NL1031963C2 - Werkwijze voor het vormen van een kantelzone op een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie. - Google Patents

Werkwijze voor het vormen van een kantelzone op een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie. Download PDF

Info

Publication number
NL1031963C2
NL1031963C2 NL1031963A NL1031963A NL1031963C2 NL 1031963 C2 NL1031963 C2 NL 1031963C2 NL 1031963 A NL1031963 A NL 1031963A NL 1031963 A NL1031963 A NL 1031963A NL 1031963 C2 NL1031963 C2 NL 1031963C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
main body
body surface
transverse element
zone
tilting zone
Prior art date
Application number
NL1031963A
Other languages
English (en)
Inventor
Lucas Hendricus Robert Prinsen
Original Assignee
Bosch Gmbh Robert
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bosch Gmbh Robert filed Critical Bosch Gmbh Robert
Priority to NL1031963A priority Critical patent/NL1031963C2/nl
Priority to CN2007800207838A priority patent/CN101460266B/zh
Priority to US12/303,580 priority patent/US8100797B2/en
Priority to JP2009514223A priority patent/JP5184522B2/ja
Priority to EP07747324.7A priority patent/EP2029298B1/en
Priority to PCT/NL2007/000142 priority patent/WO2007142517A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1031963C2 publication Critical patent/NL1031963C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16GBELTS, CABLES, OR ROPES, PREDOMINANTLY USED FOR DRIVING PURPOSES; CHAINS; FITTINGS PREDOMINANTLY USED THEREFOR
    • F16G5/00V-belts, i.e. belts of tapered cross-section
    • F16G5/16V-belts, i.e. belts of tapered cross-section consisting of several parts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21DWORKING OR PROCESSING OF SHEET METAL OR METAL TUBES, RODS OR PROFILES WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21D53/00Making other particular articles
    • B21D53/14Making other particular articles belts, e.g. machine-gun belts
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B21MECHANICAL METAL-WORKING WITHOUT ESSENTIALLY REMOVING MATERIAL; PUNCHING METAL
    • B21KMAKING FORGED OR PRESSED METAL PRODUCTS, e.g. HORSE-SHOES, RIVETS, BOLTS OR WHEELS
    • B21K23/00Making other articles

