NL1019766C2

NL1019766C2 - Verbinding tussen voertuigas en draagarm.

Info

Publication number: NL1019766C2
Application number: NL1019766A
Authority: NL
Inventors: Derk Geert Aalderink; Johan Michiel Zantinge
Original assignee: Schmitz Cargobull Ag
Priority date: 2002-01-17
Filing date: 2002-01-17
Publication date: 2003-07-18
Also published as: EP1334848A1; EP1334848B1; ES2269836T3; ATE335625T1; DE50304533D1

Description

Korte aanduiding: Verbinding tussen voertuigas en draagarm

De uitvinding heeft betrekking op een verbinding tussen een aslichaam van een voertuig en een zich in langsrichting van het voertuig uitstrekkende en het aslichaam in hoofdzaak loodrecht kruisende draagarm, omvattende een tussen het aslichaam en de 5 draagarm geplaatst steundeel met een uitsparing waarin een deel van het aslichaam is opgenomen, en verder omvattende klemmiddelen waarmee het steundeel en het daarin opgenomen deel van het aslichaam aan de draagarm zijn vastgezet, waarbij het aslichaam in gemonteerde toestand als gevolg van een door de klemmiddelen geleverde klemkracht 10 in de uitsparing is gedrukt en daarbij tegen de binnenwand van de uitsparing aanligt.

Een dergelijke verbinding is bekend. Het steundeel wordt ook wel aspad genoemd. Het is de bedoeling dat de klemmiddelen worden aangespannen zodat het· steundeel en/of het erin opgenomen gedeelte 15 van het aslichaam vervormen en strak tegen elkaar aan komen te liggen.

Met name bij ronde aslichamen is volgens de stand van de techniek het noodzakelijk het aslichaam te borgen tegen een ongewenste rotatie om zijn hartlijn die tijdens het gebruik van het 20 voertuig door torsiekrachten kan optreden. De door de klemmiddelen uitgeoefende klemkracht is daarvoor alleen niet voldoende.

Het is bekend het aslichaam ten opzichte van de aspad te borgen door middel van een borgpen, waarvoor een gat in het aslichaam noodzakelijk is. Het aanbrengen van een gat in de as heeft als nadeel 25 dat de as door het gat te zeer verzwakt wordt.

Een alternatief is bijvoorbeeld het vastlassen van het door het steundeel opgenomen deel van het aslichaam aan het steundeel om het aslichaam te borgen tegen een ongewenste rotatie. Een nadeel van het vastlassen van het aslichaam aan het steundeel is dat door het 30 lassen ongewenste structuurwijziging in het asmateriaal wordt veroorzaakt waardoor de as bij de lasgebieden wordt verzwakt.

De uitvinding heeft tot doel een verbeterde verbinding tussen voertuigas en draagarm te verschaffen.

1019766 - 2 -

Dit doel wordt bereikt door een verbinding van het aan het begin genoemde type die gekenmerkt is doordat het steundeel in de uitsparing is voorzien van een eerste uitsteeksel en dat het aslichaam is voorzien van een in hoofdzaak met het eerste uitsteeksel 5 complementaire verdieping, waarbij het eerste uitsteeksel in gemonteerde toestand ten minste gedeeltelijk in de verdieping is opgenomen.

Het uitsteeksel dat tijdens gebruik in de verdieping is opgenomen zorgt ervoor dat het aslichaam geborgd is tegen rotatie.

10 De verdieping kan door plastische vervorming aangebracht zijn of door een verspanende bewerking, zoals bijvoorbeeld frezen. De verdieping wordt bij voorkeur door plastische vervorming aangebracht omdat er dan geen materiaal weggenomen hoeft te worden waardoor wordt voorkomen dat het aslichaam te zeer wordt verzwakt.

