NL1022587C2 - Kas met geïsoleerde goot. - Google Patents

Kas met geïsoleerde goot. Download PDF

Info

Publication number
NL1022587C2
NL1022587C2 NL1022587A NL1022587A NL1022587C2 NL 1022587 C2 NL1022587 C2 NL 1022587C2 NL 1022587 A NL1022587 A NL 1022587A NL 1022587 A NL1022587 A NL 1022587A NL 1022587 C2 NL1022587 C2 NL 1022587C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
profile
greenhouse
rod
gutter
outer profile
Prior art date
Application number
NL1022587A
Other languages
English (en)
Inventor
Petrus Leonardus Josef Bom
Original Assignee
Bordeso Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bordeso Bv filed Critical Bordeso Bv
Priority to NL1022587A priority Critical patent/NL1022587C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1022587C2 publication Critical patent/NL1022587C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01GHORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
    • A01G9/00Cultivation in receptacles, forcing-frames or greenhouses; Edging for beds, lawn or the like
    • A01G9/14Greenhouses
    • A01G9/1476Greenhouse gutters
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y02TECHNOLOGIES OR APPLICATIONS FOR MITIGATION OR ADAPTATION AGAINST CLIMATE CHANGE
    • Y02ATECHNOLOGIES FOR ADAPTATION TO CLIMATE CHANGE
    • Y02A40/00Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production
    • Y02A40/10Adaptation technologies in agriculture, forestry, livestock or agroalimentary production in agriculture
    • Y02A40/25Greenhouse technology, e.g. cooling systems therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Greenhouses (AREA)

