NL1011902C2 - Warenhuis van het venlo-type met tweedelige goot. - Google Patents

Description

WARENHUIS VAN HET VENLO-TYPE MET TWEEDELIGE GOOT 5

De uitvinding heeft betrekking op een warenhuis van het Venlo-type dat een door staanders ondersteund dak 10 omvat met ten minste twee in hoofdzaak evenwijdige nokken en een daartussen liggende goot. Tussen elke nok en de goot zijn roeden aangebracht waarin plaatvormige elementen zoals ruiten met hun randen zijn opgenomen. De goot omvat een buigstijf kokerdeel en is aan weerszijden 15 voorzien van steundelen voor het steunen van onderranden van de plaatvormige elementen. Tussen de steundelen strekt zich een regengeleidingsdeel uit, dat de regen die op de plaatvormige elementen valt af kan voeren.

In de praktijk komt het voor dat zich in het 20 warenhuis op de goot condens vormt. Condensdruppels kunnen van de goot naar beneden vallen op het geteelde gewas. Door deze druppels kan schade aan het gewas ontstaan, waardoor dit in waarde achteruit gaat.

De uitvinding nu beoogt een warenhuis van het 25 in de aanhef genoemde type te verschaffen, waarbij dit probleem zich niet voordoet.

Dit doel wordt bij het warenhuis van de uitvinding bereikt, doordat het regengeleidingsdeel in hoofdzaak warmte-geisoleerd met het kokerdeel is verbonden.

30 Hierdoor zal het zich in het warenhuis bevindende kokerdeel beter de binnentemperatuur van het warenhuis volgen, waardoor condensvorming wordt voorkomen. Er wordt geen of weinig warmte van het kokerdeel naar het aan de buitenlucht blootgestelde regengeleidingsdeel afgevoerd.

35 Bij voorkeur wordt de maatregel van conclusie 2 toegepast. In de gebieden waar geen verbinding aanwezig is, kan geen warmteoverdracht plaatsvinden, zodat het in •»0 1 19 0 2 2 het warenhuis blootgestelde kokerdeel weinig warmte naar buiten, via het regengeleidingsdeel kan verliezen.

Een gunstige verdere ontwikkeling is gekenmerkt in conclusie 3. Doordat de verbindingen slechts weinig 5 van het oppervlak van de condensopvangvlakken inneemt, blijft veel ruimte vrij voor het condens. Verstopping van de condensopvangvlakken zal hierdoor op gunstige wijze worden voorkomen.

Op geschikte wijze wordt de maatregel van 10 conclusie 4 toegepast. Het regengeleidingsdeel en het kokerdeel kunnen met elkaar worden verbonden zonder dat deze direct met elkaar in contact komen, zodat een goede warmteisolatie tussen deze twee delen van de goot wordt bereikt. Daarbij kan op zeer gunstige wijze het verbinden 15 van regengeleidingsdeel en het kokerdeel op de bouwplaats geschieden. Er zijn daarbij geen voorbewerkingen aan de gootdelen nodig, zodat deze direct van de fabrikant van deze delen naar de bouwplaats getransporteerd kunnen worden en niet eerst in de werkplaats van de kassenbouwer 20 voorbewerkt behoeven te worden. Hierdoor wordt een aanzienlijk economisch voordeel bereikt. Transportkosten en bewerkingskosten van de goot worden bespaard.

Bij voorkeur worden het regengeleidingsdeel en het gootdeel door een afschuifkrachtvrije verbinding met 25 elkaar verbonden. Een zeer geschikte mogelijkheid is daarbij het gebruik van lijm. Hierdoor kan een zodanige verbinding tussen de twee gootdelen worden verkregen, dat deze voor belastingen gezien kan worden als bestaande uit één geheel. Wanneer het gewenst is de twee delen met 30 elkaar te verbinden op de bouwplaats kan toch een lijm-verbinding worden toegepast indien de twee delen tijdelijk ten opzichte van elkaar worden gefixeerd met bout-verbindingen. In deze toestand, waarbij de lijm nog niet volledig uitgehard is en zijn volledige sterkte heeft 35 bereikt, kan de goot worden gemonteerd.

