NL1032683C2

NL1032683C2 - Samenstel en werkwijze voor het maken van tenminste een deel van een band.

Info

Publication number: NL1032683C2
Application number: NL1032683A
Authority: NL
Inventors: Antonie Slots
Original assignee: Vmi Epe Holland
Priority date: 2006-10-16
Filing date: 2006-10-16
Publication date: 2008-04-22
Also published as: EP2086750A1; KR20090081380A; JP2010506766A; TW200827155A; CN101528449B; RU2009118401A; CN101528449A; US20100089519A1; WO2008048089A1; JP5121837B2; TWI409164B; RU2420406C2; BRPI0717163B1; KR101334003B1; EP2086750B1; DE602007011802D1; BRPI0717163A2; ATE494135T1

Description

Samenstel en werkwijze voor het maken van tenminste een deel van een band

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De uitvinding heeft betrekking op een samenstel voor het maken van tenminste een deel van een band. Een 5 dergelijk samenstel is bijvoorbeeld bekend uit de Internationale octrooiaanvrage WO 97/28957. Dit bekende samenstel bevat onder meer een gordelbouwtrommel, een loopvlakbouwtrommel en een karkastrommel, en respectievelijk een gordellaagaanvoerinrichting, een loopvlakaanvoer-10 inrichting en een karkasmateriaalaanvoerinrichting voor het toevoeren van een betreffende bandcomponent aan de bijbehorende bouwtrommel. Om aan alle door de automobielindustrie gestelde, vaak strenge, eisen te voldoen, is het voor een samenstel voor het maken van tenminste een deel van een 15 band noodzakelijk dat de rotatieassen van de verscheidene bouwtrommels uiterst nauwkeurig ten opzichte van elkaar gepositioneerd zijn. Een eventuele horizontale verplaatsing van een bouwtrommel vindt daarbij plaats over een even nauwkeurig vervaardigde transportrail, zodat de onderlinge 20 positionering van de verscheidene bouwtrommels behouden blij ft.

In het geval waar, zoals bijvoorbeeld in WO 97/28957, de karkasbouweenheid twee op afstand van 1032683 2 elkaar geplaatste en rond een gemeenschappelijke as roteerbare karkastrommels bevat, heeft de karkasbouweenheid twee werkposities waarin karkasmateriaal op de betreffende karkastrommel aangebracht kan worden. Deze werkposities 5 worden gevormd door een eerste werkpositie waar de ene karkastrommel gecentreerd is ten opzichte van de andere bouwtrommels voor de andere bandcomponenten (zoals het loopvlak en de gordellaag) , en een tweede werkpositie waar de andere karkastrommel gecentreerd is ten opzichte van de 10 andere bouwtrommels. De rotatie van de karkastrommels rond de gemeenschappelijk as tot in de betreffende werkpositie dient daarbij uiterst nauwkeurig plaats te vinden om in de werkposities een correcte uitlijning met de andere bouwtrommels te verkrijgen.

15 In alle bekende samenstellen voor het maken van tenminste een deel van een band is een dergelijke nauwkeurige uitlij ning voor het verkrijgen van een goede band gebruikelijk. Hierbij wordt als voorbeeld verwezen naar EP 0 223 317 en WO 05/039864.

20 In deze bekende samenstellen is het dan gewoon om de aanvoerinrichtingen, waarmee de bandcomponenten naar de betreffende bouwtrommels worden overgebracht, beweegbaar uit te voeren. Dat wil zeggen de aanvoerinrichtingen zijn in de richting van de bouwtrommels (in hoogte en in lengte-25 richting van de aanvoerinrichting) verplaatsbaar uitgevoerd. Op deze wijze zijn met de bekende onderling uitgelijnde bouwtrommels en de verplaatsbare aanvoerinrichtingen banden, bijvoorbeeld auto- of vliegtuigbanden, te vervaardigen die aan de door de betreffende industrie gestelde 30 eisen voldoen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

35 Hoewel de bekende samenstellen naar tevredenheid aan de door de betreffende industrie gestelde eisen voldoen, bestaat er een continue behoefte aan het verbeteren 3 van de samenstellen voor het verhogen van de kwaliteit van de geproduceerde banden, waarbij het tevens de wens is de kostprijs van de samenstellen te reduceren of beperkt te houden.

