanteerd tijdens montage, zonder dat de onderlegring wordt verloren of van zijn plaats raakt. Bij een verdere uitvoeringsvorm grijpen de lippen over de rand van de onderlegring om deze vast te houden.
1026459 - 3 -
Bij een mogelijke uitvoeringsvorm heeft de onderlegring op de naar de moer gekeerde zijde een aangrijpvlak om op de bovenzijde van het profielelement aan te grijpen, welk aangrijpvlak een verdieping heeft voor het opnemen van de veerarmen. Bij een verdere 5 uitvoeringsvorm heeft het aangrijpvlak van de onderlegring verder een verdieping voor het ten minste gedeeltelijk opnemen van het lichaam van het borgelement. Door deze maatregelen wordt ervoor gezorgd dat de onderlegring kan aangrijpen op de flenzen en er bij het aanbrengen van een draadstang en een borgmoer op het bevestigingssamenstel een 10 metaal op metaal contact tussen de onderlegring en de flenzen ontstaat.
De uitvinding zal in de navolgende beschrijving nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 in perspectief een aanzicht met uiteengenomen delen 15 toont van een voorkeursuitvoeringsvorm van een bevestigingssamenstel volgens de uitvinding, fig. 2 een dwarsdoorsnede toont van het bevestigingssamenstel van fig. 1 in een samengebouwde toestand, fig. 3 een onderaanzicht toont van een onderlegring van het 20 bevestigingssamenstel van fig. 1, en fig. 4 een dwarsdoorsnede van een profielelement toont.
In fig. 1 is een bevestigingssamenstel 1 getoond dat is bestemd voor het bevestigen van een voorwerp zoals bijvoorbeeld een pijpbeugel aan een profielelement 80 waarvan in fig. 4 een 25 dwarsdoorsnede is getoond. Het profielelement 80 heeft twee zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten 81, een bodem 82 die de zijkanten 81 verbindt, en een bovenzijde 83. De bovenzijde 83 wordt gevormd door een vanaf elke zijkant naar binnen gerichte flens 84. De flenzen 84 begrenzen tussen hen in een langssleuf 85 met een breedte 30 b2.
Het bevestigingssamenstel 1 omvat een langwerpige metalen moer 2, een borgelement 3 en een onderlegring 4. De moer 2 heeft een bovenzijde 21 een daartegenover gelegen onderzijde 22. De moer 2 heeft een lengte 1 die groter is dan de breedte b2 van de langssleuf 35 85 van het profielelement 80. Verder heeft de moer 2 een zodanige breedte bl, dat de moer 2, zoals algemeen bekend is, met zijn lengteas in lijn met de langssleuf 85 door de langssleuf 85 in het profielelement 80 ingebracht kan worden, en dan gedraaid kan worden 1026459 - 4 - om zich in hoofdzaak dwars op de langssleuf 85 uit te strekken en met zijn bovenzijde 21 achter de flenzen 84 van het profielelement 80 aan te grijpen. Bij een niet getoonde variant, die op zich uit de stand van de techniek bekend is, kan de breedte van de moer iets groter 5 zijn dan de breedte b2 van de langssleuf 85, waarbij de in lijn met
J
, ' de langssleuf 85 gebrachte moer dan in gekantelde stand eerst onder ! één van de flenzen 84 van het profielelement 80 wordt geschoven.
De moer 2 heeft verder een daar doorheen lopende, bij voorkeur van schroefdraad voorziene boring 23 voor het opnemen van een 10 mannelijk bevestigingselement zoals een bout of een draadstang voor het bevestigen van het voorwerp aan het profielelement 80 wanneer de moer 2 zich in zijn dwarspositie bevindt. In de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de moer 2 voorzien van twee uitsparingen 24 die, aansluitend op de boring, zich van de bovenzijde 21 naar de 15 onderzijde 22 door de moer 2 heen uitstrekken. De uitsparingen 24 zijn ten opzichte van de boring 23 diametraal tegenover elkaar gelegen.
Het borgelement 3 is bij voorkeur uit één stuk vervaardigd uit kunststof door middel van spuitgieten. Het borgelement 3 is tegen de 20 bovenzijde 21 van de moer 2 aangebracht en is daarmee op een nader te beschrijven wijze verbonden. Het borgelement 3 heeft een lichaam 31 met een centrale opening 32 die in hoofdzaak coaxiaal is met de boring 23 in de moer 2, zoals duidelijk in fig. 2 te zien is. Het lichaam 31 heeft bij voorkeur in hoofdzaak een cirkelvormige ringvorm 25 zoals in de figuren is weergegeven, maar kan ook een andere vorm hebben. Het ringvormige lichaam 31 heeft een buitendiameter die kleiner is dan de breedte b2 van de langssleuf 85 van het profielelement 80.
