NL1005552C2 - Verbindingssamenstel voor kokerelementen met een langssleuf. - Google Patents

Verbindingssamenstel voor kokerelementen met een langssleuf. Download PDF

Info

Publication number
NL1005552C2
NL1005552C2 NL1005552A NL1005552A NL1005552C2 NL 1005552 C2 NL1005552 C2 NL 1005552C2 NL 1005552 A NL1005552 A NL 1005552A NL 1005552 A NL1005552 A NL 1005552A NL 1005552 C2 NL1005552 C2 NL 1005552C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bolt
nut
contact surface
flanges
connecting body
Prior art date
Application number
NL1005552A
Other languages
English (en)
Inventor
Jan Van Walraven
Original Assignee
Walraven J Van Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Walraven J Van Bv filed Critical Walraven J Van Bv
Priority to NL1005552A priority Critical patent/NL1005552C2/nl
Priority to AT98200826T priority patent/ATE211802T1/de
Priority to DE59802597T priority patent/DE59802597D1/de
Priority to EP98200826A priority patent/EP0866231B1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1005552C2 publication Critical patent/NL1005552C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16BDEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
    • F16B37/00Nuts or like thread-engaging members
    • F16B37/04Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates
    • F16B37/045Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates specially adapted for fastening in channels, e.g. sliding bolts, channel nuts

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)