5 De onderhavige uitvinding voldoet aan die behoefte door te voorzien in een samenstel voor het maken van tenminste een deel van een band, welk samenstel omvat een eerste transportinrichting voor het transporteren van een eerste bandeomponent; een eerste bouweenheid met een 10 eerste bouwtrommel, waarbij de eerste bouwtrommel in een werkpositie plaatsbaar is voor het opnemen van de door de eerste transportinrichting getransporteerde eerste band-component, waarbij de eerste bouwtrommel een eerste rota-tieas heeft, een tweede transportinrichting voor het 15 transporteren van een tweede bandcomponent ,· een tweede bouweenheid met een tweede bouwtrommel, waarbij de tweede bouwtrommel in een werkpositie plaatsbaar is voor het opnemen van de door de tweede transportinrichting getransporteerde tweede bandcomponent, waarbij de tweede bouw-20 trommel een tweede rotatieas heeft, waarbij ten minste één van de bouwtrommels in een werkpositie plaatsbaar is waarin de rotatieas van deze ene bouwtrommel uit lijn ligt met de rotatieas van de andere, in een betreffende werkpositie geplaatste bouwtrommel. In het bijzonder is ten minste één 25 van de bouwtrommels in meerdere werkposities plaatsbaar, waarbij in ten minste één van de werkposities van de ene bouwtrommel, de rotatieas van deze ene bouwtrommel uit lijn ligt met de rotatieas van de andere, in een betreffende werkpositie geplaatste bouwtrommel. Juist door af te wijken 30 van de tot op heden voor dergelijke samenstellen nodig geachte onderlinge uitlijning van de bouwtrommels, en daarentegen ten minste één bouwtrommel te verschaffen die in meerdere werkposities plaatsbaar is, waarbij ten minste één van de werkposities niet uitgelijnd is ten opzichte van 35 de werkposities van andere bouwtrommels, verschaft de onderhavige uitvinding de mogelijkheid om de kostprijs van dergelijke samenstellen aanzienlijk te reduceren, terwijl 4 bovendien de kwaliteit van de geproduceerde banden tenminste gelijk blijft. Zo zijn onder meer eenvoudiger aanvoerinrichtingen toepasbaar, daar deze niet naar de bouwtrommel verplaatsbaar uitgevoerd hoeven te worden.

5 De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel voor het maken van tenminste een deel van een band, welk samenstel omvat een transportinrichting voor het transporteren van een bandcomponent; een bouweenheid met een bouwtrommel, waarbij de bouwtrommel in een 10 werkpositie plaatsbaar is voor het opnemen van de door de transportinrichting getransporteerde bandcomponent, waarbij de bouwtrommel een rotatieas heeft, waarbij de bouwtrommel in meerdere werkposities plaatsbaar is, waarbij de werkposities in een richting dwars op de rotatieas van de 15 bouwtrommel ten opzichte van elkaar verplaatst zijn. Dit aspect van de onderhavige uitvinding is gebaseerd op het feit dat in sommige bekende samenstellen voor het vervaardigen van tenminste een deel van een band slechts één bouwtrommel aanwezig is. Ten behoeve van de verdere ver-20 vaardiging van de band wordt het op deze bouwtrommel vervaardigde banddeel op een andere manier dan via een trans-portrail naar een andere machine overgebracht. Deze bouwtrommel is uitsluitend om haar rotatieas te roteren, en verder niet verplaatsbaar. Ook hier biedt de inventieve 25 verplaatsbaarheid van de bouwtrommel economische en technische voordelen.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een samenstel voor het maken van tenminste een deel van een band, welk samenstel omvat een eerste bouweenheid met een 30 eerste bouwtrommel, waarbij de eerste bouwtrommel in een werkpositie geplaatst is en een eerste rotatieas heeft, een tweede bouweenheid met een tweede bouwtrommel, waarbij de tweede bouwtrommel in een werkpositie geplaatst is en een tweede rotatieas heeft, waarbij ten minste één van de 35 bouwtrommels in een werkpositie plaatsbaar is waarin de rotatieas van deze ene bouwtrommel uit lijn ligt met de rotatieas van de andere, in een betreffende werkpositie 5 geplaatste bouwtroirane1. Een dergelijk (sub)samenstel is als modulaire eenheid leverbaar en is geschikt voor gebruik in een samenstel met transportinrichtingen voor het naar de bouwtrommels transporteren van betreffende bandcomponenten.