Description

P2006NL020/WD
Titel: Werkwijze voor het vormen van een kantelzone op een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het vormen van een convexe kantelzone in een gedefinieerd gebied van een hoofd-lichaamsvlak van een dwarselement dat bestemd is om deel uit te maken van een duwband voor een continu variabele transmissie met 5 twee poelies voor het opspannen van de duwband, waarbij een gereed-schapselement tegen het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement wordt gedrukt teneinde een materiaalverplaatsing over het hoofdlichaamsvlak te realiseren.
10 Een duwband voor een continu variabele transmissie is algemeen bekend. Een dergelijke duwband omvat doorgaans twee oneindige, in zichzelf gesloten lintvormige dragers voor het dragen van een relatief groot aantal dwarselementen. De dwarselementen zijn over de gehele omtrek van de dragers aangebracht, waarbij ze tijdens bedrijf 15 in staat zijn tot het doorgeven van krachten die samenhangen met een beweging van de duwband. Zowel de dragers als de dwarselementen zijn uit metaal vervaardigd.
In de hiernavolgende beschrijving van het dwarselement refereren de genoemde richtingen aan de situatie waarin het dwarselement 20 deel uitmaakt van de duwband. Een lengterichting van het dwarselement komt overeen met een omtreksrichting van de duwband. Een hoogterichting van het dwarselement komt overeen met een radiale richting van de duwband. Een breedterichting van het dwarselement komt overeen met een richting haaks op zowel de lengterichting als 25 de hoogterichting.
Het dwarselement heeft een eerste hoofdlichaamsvlak en een tweede hoofdlichaamsvlak, die zich in hoofdzaak evenwijdig ten opzichte van elkaar uitstrekken, in hoofdzaak haaks op de lengterichting. De twee hoofdlichaamsvlakken hebben in hoofdzaak dezelfde 30 contour, maar een reliëf dat in elk van de hoofdlichaamsvlakken is aangebracht, is verschillend. Ten minste een gedeelte van het eerste hoofdlichaamsvlak van het dwarselement is bestemd om in de duwband 1031963 2 aan te liggen tegen ten minste een gedeelte van het tweede hoofd-lichaamsvlak van een aangrenzend dwarselement, terwijl ten minste een gedeelte van het tweede hoofdlichaamsvlak van het dwarselement is bestemd om in de duwband aan te liggen tegen ten minste een 5 gedeelte van het eerste hoofdlichaamsvlak van een ander aangrenzend dwarselement. Tussen de twee hoofdlichaamsvlakken strekt zich een omtreksvlak uit, dat een relatief geringe afmeting in lengterichting heeft.
Twee gedeeltes van het omtreksvlak van het dwarselement zijn 10 bestemd om te fungeren als oplegvlakken voor het ondersteunen van de dragers van een duwband. Deze oplegvlakken strekken zich op een gelijk niveau uit. Twee andere gedeeltes van het omtreksvlak van het dwarselement zijn bestemd om te fungeren als contactvlakken voor het realiseren van contact tussen het dwarselement en poelieschijven van 15 een poelie van een continu variabele transmissie. Deze contactvlakken strekken zich onder een hoek ten opzichte van elkaar uit, waarbij deze contactvlakken divergeren in een richting naar de oplegvlakken toe. De in het hiernavolgende gebezigde begrippen "boven" en "onder" zijn gerelateerd aan de richting van divergentie; deze 20 wordt gedefinieerd als van onder naar boven.
Het dwarselement omvat in hoogterichting van onder naar boven achtereenvolgens een basisgedeelte, een nekgedeelte en een top-gedeelte, waarbij de afmetingen in breedterichting van het nekgedeelte relatief klein zijn. Het basisgedeelte omvat de opleg-25 vlakken en de contactvlakken. In de duwband bevindt het basisgedeelte zich aan de zijde van de binnenomtrek van de duwband, terwijl het topgedeelte zich aan de zijde van de buitenomtrek van de duwband bevindt.
In één van de hoofdlichaamsvlakken van het dwarselement bevindt 30 zich een convexe zone die hiernavolgend zal worden aangeduid als kantelzone. Deze zone strekt zich over een volledige breedte van het dwarselement uit, en vormt een gelijkmatige en afgeronde overgang tussen twee vlakke gebieden van het hoofdlichaamsvlak, die in hoogterichting boven elkaar zijn gelegen. De kantelzone bevindt zich 35 doorgaans in een bovenste deel van het basisgedeelte. Een belangrijke functie van de kantelzone is het waarborgen van onderling contact tussen aangrenzende dwarselementen die zich tijdens bedrijf van de duwband tussen de poelieschijven van een poelie bevinden, en die een kantelbeweging ten opzichte van elkaar uitvoeren. Door con-40 tact over een gedefinieerde lijn te handhaven, wordt bereikt dat de krachten die saitienhangen met een beweging van de duwband onder alle omstandigheden op een gecontroleerde wijze tussen aangrenzende dwarselementen worden doorgegeven.
3 5 Volgens de stand van de techniek wordt de kantelzone in het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement gevormd door het dwarselement of een stuk basismateriaal waaruit het dwarselement vervaardigd wordt, tussen twee gereedschapselementen in te klemmen, waarbij een oppervlak van één van de gereedschapsdelen een concaaf gedeelte 10 heeft, als een negatief van de te vormen convexe kantelzone. Wanneer de gereedschapselementen met het dwarselement ertussen onder druk naar elkaar toe worden bewogen, dan wordt een verplaatsing van materiaal over een hoofdlichaamsvlak van het dwarselementen dat zich aan de zijde van het gereedschapselement met het concave gedeelte be-15 vindt, geforceerd. In het bijzonder wordt bewerkstelligd dat materiaal in een ruimte die in eerste instantie door het concave gedeelte van het oppervlak van het gereedschapselement geboden wordt, vloeit. Op deze wijze wordt de convexe zone op het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement verkregen.