Description

Korte aanduiding: Verbindingssamenstel voor kokerelementen net een langssleuf.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op verbindingssamenstellen voor het verbinden van een kokerelement met een of neer soortgelijke kokerelenenten of net een ander element, welk kokerelenent twee zich in 5 langsrichting uitstrekkende zijkanten, een boden die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, waarbij de bovenzijde is gevorad door twee vanaf de zijkanten naar binnen gerichte flenzen die tussen hen in een langssleuf begrenzen.
10 Een dergelijke geprefabriceerd en als één geheel te hanteren verbindingssamenstel is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US 4 830 531. Dergelijke verbindingssamenstellen worden in het bijzonder gebruikt om een raamwerk van langwerpige metalen kokerelementen op 15 te bouwen, welk raamwerk bijvoorbeeld dient voor het ophangen of ondersteunen van sanitaire inrichtingen en het dragen van afwerkwanden in badkamers. Een voorbeeld van deze toepassing is beschreven in DE 34 10 499.
De onderhavige uitvinding beoogt het bekende 20 verbindingssamenstel zodanig te verbeteren, dat het snel en gemakkelijk kan worden gemonteerd, in het bijzonder met het oog op de montage van een raamwerk dat bestaat uit een groot aantal kokerelementen. In het bijzonder beoogt de uitvinding deze verbetering te realiseren zonder een 25 wezenlijke kostprijsverhoging ten opzichte van de bekende verbindingssamenstellen en met produktietechnisch eenvoudige maatregelen.
De onderhavige uitvinding verschaft een verbindingssamenstel volgens de aanhef van conclusie 1, 30 dat is gekenmerkt, doordat het verbindingslichaam bij elk aanlegvlak is voorzien van twee uitsteeksels, die vanaf het aanlegvlak uitsteken in de richting van de moer en diametraal ten opzichte van de opening voor de bout zijn opgesteld, doordat de moer in de montagestand onder, bij '1005552 -2- voorkeur door een veer opgewekte, voorspanning tegen de uitsteeksels aanligt, en doordat de moer in de klemstand vrij ligt van de uitsteeksels.
Door bij de produktie van een 5 voorkeursuitvoeringsvorm van het verbindingssamenstel volgens de uitvinding de moer in de montagestand tegen de uitsteeksels aan te houden en de bout aan te draaien totdat een geschikte voorspanning van de tussen de houtkop en het verbindingslichaam geplaatste drukveer is 10 verkregen, kan het resultaat worden bereikt dat de moer daarna, dus bij de daarop volgende opslag, het transport en het hanteren van het verbindingssamenstel op de bouwplaats, in de montagestand blijft en niet verdraaid. Hierdoor is het in de praktijk nog maar zeer zelden nodig 15 om de moer, voorafgaand aan het plaatsen van het verbindingssamenstel tegen een kokerelement, eerst in de montagestand te draaien, hetgeen bij het uit US 4,830,531 bekende verbindingssamenstel wel nodig is.
Bij het bekende verbindingssamenstel volgens US 4 830 20 531 ligt het verhoogde centrale deel van de houtkop onder voorspanning aan tegen het aanlegvlak. De onderhavige uitvinding is gebaseerd op het inzicht dat bij een ongewenste verdraaiing van deze houtkop uit zijn montagestand de wrijving tussen het aanlegvlak en het 25 verhoogde centrale deel van de houtkop echter slechts een gering moment oplevert dat de ongewenste verdraaiing van de boutkop tegenwerkt. Derhalve kan de houtkop bij het bekende verbindingssamenstel gemakkelijk verdraaien.
Bij het verbindingssamenstel volgens de uitvinding is 30 het mogelijk en tevens voordelig om de uitsteeksels zover uit elkaar te plaatsen dat de moer in de montagestand alleen met zijn uiteinden tegen de uitsteeksels ligt.
Aldus wordt op basis van wrijving tussen de moer en de uitsteeksels een veel groter, de ongewenste verdraaiing 35 van de moer tegenwerkend moment verkregen dan bij het uit US 4 830 531 bekende verbindingssamenstel.
Volgens dezelfde uitvindingsgedachte verschaft de 10055S* -3- onderhavige uitvinding een verbindingssamenstel dat is beschreven in conclusie 2.