Een zeer geschikte verdere ontwikkeling is daarbij gekenmerkt in conclusie 6. Door toepassing van 1 n 1 i Q π 9 3 warmteisolerende kunststof elementen wordt een hoge isolatiegraad tussen de twee delen van de goot bereikt.

Een zeer gunstige verdere toepassing is daarbij gekenmerkt in conclusie 7. Het samenstellen van het 5 regengeleidingsdeel en het kokerdeel op de bouwplaats kan hierdoor in zeer korte tijd geschieden, zodat op arbeidskosten wordt bespaard.

De uitvinding zal worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de in de bijgevoeg-10 de figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden.

Fig. 1 toont een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een warenhuis van het Venlo-type volgens de uitvinding.

Fig. 2 toont een doorsnede volgens pijl II-II

15 in fig. 1.

Fig. 3 toont een met fig. 2 overeenkomend gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm.

Fig. 4 toont een met fig. 2 overeenkomend 20 gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht van een andere uitvoeringsvorm.

Fig. 5 toont de eindconstructie van een goot van het type zoals weergegeven in fig. 4.

Het in fig. 1 getoonde warenhuis 1 van het 25 Venlo-type omvat een dak 2 dat door staanders 3 wordt ondersteund. Het dak 2 omvat een aantal evenwijdige nokken 4 en daartussen liggende goten 5. Tussen elke nok 4 en een aangrenzende goot 5 strekken zich roeden 6 uit waarin plaatvormige elementen, die in dit uitvoerings-30 voorbeeld worden gevormd door glazen ruiten 7, met hun randen zijn opgenomen.

Bij een warenhuis van het Venlo-type zijn de staanders 3 in de richting dwars op de goten 5 onderling verbonden door vakwerkliggers 8. De vakwerkliggers 8 35 tezamen met de goten 5 vormen de dragende constructie voor het dak 2.

Aan het einde van de nokken 4 is het warenhuis 1 afgesloten met een gevelwand 9. Op het dak 2 vallend 101 1902 4 regenwater verzamelt zich in de goten 5 en wordt nabij de gevel 9 vanuit deze goot 5 afgevoerd via een opvangkap 10 die aansluit op een regenpijp 11.

Zoals fig. 2 meer in het bijzonder laat zien, 5 omvat de goot 5 een regengeleidingsdeel 15 aan de bovenzijde en een buigstijf kokerdeel 16.

Het regengeleidingsdeel 15 omvat steundelen 23 voor het ondersteunen van de onderranden van de ruiten 7. Op deze steundelen 23 zijn kunststof afsluitprofielen 25 10 aangebracht, die een in hoofdzaak waterdichte afsluiting verzorgen.

Het op de ruiten 7 vallende regenwater stroomt over de kunststof profielen 25 in de door het regengeleidingsdeel 15 bepaalde regengoot 19.

15 De roeden 6 zijn aan hun einden voorzien van inkepingen 22 die aangrijpen op aan het profiel van de goot 5 gevormde randen 21. Hierdoor kunnen de langskrach-ten op de roeden 6 doorgeleid worden op het dragende, buigstijve kokerdeel 16.

20 Het regengeleidingsdeel 15 is door middel van verbindingen 17 verbonden met het stijve kokerdeel 16. Deze verbindingen zijn restanten van een doorlopende verbindingswand, waarin met onderlinge afstanden lange sleuven 18 zijn gevormd, bijvoorbeeld door frezen of 25 slijpen. De overblijvende verbindingen 17 hebben een relatief geringe doorsnede gezien in de lengte van de goot, zodat het regengeleidingsdeel 15 in hoofdzaak warmte geïsoleerd met het kokerdeel 16 is verbonden. Het kokerdeel kan hierdoor gemakkelijk de binnentemperatuur 30 van het warenhuis aannemen en raakt zijn warmte niet snel kwijt via het aan de buitenlucht blootgestelde regengeleidingsdeel 15.