Description

Kas met geïsoleerde goot
De uitvinding betreft een kas omvattende een door staanders ondersteund dak dat tenminste twee in hoofdzaak 5 evenwijdige nokken en een daartussen liggende goot omvat, tussen elke nok en de goot aangebrachte roeden en daarin met randen opgenomen plaat-vormige elementen zoals ruiten, waarbij de goot tenminste een binnenprofiel voor condens watergeleiding, tenminste een buitenprofiel voor 10 regengeleiding, en tenminste een tussenelement van warmte- isolerend materiaal omvat, waarbij het tussenelement voorzien is van een aan het binnenprofiel en aan het buitenprofiel aanliggend gedeelte. De uitvinding betreft tevens een goot voor een kas, alsmede een werkwijze voor het vervaardigen van 15 een goot.
Een dergelijke kas is bekend uit het Nederlandse octrooi 1012483. Bij de bekende kas is het koude buitenprofiel aangebracht boven het warme binnenprofiel, waardoor mogelijke condensvorming aan het buitenprofiel wordt 20 opgevangen in het binnenprofiel. Het binnenprofiel is geïsoleerd van de buitenlucht, waardoor condensvorming op het binnenprofiel wordt tegengegaan, waardoor druppelschade aan het gewas wordt voorkomen. Het buitenprofiel steunt door middel van een massief tussenelement op het binnenprofiel.
25 De uitvinding beoogt een kas van het in de aanhef genoemde type te verschaffen met verbeterde eigenschappen.
Dit doel wordt bereikt bij de kas volgens de uitvinding, doordat op de goot tenminste een afzonderlijk verbindingsmiddel voor het verbinden van het binnenprofiel 30 aan het buitenprofiel met het tussenelement daar tussen is aangebracht. Hierdoor wordt de uit tenminste drie delen bestaande goot op doelmatige wijze vervaardigd, waarbij het verbindingsmiddel de positionering van de delen ten opzichte
Ivan elkaar op zekere wijze waarborgt. Daarnaast draagt het verbindingsmiddel bij aan de buigstijfheid doordat nu een directe verbinding wordt gemaakt tussen het binnenprofiel en het buitenprofiel. Het tussenelement is een afstandblokje 5 waardoor het binnen en buitenprofiel een bepaalde afstand uit elkaar liggen. Het tussenelement kan als profiel zijn uitgevoerd.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het verbindingsmiddel aangebracht in een uitsparing in de 10 gootdelen. Hierdoor kan de uitsparing gebruikt worden voor het ten opzichte van elkaar positioneren van de respectievelijke delen.
Bij voorkeur is het verbindingsmiddel aangebracht op een hoogte die gelegen is onder de roede. Hierdoor is de 15 plaats van de verbinding tussen binnen- en buitenprofiel gemakkelijk toegankelijk, omdat deze onder de roede ligt. Hierdoor is de kas gemakkelijk te vervaardigen.
In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het verbindingsmiddel aangebracht in een zijwand van het 20 binnenprofiel. Hierdoor is de verbinding makkelijk van buiten toegankelijk en kan deze bij het vervaardigen worden aangebracht. Een zijwand is die wand die van de van het profiel uitsteekt.
Bij voorkeur wordt tenminste één koker gevormd door 25 het verbinden van het binnenprofiel aan het buitenprofiel met daartussen het tussenelement. Hierdoor wordt een gootprofiel verkregen, waarbij de respectievelijke profieldelen in samengestelde vorm bijdragen aan de buigstijfheid van de goot. Het verbindingsmiddel ligt bij voorkeur in het vlak van 30 de dwarsdoorsnede van de koker. Hierdoor draagt het verbindingsmiddel aanzienlijk bij aan de buigstijfheid.
Bij voorkeur is het buitenprofiel tenminste gedeeltelijk in het binnenprofiel opgenomen. Hierdoor ligt 3 het binnenprofiel tenminste gedeeltelijk om het buitenprofiel heen. Door de verbinding wordt de buigstijfheid van het gedeelte van het buitenprofiel waar de ruimte voor opname van het binnenprofiel zich bevindt, versterkt.
5 Een bijzonder gunstige uitvoeringsvorm hiervan is een binnen- en buitenprofiel van in hoofdzaak een U-vorm. De basis van de U-vorm van het buitenprofiel wordt opgenomen in de open zijde van het U-vormige binnenprofiel, en die basis vormt, na het aanbrengen van het afzonderlijke 10 verbindingsmiddel, een dwarsverbinding tussen de opstaande delen van het U-vormige binnenprofiel. Hierdoor ontstaat een koker, in hoofdzaak gevormd door de basis van het U-vormig binnenprofiel, de opstaande zijden van het binnenprofiel en de basis van het U-vormig buitenprofiel, waartussen het 15 tussenelement is opgenomen en die aan elkaar zijn verbonden door middel van het verbindingsmiddel.
Bij voorkeur heeft het op het binnenprofiel en op het buitenprofiel aanliggende gedeelte van het tussenelement in hoofdzaak twee evenwijdige vlakken. Hierdoor worden de op de 20 profieldelen werkende krachten door middel van het verbindingsmiddel overgegeven en verder verdeeld door de onderdelen van het gootprofiel.
Bij voorkeur omvat het verbindingsmiddel een schroef. Hierdoor wordt een goedkopere en gemakkelijk aan te brengen, 25 afzonderlijke verbinding verschaft.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is het verbindingsmiddel een popnagel. Hierdoor wordt op doelmatige wijze een verbinding gekregen die corrosie bestendig is. Uitvoeringsvormen van een popnagel zijn bij de vakman bekend. 30 Het is gunstig dat het binnen- en buitenprofiel elk tenminste een flens hebben, zodanig dat daartussen een opneemruimte voor een roede wordt gevormd. In de opneemruimte wordt de dwars van het gootdeel uitstekende roede opgenomen.
De respectievelijke flenzen van het binnen- en buitenprofiel liggen daarbij aan op de binnen- respectievelijk buitenzijde H van de roede.
H Bij voorkeur is het binnenprofiel voorzien van H 5 steunmiddelen voor de roede. Deze worden bij voorkeur gevormd H door een flens. Hierdoor kan de roede door het binnenprofiel worden ondersteund.
H Bij voorkeur is de ondersteuning indirect. Een H isolerend materiaal is tussen de roede en het binnenprofiel H 10 aangebracht. Een op de steunmiddelen aanliggend deel isoleert de roede.
Condenswater dat in/op de roede wordt gevormd, wordt H opgevangen in het binnenprofiel en het daar aanwezige condenskanaal. Dit is mogelijk doordat het binnenprofiel de 15 roede ondersteund en zich dus onder de roede bevindt.
Bij voorkeur is het tussenelement voorzien van een op het binnenprofiel en op de roede aanliggend gedeelte. Dit gedeelte is aangebracht tussen het binnenprofiel en de roede, waardoor een isolerende verbinding wordt verkregen. Hierdoor 20 wordt voorkomen dat een warmtebrug tussen het binnenprofiel I en de roede wordt gevormd, waardoor het binnenprofiel een lagere temperatuur kan krijgen en zich condens op het binnenprofiel kan vormen die in druppelvorm schade aan het gewas toebrengt.
