NL1026787C2 - Bevestigingsklem. - Google Patents
Bevestigingsklem. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1026787C2 NL1026787C2 NL1026787A NL1026787A NL1026787C2 NL 1026787 C2 NL1026787 C2 NL 1026787C2 NL 1026787 A NL1026787 A NL 1026787A NL 1026787 A NL1026787 A NL 1026787A NL 1026787 C2 NL1026787 C2 NL 1026787C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- clamp
- mounting
- fastening
- clip
- coupling
- Prior art date
Links
- 230000008878 coupling Effects 0.000 claims abstract description 59
- 238000010168 coupling process Methods 0.000 claims abstract description 59
- 238000005859 coupling reaction Methods 0.000 claims abstract description 59
- 230000000295 complement effect Effects 0.000 claims description 3
- 238000002347 injection Methods 0.000 claims 1
- 239000007924 injection Substances 0.000 claims 1
- 238000012790 confirmation Methods 0.000 description 1
- 230000001419 dependent effect Effects 0.000 description 1
- 238000001746 injection moulding Methods 0.000 description 1
- 230000002093 peripheral effect Effects 0.000 description 1
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B2/00—Friction-grip releasable fastenings
- F16B2/02—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening
- F16B2/06—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening external, i.e. with contracting action
- F16B2/10—Clamps, i.e. with gripping action effected by positive means other than the inherent resistance to deformation of the material of the fastening external, i.e. with contracting action using pivoting jaws
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16B—DEVICES FOR FASTENING OR SECURING CONSTRUCTIONAL ELEMENTS OR MACHINE PARTS TOGETHER, e.g. NAILS, BOLTS, CIRCLIPS, CLAMPS, CLIPS OR WEDGES; JOINTS OR JOINTING
- F16B37/00—Nuts or like thread-engaging members
- F16B37/08—Quickly-detachable or mountable nuts, e.g. consisting of two or more parts; Nuts movable along the bolt after tilting the nut
- F16B37/0871—Quickly-detachable or mountable nuts, e.g. consisting of two or more parts; Nuts movable along the bolt after tilting the nut engaging the bolt laterally, i.e. without the need to engage the end of the bolt
- F16B37/0885—Quickly-detachable or mountable nuts, e.g. consisting of two or more parts; Nuts movable along the bolt after tilting the nut engaging the bolt laterally, i.e. without the need to engage the end of the bolt in two halves hingedly connected
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Mutual Connection Of Rods And Tubes (AREA)
Description
5
Korte aanduiding: Bevestigingsklem.
De uitvinding heeft betrekking op een bevestigingsklem voor het aan een mannelijk bevestigingselement bevestigen van een voorwerp, welke bevestigingsklem is ingericht om om het mannelijke bevestigingselement aangebracht te worden, meer in het bijzonder om 10 dwars op de lengterichting daarvan aangebracht te worden, en welke bevestigingsklem een geopende stand heeft waarin het om het mannelijke bevestigingselement aanbrengbaar is en een gesloten stand waarin het kan aangrijpen op het mannelijke bevestigingselement.
Een dergelijk bevestigingsklem is bekend. In ÜS 4.524.936 is in 15 de figuren 5-7 een pijpbeugel getoond waarbij aan de twee eindsecties ervan bevestigingsklemmen vast zijn aangebracht waarmee de beugel op een mannelijk bevestigingselement, bijvoorbeeld een draadstang, kan worden gemonteerd. De bevestigingsklemmen omvatten twee klemhelften die scharnierend met elkaar zijn verbonden door middel van een 20 scharnierpen. Één van de klemhelften is voorzien van een blind gat met binnenschroefdraad, de andere klemhelft is voorzien van een doorgaand gat. In de gesloten stand van de bevestigingsklem kan een bout door het doorgaande gat in het blinde gat worden geschroefd om de klemhelften vast tegen elkaar in de gesloten stand te houden.
25 Bij de bekende bevestigingsklem worden dus losse bevestigingsmiddelen, zoals een bout, gebruikt om de bevestigingsklem te monteren. Dit is uit het oogpunt van montagegemak nadelig, omdat de monteur eerst de bout in de klemhelften moet draaien en vervolgens een gereedschap moet pakken om de bout aan te draaien. Omdat 30 voorwerpen zoals pijpbeugels vaak hoog aan een plafond of een muur worden aangebracht, waarbij de monteur op een ladder moet staan komt hij door de omslachtige bevestiging van de bevestigingsklem vaak handen tekort. Verder is er bij de toepassing van losse onderdelen het gevaar dat er onderdelen kwijtraken.
