NL1011543C1 - Wagenonderstel voor transport van een erop geplaatste wisselopbouw, in het bijzonder een wissellaadbak. - Google Patents

Description

Wagenonderstel voor transport van een erop geplaatste wisseiopbouw, in het bijzonder een wissellaadbak

De uitvinding betreft een wagenonderstel voor het transport van een erop 5 geplaatste wisseiopbouw, in het bijzonder een wissellaadbak, met minstens een opneemorgaan voor het opnemen van minstens een profielvormig oplegelement van de wisseiopbouw.

Een wagenonderstel van dit soort heeft meestal een chassis en aan het chassis zijn wielen gemonteerd. Het chassis is uitgerust met een trekelement, 10 zoals een dissel, waarmee het wagenonderstel b.v. aan een trekvoertuig gekoppeld kan worden. Met het trekvoertuig is dan het wagenonderstel verrijdbaar, waarbij een op het wagenonderstel geplaatste te transporteren wisseiopbouw, verplaatsbaar is.

Wisselopbouwen, zoals wissellaadbakken, kunnen op verschillende plaatsen 15 ingezet worden. Daartoe beschikken ze over opstelelementen, zoals opstelpoten of dergelijke. Tijdens het transport van een dergelijke wisseiopbouw zijn de opstelelementen van de grond gelicht, de wisseiopbouw ligt met behulp van oplegelementen op het wagenonderstel. De oplegelementen zijn als profiel gevormd, zij hebben b.v. telkens de vorm 20 van een U-profiel of een dubbele-T-profiel.

De oplegelementen van een wisseiopbouw komen bij bekende wagenonderstellen tijdens het transport met minstens twee opneemorganen van het wagenonderstel in aanraking. Bij bekende wagenonderstellen zijn deze opneemorganen eveneens als profiel gevormd. In overeenstemming met 25 de als profiel gevormde oplegelementen aan de wisseiopbouw hebben de opneemorganen telkens de vorm van een dubbele-T-profiel. Op deze als dubbele-T-profiel gevormde opneemorganen worden de als U- of dubbele-T-profiel gevormde oplegelementen van de wisseiopbouw geplaatst, b.v. een wissellaadbak. Daarna worden wagenonderstel en wisseiopbouw door middel 20 van geschikte vergrendelingsorganen met elkaar verbonden, zodat de wisseiopbouw niet van de opneemorganen van het wagenonderstel kan af glijden.

De dubbele-T-profielen bij de bekende wagenonderstellen bieden weliswaar de mogelijkheid van een mechanisch vaste uitvoering van de opneemorganen, 25 echter hebben deze opneemorganen door hun dubbele-T-profiel vorm een relatief grote bouwhoogte. Op grond van deze relatief grote bouwhoogte is de hoogte van het wagenonderstel relatief groot uitgevoerd. Voor het transport van een wisseiopbouw op een dergelijk wagenonderstel moet 101 1543 2 rekening worden gehouden met bepaalde maximale hoogten van wagenonderstel en wisselopbouw, die in de wegenverkeerswet zijn voorgeschreven. Wagenonderstellen en wisselopbouwen zijn zo geconstrueerd en op elkaar afgestemd dat de gezamenlijke hoogte als gevolg 5 van uit de hoogte van het wagenonderstel en de hoogte van de wisselopbouw precies overeenkomt met de maximaal toelaatbare hoogte volgens de wegenverkeerswet. Door maximaal gebruik te maken van de toelaatbare hoogte wordt bereikt dat een wisselopbouw met een groot volume, die ook voortkomt uit zijn hoogte, transporteerbaar is. Op grond van de relatief grote hoogte van het wagenonderstel is bij bekende wagenonderstellen echter de hoogte van de wisselopbouw dienovereenkomstig verminderd. Uit de verminderde hoogte volgt, dat de wisselopbouwen met bepaalde maximale laadvolumes transporteerbaar zijn.

De uitvinding onderkent het probleem, een wagenonderstel van 15 eerdergenoemde soort te verschaffen, waarmee wisselopbouwen met een grotere hoogte en daarmee met een vergroot laadvolume getransporteerd kunnen worden zonder inbreuk te maken op de voorschriften van de wegenverkeerswet.

