NL1022072C2 - Dwarselement met een afstandsvlak tussen een ondersteuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak. - Google Patents

Dwarselement met een afstandsvlak tussen een ondersteuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak. Download PDF

Info

Publication number
NL1022072C2
NL1022072C2 NL1022072A NL1022072A NL1022072C2 NL 1022072 C2 NL1022072 C2 NL 1022072C2 NL 1022072 A NL1022072 A NL 1022072A NL 1022072 A NL1022072 A NL 1022072A NL 1022072 C2 NL1022072 C2 NL 1022072C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
transverse element
distance
supporting
push belt
pulley sheave
Prior art date
Application number
NL1022072A
Other languages
English (en)
Inventor
Cornelis Johannes Maria V Meer
Lucas Hendricus Robert Prinsen
Marco Van Schaik
Original Assignee
Doornes Transmissie Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Doornes Transmissie Bv filed Critical Doornes Transmissie Bv
Priority to NL1022072A priority Critical patent/NL1022072C2/nl
Priority to US10/719,215 priority patent/US7303496B2/en
Priority to EP03078695A priority patent/EP1426654B1/en
Priority to AT03078695T priority patent/ATE419481T1/de
Priority to DE60325546T priority patent/DE60325546D1/de
Priority to JP2003396486A priority patent/JP4464666B2/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1022072C2 publication Critical patent/NL1022072C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G5/00V-belts, i.e. belts of tapered cross-section
    • F16G5/16V-belts, i.e. belts of tapered cross-section consisting of several parts

