NL7900923A - Samengestelde drijfriem voorzien van dwarselementen met koppelingsmiddelen, en dwarselement voor een drijfriem. - Google Patents

Description

PD 792

Van Doorne's Transmissie B.V. te Tilburg.

Samengestelde drijfriem voorzien van dwarselementen met koppelingsmiddelen, en dwarselement voor een drijfriem.

5 De uitvinding heeft betrekking op een drijfriem voor toepassing op V-vormige poelies, voorzien van een eindloze drager in de vorm van ten minste een metalen band en van een aantal met de hoofdzijden tegen elkaar aanliggende, verschuifbaar op de drager aangebrachte dwars-10 elementen, die zijn voorzien van koppelingsmiddelen in de vorm van tenminste een uitstulping aan een hoofdzijde en een in hoofdzaak overeenkomstige uitsparing aan de andere hoofdzijde van een dwarselement.

Een dergelijke drijfriem is bijvoorbeeld bekend uit het 15 Oostenrijkse octrooischrift 62996 en de Nederlandse terinzagelegging 7312089 (fig. 8, 9 en 10), waarbij de uitstulpingen resp. uitsparingen dienen voor de centrering van de dwarselementen t.o.v. elkaar. Een dergelijke drijfriem wordt m.n. toegepast bij een overbrenging met 20 V-vormige poelies, waarvan de konische poeliehelften onderling axiaal verplaatsbaar zijn, teneinde de over-brengingsverhouding te kunnen variëren.

Voor een goede werking van de uitstulpingen resp. uitsparingen is het van groot belang dat deze nauwkeurig 25 in elkaar grijpen, zodat een goede en spelingsvrije onderlinge fixatie van de dwarselemten wordt verkregen.

De uitvinding beoogt een drijfriem, waarbij een optimale onderlinge koppeling van de dwarselementen tot stand kan worden gebracht.

30 Hiertoe is volgens de uitvinding de dikte van de dwars- 790 0 9 2 3 t Λ* 2 elementen, d.w.z. de onderlinge afstand tussen de beide hoofdzijden van een dwarselement, nabij de koppelings-middelen kleiner dan de nominale dikte van de dwars-elementen, d.w.z. de afstand tussen de overeenkomstige 5 hoofdzijden van opeenvolgende dwarselementen. Hiermee wordt bereikt, dat er tussen de dwarselementen, althans rondom de plaats waar de uitstulpingen in de uitsparingen grijpen, enige ruimte aanwezig is. Daardoor is het mogelijk dat de uitstulping met een in hoofdzaak 10 ringvormig oppervlak, op afstand van de hoofdzijde waarop de uitstulping is aangebracht, aangrijpt in de Uitsparing. Dit zal nog nader aan de hand van de tekening worden toegelicht.

Bovendien is het hiermede mogelijk een zeer nauwkeurige 15 passing van de uitstulping in de uitsparing tot stand te brengen. Afhankelijk van de afmetingen van de uitstulping resp. uitsparing, kan een hoofdzijde namelijk worden afgeslepen totdat de uitstulping zodanig diep in de uitsparing grijpt, dat een zeer nauwkeurige 20 passing aanwezig is.

In een voorkeursuitvoering kan volgens de uitvinding een hoofdzijde van elk dwarselement voorzien zijn van / een verdiept gedeelte ter plaatse van de uitstulping(en) resp. de uitsparing(en), welk verdiept gedeelte zich in 25 een baan, in axiale richting t.o.v. de drijfriem, over de gehele hoofdzijde uitstrekt. Een dergelijk verdiept gedeelte kan op eenvoudige wijze door middel van een slijpbewerking worden aangebracht, terwijl desgewenst beide hoofdzijden gemakkelijk kunnen worden' nageslepen.

30 Bij voorkeur kunnen volgens de uitvinding de uitsparingen · zijn gelegen in de verdiepte gedeelten van de hoofdzijde van het dwarselement. Door deze hoofdzijde te slijpen kan dan de nauwkeurige passing worden verkregen, bij welk slijpen geen hinder ondervonden wordt van de uit-35 stulping (die aan de andere hoofdzijde zit).

790 0 9 2 3 3 «*

De uitvinding heeft voorts betrekking op een dwars-element, geschikt om te worden toegepast bij de eerder beschreven drijfriem. Een dergelijk dwarselement rust in gemonteerde toestand met de hoofdzijden tegen de 5 hoofdzijden van ernaast gelegen dwarselementen en is voorzien van koppelingsmiddelen in de vorm van tenminste een uitstulping aan een hoofdzijde en (een) in hoofdzaak overeenkomstige uitsparing(en) aan de andere hoofdzijde, welk dwarselement volgens de uitvinding wordt 10 gekenmerkt doordat de dikte van de het dwarselement, d.w.z. de onderlinge afstand tussen de beide hoofdzijden, nabij de koppelingsmiddelen kleiner is dan de nominale dikte van het dwarselement, d.w.z. de afstand tussen overeenkomstige hoofdzijden van opeenvolgende dwars-15 elementen in gemonteerde toestand.

