NL1011607C2 - Voorgemonteerd bevestigingssamenstel. - Google Patents
Voorgemonteerd bevestigingssamenstel. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1011607C2 NL1011607C2 NL1011607A NL1011607A NL1011607C2 NL 1011607 C2 NL1011607 C2 NL 1011607C2 NL 1011607 A NL1011607 A NL 1011607A NL 1011607 A NL1011607 A NL 1011607A NL 1011607 C2 NL1011607 C2 NL 1011607C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- nut body
- assembly according
- washer
- rigid body
- elongated nut
- Prior art date
Links
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims description 14
- 239000000463 material Substances 0.000 claims description 2
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 claims 3
- 230000000712 assembly Effects 0.000 description 7
- 238000000429 assembly Methods 0.000 description 7
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 6
- 238000001746 injection moulding Methods 0.000 description 4
- 238000003825 pressing Methods 0.000 description 2
- 229910000831 Steel Inorganic materials 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 210000005224 forefinger Anatomy 0.000 description 1
- 238000000034 method Methods 0.000 description 1
- 230000036316 preload Effects 0.000 description 1
- 239000010959 steel Substances 0.000 description 1
- 210000003813 thumb Anatomy 0.000 description 1
- 239000002023 wood Substances 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B37/00—Nuts or like thread-engaging members
- F16B37/04—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates
- F16B37/045—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates specially adapted for fastening in channels, e.g. sliding bolts, channel nuts
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Bolts, Nuts, And Washers (AREA)
- Connection Of Plates (AREA)
- Electric Double-Layer Capacitors Or The Like (AREA)
- Coupling Device And Connection With Printed Circuit (AREA)
- Handcart (AREA)
Description
Korte aanduiding: Voorgemonteerd bevestigingssamenstel.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voorgemonteerd bevestigingssamenstel volgens de aanhef van conclusie 1.
Een dergelijk bevestigingssamenstel is bijvoorbeeld 5 bekend uit US 4 830 531 en uit NL 1005552. Bij deze bekende bevestigingssamenstellen is het starre lichaam ingericht als verbindingsonderdeel om meerdere profielelementen met elkaar te verbinden en is derhalve voorzien van meerdere aanlegvlakken, waarbij bij elk aanlegvlak een of meer 10 langwerpige moerlichamen zijn voorgemonteerd. De profielelementen zijn gewoonlijk langwerpige metalen profielelementen, in de vakwereld bekend als C-profielrails vanwege hun in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede.
Bij de uit NL 1005552 bekende bevestigingssamenstellen 15 is er in voorzien de langwerpige moer in de periode tussen de produktie van het samenstel, de voormontage, en de bevestiging daarvan aan een profielelement in zijn voormontagestand te houden door middel van aanligging onder veerspanning van de langwerpige moer tegen aan het starre 20 lichaam gevormde uitsteeksels. Hierdoor wordt de langwerpige moer op basis van wrijving in zijn voormontagestand gehouden.
Gebleken is dat het instellen van de juiste voorspanning bij de produktie problematisch is en ook 25 blijken de bevestigingssamenstellen in de praktijk vaak dusdanig ruw te worden behandeld dat er toch een aanzienlijk percentage van de langwerpige moeren ongewenst uit de voormontagestand draait, hetgeen de monteur extra werk bezorgt.
30 In een andere uitvoering waarop de onderhavige aanvrage betrekking heeft, dient het starre lichaam niet als verbindingsorgaan voor het onderling verbinden van profielelementen, maar omvat het bevestigingssamenstel slechts een enkel langwerpig moerlichaam en is het starre 35 lichaam voorzien van een enkele opening voor een 10 1 1607 -2- staafvormig boutonderdeel, dat reeds bij de voormontage of later aan het moerlichaam wordt vastgezet. Bijvoorbeeld is het starre lichaam hierbij een U-vormig gebogen metaaldeel, waarvan de benen buiten langs het profielelement komen te 5 liggen wanneer het tussenlijf tegen de van flenzen voorziene zijde van het profielelement ligt. Daarbij is dan de opening voor het al aangebrachte of later aan te brengen staafvormige boutonderdeel in het tussenlijf aangebracht. Ook bij een dergelijke uitvoering is het voordelig voor de 10 werkzaamheden van de monteur als het langwerpige moerlichaam in een voormontagestand ten opzichte van het starre lichaam is geborgd.
De onderhavige uitvinding beoogt volgens een eerste aspect een verbeterde borging van de langwerpige 15 moerlichaam in de voormontagestand te verschaffen, zodat het bevestigingssamenstel snel en gemakkelijk kan worden gemonteerd. In het bijzonder beoogt de uitvinding deze verbetering te realiseren zonder een wezenlijke kostprijsverhoging ten opzichte van de bekende 20 bevestigingssamenstellen en met produktietechnisch eenvoudige maatregelen. De onderhavige uitvinding verschaft daartoe een bevestigingssamenstel volgens conclusie 1.
Door de maatregelen van het kenmerk van conclusie 1 wordt bereikt dat er in de voormontagestand van het 25 langwerpige moerlichaam sprake is van een vormgesloten rotatieverhinderende verbinding tussen het langwerpige moerlichaam en het starre lichaam. In een voorkeursuitvoeringsvorm kan deze verbinding worden opgeheven door het langwerpige moerlichaam van het starre 30 lichaam vandaan te bewegen, zodat het langwerpige moerlichaam vervolgens naar de vasthoudstand daarvan kan worden gedraaid.