25 Bij voorkeur is het buitenprofiel een gewalst stalen profiel. In een verdere voorkeursuitvoeringsvorm is het I binnenprofiel een gewalst stalen profiel. Dergelijke H profielen zijn bijvoorbeeld minder kostbaar dan geëxtrudeerde aluminium profielen.
30 Bij voorkeur strekt het verbindingsmiddel zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak uit. Hierdoor verbindt het verbindingsmiddel in hoofdzaak verticale wanddelen van het binnen- en buitenprofiel. Hierdoor is tevens de verticale 5 verplaatsing van het binnenprofiel ten opzichte van het buitenprofiel in te stellen of aan te passen.
Volgens een verdere uitvoeringsvorm is de opneemruimte voor de roede van een goot met een in hoofdzaak 5 horizontaal verbindingsmiddel aan te passen of in te stellen, wanneer de opneemruimte zich bevindt tussen uitstekende flenzen van het binnen- en buitenprofiel.
Bij voorkeur omvat het tussenelement een ondersteuningsmiddel voor het buitenprofiel. Hierdoor is het 10 mogelijk een kas op te bouwen door allereerst het binnenprofiel te monteren, daarop het tussenelement aan te brengen en het buitenprofiel ondersteund door het tussenelement op het binnenprofiel aan te brengen. Daarnaast dient het ondersteuningsmiddel voor het positioneren van het 15 binnenprofiel ten opzichte van het buitenprofiel zodat het afzonderlijke verbindingsmiddel wordt aangebracht.
Bij voorkeur is het buitenprofiel voorzien van een aangrijpmiddel voor de plaat-vormige elementen, waarbij het aangrijpmiddel in hoofdzaak een S-vorm heeft. Hierdoor kunnen 20 de plaat-vormige elementen over de lengte van de goot worden aangegrepen, en waardoor het op de plaat-vormige elementen vallende regenwater over het aangrijpmiddel in de regengoot kan lopen.
Bij voorkeur is het S-vormige aangrijpmiddel voorzien 25 van een lamel die tussen het buitenprofiel en de roede kan worden aangebracht. Deze lamel zorgt voor de isolatie van de roede en het buitenprofiel, zodat condensvorming wordt voorkomen. Het aangrijpmiddel is bij voorkeur een geëxtrudeerd profiel.
30 Bij voorkeur is de goot voorzien van een flexibel materiaal dat een opening voor condenswater naar het condenskanaal kan blokkeren. De condens van de roede en/of de plaat-vormige elementen, of het lekwater dat in de kas H doordringt, verzamelt zich nabij de goot. De condens (of het H lekwater) kan in het condenskanaal lopen, doordat de H zwaartekracht op de condens een verbuiging van dit flexibele materiaal teweeg brengt, waardoor het condens naar beneden H 5 valt. Luchtstromen, die zich kunnen voordoen in de kas H brengen te weinig krachten teweeg voor de verbuiging van het flexibele materiaal en worden zodoende tegen gegaan. Dit flexibel materiaal is bijvoorbeeld een membraan.
H De uitvinding betreft en verschaft eveneens een goot 10 voor een kas hierboven beschreven.
H De uitvinding betreft en verschaft eveneens een werkwijze voor het vervaardigen van een dergelijke goot. De werkwijze omvat het verschaffen van een gootprofiel dat een binnenprofiel omvat en een op een afstand daarvan door een 15 verbindingsmiddel verbonden buitenprofiel. Tussen het binnen- en buitenprofiel is een tussenelement van een isolerend materiaal aangebracht. De werkwijze wordt gekenmerkt door het verbinden van het binnenprofiel aan het buitenprofiel met een afzonderlijke verbinding.
I 20 De uitvinding zal verder worden toegelicht in de volgende beschrijving aan de hand van de bijgevoegde figuren getoonde uitvoeringsvoorbeelden.
I Figuur 1 toont een perspectivisch aanzicht van een opengewerkt kas volgens een eerste uitvoeringsvorm van de I 25 uitvinding.
Figuur 2 toont een perspectivisch aanzicht van een I dwarsdoorsnede van een goot volgens figuur 1.
I Figuur 3 toont een tweede perspectivisch aanzicht van I een dwarsdoorsnede met gedeeltelijke openwerking van de goot I 30 volgens figuur 1.
I Figuur 4 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede van een I tweede uitvoeringsvorm van een goot voor een kas volgens de I uitvinding.
I -m? mini·τ"-ι ΐ-, · .
7
Figuur 5 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede van een derde uitvoeringsvorm van een goot volgens de uitvinding.
Figuur 6 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede van een vierde uitvoeringsvorm van een goot volgens de uitvinding.
5 Figuur 7 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede van een vijfde uitvoeringsvorm van een goot volgens de uitvinding.
Figuur 8 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede van een zesde uitvoeringsvorm van een goot volgens de uitvinding.
Figuur 9 toont een perspectivisch aanzicht van een 10 dwarsdoorsnede van een zevende uitvoeringsvorm van een goot volgens de uitvinding.
Figuur 10 toont een detail van een dwarsdoorsnede door het vlak X-X van de goot volgens figuur 9.
Figuur 11 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede van 15 een achtste uitvoeringsvorm van een goot volgens de uitvinding.
Figuur 12 toont een detail volgens XII volgens figuur 11 ·
Figuur 13 toont een aanzicht in dwarsdoorsnede van 20 een andere uitvoeringsvorm van een goot volgens de uitvinding.
De in figuur 1 getoonde kas 1 omvat een dak 2 dat door staanders 3 wordt ondersteund. Het dak 2 omvat een aantal evenwijdige nokken 4 en daartussen liggende goten 5.
25 Tussen elke nok 4 en een aangrenzende goot 5 strekken zich roeden 6 uit, waarin plaat-vormige elementen, die in dit uitvoeringsvoorbeeld worden gevormd door glazen ruiten 7, met hun randen zijn opgenomen.
In de kas volgens de uitvoeringsvorm van figuur 1 30 zijn de staanders in de richting dwars op de goten onderling verbonden door liggers 8. De liggers 8 tezamen met de goten 5 vormen de dragende constructie voor het dak 2.
1 n o 9 c; q π Η Η Aan het einde van de nokken 4 is de kas 1 afgesloten H met een gevelwand 9. Op het dak 2 vallend regenwater H verzamelt zich in de goten 5 en wordt nabij de gevel 9 H hieruit afgevoerd via een opvangbak 10, die aansluit op een 5 regenpijp 11.
H In figuur 2 is een dwarsdoorsnede van de goot 5 H getoond. Tevens is een roede 6 getoond. Andere delen van de H kas volgens figuur 1 zijn weggelaten.
H De goot 5 omvat twee gootdelen, een binnenprofiel 15 H 10 en een buitenprofiel 16. Het binnenprofiel staat in contact met de lucht in de kas 1. Het buitenprofiel staat in contact met de buitenlucht.
De beide profielen 15,16 hebben in hoofdzaak een U- vorm en zijn elk voorzien van twee flenzen 17, H 15 respectievelijk 18. De profielen volgens figuur 2 zijn H gewalste, stalen profielen.