20 De conventionele werkwijze voor het vormen van de kantelzone in het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement heeft een aantal nadelen. In de eerste plaats is het een kostbare aangelegenheid om een gereedschapselement met een oppervlak met een nauwkeurig gedefinieerd concaaf gedeelte te vervaardigen. In de tweede plaats zijn de 25 drukkrachten die nodig zijn om de gereedschapselementen met het dwarselement ertussen naar elkaar toe te bewegen, relatief hoog, waardoor een relatief zware constructie nodig is. In de praktijk is er een aanzienlijk risico dat een vereist niveau van de drukkrachten niet bereikt wordt, en dat de vorm van het concave gedeelte van het 30 oppervlak van het gereedschapselement niet precies in het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement wordt overgenomen, waardoor de vorm van de uiteindelijk verkregen kantelzone afwijkt van een gedefinieerde vorm.
Met het oog op de genoemde nadelen is het een doel van de uit-35 vinding om te komen tot een andere werkwijze voor het vormen van een kantelzone in een hoofdlichaamsvlak van een dwarselement, waarbij slechts relatief lage drukken nodig zijn, waarbij aanzienlijk minder dure gereedschapselementen kunnen worden toegepast, en waarbij het in de praktijk goed mogelijk is een gedefinieerde vorm van de 40 kantelzone te realiseren.
4
Het doel zoals geformuleerd in de voorgaande alinea wordt bereikt door een werkwijze voor het vormen van een convexe kantelzone in een gedefinieerd gebied van een hoofdlichaamsvlak van een dwars-element, waarbij een gereedschapselement aangrenzend aan het ge-5 definieerde gebied van het hoofdlichaamsvlak waarin de convexe kantelzone gevormd dient te worden, tegen het hoofdlichaamsvlak wordt gedrukt teneinde een materiaalverplaatsing over het hoofdlichaamsvlak te realiseren, en waarbij de convexe kantelzone ten minste mede wordt gevormd onder invloed van materiaalintrekking ten 10 gevolge van het tegen het hoofdlichaamsvlak drukken van het gereedschapselement .
Volgens de uitvinding wordt een gebied op een hoofdlichaamsvlak van een dwarselement waarin een kantelzone gevormd dient te worden, gevormd door een gereedschapselement tegen het hoofdlichaamsvlak te 15 drukken. Wat dit algemene aspect betreft, is de werkwijze volgens de uitvinding gelijk aan de werkwijze volgens de stand van de techniek. Een bijzonderheid van de werkwijze volgens de uitvinding is echter het feit dat het gereedschapselement buiten het gebied waarin de kantelzone gevormd dient te worden, op het hoofdlichaamsvlak in-20 werkt. Er wordt dus in principe geen gebruik gemaakt van de bekende optie om een gereedschapselement met een oppervlak met een negatief van de kantelzone toe te passen. In plaats daarvan, of ten minste in aanvulling daarop, wordt volgens een belangrijk inzicht dat aan de uitvinding ten grondslag ligt, gebruik gemaakt van een verschijnsel 25 dat bekendstaat als intrekking van het metaal van het dwarselement. De kantelzone wordt hiermee ten minste mede op een indirecte wijze verkregen, op basis van materiaalgedrag dat ter plaatse van een rand van een gebied waar het gereedschapselement tegenaan wordt gedrukt, optreedt.
30 Door een gereedschapselement tegen het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement te drukken en ten opzichte van een omringend gebied van het hoofdlichaamsvlak een verdieping in het hoofdlichaamsvlak te realiseren, treedt in een gebied langs een rand van deze verdieping intrekking op. Hierdoor ontstaat er een geleidelijke overgang tussen 35 de verdieping en het omringende gebied, waarbij deze overgang een convexe kromming krijgt. Op grond daarvan is de overgang die zich langs een rand van het gebied van het hoofdlichaamsvlak waar het gereedschapselement tegenaan wordt gedrukt, uitstrekt, geschikt om als kantelzone te fungeren. Uit tests die in het kader van de uit- , 1 5 vinding zijn gedaan, blijkt dat de vorm en afmetingen van een aldus verkregen kantelzone in de praktijk inderdaad voldoen.
Teneinde een zo nauwkeurig mogelijk resultaat te verkrijgen wanneer de werkwijze volgens de uitvinding wordt toegepast, wordt 5 het gereedschapselement aangrenzend aan het gedefinieerde gebied van het hoofdlichaamsvlak waarin de convexe kantelzone gevormd dient te worden, tegen het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement gedrukt. Op deze manier wordt bewerkstelligd dat de intrekking in het daarvoor bestemde gebied plaatsvindt, waardoor het mogelijk is de op basis 10 van de intrekking gevormde kantelzone nauwkeurig te positioneren.
Met veel voordeel wordt een gereedschapselement met een in hoofdzaak vlak gedeelte toegepast, waarbij het in hoofdzaak vlakke gedeelte van het gereedschapselement tegen het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement wordt gedrukt. Toepassing van een dergelijk gereed-15 schapselement leidt tot intrekking langs een volledige rand van het element. Bovendien is een dergelijk gereedschapselement als gevolg van de eenvoudige vorm van zijn functionele gedeelte relatief goedkoop .
Het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement kan een getrapte 20 vorm hebben, waarbij ten minste twee gebieden van het hoofdlichaamsvlak zich op verschillende niveaus uitstrekken, en via een trap op elkaar aansluiten. Doorgaans is een gebied van het hoofdlichaamsvlak op een onderste deel van het basisgedeelte van het dwarselement verdiept gelegen ten opzichte van een bovenliggend gedeelte van het 25 hoofdlichaamsvlak. Hierdoor wordt ongewenst contact tussen de onderste delen van de basisgedeeltes van aangrenzende dwarselementen die zich in een duwband bevinden, en die in de duwband over een poelie van een continu variabele transmissie bewegen, vermeden. In een dergelijk geval dient de kantelzone te worden gevormd ter plaatse 30 van een bovenste deel van het basisgedeelte van het dwarselement. Hierbij kan worden volstaan met het gereedschapselement op het basisgedeelte uitsluitend tegen een verhoogd gelegen gebied van het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement te drukken.