Description

Titel: Dwarselement met een afstandsvlak tussen een onder steuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie, omvattende: een ondersteuningsvlak voor het ondersteunen van een drager van de duwband; een poelieschijf-contactvlak dat is bestemd om aan te 5 liggen tegen een contactvlak van een poelieschijf van een poelie van de continu variabele transmissie; en een overgangsrandgebied dat enerzijds aansluit op het ondersteuningsvlak en dat anderzijds aansluit op het poelieschijf-contactvlak.
Een dergelijk dwarselement is algemeen bekend, en is bestemd 10 voor toepassing in een duwband voor een continu variabele transmissie. Een dergelijke duwband omvat twee sets ringen die als dragers van een aantal dwarselementen fungeren. Deze ringen zijn relatief plat en breed, dat wil zeggen dat de radiale afstand tussen een binnenomtrek en een buitenomtrek van de ringen relatief klein is 15 ten opzichte van de afmeting in axiale richting. De dwarselementen zijn aaneengesloten over de gehele omtrek van de ringen aangebracht, zodat ze tijdens bedrijf in staat zijn tot het doorgeven van krachten die samenhangen met een beweging van de duwband.
In de hiernavolgende beschrijving van een dwarselement 20 refereren de genoemde richtingen aan de situatie waarin het dwarselement deel uitmaakt van de duwband. Een lengterichting van het dwarselement komt overeen met een omtreksrichting van de duwband.
Een hoogterichting van het dwarselement komt overeen met een radiale richting van de duwband. Een breedterichting van het dwarselement 25 komt overeen met een richting haaks op zowel de lengterichting als de hoogterichting. Voorts wordt een zijde van het dwarselement die in de duwband aan de buitenomtrek is gelegen als bovenzijde van het dwarselement beschouwd, terwijl een zijde van het dwarselement die in de duwband aan de binnenomtrek is gelegen als onderzijde van het 30 dwarselement wordt beschouwd.
Het dwarselement heeft geringe afmetingen in de lengterichting, met andere woorden het dwarselement heeft een geringe dikte. Een voorvlak en een achtervlak van het dwarselement strekken zich in de breedterichting en de hoogterichting uit. Een opstaand vlak dat zich 102? n77 I tussen het voorvlak en het achtervlak bevindt, zal in het hierna- I volgende worden aangeduid als omtreksvlak van het dwarselement.
I Het dwarselement is aan weerszijden voorzien van uitsparingen I voor het althans gedeeltelijk opnemen van de ringen. Daarbij omvat I 5 het dwarselement ondersteuningsvlakken voor het ondersteunen van de ringen.
I Ten behoeve van contact tussen het dwarselement en de poelie- I schijven van de continu variabele transmissie is het dwarselement voorts aan weerszijden voorzien van in de richting van de onder- 10 steuningsvlakken divergerende poelieschijf-contactvlakken. Een I ondersteuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak die aan één zijde van het dwarselement zijn gelegen, sluiten op elkaar aan via een convex gekromd overgangsvlak.
Het dwarselement omvat in hoogterichting achtereenvolgens een 15 basisgedeelte, een nekgedeelte en een topgedeelte, waarbij de afmetingen in breedterichting van het nekgedeelte aanzienlijk kleiner zijn dan de afmetingen in breedterichting van het basis- gedeelte respectievelijk het topgedeelte, met andere woorden het nekgedeelte is relatief smal. In de duwband bevindt het basis- 20 gedeelte zich aan de zijde van de binnenomtrek van de duwband, terwijl het topgedeelte zich aan de zijde van de buitenomtrek van de duwband bevindt. De ondersteuningsvlakken en de poelieschijf- contactvlakken maken deel uit van het basisgedeelte.
H Het dwarselement wordt gevormd uit een door middel van stansen H 25 verkregen basisproduct. Het oppervlak van het basisproduct wordt na- bewerkt met behulp van een trommelproces, waarbij het basisproduct schoksgewijs in contact wordt gebracht met trommelstenen. Tijdens dit nabewerkingsproces bewegen een aantal basisproducten en een II aantal trommelstenen voortdurend langs elkaar. De basisproducten 30 raken elkaar onder meer op de plaats waar het ondersteuningsvlak en het poelieschijf-contactvlak op elkaar aansluiten. Uit onderzoek is gebleken, dat hierdoor in de directe nabijheid van deze plaats opstuikingen kunnen ontstaan, die uitsteken boven het niveau van het ondersteuningsvlak. Dit kan overigens ook gebeuren tijdens andere 35 processen, bijvoorbeeld tijdens het sorteren van de dwarselementen, waarbij de dwarselementen eveneens tegen elkaar botsen, of tijdens het stansen van de basisproducten, waarbij de gestanste producten op een oppervlak van een opvangplaats terechtkomen. Wanneer de ringen tijdens de vervaardiging van de duwband in de uitsparing in het 40 dwarselement worden ingebracht en op het ondersteuningsvlak worden 3 gelegd, kunnen de ringen door de opstuikingen worden beschadigd. Tevens kan tijdens bedrijf van de duwband beschadiging van de ringen optreden, wanneer de ringen continu in aanraking komen met de opstuikingen. In de praktijk is gebleken, dat wanneer een opstuiking 5 ten opzichte van het ondersteuningsvlak hoger is dan 15 μπι, de ringen vaak zodanig worden beschadigd dat de standtijd van de duwband aanzienlijk wordt verkort doordat de drager voortijdig breekt.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding om een dwars-element met een dusdanige vorm te verschaffen, dat opstuikingen die 1Ö ontstaan als gevolg van situaties waarin het dwarselement een botsing maakt met een relatief groot botselement zoals een ander dwarselement, geen schade kunnen toebrengen aan de ringen. Hierbij wordt met een relatief groot botselement een element bedoeld dat dusdanige afmetingen heeft, dat het in staat is om het basisgedeelte 15 en het topgedeelte van het dwarselement tegelijkertijd te raken.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding omvat het overgangsrandgebied een concaaf gedeelte.
Dankzij het gegeven dat het overgangsrandgebied van het dwarselement volgens de onderhavige uitvinding een concaaf gedeelte 20 heeft, is het mogelijk dat dit overgangsrandgebied aansluitend op het poelieschijf-contactvlak een deelgebied omvat dat zodanig is gelegen, dat bij een botsing van het dwarselement met een relatief groot botselement uitsluitend in dit deelgebied opstuikingen ontstaan, waarbij deze opstuikingen bovendien niet boven het niveau 25 van het ondersteuningsvlak kunnen uitkomen. De opstuikingen kunnen dan geen schade aan de ringen toebrengen. Het is hierbij van belang dat een langs het oppervlak gemeten afstand tussen het ondersteuningsvlak en het deelgebied voldoende groot is om het ontstaan van opstuikingen op het ondersteuningvlak zelf te voorkomen. Tevens 30 is hierbij van belang dat een hoogteverschil tussen het ondersteuningsvlak en het deelgebied voldoende groot is om te voorkomen dat de opstuikingen boven het niveau van het ondersteuningsvlak kunnen uitkomen.
