NL1025210C2 - Kapconstructie voor een kas. - Google Patents

Description

Kapconstructie voor een kas

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een kapconstructie voor een kas omvattende een aantal in langsrichting op afstand achter elkaar geplaatste steeds in een 5 dwarsvlak liggende roedenconstructies, waarbij elke roedenconstructie omvat twee op elkaar aansluitende onder een hoek geplaatste roeden, een eerste langsprofiel, dat het aansluitpunt van die roeden omvat, alsmede twee op afstand van elkaar en van dat eerste langsprofiel liggende tweede langsprofielen, waarbij de vrije uiteinden van die roeden met die tweede langsprofielen verbonden zijn en waarbij die kapconstructie een 10 driehoekige vorm heeft.

Een dergelijke constructie is in de stand der techniek algemeen bekend.

Kassen werden in het verleden vervaardigd door een metallisch frame op te richten waarin glas schuin geplaatst werd. Driehoekige kapconstructies werden op deze wijze vervaardigd waarbij de bases nabij de hoekpunten met steunen gedragen werden 15 en in die hoekpunten goten aanwezig waren.

Omdat bezwaren bestaan tegen glas, met name het hoge gewicht, is voorgesteld in de stand der techniek in plaats van glas kunststof plaatdelen te gebruiken. Dergelijke kunststof plaatdelen zijn volgens een bijzondere uitvoering zig-zagvormig uitgevoerd en worden aan elkaar bevestigd onder andere door lijmen, klikverbindingen en schroe-20 ven. Daarbij wordt nog steeds gebruik gemaakt van dezelfde stalen constructie om de kap sterkte te geven.

Bij een aantal toepassingen is het van belang zo licht mogelijk te construeren. In kassen is het belangrijk dat zoveel mogelijk licht binnentreedt waardoor de afmeting van allerlei profielen zoveel mogelijk beperkt dient te worden. Immers elke vergroting 25 van invallende hoeveelheid licht leidt dadelijk tot vergroting van de opbrengst Bovendien zijn de in de stand der techniek gebruikte profielconstructies onderhoudsgevoelig en is de wijze van samenvoegen van de profielen en de panelen, die hetzij uit glas hetzij uit kunststof bestaan, omslachtig.

Het is het doel van de onderhavige uitvinding in een kapconstructie te voorzien 30 die ten opzichte van bestaande kapconstructies tenminste dezelfde sterkte heeft, dat wil zeggen onder vergelijkbare omstandigheden tenminste dezelfde prestaties heeft, en welke eenvoudiger en lichter te vervaardigen is.

1025210 ’ 2

Het is een verder doel van de onderhavige uitvinding in een kapconstructie te voorzien waarmee het mogelijk is de werkruimte te vergroten respectievelijk te verhogen.

Bovendien is het doel van de onderhavige uitvinding minder afhankelijk te zijn 5 van de kolommen en dragers waarop een dergelijke kapconstructie afgesteund is.

Dit doel wordt bij een hierboven beschreven kapconstructie verwezenlijkt doordat zich tussen die tweede langsprofielen en die eerste langsprofielen uitstrekkende trekelementen aangebracht zijn, alsmede drukelementen, en de kapconstructie zodanig uitgevoerd is, dat bij het vrij plaatsen op een horizontaal vlak geen krachten in een rich-10 ting parallel aan dat horizontale vlak door die gootprofielen op dat horizontale vlak uitgeoefend worden.

Volgens de onderhavige uitvinding is de kapconstructie zelfdragend uitgevoerd. Dat wil zeggen, deze heeft een zodanige stijfheid dat bij het plaatsen van de kapconstructie op een horizontaal vlak deze niet met de gootprofielen naar buiten neigt te be-15 wegen. Dit kan verwezenlijkt worden door de aansluiting van de twee roeden van een roedenconstructie bij het nokprofiel momentstijf uit te voeren. Een andere mogelijkheid is om tussen de roeden een (in gebruikspositie) dwarsverbinding aan te brengen Een dergelijke dwarsverbinding kan nabij de vrije uiteinden aangebracht zijn. Door gebruik van de trek- en drukelementen ontstaan bijzonder stijve hellende wanden van de kap-20 constructie. Door het zelfdragend zijn is het niet langer noodzakelijk om een gootpro-fiel te ondersteunen door een reeks kolommen. Indien als afscherming een kunststof-materiaal toegepast wordt, kan bovendien het gewicht van de kapconstructie aanzienlijk beperkt worden, hetgeen een groot effect heeft op de verdere uitvoering van de kas. Het eerste en de tweede langsprofielen kunnen op enige voorstelbare wijze gerangschikt 25 zijn. Volgens een van voordeel zijnde uitvoering van de uitvinding is het eerste langs-profiel als nokprofiel uitgevoerd en zijn de twee tweede langsprofielen als aangrenzende gootprofielen uitgevoerd. Daarbij is zowel een symmetrische plaatsing van de tweede profielen ten opzichte van het eerste langsprofiel mogelijk als een a-symmetrische plaatsing.