Volgens een nader kenmerk van de .uitvinding, kan een hoofdzijde zijn voorzien van een verdiept gedeelte ter plaatse van de uitstulping(en) resp. uitsparing(en), welk verdiept gedeelte zich in een baan over de gehele 20 hoofdzijde uitstrekt.

Voorts kan volgens de uitvinding de uitsparing(en) zijn gelegen in het verdiepte gedeelte van de hoofdzijde.

Ter verduidelijking van de uitvinding zullen, onder verwijzing naar de tekening, enkele uitvoeringsvoorbeelden 25 worden toegelicht.

Van de tekening zijn de figuren 1 en 2; 4 en 5; 6 en 7 telkens een zijaanzicht en vooraanzicht van'een dwarselement en is fig. 3 een doorsnede volgens de lijn III-III in figuur 2.

30 In de verschillende uitvoeringsvoorbeelden zijn overeen komstige delen met gelijke verwijzingscijfers aangegeven.

790 09 23 4

In de figuren 1 en 2 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven van een dwarselement van het type, zoals beschreven in de terinzageleggingen 73.12089 (fig.10) en 75.11879 (fig. 3). De drijfriem is daarbij voorzien van 5 een drager bestaande uit twee eindloze banden of banden pakketten, die van weerszijden in de uitsparingen 1 van de dwarselementen worden geschoven. Tijdens gebruik van de drijfriem worden de banden of bandenpakketten behoed voor het zijdelings uit de dwarselementen schuiven door 10 de konische schijfhelften waartussen de drijfriem loopt.

Het dwarselement is voorzien van twee hoofdzijden '2,3, die in aanraking komen met de hoofdzijden van opvolgende dwarselementen wanneer montage op de drager heeft plaatsgehad.

15 Hoofdzijde 2 is voorzien van een afschuining 4. De over- gang van het met hoofdzijde 3 evenwijdige deel van hoofdzijde 2 en de afschuining 4 wordt gevormd door een afrolzone ofwel kantellijn 5. Tijdens het buigen van de drijfriem blijven de dwarselementen ter hoogte van 20 deze kantellijn 5 met elkaar in kontakt.

Het dwarselement is voorzien van koppelingsmiddelen in de vorm van een uitstulping 6 op hoofdzijde 2 en een uitsparing 7 in hoofdzijde 3. Het dwarselement is voorts voorzien van een verdiept gedeelte 8 in hoofdzijde 25 3, welk verdiept gedeelte zich in een baan over de gehele hoofdzijde 3 van het dwarselement uitstrekt, en wel in horizontale richting in de figuur.

Fig. 3 toont een aantal dwarselementen in doorsnede volgens de lijn III-IIÏ van fig..2. De dwarselementen 30 liggen tegen elkaar zoals dat het geval is in een recht part van de drijfriem. De nominale dikte van een dwarselement is aangegeven met de letter n. Uit fig. 3 blijkt dat de uitstulping 6 van elk dwarselement in een uitsparing 7 grijpt. Doordat uitsparing 7 in een ver- 790 09 23 5 ·> diept gedeelte 8 ligt, is de dikte van het dwarselement nabij de uitstulping 6 resp. uitsparing 7 kleiner dan de nominale dikte n. Hierdoor is er tussen de dwars-elementen, nabij de koppelingsmiddelen, ruimte 9 aan-5 wezig, waardoor de uitstulping 6 met een ringvormig oppervlak de uitsparing 7 raakt. Deze aanrakings-plaats is aangegeven met 10.

Zoals uit fig. 3 blijkt ligt deze aanrakingsplaats op afstand van de hoofdzijde 2 van elk dwarselement.

10 De ringvormige aanraking tussen uitstulping 6 en uit sparing 7, die mogelijk is door de aanwezigheid van ruimte 9, blijkt in de praktijk beter te voldoen dan bijvoorbeeld een uitstulping die geheel of met een aanzienlijk deel van het oppervlak aanligt in de uitsparing.

15 Fig. 4 en 5 tonen een uitvoeringsvoorbeeld van een dwarselement van de soort zoals beschreven in het Nederlandse octrooischrift 142.767 en de Nederlandse octrooiaanvragen 78.05792 en 78.07578. De drager in de vorm van een eindloze band of een bandenpakket, wordt 20 van bovenaf in de uitsparing 1 van het dwarselement ge schoven, waarna eventueel de lippen 11 worden gebogen in de weergegeven stand.