Het borgelement 3 heeft verder flensaangrijpingsmiddelen die 30 twee veerarmen 33 omvatten die zich elk diametraal vanaf het ringvormige lichaam 31 in de lengterichting van de moer 2 uitstrekken. De armen 33 zijn gekromd gevormd zodanig, dat het diametraal verst van het lichaam 31 gelegen distale einde 34 van de veerarm 33 dichterbij de moer 2 ligt dan het op het ringvormige 35 lichaam 31 aansluitende einde 35 van de veerarm 33. De afstand tussen de bovenzijde 21 van de moer 2 en het distale einde 34 van de arm 33 is kleiner dan de dikte van de flenzen 84 van het profielelement 80. De veerarmen 33 zijn zodoende ingericht om in samenwerking met de 1 026459 - 5 - moer 2 klemmend aan te grijpen op de flenzen 84 van het profielelement 80 wanneer de moer 2 in de langssleuf 85 is gebracht en zich in de dwarspositie bevindt.
Het borgelement 3 heeft twee verbindingsbenen 36 behorend bij ,5 de op de boring 23 in de moer 2 aansluitende uitsparingen 24. De ' I' ' ‘ i verbindingsbenen 36 zijn in de diametrale uitsparingen 24 opgenomen : ' en in het getoonde üitvoeringsvoorbeeld elk voorzien van een naar ‘ i » buiten wijzende nok 37 die achter de rand van de uitsparing 24 bij de onderzijde 22 van de moer 2 haakt zoals is weergegeven in fig. 2. Een 10 uitvoeringsvorm waarbij slechts één van de benen 36 is voorzien van een nok 37 is ook denkbaar.
De verbindingsbenen 36 hebben bij voorkeur een verdikking 38 die zich in het getoonde voorbeeld in het verlengde van de boring 23 van de moer 2 bevindt. De verdikking 38 zorgt ervoor dat een in de 15 boring 23 vast te zetten mannelijk bevestigingselement tegen losdraaien is geborgd, bijvoorbeeld omdat de schroefdraad op het mannelijk bevestigingselement in de verdikking snijdt. Bij een mogelijke uitvoeringsvorm kan ook slechts één been 36 zijn voorzien van een verdikking. Ook kan de verdikking, anders dan in de figuren 20 is getoond, zich aan het been 36 ter hoogte van de boring 23 van de moer 2 bevinden. Bij voorkeur zijn de uiteinden van de verbindingsbenen 36 met elkaar verbonden door een verbindingselement 39.
De flensaangrijpingsmiddelen zijn voorzien van 25 bedieningsuitsteeksels 301 die zich telkens van de moer 2 af gericht, vanaf het distale einde 34 van de veerarmen 33 omhoog uitstrekken. De bedieningsuitsteeksels 301 van de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm kunnen worden bediend door ze naar elkaar toe te drukken. Hierdoor worden de distale einden 34 van de veerarmen 33 omhoog, dus van de 30 moer 2 af, bewogen. De afstand tussen de bovenzijde 21 van de moer 2 en de distale einden 34 van de veerarmen 33 wordt zodoende vergroot waardoor voldoende ruimte ontstaat waartussen de flenzen 84 van het profielelement 80 kunnen worden opgenomen bij het naar de dwarspositie draaien van de moer 2. Wanneer de bedieningsuitsteeksels 35 301 dan worden losgelaten, veren de veerarmen 33 terug in de richting van de moer 2, waardoor ze aangrijpen op de bovenzijde van de flenzen 84 en tegelijkertijd de moer 2 naar boven, tegen de onderzijde van de flenzen 84 trekken.
i 1026459 - 6 -
Bij een mogelijke uitvoeringsvorm van de uitvinding bestaat het bevestigingssamenstel slechts uit een moer 2 en een borglichaam 3.