35 De bekende pijpbeugel is vast met de klem verbonden, waardoor de pijpbeugel specifiek geschikt is om op een draadstang of iets dergelijks aan te brengen en dus niet voor een andere toepassing bruikbaar is, bijvoorbeeld voor montage tegen een wand. Uit het oogpunt van een doelmatige bedrijfsvoering en kostenbesparing is het 1026787 - 2 - echter wenselijk dat pijpbeugels en dergelijke worden geproduceerd die universeel toepasbaar zijn, d.w.z. dat ze geschikt zijn om op verschillende manieren gemonteerd te worden, bijvoorbeeld tegen een wand, of aan een profielrail.
5 De uitvinding beoogt een verbeterde bevestigingsklem te verschaffen, waarmee een vereenvoudigde montage bereikt kan worden.
Dit oogmerk wordt volgens de uitvinding bereikt door een bevestigingsklem volgens de aanhef van conclusie 1, gekenmerkt doordat de bevestigingsklem koppelmiddelen heeft voor het met de 10 bevestigingsklem koppelen van het aan het mannelijk bevestigingselement te bevestigen voorwerp, welke koppelmiddelen verder zodanig op de bevestigingsklem zijn aangebracht dat het tijdens gebruik via de koppelmiddelen met de bevestigingsklem gekoppelde voorwerp het openen van de bevestigingsklem vanuit de 15 gesloten stand tegengaat.
De bevestigingsklem is dus niet, zoals de bekende bevestigingsklem, vast verbonden met het op het mannelijke bevestigingselement aan te brengen voorwerp. Bij de bevestigingsklem volgens de uitvinding wordt de bevestigingsklem in de geopende stand 20 in dwarsrichting om een mannelijk bevestigingselement aangebracht.
Vervolgens wordt de bevestigingsklem gesloten zodat deze aangrijpt op het mannelijke bevestigingselement. Daarna kan het te bevestigen voorwerp, bijvoorbeeld een pijpbeugel, worden gekoppeld met de bevestigingsklem d.m.v. de aan de bevestigingsklem aanwezige 25 koppelmiddelen. De koppelmiddelen zijn zodanig aangebracht op de bevestigingsklem, dat de koppeling met het voorwerp ervoor zorgt dat de bevestigingsklem in de gesloten stand gehouden wordt. De bevestigingsklem kan dus pas geopend worden nadat deze niet meer is gekoppeld met het voorwerp.
30 Voordelig van de bevestigingsklem volgens de uitvinding is dat deze voor de bevestiging van verschillende voorwerpen universeel toepasbaar is. Deze voorwerpen zijn op zich al verkrijgbaar, en behoeven geen speciale voorzieningen om deze met de bevestigingsklem te kunnen koppelen. Deze op zich bekende voorwerpen, zoals de 35 pijpbeugel uit Fig. 10, zijn geschikt om op verschillende manieren gemonteerd te worden, bijvoorbeeld tegen een wand, of door middel van een adapter aan een profielrail.
1026787 - 3 -
Voorkeursuitvoeringsvormen van de uitvinding zijn omschreven in de afhankelijke conclusies.
Verdere voordelen en details van de uitvinding komen aan de hand van voorkeursuitvoeringsvormen naar voren in de navolgende 5 beschrijving onder verwijzing naar de tekening, waarin:
Fig. la een aanzicht in perspectief toont van een eerste voorkeursuitvoeringsvorm van een bevestigingsklem volgens de uitvinding in een geopende stand,
Fig. lb een aanzicht in perspectief toont van de 10 bevestigingsklem van Fig. la in een geopende stand, die met een klemsegment tegen een mannelijk bevestigingselement is aangebracht, Fig. 2 een aanzicht in perspectief toont van de bevestigingsklem van Fig. la in een gesloten stand,
Fig. 3a een aanzicht in perspectief toont van een tweede 15 voorkeursuitvoeringsvorm van een bevestigingsklem volgens de uitvinding in een half geopende stand,
Fig. 3b een aanzicht in perspectief toont'van'·de bevestigingsklem van Fig. 3a in een volledig geopende stand,
Fig. 3c een aanzicht in perspectief toont van de 20 bevestigingsklem van Fig. 3a in een gesloten stand,
Fig. 3d een zijaanzicht toont van de bevestigingsklem van Fig.