Binnen het kader van de onderhavige uitvinding is een 35 uitvoeringsvorm mogelijk waarbij het hierboven genoemde deelgebied van het overgangsrandgebied een volledig vlak afstandsvlak omvat, dat enerzijds via een afrondingsvlak aansluit op het poelieschijf-contactvlak en dat anderzijds aansluit op het concave gedeelte. De afmetingen in breedterichting van het afstandsvlak kunnen zodanig 40 worden gekozen, dat een raakvlak dat ter plaatse van zowel het I basisgedeelte als het topgedeelte raakt aan het omtreksvlak van het dwarselement, en dat daardoor representatief is voor de wijze waarop I een relatief groot botselement het dwarselement raakt, het basis- I gedeelte ter plaatse van het afrondingsvlak raakt. In dat geval is 5 de afstand tussen het ondersteuningsvlak en het afrondingsvlak I voldoende groot om te voorkomen dat opstuikingen buiten het afstandsvlak kunnen ontstaan en dat opstuikingen boven het niveau van het ondersteuningsvlak kunnen uitsteken.
10 De onderhavige uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de hiernavolgende beschrijving van een voorkeurs- uitvoeringsvorm van een dwarselement volgens de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: 15 figuur 1 een schematisch zijaanzicht is van een continu variabele transmissie met duwband; figuur 2 een vooraanzicht is van een dwarselement volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; figuur 3 een zijaanzicht is van het in figuur 2 getoonde dwars- 20 element; en figuur 4 een detail Z toont van het in figuur 2 getoonde dwars- H element.
Figuur 1 toont schematisch een continu variabele transmissie, 25 zoals voor gebruik in een motorvoertuig. De continu variabele transmissie is in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzings- H cijfer 1.
H De continu variabele transmissie 1 omvat twee op afzonderlijke poelie-assen 2, 3 aangebrachte poelies 4, 5. Een oneindige, in H 30 zichzelf gesloten duwband 6 is om de poelies 4, 5 aangebracht en II dient voor het overdragen van koppel tussen de poelie-assen 2, 3.
Elk van de poelies 4, 5 omvat twee poelieschijven, waarbij de duw-band 6 tussen genoemde twee poelieschijven is gepositioneerd en in-geklemd, zodat met behulp van wrijving een kracht tussen de poelies 35 4, 5 en de duwband 6 kan worden overgedragen.
De duwband 6 omvat ten minste één oneindige drager 7 die doorgaans is opgebouwd uit een aantal ringen 8. Over de gehele lengte van de drager 7 zijn dwarselementen 10 aangebracht, waarbij de dwarselementen 10 onderling tegen elkaar aanliggen. Ter wille van 5 de eenvoud is in figuur 1 slechts een aantal van deze dwarselementen 10 getoond.
Figuren 2 en '3 tonen een dwarselement 10. Een voorvlak van het 5 dwarselement 10 is in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 11, terwijl een achtervlak van het dwarselement 10 in zijn algemeenheid is aangeduid met het verwijzingscijfer 12. Een deel van het oppervlak van het dwarselement 10 dat zich tussen het voorvlak 11 en het achtervlak 12 bevindt, wordt hiernavolgend 10 aangeduid als omtreksvlak 25.
Het dwarselement 10 omvat in hoogterichting achtereenvolgens een basisgedeelte 13, een relatief smal nekgedeelte 14 en een pijlpuntvormig topgedeelte 15. In de duwband 6 bevindt het basisgedeelte 13 zich aan de zijde van de binnenomtrek van de duwband 6, terwijl 15 het topgedeelte 15 zich aan de zijde van de buitenomtrek van de duwband 6 bevindt.
Het basisgedeelte 13 van het dwarselement 10 omvat bij de aansluiting op het nekgedeelte 14 twee ondersteuningsvlakken 16 die dienen voor het ondersteunen van twee dragers 7. Voorts omvat het 20 basisgedeelte 13 twee poelieschijf-contactvlakken 18. Wanneer het dwarselement 10 over de poelie 4, 5 beweegt, wordt via genoemde poelieschijf-contactvlakken 18 contact tussen het dwarselement 10 en contactvlakken van de poelieschijven bewerkstelligd.
Het ondersteuningsvlak 16 is niet volledig vlak uitgevoerd, 25 maar heeft in een vlak loodrecht op de lengterichting een enigszins convexe vorm, waardoor de drager 7 zich tijdens bedrijf van de continu variabele transmissie 1 zal centreren op genoemd ondersteuningsvlak 16. De straal van de kromming van het ondersteuningsvlak 16 is zodanig groot, dat genoemde kromming niet in de figuren 30 tot uitdrukking komt. De waarde van de straal van de convexe kromming van het ondersteuningsvlak 16 kan variëren over het ondersteuningsvlak 16.
Op het voorvlak 11 van het dwarselement 10 is een kantellijn 20 gedefinieerd. De kantellijn 20 bevindt zich op het basisgedeelte 13 35 en strekt zich in het getoonde voorbeeld over de volledige breedte van het dwarselement 10 uit. In figuur 3 is te zien dat in dit voorbeeld de kantellijn 20 is gelegen op een convex overgangsgebied tussen een gedeelte 21 van het voorvlak 11 dat schuin is georiënteerd ten opzichte van het achtervlak 12 en een gedeelte 22 40 van genoemd voorvlak 11 dat zich in hoofdzaak parallel ten opzichte 1 r> ") / / ,» * / · ^ *. ; / / *" «» f ^ .
6 van het achtervlak 12 uitstrekt. Een belangrijke functie van de kantellijn 20 is het waarborgen van onderling contact tussen twee aangrenzende dwarselementen 10 wanneer genoemde dwarselementen 10 tijdens een beweging van de duwband 6 bijvoorbeeld over één van de 5 poelies 4, 5 bewegen.
Op het voorvlak 11 van het dwarselement 10 is een nok 23 aangebracht. De nok 23 bevindt zich in het getoonde voorbeeld op het topgedeelte 15, en correspondeert met een uitsparing in het achtervlak 12. De uitsparing is in figuur 3 door middel van stippellijnen 10 weergegeven en aangeduid met het verwijzingscijfer 24. In de duwband 6 bevindt de nok 23 van het dwarselement 10 zich althans gedeeltelijk in de uitsparing 24 van een volgend dwarselement 10. De nok 23 en de corresponderende uitsparing 24 dienen om onderlinge verschuiving van aangrenzende dwarselementen 10 in een vlak haaks op 15 de omtreksrichting van de duwband 6 te voorkomen.