Bij voorkeur heeft de veer, die de moer, danwel houtkop, in de montagestand tegen de uitsteeksels drukt, 5 in de klemstand van de moer, danwel boutkop, nog steeds een voldoende voorspanning om het verbindingslichaam, met eventueel reeds daaraan bevestigde andere kokerelementen, op zijn plaats te kunnen houden, ook als het betreffende kokerelement vertikaal staat. Aldus kunnen de 10 kokerelementen provisorisch aan elkaar worden bevestigd en zijn aanpassingen nog eenvoudig mogelijk door het verschuiven van de provisorisch aangebrachte verbindingssamenstellen. Als alle kokerelementen op de gewenste plaats zitten, kan door het aandraaien van de 15 bout, danwel de moer bij de uitvoeringsvorm volgens conclusie 2, het geheel worden vastgezet.
Bij voorkeur steken de uitsteeksels over een hoogte uit ten opzichte vian het bijbehorende aanlegvlak die groter is dan de dikte van de flenzen van het betreffende 20 kokerelement. Hierdoor wordt bereikt dat de veer niet of nauwelijks hoeft te worden ingedrukt om de moer of boutkop naar de klemstand te draaien. Door de hoogte van de uitsteeksels slechts weinig groter te kiezen dan de dikte van de flenzen, bijvoorbeeld enkele tienden van 25 millimeters, kan een veer worden toegepast met een kleine werkzame veerlengte. Het heeft de voorkeur een veer toe te passen die in volledig vastgezette toestand van de bout een platte vorm aanneemt, als een soort onderlegring.
Een verder voordeel van een dergelijke hoogte van de 30 uitsteeksels is dat bij de provisorische montage van het verbindingssamenstel, dus met de moer, danwel de boutkop, in de klemstand maar zonder vast te zijn aangedraaid, een ongewenst terugdraaien van de moer, danwel boutkop, naar de montagestand wordt tegengewerkt doordat daarvoor een 35 indrukking van de veer vereist is.
Verder heeft het de voorkeur dat de uitsteeksels in een richting dwars op de hen verbindende denkbeeldige lijn 10055:; -4- een afmeting hebben die nagenoeg overeenstemt met de afstand tussen de flenzen van het betreffende kokerelement. Hierdoor bewerkstelligen de uitsteeksels niet alleen een uitlijning en positionering van het 5 verbindingslichaam ten opzichte van het kokerelement maar ook een betere krachtsoverdracht.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het verbindingslichaam vervaardigd uit metaalplaat en zijn de uitsteeksels vervaardigd door delen van de metaalplaat het 10 uit het vlak van de metaalplaat naar buiten te persen.
Deze bewerking kan tegelijkertijd met het uitponsen van het boutgat worden uitgevoerd.
De onderhavige uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont: 15 fig. 1 in zijaanzicht een uitvoeringsvoorbeeld van het verbindingssamenstel volgens de uitvinding, fig. 2 het verbindingssamenstel van figuur 1 in perspectief, fig. 3 het verbindingssamenstel van figuur 1 geplaatst op 20 een kokerelement met de moer van het samenstel in de montagestand, en fig. 4 het aanzicht van figuur 3 met de moer in de klemstand.
25 Het in de figuren 1-4 getoonde verbindingssamenstel 1 is bestemd voor het onder een haakse hoek met elkaar verbinden van wat hun doorsnedevorm betreft soortgelijke langwerpige metalen kokerelementen 2. In de figuren 3 en 4 is de typische doorsnedevorm van de kokerelementen 2 te 30 herkennen. Het kokerelement 2 heeft twee evenwijdige en zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten 3, 4, een bodem 5, die de zijkanten 3, 4 verbindt, en een bovenzijde, die is gevormd door twee vanaf de zijkanten 3, 4 naar binnen gerichte flenzen 6,7 die tussen hen in een 35 langssleuf 8 begrenzen. De langssleuf 8 strekt zich uit over de hele lengte van het kokerelement 2, maar er kunnen ook over de lengte van het kokerelement 2 verdeeld 100555^ -5- meerdere langwerpige sleufgaten aanwezig zijn in de bovenzijde van het element 2.
Het verbindingssamenstel 1 omvat een uit plaatmetaal gestansd en gebogen verbindingslichaam 10, dat twee 5 aanlegvlakken 11, 12 definieert, elk voor de bovenzijde van een van de te verbinden kokerelementen 2. Bij elk van de aanlegvlakken 11, 12 is een doorgaande opening, resp. 13, 14 aangebracht in het verbindingslichaam 10.