3a in een gesloten stand,
Fig. 4 een aanzicht in perspectief toont van een derde voorkeursuitvoeringsvorm van een bevestigingsklem volgens de 25 uitvinding,
Fig. 5 een aanzicht in perspectief toont van een bevestigingsklem die geschikt is om op een draadstang aan te brengen, Fig. 6 een aanzicht in perspectief toont van een bevestigingsklem die geschikt is om op een gladde ronde staaf of buis 30 aan te brengen,
Fig. 7 een aanzicht in perspectief toont van een bevestigingsklem die geschikt is om op een gehoekt profiel aan te brengen,
Fig. 8 een aanzicht in perspectief toont van de 35 bevestigingsklem van Fig. 2 die gekoppeld wordt met de bevestigingsklem van Fig. 4,
Fig. 9 een aanzicht in perspectief toont van een pijpbeugel die kan worden gekoppeld met de bevestigingsklem van Fig. 1 en 2, en 1026787 - 4 -
Fig. 10. een aanzicht in perspectief toont van een pijpbeugel die wordt gekoppeld met de bevestigingsklem van Fig. 4 die op een draadstang is aangebracht.
5 In Fig. la, lb en 2 is een eerste uitvoeringsvorm van een bevestigingsklem volgens de uitvinding getoond en als geheel aangeduid met verwijzingscijfer 1. De bevestigingsklem 1 heeft twee in hoofdzaak gelijkvormige klemsegmenten 2. De klemsegmenten 2 zijn op een scharnierlijn 3 met elkaar verbonden, bij voorkeur door middel 10 van een filmscharnier, zodat ze van een geopende stand, zoals in Fig. la is getoond, naar een gesloten stand, zoals in Fig. 2 is getoond, gescharnierd kunnen worden en vice versa.
De klemsegmenten 2 hebben elk een aanligvlak 4 voor een mannelijk bevestigingselement 120, dat in de geopende stand van de 15 bevestigingsklem 1 (zie Fig. lb) tijdens montage tegen het mannelijke bevestigingselement 120 kan worden aangebracht. De aanligvlakken 4 begrenzen samen in de gesloten stand van de bevestigingsklem 1 een uitsparing 5 (zie Fig. 2) voor het opnemen van het mannelijke bevestigingselement 120. In de praktijk zal de monteur het aanligvlak 20 4 van één van de klemsegmenten 2 tegen het mannelijke bevestigingselement 120 aanbrengen en vervolgens de bevestigingsklem 1 dichtklappen zoals met gekromde pijl 10 in Fig. lb is aangeduid, waardoor beide klemsegmenten 2 op het mannelijke bevestigingselement 120 aangrijpen.
25 Elk van de twee klemsegmenten 2 is voorzien van een koppelorgaan 6. De koppelorganen 6 zijn in deze uitvoeringsvorm gevormd als halve cilinders met een plat vlak 6a en een gekromd vlak 6b in de vorm van een halve cilindermantel. In de gesloten stand van de bevestigingsklem 1 (Fig. 2) liggen de koppelorganen 6 met hun 30 platte vlakken 6a tegen elkaar en vormen de gekromde vlakken 6b een omtreksvlak. De koppelorganen 6 vormen tezamen zodoende een penvormig koppelstuk. Bij voorkeur is op de gekromde vlakken 6b van de koppelorganen 6 schroefdraad aangebracht zodat in gesloten toestand van de klem 1 een tapeinde als koppelstuk wordt verkregen. Dit van 35 schroefdraad voorziene koppelstuk kan bijvoorbeeld samenwerken met een pijpbeugel 90 waarvan in Fig. 9 een voorbeeld is getoond. De pijpbeugel heeft daartoe een voet 91 met een ondervlak 92. In het ondervlak 92 is een gat 93 met binnenschroefdraad 94 aangebracht dat 1026787 - 5 - op het andere einde van het van schroefdraad voorzien koppelstuk geschroefd kan worden. Omdat de pijpbeugel 90 of een ander voorwerp met een dergelijke voet 92 op de bevestigingsklem 1 wordt aangebracht, worden de klemsegmenten 2 tegen elkaar gehouden in de 5 gesloten stand. De pijpbeugel 90 of iets dergelijks werkt dus als borging om de bevestigingsklem in de gesloten stand te houden. De pijpbeugel 90 heeft verder twee beugelsegmenten 95 die scharnierend zij aangebracht op de voet 91. De beugelsegmenten 95 kunnen om een pijp (niet getoond) aangebracht worden en met elkaar verbonden worden 10 d.m.v. haakmiddelen 96. Opgemerkt wordt dat de getoonde pijpbeugel slechts als voorbeeld dient en dat geheel anders uitgevoerde pijpbeugels of andere voorwerpen toegepast kunnen worden.
