NL8004095A

NL8004095A - Pallet.

Info

Publication number: NL8004095A
Application number: NL8004095A
Authority: NL
Original assignee: Nordstroem Claes
Priority date: 1979-07-19
Filing date: 1980-07-16
Publication date: 1981-01-21
Also published as: FR2461656B1; DE8019217U1; US4347794A; DK310480A; FR2461656A1; BE884381A; SE420902B; SE7906201L; GB2056934A

Description

N/29.826-tM/cs - 1 - *

Pallet.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op pal-letten en meer in het bijzonder op een lichtwegend, betrekkelijk sterk pallet.

In bijna alle takken van vrachtbehandeling heeft 5 het pallet een steeds grotere belangrijkheid gekregen als hulp bij het vergemakkelijken van vrachtbehandeling. Het gebruikelijke houten pallet is zo belangrijk voor urachtbehandeling dat veel landen een normalisatie zijn overeengekomen die leidt tot het zogenaamde Europallet.

10 Een bekende slagzin zegt dat een kist zijn ge wicht in goud waard kan zijn, maar zelfs een zo dure ladings-eenheid moet vaak rusten op een eenvoudige houten pallet. Een pallet heeft de taak niet alleen om een drager te zijn voor vracht ten opzichte van ondersteuning maar ook dient het als 15 hulpmiddel bij het transporteren en omladen van vracht en heeft daarom een zodanige constructie dat het kan worden opgelicht en getransporteerd door middel van handpalletwagens, vorkhef-wagens en andere soortgelijke hef- en transportmiddelen. De gebruikelijke houten palletten zijn onmisbaar bij vrachtbehande-20 ling en zijn zeer goedkoop, maar hebben nadelen en hun bruikbaarheid is beperkt. Zij zijn bijvoorbeeld betrekkelijk zwaar en worden gemakkelijk beschadigd tijdens het transport en omladen. Lege palletten terugsturen naar de afzender wordt vaak verliesgevend beschouwd. Ander nadeel en beperking is dat de 25 gebruikelijke palletten gewoonlijk niet kunnen worden toegepast als lastdragende ondersteuning tijdens het transport van goederen op vele soorten transporteurs die worden gebruikt bij moderne vrachtbehandeling, bijvoorbeeld in vrachteindstations en soortgelijke omlaadstations voor het overbrengen van vracht 30 tussen wegverkeer en luchtverkeer.

De uitvinding beoogt een lichtwegend en sterk pallet te verschaffen dat bestemd is om in bepaalde opzichten te dienen als vervanging of aanvulling van het gebruikelijke pallet en speciaal om het laden, lossen en overbrengen te verge-35 makkelijken van goederen van het type dat normaal, ten-minste tijdens sommige fases van het transport wordt gedragen op palletten, en een speciaal doel van de uitvinding is het verschaffen van een lichtwegend, sterk pallet, waarbij de goederen kun- 800 4095 - 2 - nen worden verplaatst zowel door middel van het pallet als ten opzichte daarvan, dus bij het overbrengen van goederen op en vanaf het pallet.

Hiertoe is het pallet volgens de uitvinding geken-5 merkt door een lichaam in de vorm van een rechthoekig gestel van lichtmetalen of aluminium balken die door lassen onderling verbonden zijn, en een lastdragend oppervlak dat is gevormd door een aantal rolorganen, bij voorkeur kogelrolorganen, die zijn verbonden met het gestel, waarbij het pallet is voorzien 10 van tenminste êën remrol die in een zodanige stand is ondersteund dat goederen met platte onderzijden, die wanneer zij worden gedragen op het pallet, worden verschoven op de kogelrolorganen, zullen worden afgeremd door de remrol.

Bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvormen van de 15 uitvinding zijn gekenmerkt door de volgende bijzonderheden.

De remrol of elke remrol is ondersteund door een is zwenkbeugel die^verbonden met het gestel van het pallet.

Het pallet is aan tenminste één zijde voorzien van een losneembaar gemonteerde geleidingsrail.

20 Het pallet is aan tenminste twee hoeken voorzien van omhoog- of omlaagbeweegbare remorganen of gemakkelijk losneembare aanslagen.

