NL1018285C2 - Ventilatiesysteem. - Google Patents

Ventilatiesysteem. Download PDF

Info

Publication number
NL1018285C2
NL1018285C2 NL1018285A NL1018285A NL1018285C2 NL 1018285 C2 NL1018285 C2 NL 1018285C2 NL 1018285 A NL1018285 A NL 1018285A NL 1018285 A NL1018285 A NL 1018285A NL 1018285 C2 NL1018285 C2 NL 1018285C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fan
flow
fan device
outflow opening
fire
Prior art date
Application number
NL1018285A
Other languages
English (en)
Inventor
Johannes Antonius Mar Speulman
Original Assignee
J A M Speulman Beheer B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19773546&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1018285(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by J A M Speulman Beheer B V filed Critical J A M Speulman Beheer B V
Priority to NL1018285A priority Critical patent/NL1018285C2/nl
Priority to EP02077358A priority patent/EP1267132B1/en
Priority to DE60207786T priority patent/DE60207786T2/de
Priority to AT02077358T priority patent/ATE312320T1/de
Priority to ES02077358T priority patent/ES2254598T3/es
Priority to EP05076810A priority patent/EP1598604A3/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1018285C2 publication Critical patent/NL1018285C2/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D29/00Details, component parts, or accessories
    • F04D29/40Casings; Connections of working fluid
    • F04D29/42Casings; Connections of working fluid for radial or helico-centrifugal pumps
    • F04D29/4206Casings; Connections of working fluid for radial or helico-centrifugal pumps especially adapted for elastic fluid pumps
    • F04D29/4226Fan casings
    • F04D29/4246Fan casings comprising more than one outlet
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F04POSITIVE - DISPLACEMENT MACHINES FOR LIQUIDS; PUMPS FOR LIQUIDS OR ELASTIC FLUIDS
    • F04DNON-POSITIVE-DISPLACEMENT PUMPS
    • F04D29/00Details, component parts, or accessories
    • F04D29/40Casings; Connections of working fluid
    • F04D29/42Casings; Connections of working fluid for radial or helico-centrifugal pumps
    • F04D29/44Fluid-guiding means, e.g. diffusers
    • F04D29/441Fluid-guiding means, e.g. diffusers especially adapted for elastic fluid pumps
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F7/00Ventilation
    • F24F7/007Ventilation with forced flow
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F11/00Control or safety arrangements
    • F24F11/30Control or safety arrangements for purposes related to the operation of the system, e.g. for safety or monitoring
    • F24F11/32Responding to malfunctions or emergencies
    • F24F11/33Responding to malfunctions or emergencies to fire, excessive heat or smoke
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F24HEATING; RANGES; VENTILATING
    • F24FAIR-CONDITIONING; AIR-HUMIDIFICATION; VENTILATION; USE OF AIR CURRENTS FOR SCREENING
    • F24F2221/00Details or features not otherwise provided for
    • F24F2221/14Details or features not otherwise provided for mounted on the ceiling

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Ventilation (AREA)
  • Duct Arrangements (AREA)
  • Air-Flow Control Members (AREA)
  • Input Circuits Of Receivers And Coupling Of Receivers And Audio Equipment (AREA)
  • Air-Conditioning For Vehicles (AREA)
  • Air Conditioning Control Device (AREA)