In figuur 2 is een imaginair raakvlak 26 dat ter plaatse van zowel het basisgedeelte 13 als het topgedeelte 15 raakt aan het omtreksvlak 25 van het dwarselement 10, schematisch weergegeven door 20 middel van een streepstiplijn. Dit raakvlak 26 is representatief voor de wijze waarop een relatief groot botselement raakt aan het dwarselement 10.
In een fase van het vervaardigingsproces van het dwarselement 10 wordt het dwarselement 10 onderworpen aan een trommelproces, 25 teneinde oneffenheden van het oppervlak van het dwarselement 10 te verwijderen. Gedurende dit proces wordt het dwarselement 10 schoksgewijs in contact gebracht met trommelstenen, waarbij een aantal dwarselementen 10 en een aantal trommelstenen voortdurend langs elkaar bewegen. Tijdens het trommelproces raken de dwarselementen 10 30 elkaar vanuit allerlei richtingen op allerlei plaatsen. Een mogelijkheid is dat een dwarselement 10 een ander dwarselement 10 raakt op een plaats waaraan tevens het raakvlak 26 raakt.
Bij een dwarselement 10 volgens de stand van de techniek raakt een imaginair raakvlak zoals hierboven beschreven aan een gekromd 35 overgangsvlak dat zich tussen het ondersteuningsvlak 16 en het poelieschijf-contactvlak 18 bevindt. Wanneer een botselement het dwarselement 10 raakt op een plaats waaraan tevens het raakvlak 26 raakt, dan kunnen opstuikingen ontstaan, die uitsteken boven het niveau van het ondersteuningsvlak 16. Bij de vervaardiging van de 40 duwband 6 kan een onderste ring 8 van de drager 7 door deze 7 opstuikingen worden beschadigd wanneer de drager 7 in de ruimte tussen het basisgedeelte 13 en het topgedeelte 15 wordt ingebracht en op het ondersteuningsvlak 16 wordt gelegd. Tevens kan tijdens bedrijf van de duwband 6 beschadiging van de onderste ring 8 5 optreden. Zelfs wanneer de opstuikingen slechts enkele micrometers hoog zijn, kan de onderste ring 8 al zodanig worden beschadigd, dat de standtijd van de duwband 6 wordt verkort.
Een belangrijk verschil tussen het dwarselement 10 volgens de 1Ö onderhavige uitvinding en het dwarselement volgens de stand van de techniek heeft betrekking op de vormgeving ter plaatse van de overgang van het ondersteuningsvlak 16 naar het poelieschijf-contactvlak 18, en wordt geïllustreerd door middel van figuur 4. Een gebied dat zich tussen het ondersteuningsvlak 16 en het poelie-15 schijf-contactvlak 18 bevindt, wordt hiernavolgend aangeduid als overgangsrandgebied 40.
Zoals hierboven reeds is opgemerkt, sluiten bij het dwarselement volgens de stand van de techniek het ondersteuningsvlak 16 en het poelieschijf-contactvlak 18 op elkaar aan via een gekromd 20 overgangsvlak. In figuur 4 is dit gekromde overgangsvlak weergegeven door middel van een streeplijn en aangeduid met het verwijzings-cijfer 30. Een imaginair raakvlak dat ter plaatse van zowel het basisgedeelte 13 als het topgedeelte 15 raakt aan het omtreksvlak 25 van het dwarselement, raakt het basisgedeelte 13 ter plaatse van het 25 gekromde overgangsvlak 30 tussen het ondersteuningsvlak 16 en het poelieschijf-contactvlak 18. In figuur 4 is dit raakvlak weergegeven door middel van een streepstiplijn en aangeduid met het verwijzings-cijfer 31. Een raaklijn tussen het raakvlak 31 en het overgangsvlak 30 is aangeduid met de letter A.
30 Het dwarselement 10 volgens de onderhavige uitvinding omvat een op het ondersteuningsvlak 16 aansluitend gekromd overgangsvlak 17.
In het getoonde voorbeeld is de vorm van dit overgangsvlak 17 vergelijkbaar met de vorm van het overgangsvlak 30 van het dwarselement volgens de stand van de techniek, zoals blijkt uit figuur 4. 35 De kromming van het overgangsvlak 17 is convex, waarbij het overgangsvlak 17 vanaf het ondersteuningsvlak 16 afloopt in de richting van de kantellijn 20.
Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding bevindt zich een afstandsvlak 41 tussen het overgangsvlak 17 en het 40 poelieschijf-contactvlak 18. Het afstandsvlak 41 is in zijn geheel ' 0 - V / 2 I lager gelegen dan het ondersteuningsvlak 16 en strekt zich in het I getoonde voorbeeld in hoofdzaak parallel ten opzichte van het onder- I steuningsvlak 16 uit. Voorts sluit het afstandsvlak 41 via een I concaaf gedeelte 42 aan op het gekromde overgangsvlak 17 en via een I 5 afrondingsvlak 43 op het poelieschijf-contactvlak 18. In dit H voorbeeld is het dwarselement 10 ter plaatse van de aansluiting van H het afstandsvlak 41 op het poelieschijf-contactvlak 18 relatief I scherp afgerond met een relatief kleine afrondingsstraal. Dit is niet essentieel; het dwarselement 10 kan ter plaatse van deze aan- I 10 sluiting van het afstandsvlak 41 op het poelieschijf-contactvlak 18 I minder scherp zijn afgerond dan dat in het getoonde voorbeeld het I geval is.
Het raakvlak 26 dat ter plaatse van zowel het basisgedeelte 13 15 als het topgedeelte 15 aan het omtreksvlak 25 van het dwarselement 10 raakt, raakt het basisgedeelte 13 ter plaatse van het afrondings- vlak 43. In figuur 4 is het raakvlak 26 weergegeven door middel van een streepstiplijn. Een raaklijn tussen het raakvlak 26 en het afrondingsvlak 43 is aangeduid met de letter B. In figuur 4 is 20 duidelijk te zien dat de raaklijn B lager is gelegen dan de raaklijn A. Volgens een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding is de H afstand tussen de raaklijn B en het poelieschijf-contactvlak 18 zo klein mogelijk.
Wanneer een relatief groot botselement het dwarselement 10 25 raakt op een plaats waaraan tevens het raakvlak 26 raakt, dan ontstaan opstuikingen op het afstandsvlak 41. Het hoogteverschil tussen het ondersteuningsvlak 16 en het afstandsvlak 41 kan aanzienlijk groter zijn dan de hoogte van deze opstuikingen, zodat I wordt voorkomen dat de opstuikingen boven het niveau van het onder- 30 steuningsvlak 16 uitsteken.
I Uit figuur 4 blijkt tevens, dat bij het dwarselement volgens de stand van de techniek een langs het oppervlak gemeten afstand tussen het ondersteuningsvlak 16 en de raaklijn A kleiner is dan een langs het oppervlak gemeten afstand tussen het ondersteuningsvlak 16 en de 35 raaklijn B bij het dwarselement 10 volgens de onderhavige uitvinding. Hierdoor kunnen er bij het laatstgenoemde dwarselement 10 geen opstuikingen op het ondersteuningsvlak 16 zelf ontstaan.