Hierdoor zal zich op het kokerdeel 16 geen condens vormen. Dit is gunstig omdat van een goot afdrui-35 pend condensvocht het in het warenhuis geteelde gewas kan beschadigen.

Het kokerdeel 16 is zodanig gevormd dat een bovenwanddeel 26 daarvan zich onder de ruitsteundelen 23 1011902 5 uitstrekt en aldus condensopvangvlakken vormt. Zich aan de onderzijde van de ruiten 7 vormend condens stroomt langs de ruiten 7 in de richting naar het steundeel 23 toe en valt van daar op het condensopvangvlak 26. Dit 5 condensopvangvlak 26 is enigszins schuin opgesteld, zodat het daarop terechtkomende condens naar het midden van het bovenvlak van het kokerdeel 16 wordt afgevoerd. Aldus vormt zich op het kokerdeel 16 een condensgoot 20. Het verzamelde condens wordt via deze condensgoot 20 afge-10 voerd.

Door de ruime sleuven 18 kan het condens ongehinderd in de condensgoot 20 stromen en afgevoerd worden. Bij bekende goten voor warenhuizen worden veelal boorgaten gebruikt voor het afvoeren van het condensvocht. Deze 15 gaten raken verstopt waardoor condens over de rand van het bovenvlak van het profiel alsnog op het gewas terecht kan komen.

Het bovenvlak van het profieldeel 16 kan op onderlinge afstanden voorzien worden van openingen, 20 waardoor het condensvocht in het inwendige 24 van het kokerdeel 16 wordt opgevangen en via deze ruimte kan worden afgevoerd. Deze openingen kunnen bijvoorbeeld gevormd worden ter plaatse van twee in langsrichting op elkaar aansluitende gootprofieldelen.

25 De in fig. 3 getoonde goot 30 heeft een enigs zins andere uitvoeringsvorm. Ook hier omvat de goot 30 een buigstijf kokerdeel 31 en een zich daarboven bevindend regengeleidingsdeel 32. De roeden 33 worden opgenomen in het regengeleidingsdeel 32 en zijn daarin op 30 dezelfde wijze gesteund als bij de uitvoeringsvorm van fig. 2.

De met hun randen tussen de roeden 33 opgenomen ruiten 34 steunen met hun onderrand op steundelen 35 van het regengeleidingsdeel 32. Ook hier is een kunststof 35 afdichtprofiel toegepast om het zich op de ruiten 34 verzamelende regenwater in hoofdzaak lekvrij af te voeren naar een door het regengeleidingsdeel 32 bepaalde regengoot 3 9.

10 110 0? 6

Het regengeleidingsdeel 32 is met het kokerdeel 31 verbonden door zelfschroevende en -tappende bouten 37. Daarbij is tussen het regengeleidingsdeel 32 en het kokerdeel 31 een kunststof element 36 aangebracht zodat 5 het regengeleidingsdeel in hoofdzaak warmte-geïsoleerd met het kokerdeel 31 is verbonden. Ook bij deze uitvoeringsvorm van de goot 30 volgens de uitvinding wordt dus voorkomen dat het kokerdeel 31 te sterk afkoelt en zich daarop condens kan vormen.

10 Het zich aan de onderzijde van de ruiten 34 en op de roeden 33 vormende condens stroomt langs de ruit en de roede naar beneden tot in de condensgoten 38 die aan weerszijden van het regengeleidingsdeel 32 zijn bepaald. Het condens kan op verder voor de hand liggende wijze op 15 regelmatige afstanden of aan de einden uit deze condensgoten 38 worden afgevoerd.