Volgens een tweede aspect verschaft de onderhavige uitvinding een onderlegringsamenstel volgens conclusie 23. 35 Volgens een derde aspect verschaft de onderhavige uitvinding een systeem volgens conclusie 24.
Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn beschreven in de conclusies en in de navolgende 1 n 1 i k n 7 -3- beschrijving aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 in zijaanzicht een uitvoeringsvoorbeeld van het bevestigingssamenstel volgens de uitvinding, 5 fig. 2 gedeeltelijk in doorsnede een detail van figuur 1, fig. 3a in zijaanzicht het nokonderdeel van het bevestigingssamenstel volgens de figuren 1 en 2, fig. 3b in een ander zijaanzicht het nokonderdeel van figuur 3a, 10 fig. 3c het nokonderdeel in bovenaanzicht, fig. 4a in bovenaanzicht het langwerpige moerlichaam van het bevestigingssamenstel volgens de figuren 1 en 2, fig. 4b het moerlichaam van figuur 4a in langsdoorsnede, fig. 5 in bovenaanzicht een lip van het haaks gebogen 15 starre lichaam volgens de figuren 1 en 2, fig. 6a in zijaanzicht het veerelement van het bevestigingssamenstel volgens de figuren 1 en 2, fig. 6b het veerelement in een ander zijaanzicht, fig. 6c het veerelement in bovenaanzicht, 20 fig. 7a in bovenaanzicht de onderlegring van het bevestigingssamenstel volgens de figuren 1 en 2, fig. 7b de onderlegring in zijaanzicht, fig. 8 in doorsnede een uitvoeringsvoorbeeld van een profielelement waaraan een bevestigingssamenstel volgens de 25 uitvinding kan worden vastgezet.
Het in de figuur 1 getoonde als bij de produktie ervan als één geheel voorgemonteerde bevestigingssamenstel 1 is bestemd voor het onder een haakse hoek met elkaar verbinden 30 van wat hun doorsnedevorm betreft soortgelijke langwerpige metalen profielelementen. In figuur 8 is de typische C-vormige doorsnede van een dergelijk profielelement te herkennen. Het profielelement 2 heeft hier twee evenwijdige en zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten 3, 4, een 35 bodem 5, die de zijkanten 3, 4 verbindt, en een bovenzijde, die is gevormd door twee vanaf de zijkanten 3, 4 naar binnen gerichte flenzen 6,7, die tussen hen in een langssleuf 8 begrenzen. De langssleuf 8 strekt zich uit 1 01 1607 -4- over de hele lengte van het profielelement 2. Ook in de bodem 5 kunnen over de lengte van het profielelement 2 verdeeld meerdere langwerpige sleufgaten aanwezig, waaraan een bevestigingssamenstel volgens de uitvinding kan worden 5 aangebracht.
Het bevestigingssamenstel 1 omvat een in hoofdzaak star lichaam 10 met twee haaks op elkaar gerichte lippen 11, 12, waarvan er in figuur 5 een is getoond. Het lichaam 10 is hier uit metaalplaat of metaalband gestansd en haaks 10 gebogen. De onderzijde van elk van die lippen 11, 12 vormt een aanlegvlak, respectievelijk 13, 14, dat is bestemd om aan te komen liggen tegen de buitenzijde van de flenzen 6, 7 van een van de te verbinden profielelementen 2.
In elk van de lippen 11, 12 zijn twee openingen 15 15 aangebracht, die zich uitstrekken vanaf de bovenzijde tot aan het aanlegvlak van de betreffende lip en in hoofdzaak haaks op het aanlegvlak zijn gericht. Zoals in de figuren 1 en 2 is te herkennen steekt door elk van deze openingen 15 een nader toe te lichten boutsamenstel 20.
20 De boutsamenstellen 20 dienen om het lichaam 10 stevig vast te kunnen klemmen tegen de flenzen 6,7 van de profielelementen 2. In de getoonde uitvoeringsvorm omvat elk boutsamenstel 20 de volgende delen: - een schroefbout 21 met een zeskante boutkop 22 en een van 25 buitenschroefdraad voorziene steel 23. Hierbij ligt de boutkop 22 aan de bovenzijde van de betreffende lip 11, 12 en steekt de steel 23 door de opening 15.
- een langwerpige metalen moer 24, die in detail is getoond in de figuren 4a,4b en aan de zijde van het aanlegvlak op 30 de steel 23 van de schroefbout 21 is geschroefd, - een metalen onderlegring 25, waar de steel 23 van de bout 21 doorheen steekt zodat de onderlegring 25 onder tegen de boutkop 22 aanligt. De onderlegring 25 is in detail getoond in de figuren 7a,7b.
35 - een kunststof veerelement 26, dat in detail is getoond in de figuren 6a,6b,6c en tussen de onderlegring 25 en de lip 11, 12 van het starre lichaam 10 is geplaatst. In de voorgemonteerde toestand van het bevestigingssamenstel 1 10 11607 -5- drukt het veerelement 26 de houtkop 22 van het starre lichaam 10 vandaan met een lichte voorspanning.