Door elk van de openingen 13, 14 steekt een 10 schroefbout, waarop een moer is geschroefd en waarbij een veer is aangebracht tussen de boutkop en het verbindingslichaam 10. Ter illustratie van de onderhavige uitvinding is in de figuren slechts één van de beide identieke boutsamenstellen getekend, welk samenstel de 15 schroefbout 15 omvat en hierna nader in detail zal worden toegelicht.
De schroefbout 15 heeft hier een zeskante boutkop 16, eventueel voorzien van een sleuf voor een schroevendraaier, aan de van het aanlegvlak 11 afgekeerde 20 zijde van het verbindingslichaam 10. Uiteraard kan de boutkop ook anders zijn uitgevoerd. Aan de zijde van het aanlegvlak 11 is een in hoofdzaak rechthoekige moer 17 op de schroefbout 15 geschroefd.
De moer 17 is van een algemeen bekende en goedkoop te 25 vervaardigen uitvoering met een vlakke bovenzijde 18 en daaraan evenwijdige onderzijde 19 en met een lengte die groter is dan de afstand tussen de flenzen 6, 7 van de bovenzijde van het kokerelement 2 en met een breedte die kleiner is dan de afstand tussen de flenzen 6, 7 van de 30 bovenzijde van het kokerelement 2. In dit voorbeeld is de moer 17 aan twee diagonaal tegenover elkaar gelegen hoeken 20, 21 afgeschuind, dit is echter niet noodzakelijk.
Tussen de boutkop 16 en het verbindingslichaam 10 is een drukveer 22 aangebracht.
35 Het verbindingslichaam 10 is bij elk aanlegvlak 11, 12 voorzien van twee uitsteeksels, resp. 25a, 25b en 26a, 26b, die vanaf het aanlegvlak 11, 12 uitsteken in de 100555“ -6- richting van de moer 17 en diametraal ten opzichte van de opening 13 in het verbindingslichaam 10 voor de bout 15 zijn opgesteld. De uitsteeksels 25a, 25b, 26a, 26b zijn in de figuren als additioneel aan het verbindingslichaam 10 5 aangevormde delen weergegeven, het heeft echter de voorkeur deze uitsteeksels te vervaardigen door het plaatselijk naar buiten persen van delen van het plaatmetalen verbindingslichaam 10.
De uitsteeksels 25a, 25b, 26a, 26b steken over een 10 hoogte uit ten opzichte van het bijbehorende aanlegvlak 11, 12 die groter is dan de dikte van de flenzen 6, 7 van het betreffende kokerelement 2. De hoogte van de uitsteeksels 25a, 25b, 26a, 26b is met voordeel slechts enigzins groter dan de dikte van de flenzen 6, 7, 15 bijvoorbeeld enkele tienden van millimeters.
Verder hebben de uitsteeksels 25a, 25b, 26a, 26b in een richting dwars op de hen verbindende denkbeeldige lijn een afmeting die nagenoeg overeenstemt met de afstand tussen de flenzen 6, 7 van het betreffende kokerelement 2. 20 Het verbindingssamenstel 1 is bestemd om aan het kokerelement 2 te worden bevestigd door het verbindingslichaam 10 met het aanlegvlak 11 daarvan tegen de bovenzijde van het betreffende kokerelement 2 te plaatsen. Hierbij passen de uitsteeksels 25a, 25b tussen 25 de flenzen 6,7 van het kokerelement 2, zodat het verbindingslichaam 10 alleen nog maar in langsrichting kan schuiven ten opzichte van het kokerelement 2.
Om het aanlegvlak 11 tegen het kokerelement 2 te kunnen plaatsen, is er reeds bij de produktie van het 30 verbindingssamenstel 1 voor gezorgd dat de moer 17 zich in een geschikte montagestand ten opzichte van verbindingslichaam 10 bevindt. In deze montagestand, die is getoond in de figuren 1-3 ligt de langsas van de moer 17 evenwijdig aan de langssleuf 8 in het kokerelement 2.
35 Wanneer het aanlegvlak 11 tegen de bovenzijde van het kokerelement 2 is geplaatst, wordt vervolgens de bout 15 en daarmee de daarop geschroefde moer 17 naar een 1005552 -7- klemstand gedraaid, zodat de moer 17 achter de flenzen 6, 7 van het kokerelement 2 grijpt. Deze klemstand is getoond in figuur 4 en is bij voorkeur over een hoek van meer dan 45° gedraaid ten opzichte van de montagestand.