Description

Korte aanduiding: Ventilatiesysteem.
De uitvinding heeft betrekking op een ventilatorinrichting, omvattende een behuizing met daarin opgenomen middelen voor het in een 5 richting naar een uitstroomopening opwekken van een luchtstroming en stromi ngsafbui gmi ddel en.
Een ventilator-inrichting van deze soort is op zichzelf bekend uit Europees octrooiaanvrage nr. EF 1 041 351, getiteld "Indoor unit for air conditioner", ten name van Daikin Industries Ltd.
10 Dergelijke ventilatorinrichtingen worden onder andere toegepast in ruimten, zoals bijvoorbeeld parkeergarages. Enkele voorbeelden van dergelijke aldus uitgevoerde parkeergarages zijn de parkeergarages "Kelfkenbos" te Nijmegen en de parkeergarage onder het Museumplein in Amsterdam. Dergelijke ventilatorinrichtingen zijn daarbij 15 zodanig ingericht en in de ruimte aangebracht voor het doen stromen van lucht in in hoofdzaak virtuele en in hoofdzaak evenwijdige, in de langsrichting van de ruimte verlopende kanalen.
In ruimten zoals parkeergarages kan met behulp van deze ventilatorinrichtingen onder andere op snelle en effectieve wijze door de 20 virtuele kanalen schone lucht in de garage worden geblazen indien in of vlak naast het betreffende virtuele kanaal een brand aanwezig is. Dergelijke branden gaan meestal gepaard met aanzienlijke rookontwikkeling. In een niet van een dergelijke ventilatorinrichting voorziene ruimte verhindert de rookontwikkeling het kunnen benaderen van 25 de brandhaard, het kunnen localiseren van de brandhaard, het voorkomen dat de brandhaard door sterke rookontwikkeling onbenaderbaar wordt. Indien door sterke rookontwikkeling de brandhaard niet zichtbaar is verkeert de brandweer in het ongewisse waar zij heen moet gaan. Indien de brandhaard niet benaderbaar is of, erger nog, niet localiseerbaar is 30 duurt het langer voordat de brand effectief kan worden bestreden en zal de schade, zowel door rook als door vlammen, aanzienlijk groter zijn. In een parkeergarage bijvoorbeeld zowel aan het gebouw als aan geparkeerde 1018285 2 auto's.
Bekend is het zogeheten impulsventilatiesysteem dat door PSB B.V. te Capelle a/d IJssel, Nederland in het verkeer wordt gebracht. Het impulsventilatiesysteem omvat een aantal ventilatoren welke in de 5 langsrichting van de ruimte een luchtstroom opwekken. Dergelijke ventilatoren zijn langwerpig en cilindrisch van vorm en hebben een diameter van enkele tientallen centimeters en een lengte van 1 tot 2 meter. Op elke 300-400 m2 garage-oppervlakte is zo'n ventilator noodzakelijk. Tevens is het geïnstalleerd vermogen 3,75 W/m2, waartoe per 10 m2 parkeergarage 0,25 m kabel noodzakelijk is.
Deze bestaande installatie heeft nadelen. Een belangrijk nadeel wordt gevormd door de cilindrische afmetingen van de ventilatoren. In een parkeergarage worden de cilindervormige ventilatoren aan het plafond gehangen. Vanwege de cilindrische doorsnede, welke van de orde 15 50 cm is, wordt, effectief gezien, de bruikbare hoogte in de parkeergarage met die afmeting verlaagd ten opzichte van het plafond. In een parkeergarage waarin het plafond op 2,60 m boven de vloer is gelegen is dan de effectieve hoogte, dit is de maximale hoogte van voertuigen welke de garage kunnen gebruiken, beperkt tot bijvoorbeeld 2,10 m.
20 Andere nadelen zijn dat er relatief veel ventilatoren nodig zijn en dat een relatief hoog geïnstalleerd vermogen per vierkante meter nodig is.
Bovengenoemd Europees octrooiaanvrage nr. EP 1 041 351 openbaart een radiaal ventilator, welke een aantal uitstroomopeningen 25 heeft, waarbij de uitstroomopeningen zijn voorzien van afbuigmiddelen voor het afbuigen van de uitstromende lucht in een dwarsrichting op de uitstroomopening.
Nadelen van de in het bovengenoemde document genoemde inrichting zijn de relatief grote uitstroomopeningen en het (mede 30 daardoor) relatief grote aantal in de uitstroomopening geplaatste afbuigmiddelen. De afbuigmiddelen kunnen de stroming nadelig beïnvloeden aangezien onder bepaalde omstandigheden ongewenste wervelingen kunnen 1018285 3 hieraan kunnen optreden. Voorts zijn de getoonde afbuigmiddelen zodanig gevormd dat ze de door de radiaal ventilator uitgeblazen lucht afbui gen in een bepaalde voorkeursrichting. Hierdoor is de vorm van elk afbuigblad sterk afhankelijk van zijn positionering ten opzichte van de ventilator.
5 Het vervaardigen van de afbuigmiddelen en het plaatsen daarvan in de inrichting is een moeilijk proces tijdens de vervaardiging van de venti1atori nri chti ng.
Doel van de uitvinding is het verschaffen van een ruimte in een gebouw zoals hierboven omschreven waarbij in geval van een brand een 10 venti1atorinrichting lucht kan doen stromen zoals hierboven omschreven waarbij minder vermogen, minder bekabeling en minder ventilatoren nodig zijn terwijl in geval van brand toch dezelfde effectiviteit in het verwijderen van rook uit de ruimte kan worden gehandhaafd.
Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat de 15 stromingsafbuigmiddelen zodanig stroomopwaarts van de uitstroomopening zijn opgenomen en gevormd om stroming zoveel mogelijk in een gewenste richting uit de uitstroomopening te laten treden.
Op deze manier wordt behoed dat in de stroming stromingslijnen aanwezig zijn die de uitstroomopening evenwijdig aan het 20 vlak van de uitstroomopening, of onder een zeer kleine hoek hiermee, naderen. Dergelijke stromingslijnen kunnen voor schadelijke effecten zorgen, zoals het veroorzaken van wervelingen aan de randen van de uitstroomopening, welke de effectiviteit van de via de uitstroomopening afgegeven luchtstroom nadelig beïnvloeden. Door het hogere rendement van 25 de ventilatorinrichting volgens de uitvinding in vergelijking met de tot nu toe bekende ventilatoren, kan in wezen met minder vermogen per ventilatorinrichting worden gewerkt en/of kan met minder venti!atorinrichtingen in een ruimte worden volstaan om een gewenste ventilatie te verkrijgen ten opzichte van de bekende ventilatiesystemen. 30 Het zal duidelijk zijn dat dit installatievoordelen biedt, waaronder minder bekabeling.
Opgemerkt wordt dat in JP 01 130099 eveneens een 1018285 4 impulsventilator is geopenbaard, waarin tenminste twee ventilatoren een gemeenschappelijke uitstroomopening hebben. De uitstroomopening van het hier geopenbaarde ventilatiesysteem is zodanig vormgegeven, dat samenstroming van beide luchtstromen zo min mogelijk gepaard gaat met 5 rendementverlagende neveneffecten. De uitstroomopening zorgt er verder voor dat de luchtstroom enigszins naar beneden gericht is, zodat de stroming na het uitstromen zo min mogelijk objecten raakt. De zo vormgegeven uitstroomopening verbetert het rendement van beide ventilatoren.