- een kunststof nokonderdeel 27, dat in detail getoond is in de figuren 3a,3b en 3c. Het nokonderdeel 27 is vast 5 verbonden met de moer 24.
Zoals verderop nog in detail zal worden toegelicht bewerkstelligt de ingrijping van het nokonderdeel 27 in de speciaal gevormde opening 15 in het lichaam 10, dat de moer 24 tegen een ongewenste verdraaiing vanuit een 10 voormontagestand is geborgd. De voormontagestand betekent hier dat de bij een lip 11 of 12 behorende moeren 24 met hun langsas in eikaars verlengde liggen, evenwijdig aan de langas van de betreffende lip. Hierdoor kan het bevestigingssamenstel 1 met elk aanlegvlak 13, 14 daarvan 15 tegen de flenzen 6,7 van een profielelement 2 worden geplaatst, waarbij de moeren 24 dan in de langssleuf tussen de flenzen 6,7 komen. Uiteraard is dat voordeel ook van toepassing bij een bevestigingssamenstel, waarbij bij het aanlegvlak slechts een enkele langwerpige moer aanwezig is. 20 Door nu de boutkop 22, bijvoorbeeld met de hand, in de richting van het lichaam 10 te drukken, tegen de veerkracht van het veerelement 26 in, komt het nokonderdeel 27 buiten ingrijping met het lichaam 10. Daarna kan de moer 24 naar de vasthoudstand daarvan worden gedraaid, waarin de 25 uiteinden van de moer 24 elk achter een flens 6,7 van het profielelement 2 grijpen. Wanneer vervolgens het boutsamenstel wordt losgelaten, houdt het veerelement 26 de moer 24 onder voorspanning tegen de binnenzijde van de flenzen 6,7. Bij voorkeur is deze voorspanning zodanig dat 30 het boutsamenstel 20 nog met de hand verschuifbaar is langs het profielelement 2. Door daarna de bout 21 verder aan te draaien, worden de flenzen 6,7 stevig ingeklemd tussen de moer 24 en de onderlegring 25 en zit het bevestigingssamenstel stevig vast aan het profielelement 2. 35 Hierna zullen de diverse delen van het bevestigingssamenstel 1 verder in detail worden toegelicht.
De openingen 15 in het starre lichaam 10 zijn niet cirkelvormig, zoals bij de bekende bevestigingssamenstellen 1011607 -6- van het hier bedoelde type, maar hebben elk een cirkelvormig centraal deel 34 met elk twee paren diametraal tegenover elkaar gelegen uitsparingen, hierna respectievelijk eerste uitsparingen 35 en tweede 5 uitsparingen 36 genoemd. Deze uitsparingen 35, 36 grenzen aan het centrale deel 34 van de opening 15 en vormen met dat centrale deel 34 een gemeenschappelijke opening 15. De diameter van het centrale deel 34 is enigzins groter dan de diameter van de steel 23 van de bout 21.
10 De moer 24 is bij voorkeur uit metaalplaat of metaalband gestanst. De bovenzijde 24a van de moer 24 ligt in de voorgemonteerde toestand langs het aanlegvlak van de bijbehorende lip van het lichaam 10. De tegenover gelegen zijde 24b wordt hier als de onderzijde van de moer 24 15 aangeduid.
De moer 24 is langwerpig met een lengte die groter is dan de breedte van de langssleuf 8 en een breedte die bij voorkeur enigzins kleiner is dan de breedte van de langssleuf 8.
20 De moer 24 is voorzien van een zich tussen de bovenzijde 24a en de onderzijde 24b uitstrekkende opening 38 met een van binnenschroefdraad voorzien centraal deel 39 waar de bout 21 bij de voormontage in is geschroefd. Diametraal ten opzichte van het centrale deel 38 zijn 25 uitsparingen 40 aanwezig, die zich uitstrekken tussen de bovenzijde 24a en de onderzijde 24b van de moer 24.
Het nokonderdeel 27 is hier door middel van spuitgieten uit een geschikt kunststofmateriaal vervaardigd. Het nokonderdeel 27 omvat een ringdeel 42 met 30 een centrale opening 43 waar de steel 23 van de bout 21 doorheen steekt en verder aan de onderzijde van het ringdeel 42 twee diametraal tegenover elkaar gelegen en naar beneden stekende verbindingsbenen 44. Aan de bovenzijde van het ringdeel 42 zijn diametraal tegenover 35 elkaar gelegen en vanaf het ringdeel 42 omhoog stekende nokken 45 gevormd.
In de voorgemonteerde toestand steken de verbindingsbenen 44 van het nokonderdeel 27 in de 1011607 -7- sleufuitsparingen 40 van de moer 24. Aan het onderste einde van elk verbindingsbeen 44 bevindt zich een naar buiten stekend haakuitsteeksel 46, waarmee het verbindingsbeen 44 achter de onderzijde van de moer 24 grijpt. Verder heeft 5 elk verbindingsbeen 44 een naar binnen gerichte aanslag 47, welke aanslagen 47 een onderlinge afstand kunnen hebben die enigzins kleiner is dan de diameter van de steel 23 van de bout 21, zoals hier is getoond. Aldus kunnen deze aan het nokonderdeel 27 gevormde aanslagen 47 dienen als een 10 begrenzing van de inschroefdiepte van de bout 21 bij de voormontage van het bevestigingssamenstel 1. Door de aanslagen 47 wordt mede bereikt dat de moer 24 betrouwbaar meedraait met de bout 21 als de moer 24 van de voormontagestand naar de vasthoudstand wordt gedraaid.In 15 figuur 2 is de bout 21 alleen voor de duidelijkheid iets minder ver ingedraaid weergegeven. Bij het verder aandraaien van de bout 21 snijdt de schroefdraad van de bout 21 in de aanslagen 47 en tevens kunnen de aanslagen 47 iets elastisch naar buiten wijken. De buitendiameter van 20 het ringdeel 42 is kleiner dan de breedte van de langssleuf 8 in het profielelement 2.