Bij voorkeur wordt in het geval dat het hoofdlichaamsvlak van 35 het dwarselement een getrapte vorm heeft, een gereedschapselement toegepast dat in staat is zich ten minste uit te strekken over een gebied van het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement dat is gelegen tussen het gedefinieerde gebied van het hoofdlichaamsvlak waarin de convexe kantelzone gevormd dient te worden en een gebied waar de 40 twee gebieden van het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement die 6 zich op verschillende niveaus uitstrekken, op elkaar aansluiten. Op deze manier wordt bereikt dat een gebied van het hoofdlichaamsvlak dat zich uitstrekt tussen de te vormen kantelzone en de trap in zijn geheel wordt verdiept, en wordt het ontstaan van een plaatselijke 5 verdieping in het hoofdlichaamsvlak, die zich niet volledig uitstrekt tot aan de trap, vermeden. Er worden dan geen andere overgangsgebieden dan de kantelzone in het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement gevormd.
Uit het voorgaande blijkt dat toepassing van de werkwijze 10 volgens de uitvinding een aantal belangrijke voordelen oplevert. Er kan een gereedschapselement met een functioneel gedeelte met een relatief eenvoudige vorm worden toegepast, waarbij een gelijkmatige materiaalverplaatsing over het hoofdlichaamsvlak van het dwarselement wordt verkregen, en niet al te hoge drukken hoeven te worden 15 uitgeoefend. Mede als gevolg hiervan is de vorming van een kantelzone in een hoofdlichaamsvlak van een dwarselement een proces dat goed reproduceerbaar is, waarmee een gedefinieerde positie en vorm van de kantelzone kunnen worden gerealiseerd.
Volledigheidshalve wordt opgemerkt, dat de werkwijze volgens de 20 uitvinding in diverse processen voor het vervaardigen van dwars- elementen toepasbaar is. Een voorbeeld van een dergelijk proces is een proces dat bekendstaat als fijnstansen, waarbij de dwars-elementen uit een plaat of strip basismateriaal worden gestanst, waarbij niet alleen een snijorgaan, maar ook een ondersteunings-25 orgaan wordt toegepast, en waarbij een te vormen dwarselement zich tussen deze twee organen bevindt. Een ander voorbeeld van een dergelijk proces is een proces waarbij de dwarselementen worden gevormd door diverse snijbewerkingen en bewerkingen van het oppervlak van een te vormen dwarselement achtereenvolgend uit te voeren. In 30 dit proces kan het vormen van de kantelzone door een gereedschapselement tegen een hoofdlichaamsvlak van een te vormen dwarselement te drukken, eenvoudigweg één van de bewerkingsstappen zijn.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van de 35 hiernavolgende beschrijving van de uitvinding onder verwijzing naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers gelijke of vergelijkbare onderdelen aanduiden, en waarin: figuur 1 schematisch een zijaanzicht toont van een continu variabele transmissie met duwband; , » 7 figuur 2 een vooraanzicht toont van een dwarselement voor een duw-band voor een continu variabele transmissie; figuur 3 een zijaanzicht toont van het in figuur 2 getoonde dwarselement; 5 figuur 4 een zijaanzicht toont van twee aangrenzende dwarselementen zoals die zich tussen poelieschijven van een poelie van de in figuur 1 getoonde continu variabele transmissie bevinden; figuren 5a en 5b een werkwijze voor het vormen van een kantelzone in een hoofdlichaamsvlak van een dwarselement illustreren; 10 figuur 6 een materiaalverplaatsing over het hoofdlichaamsvlak van een dwarselement, op basis waarvan een kantelzone in het hoofdlichaamsvlak gevormd wordt, illustreert; figuur 7 een vooraanzicht toont van een dwarselement met een kantelzone die is verkregen door toepassing van de werkwijze als geïllus-15 treerd in figuren 5a en 5b; en figuur 8 een zijaanzicht toont van het in figuur 7 getoonde dwarselement .
Figuur 1 toont schematisch een continu variabele transmissie, 20 die in het bijzonder geschikt is voor gebruik in een motorvoertuig. De continu variabele transmissie is in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 1.
De continu variabele transmissie 1 omvat twee op afzonderlijke poelie-assen 2, 3 aangebrachte poelies 4, 5. Een oneindige, in zich-25 zelf gesloten duwband 6 is om de poelies 4, 5 aangebracht en dient voor het overdragen van koppel tussen de poelie-assen 2, 3. Elk van de poelies 4, 5 omvat twee poelieschijven, waarbij de duwband 6 tussen genoemde twee poelieschijven is gepositioneerd en ingeklemd, zodat met behulp van wrijving een kracht tussen de poelies 4, 5 en 30 de duwband 6 kan worden overgedragen.
De duwband 6 omvat ten minste één oneindige drager 7 die doorgaans is opgebouwd uit een aantal ringen. Over de gehele lengte van de drager 7 zijn dwarselementen 10 aangebracht, waarbij de dwarselementen 10 onderling tegen elkaar aanliggen en in omtreksrichting 35 beweegbaar ten opzichte van de drager 7 zijn. Ter wille van de eenvoud is in figuur 1 slechts een aantal van deze dwarselementen 10 getoond. Zowel de drager 7 als de dwarselementen 10 zijn uit metaal vervaardigd.
8
Figuren 2 en 3 tonen een dwarselement 10. Een eerste hoofdlichaamsvlak van het dwarselement 10 is in zijn algemeenheid aangeduid met het verwijzingscijfer 11, terwijl een tweede hoofd-lichaamsvlak van het dwarselement 10 in zijn algemeenheid is aan-5 geduid met het verwijzingscijfer 12. Tussen de hoofdlichaamsvlakken 11, 12 strekt zich een omtreksvlak 13 uit.