De roede 6 is zodanig gevormd dat het uiteinde daarvan wordt opgenomen in de ruimte tussen de flenzen 17, 18. De vorm van de roede is volgens figuur 2 aangepast aan de 20 ontstane opneemruimte tussen de flenzen 17, 18. De roede 6 heeft een uitsparing 41 op de plaats waar zich flens 18 bevindt. De flens 17 ondersteunt de roede 6. De flens 17 ligt in hoofdzaak aan op de roede 6. De roede 6 en flens 17 delen I een groot contactvlak.
H 25 Het buitenprofiel 16 vormt het afvoerkanaal voor regenwater. Over de op de roede 6 schuin geplaatste ruiten 7 (niet getoond in figuur 2) stroomt regenwater volgens pijl 19 in de door het buitenprofiel 16 gevormde bak. Bij deze I uitvoeringsvorm van de uitvinding ontstaat een hemel water I 30 opvangruimte in de U-vormige bak 16, die van een groter volume is dan bij de meest gebruikelijke goten volgens de H stand van de techniek. Er is een kleinere overstromingskans I van de goot. De grotere opvang is in deze uitvoeringsvorm I 1(177^7 9 mogelijk doordat het buitenprofiel 16 gedeeltelijk is opgenomen in het binnenprofiel 15.
De ruiten 7 worden op hun plaats gehouden door middel van twee profielen 20, 21. De ruit 7 wordt opgenomen in het 5 profiel 20, 21, zodat het regenwater dat op ruit 7 valt niet de kas kan binnendringen. De profielen 20, 21 sluiten afdichtend aan op de ruit.
Aangrijpmiddel 20 heeft in hoofdzaak een S-vormig profiel, zoals getoond in figuur 2. Hierdoor wordt de ruit 10 vastgehouden en kan weerstand worden geboden tegen zowel duw-als trekkrachten, bijvoorbeeld ten gevolge van windzuiging.
Het in hoofdzaak S-vormige profiel 20 is voorzien van een lameldeel 22. Deze lamel 22 ligt in hoofdzaak aan op de opstaande zijwand van het U-vormige buitenprofiel 16 aan de 15 zijde, die zich aan de binnenkant van de kas bevindt.
Daarnaast ligt de lamel aan op het uiteinde van de roede 6, zodat de lamel 22 zich bevindt tussen het buitenprofiel 16 en de roede 6. Het S-vormige profiel 20 met de lamel 22 wordt bij voorkeur gevormd door een isolerend materiaal.
20 Het buitenprofiel 16 en het binnenprofiel 15 zijn aan elkaar verbonden door middel van een verbinding 23, gevormd door een schroef 24 en een bout 25. Er zijn in deze dwarsdoorsnede twee afzonderlijke verbindingen 23 aangebracht tussen het binnenprofiel 15 en buitenprofiel 16. De 25 verbinding 23 strekt zich in hoofdzaak uit in een horizontaal vlak. Twee in hoofdzaak verticaal opstaande delen, zijwanden, van het buitenprofiel 16 en het binnenprofiel 15, die in hoofdzaak parallel aan elkaar lopen, worden de verbinding 23 verbonden. Tussen de profieldelen 15, 16 op de plaats van 30 verbinding 23 ligt een afstand A. Als afstandsmiddel wordt een tussenelement 26 gebruikt, waardoorheen de verbinding 23 eveneens loopt. De verbinding 23 wordt bijvoorbeeld aangebracht door het vormen van een uitsparing in de H profielen 15, 16, 26. Het tussenelement 26 kan lokaal zijn H aangebracht, zoals getoond in figuur 3 en 2, maar kan zich H ook over een groter gedeelte of zelfs de gehele lengte van de H goot uitstrekken. Het tussenelement 26 kan dan worden gevormd H 5 door extrusie. Figuur 2 toont een tussenelement dat door spuitgieten is gevormd.
Het buitenprofiel 16 en het binnenprofiel 15 staan door het tussenelement 26 niet direct met elkaar in aanraking. Wanneer het tussenelement 26 een isolerend 10 materiaal omvat, zal de warmtegeleiding tussen de profieldelen aanzienlijk worden verminderd. Doordat het binnenprofiel 15 geïsoleerd van de buitenlucht ligt zal minder condensvorming plaatsvinden op het binnenprofiel 15, in het bijzonder de van het buitenprofiel afgewende zijde van 15 het binnenprofiel, waardoor minder condensdruppels van de goot naar beneden vallen op het geteelde gewas. Door deze druppels had schade aan het gewas kunnen ontstaan, waardoor het gewas in waarde achteruit gaat.
I Ook de verbinding 23 kan isolerend materiaal 20 omvatten. Daardoor zal ook de warmtegeleiding via de verbinding verminderen.
Het tussenelement 26 heeft in de uitvoeringsvorm volgens figuren 2 en 3 in hoofdzaak een S-vorm, gevormd door I een middenstuk 29, en ondersteuningsdeel 27 voor het 25 buitenprofiel, en een op de flens 17 en roede 6 aanliggend I gedeelte 28.
Het vervaardigen van een kas met een goot volgens I figuur 2 omvat de stappen, waarbij het binnenprofiel 15 wordt I gemonteerd, het tussenelement 26 wordt aangebracht op de 30 plaats waar een roede 6 zal worden geplaatst, gevolgd door I het aanbrengen van het buitenprofiel 16 die door het I ondersteunende deel 27 van het tussenelement 26 wordt I I n ? 9 R ft -7 11 ondersteund. Vervolgens kan het verbindingsmiddel 23 worden aangebracht.
Teneinde het tussenelement 26 te positioneren op de flens 17 van buitenprofiel 15, is volgens de uitvoeringsvorm 5 van figuur 2 en 3 een haak 30 aangebracht die over de flens 17 heen kan aangrijpen. De aan weerszijden van het buitenprofiel 16 aangebrachte profielen 26, kunnen de goot over de gehele lengte ondersteunen, zelfs voordat het verbindingsmiddel 23 is aangebracht.
10 De haak wordt na montage van de goot, in ieder geval na het plaatsen van de verbinding 23, verwijderd, bijvoorbeeld door de haak van het tussenelement 26 af te breken. De haak 30 zou anders de afvoer van de condensdruppels, die zich aan de onderzijde van de roede 15 vormen, in de weg staan, waardoor de verzameling van druppels zich blijft opbouwen en uiteinde op het gewas valt en daar schade aanbrengen.
Het flensdeel 28 isoleert de roede 6 van de flens 17 en dus van het binnenprofiel 15. Ook hier zal verminderde 20 warmtegeleiding plaatsvinden. Het flensdeel ondersteunt de roede 6 niet over de gehele lengte van de flens 17. Door het wegbreken van haak 30 ontstaat een kleine ruimte tussen de flens 17 en roede 6. Verder bewegend volgens pijl 32 wordt de ruimte tussen de delen opgevuld met het flensdeel. Hierdoor 25 is het mogelijk dat condenswater dat onder de roede hangt, wordt opgevangen door de flens 17.
Condenswater dat op de koude delen wordt gevormd, bijvoorbeeld aan de binnenzijde van de ruiten en op de roede 6 zal onder invloed van de zwaartekracht bewegen volgens 30 pijlen 32, 33 en zal worden verzameld in ruimte 34.
Het binnenprofiel 15 ligt onder de roede 6. Het condenswater zal boven het binnenprofiel 15 worden verzameld.
H Het binnenprofiel 15 kan worden gebruikt als condenswater kanaal.
Aan de bovenzijde van de flens 17 is tevens een dun materiaal aangebracht dat uitsteekt in de tussenruimte 34 5 tussen het buitenprofiel 16 en het binnenprofiel 15. De tussenruimte is de opening waardoorheen het verzamelde condenswater moet stromen ten einde het condenskanaal in de vorm van het binnenprofiel 15 te bereiken.