Bij de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm echter, omvat het bevestigingssamenstel 1 verder een metalen onderlegring 4 met een 5 centraal gat 41. De onderlegring 4 ligt tegen de van de moer 2 afgekeerde zijde 31a van het lichaam 31 van het borgelement 3 aan. De onderlegring 4 heeft in de naar de moer 2 gekeerde zijde een aangrijpvlak 42 om op de bovenzijde 83 van het profielelement 80 aan te grijpen. Het aangrijpvlak 42 heeft in de voorkeursuitvoeringsvorm 10 een verdieping 43 met een gedeelte 43a voor het opnemen van de veerarmen 33 wanneer de moer 2 in de dwarspositie in het profielelement 80 is gebracht en een gedeelte 43b voor het ten minste gedeeltelijk opnemen van het ringvormige lichaam 31 van het borgelement 3, zoals in fig. 3 is aangeduid. Bij de getoonde 15 uitvoeringsvorm is de onderlegring 4 zodanig gevormd dat ter plaatse van de verdieping 43 aan de bovenzijde een verhoging aanwezig is zoals het beste te zien is in fig. 1.
Bij de getoonde voorkeursuitvoeringsvorm is de onderlegring 4 verbonden met het borglichaam 3. Hiertoe zijn aan de 20 bedieningsuitsteeksels 301 van het borgelement 3 lippen 302 aangebracht die over de rand van de onderlegring 4 grijpen en de onderlegring 4 vasthouden, zoals in fig. 2 is weergegeven. Verder zijn aansluitend op het centrale gat 41 in de onderlegring 4 één of meer uitsparingen 44 aangebracht waarin bijbehorende nokken 303 zijn 25 opgenomeri, die op de bovenzijde 31a van het ringvormige lichaam 31 van het borgelement 3 zijn aangebracht. De nokken 303 zorgen voor een fixatie van de onderlegring 4 op het borgelement ten aanzien van bewegingen in een vlak evenwijdig aan de onderlegring 4. De lippen 302 zorgen voor een fixatie loodrecht op het vlak van de onderlegring 30 4.
Bij een mogelijke uitvoeringsvorm zouden de nokken 303 weggelaten kunnen worden. In dat geval wordt de beweging van de onderlegring 4 t.o.v. het borgelement 3 in een vlak evenwijdig aan de onderlegring 4 geblokkeerd of ten minste beperkt door het in de 35 verdieping 43 aangebrachte ringvormige lichaam 31 en de ten minste gedeeltelijk in de uitsparing 43 opgenomen veerarmen 33. Verder blokkeren de bedieningsuitsteeksels 301 ook een beweging van de 1026459 - 7 - onderlegring 4 in de langsrichting van de moer 2 en een rotatie rond de hartlijn 100 van het bevestigingssamenstel (zie fig. 2).
Bij een mogelijke uitvoeringsvariant kan het bevestigingssamenstel verder een mannelijk bevestigingselement 5 omvatten dat aan de moer 2 is gekoppeld.
1026459
Claims (20)
1. Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf, in het bijzonder een 5. profielelement van het type dat twee zich in langsrichting t ! , uitstrekkende zijkanten, een bodem die de zijkanten verbindt, en een ; i bovenzijde heeft, welke bovenzijde is gevormd door een vanaf elke ' r \ zijkant naar binnen gerichte flens, welke flenzen tussen hen in een langssleuf begrenzen, het bevestigingssamenstel omvattende: 10. een metalen moer met een bovenzijde en een daartegenover gelegen onderzijde, welke moer een lengte heeft die groter is dan de breedte van de langssleuf van het profielelement en een zodanige breedte heeft, dat de moer met zijn lengteas in lijn met de langssleuf door de langssleuf in het profielelement inbrengbaar is, 15 en dan draaibaar is om zich in hoofdzaak dwars op de langssleuf uit te strekken en met zijn bovenzijde achter de flenzen van het profielelement aan te grijpen, waarbij de moer verder een daar doorheen lopende, bij voorkeur van schroefdraad voorziene boring heeft voor het opnemen van een mannelijk bevestigingselement voor het 20 bevestigen van het voorwerp aan het profielelement wanneer de moer zich in zijn dwarspositie bevindt, - een borgelement aan de bovenzijde van de moer, welk borglichaam een met de moer verbonden lichaam heeft met een centrale opening die in hoofdzaak coaxiaal is met het gat in de moer, welk 25 lichaam verder flensaangrijpingsmiddelen heeft, die zijn ingericht om klemmend aan te grijpen op de flenzen van het profielelement wanneer de moer in de langssleuf is gebracht en zich in de dwarspositie bevindt zodat de moer wordt vastgehouden op de flenzen, met het kenmerk, dat de flensaangrijpingsmiddelen twee 30 veerarmen omvatten die zich elk diametraal vanaf het lichaam in de lengterichting van de moer uitstrekken en gekromd gevormd zijn zodanig, dat het diametraal verst van het lichaam gelegen distale einde van de veerarm dichterbij de moer ligt dan het op het lichaam aansluitende einde van de veerarm, op een afstand kleiner dan de 35 dikte van de flenzen van het profielelement.
2. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 1, waarbij de flensaangrijpingsmiddelen zijn voorzien van bedieningsuitsteeksels 1026459 - 9 - die zich telkens van de moer af gericht vanaf het distale einde van de veerarmen uitstrekken, zodanig dat wanneer de bedieningsuitsteeksels worden bediend, de distale einden van de veerarmen van de moer af worden bewogen. 5
3. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 2, waarbij de bedieningsuitsteeksels zich vanaf de veerarm omhoog uitstrekken.
4. Bevestigingssamenstel volgens één van de vóórgaande conclusies, 10 waarbij het bevestigingssamenstel verder een metalen onderlegring met een centraal gat omvat, welke onderlegring tegen de van de moer afgekeerde zijde van het lichaam van het borgelement aanligt, en waarbij aan de bedieningsuitsteeksels lippen zijn aangebracht die de onderlegring vasthouden. 15
5. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 4, waarbij de lippen aan de bedieningsuitsteeksels over de rand van de onderlegring grijpen.
6. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 4 of 5, waarbij de 20 onderlegring in de naar de moer gekeerde zijde een aangrijpvlak heeft om op de bovenzijde van het profielelement aan te grijpen, welk aangrijpvlak een verdieping heeft voor het opnemen van de veerarmen.
7. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 6, waarbij het 25 aangrijpvlak van de onderlegring verder een verdieping heeft voor het ten minste gedeeltelijk opnemen van het lichaam van het borgelement.
8. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 4-7, waarbij aansluitend op het centrale gat in de onderlegring een of meer uitsparingen zijn 30 aangebracht, en waarbij op het lichaam van het borgelement een of meer nokken zijn aangebracht die in de uitsparingen zijn opgenomen.
9. Bevestigingssamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de moer tegen het lichaam van het borgelement aanligt. 35
10. Bevestigingssamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het lichaam van het borgelement als een cirkelvormige ring is gevormd. 1026459 » - 10 -
11. Bevestigingssamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij de moer is voorzien van één of meer uitsparingen, en waarbij het borgelement een of meer verbindingsbenen heeft die zich vanaf het , 5 lichaam uitstrekken tot in de genoemde uitsparingen. ' r 1 f I i
: 12. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 11, waarbij de een of meer uitsparingen in de moer aansluiten op de boring in de moer.
13. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 11 of 12, waarbij de uitsparingen in de moer zich vanaf de bovenzijde tot aan de onderzijde uitstrekken.
14. Bevestigingssamenstel volgens één van de conclusies 11-13, 15 waarbij de moer is voorzien van twee uitsparingen die ten opzichte van de boring diametraal tegenover elkaar zijn gelegen en het borgelement twee bijbehorende verbindingsbenen heeft die in de diametrale uitsparingen zijn opgenomen.
15. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 13, waarbij ten minste één verbindingsbeen is voorzien van een nok die achter de onderzijde van de moer grijpt.
16. Bevestigingssamenstel volgens één van de conclusies 10-15, 25 waarbij ten minste één verbindingsbeen een verdikking heeft die zich in of in het verlengde van de boring bevindt, zodanig dat een in het gat vast te zetten mannelijk bevestigingselement door de verdikking tegen losdraaien is geborgd.
17. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 13, waarbij de uiteinden van de verbindingsbenen met elkaar verbonden zijn door een verbindingselement.
18. Bevestigingssamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, 35 verder omvattende een mannelijk bevestigingselement dat in het gat van de moer is vastgezet. 1026459 - 11 -
19. Bevestigingssamenstel volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij het borgelement van kunststof is vervaardigd.