Een andere voorkeursuitvoeringsvorm volgens de uitvinding is getoond in Fig. 3a t/m 3d. Bij deze voorkeursuitvoeringsvorm is de 15 bevestigingsklem als geheel aangeduid met verwijzingscijfer 31. De onderdelen van de bevestigingsklem 31 die overeenkomen met die van de hierboven beschreven bevestigingsklem 1 zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid. De bevestigingsklem 31 heeft twee klemsegmenten 2. Het ene klemsegment 2 is voorzien van een buitenste 20 overlapdeel 32, het andere klemsegment is voorzien van een binnenste overlapdeel 33. In de gesloten stand van de klem 31 ligt het buitenste overlapdeel 32 over het binnenste overlapdeel 33. De van de scharnierlijn 3 afgekeerde zijde van het buitenste overlapdeel 32 is vlak en vormt een in hoofdzaak plat bovenvlak 34 van de 25 bevestigingsklem 31. Vanaf het bovenvlak 34 strekt zich een boring 35 door het buitenste overlapdeel 32 uit in de richting van de scharnierlijn 3. In het binnenste overlapdeel 33 is een boring 36 aangebracht die zich uitstrekt tot aan de uitsparing 5 voor het opnemen van het mannelijke bevestigingselement. In de gesloten 30 toestand van de bevestigingsklem liggen de boringen 35 en 36 coaxiaal in eikaars verlengde (zie Fig. 3c), zodat er een mannelijk bevestigingselement in kan worden aangebracht.
Ten minste één van de boringen 35 en 36 is bij voorkeur van binnenschroefdraad voorzien. In de boringen 35 en 36 kan bijvoorbeeld 35 een draadstang geschroefd worden die bijvoorbeeld weer verbonden kan worden met de pijpbeugel 90 van Fig. 9. Ook kan een pijpbeugel of iets dergelijks met een integraal tapeinde (niet getoond) worden gebruikt om op de bevestigingsklem 31 aan te brengen. In deze 1026787 - 6 - uitvoeringsvorm omvatten de koppelmiddelen van de bevestigingsklem dus de boringen 35 en 36. Wanneer er bijvoorbeeld een pijpbeugel door middel van een draadstang op de bevestigingsklem 31 is aangebracht, dan kan de klembeugel 31 niet geopend worden.
5 Om de montage te vergemakkelijken is bij voorkeur een klikorgaan 37, 38 aan beide segmenten 2 aanwezig, welke klikorganen 37, 38 kunnen samenwerken om een klikverbinding te vormen waarmee tijdens montage de bevestigingsklem 31 gesloten gehouden wordt. Hierdoor heeft de monteur even de handen vrij om bijvoorbeeld het te 10 monteren voorwerp te pakken.
In Fig. 4 is een derde voorkeursuitvoeringsvorm van de bevestigingsklem volgens de uitvinding getoond en met verwijzingscijfer 41 aangeduid. Deze uitvoeringsvorm vertoont veel gelijkenis met de uitvoeringsvorm van Fig. la, lb en 2 en gelijke 15 onderdelen zijn dan ook met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid.