30 Volgens de onderhavige uitvinding kan een bijzonder compact geconstrueerde kapconstructie verkregen worden waarmee de werkhoogte in de kas geoptimaliseerd kan worden. Bovendien kunnen grote overspanningen verwezenlijkt worden hetgeen verder bijdraagt aan het maximaliseren van de werkruimte.

10252m 3

Volgens een van voordeel zijnde uitvoering strekken de trekelementen zich diagonaal tussen het nokprofiel en het gootprofiel uit. Meer in het bijzonder strekken deze trekelementen zich in twee richtingen diagonaal uit, zodat deze bij voorkeur elkaar kruisen. De drukelementen kunnen enige in de stand der techniek bekende elementen S omvatten. Eveneens is het mogelijk daarvoor de afscherming te gebruiken. Dat wil zeggen de afscherming wordt uit een drukstijf materiaal vervaardigd, zoals twee op afstand liggende platen die via enigerlei structuur met elkaar verbonden zijn. Dergelijke platen bestaan uit kunststofmateriaal dat licktdoorlatend is. Dergelijke panelen bestaande uit kunststofmateriaal hebben ten opzichte van constructies met glas een verhou-10 diügsgewijs laag gewicht en kunnen zowel in de hoogterichting als in de langsrichting van de kap drukstijf zijn. Een voorbeeld van te gebruiken materialen voor dergelijke panelen omvat polycarbonaat of polymethylmetacrylaat.

Het is eveneens mogelijk de drukstijve elementen te verwezenlijken door het drukstijf uitvoeren van de roeden. Bovendien kan een constructie aanwezig zijn om de 15 afstand tussen de eerste en tweede langsprofielen te wijzigen. Dit kan bijvoorbeeld van belang zijn indien als afscherming gebruik gemaakt wordt van een kunststoffolie of ander materiaal dat onder spanning gebracht dient te worden. De afscherming wordt bevestigd aan bijvoorbeeld zowel het nokprofiel als het gootprofiel en pas daarna wordt door het opbrengen van spanning de afscherming strak getrokken. Een en ander is in 20 het bijzonder eenvoudig uitvoerbaar indien als afscherming een kunststoffolie gebruikt wordt. Bevestiging van het kunststoffolie aan het nokprofiel of het gootprofiel kan op enige in de stand der techniek bekende wijze plaatsvinden. Volgens een bijzondere uitvoering is in de profielen steeds een opname aanwezig en is het foliemateriaal nabij de eindbegrenzing daarvan voorzien van een verdikking of pees die in een dergelijke op-25 name geschoven kan worden.

Daarmee is niet alleen mogelijk in de bouwfase de afscherming te verwisselen, maar eveneens bij het latere bedrijf daarvan. Op deze wijze kan bijvoorbeeld een be-luchtigmgsopening verwezenlijkt worden. Het is echter eveneens mogelijk om bij veranderende omstandigheden een ander foliemateriaal aan te brengen. Eveneens kan het 30 foliemateriaal eenvoudig verwisseld worden indien het om enigerlei reden niet langer voldoet

Volgens een verdere van voordeel zijnde uitvoering is de afscherming dubbelwandig uitgevoerd. Tussen de twee wanden kan eventueel een vloeistof aangebracht 1025210 4 worden voor het winnen van energie of voor het koelen van de kas. Voor bijzonderheden van een dergelijke constructie wordt verwezen naar Nederlandse octrooiaanvrage 1023900 ten name van Klimrek I.E. B.V..