10 Een nadeel van dit ventilatiesysteem, met een dergelijke uitstroomopening, is dat door het aanwezig zijn van objecten zoals richtschoepen, in de uitstroomopening zelf de luchtstroom in een richting loodrecht op de stromingsrichting divergeert.
Een voorkeursuitvoeringsvorm van een ruimte volgens de 15 uitvinding wordt gekenmerkt doordat één of meer van de ventilatoren zijn uitgevoerd met een in bedrijf in hoofdzaak horizontaal geplaatst schoepenwiel, dat roteerbaar is rond een in bedrijf in hoofdzaak verticale rotatie-as=
Daardoor is bereikt dat de verticale afmetingen van de 20 ventilator zeer beperkt zijn, vrijwel niet groter dan de dikte-afmetingen van het schoepenwiel. Een dergelijke ventilator welke voldoende luchtstroming kan opwekken zal een dikte hebben gelegen tussen 20 en 35 cm. Met een dergelijk type ventilator, voorzien van een langwerpige spleet als uitblaasopening welke in hoofdzaak evenwijdig aan de vloer 25 zich uitstrekt is het mogelijk met minder ventilatoren toch eenzelfde effect te bereiken als met de bekende ventilatoren met ronde uitblaasopeningen, in het bijzonder het vrijhouden van een groot gedeelte van de ruimte van rook indien een brand aanwezig is. Tevens is bij een dergelijke ventilator nog slechts een elektrisch vermogen nodig van 30 1,875 W/m2 en is aan bekabeling nog slechts 0,06 m per mz ruimte noodzakelijk. Ook is nog slechts één ventilator nodig per 1600 m2 ruimte.
Verdere uitvoeringsvormen van de uitvinding worden 1018285 5 besproken in de afhankelijke conclusies, bijgaand bij de aanvrage.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de bijgaande figuren en tekeningen waarin:
Figuur 1 een bovenaanzicht is van een parkeergarage; 5 Figuur 2 een langsdoorsnede is door een ruimte volgens de uitvinding volgens de lijn II-II in figuur 3;
Figuur 3 een dwarsdoorsnede door een ruimte volgens de uitvinding langs de lijn III-III in figuur 2;
Figuur 4 een langsdoorsnede is door een eerste vorm van een 10 ventilator toepasbaar in een ruimte volgens de uitvinding;
Figuur 5 een langsdoorsnede is van een tweede uitvoeringsvorm van een ventilator toepasbaar in een ruimte volgens de uitvinding;
Figuur 6 een langsdoorsnede is van een derde 15 uitvoeringsvorm van een ventilator toepasbaar in een ruimte volgens de uitvinding;
Figuur 7 een onderaanzicht is van twee naast elkaar geplaatste ventilatoren volgens figuur 4;
Figuur 8 een onderaanzicht is van twee naast elkaar 20 geplaatste ventilatoren volgens figuur 6.
In figuur 1 is een bovenaanzicht gegeven van een parkeerdek in een meerlaagsparkeergarage. Het parkeerdek is aangegeven met verwijzingscijfer 1. Het parkeerdek 1 heeft een langsrichting aangegeven met de dubbele pijl L en een dwarsrichting aangegeven met de dubbele pijl 25 D. Verder is het parkeerdek 1 bereikbaar met een halfcirkelvormige oprit 2 en halfcirkelvormige afrit 3 en kan parkeerdek 1 worden verlaten langs een halfcirkelvormige afrit 4 en halfcirkelvormige oprit 5. Met verwijzingscijfer 6 is een op zich bekende normaal aanwezige afzuiginstallatie aangegeven welke ervoor zorgt dat in een normale 30 situatie het parkeerdek 1 voldoende wordt geventileerd en van uitlaatgassen van zich op het parkeerdek 1 bevindende auto's met draaiende motoren wordt gereinigd. Met rechthoeken zoals bij wijze van 1018285 6 voorbeeld rechthoek 7, zijn geparkeerde auto's aangegeven. Vanwege de overzichtelijkheid is slechts een beperkt aantal rechthoeken weergegeven, het zal duidelijk zijn, dat tussen de rechthoek 7 en de rechthoek 8 een groot aantal parkeerplaatsen voor auto's aanwezig is.
5 Met de streepstipl i jnen 9, 10 en 11 zijn virtuele scheidingen aangegeven tussen virtuele kanalen 12, 13, 14 en 15. De scheidingen en kanalen worden hier virtueel genoemd omdat er geen daadwerkelijke fysieke scheidingswanden zijn aangebracht. De in de stand der techniek gebruikelijke langwerpige cilindervormige ventilatoren zoals 10 bijvoorbeeld worden geïnstalleerd door de firma PBS B.V. te Capelle a/d IJssel, Nederland, zijn op, in figuur 1 niet weergegeven locaties, zodanig aangebracht dat bij in werking zijn in elk van de virtuele kanalen separaat een luchtstroom kan worden opgewekt in de richting van de pijl A. Het is bekend dat indien in bijvoorbeeld virtueel kanaal 14 15 een luchtstroming in de richting van de pijl A wordt opgewekt door de bekende cilindervormige ventilatoren het grootste deel van de lucht in virtueel kanaal 14 in beweging komt in de richting van de pijl A door op zich bekende fysische effecten, zoals het venturi-effect, waardoor een op zich vrij smalle luchtstroom een bredere luchtstroom daaromheen met zich 20 meesleept. Door alleen ventilatoren in virtueel kanaal 14 te activeren wordt ervoor gezorgd dat vrijwel uitsluitend in virtueel kanaal 14 een luchtstroming aanwezig is terwijl een dergelijke 1uchtstroming dan niet aanwezig is in de aangrenzende virtuele kanalen 13 en 15. In de praktijk lijkt het er daarom op alsof ter plaatse van de streepstiplijnen 9, 10 en 25 11 wanden aanwezig zijn welke een in één van de virtuele kanalen opgewekte luchtstroming hoofdzakelijk tot dat virtuele kanaal beperken.
Ter illustratie van de werking van de bekende ventilatorinrichtingen is in figuur 1 gearceerd een in brand staande auto 16 weergegeven. Een in brand staande auto in een parkeergarage zorgt voor 30 een aanzienlijke rookontwikkeling welke reeds na korte tijd de brandhaard zelf, de brandende auto, aan het oog onttrekt, het parkeerdek 1 volledig vult met zeer donkere rook waarin het zicht beperkt is tot maximaal 1018285 7 enkele tientallen centimeters en waarin beademingsapparatuur noodzakelijk is om vergiftiging te voorkomen. Met streeplijn 17 is een scheidingslijn aangegeven tussen een ruimte 18 waarin zich de brandhaard niet bevindt en een ruimte 19 waarin zich de brandhaard 16 wel bevindt. Ruimte 18 dient 5 zoveel mogelijk vrij te zijn van rook terwijl ruimte 19 niet vrij hoeft te zijn van rook. In zo'n geval is vanuit de ruimte 18 de brandhaard 16 tot op geringe afstand benaderbaar en vanaf grote afstand reeds zichtbaar. Dat heeft tot gevolg dat de brandweer de brandhaard 16 vanuit de ruimte 18 zonder noemenswaardig gevaar kan benaderen en vandaar uit 10 kan blussen. Het gevolg daarvan is dat de levensduur van de brandhaard door het tijdig blussen aanzienlijk kan worden verkort, waardoor tevens de totale hoeveelheid rook kan worden beperkt. Tevens blijft de schade aan het gebouw beperkt ten opzichte van de situatie dat de brand langer zou duren. Ook is de kans aanzienlijk verkleind dat naast de brandende 15 auto staande andere auto's in de parkeergarage worden beschadigd. De sterke toevoer van lucht in de richting van de pijl A zorgt er ook voor dat de temperatuurstijging als gevolg van de brandhaard 16 in ieder geval in de ruimte 18 aanzienlijk geringer is dan wanneer de luchttoevoer in de richting van de pijl A niet aanwezig zou zijn. Eventuele versterking van 20 de brand op de brandhaard 16 door de toevoer van verse zuurstof wordt aanzienlijk meer dan gecompenseerd door de snelheid waarmee de brandweer de brandhaard kan zien, benaderen en doven. Het snelle benaderen door de brandweer is zowel een gevolg van de goede zichtbaarheid vanuit de ruimte 18 als van de relatief lage temperatuur in het gebied 18.