Het verschil van deze uitvoeringsvorm met de in Fig. la, lb en 2 getoonde uitvoeringsvorm is gelegen in de vorm van de koppelorganen. De bevestigingsklem 41 heeft koppelorganen 46 met elk een platte kant die in gesloten toestand van de bevestigingsklem 20 tegen elkaar zijn gelegen. In de gesloten toestand van de bevestigingsklem 41 vormen de koppelorganen 46 tezamen een op zich uit NL 1019891 bekend koppelstuk omvattende een pen met axiaal op een afstand van elkaar aangebrachte paren grendelnokken 47 en 48. Dit koppelstuk kan gekoppeld worden met een voet van een pijpbeugel 100 25 zoals getoond in Fig. 10. De pijpbeugel 100 heeft een voet 101 die in een ondervlak 102 is voorzien van een met het koppelstuk complementair gat 104, en een gat 105 in een axiaal op afstand gelegen vlak 106. De koppeling wordt tot stand gebracht door het koppelstuk, dat wordt gevormd door de koppelorganen 46, met de 30 grendelnokken 47 en 48 door het gat 104 en verder met de grendelnokken 47 door het gat 105 te steken en vervolgens de pijpbeugel 100 over 90° t.o.v. de bevestigingsklem 41 te roteren. In deze over 90° geroteerde stand grijpen de grendelnokken 47 achter de rand van het gat 105 en grijpen de grendelnokken 48 achter de rand 35 van het gat 104 waardoor een soort van klemverbinding wordt verschaft. De bevestigingsklem 41 is aan de bovenzijde in de hoeken voorzien van blokkeernokken 42 die ervoor zorgen dat de rotatie van de pijpbeugel 100 in gemonteerde toestand wordt geblokkeerd. De 1026787 - 7 - pijpbeugel is verder hetzelfde als de pijpbeugel die in Fig. 9 is weergegeven en gelijke delen zijn dan ook met gelijke verwijzingscijfers aangeduid. In Fig. 10 is verder getoond hoe de bevestigingsklem 41 op een draadstang 120 is aangebracht.
5 In het bovenstaande zijn in Fig. 1, 2 en 4 verschillende koppelorganen getoond. Begrepen moet worden dat de uitvinding niet beperkt is tot de hier getoonde koppelorganen, maar dat ook andere koppelorganen toegepast kunnen worden om een schroef-, klik-, klem-, pen-gat of ander type verbinding tot stand te brengen. In de 10 hierboven beschreven voorkeursuitvoeringsvormen volgens Fig. 1, 2 en 4 vormen de koppelorganen in de gesloten stand van de bevestigingsbeugel een koppelstuk, maar dit is volgens de uitvinding niet noodzakelijk. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk om de pijpbeugel of iets dergelijks op de bevestigingsklem te bevestigen met twee op 15 afstand van elkaar gelegen koppelorganen, bijvoorbeeld klikorganen. Doordat het ondervlak van de pijpbeugel door de koppelorganen, bijvoorbeeld de klikorganen, tegen het bovenvlak van de bevestigingsklem wordt gehouden, wordt de bevestigingsklem in de gesloten stand gehouden.
20 De hierboven genoemde uitvoeringsvormen hebben een aanligvlak 4 dat complementair is met het mannelijke bevestigingselement waar de bevestigingsklem om kan worden aangebracht.
Bij een mogelijke uitvoeringsvariant kan het aanligvlak 4 binnenschroefdraad (zie Fig. 5) hebben en geschikt zijn om op een 25 draadstang of een ander van schroefdraad voorzien mannelijk bevestigingselement aan te brengen.
In Fig. 6 is een ander mogelijke uitvoeringsvorm getoond met een glad aanligvlak 4 dat geschikt is om op gladde staven of buizen aangebracht te worden, maar ook op van schroefdraad voorziene 30 mannelijke bevestigingselementen. In deze figuur 6 is het aanligvlak voor mannelijke bevestigingselementen met een ronde doorsnede geschikt, maar het aanligvlak kan natuurlijk ook gevormd zijn om mannelijke bevestigingselementen met een vierkante of een andersvormige doorsnede op te nemen.
35 In Fig. 7 is een uitvoeringsvorm getoond dat geschikt is om op een C-profiel aangebracht te worden. Er zijn natuurlijk ook andere varianten denkbaar die om een anders gevormd gehoekt profiel 1026787 - 8 - aangebracht kunnen worden, bijvoorbeeld een T-profiel, een L-profiel en dergelijke.
Binnen de uitvindingsgedachte kunnen de verschillende koppelmiddelen 6 van Fig. 2-4 in combinatie met elk van de vormen van 5 de aanligvlakken 4 van Fig. 5-7 toegepast worden, alhoewel de uitvinding niet is beperkt tot deze combinaties.
Bij voorkeur is de bevestigingsklem uit kunststof vervaardigd door middel van spuitgieten.