Te herkennen is dat de uitsparingen 40 zich op de langsas van de moer 24 bevinden om zo de moer 24 zo min mogelijk te verzwakken. Verder is te herkennen dat de 25 nokken 45 op de dwarsas van de moer 24 liggen.
In de voorgemonteerde toestand steken de nokken 45 in de eerste uitsparingen 35 van de lip van het starre lichaam 10, waarbij het veerelement 26 de moer 24 met het daarbovenop liggende ringdeel 42 van het nokonderdeel 27 30 tegen het starre lichaam 10 houdt. Door de ingrijping van de nokken 45 in de uitsparingen 35 kan de moer 24 niet ongewenst verdraaien vanuit de voormontagestand.
Zoals reeds eerder beschreven kan door de bout 21 naar beneden te drukken de ingrijping van de nokken 45 in de 35 opening 15 worden opgeheven en kan vervolgens de moer 24 naar de vasthoudstand daarvan worden gedraaid. Wanneer het boutsamenstel in die vasthoudstand wordt losgelaten, bewerkstelligt het veerelement 26 dat de moer 24 weer in de 101 1607 -8- richting van het lichaam 10 beweegt en komen de nokken 45 in de tweede uitsparingen 36 van die opening 15. Bij voorkeur hebben de nokken 45 een zodanig hoogte dat, indien de moer 24 met zijn bovenzijde aanligt tegen de binnenzijde 5 van de flenzen 6,7 van het profielelement 2, de nokken 45 in de tweede uitsparingen 36 steken maar niet boven het starre lichaam 10 uit. Door de ingrijping van de nokken 45 in de tweede uitsparingen 36 is gewaarborgd dat de moer 24 niet ongewenst vanuit de vasthoudstand terug kan draaien 10 naar de voormontagestand. Dit is met name voordelig omdat het nu niet nodig is de bout 21 aan te draaien om bijvoorbeeld het bevestigingssamenstel provisorisch aan een vertikaal gericht profielelement 2 te klemmen. Hierbij levert het veerelement 26 een klemkracht die voldoende is 15 om het bevestigingssamenstel vast te houden, waarbij het bevestigingssamenstel langs het profielelement kan worden verschoven om de juiste plaats in te stellen.
Uit de figuur 5 blijkt dat de tweede uitsparingen 36 zich over een groter hoekbereik om het centrale 20 openingsdeel uitstrekken dan de eerste uitsparingen 35, waardoor de vasthoudstand van de moer 24 binnen een bepaalde hoekbereik kan variëren. Dit is met name voorzien om het bevestigingssamenstel geschikt te maken voor profielelementen waarvan de inwendige afstand tussen de 25 zijkanten binnen een bepaald bereik ligt.
De toepassing van een bij voorkeur door spuitgieten vervaardigd kunststof nokonderdeel 27 maakt het mogelijk de metalen moer 24 op bekende en goedkope wijze te blijven vervaardigen, hetgeen voor een dergelijk massaprodukt een 30 belangrijke invloed heeft op de kostprijs. Ook hoeft het nokonderdeel 27 niet van een hoogwaardige kwaliteit te zijn omdat dergelijke bevestigingssamenstellen in de regel slechts eenmalig worden gemonteerd.
Het zal duidelijk zijn dat het kunststof nokonderdeel 35 27 ook heel anders kan zijn uitgevoerd om de beschreven borgfunktie voor de moer 24 te vervullen, bijvoorbeeld met een ringvormig onderdeel dat om de moer 24 heen ligt in plaats van de getoonde verbindingsbenen 44. In een andere 10 1 1607 -invariant is het nokonderdeel bij het spuitgieten aangegoten aan de metalen moer.
In een variant is het nokonderdeel vast aangebracht 5 aan het starre lichaam en zijn de bijbehorende openingen, waar de nokken van het nokonderdeel insteken in de voromontagestand, aangebracht in de langwerpige moer.
Het getoonde veerelement 26 is een eendelig kunststof onderdeel, dat bijvoorkeur door spuitgieten uit een 10 elastische kunststof is vervaardigd. Het veerelement 26 omvat een ringvormig centraal deel 50 met daarin een opening 51 waar de steel 23 van de bout 21 doorheen steekt. Aan het ringdeel 50 zijn twee in hoofdzaak diametraal ten opzichte van elkaar naar buiten gerichte armen 52 gevormd 15 en verder zijn op de bovenzijde van het centrale ringdeel 50 twee diametraal tegenover elkaar gelegen en omhoog stekende nokken 53 gevormd.