25 Voor andere locaties op het parkeerdek 1 waar een brand uitbreekt zal zijn 17 een ander verloop hebben en zullen andere van de aanwezige ventilatoren worden geactiveerd. Parkeergarages met brandmelders en stuurinrichtingen voor verschillende ventilatoren van de ventilatorinrichtingen zijn op zich bekend, zowel uit de in de 30 beschrijvingsinleiding bij wijze van voorbeeld genoemde parkeergarages als in tientallen andere parkeergarages in de wereld waar door PSB B.V. zowel als anderen eenzelfde systeem met langwerpige cilindervormige 1018285 8 ventilatoren met ronde uitblaasopeningen is geïnstalleerd.
In figuur 1 is bij wijze van voorbeeld aangegeven hoe een ruimte in een gebouw, zoals bij wijze van voorbeeld het in figuur 1 getoonde parkeerdek, kan worden voorzien van een ventilatorinrichting 5 welke een minder groot beslag doet op de aanwezige ruimte, in het bijzonder in verticale richting en welke ventilatorinrichting is voorzien van ventilatoren welke op meer effectieve wijze in de virtuele kanalen 12, 13, 14 en 15 een luchtstroom in de richting van de pijl A kunnen opwekken. In figuur 1 is met streep!ijn 20 een lijn aangegeven nabij een 10 plafond van parkeerdek 1 waarlangs zich uitblaasopeningen van ventilatoren 21, 22, 23, 24, 25 en 26 uitstrekken. De ventilatoren 21-26 hebben een uitblaasopening welke is gevormd als een langwerpige spleet welke zich ongeveer ter hoogte van de lijn 20 bevindt en in hoofdzaak evenwijdig aan de vloer uitstrekt.
15 In de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 maakt de lijn 20 een hoek B met de langsrichting L. Bij voorkeur maar niet noodzakelijkerwijs is de hoek β gelijk aan 90°.
Figuren 2 en 3 tonen bij wijze van voorbeeld hoe ventilator 21 is opgehangen in de ruimte gevormd door parkeerdek 1. Parkeerdek 1 20 omvat een vloer 27 en een plafond 28. Aan het plafond 28 is ventilator 21 bevestigd. Ventilator 21 is voorzien van een uitblaasopening 29 welke door ventilator 21 aangezogen lucht zoals aangegeven met pijl B, uitblaast in de richting van pijl C. Zoals op zich bekend uit de bekende installaties met langwerpige cilindervormige ventilatoren met ronde 25 uitblaasopening wordt de lucht in de richting van de pijl C uitgeblazen onder een hoek α met het horizontale vlak. De hoek α is voor een goede werking gelegen tussen 2° en 10°. Zoals voor de vakman duidelijk is uit het tezamen bekijken van de figuren 2 en 3 strekt de spieetvormige opening 29 zich nagenoeg evenwijdig uit aan de vloer 27 en in een 30 richting welke in hoofdzaak loodrecht staat op de lengterichting L van parkeerdek 1.
De spieetvormige opening 29 zorgt voor een gerichte, in één 10 18-2 8 5 9 richting verlopende luchtstroom, aangeduid met pijl C welke slechts een geringe waaiervormige uitbreiding heeft in een richting loodrecht op het vlak van tekening van figuur 2. In feite vormt de luchtstroom aangeduid met pijl C een relatief dun maar snel stromend vlak in de ruimte tussen 5 vloer 27 en plafond 28. Door de snelle stroming wordt boven en onder het vlak van de snelle stroming gelegen lucht meegenomen evenals tot op zekere afstand links en rechts van de luchtstroming aangeduid met pijl C. In figuur 3 is de luchtstroming volgens de pijl C gericht vanuit het vlak van tekening in de richting van de waarnemer, een en ander zoals 10 aangegeven met de pijlen in vooraanzicht Cl, C2 en C3.
In figuur 4 is een voorkeursuitvoeringsvorm van een ventilator, zoals ventilator 21, weergegeven met verwijzingscijfer 30. ventilator 30 omvat een behuizing 31 met een onderopen! ng 32, bevestigingspunten 33 en 34 voor bevestiging van behuizing 31 aan plafond 15 28. Binnen de behuizing 31 is een schoepenwiel 35 aanwezig. Het schoepenwiel 35 is roteerbaar rond een rotatie-as 35a. Via een inrichting 36, na getoond en beschreven in het kader van figuur 7, kan het schoepenwiel 35 in rotatie worden gebracht. Het schoepenwiel 35 is op op zich bekende wijze zodanig uitgevoerd, dat lucht wordt aangezogen door de 20 opening 32 in de richting van de pijl B en wordt toegevoerd aan de ruimte 37 binnen de behuizing 31. De behuizing 31 is voorzien van een stromingsgedeelte, dat in algemene zin is aangeduid met het verwijzingscijfer 38 en uitmondt in de uitblaasopening 29. Het stromingsgedeelte 38 omvat vast in de behuizing 31 opgenomen 25 stromingsafbuigmiddelen 73. Zoals reeds beschreven in het kader van de figuren 2 en 3 is de uitblaasopening 29 langwerpig en strekt zich in de lengterichting uit loodrecht op het vlak van tekening in figuur 4. Met pijl C4 is de richting aangegeven van de lucht welke door de overdruk in ruimte 37 via de stromingsafbuigmiddelen 73 zoveel mogelijk onder een 30 gewenste hoek α (zie figuur 2) uit uitblaasopening 29 stroomt.
Onder verwijzing naar figuur 7 is een onderaanzicht weergegeven van twee naast elkaar geplaatste ventilatoren 39 en 40, welke 1018285 10 elke op zich vergelijkbaar zijn met ventilator 30 uit figuur 4. De ventilatoren 39 en 40 zijn elk voorzien van een aanzuigopening 41 resp. 42 welke zijn afgedekt met een roestvrij stalen beschermnet aangeduid met verwijzingscijfer 43 resp. 44. Tevens zijn in figuur 7 zichtbaar 5 bevestigingshaken 45, 46, 47 en 48 voor bevestiging van de ventilatoren 39 en 40 aan het plafond 28. Elk van de ventilatoren 39 en 40 is voorzien van een spieetvormige opening 49 resp. 50. Aan de bovenzijde van de ventilatoren 39 en 40, en derhalve weergegeven in streeplijn, is een motor 51 aangebracht welke een aandrijfriem 52 aandrijft. Aandrijfriem 52 10 is geslagen rond een wiel 53 van motor 51 alsmede rond wielen 54 en 55 van ventilatoren 39 resp. 40. Verder zijn geleidingswielen 56 en 57 aangegeven. Onder verwijzing weer naar figuur 4 zal duidelijk zijn dat verwijzingscijfer 36 de riem 52 toont geslagen rond wiel 54. Wielen 54 en 55 zijn verbonden met daaronder gelegen schoepenwielen, zoals 15 schoepenwiel 35 in figuur 4.