Het dwarselement 10 omvat in hoogterichting achtereenvolgens een basisgedeelte 14, een relatief smal nekgedeelte 15 en een pijlpuntvormig topgedeelte 16. In de duwband 6 bevindt het basisgedeelte 10 14 zich aan de zijde van de binnenomtrek van de duwband 6, terwijl het topgedeelte 16 zich aan de zijde van de buitenomtrek van de duwband 6 bevindt. Voorts ligt in een duwband 6 ten minste een gedeelte van het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 10 aan tegen ten minste een gedeelte van het tweede hoofdlichaamsvlak 12 15 van een aangrenzend dwarselement 10, terwijl ten minste een gedeelte van het tweede hoofdlichaamsvlak 12 van het dwarselement 10 aanligt tegen ten minste een gedeelte van het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van een ander aangrenzend dwarselement 10. Het basisgedeelte 14 van het dwarselement 10 zoals getoond in figuur 2 omvat bij de overgang 20 naar het nekgedeelte 15 twee dragervlakken 17 die dienen voor het ondersteunen van twee dragers 7. Voorts omvat het basisgedeelte 14 twee poelieschijf-contactvlakken 18. Wanneer het dwarselement 10 over een poelie 4, 5 beweegt, dan wordt via genoemde poelieschijf-contactvlakken 18 contact tussen het dwarselement 10 en contact-25 vlakken van de poelieschijven bewerkstelligd. Zowel de dragervlakken 17 als de poelieschijf-contactvlakken 18 maken deel uit van het omtreksvlak 13.
Op het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 10 is een nop 21 aangebracht. De nop 21 bevindt zich in het getoonde voor-30 beeld op het topgedeelte 16, en correspondeert met een kuil 22 in het tweede hoofdlichaamsvlak 12. In de duwband 6 bevindt de nop 21 van het dwarselement 10 zich althans gedeeltelijk in de kuil 22 van een aangrenzend dwarselement 10. De nop 21 en de corresponderende kuil 22 dienen om onderlinge verschuiving van aangrenzende dwars-35 elementen 10 in een vlak haaks op de omtreksrichting van de duwband 6 te voorkomen.
Het topgedeelte 16 omvat twee opsluitvlakken 19 die tegenover de dragervlakken 17 zijn gelegen, en die deel uitmaken van het omtreksvlak 13. Wanneer het dwarselement 10 in een duwband 6 is opge-40 nomen, dan wordt een ruimte waarin de dragers 7 zich bevinden in 9 radiale richting afgebakend door de dragervlakken 17 enerzijds en door de opsluitvlakken 19 anderzijds.
Behalve een nop 21 zijn op het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 10 ook een kantelzone 23 en een trap 24 aange-5 bracht. De trap 24 is aanwezig tussen een onderste deel 25 en een bovenste deel 26 van het basisgedeelte 14, waarbij het eerste hoofdlichaamsvlak 11 ter plaatse van het onderste deel 25 van het basisgedeelte 14 een verdiepte ligging heeft. De kantelzone 23 bevindt zich in het bovenste deel 26 van het basisgedeelte 14, op geringe 10 afstand van de dragervlakken 17, en strekt zich over een volledige breedte van het dwarselement 10 uit. De kantelzone 23 is gevormd als een convex gekromd overgangsgebied op het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 10, en dient om onder alle omstandigheden een gedefinieerd onderling contact tussen aangrenzende dwarselemen-15 ten 10 in de duwband 6 te waarborgen, ook wanneer de dwarselementen 10 over een poelie 4, 5 van de continu variabele transmissie 1 bewegen en een cirkelvormige baan dienen te volgen. In figuur 2 zijn een bovenrand en een onderrand van de kantelzone 23 schematisch door middel van streepstiplijnen aangeduid.
20 Figuur 4 dient om een onderlinge positionering van twee aan grenzende dwarselementen 10 die zich tussen poelieschijven van een poelie 4, 5 bevinden, te illustreren. Omwille van de duidelijkheid is in deze figuur de kuil 22 van de dwarselementen 10 schematisch door middel van streeplijnen aangeduid. In de figuur is duidelijk te 25 zien dat de dwarselementen 10 alleen ter plaatse van de kantelzone 23 met elkaar in contact zijn.
Hieronder zal aan de hand van figuren 5a en 5b een werkwijze voor het vormen van de kantelzone 23 in het eerste hoofdlichaamsvlak 30 11 van het dwarselement 10 worden beschreven.
In figuur 5a toont schematisch een zijaanzicht van het basisgedeelte 14 en een aangrenzend deel van het nekgedeelte 15. In deze figuur is duidelijk een niveauverschil in het eerste hoofdlichaamsvlak 11 ter plaatse van het onderste deel 25 en het bovenste deel 26 35 van het basisgedeelte 14 te zien, alsmede de trap 24 die zich tussen deze twee delen 25, 26 bevindt. Voorafgaand aan de vorming van de kantelzone 23 kan het eerste hoofdlichaamsvlak 11 ter plaatse van beide delen 25, 26 van het basisgedeelte 14 in hoofdzaak volledig vlak zijn, zoals dat in het getoonde voorbeeld het geval is.
I < 10
Ten behoeve van het vormen van de kantelzone 23 wordt een stempel 30 toegepast, dat een stempeldeel 31 met een in hoofdzaak vlak contactoppervlak 32 heeft. Het stempeldeel 31 van het stempel 30 wordt tegen het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 5 10 gedrukt. Een beweging van het stempel 30 naar het dwarselement 10 toe is in figuur 5a aangeduid door middel van een pijl. Twee streep-lijnen in figuur 5a illustreren een gebied van het eerste hoofdlichaamsvlak 11 waarover het contactoppervlak 32 zich uitstrekt.
In figuur 5b is getoond hoe het stempel 30 tegen het eerste 10 hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 10 wordt gepositioneerd. Een gebied van het contactoppervlak 32 van het stempeldeel 31 wordt in contact gebracht met een gebied van het eerste hoofdlichaamsvlak 11 dat zich tussen de trap 24 en een gebied waar de kantelzone 23 gevormd dient te worden, bevindt, terwijl een overig gebied van het 15 contactoppervlak 32 van het stempeldeel 31 vanaf de trap 24 uitsteekt en zich op afstand van het onderste deel 25 van het basisgedeelte 14 uitstrekt.
De kantelzone 23 wordt daadwerkelijk in het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 10 gevormd door druk op het 20 stempel 30 uit te oefenen, in een richting in hoofdzaak haaks op het contactoppervlak 32 van het stempeldeel 31. Onder invloed van deze druk vindt een materiaalverplaatsing over het eerste hoofdlichaams-vlak 11 plaats, die in figuur 6, waarin een zijaanzicht van een gedeelte van het dwarselement 10 met de kantelzone 23 en de trap 24 is 25 getoond, door middel van een pijl is aangeduid. In deze figuur is een oorspronkelijke contour van het eerste hoofdlichaamsvlak 11 weergegeven door middel van een streepstiplijn.