De kogelrolorganen en hun legers zijn ondersteund op zodanige wijze dat zij door drukmediumcilinders omhoog en 25 omlaag kunnen worden bewogen, bij voorkeur in de vorm van opblaasbare balgen.

De remrollen zijn ondersteund op zodanige wijze dat zij omhoog en omlaag kunnen bewegen en door een veerbelas-ting in de bovenste eindstand worden gedrukt.

30 De remrollen worden ondersteund op zodanige wijze dat zij omhoog en omlaag kunnen bewegen door middel van met drukmiddel werkende balgen of cilinders.

Het palletlichaam, dat is gevormd door het gestel, omvat celvormige kunststof met stijve celwanden, welke kunst-35 stof is aangebracht in de holle ruimten tussen de balken.

De gestelbalken omvatten twee evenwijdige balken die kanaalvormige geleidingen voor hefvorken vormen.

De als geleiding voor hefvorken dienende balken hebben een dwarsdoorsnede die bestaat uit een T-sectie en een 40 doosliggersectie in een enkel stuk, waarbij de lijfplaat van 800 4 0 95 «- . 4 - 3 - de T-sectie zich van het midden van de bovenzijde van de doos-liggersectie uitstrekt.

De uitvinding zal hierna meer in detail worden beschreven aan de hand van de bijgaande tekeningen waarin: 5 Pig. 1 is een perspectivisch aanzicht en toont een bij voorkeur toegepaste uitvoeringsvorm van een pallet volgens de uitvinding van bovenaf gezien.

Fig. 2 toont het pallet van fig. 1 gezien vanaf een zijde,

10 Fig. 3 is een doorsnede volgens de lijn III-III

in fig. 1,

Fig. 4 is een van bovenaf gezien perspectivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van het pallet van fig. 1-3 welke uitvoeringsvorm is bedoeld voor eenvoudiger taken, 15 Fig. 5 is een soortgelijk perspectivisch aanzicht van een wijziging van de vrij eenvoudige uitvoeringsvorm van het pallet in fig. 4,

Fig. 6 is op grotere schaal een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens de lijn VI-VI in fig. 5 en toont een 20 kogelroleenheid met een kogel die door middel van een met drukmiddel werkende cilinder omhoog en omlaag bewogen kan worden.

Het in fig. 1 afgeheelde pallet is in zijn geheel samengesteld uit lichtgewicht aluminium profielen en omvat een rechthoekig gestel, dat is vervaardigd uit kanaalprofielen die 25 aan de hoeken aan elkaar zijn gelast, waarbij de kanaalprofielen la, lb aan de twee korte zijden van het gestel met hun flenzen horizontaal naar elkaar toe zijn gekeerd, terwijl de lijfplaten verticaal zijn en de eindvlakken van het gestel vormen. De twee kanaalprofielen lc, ld aan de lange zijden van het 30 gestel zijn met hun lijfplaten horizontaal aangebracht en met hun flenzen omlaaggekeerd of met hun lijfplaten verticaal en hun flenzen naar binnen gekeerd, waarbij de kanaalprofielen zich met hun einden in aanraking met de binnenzijden van de lijfplaten van de aangrenzende kanaalprofielen la respectieve-35 lijk lb aan de korte zijden van het gestel uitstrekken en daarop gelast zijn en voor de bovenflenzen van deze profielen zijn uitgespaard.

Tussen de profielsecties la, lb aan de korte zijden van het gestel strekt zich evenwijdig met de profielsec-40 ties lc, ld aan de lange zijden van het gestel een aantal ka- 800 4095 - 4 - naai- of L-profielen 2a-2f uit die op even grote afstanden uit elkaar liggen en waarvan de profielen 2a, 2b, 2e en 2f dezelfde onderlinge afmetingen hebben, terwijl de buitenste kanaalpro-fielen 2a en 2f betrekkelijk dicht bij de langsprofielen lc, 5 ld liggen voor een doel dat hierna zal worden beschreven. In het centrale deel van het gestel strekken zich twee dwarsbalken 3a, 3b uit die bestaan uit een T-sectie en een doosligger-sectie, waarbij de lijfplaat van de T-sectie 5 zich vanaf de bovenzijde van de doosliggersectie 4 uitstrekt, zoals is afge-10 beeld. De T-sectie en de doosliggersectie van elke dwarsbalk 3a, 3b kunnen in één stuk gevormd zijn. De langsbalken met uitzondering van 2c en 2d hebben bij voorkeur dezelfde hoogte als de afstand tussen de horizontale flens van de T-sectie 5 en de bovenzijde van de doosliggersectie 4, zodat zij daartussen pas-15 sen. De langsbalken lc, ld van het gestel zijn elk verdeeld in drie delen die aan hun aangrenzende zijde zijn gescheiden door de lijfplaten van de centrale balken 3a, 3b en op deze balken gelast zijn.