De beide armen 52 sluiten aan hun uiteinde aan op een ringvormig deel 54. Dit deel 54 heeft in onbelaste 20 toestand, zie figuren 6a-c, een zodanige vorm dat het midden van elke tussen de uiteinden van de armen 52 gelegen helft daarvan, bij A in figuur 6a, lager ligt dan de aansluiting van het deel 54 op de armen 52. In platgedrukte toestand, als de bout 21 is aangedraaid, heeft het ringdeel 25 54 echter een cirkelringvorm met een binnendiameter in hoofdzaak gelijk aan de buitendiamter van de onderlegring 25, zodat het deel 54 van het veerelement 26 dan om de onderlegring 25 heen ligt.
Aan het uiteinde van elk van de armen 52 is telkens 30 een grijpuitsteeksel 55 aanwezig, zodat men het veerelement tussen duim en wijsvinger kan vastpakken.
De metalen onderlegring 25 is cirkelvormig en heeft een opening 60 met een centraal deel 61, waar de steel 23 van de bout 21 doorheen steekt, en met twee diametraal 35 gelegen aan het centrale deel 61 grenzende uitsparingen 62. In die uitsparingen 62 steken de nokken 53 van het veerelement 26.
Figuur 7b is een aanzicht van de onderlegring in de 101 1607 -10- richting van pijl B in figuur 7a en toont dat aan de onderzijde van de onderlegring 25 een groef 63 aanwezig is. Die groef 63 loopt dwars over de onderzijde van de onderlegring 25 en dient voor het opnemen van de armen 52 5 van het veerelement 26. Hierdoor komen deze armen 52 bij het aandraaien van de bout 21 niet tussen de onderlegring 25 en het starre lichaam 10.
Aan de binnenzijde van de grijpuitsteeksels 55 van het veerelement 26 zijn klemlippen 56 gevormd, die de 10 onderlegring 25 losneembaar bevestigen aan het veerelement 26. Hierbij voorkomen de nokken 53 dat de ring 25 zijdelings kan verschuiven.
Bij de produktie van het bevestigingssamenstel 1 wordt bij voorkeur eerst een samenstel gemaakt van de 15 onderlegring 25 en het veerelement 26 alvorens dit samenstel op de bout 21 wordt gestoken.
Het zal duidelijk zijn dat het veerelement 26 en de onderlegring 25 ook heel anders uitgevoerd kunnen zijn om het eerder toegelichte borgeffekt te bereiken. Ook zou de 20 onderlegring 25 in het geheel kunnen ontbreken, bijvoorbeeld als de veer een stalen veer is die bij aandraaien van de bout tot een vlakke plaat wordt samengedrukt.
In een niet getoonde variant kan het boutsamenstel 25 zijn opgebouwd uit een stuk draadstang met daarop een langwerpig moerlichaam aan de zijde van het aanlegvlak van het lichaam 10 en een gewone moer aan de andere zijde van het lichaam. Hierbij kan de draadstang op elke geschikte wijze zijn vastgezet aan het moerlichaam of zelfs een 30 metalen geheel daarmee vormen. De moer aan de bovenzijde van het lichaam is dan bij voorkeur een gewone zeskantmoer.
Verder kunnen de profielelementen ook van het type zijn dat is getoond in US 4 830 531, waarbij de flenzen aan 35 hun vrije langsranden zijn voorzien van naar de bodem gerichte einddelen. Daarbij is het voordelig indien de achter de flenzen grijpende moer aan de naar de flenzen gerichte bovenzijde is voorzien van twee evenwijdige 10 1 1607 -11- groeven voor het in de vasthoudstand daarvan opnemen van de einddelen van de flenzen van het profielelement.
Het zal duidelijk zijn dat het lichaam ook een andere vorm kan hebben dan in de tekening is getoond, bijvoorbeeld 5 T-vormig voor het verbinden van drie profielelementen of kruisvormig voor het verbinden van vier profielelementen.
Het lichaam 10 kan bij elk aanlegvlak 13, 14 zijn voorzien van een of meer naar beneden stekende positioneringsuitsteeksels, die bijvoorbeeld op de langsas 10 van de lip van het starre lichaam diametraal ten opzichte van de opening 15 liggen, zodanig dat deze uitsteeksels bij plaatsing van het lichaam 10 tegen een profielelement 2 tussen de flenzen 6,7 passen. Hierdoor wordt een verdraaiing van het lichaam 10 ten opzichte van het 15 profielelement 2 vermeden en kan een stabiele verbinding tussen meerdere profielelementen 2 worden bereikt.