5 Hoewel de bouwtrommel via een gebogen lijn of een samengestelde beweging naar een werkpositie te verplaatsen is, kan een snelle verplaatsing naar een werkpositie worden gerealiseerd wanneer een bouwtrommel dwars op haar rota-tieas naar een betreffende werkpositie verplaatsbaar is.

10 Hierbij is gebleken dat in de meeste gevallen een voldoende economisch en technisch voordeel te behalen is wanneer een bouwtrommel verticaal naar een betreffende werkpositie verplaatsbaar is.

In een uitvoering van een samenstel volgens de 15 uitvinding is de bouwtrommel aangebracht op een langs verticaal geplaatste geleidingen verplaatsbare trommelaan-drijfstoel. In het bijzonder wordt de verplaatsing van de bouwtrommel, of deze trommelaandrijfstoel, gerealiseerd door een door een servomotor aangedreven 20 spindelmoerconstructie. Hierdoor is een uitermate nauwkeurige verplaatsing naar een werkpositie realiseerbaar.

Hierbij heeft het voordeel wanneer de verplaatsing van de bouwtrommel dwars op haar rotatieas wordt 25 bestuurd door een met een programma geladen computer. Opdat er door een samenstel volgens de uitvinding meerdere soorten banden en/of banden met verschillende diameters vervaardigd kunnen worden is het voordelig wanneer de bouwtrommel losneembaar op de trommelaandrijfstoel aangebracht 30 is. Hierdoor kunnen verscheidene bouwtrommels op een gemeenschappelijke trommelaandrijfstoel aangebracht worden. Tevens is het hierbij voordelig wanneer de computer is voorzien van een invoermiddel voor het door een operator invoeren van een parameter in het programma. Hierbij is het 35 voordelig wanneer als parameter de bouwtrommeldiameter in te voeren is.

De onderhavige uitvinding heeft tevens betrekking 6 op een werkwijze voor het maken van tenminste een deel van een band, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het in een eerste werkpositie plaatsen van een eerste bouwtrommel en het in een tweede werkpositie plaatsen van een tweede 5 bouwtrommel; het naar en tot op de in de werkpositie geplaatste bouwtrommels transporteren van een betreffende bandcomponent; waarbij het in de werkpositie plaatsen van de bouwtrommels de stap omvat van het verplaatsen van ten minste één van de bouwtrommels zodat de rotatieas van deze 10 ene bouwtrommel in de betreffende werkpositie uit lijn is ten opzichte van de rotatieas van de in een werkpositie bevindende andere bouwtrommel.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het maken van tenminste een deel van een 15 band, waarbij de werkwijze de stappen omvat van het in een werkpositie plaatsen van een bouwtrommel; het naar en tot op de in de werkpositie geplaatste bouwtrommel transporteren van een bandcomponent; waarbij het in de werkpositie plaatsen van de bouwtrommel de stap omvat van het dwars op 20 haar rotatieas verplaatsen van de bouwtrommel.

De werkwijzen volgens de uitvinding bieden evenals de inrichtingen volgens de uitvinding economische en technische voordelen boven de conventionele werkwijzen, doordat in tegenstelling tot de als noodzakelijk geachte 25 uitlijning van de bouwtrommels de bouwtrommels dwars op hun rotatieas in een werkpositie verplaatsbaar zijn.