Dit probleem wordt volgens de uitvinding door een wagenonderstel opgelost 20 waarbij minstens een opneemorgaan voor het opnemen van minstens een profielvormig oplegelement van de wisselopbouw uitgevoerd is als L-profiel. Ook bij het wagenonderstel volgens de uitvinding is resp. zijn de aangebrachte opneemorganen profielvormig uitgevoerd. Met betrekking tot de stand der techniek is echter geen uitvoering met dubbele-T-profielen bekend, 25 daarentegen zijn de opneemorganen bij het wagenonderstel volgens de uitvinding met L-vormige profielen uitgevoerd. Een L-vormig profiel is met een geringe bouwhoogte uit te voeren. Op grond van zijn uitvoering als open profiel is een zeer geringe bouwhoogte bij een L-vormig profiel intrinsiek aanwezig, omdat een profielvormig oplegelement van de wisselopbouw in een L-vormig profiel zodanig passend geplaatst kan worden, dat het enkel met zijn oplegvlak op een been van het L-vormige profiel rust. De voor het opleggen van de wisselopbouw maatgevende hoogte van het als L-vormig profiel uitgevoerde opnameorgaan is daardoor aanzienlijk gereduceerd, het komt overeen met de dikte van het been van de L. Het laadvlak van het 25 wagenonderstel voor de wisselopbouw is vergeleken met bekende wagenonderstellen naar beneden in de richting van het wegoppervlak verschoven. Daaruit ontstaat het voordeel dat bij een aan de maximaal toelaatbare hoogte afgestemde totale hoogte van het wagenonderstel en 1011548 3 wisselopbouw, de hoogte van de wisselopbouw toegenomen is vergeleken met de bekende wagenonderstellen voor de te transporteren wisselopbouwen. De toename van de hoogte van de wisselopbouw komt precies overeen met de mate van verlaging van het laadvlak voor de 5 wisselopbouw op het wagenonderstel volgens de uitvinding. Op grond van de toename van de hoogte van de wisselopbouw ontstaat ook het voordeel dat het laadvolume van de wisselopbouw toeneemt, b.v. het laadvolume van een wissellaadbak. Zonder inbreuk te maken op de voorschriften van de Wegenverkeerswet is met het wagenonderstel volgens de uitvinding een TO mogelijkheid geschapen grotere wisselopbouwen met een vergroot laadvolume te transporteren.

In een verdere ontwikkeling van de uitvinding is voorzien, doordat telkens een been van een L-vormig profiel in een en hetzelfde horizontale vlak ligt. Deze benen van de L-vormige profielen liggen in het horizontale vlak, dat gevormd T 5 wordt door het laadvlak voor de wisselopbouw. Een te transporteren wisselopbouw wordt zodanig op het wagenonderstel opgenomen, dat zijn profielvormige oplegelementen op de benen van de L-vormige profielen opgelegd worden, die in hetzelfde horizontale vlak liggen.

Bij voorkeur zijn twee L-vormige profielen als opneemorganen voorzien, die 20 parallel aan de lengteas van het wagenonderstel lopen en waarvan in het horizontale vlak gelegen benen van de L-vormige profielen naar elkaar toegekeerd zijn. De beiden aldus aangebrachte L-vormige profielen vormen tezamen een breed en naar boven open U-profiel, waarvan de basis van het U-profiel onderbroken is. Op dit gevormde U-profiel kunnen de 25 oplegelementen van de wisselopbouw geplaatst worden. Het opleggen geschiedt door een passend inbrengen van de profielvormige oplegelementen in de L-vormige profielen. De benen van de L-vormige profielen, die niet in het horizontale vlak liggen, staan vertikaal. Daartegen aan kunnen eveneens vertikaal gerichte delen van de profielvormige oplegelementen liggen. In zijn 20 geheel ontstaat een passende inbrenging van de oplegelementen in de opneemorganen, waardoor op voordelige wijze een standzekere opname van de wisselopbouw op het wagenonderstel is gewaarborgd. De basis van het U-profiel dat uit de L-vormige profielen bestaat kan ook gesloten uitgevoerd zijn. De in het horizontale vlak gelegen benen van de L-vormige profielen 25 hebben dan zulke afmetingen, dat hun vrije uiteinden tegen elkaar aanliggen. Dit U-profiel bestaat uit twee L-vormige profielen, waarbij verder de L-vormige profielen zijn uitgevoerd als opneemorganen voor de oplegelementen.

1011543 4

Bij voorkeur strekken de L-vormige profielen zich nagenoeg over de totale lengte van het onderstel uit. Oplegelementen van de wisselopbouw, die zich nagenoeg over de totale lengte van de wisselopbouw uitstrekken, zijn daarmee over een groot oppervlak opgelegd op de opneemorganen. De 5 krachten die door het gewicht van de wisselopbouw worden uitgeoefend zijn gelijkmatig over het oppervlak verdeeld.

Volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding is het wagenonderstel volgens de uitvinding voorzien van extra vergrendelingsorganen voor het vergrendelen van een op het wagenonderstel liggende wisselopbouw. Met 10 deze vergrendelingsorganen kan eerst, enkel door het opleggen van de wisselopbouw op de aan het wagenonderstel aangebrachte verbinding, de wisselopbouw aan het wagenonderstel vastgemaakt worden. Daardoor is gewaarborgd dat de wisselopbouw een vaste stand op het wagenonderstel inneemt, ook dan wanneer het wagenonderstel optrekt of afremt of b.v. als 15 gevolg van een bochtige weg aan wisselingen in de belasting onderhevig is. De vergrendelingsorganen omvatten bij voorkeur aan de L-vormige profielen aangebrachte bevestigingselementen, die samenwerken met op de wisselopbouw gemonteerde verbindingsmiddelen. De bevestigingselementen zijn b.v. voorzien van gaten, waardoorheen bouten worden aangebracht als 20 verbindingsmiddelen. De bouten kunnen dan op de gebruikelijke manier, b.v. met een moer, ter weg verbinding met het bevestigingselement in het gat vastgezet worden. Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding, waaruit verdere inventieve kenmerken volgen, is in de tekening weergegeven.

Daarin is; 25 Fig.1 een wagenonderstel en een van het wagenonderstel gescheiden opgestelde wissellaadbak;

Fig. 2 een schematisch zijaanzicht van het wagenonderstel en de wissellaadbak volgens Fig. 1;

Fig. 3 een ander schematisch zijaanzicht van het wagenonderstel en de 20 wissellaadbak volgens Fig. 1 en 2 en

Fig. 4 een op vergrote schaal weergegeven detail IV in Fig. 3.

Het in Fig. 1 weergegeven wagenonderstel 1 heeft een chassis met daaraan d.m.v. drie assen opgehangen wielen 2. Met de wielen 2 en met een in het 25 bereik van een dissel 4 aangebrachte extra steun 5 staat het wagenonderstel 1 op de grond 6. Met de dissel 4 kan het wagenonderstel 1 met een trekker verbonden worden, zodat het wagenonderstel 1 met de trekker voortbewogen kan worden.

1011549 5

In het bereik van de wielen 2 is het chassis van het wagenonderstel 1 voorzien van opneemorganen 7. De opneemorganen 7 zijn als profielen (Fig.3 en 4) uitgevoerd. Aan de opneemorganen 7 zijn verticale aangebrachte hefmiddelen 8 bevestigd, die als hefcilinders uitgevoerd zijn.

5 De wissellaadbak 9 heeft een laadbakbodem 10. Aan de onderzijde van de laadbakbodem 10 zijn oplegelementen 11 aangebracht, die als profielen zijn uitgevoerd. De wissellaadbak 9 is met opstellingselementen 12 op de grond 6 opgesteld.

Fig. 2 toont, dat tussen de opstelelementen 12 van de wissellaadbak 9 een 1 0 onderlinge afstand bestaat, waarin het wagenonderstel 1 onder de laadbakbodem 10 van de wissellaadbak 9 gereden is. De opstelelementen 12 zijn draaibaar aan de laadbakbodem 10 aangebracht. De opneemorganen 7 van het onderstel 1 zijn telkens als L-vormige profielen uitgevoerd. Bij het uitvoeringsvoorbeeld zijn twee L-vormige profielen voorzien. Telkens ligt een been 13 van die L-vormige profielen in hetzelfde horizontale vlak. Het telkens andere been van elk L-vormige profiel is ten opzichte van de bodem 6 vertikaal geplaatst. De beide L-vormige profielen vormen een breed naar boven toe open U-profiel, waarvan de basis van het U-profiel onderbroken is. De aan de onderzijde van de laadbakbodem 10 aangebrachte oplegelementen 20 11 zijn als U-profielen gevormd. De U-profielen zijn op onderlinge afstand geplaatst, die ongeveer overeenkomt met de afstand tussen de als L-profiel gevormde opneemorganen 7. Zowel de opneemorganen 7 als ook de oplegelementen 11 zijn telkens onderling parallel en parallel aan de lengteas van het wagenonderstel 1 resp. de wissellaadbak 9. De beiden als U-profiel 25 uitgevoerde oplegelementen 11 zijn t.o.v. elkaar zodanig aangebracht, dat de benen van de L-vormige profielen naar elkaar toegekeerd zijn.