H Het condenswater, of zelfs eventueel lekwater, zal 10 zich volgens pijlen 32 en 33 verzamelen in de ruimte 34, en onder het gewicht van het verzamelde condenswater kan het flexibele materiaal 35 werken als een membraan, en het condenswater naar beneden doen vallen in de ruimte gevormd H door het binnenprofiel 15. Het membraan 35 voorkomt 15 luchtstromen langs het koude buitenprofiel 16, de lucht stroomt zoals aangegeven volgens pijl 36.
Het is slechts nodig één membraan 35 aan te brengen, zoals bijvoorbeeld in figuur 2 waar alleen rechts een I membraan 35 is geplaatst. Eén membraan 35 blokkeert de I 20 luchtstroom 36 voldoende.
Het membraan 35 is een geëxtrudeerd profiel dat bijvoorbeeld over de hele lengte van de goot over de flens 17 I ligt. Het membraan is bijvoorbeeld samengesteld uit plastic of een flexibel materiaal zoals rubberen. Het is tevens I 25 mogelijk het flexibele materiaal en een plastic te co- I extruderen. Op de posities waar het tussenelement 26 is I aangebracht kan een uitsparing in het profiel 35 zijn I aangebracht, waardoor het tussenelement op die plaats kan worden geplaatst.
I 30 Door de verbinding 23 tussen het binnenprofiel 15 en het buitenprofiel 16 met daartussen het tussenelement 26 ontstaat een kokervorm. De koker wordt tevens gebruikt als afvoerkanaal voor condenswater. De koker wordt gevormd door 13 de basis 37 van het U-vormige binnenprofiel 15, de opstaande zijwanden 38, 39 van het binnenprofiel 15, de tussenelementen 26, en het binnenprofiel 16.
Het tussenelement 26 is eveneens voorzien van een nok 5 40 waartegen de roede 6 kan steunen.
Het binnenprofiel 15 is door middel van een schroef 31 door een uitsparing in de flens 17, aan de roede 6 verbonden. De schroef 31 is daarbij eveneens door het tussenelement 26, in het bijzonder het flensdeel 28 heen 10 aangebracht.
Het is bijzonder voordelig de roede 6 met een schroef 31 vast te zetten, aangezien hierdoor de constructie verder wordt versterkt.
Het binnenprofiel 15 en het buitenprofiel 16 vormen 15 de afvoer voor water, regenwater, condens, en/of lekwater. Zoals getoond in figuur 1 wordt het regenwater met een opvangbak 10 opgevangen. De opvangbak 10 bevindt zich aan de buitenzijde van de kas 1. Alleen het regenwater dat wordt opgevangen in het buitenprofiel 16 wordt via de opvangbak 10 20 afgevoerd. Door het binnenprofiel 15 korter uit te voeren, blijft het binnenprofiel 15 in de kas en komt het niet in contact met de buitenlucht. Het opgevangen water in het binnenprofiel wordt intern in de kas afgevoerd. De constructie van de profielen maakt een dergelijke oplossing 25 mogelijk.
Figuren 4 t/m 8 tonen andere uitvoeringsvormen van een goot voor een kas volgens de uitvinding waarbij alleen een dwarsdoorsnede is getoond.
Figuur 4 toont een bekend geëxtrudeerd buitenprofiel 30 50, en binnenprofiel 51. Een tussenelement 52 strekt zich uit aan weerszijden van het buitenprofiel 50 en ondersteunt deze over de volledig breedte. Het tussenelement is bijvoorbeeld alleen daar aangebracht waar een verbinding 53, in de vorm H van een zelf-borende schroef, in de goot 49 wordt H aangebracht, maar kan zich over een grotere lengte H uitstrekken.
H De profielen 50-52 zijn door middel van een H 5 verbinding 53 verbonden. Een roede 54 wordt ondersteund door het buitenprofiel. Er is geen directe verbinding van het binnenprofiel 51 met de roede 54. Condenswater zal zich bewegen volgens pijl 55 en zich verzamelen in de half- cirkelvormige uitsparing 56 in het tussenelement 52, dat als 10 condens afvoerkanaal dienst doet. Ruimte 57 geeft het H regenwater afvoerkanaal weer. Het geëxtrudeerde binnenprofiel H 51 is geïsoleerd van het buitenprofiel. Het binnenprofiel 51 is een gewalste stalen plaat.
Figuur 5 toont een buitenprofiel 50 dat overeenkomt 15 met figuur 4, en een binnenprofiel 60 volgens een andere uitvoeringsvorm. Het binnenprofiel 60 is geëxtrudeerd. De verbinding 61 word gevormd door een popnagel 62. De popnagel I 62 is aangebracht door de zijwand van het binnenprofiel 60, door het tussenelement 63, dat in hoofdzaak een U-vorm heeft, 20 en een opstaande wand van het buitenprofiel 50.
In de uitvoeringsvormen van figuur 4 en 5 wordt I gebruik gemaakt van geëxtrudeerd buitenprofiel 50, waardoor het niet mogelijk is een bout aan te brengen op de schroef.
I Vandaar dat wordt gewerkt met de respectievelijke I 25 verbindingen 53, 61.
In figuur 5 wordt condens verzameld in de koker- vormige ruimte 64, die bereikbaar is voor het condenswater I aangezien het tussenelement 63 alleen is aangebracht op die I plaatsen waar de roede zich bevindt, en de tussenwand 65 van 30 het binnenprofiel 60 voorzien is van een aantal uitsparingen I waardoorheen condenswater kan lopen.
I Figuur 6 toont een verdere uitvoeringsvorm van een I goot 69 voor een kas volgens de uitvinding met een binnenwand 15 51, een tussenelement 52 en een geëxtrudeerd aluminium buitenprofiel 70. Het buitenprofiel 70 is op zich bekend. De drie profieldelen zijn door middel van een verbinding aan elkaar verbonden. Het tussenelement 52 isoleert het 5 binnenprofiel 51 van het buitenprofiel 70. Een afzonderlijke verbinding 68 in de opstaande zijwanden van de profielen zorgt ervoor dat een koker wordt gevormd van U-vormig profiel 51, tussenelement 52 en buitenprofiel 70.
Figuur 7 toont een uitvoeringsvorm, waarbij het 10 binnenprofiel 71 voorzien is van een tussenverbinding 72. Het binnenprofiel 71 is een geëxtrudeerd profiel. De binnenwand 72 kan over de lengte voorzien zijn van een aantal uitsparingen, waardoor de ruimte 73 gebruikt kan worden als condens afvoerkanaal. Voor het overige wordt verwezen naar de 15 beschrijving bij figuren 2 en 3.
Figuur 8 toont een uitvoeringsvorm van een gootvorm 80 voor een kas, waarbij de binnen- en buitenprofielen van figuur 2 en 3 worden toegepast, maar waarbij een verbinding 81 in de vorm popnagels 82 aan weerszijden van de profielen 20 84,85 is aangebracht door een tussenelement 83 dat uit één stuk bestaat en dat het buitenprofiel 84 ondersteunt. Het binnenprofiel 85 is geïsoleerd van de roede en het buitenprofiel 84. Het tussenelement 83 is alleen aangebracht op die plaatsen waar een roede (niet getoond) is geplaatst.
25 De ruimte 86 kan gebruikt worden als condenswater afvoerkanaal.
In de uitvoeringsvormen van figuren 4 t/m 8 zijn de details met betrekking tot de bevestiging van de roede en/of de plaat-vormige elementen niet getoond, maar deze kunnen met 30 de kennis van een vakman volgens de stand van de techniek worden ingevuld.