In de meeste gevallen wordt al een voldoende voordeel gerealiseerd wanneer de stap van het dwars op haar rotatieas verplaatsen van de bouwtrommel de stap omvat van 30 het verticaal verplaatsen van de bouwtrommel.

Hierbij is het van voordeel wanneer het verplaatsen van de bouwtrommel computergestuurd wordt.

In het bijzonder ten behoeve van het vervaardigen van verschillende soorten banden en/of banden van 35 verscheidene afmetingen is het voordelig wanneer de verplaatsing dwars op de rotatieas van een bouwtrommel afhankelijk is van de bouwtrommeldiameter.

7

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die 5 afzonderlijke aspecten, zoals tot buiten uitlijning ten opzichte van elkaar verplaatsen van bouwtrommels, het verticaal of dwars op haar rotatieas verplaatsen van een bouwtrommel, en andere aspecten kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in 10 het bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

15

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bijgevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuur 1 een schematisch zijaanzicht van een 20 bekend samenstel voor het vervaardigen van tenminste een deel van een band;

Figuur 2 een schematisch zijaanzicht van een uitvoering van een samenstel volgens de onderhavige uitvinding ; en 25 Figuur 3 een schematisch bovenaanzicht van het in

Figuur 1 getoonde samenstel.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 30

Figuur 1 is een schematisch zijaanzicht van een bekend samenstel voor het vervaardigen van tenminste een deel van een band. Het bekende samenstel is voorzien van een eerste bouweenheid 1 met een eerste bouwtrommel 2 voor 35 het opbouwen van een niet-getekende gordel plus loopvlak voor een luchtband. Verder is het samenstel voorzien van een tweede bouweenheid 3 met een tweede bouwtrommel 4 voor 8 het daarop opbouwen of opstellen van een niet-getekend, slechts gedeeltelijk geëxpandeerd karkas voor een luchtband. Het bekende samenstel is ook voorzien van een op zich bekende overbrengring 5 die over een geleiderail of 5 baan 8 verplaatsbaar is naar en uit een stand waarbij de overbrengring 5 coaxiaal rondom de eerste bouwtrommel 2 met daarop de gordel plus loopvlak reikt. De overbrengring 5 is voorzien van door cilinders 7 radiaal binnenwaarts verplaatsbare (niet weergegeven) segmenten om de gordel 10 plus loopvlak binnen de segmenten te klemmen en daardoor te dragen.

Om aan alle door de automobielindustrie gestelde, vaak strenge, eisen te voldoen, is bij dit bekende samenstel de overbrengring 5 nauwkeurig gecentreerd ten opzichte 15 van zowel de eerste bouwtrommel 2 als de tweede bouwtrommel 4. Daarbij is de transportrail of baan 8 zodanig nauwkeurig vervaardigd dat de verplaatsing van de overbrengring 5 zodanig plaatsvindt dat de centrering van de overbrengring 5 ten opzichte van de eerste bouwtrommel 2 en de tweede 20 bouwtrommel 4 behouden blijft gedurende verplaatsing van de overbrengring 5 over de transportrail of baan 8. De centrering van de overbrengring 5 ten opzichte van bij -voorbeeld de tweede bouwtrommel of karkastrommel 4 is belangrijk omdat de gordel plus loopvlak zoveel mogelijk 25 concentrisch dienen te zijn aan de hieldraadbundels in het karkas.

