NL1009809C2 - Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. - Google Patents
Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1009809C2 NL1009809C2 NL1009809A NL1009809A NL1009809C2 NL 1009809 C2 NL1009809 C2 NL 1009809C2 NL 1009809 A NL1009809 A NL 1009809A NL 1009809 A NL1009809 A NL 1009809A NL 1009809 C2 NL1009809 C2 NL 1009809C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- nut
- locking element
- assembly according
- longitudinal slot
- fastening
- Prior art date
Links
- 239000002184 metal Substances 0.000 claims abstract description 8
- 230000008719 thickening Effects 0.000 claims description 3
- 230000000712 assembly Effects 0.000 description 6
- 238000000429 assembly Methods 0.000 description 6
- 238000004519 manufacturing process Methods 0.000 description 6
- 238000002347 injection Methods 0.000 description 2
- 239000007924 injection Substances 0.000 description 2
- 238000004080 punching Methods 0.000 description 2
- 238000010276 construction Methods 0.000 description 1
- 238000005553 drilling Methods 0.000 description 1
- 238000005516 engineering process Methods 0.000 description 1
- 239000000463 material Substances 0.000 description 1
- 238000000034 method Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B37/00—Nuts or like thread-engaging members
- F16B37/04—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates
- F16B37/045—Devices for fastening nuts to surfaces, e.g. sheets, plates specially adapted for fastening in channels, e.g. sliding bolts, channel nuts
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Dowels (AREA)
Description
r
Korte aanduiding: Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bevestigingssamenstel volgens de aanhef van conclusie 1.
Het bevestigingssamenstel is bestemd voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf, in 5 het bijzonder van het type dat twee zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem, die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde, die is gevormd door twee vanaf de zijkanten naar binnen gerichte flenzen, die tussen hen in een langssleuf begrenzen, heeft. In de vakwereld zijn 10 deze profielelementen als C-profielen.
Dergelijke bevestigingssamenstellen worden bijvoorbeeld gebruikt om pijpbeugels aan metalen profielelementen te bevestigen, die op hun beurt aan de wand of het plafond van een gebouw zijn aangebracht. Ook 15 worden dergelijke bevestigingssamenstellen gebruikt om een I
raamwerk te maken van meerdere met elkaar verbonden profielelementen.
Een bevestigingssamenstel volgens de aanhef van conclusie 1 is bekend uit het Amerikaanse octrooi US 5 209 ' 20 619. In dit Amerikaanse octrooi tonen de figuren 6 en 13 dat de moer naast het van schroefdraad voorziene schroefgat .
voor het mannelijke bevestigingselement is voorzien van twee additionele kleine gaten, waarbij door elk van deze kleine gaten een verbindingsbeen van het kunststof 25 borgelement steekt. Deze verbindingsbenen hebben aan hun onder de moer uitstekende vrije einde een verdikte kop (figuur 6) of een haakorgaan (figuur 13), waarmee de verbindingsbenen achter de onderzijde van de moer grijpen. '
Hierdoor zijn de moer en het borgelement met elkaar 30 verbonden.
In de praktijk worden dergelijke bevestigingssamenstellen vaak geleverd in een uitvoering, waarbij in het schroefgat van de moer reeds een mannelijk verbindingselement is geschroefd, bijvoorbeeld een 1003809 ^ -2- draadeind, bijvoorbeeld zoals is getoond in EP 0 775 838.
Het in de metalen moer aanbrengen van de additionele kleine gaten voor de verbindingsbenen zoals is beschreven in US 5 209 619 is produktietechnisch problematisch, omdat 5 dergelijke kleine gaten een aparte (boor-)bewerking vereisen. Ook de blinde gaten zoals getoond in US 4 840 525, waar de verbindingsbenen van het borgelement klemmend ' in passen, zijn produktietechnisch onpraktisch. Verder is er bij de bovengenoemde bekende bevestigingssamenstellen 10 geen borging van het mannelijke bevestigingselement in het schroefgat van de moer, hetgeen kan leiden tot het losraken van het mannelijke bevestigingselement van de moer of juist een ongewenst meedraaien van het mannelijk bevestigingselement als een daarop geschroefde tweede moer 15 of een pijpbeugel wordt aangedraaid.