15 Met voordeel wordt de verdieping in het aslichaam aangebracht door middel van een werkwijze waarbij het aslichaam plaatselijk wordt verwarmd en een voorwerp in het aslichaam wordt gedrukt, waarbij het voorwerp een vorm heeft die in hoofdzaak overeenkomt met de vorm van het eerste uitsteeksel.

20 Het plaatselijk verwarmen .van het aslichaam maakt het mogelijk het asmateriaal plaatselijk plastisch te vervormen. De verwarmingstemperatuur die voor plastisch vervormen benodigd is, is echter aanzienlijk lager dan temperaturen die optreden bij lassen. De structuurwijziging in het asmateriaal is bij deze werkwijze dus 25 aanzienlijk minder dan bij lassen, wat de sterkte van de as ten goede komt. Verder heeft het slechts plaatselijk verwarmen van het aslichaam het voordeel dat de as slechts plaatselijk kan vervormen en dus verder niet vervormd raakt door het aanbrengen van de verdieping. De uitvinding zal in het hiernavolgende worden toegelicht aan 30 de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een zijaanzicht gedeeltelijk in doorsnede toont van een uitvoeringsvorm van een verbinding volgens de uitvinding; fig. 2 een achteraanzicht toont van de in fig. 1 getoonde uitvoeringsvorm; 35 fig. 3 een zijaanzicht van een andere uitvoeringsvorm toont van een verbinding volgens de uitvinding.

In fig. 1 en 2 is een verbinding tussen een aslichaam 1 van een voertuig en een zich in langsrichting van het voertuig uitstrekkende 1019766 - 3 - en het aslichaam 1 in hoofdzaak loodrecht kruisende draagarm 2 getoond. Het aslichaam 1 is in deze uitvoeringsvorm uitgevoerd als een in hoofdzaak ronde buis. Ter hoogte van de plaats waar de draagarm 2 het aslichaam 1 kruist is de draagarm 2 in hoofdzaak recht 5 en vlak.

De verbinding omvat een steundeel 3 en klemmiddelen 4. Het steundeel 3 is aan de bovenzijde van de draagarm 2 geplaatst en heeft een uitsparing 5 aan de van de draagarm 2 afgekeerde zijde waarin een deel van het aslichaam 1 kan worden opgenomen. Het steundeel 3 is 10 voorzien van uitsteeksels 6 die zich aan weerszijde van de draagarm 2 langs de zijden daarvan uitstrekken. Deze uitsteeksels 6 zorgen ervoor dat het steundeel 3 en de draagarm 2 in dwarsrichting van de draagarm 2 niet ten opzichte van elkaar kunnen verschuiven.

De klemmiddelen 4 worden om het aslichaam 1 geplaatst in de 15 richting van de pijl 7. De benen van de klemmiddelen 4 worden door uitsparingen (niet getoond) in het steundeel 3 gestoken, en langs de draagarm 2 en door gaten die in een onder de draagarm 2 aangebrachte klemplaat 15 zijn aangebracht. De benen van de klemmiddelen 4 zijn elk aan hun uiteinde voorzien van een schroefdraadgedeelte 8 dat kan 20 samenwerken met van schroefdraad voorziene moeren 16 waarmee de verbinding kan worden aangespannen.

Wanneer de verbinding is aangespannen is het aslichaam vormsluitend in de uitsparing 5 opgenomen. Het steundeel 3 is daartoe ongeveer in het midden voorzien van een bolvormig borgingslichaam 9 25 dat gedeeltelijk in het steundeel 3 is opgenomen. Het ten opzichte van de uitsparing 5 uitstekende gedeelte van het borgingslichaam 9 is een bolsegment en vormt een eerste uitsteeksel 10.

Het aslichaam 1 is voorzien van een verdieping 11. De verdieping 11 kan bij voorkeur worden aangebracht doordat het 30 aslichaam 1 plaatselijk wordt verwarmd en een voorwerp (niet getoond) in het aslichaam 1 wordt gedrukt, waarbij het voorwerp een vorm heeft die in hoofdzaak overeenkomt met de vorm van het eerste uitsteeksel 10.