Verder onder verwijzing naar figuur 4 bedraagt de hoogte h ongeveer 33 cm, en is de diepte, d.i. de afstand tussen de punten E en F 185 cm. De dwarsafmeting van ventilator 30, en van ventilator 39 en van ventilator 40 bedraagt 115 cm. Vermeld zij dat de gegeven afmetingen 20 voorbeeldafmetingen zijn en niet beperkend zijn voor de uitvinding.
Teneinde de in de beschrijvingsinleiding genoemde getallen te halen van één ventilator 30 per 1600 m2 oppervlakte van de ruimte waarin de ventilator zich bevindt dient ventilator 30, en ook ventilatoren 39 en 40, een hoeveelheid lucht te verplaatsen van tenminste 25 6 m3/sec, bij voorkeur 6,25 m3/sec. bij een uittredesnelheid uit de spleet 29van tenminste 25 m/sec, bij voorkeur 27 m/sec. De aandrijfmotor zal daartoe per ventilator een vermogen hebben van 3 kilowatt.
Tussen de ruimte 37 en de uitstroomopening 29 zijn verticaal opgestelde en in de langsrichting verlopende richtschoepen 30 aangebracht waarvan er één is weergegeven met verwijzingscijfers 58.
Vermeld zij dat de ventilatoren 30, 39 en 40 bij normaal gebruik van de ruimte, zoals parkeerdek 1, niet in gebruik zijn. Ter ί 0 18285 11 bediening van de ventilatoren 30, 39 en 40 is een stuurinrichting 59 aanwezig welke met één of meer branddetectoren 60 is verbonden. Indien een branddetector 60 vuur, of ander gegeven dat duidt op brand, waarneemt wordt door de branddetector 60 een signaal afgegeven aan stuurinrichting 5 59 welke in reactie daarop een stuursignaal afgeeft aan de aandrijving van de ventilatoren 30, 39 en 40 om die in werking te stellen. Dit alles gebeurt op op zich bekende wijze, namelijk bekend van de stuurinrichtingen in gebruik voor de langwerpige cilindervormige ventilatoren met ronde uitblaasopening zoals die in gebruik zijn in de, 10 in de beschrijvingsinleiding genoemde, bestaande garages en behoeft derhalve geen nadere bespreking.
In figuur 5 is een alternatieve aandrijving voor de ventilator 30 weergegeven. Ventilator 30 is in het geval van figuur 5 voorzien van een schoepenwiel 35 met een opening rond de as 61 waarin een 15 motor 62 aanwezig is. De motor 62 is met behulp van een plaat 63 bevestigd aan de behuizing 31 en zal bij bekrachtiging het schoepenwiel 35 met grote snelheid doen ronddraaien.
In het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de langsrichting L van het parkeerdek 1 voldoende klein om nabij één 20 uiteinde te kunnen volstaan met één of meer ventilatoren met spieetvormige uitblaasopening nabij de lijn 20. In ruimten welke in de langsrichting L grotere afmetingen hebben verdient het aanbeveling om ergens halverwege of op eenderde en tweederde van de lengte van de ruimte nogmaals een rij ventilatoren met spieetvormige uitblaasopening te 25 positioneren. In dat geval kan een brand, zich in de langsrichting gezien, aan weerszijden van de betreffende ventilator bevinden. In figuur 6 is een ventilator weergegeven welke met voordeel op een dergelijke positie kan worden gehangen. Een dergelijke ventilator is in langsdoorsnede weergegeven in figuur 6. Ventilator 64 omvat een behuizing 30 65 welke een centraal schoepenwiel 66 omvat en is voorzien van een eerste spieetvormige opening 67 en een tweede, daaraan evenwijdige, spieetvormige opening 68 en stromingsafbuigmiddelen 74. In de behuizing 1018285 12 65 zijn bedienbare kleppen 69 en 70 aangebracht. Kleppen 69 en 70 kunnen bewegen tussen de in volle lijn getrokken stand weergegeven in figuur 6 en de in streeplijn getekende stand. De bediening van de kleppen 69 en 70 gebeurt met behulp van op zich bekende en niet weergegeven motoren. De 5 motoren worden aangestuurd vanuit stuurinrichting 59. In de in figuur 6 weergegeven situatie zal bij in werking zijn van de ventilator 64 lucht uitstromen uit opening 67 terwijl opening 68 is afgesloten door klep 70. Indien echter een luchtstroming aan de andere zijde van ventilator 64 noodzakelijk is, welke noodzaak wordt aangegeven door stuurinrichting 59 10 in respons op signalen van branddetector 60, zal klep 70 naar de in streeplijn gegeven positie worden bewogen en zal klep 69 eveneens naar de in streeplijn weergegeven positie worden bewogen. Daardoor kan geen lucht meer stromen naar uitblaasopening 67 en kan wel lucht stromen naar uitblaasopening 68.
15 In figuur 8 is een onderaanzicht weergegeven van een dubbele uitvoering van een ventilator zoals weergegeven met verwijzingscijfer 64 in figuur 6. Ter verhoging van de eenvoud en de begrijpelijkheid zijn in figuur 8 dezelfde verwijzingscijfers gebruikt als in figuur 6 echter voorzien van extra aanduidingen "-1" en "-2". Voor 20 de niet van verwijzingscijfers voorziene onderdelen in figuur 8 zij verwezen naar de overeenkomstige, wel van verwijzingscijfers voorziene, delen van figuur 7.
In het voorgaande is een uitgebreide beschrijving gegeven van de toepassing van een ventilatorinrichting in een parkeergarage. 25 Hoewel dit tot op heden de meest in aanmerking komende toepassing lijkt dient toch te worden bedacht dat ook andere ruimten in gebouwen waarin brand, gepaard gaande met rookontwikkeling, kan ontstaan op deze wijze kunnen worden beschermd. Te denken valt aan warenhuizen waarin veel mensen bij brand het warenhuis moeten verlaten. Dan is het van belang dat 30 de rookontwikkeling zowel in hoeveelheid, als in tijd als in ruimtelijke uitbreiding beperkt is en dat zoveel mogelijk vluchtruimte beschikbaar blijft. De toepassing van de onderhavige uitvinding is in dat opzicht van 1018281 13 veel belang omdat zowel de ruimte waarover de rook zich kan verspreiden beperkt is als, door de aanvoer van koele lucht, het gebied waarin mensen zich kunnen bevinden om te vluchten en dat niet door te grote hitte onbereikbaar wordt, aanzienlijk wordt vergroot.
5 In feite is elke grotere ruimte waarin brand kan ontstaan en waar veel mensen of goederen zich kunnen bevinden gebaat bij toepassing van de onderhavige uitvinding. Te denken valt ook aan aankomst- en vertrekhallen op luchthavens en aan veilinggebouwen.
Na het voorgaande zullen voor de vakman velerlei 10 uitvoeringsvormen en modificaties voor de hand liggen. Al dergelijke uitvoeringsvormen en modificaties worden geacht tot de uitvinding te behoren.
1018285