De onderhavige uitvinding beoogt een verbeterd - bevestigingssamenstel te verschaffen, dat bovengenoemde nadelen opheft. In het bijzonder beoogt de uitvinding deze verbetering te realiseren zonder een wezenlijke 20 kostprijsverhoging ten opzichte van de bekende bevestigingssamenstellen en met produktietechnisch eenvoudige maatregelen.
De onderhavige uitvinding verschaft een , bevestigingssamenstel volgens de aanhef van conclusie 1, ’ 25 dat is gekenmerkt, doordat de uitsparing in de moer voor een verbindingsbeen van het borgelement is gevormd als een aan het van binnenschroefdraad voorziene schroefgat in de moer grenzende uitsparing. Dergelijke aan het schroefgat grenzende uitsparingen kunnen bij de produktie gemakkelijk 30 worden gerealiseerd.
Bij voorkeur heeft het borgelement een eendelig kunststof lichaam met een of meer verbindingsbenen, welk lichaam door spuitgieten in een geschikte matrijs kan zijn vervaardigd.
35 In een voorkeursuitvoeringsvorm is de uitsparing een sleuf die zich uitstrekt vanaf de bovenzijde tot aan de onderzijde van de moer. Een dergelijke sleufuitsparing kan door een geschikt gevormd ponswerktuig worden gerealiseerd,
1 0 Π O ft O Q
-3- bijvoorkeur met een ponswerktuig dat gelijktijdig het later van schroefdraad te voorziene schroefgat uit de moer ponst.
In een voordelige uitvoeringsvorm is het verbindingsbeen aan zijn vrije einde voorzien van een 5 verdikking, die achter de onderzijde van de moer grijpt. De verdikking is bijvoorkeur een aan het vrije einde gevormde haak met aan de onderzijde een schuin naar buiten wijzend vlak, zodat bij het in de sleufuitsparing steken daarvan het verbindingsbeen naar binnen buigt in de door het 10 schroefgat gevormde ruimte, totdat de haak achter de onderzijde van de moer kan grijpen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm heeft elk verbindingsbeen zodanige dwarsafmetingen dat het in de bijbehorende uitsparing liggende been zich tot in het van 15 schroefdraad voorziene schroefgat in de moer uitstrekt, zodanig dat een in het gat vast te schroeven mannelijke - bevestigingselement door het been tegen losdraaien is geborgd. Door deze maatregel verricht het verbindingsbeen zowel de funktie van het verbinden van de moer en het 20 borgelement als het borgen van een in de moer te schroeven : mannelijk bevestigingselement. Bij voorkeur wordt hierbij 1 het bevestigingssamenstel zodanig geproduceerd dat eerst het gat in de moer wordt voorzien van binnenschroefdraad en i: dat vervolgens het borgelement met zijn verbindingsbenen in 25 de aan het gat grenzende uitsparingen wordt gestoken.
Bij voorkeur heeft het borgelement twee diametraal ten opzichte van de opening voor het mannelijke bevestigingselement gelegen verbindingsbenen en is de moer i voorzien van corresponderende uitsparingen, die diametraal 30 ten opzichte van het schroefgat liggen. Met voordeel liggen r daarbij de de uitsparingen voor de verbindingsbenen op de middenlangas van de moer, zodat de dwarsdoorsnede van de moer niet wordt verzwakt door deze uitsparingen. =
In een praktisch voordelige uitvoeringsvorm omvat het 35 het bevestigingssamenstel verder een draadstang, die in het gat in de moer is geschroefd, alsmede een metalen onderlegring, die aan de van de moer afgekeerde zijde aanligt tegen het lichaam van het borgelement en wordt 1 00 SS 08 = -4- gehouden door een op de draadstang geschroefde tweede moer. Een dergelijk tot een geheel samengesteld boutsamenstel wordt in de praktijk veel gebruikt en een voorbeeld van deze opbouw is beschreven in EP 0 775 838.