Dankzij dit gegeven en het hierboven beschreven gegeven dat de H opstuikingen niet boven het niveau van het ondersteuningsvlak 16 40 kunnen uitkomen, kan er bij toepassing van dwarselementen 10 volgens 9 de onderhavige uitvinding geen beschadiging van de ringen 8 optreden. Dit is een belangrijk voordeel ten opzichte van de stand van de techniek.
Een geschikte waarde voor de afmeting in breedterichting van 5 het afstandsvlak 41 is 0,2 mm. Bij een dergelijke breedte van het afstandsvlak 41 is het zeker dat er geen opstuikingen op het overgangsvlak 17 en/of het ondersteuningsvlak 16 kunnen ontstaan als gevolg van een botsing tussen het dwarselement 10 en een relatief groot botselement volgens het raakvlak 26.
1Ö Uitgaande van een zekere breedte van de ringen 8, wordt een bovengrens voor de afmeting in breedterichting van het afstandsvlak 41 bepaald door het gegeven dat de afmetingen van een niet-onder-steund uiteinde van de ringen 8 beperkt moeten blijven, omdat er anders breuk van de ringen 8 kan optreden.
15 Ten aanzien van het bepalen van een geschikte waarde voor het hoogteverschil tussen het ondersteuningsvlak 16 en het afstandsvlak 41 spelen twee factoren een belangrijke rol. Het hoogteverschil mag niet zodanig klein zijn, dat opstuikingen op het afstandsvlak 41 de ringen 8 kunnen raken. Aan de andere kant is het belangrijk dat het 20 hoogteverschil beperkt blijft, zodat het poelieschijf-contactvlak 18 een zo groot mogelijk oppervlak houdt. Rekening houdend met deze factoren is gebleken, dat 0,2 mm een geschikte waarde is voor het hoogteverschil tussen het ondersteuningsvlak 16 en het afstandsvlak 41.
25
Bij het dwarselement volgens de stand van de techniek omvat het overgangsrandgebied 40 uitsluitend het gekromde overgangsvlak 30, dat een convexe vorm heeft. Daarentegen zijn bij het overgangsrandgebied 40 bij het dwarselement 10 volgens de onderhavige uitvinding 30 meerdere gekromde gedeeltes te onderscheiden. In het getoonde voorbeeld omvat het overgangsrandgebied 40 twee convexe gedeeltes, waarbij een eerste convexe gedeelte aansluit op het ondersteuningsvlak 16 en het gekromde overgangsvlak 17 omvat, en waarbij een tweede convexe gedeelte aansluit op het poelieschijf-contactvlak 18 35 en het afrondingsvlak 43 omvat. Voorts omvat het overgangsrandgebied 40 het concave gedeelte 42, dat zich bevindt tussen het eerste convexe gedeelte en het tweede convexe gedeelte.
Een imaginair raakvlak (niet getoond) dat ter plaatse van zowel het eerste convexe gedeelte als het topgedeelte 15 raakt aan het 40 omtreksvlak 25 van het dwarselement 10, is ten opzichte van het ' ,.'Λ Λ ,-, . , I 10 I raakvlak 26 dat ter plaatse van zowel het tweede convexe gedeelte I als het topgedeelte 15 raakt aan het omtreksvlak 25 meer naar binnen I gelegen, dat wil zeggen dichter bij het nekgedeelte 14. De raaklijn B waarover het raakvlak 26 raakt aan het dwarselement 10 ligt buiten 5 het bereik van het raakvlak dat raakt aan het eerste convexe I gedeelte. Een relatief groot botselement zal het dwarselement 10 alleen over de raaklijn B kunnen raken, en niet in staat zijn om het I gekromde overgangsvlak 17 te raken. Hierdoor wordt voorkomen dat er I opstuikingen op het ondersteuningsvlak 16 kunnen ontstaan, alsmede I 10 dat er opstuikingen op een zodanige plaats op het gekromde H overgangsvlak 17 kunnen ontstaan, dat deze opstuikingen boven het niveau van het ondersteuningsvlak 16 uitsteken.
I Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de 15 onderhavige uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse wijzigingen en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de I uitvinding zoals gedefinieerd in de aangehechte conclusies.
Er zijn vele alternatieven voor de vormgeving van het dwars- 20 element 10 ter plaatse van de overgang van het ondersteuningsvlak 16 naar het poelieschijf-contactvlak 18. In het kader van de I onderhavige uitvinding is het belangrijk dat een imaginair raakvlak 26 dat ter plaatse van zowel het basisgedeelte 13 als het top- gedeelte 15 raakt aan het omtreksvlak 25 van het dwarselement 10, 25 niet raakt aan het ondersteuningsvlak 16, en ook niet aan het gekromde overgangsvlak 17. Wanneer als gevolg van een botsing tussen het dwarselement 10 en een relatief groot botselement opstuikingen ontstaan, wordt voorkomen dat deze opstuikingen schade kunnen toe- brengen aan de ringen 8. Deze opstuikingen bevinden zich dan op een 30 plaats waarop het niet mogelijk is dat de opstuikingen met de ringen 8 in aanraking kunnen komen.
Het afstandsvlak 41 kan volledig vlak zijn, zoals dat in het getoonde voorbeeld het geval is, maar kan ook gekromd zijn, waarbij de waarde van de kromtestraal kan variëren over het afstandsvlak 41.
35 Wanneer het afstandsvlak 41 volledig vlak is, is het niet noodzakelijk dat het afstandsvlak 41 zich in hoofdzaak parallel ten opzichte van het ondersteuningsvlak 16 uitstrekt. Voorts kan het afstandsvlak 41 meerdere vlakdelen omvatten, die zich in verschillende richtingen uitstrekken.
40 De waarde van de kromtestraal van de kromming van het 11 overgangsvlak 17 kan variëren over het overgangsvlak 17. Op vergelijkbare wijze geldt voor de waarde van de afrondingsstraal van het afrondingsvlak 43 dat deze kan variëren over het afrondingsvlak 43.
5 Een belangrijk aspect van de onderhavige uitvinding is, dat het ondersteuningsvlak 16 en het aansluitende gekromde overgangsvlak 17 op afstand zijn gelegen van het raakvlak 26 dat ter plaatse van zowel het basisgedeelte 13 als het topgedeelte 15 raakt aan het omtreksvlak 25 van het dwarselement 10.
10
Aldus verschaft de onderhavige uitvinding een dwarselement 10 voor een duwband 6 voor een continu variabele transmissie 1, dat een ondersteuningsvlak 16 voor het ondersteunen van een drager 7 van de duwband 6 en een poelieschijf-contactvlak 18 voor het contact tussen 15 het dwarselement 10 en poelieschijven van de continu variabele transmissie 1 omvat.
Een gekromd overgangsvlak 17 sluit aan op het ondersteuningsvlak 16, terwijl een afstandsvlak 41 aansluit op enerzijds het overgangsvlak 17 en anderzijds het poelieschijf-contactvlak 18. Het 20 afstandsvlak 41 is lager gelegen dan het ondersteuningsvlak 16.
Wanneer het dwarselement 10 in botsing komt met een relatief groot botselement, kunnen uitsluitend op het afstandsvlak 41 opstuikingen ontstaan. Deze opstuikingen kunnen geen schade toebrengen aan een drager 7 die op het ondersteuningsvlak 16 dient te worden gelegd, 25 omdat deze opstuikingen zich niet voorbij het niveau van het ondersteuningsvlak 16 uitstrekken.
''7 0 72