Het is voordelig het borgingslichaam 9, in dwarsrichting van 35 het voertuig gezien, ongeveer in het midden van het steundeel 3 aan te brengen. Daardoor bevindt het borgingslichaam 9 zich tijdens gebruik altijd goed passend in de verdieping 11 in het aslichaam 1, waardoor een goede borging gewaarborgd is.

1019766 - 4 -

De draagarm 2 is voorzien van een uitsparing 12. Bij de naar de draagarm 2 gekeerde zijde van het steundeel 3 steekt een gedeelte van het bolvormige borgingslichaam 9 uit. Dit gedeelte vormt een tweede uitsteeksel 13. Het tweede uitsteeksel 13 kan in de uitsparing 12 in 5 de draagarm 2 opgenomen worden. Het tweede uitsteeksel 13 dient bij de montage van de verbinding als een positioneernok voor het positioneren van het steundeel 3 op de draagarm 2. Verder is het steundeel 3 in gemonteerde toestand ten opzichte van de draagarm 2 geborgd door het tweede uitsteeksel 13 dat in de uitsparing 12 in de 10 draagarm 2 is opgenomen.

Bij een andere niet getoonde uitvoeringsvorm is het steundeel aan de onderzijde van de draagarm geplaatst en bevindt het aslichaam zich onder de draagarm. Voor deze niet getoonde uitvoeringsvorm geldt in hoofdzaak dezelfde beschrijving als hierboven.

15 In fig. 3 is een uitvoeringsvorm van een verbinding volgens de uitvinding getoond, waarbij de draagarm 2 een gekromd gedeelte 22 heeft. De holte 24 van het gekromde gedeelte 22 is in de getoonde uitvoeringsvorm naar beneden gekeerd. In de holte 24 is een steundeel 23 geplaatst. Het aslichaam 1 bevindt zich in deze uitvoeringsvorm 20 dus onder de draagarm 2, maar er is ook een uitvoeringsvorm (niet getoond) denkbaar waarbij de holte naar boven is gekeerd en het aslichaam 1 zich boven de draagarm 2 bevindt. Het steundeel 23 is aan de naar de draagarm 2 toegekeerde zijde ingericht om passend in de vorm van de holte 24 opgenomen te worden. De naar het aslichaam 1 25 toegekeerde zijde van het steundeel 23 vormt de uitsparing 25 om een deel van het aslichaam 1 in op te nemen.

De benen van de klemmiddelen 4 worden langs de draagarm 2 en door gaten 26 die in een onder de draagarm 2 aangebrachte klemplaat 27 zijn aangebracht. De benen van de klemmiddelen 4 zijn elk aan hun 30 uiteinde voorzien van een schroefdraadgedeelte 8 dat kan samenwerken met van schroefdraad voorziene moeren 28 waarmee de verbinding kan worden aangespannen.

In de uitsparing 25 van het steundeel 23 is een eerste uitsteeksel 30 gevormd. Het eerste uitsteeksel 30 is in dit 35 uitvoeringsvoorbeeld in hoofdzaak als een bolsegment gevormd, maar kan ook een andere vorm hebben. Het aslichaam 1 is voorzien van een in hoofdzaak met het eerste uitsteeksel complementaire verdieping 11. De verdieping 11 is zoals hierboven reeds beschreven aangebracht door 1019766 - 5 - middel van plastische vervorming. Het eerste uitsteeksel 30 is in gemonteerde toestand in de verdieping 11 opgenomen, waardoor het aslichaam 1 is geborgd tegen ongewenste rotaties om de hartlijn.