1 011607
Claims (22)
1. Voorgemonteerd bevestigingssamenstel voor het verbinden van een profielelement met een of meer voorwerpen, bijvoorbeeld een of meer soortgelijke profielelementen, welk profielelement van het type is met 5 twee naar elkaar gerichte flenzen, die tussen hen in een langssleuf begrenzen, welk bevestigingssamenstel omvat: - een in hoofdzaak star lichaam, dat een of meer aanlegvlakken definieert, elk bestemd voor aanligging tegen 10 de flenzen van een profielelement, welk star lichaam verder bij elk aanlegvlak is voorzien van ten minste een opening voor een staafvormig boutonderdeel, - een langwerpig moerlichaam, dat in een voormontagestand 15 ten opzichte van het starre lichaam aan het starre lichaam is voorgemonteerd, welk moerlichaam zich aan de zijde van het aanlegvlak bevindt en verder een naar het starre lichaam gekeerde bovenzijde heeft en daartegenover een onderzijde, waarbij het langwerpige moerlichaam een zodanig 20 lengte en breedte heeft dat langwerpige moerlichaam in de voormontagestand daarvan tussen de flenzen van het profielelement kan passeren en in een ten opzichte daarvan gedraaide vasthoudstand kan worden gedraaid, waarin het langwerpige moerlichaam achter de flenzen van het 25 profielement grijpt, waarbij het bevestigingssamenstel verder borgmiddelen omvat, die het langwerpige moerlichaam tegen een ongewenste verdraaiing uit de voormontagestand ten opzichte van het 30 starre lichaam borgen, met het kenmerk, dat de borgmiddelen omvatten: - een of meer nokken en bij elk van de nokken een bijbehorende eerste uitsparing waar de nok insteekt indien 35 het langwerpige moerlichaam zich in de voormontagestand bevindt, zodat het langwerpige moerlichaam tegen ongewenste 1011607 -13- verdraaiing ten opzichte van het starre lichaam is geborgd, - waarbij een nok aan het langwerpige moerlichaam en de bijbehorende eerste uitsparing in het starre lichaam is aangebracht, of 5. waarbij een nok aan het starre lichaam en de bijbehorende eerste uitsparing in het langwerpige moerlichaam is aangebracht.
2. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 1, waarbij het 10 bevestigingssamenstel een veerorgaan omvat, dat zodanig is opgesteld en uitgevoerd dat het veerorgaan het langwerpige moerlichaam in de richting van het starre lichaam dwingt, waarbij het veerorgaan het toelaat dat het zich in zijn voormontagestand bevindende langwerpige moerlichaam van het 15 starre lichaam vandaan wordt gedrukt, zodanig dat elke nok vrijkomt uit de bijhorende eerste uitsparing en het langwerpige moerlichaam naar de vasthoudstand kan worden gedraaid.
3. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 1, waarbij het langwerpige moerlichaam en/of het starre lichaam van metaal is en waarbij aan de nok of nokken deel uitmaken van een kunststof nokonderdeel, dat aan het langwerpige moerlichaam of het starre lichaam is bevestigd. 25
4. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de conclusies 1 -3, waarbij bij elke nok een tweede uitsparing behoort waar een nok van het langwerpige moerlichaam in steekt wanneer dat langwerpige moerlichaam zich in de 30 vasthoudstand bevindt.
5. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of tweede uitsparingen dichtbij de in het starre lichaam aanwezige 35 opening voor het staafvormige boutonderdeel zijn gevormd.
6. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de eerste en/of tweede 1 011607 -14- uitsparingen grenzen aan de in het starre lichaam aanwezige opening voor het staafvormige boutonderdeel en daarmee een enkele opening vormen.
7. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het langwerpige moerlichaam is voorzien van een van binnenschroefdraad voorzien bevestigingsgat en waarbij bij de voormontage geen staafvormig boutonderdeel is aangebracht in het 10 bevestigingsgat.
8. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1-6, waarbij het staafvormige boutonderdeel deel uitmaakt van het voorgemonteerde 15 bevestigingssamenstel en door de bijbehorende opening in het starre lichaam is voorgemonteerd.
9. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 8, waarbij het staafvormige boutonderdeel en het moerlichaam uit een enkel 20 stuk materiaal zijn vervaardigd.
10. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 8, waarbij het langwerpige moerlichaam is voorzien van een bevestigingsgat, waarin bij de voormontage een staafvormige 25 boutonderdeel in het bevestigingsgat is vastgezet.
11. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 10, waarbij het langwerpige moerlichaam is voorzien van een van binnenschroefdraad voorzien bevestigingsgat en dat bij de 30 voormontage een van buitenschroefdraad voorzien staafvormig boutonderdeel in het bevestigingsgat is geschroefd.
12. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 3, waarbij het langwerpige moerlichaam is voorzien van een bevestigingsgat 35 voor het staafvormige boutonderdeel en waarbij verder een of meer aan het bevestigingsgat grenzende en zich vanaf de bovenzijde van het langwerpige moerlichaam uitstrekkende uitsparingen in het langwerpige moerlichaam zijn voorzien, 10 1 1607 -15- en waarbij het nokonderdeel is voorzien van een of meer naar beneden stekende verbindingsbenen, die elk in een van de genoemde uitsparingen van het langwerpige moerlichaam passen. 5
13. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 12, waarbij het bevestigingsgat in het moerlichaam is voorzien van binnenschroefdraad en het boutonderdeel in het moerlichaam is geschroefd. 10
14. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 12 of 13, waarbij ten minste een uitsparing voor een verbindingsbeen zich uitstrekt tot aan de onderzijde van het langwerpige moerlichaam en het daardoorheen stekende verbindingsbeen 15 onder het bevestigingsgat uitsteekt en is voorzien van een haakdeel dat achter de onderzijde van de moer grijpt.
15. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de conclusies 12 - 14, waarbij een verbindingsbeen is voorzien 20 van een naar binnen stekende aanslag, welke aanslag de inschroefdiepte van een voorgemonteerd staafvormig boutonderdeel bepaalt.
16. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 4, waarbij de 25 tweede uitsparingen groter zijn dan de eerste uitsparingen, zodat de vasthoudstand van het langwerpige moerlichaam zich over een groter hoekbereik ten opzichte van het starre lichaam uitstrekt dan het bij de voormontagestand behorende hoekbereik. 30
17. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 3, waarbij het nokonderdeel is voorzien van een ringdeel met een centrale opening voor het staafvormige boutonderdeel, waarbij aan de onderzijde van het ringdeel een of meer verbindingsbenen 35 zijn gevormd en waarbij de nok of nokken aan de bovenzijde van het ringdeel zijn gevormd. 1 101 1607 Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de -16- voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingssamenstel verder een onderlegringsamenstel omvat, dat aan de van een aanlegvlak afgekeerde zijde van het starre lichaam is voorgemonteerd middels een door de bijbehorende opening van 5 het starre lichaam gestoken staafvormig boutonderdeel.
19. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 18, waarbij het onderlegringsamenstel een starre onderlegring omvat alsmede het veerorgaan, dat met de onderlegring is 10 verbonden.
20. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 19, waarbij de onderlegring een bovenzijde en een naar het starre lichaam gekeerde onderzijde heeft, alsmede met een omtreksrand, 15 welke onderlegring een opening heeft voor het doorsteken van het staafvormige boutonderdeel, en waarbij het veerorgaan een eendelig kunststof onderdeel is met een ringvormig centraal deel voorzien van een opening in het verlengde van de opening in de onderlegring, waarbij aan 20 het ringdeel twee diametraal ten opzichte van elkaar naar buiten gerichte armen zijn gevormd, welke armen aan hun bij de omtreksrand van de onderlegring aanwezige uiteinden aansluiten op een ringvormig deel, dat - in onbelaste toestand - een zodanige vorm dat het midden van elke tussen 25 de uiteinden van de armen gelegen helft daarvan lager ligt dan de aansluiting van dat ringvormig deel op de armen, en dat - in platgedrukte toestand - langs de omtreksrand van de onderlegring ligt, waarbij de onderlegring aan de onderzijde is voorzien van een verdieping voor het opnemen 30 van de armen en het ringvormige centrale deel van het veerorgaan, zodanig dat die onderdelen van het veerorgaan niet onder de onderzijde van de onderlegring uitsteken. 1 101 1607 Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de 35 voorgaande conclusies, waarbij het starre lichaam is ingericht voor het onderling verbinden van meerdere profielelementen, en waarbij bij ten minste een van de aanlegvlakken voor een profielelement meerdere langwerpige -17- moerlichamen zijn voorzien.
22. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het starre lichaam aan de 5 zijde van een aanlegvlak is voorzien van een of meer uitstekende positioneringsuitsteeksels, die bij plaatsing van het starre lichaam met het betreffende aanlegvlak tegen een profielelement samenwerken met het profielelement en een montagestand van het starre lichaam ten opzichte van 10 het profielelement definiëren.
23. Onderlegringsamenstel omvattende een starre onderlegring en een veerorgaan, waarbij de onderlegring een bovenzijde en een onderzijde heeft, alsmede een 15 omtreksrand, welke onderlegring een opening heeft voor het daardoorheen steken van een staafvormige boutonderdeel, en waarbij het veerorgaan een ringvormig elastisch deel omvat met twee helften, die zich uitstrekken tussen diametraal tegenover elkaar gelegen punten bij de omtreksrand van de 20 onderlegring, welke ringvormig elastisch deel - in onbelaste toestand - een zodanige vorm heeft dat het midden van elke helft daarvan lager ligt dan de onderzijde van de onderlegring en - in platgedrukte toestand - langs de omtreksrand van de onderlegring ligt. 25
24. Systeem voor het samenstellen van een raamwerk van profielelementen, omvattende in combinatie profielelementen, die elk twee evenwijdige en zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem die de 30 zijkanten verbindt, en een bovenzijde hebben, waarbij de bovenzijde is gevormd door twee vanaf de zijkanten naar binnen gerichte flenzen die tussen hen in een langssleuf begrenzen, en een bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 1 n 1 1 fi n 7
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011607A NL1011607C2 (nl) | 1999-03-19 | 1999-03-19 | Voorgemonteerd bevestigingssamenstel. |
ES00200917T ES2208215T3 (es) | 1999-03-19 | 2000-03-13 | Unidad de fijacion premontada. |
AT00200917T ATE250724T1 (de) | 1999-03-19 | 2000-03-13 | Vormontierte befestigungseinheit |
DE50003781T DE50003781D1 (de) | 1999-03-19 | 2000-03-13 | Vormontierte Befestigungseinheit |
EP00200917A EP1039153B1 (de) | 1999-03-19 | 2000-03-13 | Vormontierte Befestigungseinheit |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1011607 | 1999-03-19 | ||