De goten 30 volgens fig. 3 heeft het voordeel dat hieraan geen bewerkingen in een werkplaats uitgevoerd behoeven te worden. Het kokerprofieldeel 31 en het regen-20 geleidingsprofieldeel 32 kunnen direct vanaf de fabrikant afgeleverd worden op de bouwplaats, zonder tussenopslag bij de kassenbouwer voor een nadere bewerking, zodat bespaard wordt op opslagkosten en transportkosten. Op de bouwplaats worden de kokerdelen 31 en de regengeleidings-25 delen 32 eenvoudig met elkaar verbonden door het aanbrengen van de bouten 37. Om deze montagehandeling te vergemakkelijken, kunnen het regengeleidingsdeel 32 aan zijn onderzijde en het kokergeleidingsdeel 31 aan zijn bovenzijde voorzien worden van profieldelen die opsluitranden 30 voor de kunststof elementen 36 bepalen, zodat automatisch een goede centrering van het regengeleidingsdeel ten opzichte van het kokerdeel wordt verkregen, bij de montage daarvan.

De in fig. 4 getoonde uitvoeringsvariant 45 35 heeft eveneens het voordeel dat hieraan geen bewerkingen behoeven te worden uitgevoerd, zodat de delen hiervan direct vanaf de fabrikant op de bouwplaats afgeleverd en daar in elkaar gezet kunnen worden.

10 119 0 2 7

De goot 45 omvat eveneens een buigstijf koker-deel 46 en een daarboven aangebracht regengeleidingsdeel 47. Roeden 48 steunen op de koker 46 en nemen de randen van de ruiten 49 op. De onderranden van deze ruiten 49 5 zijn opgenomen in steundelen 50 van het regengeleidingsdeel 47.

In het bovenvlak van het kokerprofiel 46 is een trogvormige condensgoot 51 gevormd. Hierin wordt het condensvocht verzameld dat op de zich onder de steundelen 10 50 uitstrekkende condensopvangvlakken 47 terecht komt.

De verbindingen tussen het regengeleidingsdeel 47 en het kokerdeel 46 worden bij deze uitvoeringsvorm op zeer geschikte wijze gevormd door kunststof elementen 52 die door snapverbindingen aangrijpen op het kokerdeel, 15 resp. het regengeleidingsdeel.

De kunststof verbindingselementen 52 zijn voorzien van opstaande snaparmen 53 die aangrijpen op grijpranden 55 die in het profiel van het regengeleidingsdeel 47 zijn gevormd en naar beneden uitstekende 20 snaparmen 54 die aangrijpen op grijpranden 57 welke gevormd zijn in de condensgoot 51.

De montage van de twee basisdelen van de goot 45 geschiedt dus zeer eenvoudig op de bouwplaats door bijvoorbeeld eerst de kunststof elementen 52 met hun 25 snaparmen 54 in de condensgoot 51 van het kokerdeel te drukken en vervolgens het regengeleidingsdeel 47 op de verbindingselementen 52 te snappen.

Uit de figuur is duidelijk dat ook hier de kunststof elementen 52 de condensopvangvlakken 57 in 30 hoofdzaak vrij houden, zodat een onbelemmerde stroming van condensvocht naar de condensgoot 51 mogelijk is.

De goot 45 is hier ondersteund getekend door een kolom 58. Onderin het kokerdeel 46 is een profieldeel 59 gevormd waarin bouten 60 kunnen aangrijpen. Deze 35 bouten 60 kunnen gebruikt worden voor het verbinden van de goot 45 met de kolom 58 of kunnen ook gebruikt worden voor het bevestigen van andere in het warenhuis te gebruiken elementen.

1 0 1 1 Q 0 9 8

Fig. 5 toont de goot 45 ter plaatse van de gevel van het warenhuis. De gevel is hier schematisch aangeduid met een gevelplaat 75.

In de bodem van de condensgoot 51 is een gat 65 5 aangebracht, waardoor het condenswater in het inwendige van het kokerdeel 46 kan vloeien. Voorbij deze opening 65 is de condensgoot 51 verder afgesloten met een rubber stop 71 die eenvoudig in de condensgoot 51 klemt.