5 Bij de produktie van het getoonde verbindingssamenstel 1 wordt de moer 17 tegen de uitsteeksels 25a, 25b gehouden en wordt de bout 15 zover aangedraaid, dat de moer 17 in de montagestand daarvan, die is getoond in de figuren 1-3, onder een door de veer 10 22 opgewekte voorspanning aanligt tegen de uitsteeksels 25a, 25b. De gewenste voorspanning komt overeen met een bepaald aanhaalmoment van de bout 15. De grootte van deze voorspanning wordt zo ingesteld dat de moer 17, in de periode die ligt tussen de produktie van het 15 verbindingssamenstel 1 en het gebruik ervan, op de uitsteeksels 25a, 2b blijft liggen. De grootte van deze voorspanning is zodanig dat de wrijving tussen de moer 17 en de beide uitsteeksels 25a, 25b een voldoende groot weerstandsmoment oplevert tegen een ongewenste verdraaiing 20 van de moer 17. Het blijkt eenvoudig om een voorspanning vast te stellen die het ongewenst verdraaien van de moer 17 voorkomt bij een in de praktijk normale wijze van hanteren van dergelijke verbindingssamenstellen tijdens de opslag en het transport ervan.
25 De uitsteeksels 25a, 25b liggen op zodanige afstand van elkaar en van de opening 13, dat de moer 17 in de klemstand vrij ligt van de uitsteeksel 25a, 25b en alleen maar tegen de flenzen 6, 7 van het kokerelement 2 aanligt. Door figuren 3 en 4 met elkaar te vergelijken is te zien 30 dat, bij het verdraaien van de moer 17 van de montagestand naar de klemstand, de veer 22 bewerkstelligt dat de boutkop 16 van het verbindingslichaam 10 vandaan beweegt. De veer 22 is zodanig uitgevoerd dat de moer 17 in de klemstand daarvan onder voorspanning aanligt tegen de 35 onderzijde van de flenzen 6, 7 en wel zodanig dat het verbindingslichaam 10 provisorisch op zijn plaats wordt gehouden. Bij voorkeur is de voorspanning in de klemstand 1005552 -8- zo groot dat het verbindingslichaam 10 ook op zijn plaats blijft als het kokerelement 2 vertikaal staat en er al een horizontaal lopend kokerelement met het andere deel van het verbindingssamenstel is verbonden.
5 Deze klemming van het verbindingsslichaam 10 tegen het kokerelement 2 levert een provisorische bevestiging op, waarbij het mogelijk is het verbindingslichaam 10 langs het kokerelement 2 te verschuiven zonder de bout 15 te hoeven los te draaien. Wanneer het verbindingsslichaam 10 10 zich op de uiteindelijk gewenste plaats op het kokerelement 2 bevindt, kan de bout 15 worden aangedraaid, waarbij de moer 17 tegen de zijkanten 3,4 van het kokerelement 2 aanloopt. Overigens is het niet noodzakelijk dat de rechthoekige moer 17 tegen de 15 zijkanten 3, 4 van het kokerelement 2 aanloopt om de bout 15 te kunnen vastdraaien. In vele gevallen klemt de moer 17 voldoende stevig tegen de flenzen 6, 7 van het kokerelement 2 om meedraaien tegen te gaan. Ook kan de moer 17 aan de bovenzijde 18 zijn voorzien van 20 wrijvingverhogende ribbels of dergelijke, hetzelfde kan aan de onderzijde van de flenzen 6, 7 van de kokerelementen 2 zijn voorzien. Verder is het bijvoorbeeld mogelijk dat de moer is voorzien van aanslagen die in de klemstand van de moer tegen de zijranden van de flenzen 6, 25 7 aan liggen en zo het ongewenst meedraaien van de moer verhinderen.
De veer 22 heeft een geringe hoogte en is bij voorkeur vervaardigd uit een dun plaatje verenstaal, zodat in de aangedraaide toestand van de bout 15 de veer 22 tot 30 een soort platte onderlegring is platgedrukt. Bijvoorbeeld is de veer 22 een vlakke ring van verenstaal, waarbij uit de buitenste omtreksrand meerdere verende benen vanaf het vlak van de ring zijn afgebogen, welke benen op het verbindingslichaam 10 steunen.
35 Het zal duidelijk zijn dat het samenstel van de moer en de bout ook kan zijn uitgevoerd op de in conclusie 2 beschreven wijze, welke uitvoering in beginsel 1005552 -9- overeenstemt met de in US 4 830 531 beschreven uitvoeringsvorm.
Verder kunnen de kokerelementen ook van het type zijn dat is getoond in US 4 830 531, waarbij de flenzen van de 5 bovenzijde zijn voorzien van naar de bodem gerichte einddelen. Daarbij is het voordelig indien de achter de flenzen grijpende moer of boutkop aan de naar de flenzen gerichte zijde is voorzien van twee evenwijdige groeven voor het in de klemstand daarvan opnemen van de einddelen 10 van de flenzen van het kokerelement.
Het zal duidelijk zijn dat het verbindingslichaam ook een andere vorm kan hebben dan in de tekening is getoond, bijvoorbeeld T-vormig voor het verbinden van drie kokerelementen of kruisvormig voor het verbinden van vier kokerelementen.
1005552