Aan de verticale benen van de L-vormige profielen van de opneemorganen 7 zijn de in Fig.2 niet weergegeven hefmiddelen 8 gemonteerd, die t.o.v. de onderzijde van de laadbakbodem 10 van de wissellaadbak 9 uitschuifbaar 30 zijn. Bjj dit uitschuiven wordt de wissellaadbak 9 van de grond 6 opgetild, waarna de opstelelementen 12 verwijderd resp. ingeklapt kunnen worden.

Het nadien opleggen van de wissellaadbak 9 op het wagenonderstel 1 is in Fig.3 getoond. Het opleggen geschiedt door het zover inschuiven van de hefmiddelen 8, tot de oplegelementen 11 op de opneemorganen 7 opgelegd 35 zijn. De als U-profielen uitgevoerde oplegelementen 11 worden daarbij zo op de als L-vormige profielen uitgevoerde opneemorganen 7 opgelegd, dat telkens het naar de grond 6 gekeerde been van het U-vormige profiel gelegen is op de in het horizontale vlak liggende been 13 van het L-vormige profiel.

1011543 6

Door deze oplegging is gewaarborgd, dat tussen het wagenonderstel 1 en de wissellaadbak 9 geen opneemorganen 7 aangebracht zijn met een grotere bouwhoogte dan de dikte van het been 13 van het L-vormige profiel. Op grond van het gebruik van L-vormige profielen ontstaat eerder een geringe 5 bouwhoogte, waardoor bereikt is, dat het laadvlak voor de wissellaadbak 9 naar de grond toe gedaald is. Het zwaartepunt van de wissellaadbak 9 is daardoor dichterbij de grond 6 gekomen. Rekening houdende met de toelaatbare totale hoogte kan de hoogte van de wissellaadbak 9 zijn vergroot, in het bijzonder de hoogte van de vertikaal staande zijwanden 18.

TO Uit het in Fig. 4 weergegeven detail uit Fig. 3 valt te zien, dat voor een mechanisch vaste verbinding van de opneemorganen 7 en oplegelementen 11 extra vergrendelingsorganen voorzien zijn. Deze vergrendelingsorganen zijn telkens voorzien van een aan de buitenkan van het verticale been van het L-vormige profiel aangebracht uitsteeksel 14, waarin een in het horizontale vlak 1 5 gelegen gat aangebracht is. Een aan de basis van elk als U-profiel uitgevoerde oplegelementen 11 aangebracht uitsteeksel 15 heeft een ruimte voor de bevestiging van een bout 16. De beide uitsteeksels 14 en 15 zijn naar elkaar toegekeerd en lopen evenwijdig aan de opneemorganen 7 resp. aan de oplegelementen 11, zodat de in het uitsteeksel 15 bevestigde bout 16 door 2° het gat in het uitsteeksel 14 tijdens het opleggen van de wissellaadbak 9 op het wagenonderstel 1 geleid wordt. De bout 16 is met een moer 17 vastgedraaid.

1011543 i

Claims (7)

1. Wagenonderstel voor transport van een erop geplaatste wisselopbouw, 5 in het bijzonder een wissellaadbak, met minstens een opneemorgaan voor het opnemen van minstens een profielvormig oplegelement van de wisselopbouw, met het kenmerk, dat elk opneemorgaan (7) bestaat uit een L-vormig profiel.

2. Wagenonderstel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat elk L-profiel aan het wagenonderstel (1) zodanig geplaatst is dat telkens een been van de L-vorm (13) in eenzelfde horizontaal vlak ligt.

3. Wagenonderstel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat vorzien is 15 jn twee L-vormige profielen, die parallel lopen aan de lengteas van het wagenonderstel (1), en waarvan de in het horizontale vlak gelegen benen (13) van de L-vorm naar elkaar toegekeerd zijn.

4. Wagenonderstel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de L-20 profielen zich nagenoeg over de totale lengte van het onderstel uitstrekken.

5. Wagenonderstel volgens één van de conclusies van 1 tot 4, gekenmerkt door extra vergrendelingsorganen voor het vergrendelen van een op het wagenonderstel (1) geplaatste wisselopbouw. 25

6. Wagenonderstel volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de vergrendelingsorganen voorzien zijn van aan de L-vormige profielen bevestigde bevestigingselementen, waarin verbindingsmiddelen aangrijpen die op aan de wisselopbouw gemonteerd zijn. 30

7. Wagenonderstel volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat elk bevestigingselement voorzien is van een aan de buitenzijde van een vertikaal staand been van het L-vormig profiel aangebracht uitsteeksel (14), waarin een gat aangebracht is, en dat de verbindingsmiddelen bestaan uit door die 35 gaten aan te brengen bouten (16), op welke vrije uiteinden moerend 7) aan te brengen zijn. 1011543