Om een dergelijke tussenruimte actief te kunnen vullen respectievelijk ledigen 5 wordt voorgesteld de gootligger van een kanaal te voorzien dat in verbinding met de tussenruimte tussen de twee op afstand liggende kunststofpanelen gebracht kan worden. Een dergelijk kanaal moet onderscheiden worden van in de stand der techniek bekende inwendige en uitwendige goten die in een dergelijk gootprofiel aanwezig kunnen zijn. Bij een dergelijke uitvoering kan het gootprofiel gescheiden worden in twee inwendige 10 kanalen voor daarop aansluitende "linker"paneeldeel en het daarop aansluitende "rech-ter"paneeldeel die van verschillende fluïda voorzien kunnen worden. Toevoer van een vloeistof vindt bij voorkeur vanaf een hoog gelegen punt plaats. Indien een nokprofiel gebruikt wordt als eerste langsprofiel kan dit van speciale middelen voorzien zijn om een dergelijke toevoer mogelijk te maken. Elk van de profielen kan als railprofiel uit-15 gevoerd zijn voor het daarlangs transporteren van allerlei in de kas gebruikte constructies. Dit kunnen zowel wagens voor bewerkingen zijn, verplaatsbare verlichting als andere algemeen bekende constructies.

De uitvinding zal hieronder nader aan de hand van een in de tekening afgebeeld uitvoeringsvoorbeeld verduidelijkt worden. Daarbij toont 20 Fig. 1 schematisch in aanzicht een kas voorzien van verschillende kapconstructies volgens de uitvinding;

Fig. 2 een detail van een kapconstructie;

Fig. 3 in detail een deel van een nokprofiel en een gootprofiel;

Fig. 4 schematisch het wijzigen van de afscherming van de kas, en 25 Fig. 5 een drukstijf paneel te gebruiken bij de uitvinding.

In fig. 1 is met 1 een kas aangegeven. Deze bestaat uit een aantal verticale kolommen 3, waarop een aantal kapconstructies 2 aangebracht is. Kapconstructies 2 volgens de onderhavige uitvinding zijn zelfdragend uitgevoerd. Daardoor is het mogelijk zoals uit het rechterdeel van fig. 1 blijkt twee aan elkaar grenzende kapconstructies te 30 monteren zonder dat daaronder een kolom 3 geplaatst is. Elke kapconstructie 2 bestaat uit een roedenconstructie 17. Details daarvan blijken uit fig. 2. Elke roedenconstructie bestaat uit twee roeden 4 die met een nokprofiel 5 verbonden zijn. Eventueel strekken zich tussen de roeden 4 dwarsliggers 18 uit. Indien echter de verbinding tussen de roe- 1025210 5 den 4 nabij het nokprofiel 5 momentstijf is, is het niet nodig dergelijke dwarsliggers 18 te gebruiken, waardoor grotere vrijheid in de kas verkregen wordt Uit fig. 2 blijkt dat eveneens gootprofielen 6 aanwezig zijn. Verbinding tussen de gootprofielen 6 en nok-profielen 5 vindt plaats door middel van roeden 4. Dit zijn drukstijve elementen.

5 Tussen de roeden 4 strekken zich trekelementen 7 uit die elkaar diagonaal krui send aangebracht zijn. Dit kunnen kabels, stangen, en dergelijke zijn. Door combinatie van trekelementen 7 en drukstijve elementen 4 ontstaat een bijzonder stijve constructie. Buiten deze constructie kunnen elementen 8 aangebracht zijn die afstand van de nok-profielen 5 ten opzichte van de gootprofielen 6 kunnen variëren waardoor het mogelijk 10 is een op de hieronder beschreven wijze aangebracht foliemateriaal onder spanning te brengen en voor het verwijderen daarvan van spanning te brengen. In combinatie met de momentstijve verbinding tussen de roeden 4 bij het nokprofiel 5 en/of de dwarsligger 18 ontstaat een zelfstandige zelfdragende kapconstructie. Het gewicht daarvan kan laag gehouden worden indien de afscherming een verhoudingsgewijs lage massa heeft 15 Dat wil zeggen, in plaats van glas wordt bij voorkeur een kunststofmateriaal gebruikt. In fig. 3 is een voorbeeld daarvan gegeven. Het buitenscherm bestaat uit een foliemateriaal 9 dat nabij de uiteinden daarvan voorzien is van pezen 12 die aangebracht zijn in opnames 11. Dergelijke pezen kunnen PTFE-materiaal omvatten om de glij-eigenschappen daarvan te bevorderen. Opname 11 is aanwezig in zowel het nokprofiel 20 5 als in het gootprofiel 6. Uit fig. 3 blijkt eveneens dat de kapconstructie volgens de onderhavige uitvinding dubbelwandig is vanwege de aanwezigheid van een binnenaf-scherming 10. Deze kan op enigerlei in de stand der techniek bekende wijze bevestigd zijn aan het nokprofiel respectievelijk gootprofiel. Echter is het eveneens mogelijk een bevestiging te voorzien die overeenkomt met de bevestiging van de buitenafscherming. 25 Het gootprofiel is voorzien van drie als goten werkende constructies. De buiten- liggende goot is met 13 aangegeven en de binnenliggende goot (voor condens) met 14. Met 15 is een dubbelkanaal aangegeven dat via openingen 16 in verbinding staat met de ruimte tussen de binnenafscherming 10 en de buitenafscherming 9. Deze ruimte kan eventueel gevuld worden met een vloeistof om in koeling en/of opname van warmte te 30 voorzien. Een dergelijke vulling vindt bij voorkeur plaats vanaf het nokprofiel dat van een overeenkomstige toevoer 50 voorzien is. Koeling of verwarming is afhankelijk van de vulgraad van de ruimte tussen buitenafscherming 9 en binnenafscherming 10. Via toevoer 50 kan de vloeistof naar binnen gegoten worden of versproeid of verneveld 1025210 6 worden. In het laatste geval kan gericht het bovenoppervlak van het binnenpaneel of het onderoppervlak van het buitenpaneel besproeid worden.