Onder invloed van de druk die op het stempel 30 wordt uitgeoefend, wordt een gebied 27 van het bovenste deel 26 van het 30 basisgedeelte 14, welk gebied 27 met het stempeldeel 31 van het stempel 30 in contact is, verdiept, waarbij de trap 24 zich naar onder verplaatst als gevolg van het feit dat materiaal in een ruimte tussen het contactoppervlak 32 van het stempeldeel 31 en het onderste deel 25 van het basisgedeelte 14 vloeit. Voor de volledigheid 35 wordt opgemerkt, dat het dwarselement 10 tijdens de bewerking met het stempel 30 op een geschikte wijze aan de zijde van het tweede hoofdlichaamsvlak 12 wordt ondersteund.
Langs een bovenrand 28 van het verdiepte gebied 27 dat verkregen wordt, vindt intrekking van het materiaal van het dwars-40 element 10 plaats. Als gevolg hiervan ontstaat een afgerond gebied 11 in het eerste hoofdlichaamsvlak 11, dat een overgang tussen het verdiepte gebied 27 en het bovenste deel 26 van het basisgedeelte 14 vormt. Dit afgeronde gebied is convex gekromd, en een bovenste deel ervan, dat bij benadering een cirkelsegment beschrijft, is geschikt 5 gebleken om als kantelzone 23 te fungeren. Door het stempeldeel 31 van het stempel 30 ten behoeve van het vormen van de kantelzone 23 precies onder een gedefinieerd gebied waarin de kantelzone 23 moet komen te liggen, te positioneren, wordt bereikt dat de kantelzone 23 op de juiste plaats in het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het 10 dwarselement 10 gevormd wordt.
Volgens de hierboven beschreven werkwijze wordt de kantelzone 23 op een indirecte wijze gevormd, namelijk door een stempel 30 tegen het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 10 te drukken, waarbij de kantelzone 23 wordt gevormd doordat langs een 15 bovenrand 28 van het gebied van het eerste hoofdlichaamsvlak 11 waarover contact is met het stempel 30, intrekking plaatsvindt. Door de aanwezigheid van de trap 24 tussen het onderste deel 25 en het bovenste deel 26 van het basisgedeelte 14 van het dwarselement 10 kan de druk die ten behoeve van het vormen van het verdiepte gebied 20 27 en de daarop aansluitende kantelzone 23 vereist is, beperkt blij ven, doordat het materiaal van het dwarselement 10 de mogelijkheid heeft om over het lager gelegen onderste deel 25 weg te vloeien uit het gebied waar het stempel 30 en het dwarselement 10 met elkaar in contact zijn. Bij voorkeur wordt een afstand tussen de trap 24 en 25 het gebied waar de kantelzone 23 dient te worden gevormd zo klein mogelijk gehouden, zodat ten behoeve van de vorming van het verdiepte gebied 27 een zo klein mogelijke materiaalverplaatsing nodig is, en de druk waarmee het stempel 30 tegen het dwarselement 10 wordt gedrukt, zo laag mogelijk kan zijn.
30 Een bijzonder aspect van de werkwijze volgens de uitvinding is dat de vorm van de kantelzone 23 niet wordt gedicteerd door een toegepast vormstempel of iets dergelijks. In plaats daarvan wordt de kantelzone 23 gevormd in een gebied dat niet met een gereedschaps-element in aanraking komt. Een belangrijk inzicht dat aan de uit-35 vinding ten grondslag ligt, is dat een intrekkingsgebied dat ontstaat aan een rand van een gebied van het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 10, welk gebied onder druk wordt verdiept, convex gekromd is, en geschikt is om als kantelzone 23 te fungeren.
12
Figuren 7 en 8 tonen het uiterlijk van een dwarselement 10 met een kantelzone 23 die volgens de hierboven beschreven werkwijze is gevormd. In figuur 7 is een bovenrand van de kantelzone 23 schematisch door middel van een streepstiplijn aangeduid. Het dwarselement 5 10 heeft een in hoofdzaak vlak verdiept gebied 27 dat zich vanaf de trap 24 naar boven toe uitstrekt, met langs een bovenrand 28 een in-trekkingsgebied dat de kantelzone 23 uitmaakt. Deze kantelzone 23 heeft een krommingsstraal die naar onder afneemt, met andere woorden, die bij benadering een ellipssegment beschrijft. De convex ge-10 kromde kantelzone 23 sluit via een kleine trap 29 aan op het verdiepte gebied 27, waarbij een afmeting van de trap 29 in lengterichting van het dwarselement 10 in hoofdzaak gelijk is aan een afstand waarover het stempeldeel 31 van de stempel 30 in het eerste hoofdlichaamsvlak 11 van het dwarselement 10 is gedrukt minus een 15 afmeting in lengterichting van het intrekkingsgebied. Verder is het dwarselement 10 in grote lijnen gelijk aan een conventioneel dwarselement 10, bijvoorbeeld het dwarselement 10 zoals getoond in figuren 2 en 3, en kan het dwarselement 10 op eenzelfde wijze toepassing vinden en functioneren.
20
Het zal voor een deskundige duidelijk zijn dat de omvang van de uitvinding niet is beperkt tot de in het voorgaande besproken voorbeelden, maar dat diverse variaties en modificaties daarvan mogelijk zijn zonder af te wijken van de omvang van de uitvinding zoals gede-25 finieerd in de aangehechte conclusies.
In het voorgaande is een werkwijze beschreven, die geschikt is om te worden toegepast voor het vormen van een convexe kantelzone 23 op een eerste hoofdlichaamsvlak 11 van een dwarselement 10 voor toe-30 passing in een duwband 6 voor een continu variabele transmissie 1, en die de stap van het toepassen van een stempel 30 dat onder druk tegen het eerste hoofdlichaamsvlak 11 wordt aangebracht, omvat. Het stempel 30 wordt echter net buiten een gebied waar de kantelzone 23 gevormd dient te worden, tegen het eerste hoofdlichaamsvlak 11 ge-35 drukt. Er wordt onder invloed van de bewerking met het stempel 30 een verdiept gebied 27 in het eerste hoofdlichaamsvlak 11 aangebracht, waarbij langs een bovenrand 28 van dit gebied 27 intrekking van het materiaal van het dwarselement 10 plaatsvindt. Ten minste een deel van een intrekkingsgebied dat op deze wijze ont-40 staat, is geschikt om als kantelzone 23 te fungeren. Een belangrijk 13 voordeel van de toepassing van de beschreven werkwijze is dat de druk die op het stempel 30 wordt uitgeoefend, aanzienlijk lager kan zijn dan de druk die tijdens de uit de stand van de techniek bekende processen voor het vormen van een kantelzone 23 vereist is.
1031 963