De draagarm 2 is in het gekromde gedeelte 22 voorzien van een 5 uitsparing 32. Aan het steundeel 23 is aan de naar de draagarm 2 gekeerde zijde een tweede uitsteeksel 33 gevormd dat de vorm heeft van een stomp kegelsegment. In gemonteerde toestand is het tweede uitsteeksel 33 ten minste gedeeltelijk in de uitsparing 32 in de draagarm 2 is opgenomen.

10 In de hierboven beschreven uitvoeringsvoorbeelden heeft het eerste uitsteeksel 10, 30 de vorm van een bolsegment en is de verdieping 11 in het aslichaam 1 complementair daarmee gevormd. Het voordeel van toepassing van de bolvorm is dat er bij de verdieping 11 in het aslichaam 1 een geleidelijke overgang in de asomtrek ontstaat 15 zonder scherpe randen, waardoor spanningspieken in het aslichaam 1 ter plaatse van de verdieping 11 vermeden worden. Het is natuurlijk ook mogelijk een andere vorm voor het eerste uitsteeksel 10, 30 te kiezen wanneer het aslichaam 1 daardoor niet te zeer verzwakt wordt.

1019766

Claims

1. Verbinding tussen een aslichaam van een voertuig en een zich in 5 langsrichting van het voertuig uitstrekkende en het aslichaam in hoofdzaak loodrecht kruisende draagarm, omvattende een tussen het aslichaam en de draagarm geplaatst steundeel met een uitsparing waarin een deel van het aslichaam is opgenomen, en verder omvattende klemmiddelen waarmee het steundeel en het daarin opgenomen deel van 10 het aslichaam aan de draagarm zijn vastgezet, waarbij het aslichaam in gemonteerde toestand als gevolg van een door de klemmiddelen geleverde klemkracht in de uitsparing is gedrukt en daarbij tegen de binnenwand van de uitsparing aanligt, met het kenmerk, dat het steundeel in de uitsparing is voorzien van een eerste uitsteeksel en 15 dat het aslichaam is voorzien van een in hoofdzaak met het eerste uitsteeksel complementaire verdieping, waarbij het eerste uitsteeksel in gemonteerde toestand ten minste gedeeltelijk in de verdieping is opgenomen.

2. Verbinding volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verdieping door plastische vervorming is aangebracht.

3. Verbinding volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het aslichaam is uitgevoerd als een in hoofdzaak ronde buis. 25

4. Verbinding volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste uitsteeksel in hoofdzaak als een bolsegment is gevormd.

5. Verbinding volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het eerste uitsteeksel in een middengebied van de uitsparing is aangebracht.

6. Verbinding volgens één van de voorgaande conclusies, met het 35 kenmerk, dat de draagarm en het steundeel ten opzichte van elkaar zijn geborgd. 1019766 - 7 -

7. Verbinding volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de draagarm is voorzien van een uitsparing en het steundeel aan de naar de draagarm gekeerde zijde is voorzien van een tweede uitsteeksel dat in gemonteerde toestand ten minste gedeeltelijk in de uitsparing in 5 de draagarm is opgenomen.

8. Verbinding volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het eerste uitsteeksel en het tweede uitsteeksel als één gezamenlijk borgingslichaam zijn uitgevoerd dat gedeeltelijk in het steundeel is 10 opgenomen.

9. Verbinding volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het borgingslichaam als een bolvormig lichaam is uitgevoerd.

10. Verbinding volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagarm ter plaatse van het aslichaam in hoofdzaak recht is.

11. Verbinding volgens één van de conclusies 1-9, met het kenmerk, 20 dat de draagarm ter plaatse van het aslichaam een gekromd gedeelte heeft.

12. Werkwijze voor het aanbrengen van een verdieping in een aslichaam kennelijk ten gebruike in een verbinding volgens één van de 25 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het aslichaam plaatselijk wordt verwarmd en een voorwerp in het aslichaam wordt gedrukt, waarbij het voorwerp een vorm heeft die in hoofdzaak overeenkomt met de vorm van het eerste uitsteeksel. 1019766