Claims (8)

1. Dwarselement (10) voor een duwband (6) voor een continu variabele transmissie (1), omvattende: I - een ondersteuningsvlak (16) voor het ondersteunen van een drager I (7) van de duwband (6); I 5 een poelieschijf-contactvlak (18) dat is bestemd om aan te liggen I tegen een contactvlak van een poelieschijf van een poelie van de I continu variabele transmissie; en - een overgangsrandgebied (40) dat enerzijds aansluit op het onder- steuningsvlak (16) en dat anderzijds aansluit op het poelieschijf- 10 contactvlak (18), en dat een concaaf gedeelte (42) omvat.
2. Dwarselement (10) volgens conclusie 1, waarbij het overgangs- randgebied (40) een afstandsvlak (41) omvat, dat enerzijds via een convex afrondingsvlak (43) aansluit op het poelieschijf-contactvlak I 15 (18) en dat anderzijds aansluit op het concave gedeelte (42).
3. Dwarselement (10) volgens conclusie 2, waarbij het afstandsvlak (41) in hoofdzaak volledig vlak is, en waarbij het afstandsvlak (41) zich bij voorkeur in hoofdzaak parallel ten opzichte van het onder- 20 steuningsvlak (16) uitstrekt.
4. Dwarselement (10) volgens conclusie 2 of 3, waarbij een hoogte- verschil tussen het ondersteuningsvlak (16) en het afstandsvlak (41) ten minste 0,2 mm bedraagt.
5. Dwarselement (10) volgens een willekeurige der conclusies 2-4, waarbij een afmeting in breedterichting van het afstandvlak (41) ten minste 0,2 mm is.
6. Dwarselement (10) volgens een willekeurige der conclusies 1-5, waarbij het overgangsrandgebied (40) een convex gekromd overgangs- vlak (17) omvat, dat enerzijds aansluit op het ondersteuningsvlak (16) en dat anderzijds aansluit op het concave gedeelte (42).
7. Duwband (6) voor een continu variabele transmissie (1), omvattende dwarselementen (10) volgens een willekeurige der conclusies 1-6. < Λ Ί Λ Λ T Λ
8. Continu variabele transmissie (1), omvattende een duwband (6) volgens conclusie 7. 1 022 y 7 2.
NL1022072A 2002-12-03 2002-12-03 Dwarselement met een afstandsvlak tussen een ondersteuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak. NL1022072C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022072A NL1022072C2 (nl) 2002-12-03 2002-12-03 Dwarselement met een afstandsvlak tussen een ondersteuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak.
US10/719,215 US7303496B2 (en) 2002-12-03 2003-11-20 Transverse element having a distance surface between a supporting surface and a pulley sheave contact surface
EP03078695A EP1426654B1 (en) 2002-12-03 2003-11-24 Transverse element having a distance surface between a supporting surface and a pulley sheave contact surface
AT03078695T ATE419481T1 (de) 2002-12-03 2003-11-24 Querelement mit einer abstandsfläche zwischen einer tragfläche und einer kontaktfläche mit antriebscheibe
DE60325546T DE60325546D1 (de) 2002-12-03 2003-11-24 Querelement mit einer Abstandsfläche zwischen einer Tragfläche und einer Kontaktfläche mit Antriebscheibe
JP2003396486A JP4464666B2 (ja) 2002-12-03 2003-11-27 支持面と綱車接触面との間に離隔面を備えた横向きエレメント