Claims (9)

1. Werkwijze voor het vormen van een convexe kantelzone (23) in een gedefinieerd gebied van een hoofdlichaamsvlak (11) van een dwarselement (10) dat bestemd is om deel uit te maken van een duw-band (6) voor een continu variabele transmissie (1) met twee poelies 5 (4, 5) voor het opspannen van de duwband (6), waarbij een gereed- schapselement (30) aangrenzend aan het gedefinieerde gebied van het hoofdlichaamsvlak (11) waarin de convexe kantelzone (23) gevormd dient te worden, tegen het hoofdlichaamsvlak (11) wordt gedrukt teneinde een materiaalverplaatsing over het hoofdlichaamsvlak (11) te 10 realiseren, en waarbij de convexe kantelzone (23) ten minste mede wordt gevormd onder invloed van materiaalintrekking ten gevolge van het tegen het hoofdlichaamsvlak (11) drukken van het gereedschaps-element {30).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij het gereedschapselement (30) het gedefinieerde gebied van het hoofdlichaamsvlak (11) waarin de convexe kantelzone (23) gevormd dient te worden, vrijlaat.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, waarbij een gereedschaps-20 element (30) met een in hoofdzaak vlak gedeelte (31) wordt toegepast, en waarbij het in hoofdzaak vlakke gedeelte (31) van het gereedschapselement (30) tegen het hoofdlichaamsvlak (11) van het dwarselement (10) wordt gedrukt.
4. Werkwijze volgens een willekeurige der conclusies 1-3, waarbij het hoofdlichaamsvlak (11) van het dwarselement (10) een getrapte vorm heeft, waarbij ten minste twee gebieden (25, 26) van het hoofdlichaamsvlak (11) zich op verschillende niveaus uitstrekken, en waarbij het gereedschapselement (30) tegen één (26) van deze twee 30 gebieden (25, 26) wordt gedrukt.
5. Werkwijze volgens conclusie 4, waarbij een gereedschapselement (30) wordt toegepast dat in staat is zich ten minste uit te strekken over een gebied van het hoofdlichaamsvlak (11) van het dwarselement 35 (10) dat is gelegen tussen het gedefinieerde gebied van het hoofd lichaamsvlak (11) waarin de convexe kantelzone (23) gevormd dient te worden en een gebied (24) waar de twee gebieden (25, 26) van het hoofdlichaamsvlak (11) van het dwarselement (10) die zich op verschillende niveaus uitstrekken, op elkaar aansluiten.
6. Dwarselement (10) dat bestemd is om deel uit te maken van een 5 duwband (6) voor een continu variabele transmissie (1) met twee poe-lies (4, 5) voor het opspannen van de duwband (6), omvattende een hoofdlichaamsvlak (11) met een daarin gevormde convexe kantelzone (23) , waarbij zich direct aangrenzend aan een zijde van de kantelzone (23) een trap (29) in het hoofdlichaamsvlak (11) bevindt. 10
7. Dwarselement (10) volgens conclusie 6, waarbij een krommings-straal van de convexe kantelzone (23) in een richting naar de trap (29) toe afneemt.
8. Dwarselement (10) volgens conclusie 7, waarbij de convexe kantelzone (23) bij benadering een ellipssegment beschrijft.
9. Dwarselement (10) volgens een willekeurige der conclusies 6-8, waarbij zich opeenvolgend een convexe kantelzone (23), een trap 20 (29), een in hoofdzaak vlak verdiept gebied (27) en opnieuw een trap (24) in het hoofdlichaamsvlak (11) bevinden.
NL1031963A 2006-06-07 2006-06-07 Werkwijze voor het vormen van een kantelzone op een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie. NL1031963C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031963A NL1031963C2 (nl) 2006-06-07 2006-06-07 Werkwijze voor het vormen van een kantelzone op een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie.
CN2007800207838A CN101460266B (zh) 2006-06-07 2007-06-06 在无级变速器的推带的横向元件上形成倾斜区域的方法
US12/303,580 US8100797B2 (en) 2006-06-07 2007-06-06 Method for forming a tilting zone on a transverse element for a push belt for a continuously variable transmission
JP2009514223A JP5184522B2 (ja) 2006-06-07 2007-06-06 連続可変トランスミッション用プッシュベルトの横断要素に傾斜領域を形成する方法
EP07747324.7A EP2029298B1 (en) 2006-06-07 2007-06-06 Method for forming a tilting zone on a transverse element for a push belt for a continuously variable transmission
PCT/NL2007/000142 WO2007142517A1 (en) 2006-06-07 2007-06-06 Method for forming a tilting zone on a transverse element for a push belt for a continuously variable transmission