5 De onderhavige uitvinding zal hierna nader worden toegelicht aan de hand van de tekening. Daarbij toont: fig. 1 in zijaanzicht een uitvoeringsvoorbeeld van een bevestigingssamenstel volgens de uitvinding met een bijbehorend profielelement, 10 fig. 2 in perspectief en met uiteengenomen delen de moer en het borgelement van het bevestigingssamenstel van figuur 1, en fig. 3 in bovenaanzicht het borgelement van figuren 1 en 2.
15 Het in de figuur 1 getoonde bevestigingssamenstel 1 is bestemd voor het bevestigen van een voorwerp, in het ..... bijzonder een pijpbeugel, aan een metalen profielelement 2.
In de figuur 1 is de typische doorsnedevorm van het profielelement 2 te herkennen. Het profielelement 2 heeft 20 twee evenwijdige en zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten 3, 4, een bodem 5, die de zijkanten 3, 4 verbindt, en een bovenzijde, die is gevormd door twee vanaf de zijkanten 3, 4 naar binnen gerichte flenzen 6,7, die tussen hen in een langssleuf 8 begrenzen. De langssleuf 8 25 strekt zich hier uit over de hele lengte van het profielelement 2, maar er kunnen ook over de lengte van het profielelement 2 verdeeld meerdere langwerpige sleufgaten aanwezig zijn in de bovenzijde van het element 2.
Het bevestigingssamenstel 1 omvat een langwerpige 30 metalen moer 10, die in figuur 12 op grotere schaal is getoond, met een bovenzijde 11 en een daar tegenover gelegen onderzijde 12, welke moer 10 een breedte "bl" heeft die kleiner is dan de breedte "b2" van de langssleuf 8 van het profielelement 2 en een lengte "1" heeft die groter is 35 dan de breedte "b2" van de langssleuf 8 van het profielelement 2. Hierdoor kan, zoals algemeen bekend is, de moer 10 in lijn worden gebracht met de langssleuf 8 en door de langssleuf 8 in het profielelement 2 worden 100S8Q9 -5- gebracht en dan gedraaid om zich in hoofdzaak dwars op de langssleuf 8 uit te strekken en met zijn bovenzijde 11 achter de flenzen 7 van het profielelement 2 te grijpen.
De moer 10 heeft verder een daar doorheen lopend en 5 van binnenschroefdraad voorzien schroefgat 13 voor het opnemen van een mannelijk bevestigingselement voor het bevestigen van een voorwerp, bijvoorbeeld een pijpbeugel, aan het profielelement 2 wanneer de moer 10 zich in zijn dwarspositie bevindt. In dit voorbeeld is het mannelijke 10 bevestigingselement een van buitenschroefdraad voorzien draadeind 14, dat reeds bij de produktie van het bevestigingssamenstel 1 in het schroefgat 13 is geschroefd.
In de tekening is de moer 10 getoond als een j rechthoekig blok maar het zal duidelijk zijn dat de moer 10 ' 15 elke andere geschikte vorm kan hebben, waarvan er vele op dit vakgebied bekend zijn, zoals bijvoorbeeld voorzien van - af geschuinde hoeken.
Het bevestigingssamenstel 1 omvat verder een kunststof borgelement 20 aan de bovenzijde van de moer 10, welk 20 borgelement 20 in de figuren 2 en 3 in detail is getoond.
Het borgelement 20 heeft een eendelig door spuitgieten " uit een geschikt kunststof materiaal gevormd lichaam, dat op nader te beschrijven wijze met de moer 10 is verbonden.
Het borgelement 20 heeft in dit voorbeeld een : 25 cirkelringvormig centraal deel 21 met daarin een opening 22 voor het mannelijke bevestigingselement 14, welke opening 22 coaxiaal is ten opzichte van het schroefgat 13, zodat i het bevestigingselement 14 door de opening 22 kan worden : gestoken en in het schroefgat 13 kan worden geschroefd.
30 Het borgelement 20 heeft verder twee diametraal vanaf het centrale deel 21 naar buiten gerichte armen 23, 24, die : zich hier dwars op de lengteas van de moer 10 uitstrekken.