De koppelingsmiddelen bestaan uit twee uitstulpingen 6 en twee uitsparingen 7. De uitsparingen 7 zijn gelegen 25 in verdiepte gedeelten 8 van hoofdzijde 3.

Het dwarselement volgens de fig. 6 en 7 is van het soort zoals bijvoorbeeld beschreven in het Zwitserse octrooischrift 256.918 (fig. 6 en 7) en het Duitse Offenlegungs-schrift 2.414.989.

30 Het dwarselement is voorzien van een uitsparing 1, waarin de drager (eindloze band of bandenpakket) zijde- 790 0 9 23 6 lings kan worden ingeschoven. Ook hier zijn twee uitstulpingen 6 en twee uitsparingen 7 aanwezig, welke laatste in een verdiept gedeelte 8 liggen.

Het zal duidelijk zijn m.n. uit fig. 3, dat een exacte 5 passing van de uitstulping 6 in de uitsparing 7 kan worden verkregen door hoofdzijde 3 in voldoende mate af te slijpen.

Bij de uitvoeringsvoorbeelden ligt het verdiepte gedeelte steeds in de hoofdzijde 3 waar de uitsparing 7 is 10 aangebracht. Het is ook mogelijk dit verdiepte gedeelte in hoofdzijde 2 aan te brengen of in beide hoofdzijden 2, 3.

Ook is het mogelijk het in de figuren 1, 2 en 3 met 12 aangegeven deel van hoofdzijde 3 eveneens verdiept uit 15 te voeren, zodat de dwarselementen elkaar boven de koppelingsmiddelen niet raken (zie fig. 3). Desgewenst kunnen de dwarselementen daarbij niet alleen onderling gecentreerd worden door de koppelingsmiddelen, doch tevens via de koppelingsmiddelen onderling een druk-20 kracht overbrengen.

Het vervaardigen van dei dwarselementen kan geschieden door een stansbewerking uit plaatvormig of stripvormig materiaal, waarbij eveneens de uitstulping 6 resp. uitsparing 7 en desgewenst ook afschuining 4 en verdiept 25 gedee'lte 8 kan worden gestansd. De technieken hiervoor zijn op zichzelf bekend.

7900923

Claims (6)

1. Drijfriem voor toepassing op V-vormige poelies, voorzien van een eindloze drager in de vorm van ten minste een metalen band en van een aantal met de 5 hoofdzijden tegen elkaar aanliggende, verschuifbaar op de drager aangebrachte dwarselementen, waarbij de dwarselementen zijn voorzien van koppelings-middelen in de vorm van tenminste een uitstulping aan een hoofdzijde en een in hoofdzaak overeenkomstige 10 uitsparing aan de andere hoofdzijde van een dwars- element, met het kenmerk, dat de dikte van de dwarselementen (onderline afstand tussen de beide hoofdzijden) nabij de koppelingsmiddelen kleiner is dan de nominale dikte van de dwarselementen (afstand 15 tussen overeenkomstige hoofdzijden van opeenvolgende dwarselementen).

2. Drijfriem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een hoofdzijde van elk dwarselement is voorzien van een verdiept gedeelte ter plaatse van de uit- 20 stulping(en) resp. de uitsparing(en), welk verdiept gedeelte zich in een baan, in axiale richting t.o.v. de drijfriem, over de gehele hoofdzijde uitstrekt.

3. Drijfriem volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de uitsparingen zijn gelegen in verdiepte gedeel- 25 ten van de hoofdzijden van de dwarselementen.

4. Dwarselelement voor een samengestelde drijfriem, welk dwarselement in gemonteerde toestand met de hoofdzijden tegen de hoofdzijden van ertegenaan liggende dwarselementen rust, welk dwarselement is 30 voorzien van koppelingsmiddelen in de vorm van ten minste een uitstulping aan een hoofdzijde en ten minste een in hoofdzaak overeenkomstige uitsparing aan de andere hoofdzijde, met het kenmerk, dat de 7900923 δ dikte van het dwarselement (onderlinge afstand . tussen de beide hoofdzijden) nabij de koppelings-middelen kleiner is dan de nominale dikte van het dwarselement (afstand tussen overeenkomstige hoofd-5 zijden van opeenvolgende dwarselementen in gemon- . teerde toestand).

5. Dwarselement volgens conclusie 4 met het kenmerk, dat een hoofdzijde is voorzien van een verdiept gedeelte ter plaatse van de uitstulping(en) resp. 10 de uitsparing(en), welk verdiept gedeelte zich in een baan over de gehele hoofdzijde uitstrekt.

6. Dwarselement volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat de uitsparing(en) zijn gelegen in het verdiepte gedeelte van de hoofdzijde. 790 0 9 2 3