In Fig. 8 is bij wijze van voorbeeld getoond hoe de 10 bevestigingsklem 1 van Fig. 1 en 2 gekoppeld kan worden aan de bevestigingsklem 41 van Fig. 4. Hiertoe is elk van de bevestigingsklemmen 1, 41 aan een einde voorzien van ten minste één, in dit specifieke geval, twee positioneergroeven 81 en aan het tegenoverliggende einde van ten minste één, in dit geval twee 15 positioneerribben 82. De positioneerribben 82 van de bevestigingsklem 1 kunnen in positioneergroeven 81 van de bevestigingsklem 41 gebracht worden en zo samenwerken om de naast elkaar op het mannelijke bevestigingselement aangebrachte bevestigingsklemmen 1 en 41 met elkaar te koppelen. Het is duidelijk dat ook de bevestigingsklem van 20 Fig. 3 op deze wijze voorzien kan zijn van positioneerribben en positioneergroeven. De bevestigingsklemmen 1, 31 en 41 kunnen dus in ieder gewenste combinatie met elkaar gekoppeld worden, d.w.z. dat een bevestigingsklem met een bevestigingsklem van hetzelfde type of van een andere type gekoppeld kan worden.
25 In het verlengde van wat in Fig. 8 is getoond is het in plaats van twee met elkaar koppelbare bevestigingsklemmen ook denkbaar dat een enkele bevestigingsklem is voorzien van twee al dan niet dezelfde koppelstukken, waardoor er met één bevestigingsklem twee voorwerpen gekoppeld kunnen worden.
30 In de getoonde uitvoeringsvormen zijn de klemsegmenten telkens aan een kant via een scharnier met elkaar verbonden. Het is echter ook denkbaar dat de klemsegmenten losse onderdelen zijn en bijvoorbeeld aan twee kanten zijn voorzien van koppelorganen 6 of 46. Zo kan aan twee kanten een voorwerp met de bevestigingsklem worden 35 gekoppeld en wordt aan twee kanten een verbinding tussen de klemsegmenten via de koppelorganen tot stand gebracht.
1026787
Claims (26)
1. Bevestigingsklem voor het aan een mannelijk bevestigingselement bevestigen van een voorwerp, welke bevestigingsklem is ingericht om 5 om het mannelijke bevestigingselement aangebracht te worden, meer in het bijzonder om dwars op de lengterichting daarvan aangebracht te worden, en welke bevestigingsklem een geopende stand heeft waarin deze om het mannelijke bevestigingselement aanbrengbaar is en een gesloten stand waarin deze kan aangrijpen op het mannelijke 10 bevestigingselement, met het kenmerk, dat de bevestigingsklem koppelmiddelen heeft voor het met de bevestigingsklem koppelen van het aan het mannelijk bevestigingselement te bevestigen voorwerp, welke koppelmiddelen verder zodanig op de bevestigingsklem zijn aangebracht dat het tijdens gebruik via de koppelmiddelen met de 15 bevestigingsklem gekoppelde voorwerp het openen van de bevestigingsklem vanuit de gesloten stand tegengaat. ^....
2. Bevestigingsklem volgens conclusie 1, waarbij de koppelmiddelen integraal aan de bevestigingsklem zijn aangebracht. 20
3. Bevestigingsklem volgens conclusie 1 of 2, waarbij de koppelmiddelen ten minste een koppelorgaan omvatten, dat in een daartoe geschikt gat in een voet van een voorwerp gestoken kan worden. 25
4. Bevestigingsklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsklem twee of meer in gemonteerde toestand met elkaar verbonden klemsegmenten omvat.
5. Bevestigingsklem volgens conclusie 4, waarbij twee of meer van de klemsegmenten zijn voorzien van een koppelorgaan.
6. Bevestigingsklem volgens conclusie 4 of 5, waarbij de klemsegmenten onderling zodanig zijn verbonden door een scharnier, 35 dat de bevestigingsklem van de geopende stand naar de gesloten stand gescharnierd kan worden en omgekeerd. 1026787 -ιόν. Bevestigingsklem volgens een van de conclusies 4-6, waarbij ten minste één van de klemsegmenten een aanligvlak heeft voor het J mannelijke bevestigingselement, dat in de geopende stand van de bevestigingsklem tijdens montage tegen het mannelijke 5 bevestigingselement kan worden aangebracht.
8. Bevestigingsklem volgens conclusie 7, waarbij de klemsegmenten elk zijn voorzien van een aanligvlak, welke aanligvlakken samen in de gesloten stand van de bevestigingsklem een uitsparing voor het 10 opnemen van het mannelijke bevestigingselement begrenzen.