20. Bevestigingssamenstel, volgens één van de voorgaande conclusies 5 waarbij het borgelement uit één stuk is vervaardigd. 1026459
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026459A NL1026459C2 (nl) | 2004-06-18 | 2004-06-18 | Bevestigingssamenstel. |
AT05076257T ATE369501T1 (de) | 2004-06-18 | 2005-05-30 | Befestigungseinrichtung |
EP05076257A EP1607641B1 (en) | 2004-06-18 | 2005-05-30 | Fastening assembly |
DE602005001894T DE602005001894T2 (de) | 2004-06-18 | 2005-05-30 | Befestigungseinrichtung |
ES05076257T ES2292049T3 (es) | 2004-06-18 | 2005-05-30 | Equipo de fijacion. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026459A NL1026459C2 (nl) | 2004-06-18 | 2004-06-18 | Bevestigingssamenstel. |
NL1026459 | 2004-06-18 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1026459C2 true NL1026459C2 (nl) | 2005-12-20 |
Family
ID=34938313
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1026459A NL1026459C2 (nl) | 2004-06-18 | 2004-06-18 | Bevestigingssamenstel. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1607641B1 (nl) |
AT (1) | ATE369501T1 (nl) |
DE (1) | DE602005001894T2 (nl) |
ES (1) | ES2292049T3 (nl) |
NL (1) | NL1026459C2 (nl) |
Families Citing this family (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102020110421A1 (de) | 2020-04-16 | 2021-10-21 | Mepa - Pauli Und Menden Gmbh | Verbindungsanordnung sowie Untergestell für eine sanitäre Wanne mit der Verbindungsanordnung |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4840525A (en) * | 1987-12-09 | 1989-06-20 | Unistrut International Corp. | Fastener restrainer for framing system |
NL1010655C1 (nl) * | 1998-08-05 | 2000-02-08 | Walraven J Van Bv | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. |
-
2004
- 2004-06-18 NL NL1026459A patent/NL1026459C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2005
- 2005-05-30 AT AT05076257T patent/ATE369501T1/de not_active IP Right Cessation
- 2005-05-30 EP EP05076257A patent/EP1607641B1/en active Active
- 2005-05-30 DE DE602005001894T patent/DE602005001894T2/de active Active
- 2005-05-30 ES ES05076257T patent/ES2292049T3/es active Active
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4840525A (en) * | 1987-12-09 | 1989-06-20 | Unistrut International Corp. | Fastener restrainer for framing system |
NL1010655C1 (nl) * | 1998-08-05 | 2000-02-08 | Walraven J Van Bv | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
EP1607641A1 (en) | 2005-12-21 |
EP1607641B1 (en) | 2007-08-08 |
ATE369501T1 (de) | 2007-08-15 |
DE602005001894T2 (de) | 2008-04-17 |
DE602005001894D1 (de) | 2007-09-20 |
ES2292049T3 (es) | 2008-03-01 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL2011194C2 (en) | Pipe clip with locking feature. | |
US6571785B1 (en) | System for positioning bow limbs relative to the riser of a crossbow | |
EP2058242B1 (en) | Fastener for fastening a component to a stud | |
EP2492563B1 (en) | Clamp for a pipe or cable. | |
NL2015404B1 (en) | Conduit clip. | |
AU2020201302B2 (en) | Load carrier foot | |
WO2001098033A2 (en) | Clip nuts | |
US20090087282A1 (en) | Securing assembly | |
NL2012933B1 (en) | Connector for connecting profiled-section elements. | |
FR3026449A1 (fr) | Piece de reception d'un ensemble de liaison | |
NL1026797C2 (nl) | Bevestigingssamenstel. | |
NL1026459C2 (nl) | Bevestigingssamenstel. | |
EP2707633A1 (en) | Pipe clip | |
US9011059B2 (en) | Fastening unit | |
NL2009103C2 (en) | Pipe clip with spring washer. | |
CN108131495B (zh) | 导管保持夹组件 | |
NL1010655C1 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. | |
US20070137403A1 (en) | Rod clip | |
FR3026445A1 (fr) | Insert d'un ensemble de liaison | |
NL1011607C2 (nl) | Voorgemonteerd bevestigingssamenstel. | |
NL1009809C2 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. | |
NL1026787C2 (nl) | Bevestigingsklem. | |
US7607632B2 (en) | Device for fixing a fastening ring to a support member and support including it | |
CN108351064B (zh) | 具有带引导通道的锁定机构的装置,优选管夹 | |
KR20060123503A (ko) | 윈드스크린 와이퍼 장치 |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20090101 |