Figuur 9 toont een perspectivisch aanzicht van een dwarsdoorsnede van een goot 90 omvattende een U-vormig binnenprofiel 91 en een U-vormig buitenprofiel 92. Een H afzonderlijke verbinding 93 verbindt de profielen aan elkaar H met een tussenelement 94 daartussen.
H Het isolerende tussenelement 94 heeft een nok 95 die H 5 over de rand van binnenprofiel 91 wordt aangebracht. Het H buitenprofiel 92 wordt ondersteund door het tussenelement 94.
H De roede 96 wordt ondersteund door het tussenelement H 94. Het aangrijpmiddel 97 dat wordt gevormd door een H kunststof profiel, is verankerd met een haak 106 onder de 10 roede 94, zodat weerstand wordt geboden tegen eventueel zuigende krachten op de plaat-vormige elementen. Het H aangrijpmiddel 97 van figuur 9, dat in het bijzonder in figuur 10 is getoond, heeft een zodanig vorm, dat zowel de roede 96, als de plaat-vormige elementen zoals ruiten, worden 15 aangegrepen en op hun plaats worden gehouden. Ook de roede 96 is voorzien van opneemelementen 98 voor de ruiten.
De vormen van het tussenelement 94 en het aangrijpmiddel 97 sluiten zodanig op elkaar aan dat het binnenprofiel 91 geïsoleerd is van het buitenprofiel 92.
I 20 Onder de roede 96 bevindt zich plaatje 99 dat een onderdeel is van het tussenelement 94. Een zelf-borende I schroef 100 verbindt het tussenelement aan de roede 96. Het plaatje 99 vangt van de ruiten en/of van de roede vallend I condenswater op en geleidt dit volgens pijl 101 naar de I 25 ruimte 102.
I De met een lip 103 over de opstaande zijwand van I binnenprofiel 91 aangebrachte PVC strip 104 is eventueel I veerkrachtig en voorzien van gaten 105. De strip 104 I voorkomt een koude luchtstroming langs het buitenprofiel 92.
I 30 Door de uitsparingen 105 kan het verzamelde condenswater uit I ruimte 102 stromen naar het condenswater afvoerkanaal gevormd I door de binnenste van het U-vormige binnenprofiel 91.
17 -—--
Het aangrijpmiddel 97 is een gootstrip die zowel glashouder, isolatiemiddel, als afdichting is. Het is ook mogelijk dat het aangrijpmiddel onder de roede 96 door grijpt en op onderzijde van de roede 96 aanligt, of daaronder haakt 5 106.
Figuur 11 toont een verdere uitvoeringsvorm van een goot 110 voor een kas omvattende een binnenprofiel 111 en buitenprofiel 112. Het tussenelement 113 is aangebracht als afstandblokje tussen beide profielen 111, 112. Door het 10 tussen profiel heen is een afzonderlijke verbindingsmiddel aangebracht in de vorm van een bout 114 met een steel 115 met daarop schroefdraad. Aangrijpmiddel 116 is in hoofdzaak gelijk aan de uitvoering volgens figuur 2, en is voorzien van een lamel 117, die ligt tussen de roede 118 en het 15 buitenprofiel 112, waardoor het kan isoleren.
Bij het vervaardigen van de goot 110 wordt allereerst een verbinding in de vorm van een bout 120 aangebracht en vastgezet met moer 121. Ook worden het binnenprofiel 111 en buitenprofiel 112 met de bout 114 aan elkaar verbonden.
20 Hierbij worden de delen ten opzichte van elkaar gepositioneerd. De moer 119 wordt over het schroefdraad van bout 114 aangebracht.
Vervolgens wordt een schoorplaat 122 geplaatst. De schoorplaat 122 is bijvoorbeeld door spuitgieten gevormd. In 25 de schoorplaat 122 zijn uitsparingen aangebracht voor de moeren 119, 121 en de bouten 114, 120. In figuur 11 is profiel 122 gedeeltelijk opengewerkt. Figuur 12 toont het detail volgens pijl XII. De bout 120 is voorzien van schroefdraad. De schoorplaat neemt gedeeltelijk de functie 30 over van de flensen 17, die in het eerste uitvoeringsvoorbeeld werden getoond.
De schoorplaat 122 wordt met twee moeren 123, 124 vastgezet aan het binnenprofiel via de bouten 114, 120. De 1 Π?2 5B7 H schoorplaat ondersteunt de roede 118 en heeft daarvoor een op H de roede 118 aanliggend schuin deel. Getoond zijn twee zelf- H borende schroeven 125,126, die door·het aanliggende deel van de schoorplaat 122 heen in de roede aangrijpen. In totaal H 5 kunnen vier schroeven worden aangebracht om de roede 118 aan de schoorplaat te verbinden.
De schoorplaat 122 is zodanig gevormd dat de roede ondersteund wordt. De schoorplaat omvat tevens een deel dat onder de roede 118 ligt en dat aan weerszijde van de roede 10 uitsteekt, waardoor dit deel van de schoorplaat een met het plaatje 99 overeenkomende functie vertoont, namelijk het H opvangen van van de roede en/of van de ruiten druppelend H condenswater op te vangen en volgens pijl 127 te geleiden naar het condenskanaal 128 gevormd door het binnenprofiel 15 111.
De schoorplaat 122 heeft zoals gezegd een roede ondersteunende functie. Het gebruik van een afzonderlijk verbindingsmiddel voor het binnen en buitenprofiel maakt dit mogelijk. Doordat de schoorplaat 122 de roede 118 ondersteunt 20 en doordat deze met een schroefverbinding 125,126 met de roede 118 is verbonden, wordt een stijvere opbouw voor de goot en dus de hele kas verkregen. De roede 118 kunnen kleiner en lichter worden uitgevoerd, waardoor niet alleen een materiaal besparing mogelijk is, maar tevens minder 25 schaduw.
Het tussenelement 113 kan zijn aangebracht op alleen die plekken waar een verbinding 114 wordt aangebracht. Het I tussenelement 113 wordt dan bijvoorbeeld door spuitgieten gevormd als afstandblokje. Het tevens mogelijk het I 30 tussenelement te extruderen, waardoor het over een groter gedeelte van de goot 110 zich uitstrekt. Het vervoer van de I profielen is vergemakkelijkt.
_ Λ /—v »— A
19
Figuur 13 toont een aanzicht van een dwarsdoorsnede van een goot 130 volgens nog een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding. Een U-vormig binnenprofiel 131 en een U-vormig buitenprofiel 132 worden door middel van een bus 133 op een 5 afstand van elkaar gehouden, welke bus samengesteld is uit een isolerend materiaal. Door de profielen en de bus 133 is een afzonderlijke bout 134 aangebracht die via de moer 135 de delen bij elkaar houdt.
Tussen de gootprofielen 131,132 en de verbinding 10 134/bout 135 is een isolerende bijvoorbeeld plastic ring 140 aangebracht. Deze ring 140 zorgt voor aanvullende isolatie.
Voor het aangrijpmiddel 97 met haak 106 wordt verwezen naar eerdere figuren. De roede 136 wordt ondersteund door het op de roede aanliggende deel van een tweede 15 profieldeel 137, dat door middel van een moer 138 op zijn plaats gehouden worden ter hoogte van de verbinding 134. De roede 137 is aan het profieldeel 137 verbonden door middel van een zelf-borende schroef 139. De verbinding 139 kan worden gevormd door elke andere geschikt beklemming. Door de 20 koppeling en in het bijzonder door de schoorplaat wordt de roede 136 meer betrokken bij de opbouw van de goot en dus de totale kas. De roede 136 draagt bij aan de buigstijfheid.
1 Π99 Rfl7