Uit fig. 4 blijkt dat bij een constructie waar het folie 9 voorzien is van pezen 12 in combinatie met de opnames 11 in het nokprofiel 5 en gootprofiel 6 op bijzonder een-5 voudige wijze vervangen en/of installatie van de afscherming 9 plaats kan vinden. Daartoe is het vanzelfsprekend noodzakelijk dat geen spanning tussen het nokprofiel 5 en het gootprofiel 6 heerst Dit is mogelijk door met behulp van voorziening 8 de afstand tussen nokprofiel en gootprofiel te wijzigen en is het eenvoudig mogelijk een dergelijke afscherming 9 in te schuiven respectievelijk te verwijderen.

10 De roede kan elk wenselijk profiel hebben om in voldoende drukstijfheid te voor zien. Bij voorkeur is deze driehoekig uitgevoerd. Vanzelfsprekend kunnen de gebruikelijke voorzieningen in de kas aanwezig zijn, zoals rails voor transport, verwarming, verlichting, afscherming, enzovoorts. Bij afwezigheid van dwarsligger 18 is het mogelijk constructies aan het nokprofiel op te hangen die verplaatsbaar zijn zonder hinder te 15 ondervinden van dergelijke lagere dwarsliggers. Indien de dwarsligger 18 wel aanwezig is, is het mogelijk activiteiten binnen de daardoor begrensde driehoek uit te voeren. In fig. 5 is een voorbeeld van een drukstijf paneel 23 getoond voorzien van eindstukken 24. Het drukstijve paneel bestaat uit een voor- en achterplaatdeel 26 en 27 verbonden door dwarsrillen 25. Een dergelijke plaat kan een warmteisolerende, lichtdoorlatende 20 plaat zijn. Verschillende materialen zijn voorgesteld voor toepassing in kassen. Dergelijke materialen zijn vooral van belang omdat deze een verhoudingsgewijs laag gewicht hebben en goede isolatiewaaiden, terwijl reflectie van licht zoveel mogelijk beperkt wordt Door het opbrengen van coatings kunnen de eigenschappen nog verder verbeterd worden. Bij een in fig. 1 getoonde plaat kunnen in de richting van pijlen 34 bij een 25 paneelhoogte (lengte) van 2, 60 m en een uitbreiding van 1,20 m een druksterkte van enkele honderden kg genoemd worden.

Dergelijke platen worden bij de einden daarvan voorzien van eindstuk 4. Deze kunnen door lijmen of op andere wijze daaraan aangebracht zijn. Een voorbeeld is een van pluggen voorziene als waterkanaal fungerende lijst waarbij de pluggen tussen de 30 plaatdelen geklemd worden. Aan de eindstukken 4 kunnen verdere bevestigingen aangebracht worden. Dergelijke bevestigingen voorzien in koppeling met de verdere delen van de kapconstructie.