Deze armen 23, 24 sluiten aan hun van het centrale deel 21 ï afgekeerde einde aan op elastisch vervormbare 35 flensaangrijpingsmiddelen 25, die hier de vorm hebben van : een elastisch vervormbare cirkelvormige ring. De ring 25 _ is, zoals duidelijk blijkt uit de tekening, gekromd uitgevoerd, zodanig dat een middelste deel 26 van elke 1009809 : -6- helft van de ring 25 dichterbij de bovenzijde 11 van de moer 10 ligt dan het op de uiteinden van de armen 23, 24 aansluitende deel van de ring 25. Met voordeel ligt de ring 25 met zijn naar beneden gekromde delen 26 aan tegen de 5 bovenzijde 11 van de moer 10, zoals in figuur 1 is getoond.
De ring 25 is de gekromde toestand, zoals getoond in figuur 3, in bovenaanzicht elliptisch maar in platgedrukte toestand heeft de ring 25 een cirkelvorm met een binnendiameter die in geringe mate groter is dan metalen 10 onderlegring 30. Deze onderlegring 30 ligt aan de van de moer 10 afgekeerde zijde tegen het borgelement 20.
De verbinding tussen het borgelement 20 en de moer 10 is in dit voorbeeld gevormd door twee aan het lichaam van het borgelement 20 gevormde kunststof verbindingsbenen 27, 15 28, die op diametraal tegenover elkaar gelegen plaatsen vanaf het centrale deel 21 naar beneden uitsteken. Deze - verbindingsbenen hebben in dit voorbeeld een rechthoekige dwarsdoorsnede en zijn elk aan hun vrije einde voorzien van een haak, respectievelijk 29a,29b, welke haken naar buiten 20 wijzen.
Zoals in figuur 2 te herkennen is, is de moer 10 voor elk van de verbindingsbenen 27, 28 voorzien van een bijbehorende sleuf 15, 16, welke sleuven 15, 16 zich door de moer 10 heen uitstrekken tussen de bovenzijde 11 en de : 25 onderzijde 12. Deze sleuven 15, 16 grenzen aan het schroefgat 13 en vormen daarmee een opening in de moer 10.
Bij de produktie van het bevestigingssamenstel 1 wordt het borgelement 20 met zijn verbindingsbenen 27, 28 door die ene opening gestoken, zodanig dat de verbindingsbenen 30 27, 28 in hun bijbehorende sleuf 15,16 komen te liggen en de haken 29a,29b achter de onderzijde 12 van de moer 10 grijpen.
De verbindingsbenen 27, 28 hebben zodanige dwarsafmetingen dat deze benen 27, 28 zich gedeeltelijk tot 35 in het van schroefdraad voorzien gat 13 in de moer 10 uitstrekken, zodanig dat het in het schroefgat 13 vast te schroeven mannelijke bevestigingselement 14 met zijn schroefdraadgangen in het kunststof van de benen 27, 28 1009S03 -7- snijdt en daardoor ten opzichte van de moer 10 wordt geborgd.
De ring 25 heeft een grotere diameter dan het centrale deel 21, zodanig dat de ring 25 van het borgelement 20 op 5 diametrale plaatsen tegen de flenzen 6, 7 van het profielelement 2 komen als de moer 10 door de langssleuf 8 van het profielelement 2 passeert. Bij het verder in het profielelement 2 drukken van de moer 10, zodanig dat de moer 10 uiteindelijk naar zijn dwarsstand kan draaien, 10 wordt de ring 25 vanuit zijn in de tekening getoonde gekromde toestand platgedrukt, zodat de ring 25 om de buitenrand van de onderlegring 30 komt te liggen. Als vervolgens het samenstel 1 wordt gedraaid, zodat de moer 10 in de dwarspositie komt, bewerkstelligt de elasticiteit van 15 het borgelement 20, met name van de ring 25, dat de bovenzijde 11 van de moer 10 onder door het borgelement 20 --· - geleverde veerspanning tegen de flenzen 6, 7 van het profielelement 2 wordt gehouden. Dit maakt het mogelijk het ' bevestigingssamenstel 1 nog langs het profielelement 2 te 20 verschuiven en op zijn juiste plaats te brengen, voordat op het mannelijke verbindingselement geschroefde zeskantmoer : 17 wordt aangedraaid.