9. Bevestigingsklem volgens conclusie 7 of 8, waarbij het aanligvlak complementair gevormd is aan de omtrek van het mannelijke bevestigingselement. 15
10. Bevestigingsklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsklem is ingericht om mannelijk bevestigingselement met een in hoofdzaak ronde of veelhoekige doorsnede op te nemen. 20
11. Bevestigingsklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsklem is ingericht om een draadstang op te nemen.
12. Bevestigingsklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsklem is ingericht om een gehoekt profiel op te nemen, zoals bijvoorbeeld een C-profiel, een T-profiel en een L profiel.
13. Bevestigingsklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsklem d.m.v. spuitgieten uit één stuk uit kunststof is vervaardigd.
14. Bevestigingsklem volgens conclusie 6, waarbij de klemsegmenten 35 zijn verbonden door een filmscharnier.
15. Bevestigingsklem volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de bevestigingsklem twee klemsegmenten omvat, die door een 1026787 t - 11 - denkbeeldig scheidingsvlak gescheiden zijn, en die symmetrisch zijn t.o.v. het denkbeeldige scheidingsvlak tussen de klemsegmenten.
16. Bevestigingsklem volgens conclusie 5, waarbij de koppelorganen in 5 de gesloten stand van de bevestigingsklem tegen elkaar liggen en samen een koppelstuk vormen voor het koppelen van het voorwerp met de bevestigingsklem.
17. Bevestigingsklem volgens conclusie 16, waarbij de één of meer 10 koppelorganen of het koppelstuk zijn ingericht voor het vormen van een klemverbinding met het voorwerp.
18. Bevestigingsklem volgens conclusie 16, waarbij de één of meer koppelorganen of het koppelstuk zijn gevormd als een pen voor het 15 vormen van een pen-gat verbinding met het voorwerp.
19. Bevestigingsklem volgens conclusie 16, waarbij de één of meer koppelorganen of het koppelstuk zijn gevormd als een draadeinde voor het vormen van een schroefverbinding met het voorwerp. 20
20. Bevestigingsklem volgens conclusie 4, waarbij de klemsegmenten elk een overlappingsdeel hebben, welke overlappingsdelen in de gesloten stand over elkaar liggen, waarbij een buitenoppervlak van het meest aan de buitenzijde gelegen overlappingsdeel een bovenvlak 25 van de bevestigingsklem vormt.
21. Bevestigingsklem volgens conclusie 20, waarbij de overlappingsdelen elk zijn voorzien van ten minste een gat, welke gaten zich in de gesloten stand van de bevestigingsklem coaxiaal 30 t.o.v. van elkaar bevinden zodat een mannelijk bevestigingselement in de coaxiale gaten kan worden opgenomen.
22. Bevestigingsklem volgens conclusie 21, waarbij ten minste een van de gaten is voorzien van schroefdraad voor koppeling met een 35 draadstang of een schroef.
23. Bevestigingsklem volgens een van de conclusies 20-22, waarbij de overlappingsdelen zijn voorzien van klikorganen om een klikverbinding 102678? Ί - 12 - te vormen waarmee de klemsegmenten gedurende de montage in een gesloten stand gehouden worden.
24. Bevestigingsklem volgens een van de voorgaande conclusies, 5 waarbij de bevestigingsklem aan een einde is voorzien van ten minste een positioneergroef en aan het tegenoverliggende einde is voorzien van ten minste een positioneerrib, welke positioneergroef resp. positioneerrib kan samenwerken met een positioneerrib resp. positioneergroef van een andere bevestigingsklem volgens een van de 10 voorgaande conclusies om de bevestigingsklemmen met elkaar te koppelen.
25. Combinatie van een bevestigingsklem volgens een van de voorgaande conclusies en een pijpbeugel, voor het bevestigen van een pijp aan 15 het mannelijke bevestigingselement, welke pijpbeugel een voet omvat die is ingericht om de pijpbeugel met de bevestigingsklem te koppelen.
25. Combinatie volgens conclusie 25, waarbij de voet van de 20 pijpbeugel is voorzien van een uitsparing voor het opnemen van een of meer koppelorganen van de bevestigingsklem.