1025210 7

De plaatdelen 26,27 kunnen uit een isotroop materiaal bestaan. De plaatdelen 6, 7 bestaan echter bij voorkeur uit een anisotroop materiaal. De druksterkte is bijvoorkeur in een richting verhoudingsgewijs hoog en in een richting bij voorkeur verhoudingsgewijs laag. Bij de uitvoering volgens de onderhavige uitvinding zal de hoogte-5 richting de richting zijn waar een grote (druk)stijfheid optreedt en de langsrichting de richting waarin een geringere stijfheid optreedt. Dit laatste is van belang om uitzetting onder invloed van temperatuurswisselingen, zoals onder invloed van zonnestraling, op te kunnen nemen. In de langsrichting zal het plaatdeel zoals getoond in fig. 5 zich als een verhoudingsgewijs slappe harmonica gedragen. Door de trekelementen 7 wordt 10 nauwkeurige fixatie en verhoging van de stijfheid verkregen.

Ëen kapelement volgens de onderhavige uitvinding kan in gemonteerde toestand over de weg naar de plaats van bestemming getransporteerd worden.

Zoals hierboven aangegeven kunnen de eerste en tweede langsprofielen ook met een andere opstelling gerangschikt zijn. Daarmee is het bijvoorbeeld mogelijk in een 15 horizontaal scherm te voorzien. Met de uitvinding is het mogelijk elke kap autonoom uit te voeren, hetgeen in het bijzonder van belang is vanwege de afwatering.

Deze en verdere varianten liggen voor de hand voor degene bekwaam in de stand der techniek na het lezen van bovenstaande en liggen binnen het bereik van de onderhavige conclusies.

20 1025210

Claims (15)

1. Kapconstructie (2) voor een kas (1) omvattende een aantal in langsrichting op afstand achter elkaar geplaatste steeds in een dwarsvlak liggende roedenconstructies 5 (17), waarbij elke roedenconstructie omvat twee op elkaar aansluitende onder een hoek geplaatste roeden (4), een eerste langsprofiel (5), dat het aansluitpunt van die roeden omvat, alsmede twee op afstand van elkaar en van dat eerste langsprofiel liggende tweede langsprofielen (6), waarbij de vrije uiteinden van die roeden (4) met die tweede langsprofielen verbonden zijn en waarbij die kapconstructie een driehoekige vorm 10 heeft, met het kenmerk, dat zich tussen die tweede langsprofielen (6) en die eerste langsprofielen (5) uitstrekkende trekelementen (7) aangebracht zijn, alsmede drukele-menten (4), en de kapconstructie zodanig uitgevoerd is, dat bij het vrij plaatsen op een horizontaal vlak geen krachten in een richting parallel aan dat horizontale vlak door die gootprofielen op dat horizontale vlak uitgeoefend worden.

2. Kapconstructie volgens conclusie 1, waarbij die trekelementen (7) zich diagonaal tussen dat nokprofiel en het betreffende gootprofiel uitstrekken.

3. Kapconstructie volgens conclusie 2, waarbij die trekelementen elkaar kruisend zijn aangebracht. 20

4. Kapconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die drukele-menten die roeden omvatten.

5. Kapconstructie volgens conclusie 1, waarbij dat eerste langsprofiel een nokprofiel 25 omvat en dat tweede langsprofiel een gootprofiel

6. Kapconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de afstand tussen die eerste en tweede langsprofielen variabel is voor het aanpassen van de druk-kracht. 30

7. Kapconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die profielen voorzien zijn van een bevestiging voor een als afdekking dienend afschermfolie. 1025210

8. Kapconstructie volgens conclusie 7, waarbij die bevestiging omvat een in een profiel aangebrachte zich over de lengte daarvan uitstrekkende opname (11) voor het ontvangen van een op dat afschermfolie aangebrachte verdikking (12).

9. Kapconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij die profielen uitgevoerd zijn voor het daartussen ontvangen van een dubbelwandige afscherming (9, 10).

10. Kapconstructie volgens conclusie 9, waarbij een langsprofiel een gootprofiel om-10 vat met een uitwendige (13) en inwendige (14) goot, alsmede een daartussen liggend kanaal (15) dat met het inwendige tussen die twee wanden verbonden is.

11. Kapconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een van die langsprofielen van een vloeistoftoevoer is voorzien. 15

12. Kapconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij een van die langsprofielen en transportrail omvat.

13. Kapconstructie volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij dat drukele-20 ment een plaatconstructie omvat.

14. Kapconstructie volgens conclusie 13, waarbij die plaatconstructie twee op afstand liggende met elkaar verbonden kunststofplaten omvat

15. Kapconstructie volgens conclusie 13 of 14, waarbij die plaatconstructie licht- doorlatend is. 1025210