Tegenover de opening 65 is in het kokerdeel 46 10 een opening 66 aangebracht, die naar het inwendige van de daaronder geplaatste koker 58 leidt. In deze koker is een schuine dwarswand 67 aangebracht en vlak daarboven een aansluitpijp 68 die naar een afvoerleiding 70 leidt. Het uit de condensgoot 51 door de opening 65 stromende con-15 densvocht komt dus via de opening 66 in het inwendige van de koker 58 terecht en stroomt via de aansluiting 68 in de afvoerleiding 70.

Ook het inwendige van het kokerdeel 46 is voorbij de opening 66 afgesloten met een rubber stop 72 20 die daarin eenvoudig is vastgeklemd.

De goot 45 steekt met zijn vrije einde door de gevel 75 uit in een opening 74 van een daaromheen aangebrachte kap 73. Het op het regengeleidingsdeel verzamelde regenwater stroomt dus in deze opvangkap 73 en deze voert 25 het opgevangen water af in de regenpijp 76.

Opgemerkt wordt dat de getoonde uitvoeringen slechts voorbeelden zijn. De uitvinding is niet beperkt tot de hier getoonde uitvoeringsvormen. Zo is het binnen het kader van de uitvinding niet noodzakelijk dat de 30 roede direct op het kokerdeel van de goot steunt. Het is ook mogelijk het regengeleidingsdeel zodanig uit te voeren dat dit de langskrachten van de roede op kan nemen en door kan leiden, op de wijze zoals getoond in fig. 3, waarbij dan toch door het kokerdeel condensopvangvlakken 35 worden bepaald die zich onder de steundelen voor de ruiten uitstrekken en aldus het condens kunnen opvangen en naar een in het kokerdeel gevormde condensgoot kunnen leiden. Een andere mogelijkheid is om de roeden via een 1011902 9 kunststofdeel af te laten steunen op het kokerdeel van de goot, zodat ook ter plaatse van de roeden geen warmteoverdracht plaats kan vinden.

Al deze en dergelijke varianten worden geacht 5 binnen het kader van de bijgevoegde conclusies te vallen.

10 11902

Claims (7)

1. Warenhuis van het Venlo-type omvattende een 5 door staanders ondersteund dak dat ten minste twee in hoofdzaak evenwijdige nokken en een daartussen liggende goot omvat, tussen elke nok en de goot aangebrachte roeden en daarin met hun randen opgenomen plaatvormige elementen zoals ruiten, waarbij de goot een buigstijf 10 kokerdeel omvat en aan weerszijden voorzien is van steun-delen voor het steunen van onderranden van de plaatvormige elementen, zich tussen de steundelen een regengelei-dingsdeel uitstrekt, en waarbij het regengeleidingsdeel in hoofdzaak warmte-geisoleerd met het kokerdeel is ver-15 bonden.

2. Warenhuis volgens conclusie 1, waarbij het regengeleidingsdeel door op onderlinge afstanden liggende verbindingen met het kokerdeel is verbonden.

3. Warenhuis volgens conclusie 2, waarbij het 20 kokerdeel in een bovenzijde een condensgeleidingsdeel en zich van een onder de steundelen liggende plaats uitstrekkende en condens naar het condensgeleidingsdeel leidende condensopvangvlakken omvat en de verbindingen de condensopvangvlakken in hoofdzaak vrijlaten.

4. Warenhuis volgens conclusie 1, waarbij het regengeleidingsdeel en het kokerdeel afzonderlijke profielen zijn.

5. Warenhuis volgens conclusie 4, waarbij het regengeleidingsdeel en het kokerdeel door een afschuif- 30 krachtvrije verbinding, zoals een lijmverbinding, met elkaar zijn verbonden.

6. Warenhuis volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tussen het regengeleidingsdeel en het kokerdeel warmte-isolerende kunststofelementen zijn 35 aangebracht.

7. Warenhuis volgens conclusie 4 en 6, waarbij de kunststofelementen door snapverbindingen op het regengeleidingsdeel en het kokerdeel aangrijpen. 1011902