In sommige gevallen, zoals bijvoorbeeld beschreven in WO 97/28957, bevat de karkasbouweenheid 3 twee op afstand van elkaar geplaatste en rond een gemeenschappe-30 lijke as roteerbare karkastrommels. Deze bouweenheid 3 heeft een zodanige aandrijving dat er slechts één werkposi-tie is waarin zich de karkasbouwtrommels kunnen bevinden. Deze werkpositie wordt gedefinieerd door de positie die de bouwtrommels innemen wanneer door een (niet in figuur 1 35 weergegeven) transportinrichting een bandcomponent aan de bouwtrommel wordt toegevoerd. In deze werkpositie is de bouwtrommel stationair ten opzichte van de transportinrich- 9 ting aangebracht, hoewel de bouwtrommel wel nog om zijn hartlijn kan roteren. In het in WO 97/28957 beschreven samenstel wordt beurtelings de eerste karkasbouwtrommel in de werkpositie geplaatst waarna de betreffende bandcompo-5 nenten op de eerste karkasbouwtrommel worden aangebracht, waarna de eerste karkasbouwtrommel weggeroteerd wordt en de tweede karkasbouwtrommel in de werkpositie wordt geroteerd, zodat daarop de betreffende bandcomponenten aangebracht kunnen worden. Ook deze werkpositie moet, teneinde te 10 voldoen aan alle door de automobielindustrie gestelde, vaak strenge, eisen, nauwkeurig gecentreerd zijn ten opzichte van de overbrengring en de eerste bouwtrommel.

In figuur 2 wordt een schematisch zijaanzicht van een uitvoering van een samenstel volgens de onderhavige 15 uitvinding weergegeven. Figuur 3 is een schematisch bovenaanzicht van het in figuur 1 getoonde inventieve samenstel. In de figuren 2 en 3 wordt alleen de eerste bouweenheid 1 weergegeven, hoewel het voor een vakman duidelijk zal zijn dat er een tweede bouweenheid aanwezig is, en dat de uit-20 vinding tevens toepasbaar is op deze (niet in figuren 2 en 3 weergegeven) tweede bouweenheid.

Het inventieve samenstel bevat een transportinrichting 6 voor het transporteren van een gordel 18 vanaf een voorraadrol 9 naar de bouwtrommel 2. De transport-25 inrichting 6 bevat tenminste één transportband 10, of een equivalent middel, van waaruit de op lengte gesneden gordel direct op de bouwtrommel 2 wordt overgebracht. Deze transportband 10 is stationair geplaatst ten opzichte van de bouweenheid 1, dat wil zeggen het uiteinde 11 van de trans-30 portband 10 is stationair ten opzichte van de vloer 12 waarop het inventieve samenstel is geplaatst.

De transportinrichting 6 kan meerdere, naast elkaar gelegen transportbanden voor het toevoeren van verscheidene bandcomponenten aan de bouwtrommel bevatten. Om 35 naar de betreffende transportbanden te bewegen kan het inventieve samenstel een op zich bekende transportrail of baan 8 bevatten, waarover de bouwtrommel 2 verplaatsbaar 10 is.

Om ervoor te zorgen dat een door de transportband 10 getransporteerde gordel wordt overgebracht op de bouw-trommel 2, is de bouwtrommel 2 verticaal verplaatsbaar tot 5 in een werkpositie onmiddellijk boven het einde van de transportband 10. Deze verticale verplaatsing is in figuur 2 weergegeven door de pijl C. Voor het realiseren van de verticale aandrijving is hiertoe in een uitvoering de bouwtrommel 2 aangebracht op een langs verticaal geplaatste 10 geleidingen 13 verplaatsbare trommelaandrijfstoel 14. Teneinde een nauwkeurige verticale verplaatsing te waarborgen en tegelijkertijd een vergrendeling en/of vasthouden van de bouwtrommel 2 in een willekeurige verticale werkpositie mogelijk te maken, wordt de verplaatsing van de 15 trommelaandrijfstoel 14 gerealiseerd door een door bijvoorbeeld een servomotor aangedreven spindelmoerconstructie (niet weergegeven in de figuren).

Doordat de bouwtrommel 2 verticaal verplaatsbaar is aangebracht, is het mogelijk om de transportband 10 20 stationair ten opzichte van de vloer waarop het samenstel geplaatst is aan te brengen, daar voor het overbrengen van de gordel van de transportband 10 tot op de bouwtrommel 2 het de bouwtrommel 2 is die verplaatst wordt en niet het uiteinde 11 van de transportband 10. Op deze manier worden 25 de kosten van het inventieve samenstel gereduceerd, daar er voor elke transportinrichting geen middelen nodig zijn om ervoor te zorgen dat de transportbanden naar de bouwtrommel beweegbaar zijn. Aangezien er in dergelijke samenstellen voor het vervaardigen van tenminste een deel van een band 30 vaak meerdere transportbanden aanwezig zijn, kan een dergelijke kostenreductie aanzienlijk zijn.