Claims (22)

  1. 2. Kas volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verbindingsmiddel is aangebracht in een uitsparing in de goot.
  2. 3. Kas volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het verbindingsmiddel is aangebracht op in hoofdzaak een hoogte die gelegen is onder de roede.
  3. 4. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsmiddel is aangebracht in een H 25 zijwand van het binnenprofiel.
  4. 5. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat ten minste een kokervorm gevormd wordt door het binnenprofiel, het buitenprofiel, het tussenelement en het verbindingsmiddel.
  5. 6. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het buitenprofiel ten minste gedeeltelijk in het binnenprofiel is opgenomen.
  6. 7. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het binnen- en/of buitenprofiel in hoofdzaak een U-vorm heeft.
  7. 8. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met 5 het kenmerk, dat het op het binnenprofiel en op het buitenprofiel aanliggende gedeelte van het tussenelement in hoofdzaak twee evenwijdige vlakken heeft.
  8. 9. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsmiddel een schroef is.
  9. 10. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsmiddel een popnagel is.
  10. 11. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het binnen- en buitenprofiel elk ten minste een flens hebben, zodanig dat daartussen een opneemruimte 15 voor de roede wordt gevormd.
  11. 12. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tussenelement voorzien is van een aan het binnenprofiel en aan de roede aanliggend gedeelte.
  12. 13. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met 20 het kenmerk, dat het binnenprofiel voorzien is van steunmiddelen voor de roede.
  13. 14. Kas volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het tussenelement een op de steunmiddelen aanliggend gedeelte bepaalt.
  14. 15. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het buitenprofiel een gewalst stalen profiel is.
  15. 16. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het binnenprofiel een gewalst stalen profiel 30 is.
  16. 17. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het verbindingsmiddel zich in hoofdzaak in een horizontaal vlak uitstrekt. Η
  17. 18. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het tussenelement een ondersteuningsmiddel H omvat voor het buitenprofiel.
  18. 19. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met H 5 het kenmerk, dat het buitenprofiel voorzien is van een H aangrijpmiddel voor de plaatvormige elementen, waarbij het H aangrijpmiddel in hoofdzaak een S-vorm heeft.
  19. 20. Kas volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat H het aangrijpmiddel voorzien is van een lamel, die plaatsbaar H 10 is tussen het buitenprofiel en de roede.
  20. 21. Kas volgens een van de voorgaande conclusies, met H het kenmerk, dat de goot voorzien is van flexibel materiaal dat een opening voor condenswater naar het condenskanaal kan blokkeren.
  21. 22. Goot voor een kas volgens een van de voorgaande conclusies.
  22. 23. Werkwijze voor het vervaardigen van een goot volgens de voorgaande conclusie.
NL1022587A 2003-02-05 2003-02-05 Kas met geïsoleerde goot. NL1022587C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022587A NL1022587C2 (nl) 2003-02-05 2003-02-05 Kas met geïsoleerde goot.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022587A NL1022587C2 (nl) 2003-02-05 2003-02-05 Kas met geïsoleerde goot.
NL1022587 2003-02-05