Om het hanteren en draaien van het
bevestigingssamenstel 1 te vergemakkelijken zijn aan de de I
25 uiteinden van de armen 23, 24, buiten de cirkelringvormige flensaangrijpingsmiddelen 25, uitstekende
bedieningsuitsteeksels 32 voorzien met een ribbelprofiel of I
dergelijke aan de buitenzijde.
Om de onderlegring 30 op zijn plaats te houden wanneer : 30 het mannelijke bevestigingselement 14 en/of de moer 17 ontbreekt, is er in voorzien dat bij elk bedieningsuitsteeksel 32 een lip 33 is aangevormd aan het Γ borgelement 20. Deze lippen 33 steken ten opzichte van de binnenomtrek van de ring 25 naar binnen en overdekken de 35 onderlegring 30, zodat deze onderlegring 30 wordt ingeklemd tussen deze lippen 33 en de tegenover gelegen delen van de armen 23, 24. Door de bedieningsuitsteeksels 32 uit elkaar te bewegen, in de richting van de moer 10 te drukken, kan 1009809 -8- de onderlegring 30 deze lippen 33 passeren.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvindingsgedachte ook van toepassing is op bevestigingssamenstellen met anders uitgevoerde borgelementen en moeren, welke uitvoeringen 5 bijvoorbeeld bekend zijn uit de eerder genoemde publikaties en uit US 5 628 598, US 4 666 355, US 3 493 025, EP 0 702 160. Ook kan het profielelement langs de randen van de flenzen naar binnen zijn omgezet.
1 009809
Claims (11)
1. Een bevestigingssamenstel bestemd voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf, in het bijzonder een profielelement van het type dat twee zich in langsrichting uitstrekkende zijkanten, een bodem, die de zijkanten verbindt, en een bovenzijde heeft, waarbij de 5 bovenzijde is gevormd door een vanaf elke zijkant naar binnen gerichte flens, welke flenzen tussen hen in een langssleuf begrenzen, het bevestigingsamenstel omvattende: een metalen moer met een bovenzijde en een daar tegenover gelegen onderzijde, welke moer een breedte heeft 10 die kleiner is dan de breedte van de langssleuf van het profielelement en een lengte heeft die groter is dan de breedte van de langssleuf van het profielelement, waardoor de moer in lijn kan worden gebracht met de langssleuf en ' door de langssleuf in het profielelement kan worden 15 gebracht en dan gedraaid om zich in hoofdzaak dwars op de langssleuf uit te strekken en met zijn bovenzijde achter de flenzen van het profielelement te grijpen, waarbij de moer : verder een daar doorheen lopend en van binnenschroefdraad 1 voorzien schroefgat heeft voor het opnemen van een 20 mannelijk bevestigingselement voor het bevestigen van het voorwerp aan het profielelement wanneer de moer zich in : zijn dwarspositie bevindt, een borgelement aan de bovenzijde van de moer, welk ; borgelement een met de moer verbonden lichaam heeft met een [ 25 centrale opening, die in hoofdzaak coaxiaal is met het Γ schroefgat in de moer, zodat een mannelijk I bevestigingselement door die opening in het gat in de moer : kan worden geschroefd, welk lichaam verder aan de zijkanten ! daarvan flensaangrijpingsmiddelen heeft, die zijn ingericht 30 om aan te grijpen op de flenzen van het profielelement = wanneer de moer door de langssleuf is gepasseerd, zodanig ^ dat de moer klemmend wordt vastgehouden op de flenzen van : het profielelement, waarbij de verbinding tussen het borgelement en de moer ten ï 35 minste een aan het lichaam van het borgelement gevormd I 1009309 -10- kunststof verbindingsbeen omvat, dat zich uitstrekt tot in een bijbehorende uitsparing van moer en daarin is vastgezet, met het kenmerk, dat de uitsparing in de moer voor een verbindingsbeen van het borgelement is gevormd als 5 een aan het schroefgat in de moer grenzende uitsparing.
2. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 1, waarbij de uitsparing een sleuf is die zich uitstrekt vanaf de bovenzijde tot aan de onderzijde van de moer.
3. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het verbindingsbeen aan zijn vrije einde is voorzien van een verdikking, die achter de onderzijde van de moer grijpt. 15
4. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het verbindingsbeen zodanige afmetingen heeft dat het been zich tot in het schroefgat in de moer uitstrekt, zodanig dat een in het schroefgat vast 20 te schroeven mannelijke bevestigingselement door het been tegen losdraaien is geborgd.
5. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het borgelement twee 25 diametraal ten opzichte van de opening voor het mannelijke element gelegen verbindingsbenen heeft en de moer is voorzien van corresponderende uitsparingen.
6. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de 30 voorgaande conclusies, waarbij de uitsparingen op de middenlangsas van de moer liggen.
7. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het bevestigingssamenstel 35 verder een draadstang omvat, die in het schroefgat in de moer is geschroefd, alsmede een onderlegring, die aan de van de moer afgekeerde zijde aanligt tegen het lichaam van het borgelement en wordt gehouden door een op de draadstang 1009809 -11- geschroefde tweede moer.
8. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het lichaam van het 5 borgelement een cirkelvormig centraal deel heeft met daarin de opening voor het mannelijke bevestigingselement en verder ten minste een zich vanaf het centrale deel naar buiten uitstrekkende arm, welke arm ringvormige flensaangrijpingsmiddelen draagt met een grotere diameter 10 dan het centrale deel, zodanig dat de flensaangrijpingsmiddelen van het lichaam op diametrale plaatsen tegen de flenzen van het profielelement komen als de moer door de langssleuf van het profielelement passeert.
9. Bevestigingssamenstel volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het lichaam twee diametraal gerichte armen heeft, die zich dwars op de lengteas van de moer uitstrekken en die aan hun van het centrale deel afgekeerde einde aansluiten op ringvormige 20 flensaangrijpingsmiddelen, waarbij elk in hoofdzaak ! halfcirkelvormige gedeelte van de cirkelringvormige flensaangrijpingsmiddelen gekromd is uitgevoerd, zodanig dat een middelste deel daarvan dichterbij de bovenzijde van de moer ligt dan het op de uiteinden van de armen : 25 aansluitende deel.
10. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 9, waarbij aan de uiteinden van de armen buiten de ringvormige flensaangrijpingsmiddelen uitstekende 30 bedieningsuitsteeksels zijn voorzien met een ribbelprofiel of dergelijke.
11. Bevestigingssamenstel volgens conclusie 9 of 10, waarbij aan de uiteinden van de armen 35 bedieningsuitsteeksels zijn voorzien, die aan hun i binnenzijde elk een lip hebben, die de onderlegring overdekt zodat de onderlegring is ingeklemd tussen de Γ lippen en de armen van het lichaam, welke lippen door 1009809 : -12- hantering van de bedieningsuitsteeksel elastisch kunnen veren voor het plaatsen en uitnemen van de onderlegring. 1008809
Priority Applications (8)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1009809A NL1009809C2 (nl) | 1998-08-05 | 1998-08-05 | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. |
NL1010655A NL1010655C1 (nl) | 1998-08-05 | 1998-11-26 | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. |
ES99202432T ES2227965T3 (es) | 1998-08-05 | 1999-07-21 | Unidad de fijacion para fijacion de un objeto en un perfil con una ranura longitudinal. |
AT99202432T ATE278884T1 (de) | 1998-08-05 | 1999-07-21 | Befestigungseinheit zur befestigung eines gegenstandes an einem profilelement mit einem längsschlitz |
DE29923412U DE29923412U1 (de) | 1998-08-05 | 1999-07-21 | Befestigungseinheit zur Befestigung eines Gegenstandes an einem Profilelement mit einem Längsschlitz |
EP99202432A EP0978663B1 (de) | 1998-08-05 | 1999-07-21 | Befestigungseinheit zur Befestigung eines Gegenstandes an einem Profilelement mit einem Längsschlitz |