De verplaatsing van de bouwtrommel 2 in verticale richting wordt bestuurd door een computer met een geladen programma. De computer is voorzien van een invoermiddel 35 voor het door een operator invoeren van een parameter. Als één van de parameters in dit computerprogramma kan de diameter van de bouwtrommel 2 ingevoerd worden. Hierdoor is 11 het automatisch mogelijk, waarbij automatisch bedoeld wordt als zijnde computergestuurd, dat bij een kleinere diameter van de bouwtrommel 2 de verticale verplaatsing van de bouwtrommel 2 over een grotere afstand plaatsvindt opdat 5 het uiteinde 11 van de transportband 10 op gewenste wijze genaderd wordt.

Als andere parameter kan ook bijvoorbeeld de dikte van de op de transportband 10 getransporteerde band-component ingevoerd worden.

10 Hoewel in figuur 2 een bouwtrommel 2 getoond is die in verticale richting C tot in verschillende werkposi-ties, die een bijbehorende hoogte ten opzichte van de vloer, waarop het samenstel geplaatst is, kunnen innemen, zal het voor een vakman duidelijk zijn dat in een andere 15 uitvoering de bouwtrommel 2 ook horizontaal tot in verscheidene werkposities verplaatst kan worden, waarbij deze werkposities een andere afstand hebben tot de verticale drager 15 van de bouweenheid 1.

Wanneer het inventieve samenstel werkzaam is, 20 zodat een werkwijze voor het maken van tenminste een deel van een band wordt uitgevoerd, zal door de verticale verplaatsing van de bouwtrommel 2 tot in een bijbehorende werkpositie, deze bouwtrommel 2 uit lijn worden geplaatst ten opzichte van de rotatieas van een andere in het samen-25 stel aanwezige bouwtrommel. Deze uit lijn plaatsing is volledig in tegenstelling tot datgene wat tot op heden als gebruikelijk en noodzakelijk werd geacht in samenstellen en werkwijzen voor het maken van tenminste een deel van een band.

30 De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die 35 vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

1032683

Claims

1. Samenstel voor het maken van tenminste een deel van een band, welk samenstel omvat: een eerste transportinrichting voor het transporteren van een eerste bandcomponent; 5 een eerste bouweenheid met een eerste bouwtrom- mel, waarbij de eerste bouwtrommel in een werkpositie geplaatst is voor het opnemen van de door de eerste trans-portinrichting getransporteerde eerste bandcomponent, waarbij de eerste bouwtrommel een eerste rotatieas heeft, 10 een tweede transportinrichting voor het trans porteren van een tweede bandcomponent; een tweede bouweenheid met een tweede bouwtrommel, waarbij de tweede bouwtrommel in een werkpositie geplaatst is voor het opnemen van de door de tweede trans-15 portinrichting getransporteerde tweede bandcomponent, waarbij de tweede bouwtrommel een tweede rotatieas heeft, waarbij ten minste één van de bouwtrommels in een werkpositie plaatsbaar is waarin de rotatieas van deze ene bouwtrommel uit lijn ligt met de rotatieas van de andere, 20 in een betreffende werkpositie geplaatste bouwtrommel.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij ten minste één van de bouwtrommels in meerdere werkposities plaatsbaar is, waarbij in ten minste één van de werkposities van de ene bouwtrommel, de rotatieas van deze 25 ene bouwtrommel uit lijn ligt met de rotatieas van de andere, in een betreffende werkpositie geplaatste bouwtrommel.