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022072 2002-12-03
NL1022072A NL1022072C2 (nl) 2002-12-03 2002-12-03 Dwarselement met een afstandsvlak tussen een ondersteuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022072C2 true NL1022072C2 (nl) 2004-06-07

Family

ID=32310934

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022072A NL1022072C2 (nl) 2002-12-03 2002-12-03 Dwarselement met een afstandsvlak tussen een ondersteuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US7303496B2 (nl)
EP (1) EP1426654B1 (nl)
JP (1) JP4464666B2 (nl)
AT (1) ATE419481T1 (nl)
DE (1) DE60325546D1 (nl)
NL (1) NL1022072C2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP6506062B2 (ja) * 2015-03-24 2019-04-24 本田技研工業株式会社 無段変速機用金属エレメントの製造方法
SG10201909092SA (en) 2015-03-31 2019-11-28 Fisher & Paykel Healthcare Ltd A user interface and system for supplying gases to an airway
CN114569856A (zh) 2016-08-11 2022-06-03 费雪派克医疗保健有限公司 可塌缩导管、患者接口和头戴具连接器
US11149820B2 (en) * 2017-03-03 2021-10-19 Aisin Aw Co., Ltd. Element designing method and power transfer belt
NL1043501B1 (en) * 2019-12-10 2021-08-31 Bosch Gmbh Robert A transverse segment for a drive belt and a drive belt for a continuously variable transmission including the transverse segment and a ring stack