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1031963 2006-06-07
NL1031963A NL1031963C2 (nl) 2006-06-07 2006-06-07 Werkwijze voor het vormen van een kantelzone op een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1031963C2 true NL1031963C2 (nl) 2007-12-10

Family

ID=37547728

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1031963A NL1031963C2 (nl) 2006-06-07 2006-06-07 Werkwijze voor het vormen van een kantelzone op een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US8100797B2 (nl)
EP (1) EP2029298B1 (nl)
JP (1) JP5184522B2 (nl)
CN (1) CN101460266B (nl)
NL (1) NL1031963C2 (nl)
WO (1) WO2007142517A1 (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2379910B1 (en) * 2008-12-19 2017-08-02 Robert Bosch GmbH Drive belt
WO2011024236A1 (ja) * 2009-08-28 2011-03-03 トヨタ自動車株式会社 伝動ベルトおよびその製造方法
JP5293894B2 (ja) * 2011-05-27 2013-09-18 トヨタ自動車株式会社 伝動ベルトおよび伝動ベルトの組付方法
NL1039272C2 (en) 2011-12-29 2013-07-09 Bosch Gmbh Robert Method for forming a tilting zone on a transverse element for a push belt for a continuously variabele transmission.
JP6224705B2 (ja) * 2013-06-04 2017-11-01 本田技研工業株式会社 無段変速機用金属ベルト
KR20180111782A (ko) * 2016-02-12 2018-10-11 아이신에이더블류 가부시키가이샤 전동 벨트
JP6444355B2 (ja) * 2016-11-04 2018-12-26 本田技研工業株式会社 無段変速機用金属エレメントおよび無段変速機用金属エレメントの製造方法
CN110337552B (zh) * 2017-03-03 2021-01-15 爱信艾达株式会社 传动带的单体的设计方法以及传动带
JP6523381B2 (ja) * 2017-07-28 2019-05-29 本田技研工業株式会社 無段変速機用金属エレメントの製造方法
JP6621495B2 (ja) * 2018-04-03 2019-12-18 本田技研工業株式会社 無段変速機用金属エレメントおよび無段変速機用金属エレメントの製造方法
NL1043501B1 (en) * 2019-12-10 2021-08-31 Bosch Gmbh Robert A transverse segment for a drive belt and a drive belt for a continuously variable transmission including the transverse segment and a ring stack

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1132648A1 (en) * 2000-03-06 2001-09-12 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Method of blanking elements of belt for continuously variable transmission
WO2004004942A1 (en) * 2002-07-03 2004-01-15 Van Doorne's Transmissie B.V. Method for forming a transverse element for a push belt for a continously variable transmission
US20040048707A1 (en) * 2000-05-26 2004-03-11 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Element for belt for continuously variable transmission and method of blanking such element
EP1531284A1 (en) * 2003-11-14 2005-05-18 Robert Bosch Gmbh Metal push belt, transverse element and manufacturing method

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0830517B2 (ja) * 1987-10-12 1996-03-27 日本発条株式会社 伝動ベルト用ブロック
NL8900072A (nl) * 1989-01-12 1990-08-01 Doornes Transmissie Bv Dwarselement voor een drijfriem.
JP2848039B2 (ja) * 1991-08-13 1999-01-20 日産自動車株式会社 伝動ベルト
ATE309486T1 (de) * 2000-12-28 2005-11-15 Doornes Transmissie Bv Transversale elemente für treibriemen mit veränderlicher berührungslinie
EP1219860B1 (en) * 2000-12-28 2010-03-03 Bosch Transmission Technology b.v. Belt
JP4517657B2 (ja) * 2004-02-05 2010-08-04 トヨタ自動車株式会社 エレメント

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1132648A1 (en) * 2000-03-06 2001-09-12 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Method of blanking elements of belt for continuously variable transmission
US20040048707A1 (en) * 2000-05-26 2004-03-11 Honda Giken Kogyo Kabushiki Kaisha Element for belt for continuously variable transmission and method of blanking such element
WO2004004942A1 (en) * 2002-07-03 2004-01-15 Van Doorne's Transmissie B.V. Method for forming a transverse element for a push belt for a continously variable transmission
EP1531284A1 (en) * 2003-11-14 2005-05-18 Robert Bosch Gmbh Metal push belt, transverse element and manufacturing method

Also Published As

Publication number Publication date
CN101460266A (zh) 2009-06-17
JP2009540234A (ja) 2009-11-19
US8100797B2 (en) 2012-01-24
WO2007142517A1 (en) 2007-12-13
EP2029298A1 (en) 2009-03-04
JP5184522B2 (ja) 2013-04-17
EP2029298B1 (en) 2014-03-05
US20100227719A1 (en) 2010-09-09
CN101460266B (zh) 2012-12-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1031963C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een kantelzone op een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1030702C2 (nl) Werkwijze voor het vervaardigen van een dwarselement dat bestemd is om deel uit te maken van een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL8700156A (nl) Drijfriem, dwarselement voor een drijfriem en werkwijze en inrichting voor de vervaardiging daarvan.
NL1030796C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1020990C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1034881C2 (nl) Stanssamenstel dat bestemd is om te worden toegepast ten behoeve van het stansen van dwarselementen voor gebruik in een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1032701C2 (nl) Gedeeld stansorgaan dat bestemd is om te worden toegepast ten behoeve van het stansen van dwarselementen voor gebruik in een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1039272C2 (en) Method for forming a tilting zone on a transverse element for a push belt for a continuously variabele transmission.
NL1022072C2 (nl) Dwarselement met een afstandsvlak tussen een ondersteuningsvlak en een poelieschijf-contactvlak.
NL1025080C2 (nl) Gedeelde matrijs met ten minste twee matrijscomponenten.
NL1027808C2 (nl) Werkwijze voor het vormen van een dwarselement voor een duwband voor een continu variabele transmissie.
NL1036318C2 (en) Method for forming defined contact zones on a surface of an element which is destined to be part of a push belt for a continuously variable transmission.
NL1039270C2 (en) Divided blanking member for the purpose of blanking transverse elements for use in a drive belt for a continuously variable transmission.
NL1027876C2 (nl) Dwarselement met een gedefinieerd gebied voor het opvangen van intrekking.
JP2017501356A (ja) 無段変速機用の駆動ベルト用の横断セグメントの基本材料、および当該基本材料を使用する打抜き方法
NL1037273C2 (en) Method for manufacturing a transverse element which is destined to be part of a push belt for a continuously variable transmission.
JP6976333B2 (ja) 無段変速機に用いられる駆動ベルトのための横断部材を製造する方法
NL1038480C2 (en) A transverse element for a drive belt and the drive belt.
Fischekov Determining the stamping force for punches with elastic pads
JPH09314248A (ja) トリム装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20150701