3. Samenstel voor het maken van tenminste een deel van een band, welk samenstel omvat: 30 een transportinrichting voor het transporteren 1032685 van een bandeomponent; een bouweenheid met een bouwtrommel, waarbij de bouwtrommel in een werkpositie geplaatst is voor het opnemen van de door de transportinrichting getransporteerde 5 bandeomponent, waarbij de bouwtrommel een rotatieas heeft, waarbij de bouwtrommel in meerdere werkposities plaatsbaar is, waarbij de werkposities in een richting dwars op de rotatieas van de bouwtrommel ten opzichte van elkaar verplaatst zijn.

4. Samenstel voor het maken van tenminste een deel van een band, welk samenstel omvat: een eerste bouweenheid met een eerste bouwtrommel, waarbij de eerste bouwtrommel in een werkpositie geplaatst is en een eerste rotatieas heeft, 15 een tweede bouweenheid met een tweede bouwtrommel, waarbij de tweede bouwtrommel in een werkpositie geplaatst is en een tweede rotatieas heeft, waarbij ten minste één van de bouwtrommels in een werkpositie plaatsbaar is waarin de rotatieas van deze ene 20 bouwtrommel uit lijn ligt met de rotatieas van de andere, in een betreffende werkpositie geplaatste bouwtrommel.

5. Samenstel volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een bouwtrommel dwars op haar rotatieas naar een betreffende werkpositie verplaatsbaar is.

6. Samenstel volgens conclusie 5, waarbij een bouwtrommel verticaal naar een betreffende werkpositie verplaatsbaar is.

7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij de bouwtrommel aangebracht is op een langs verticaal ge- 30 plaatste geleidingen verplaatsbare trommelaandrijfstoel.

8. Samenstel volgens conclusie 5, 6 of 7, waarbij de verplaatsing wordt gerealiseerd door een door een servomotor aangedreven spindelmoerconstructie.

9. Samenstel volgens een van de voorgaande con-35 clusies, waarbij de verplaatsing van de bouwtrommel dwars op haar rotatieas wordt bestuurd door een met een programma geladen computer.

10. Samenstel volgens conclusie 9, waarin de computer is voorzien van een invoermiddel voor het door een operator invoeren van een parameter in het programma.

11. Samenstel volgens conclusie 10, waarbij als 5 parameter de bouwtrommeldiameter in te voeren is.

12. Werkwijze voor het maken van tenminste een deel van een band, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het in een eerste werkpositie plaatsen van een 10 eerste bouwtrommel en het in een tweede werkpositie plaatsen van een tweede bouwtrommel; het naar en tot op de in de werkpositie geplaatste bouwtrommels transporteren van een betreffende bandcomponent; 15 waarbij het in de werkpositie plaatsen van de bouwtrommels de stap omvat van het verplaatsen van ten minste één van de bouwtrommels zodat de rotatieas van deze ene bouwtrommel in de betreffende werkpositie uit lijn is ten opzichte van de rotatieas van de in een werkpositie 20 bevindende andere bouwtrommel.

13. Werkwij ze voor het maken van tenminste een deel van een band, waarbij de werkwijze de stappen omvat van: het in een werkpositie plaatsen van een bouwtrom- 25 mei; het naar en tot op de in de werkpositie geplaatste bouwtrommel transporteren van een bandcomponent; waarbij het in de werkpositie plaatsen van de bouwtrommel de stap omvat van het dwars op haar rotatieas 30 verplaatsen van de bouwtrommel.

14. Werkwijze volgens conclusie 12 of 13, waarbij de stap van het dwars op haar rotatieas verplaatsen van de bouwtrommel de stap omvat van het verticaal verplaatsen van de bouwtrommel.

15. Werkwijze volgens conclusie 12, 13 of 14, waarbij het verplaatsen van de bouwtrommel computergestuurd wordt.

16. Werkwijze volgens een van de conclusies 12 tot en met 15, waarbij de verplaatsing dwars op de rota-tieas van een bouwtrommel afhankelijk is van de bouwtrom-meldiameter.

17. Inrichting voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

18. Werkwijze bevattende van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de 10 bijgevoegde tekeningen getoonde kenmerkende stappen. -o-o-o-o-o-o-o-o- 1032683