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022587C2 true NL1022587C2 (nl) 2004-08-06

Family

ID=33029042

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022587A NL1022587C2 (nl) 2003-02-05 2003-02-05 Kas met geïsoleerde goot.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1022587C2 (nl)

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1027789C2 (nl) 2004-12-15 2006-06-16 Bordeso Bv Warenhuis en werkwijze voor het vervaardigen van een warenhuis.
CN103229684A (zh) * 2013-04-17 2013-08-07 寿光市华诚农业设施有限公司 一种雨槽托架及大棚
GB2585118A (en) * 2020-02-26 2020-12-30 Campbell Jason Kit of parts for roofing and method

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9304864U1 (de) * 1993-03-31 1993-06-03 Greschbach Ind Verwaltungsbau Gmbh Bauelement für Bogendächer
BE1006408A3 (nl) * 1992-06-05 1994-08-16 Bom P L J Beheer Bv Warenhuis, bouwsysteem en gootprofiel daarvoor.
NL1012483C2 (nl) * 1999-04-27 2000-10-30 Bordeso Bv Warenhuis van het Venlo-type met tweedelige goot.
NL1011902C2 (nl) * 1999-04-27 2000-10-30 Bordeso Bv Warenhuis van het venlo-type met tweedelige goot.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1006408A3 (nl) * 1992-06-05 1994-08-16 Bom P L J Beheer Bv Warenhuis, bouwsysteem en gootprofiel daarvoor.
DE9304864U1 (de) * 1993-03-31 1993-06-03 Greschbach Ind Verwaltungsbau Gmbh Bauelement für Bogendächer
NL1012483C2 (nl) * 1999-04-27 2000-10-30 Bordeso Bv Warenhuis van het Venlo-type met tweedelige goot.
NL1011902C2 (nl) * 1999-04-27 2000-10-30 Bordeso Bv Warenhuis van het venlo-type met tweedelige goot.

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1027789C2 (nl) 2004-12-15 2006-06-16 Bordeso Bv Warenhuis en werkwijze voor het vervaardigen van een warenhuis.
CN103229684A (zh) * 2013-04-17 2013-08-07 寿光市华诚农业设施有限公司 一种雨槽托架及大棚
GB2585118A (en) * 2020-02-26 2020-12-30 Campbell Jason Kit of parts for roofing and method
GB2585118B (en) * 2020-02-26 2021-09-01 Campbell Jason Kit of parts for roofing and method

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US7562509B2 (en) Exterior building panel with condensation draining system
US20160168857A1 (en) Gutter system
NL1022587C2 (nl) Kas met geïsoleerde goot.
EP1126755B1 (en) Building having joists and a gutter, and a gutter and joist for use therein
US3034260A (en) Skylight construction
NL1034948C2 (nl) Warenhuis.
EP0511717B1 (en) Glasshouse and gutter edge profile therefor
NL8200282A (nl) Goot en/of roede voor een warenhuis.
RU2654091C1 (ru) Способ сбора атмосферных осадков со скатной крыши здания и устройство для его осуществления
NL1012483C2 (nl) Warenhuis van het Venlo-type met tweedelige goot.
KR102408674B1 (ko) 작물재배 시설물의 물받이 이종재질 결합형 거터
NL1011902C2 (nl) Warenhuis van het venlo-type met tweedelige goot.
NL1030448C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor de bevestiging van een roede aan de goot van een warenhuis.
US20040163329A1 (en) Eaves beam with internal drainage
AU2016216700B2 (en) Gutter Spacer Clip
BE1005025A3 (nl) Warenhuis en gootrandprofiel daarvoor.
NL1015926C2 (nl) Gebouw met liggers, alsmede ligger voor toepassing daarin.
NL1028453C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een warenhuis, warenhuis en gootstrip daarvoor.
NL1014672C2 (nl) Gootconstructie voor een kas.
KR101587114B1 (ko) 물홈통
NL1024167C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een warenhuis met een driedelige goot.
CN209959126U (zh) 一种室内门窗冷凝水集中收集排放装置
NL1024617C2 (nl) Dekroedebevestiging aan een goot voor een kas of warenhuis.
NL1027789C2 (nl) Warenhuis en werkwijze voor het vervaardigen van een warenhuis.
NL2008851C2 (nl) Aansluitprofiel voor dakbedekking en werkwijze voor het gebruik ervan.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100901