Claims (6)

1. Verbindingssamenstel voor het verbinden van een kokerelement (2), dat twee evenwijdige en zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten (3,4), een bodem (5), die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, 5 waarbij de bovenzijde is gevormd door twee vanaf de zijkanten (3,4) naar binnen gerichte flenzen (6,7), die tussen hen in een langssleuf (8) begrenzen, met een of meer soortgelijke kokerelementen of met een ander element, welk verbindingssamenstel is samengesteld uit: 10. een verbindingslichaam (10), dat een of meer aanlegvlakken (11,12) definieert, elk voor de bovenzijde van een te verbinden kokerelement (2), en dat bij elk ‘ aanlegvlak (11,12) is voorzien van een doorgaande boutopening (13,14), 15. een of meer bouten (15), die elk door een bijbehorende boutopening (13,14) in het verbindingslichaam (10) steken, waarbij elke bout (15) een boutkop (16) heeft aan de van het aanlegvlak (11,12) afgekeerde zijde van het verbindingslichaam (10), 20. bij elke bout (15) een in hoofdzaak rechthoekige moer (17), die aan de zijde van het aanlegvlak (11,12) op de bout is geschroefd, welke moer (17) een lengte heeft die groter is dan de afstand tussen de flenzen (6,7) van de bovenzijde van het kokerelement (2) en een breedte heeft 25 die kleiner is dan de afstand tussen de flenzen (6,7) van de bovenzijde van het kokerelement (2), waarbij het verbindingssamenstel (1) is ingericht om aan een kokerelement (2) te worden bevestigd door het verbindingslichaam (10) met een aanlegvlak (11,12) daarvan 30 tegen de bovenzijde van het betreffende kokerelement aan te plaatsen, waarbij de betreffende moer (17) zich in een montagestand (figs. 1-3) ten opzichte van verbindingslichaam (10) bevindt, waarin de lengte van de moer (17) evenwijdig aan de langssleuf (8) in het 35 kokerelement ligt, en vervolgens de bout (15) en de daarop 10055ε; -11- geschroefde moer (17) naar een klemstand (fig. 4) te draaien, zodat de moer achter de flertzeh (6,7) van het kokerelement grijpt, net het kenmerk, dat het verbindingslichaam (10) bij elk aanlegvlak (11,12) is 5 voorzien van twee uitsteeksels (25a,25b,26a,26b), die vanaf het aanlegvlak uitsteken in de richting van de moer (17) en diametraal ten opzichte van de opening (13,14) voor de bout (15) zijn opgesteld, dat de moer (17) in de montagestand (Figs. 1-3) onder voorspanning tegen de 10 uitsteeksels aanligt, en dat de moer (17) in de klemstand (Fig. 4) vrij ligt van de uitsteeksels.
2. Verbindingssamenstel voor het verbinden van een kokerelement, dat twee evenwijdige en zich in 15 langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, waarbij de bovenzijde is gevormd door twee vanaf de zijkanten naar binnen gerichte flenzen die tussen hen in een langssleuf begrenzen, met een of meer soortgelijke kokerelementen of 20 met een ander element, welk verbindingssamenstel is samengesteld uit: - een verbindingslichaam, dat een of meer aanlegvlakken definieert, elk voor de bovenzijde van een te verbinden kokerelement, en dat bij elk aanlegvlak is voorzien van 25 een doorgaande boutopening, een of meer bouten, die elk door een bijbehorende opening in het verbindingslichaam steken, waarbij elke bout aan de zijde van het aanlegvlak een in hoofdzaak rechthoekige boutkop heeft, die een lengte heeft die 30 groter is dan de afstand tussen de flenzen van de bovenzijde van het kokerelement en een breedte heeft die kleiner is dan de afstand tussen de flenzen van de bovenzijde van het kokerelement, bij elke bout een moer, die aan de van het aanlegvlak 35 afgekeerde zijde van het verbindingslichaam op de bout is geschroefd, waarbij het verbindingssamenstel is ingericht om aan een 1005551 -12- kokerelement te worden bevestigd door het het verbindingslichaam met een aanlegvlak daarvan tegen de bovenzijde van het betreffende kokerelement aan te plaatsen, waarbij de betreffende boutkop zich in een 5 montagestand ten opzichte van verbindingslichaam bevindt, waarin de lengte van de boutkop evenwijdig aan de langssleuf in het kokerelement ligt, en vervolgens de moer en daarmee de boutkop naar een klemstand te draaien, zodat de boutkop achter de flenzen van het kokerelement grijpt, 10 met het kenmerk, dat het verbindingslichaam bij elk aanlegvlak is voorzien van twee uitsteeksels, die vanaf het aanlegvlak uitsteken in de richting van de boutkop en diametraal ten opzichte van de opening voor de bout zijn opgesteld, dat de boutkop in 15 de montagestand onder voorspanning tegen de uitsteeksels aanligt, en dat de boutkop in de klemstand vrij ligt van de uitsteeksels.
3. Verbindingssamenstel volgens conclusie 1 of 2, 20 waarbij de uitsteeksels (25a,25b,26a,26b) over een hoogte uitsteken ten opzichte van het bijbehorende aanlegvlak (11,12) die groter is dan de dikte van de flenzen (6,7) van het betreffende kokerelement (2).
4. Verbindingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de uitsteeksels (25a,25b,26a,26b) in een richting dwars op de hen verbindende denkbeeldige lijn een afmeting hebben die nagenoeg overeenstemt met de afstand tussen de flenzen 30 (6,7) van het betreffende kokerelement.
5. Verbindingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij een veer (22) is voorzien die de moer, danwel boutkop, in de montagestand daarvan 35 onder voorspanning tegen de uitsteeksels houdt.
6. Systeem voor het samenstellen van een raamwerk van 100555Z -13- kokerelementen, omvattende in combinatie kokerelementen, die elk twee zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde hebben, waarbij de bovenzijde is gevormd door 5 twee vanaf de zijkanten naar binnen gerichte flenzen die tussen hen in een langssleuf begrenzen, en een verbindingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies. 1005:_
NL1005552A 1997-03-17 1997-03-17 Verbindingssamenstel voor kokerelementen met een langssleuf. NL1005552C2 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005552A NL1005552C2 (nl) 1997-03-17 1997-03-17 Verbindingssamenstel voor kokerelementen met een langssleuf.
AT98200826T ATE211802T1 (de) 1997-03-17 1998-03-16 Vorgefertigte befestigungsvorrichtung
DE59802597T DE59802597D1 (de) 1997-03-17 1998-03-16 Vorgefertigte Befestigungsvorrichtung
EP98200826A EP0866231B1 (de) 1997-03-17 1998-03-16 Vorgefertigte Befestigungsvorrichtung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1005552 1997-03-17
NL1005552A NL1005552C2 (nl) 1997-03-17 1997-03-17 Verbindingssamenstel voor kokerelementen met een langssleuf.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1005552C2 true NL1005552C2 (nl) 1998-09-18