PT99202432T PT978663E (pt) | 1998-08-05 | 1999-07-21 | Unidade de fixacao para fixar um objecto a um elemento perfilado com uma fenda longitudinal |
DE59910710T DE59910710D1 (de) | 1998-08-05 | 1999-07-21 | Befestigungseinheit zur Befestigung eines Gegenstandes an einem Profilelement mit einem Längsschlitz |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1009809A NL1009809C2 (nl) | 1998-08-05 | 1998-08-05 | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. |
NL1009809 | 1998-08-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1009809C2 true NL1009809C2 (nl) | 2000-02-08 |
Family
ID=19767612
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1009809A NL1009809C2 (nl) | 1998-08-05 | 1998-08-05 | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1009809C2 (nl) |
Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4666355A (en) * | 1986-08-04 | 1987-05-19 | Usg Industries, Inc. | Top grip lock nut assembly |
US4840525A (en) | 1987-12-09 | 1989-06-20 | Unistrut International Corp. | Fastener restrainer for framing system |
US5209619A (en) | 1992-06-09 | 1993-05-11 | B-Line Systems, Inc. | Channel nut fastener |
DE4243185A1 (de) * | 1992-12-19 | 1994-06-23 | Hilti Ag | Befestigungsvorrichtung |
EP0687822A2 (de) * | 1994-06-17 | 1995-12-20 | HILTI Aktiengesellschaft | Befestigungsvorrichtung |
EP0775838A1 (en) | 1995-11-21 | 1997-05-28 | J. van Walraven B.V. | A device for fastening an object, more particularly a pipe, to a wall |
DE19722778C1 (de) * | 1997-06-02 | 1998-05-14 | Kratzer F Mefa Duebel Gmbh | Verankerungseinheit |
-
1998
- 1998-08-05 NL NL1009809A patent/NL1009809C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4666355A (en) * | 1986-08-04 | 1987-05-19 | Usg Industries, Inc. | Top grip lock nut assembly |
US4840525A (en) | 1987-12-09 | 1989-06-20 | Unistrut International Corp. | Fastener restrainer for framing system |
US5209619A (en) | 1992-06-09 | 1993-05-11 | B-Line Systems, Inc. | Channel nut fastener |
DE4243185A1 (de) * | 1992-12-19 | 1994-06-23 | Hilti Ag | Befestigungsvorrichtung |
EP0687822A2 (de) * | 1994-06-17 | 1995-12-20 | HILTI Aktiengesellschaft | Befestigungsvorrichtung |
EP0775838A1 (en) | 1995-11-21 | 1997-05-28 | J. van Walraven B.V. | A device for fastening an object, more particularly a pipe, to a wall |
DE19722778C1 (de) * | 1997-06-02 | 1998-05-14 | Kratzer F Mefa Duebel Gmbh | Verankerungseinheit |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US5799907A (en) | Pipe straps | |
US7490388B2 (en) | Pipe clamp with spring nut | |
US4907766A (en) | Pipe positioning and support system | |
US7497718B2 (en) | Routing clip elements with a living hinge and interlocking closure | |
US5033701A (en) | Plastic holder element | |
US4897005A (en) | Gutted U-nut | |
US5474269A (en) | Connection bracket clamp | |
US20080095591A1 (en) | Fastener assembly for metal framing | |
SK283498B6 (sk) | Rúrková objímka | |
US4380102A (en) | Clasping device | |
US6672547B1 (en) | Holder for attachment of objects | |
US8141825B2 (en) | Method and apparatus for securing cables and the like | |
US5807050A (en) | Sheet metal anchor | |
NL1026797C2 (nl) | Bevestigingssamenstel. | |
NL1001709C2 (nl) | Inrichting voor het bevestigen van een voorwerp, meer in het bijzonder van een leiding, aan een wand. | |
EP2148132B1 (de) | Leuchte mit einer in ihrem Hohlraum gehaltenen Tragplatte | |
NL1010655C1 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. | |
HU215981B (hu) | Csőbilincs | |
NL1009809C2 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. | |
US4114860A (en) | Fence system | |
US7076842B2 (en) | Hose clamp arrangement | |
US5863227A (en) | Eyelet terminal with bolt retaining means | |
US5454662A (en) | Connector for coupling the pipes of a pipe corral | |
HU218470B (hu) | Csőbilincs | |
NL2009103C2 (en) | Pipe clip with spring washer. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20030301 |