Claims (16)

1. Ventilatorinrichting, omvattende een behuizing met daarin opgenomen middelen voor het in een richting naar een uitstroomopening 5 opwekken van een luchtstroming en stromingsafbuigmiddelen, met het kenmerk, dat de stromingsafbuigmiddelen zodanig stroomopwaarts van de uitstroomopening zijn opgenomen en gevormd om stroming zoveel mogelijk in een gewenste richting uit de uitstroomopening te laten treden.
2. Ventilatorinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk 10 dat de stromingsafbuigmiddelen zodanig zijn gevormd dat de stroming ter plaatse van de stromingsafbuigmiddelen in een richting van de uitstroomopening wordt afgebogen.
3. Ventilatorinrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de stromingsafbuigmiddelen in hoofdzaak in de behuizing zijn 15 opgenomen in het vlak waarin de uitstroomopening gelegen is.
4. Ventilatorinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de stromingsafbuigmiddelen zijn ingericht voor het zodanig afbuigen van de luchtstroming dat deze de uitstroomopening verlaat onder een hoek met het vlak waarin de uitstroomopening gelegen 20 is, welke hoek tussen de 2° en de 10° ligt.
5. Ventilatorinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middelen voor het opwekken van de luchtstroming een schoepenwiel omvatten.
6. Ventilatorinrichting volgens één der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de inrichting een tweede uitstroomopening omvat.
7. Ventilatorinrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat stroomafwaarts aan de middelen voor het opwekken van de luchtstroming, bedienbare kleppen zijn toegevoegd voor het afsluiten van een luchtverbinding tussen de middelen voor het opwekken van de 30 luchtstroming en ten minste één van de uitstroomopeningen.
8. Ventilatorinrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een stuurinrichting aanwezig is voor het bedienen van de kleppen. 1018285
9. Venti1atorinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat aan de ventilatorinrichting branddetectie-middelen zijn toegevoegd.
10. Ventilatorinrichting volgens conclusie 9 voorzover 5 afhankelijk van 8, met het kenmerk, dat de branddetectie-middelen zijn verbonden met de stuurinrichting voor het bedienen van de kleppen.
11. Ventilatorinrichting volgens één der conclusie 9 en 10 voorzover afhankelijk van 8, met het kenmerk, dat de stuurinrichting zodanig is ingericht om bij detectie van brand, ten opzichte van de 10 middelen voor het opwekken van de luchtstroming, kleppen aan een zijde van de gedetecteerde brand te sluiten en kleppen aan een zijde welke van de brand is afgewend te openen.
12. Ventilatorinrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de luchtstroming welke de ventilatorinrichting door 15 de uitstroomopening tijdens gebruik verlaat een snelheid van ten minste 25 m/sec heeft bij een volume debiet van ten minste 6 m3/sec.
13. Ventilatiesysteem omvattende één of meerdere venti1atorinrichtingen zoals beschreven in ten minste één van de voorgaande conclusies, voor het doen stromen van lucht in een ruimte in, 20 in hoofdzaak virtuele en in hoofdzaak evenwijdige, in een richting in de ruimte verlopende kanalen.
14. Ventilatiesysteem volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat ten minste één stuurinrichting voor het sturen van de kleppen van de ventilator!nrichtingen is verbonden met de ventilator!nrichtingen.
15. Ventilatiesysteem volgens één der conclusies 13 en 14, met het kenmerk, dat ten minste één branddetectie-inrichting is verbonden met de venti1atorinrichtingen.
16. Ruimte, zoals een parkeergarage, voorzien van een ventilatiesysteem volgens één of meer van de conclusies 13-15. 30 1018285
NL1018285A 2001-06-13 2001-06-13 Ventilatiesysteem. NL1018285C2 (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018285A NL1018285C2 (nl) 2001-06-13 2001-06-13 Ventilatiesysteem.
EP02077358A EP1267132B1 (en) 2001-06-13 2002-06-13 Ventilating device and ventilating system fitted therewith
DE60207786T DE60207786T2 (de) 2001-06-13 2002-06-13 Lüftungssystem und damit ausgerüstetes Lüftungssystem
AT02077358T ATE312320T1 (de) 2001-06-13 2002-06-13 Lüftungsvorrichtung und damit ausgerüstetes lüftungssystem
ES02077358T ES2254598T3 (es) 2001-06-13 2002-06-13 Dispositivo de ventilacion y sistema de ventilacion equipado con este.
EP05076810A EP1598604A3 (en) 2001-06-13 2002-06-13 Ventilating device and ventilating system fitted therewith