Family

ID=19764614

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1005552A NL1005552C2 (nl) 1997-03-17 1997-03-17 Verbindingssamenstel voor kokerelementen met een langssleuf.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1005552C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1011607C2 (nl) 1999-03-19 2000-09-20 Walraven J Van Bv Voorgemonteerd bevestigingssamenstel.
EP1201941A2 (de) * 2000-10-23 2002-05-02 HILTI Aktiengesellschaft Schienenanbinder
NL1023002C2 (nl) * 2003-03-24 2004-09-27 Flamco Bv Verbindingssamenstel voor het met elkaar verbinden van profieldelen.

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2132645A2 (nl) * 1972-02-07 1972-11-24 Gournelle Maurice
FR2141012A5 (nl) * 1972-02-07 1973-01-19 Gournelle Maurice
US4830531A (en) * 1985-10-04 1989-05-16 Unistrut International Corp. Unitary connection assembly for metal channels and method for assembly

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2132645A2 (nl) * 1972-02-07 1972-11-24 Gournelle Maurice
FR2141012A5 (nl) * 1972-02-07 1973-01-19 Gournelle Maurice
US4830531A (en) * 1985-10-04 1989-05-16 Unistrut International Corp. Unitary connection assembly for metal channels and method for assembly

Cited By (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1011607C2 (nl) 1999-03-19 2000-09-20 Walraven J Van Bv Voorgemonteerd bevestigingssamenstel.
EP1201941A2 (de) * 2000-10-23 2002-05-02 HILTI Aktiengesellschaft Schienenanbinder
EP1201941A3 (de) * 2000-10-23 2002-10-16 HILTI Aktiengesellschaft Schienenanbinder
NL1023002C2 (nl) * 2003-03-24 2004-09-27 Flamco Bv Verbindingssamenstel voor het met elkaar verbinden van profieldelen.
EP1462665A1 (en) * 2003-03-24 2004-09-29 Flamco B.V. Connecting assembly for connecting profiled-section parts to one another

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US4101226A (en) Fence rail fastener
US5605410A (en) Connecting mechanism for tubular frame members
CA2143466C (en) Mounting hardware for a toolbar
US20080095591A1 (en) Fastener assembly for metal framing
KR20170084123A (ko) 채널 프레이밍을 위한 피팅
US20050155314A1 (en) Connector assembly
US7717376B2 (en) Bracket devices and systems
CA2750453C (en) Expansion clamp
NL1005552C2 (nl) Verbindingssamenstel voor kokerelementen met een langssleuf.
US5964452A (en) Fixing
CA1041729A (en) Device for connecting plate members or similar constructional parts
WO2008030921A2 (en) Post, rail, and connector system for fences
US7634885B2 (en) Wall element
EP0405281A2 (en) Structural rack
EP4148198A1 (en) Connector for construction profiles
NL8200046A (nl) Klamp.
US5330303A (en) Device for fastening at least two members to each other
NL1005551C2 (nl) Boutsamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een kokerelement met een langssleuf.
EP0559672B1 (en) Connecting device
WO2000039470A1 (en) Clamping device for mounting on a profile member
US5769560A (en) Portable stage module fastening device
EP0971137A1 (en) Self-restraining captive nut
NL1023002C2 (nl) Verbindingssamenstel voor het met elkaar verbinden van profieldelen.
NL1011607C2 (nl) Voorgemonteerd bevestigingssamenstel.
WO2005047619A1 (fr) Liaison de type mi-bois alterne pour l'assemblage de plaques de plancher demontables destine au spectacle et aux pratiques sportives

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20011001