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1130283A2 (en) * 2000-03-01 2001-09-05 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Thin metal ring for metal belt type nonstep variable-speed transmission
EP1199494A2 (en) * 2000-10-19 2002-04-24 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Belt for continuously variable transmission
WO2002061304A1 (en) * 2001-01-16 2002-08-08 Van Doorne's Transmissie B.V. Transverse element for a drive belt for a continuously variable transmission

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS58214047A (ja) * 1982-06-08 1983-12-13 Honda Motor Co Ltd Vベルト
JPS61127948A (ja) * 1984-12-22 1986-06-16 Honda Motor Co Ltd 伝動vベルト
JPS61171936A (ja) * 1985-01-22 1986-08-02 Daido Kogyo Co Ltd ゴム製vベルト
JPS6252238A (ja) * 1985-08-31 1987-03-06 Nissan Motor Co Ltd Vベルト
US4758211A (en) * 1985-12-25 1988-07-19 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha V belt for power transmission
JPS63266248A (ja) * 1987-04-23 1988-11-02 Nissan Motor Co Ltd Vベルト
JPH03229039A (ja) * 1990-01-31 1991-10-11 Mitsuboshi Belting Ltd チェーン式動力伝動用ベルト
NL9200537A (nl) * 1992-03-24 1993-10-18 Doornes Transmissie Bv Dwarselement voor een drijfriem.
US6203460B1 (en) * 1998-10-14 2001-03-20 Borgwarner Inc. Phased continuously variable transmission chain with asymmetrical guide link and modified strut location
JP3692837B2 (ja) * 1999-06-22 2005-09-07 日産自動車株式会社 ベルト式無段変速機
US6379275B1 (en) * 1999-11-18 2002-04-30 The Gates Corporation Continuously variable transmission pulley

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1130283A2 (en) * 2000-03-01 2001-09-05 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Thin metal ring for metal belt type nonstep variable-speed transmission
EP1199494A2 (en) * 2000-10-19 2002-04-24 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Belt for continuously variable transmission
WO2002061304A1 (en) * 2001-01-16 2002-08-08 Van Doorne's Transmissie B.V. Transverse element for a drive belt for a continuously variable transmission

Also Published As

Publication number Publication date
DE60325546D1 (de) 2009-02-12
JP4464666B2 (ja) 2010-05-19
EP1426654A3 (en) 2005-02-16
EP1426654A2 (en) 2004-06-09
US20040106485A1 (en) 2004-06-03
EP1426654B1 (en) 2008-12-31
ATE419481T1 (de) 2009-01-15
JP2004183893A (ja) 2004-07-02
US7303496B2 (en) 2007-12-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1022072C2 (nl) Dwarselement met een afstandsvlak tussen een ondersteuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak.
NL7900923A (nl) Samengestelde drijfriem voorzien van dwarselementen met koppelingsmiddelen, en dwarselement voor een drijfriem.
EP2029298B1 (en) Method for forming a tilting zone on a transverse element for a push belt for a continuously variable transmission
NL1037483C2 (en) Push belt for a continuously variable transmission, comprising different types of transverse elements.
NL1021661C2 (nl) Drijfriem met dwarselementen en stansinrichting voor de vervaardiging van dwarselementen.
EP2261166B1 (en) Boom and sliding support member for the boom
CN110770471A (zh) 传动带用单体以及传动带
NL1017122C2 (nl) Dwarselement voor een drijfriem voor een continu variabele transmissie.
NL8800336A (nl) Samengestelde drijfriem.
EP1267091A2 (en) Transverse element having a conical neck portion
NL1030796C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1015491C2 (nl) Drijfriem en dwarselement voor een drijfriem.
CN100548161C (zh) 用于烟草加工业用机器中的输送链的链节
NL1033059C2 (nl) Dwarselement voor een drijfriem en werkwijze voor het vervaardigen daarvan.
US20040221569A1 (en) Process for forming a linking element for a push belt for a continuously variable transmission
NL1032701C2 (nl) Gedeeld stansorgaan dat bestemd is om te worden toegepast ten behoeve van het stansen van dwarselementen voor gebruik in een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1015490C2 (nl) Drijfriem en dwarselement voor een drijfriem.
NL1015489C2 (nl) Drijfriem en dwarselement voor een drijfriem.
NL1034881C2 (nl) Stanssamenstel dat bestemd is om te worden toegepast ten behoeve van het stansen van dwarselementen voor gebruik in een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1027808C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1030811C1 (nl) Drijfriem en dwarselement voor een drijfriem.
NL1040585C2 (en) Basic material for a transverse segment for a drive belt for a continuously variable transmission and blanking method using it.
JP5726748B2 (ja) プッシュベルトの横断要素の形成
NL2012775B1 (en) A slat-band conveyor, conveyor segment and method for making the same.
NL1038480C2 (en) A transverse element for a drive belt and the drive belt.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20100701