NL1011607A NL1011607C2 (nl) | 1999-03-19 | 1999-03-19 | Voorgemonteerd bevestigingssamenstel. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1011607C2 true NL1011607C2 (nl) | 2000-09-20 |
Family
ID=19768872
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1011607A NL1011607C2 (nl) | 1999-03-19 | 1999-03-19 | Voorgemonteerd bevestigingssamenstel. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
EP (1) | EP1039153B1 (nl) |
AT (1) | ATE250724T1 (nl) |
DE (1) | DE50003781D1 (nl) |
ES (1) | ES2208215T3 (nl) |
NL (1) | NL1011607C2 (nl) |
Families Citing this family (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL1032124C2 (nl) * | 2006-07-06 | 2008-01-08 | Walraven Holding Bv J Van | Bevestigingssamenstel. |
US7905694B2 (en) | 2007-10-02 | 2011-03-15 | J. Van Walraven Holding B.V. | Securing assembly |
IT1404052B1 (it) * | 2011-02-08 | 2013-11-08 | Zamet Spa | Sistema modulare per la realizzazione di strutture di supporto per pannelli solari. |
DE102021133272A1 (de) | 2021-12-15 | 2023-06-15 | Mepa - Pauli Und Menden Gmbh | Verbindungsanordnung und Profilverbindungsanordnung |
Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2141012A5 (nl) * | 1972-02-07 | 1973-01-19 | Gournelle Maurice | |
US4666355A (en) * | 1986-08-04 | 1987-05-19 | Usg Industries, Inc. | Top grip lock nut assembly |
US4830531A (en) | 1985-10-04 | 1989-05-16 | Unistrut International Corp. | Unitary connection assembly for metal channels and method for assembly |
WO1992013202A1 (en) * | 1991-01-24 | 1992-08-06 | B-Line Systems, Inc. | Channel nut |
EP0775838A1 (en) * | 1995-11-21 | 1997-05-28 | J. van Walraven B.V. | A device for fastening an object, more particularly a pipe, to a wall |
NL1005552C2 (nl) | 1997-03-17 | 1998-09-18 | Walraven J Van Bv | Verbindingssamenstel voor kokerelementen met een langssleuf. |
-
1999
- 1999-03-19 NL NL1011607A patent/NL1011607C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2000
- 2000-03-13 DE DE50003781T patent/DE50003781D1/de not_active Expired - Lifetime
- 2000-03-13 EP EP00200917A patent/EP1039153B1/de not_active Expired - Lifetime
- 2000-03-13 AT AT00200917T patent/ATE250724T1/de not_active IP Right Cessation
- 2000-03-13 ES ES00200917T patent/ES2208215T3/es not_active Expired - Lifetime
Patent Citations (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR2141012A5 (nl) * | 1972-02-07 | 1973-01-19 | Gournelle Maurice | |
US4830531A (en) | 1985-10-04 | 1989-05-16 | Unistrut International Corp. | Unitary connection assembly for metal channels and method for assembly |
US4666355A (en) * | 1986-08-04 | 1987-05-19 | Usg Industries, Inc. | Top grip lock nut assembly |
WO1992013202A1 (en) * | 1991-01-24 | 1992-08-06 | B-Line Systems, Inc. | Channel nut |
EP0775838A1 (en) * | 1995-11-21 | 1997-05-28 | J. van Walraven B.V. | A device for fastening an object, more particularly a pipe, to a wall |
NL1005552C2 (nl) | 1997-03-17 | 1998-09-18 | Walraven J Van Bv | Verbindingssamenstel voor kokerelementen met een langssleuf. |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
ATE250724T1 (de) | 2003-10-15 |
EP1039153A1 (de) | 2000-09-27 |
DE50003781D1 (de) | 2003-10-30 |
ES2208215T3 (es) | 2004-06-16 |
EP1039153B1 (de) | 2003-09-24 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US7604444B2 (en) | Fastener assembly | |
US7178206B2 (en) | Fastener element for connecting a structural part to a support part | |
NL2011194C2 (en) | Pipe clip with locking feature. | |
KR101512506B1 (ko) | 프로파일링된 클램프 | |
US20020073506A1 (en) | Door truck with a one piece frame and low friction wheels | |
CN107013539B (zh) | 用于将第一组件附接到第二组件的装置 | |
KR20090051062A (ko) | 고정 시스템 및 체결요소 | |
CN105987055B (zh) | 快速紧固件、利用其连接两个部件的方法及其制备方法 | |
US6467990B1 (en) | Arrangement for securing a component | |
NL1011607C2 (nl) | Voorgemonteerd bevestigingssamenstel. | |
NL1022190C1 (nl) | Bevestigingssysteem. | |
KR20070086384A (ko) | 애드-온과 지지부를 이격된 상태로 고정하기 위한 장치 | |
JP2013536384A (ja) | ケージナット | |
US6158637A (en) | Roof rail for vehicles | |
AU2020201302B2 (en) | Load carrier foot | |
EP2295822A1 (en) | Screw connection with threaded bolt and nut | |
KR20180079294A (ko) | 레일 장착용 연결 조립체 | |
JP4194585B2 (ja) | ゆるみ止めナット | |
EP0775838A1 (en) | A device for fastening an object, more particularly a pipe, to a wall | |
NL1006726C2 (nl) | Pijpbeugel. | |
US8794861B2 (en) | Connecting device for two workpieces, particularly for bar-type hollow profiled members | |
NL1010655C1 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. | |
US11976683B2 (en) | Tolerance compensation arrangement | |
US9180564B2 (en) | Device for securing a cap screw to an element that is to be attached to another element | |
US10000185B2 (en) | Pressure unit and end fitting having a pressure unit of this type |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20031001 |