27. Bevestigingssysteem omvattende een bevestigingsklem volgens een van de conclusies 1-23, alsmede een mannelijk bevestigingselement. 1026787
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026787A NL1026787C2 (nl) | 2004-08-05 | 2004-08-05 | Bevestigingsklem. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1026787A NL1026787C2 (nl) | 2004-08-05 | 2004-08-05 | Bevestigingsklem. |
NL1026787 | 2004-08-05 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1026787C2 true NL1026787C2 (nl) | 2006-02-07 |
Family
ID=34974123
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1026787A NL1026787C2 (nl) | 2004-08-05 | 2004-08-05 | Bevestigingsklem. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
NL (1) | NL1026787C2 (nl) |
Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3633250A (en) * | 1970-03-02 | 1972-01-11 | Russell H Romney | Mechanical connector system including bifurcate hinged connector means |
US4524936A (en) | 1983-03-07 | 1985-06-25 | Gerard Hurtubise | Pipe hanger |
US4657458A (en) * | 1983-11-07 | 1987-04-14 | Phillips Plastics Corporation | Anchor nut for threaded member |
DE4002450A1 (de) * | 1990-01-27 | 1991-08-01 | Toge Duebel A Gerhard Gmbh | Rohrschelle |
US5192040A (en) * | 1990-12-12 | 1993-03-09 | Usui Kokusai Sangyo Kaisha Ltd. | Piping/wiring clamping device |
US6514027B1 (en) * | 1999-02-16 | 2003-02-04 | Atoma International Corp. | Attachment clip for a door latch assembly |
GB2381828A (en) * | 2001-11-09 | 2003-05-14 | John Mchugh | Connector for tubular members |
EP1355097A1 (en) * | 2002-04-17 | 2003-10-22 | Isofix, S.L. | Clamp for tubular piping |
-
2004
- 2004-08-05 NL NL1026787A patent/NL1026787C2/nl not_active IP Right Cessation
Patent Citations (8)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3633250A (en) * | 1970-03-02 | 1972-01-11 | Russell H Romney | Mechanical connector system including bifurcate hinged connector means |
US4524936A (en) | 1983-03-07 | 1985-06-25 | Gerard Hurtubise | Pipe hanger |
US4657458A (en) * | 1983-11-07 | 1987-04-14 | Phillips Plastics Corporation | Anchor nut for threaded member |
DE4002450A1 (de) * | 1990-01-27 | 1991-08-01 | Toge Duebel A Gerhard Gmbh | Rohrschelle |
US5192040A (en) * | 1990-12-12 | 1993-03-09 | Usui Kokusai Sangyo Kaisha Ltd. | Piping/wiring clamping device |
US6514027B1 (en) * | 1999-02-16 | 2003-02-04 | Atoma International Corp. | Attachment clip for a door latch assembly |
GB2381828A (en) * | 2001-11-09 | 2003-05-14 | John Mchugh | Connector for tubular members |
EP1355097A1 (en) * | 2002-04-17 | 2003-10-22 | Isofix, S.L. | Clamp for tubular piping |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
JP6034938B2 (ja) | コーナーアセンブリ | |
US4291855A (en) | Pipe clamp | |
US8047476B2 (en) | Pipe clip having a curved flange | |
EP2492563B1 (en) | Clamp for a pipe or cable. | |
US7367481B2 (en) | Rail bar roof rack | |
US8668049B2 (en) | Ladder | |
NL2009670C2 (nl) | Leidingklem. | |
NL1032991C2 (nl) | Pijpbeugel. | |
AU2020201302B2 (en) | Load carrier foot | |
EP3464998B1 (en) | A suspension assembly for suspending a pendant luminaire from a ceiling | |
NL1026797C2 (nl) | Bevestigingssamenstel. | |
NL1026787C2 (nl) | Bevestigingsklem. | |
US20170227142A1 (en) | Pipe hanger | |
JP6655980B2 (ja) | 屋根用挟持金具 | |
GB2621028A (en) | Systems and methods for clamp assemblies | |
NL2005042C2 (en) | Pipe clip. | |
NL1011556C2 (nl) | Bevestigingssysteem. | |
NL1010655C1 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. | |
NL1023003C2 (nl) | Bevestigingssamenstel voor de bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een in hoofdzaak C-vormige dwarsdoorsnede. | |
NL1026459C2 (nl) | Bevestigingssamenstel. | |
NL2022434B1 (en) | A pipe clip for attaching a pipe or a similar object to a support | |
KR101409003B1 (ko) | 다목적 고정홀더 | |
NL2014294B1 (en) | Pipe clamp. | |
NL1020580C2 (nl) | Beugel. | |
NL1009809C2 (nl) | Bevestigingssamenstel voor bevestiging van een voorwerp aan een profielelement met een langssleuf. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
VD1 | Lapsed due to non-payment of the annual fee |
Effective date: 20090301 |