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1018285 2001-06-13
NL1018285A NL1018285C2 (nl) 2001-06-13 2001-06-13 Ventilatiesysteem.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1018285C2 true NL1018285C2 (nl) 2003-01-13

Family

ID=19773546

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1018285A NL1018285C2 (nl) 2001-06-13 2001-06-13 Ventilatiesysteem.

Country Status (5)

Country Link
EP (2) EP1267132B1 (nl)
AT (1) ATE312320T1 (nl)
DE (1) DE60207786T2 (nl)
ES (1) ES2254598T3 (nl)
NL (1) NL1018285C2 (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1034927C2 (nl) 2008-01-18 2009-07-21 Holland Conditioning Parkeersystemen Bv Efficiente ventilatorinrichting met centrifugaalwaaier.
NL1034926C2 (nl) * 2008-01-18 2009-07-21 Holland Conditioning Parkeersystemen Bv Ventilatorinrichting met ophanging aan motor.
GB0819608D0 (en) * 2008-10-24 2008-12-03 Mosen Ltd Improved tunnel ventilation device
GB2479082A (en) * 2008-10-24 2011-09-28 Fathi Tarada Tunnel Ventilation Fan Nozzle
GB2509928A (en) * 2013-01-17 2014-07-23 Mosen Ltd Tunnel ventilation fan and nozzle assembly
CN105090075A (zh) * 2015-07-16 2015-11-25 莫森有限责任公司 节能隧道通风设备

Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR1327589A (fr) * 1962-07-03 1963-05-17 Bahco Ab Perfectionnements aux rideaux d'air pour portes, notamment pour portes coulissantes
GB942535A (en) * 1959-03-03 1963-11-20 Smith & Sons Ltd S Improvements in or relating to centrifugal blowers
US4131059A (en) * 1976-03-05 1978-12-26 Ab Svenska Flaktfabriken Apparatus for forming and controlling currents of air
JPS6149948A (ja) * 1984-08-15 1986-03-12 Hitachi Ltd 空気清浄装置
JPH01130099A (ja) * 1987-11-12 1989-05-23 Fuji Electric Co Ltd トンネル換気装置
DE9305528U1 (de) * 1992-04-13 1993-06-17 Siemens AG, 8000 München Spiralgebläse
DE4415079A1 (de) * 1994-04-29 1995-11-02 Teddington Controls Gmbh Kompakt-Luftschleieranlage
JPH10281518A (ja) * 1997-04-03 1998-10-23 Nippon Flaekt Kk 送風ユニット及び屋内駐車場の換気システム
NL1008137C2 (nl) * 1998-01-27 1999-08-02 Zwaan Adrianus J Mechanische, op of in een muur te bevestigen geluiddempende ventilatie-unit.
JP2000028167A (ja) * 1998-05-06 2000-01-25 Masuda Harmo:Kk 空気循環装置

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3211077A (en) * 1961-11-22 1965-10-12 Jr Frederick A Kramer Air curtain
JPS60101442A (ja) * 1983-11-07 1985-06-05 Matsushita Refrig Co 風向変更装置
JP3671495B2 (ja) * 1996-02-05 2005-07-13 ダイキン工業株式会社 空気調和機
JPH1183097A (ja) * 1997-09-08 1999-03-26 Daikin Ind Ltd 送風機及び該送風機を用いた空気清浄装置並びに空気調和装置
JP3061026B2 (ja) * 1997-12-18 2000-07-10 ダイキン工業株式会社 空気調和機の室内機
JP3724273B2 (ja) * 1999-09-20 2005-12-07 三菱電機株式会社 送風機、送風システム、送風システムの送風方法

Patent Citations (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB942535A (en) * 1959-03-03 1963-11-20 Smith & Sons Ltd S Improvements in or relating to centrifugal blowers
FR1327589A (fr) * 1962-07-03 1963-05-17 Bahco Ab Perfectionnements aux rideaux d'air pour portes, notamment pour portes coulissantes
US4131059A (en) * 1976-03-05 1978-12-26 Ab Svenska Flaktfabriken Apparatus for forming and controlling currents of air
JPS6149948A (ja) * 1984-08-15 1986-03-12 Hitachi Ltd 空気清浄装置
JPH01130099A (ja) * 1987-11-12 1989-05-23 Fuji Electric Co Ltd トンネル換気装置
DE9305528U1 (de) * 1992-04-13 1993-06-17 Siemens AG, 8000 München Spiralgebläse
DE4415079A1 (de) * 1994-04-29 1995-11-02 Teddington Controls Gmbh Kompakt-Luftschleieranlage
JPH10281518A (ja) * 1997-04-03 1998-10-23 Nippon Flaekt Kk 送風ユニット及び屋内駐車場の換気システム
NL1008137C2 (nl) * 1998-01-27 1999-08-02 Zwaan Adrianus J Mechanische, op of in een muur te bevestigen geluiddempende ventilatie-unit.
JP2000028167A (ja) * 1998-05-06 2000-01-25 Masuda Harmo:Kk 空気循環装置

Non-Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Title
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 010, no. 211 (M - 501) 24 July 1986 (1986-07-24) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 013, no. 376 (M - 862) 21 August 1989 (1989-08-21) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 1999, no. 01 29 January 1999 (1999-01-29) *
PATENT ABSTRACTS OF JAPAN vol. 2000, no. 04 31 August 2000 (2000-08-31) *

Also Published As

Publication number Publication date
DE60207786T2 (de) 2006-08-31
EP1267132A1 (en) 2002-12-18
EP1267132B1 (en) 2005-12-07
DE60207786D1 (de) 2006-01-12
ATE312320T1 (de) 2005-12-15
EP1598604A2 (en) 2005-11-23
EP1598604A3 (en) 2009-01-21
ES2254598T3 (es) 2006-06-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP2598718B1 (en) Method and system for tunnel ventilation in normal conditions and in conditions of fire
JP2013121536A5 (nl)
NL1018285C2 (nl) Ventilatiesysteem.
US6053809A (en) Smoke detection and ventilation system
AU2013203874B2 (en) Apparatus for exhausting air
US20140199938A1 (en) Apparatus for exhausting air
GB2470974A (en) Underground railway tunnel ventilation apparatus
KR20200058851A (ko) 광섬유온도센서와 환기장치를 이용한 화재감시 및 대피자 보호시스템
JP2017534045A (ja) ウィンドブロッカーを備える空調機
EP2165046B1 (de) Verfahren zum entrauchen und belüften eines unterirdischen bahnhofes
JP2001295237A (ja) 防霧空間を構築し、除湿加熱した空気を送風機にて、霧のでている空間へ吹き出し、消滅させる防霧及び消霧設備装置。
WO1996006313A1 (en) Air moving system
Lambert et al. The use of positive pressure ventilation fans during firefighting operations in underground stations: An experimental study
JP2015218972A (ja) 地下駅空調方法及び地下駅空調システム
NL9200059A (nl) Luchtbehandelingsinrichting.
WO2015155902A1 (ja) 鶏舎の換気構造及び鶏舎の換気方法
KR20060120409A (ko) 제연용 급추진 환기팬 장치
JP4047181B2 (ja) 煙押し戻し装置
KR102243704B1 (ko) 터널 사이드에 복수설치가 가능한 임펠러 없는 환기팬
KR20130124037A (ko) 승강장 제연 설비 시스템
KR101647073B1 (ko) 에어커튼식 화연 차단 장치 및 이를 적용한 지하 구조물
Gupta et al. Design Strategies and Planning for Fire and Life Safety in Delhi Metro
RU2194194C2 (ru) Способ защиты различных объектов от воздействия отрицательных факторов воздушного потока осевого вентилятора и выходное устройство такого вентилятора для осуществления способа
JP6840210B2 (ja) ガス系消火設備およびその製造方法
JP2023154249A (ja) 空気調和システム

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120101