Alle balken la-ld, 2a-2f en 3a, 3b zijn aan el-20 kaar gelast aan hun aanrakingsvlakken en het gestel dat het pallet vormt is gekenmerkt doordat het licht weegt maar zeer stijf en sterk is.

De balken 2a-2f kunnen de vorm hebben van L- of kanaalprofielen met horizontale flenzen. De langsbalken 2a, 2b, 25 2e, 2f die dezelfde hoogte hebben als de balken lc, ld kunnen zijn verdeeld in delen op dezelfde wijze als de balken lc, ld en zijn bevestigd aan de dwarsbalken la, lb, 3a, 3b, maar anders kunnen zij doorlopen en zich uitstrekken door de lijfplaten van de dwarsbalken 3a, 3b. Elk van .de twee centrale langs-30 balken 2c, 2d (zie fig. 1) is ook verdeeld in drie delen die zijn verbonden aan de centrale dwarsbalken 3a, 3b op de manier die blijkt uit fig. 3, maar zij zijn even hoog als de dwarsbalken la, lb en 3a, 3b en zijn uitgespaard voor de bovenflenzen van deze balken, zodat zij kunnen rusten tegen de onder-35 zijden daarvan. Verder zijn zij voorzien van uitsparingen voor het opnemen van de twee flenzen van de dwarsbalken la, lb en de doosliggersecties van de centrale dwarsbalken 3a, 3b aan de einden van de delen (zie fig. 3). De doosliggersecties 4 hebben dus van open einden voorziene holle ruimten voor het op-40 nemen van de hefvorken.

800 4095 * « - 5 -

Om twee of meer palletten volgens de uitvinding met de einden aan elkaar te verbinden kan het pallet aan de hoeken zijn voorzien van gemakkelijk losneembare koppelmidde-len die zijn aangegeven door middel van een in fig. 1 symbo-5 lisch afgebeelde haak 6 aan één hoek van een korte zijde van het pallet en een bout 7 aan een hoek van de andere korte zijde daarvan. De afgebeelde haak 6 scharniert op het pallet door middel van eer. bout 8. Bij voorkeur echter zijn de koppelmid-delen verzonken in uitsparingen aan de hoeken, zodat zij niet 10 uit de palletzijden steken.

Elk pallet is voorzien van steunvlakken in de vorm van kogelrolorganen 10. Elk van de langsbalken 2a - 2f is dus voorzien van een rij kogelrolorganen 10, bijvoorbeeld kogelrol-organen van het KU of KUF type die worden verkocht door Tellus 15 Maskin AB, maar bij voorkeur wordt gebruik gemaakt van een gewijzigde constructie volgens de uitvinding waarbij de kogels in de kogelhulzen rusten op met een drukmiddel bediende balg-cilinders die in wezen kunnen overeenkomen met het type door een drukmiddel bediende balgcilinders die worden verkocht door 20 Mecmans Svenska Marknads AB onder de aanduiding Series 1900.

Een dergelijke gewijzigde constructie is in doorsnede afgeheeld in fig. 6.

De kogels van de kogelrolmiddelen 10 stijgen boven de bovenzijde van de dwarsbalken la-ld en de centrale dwarsbal-25 ken 3a, 3b en dus ook boven de bovenzijden van de andere balken 2a-2f. Bij de toepassing van rolkogels 14 volgens fig. 6 die door middel van door met een drukmedium werkende cilinders 12 omhoog en omlaag kunnen worden bewogen, kunnen de kogels omlaag worden bewogen naar een niveau onder het zojuist genoemde 30 hoogste niveau om goederen omlaag te bewegen zodat zij zullen rusten op de bovenzijden van de buitenbalken la-ld en de dwarsbalken 3a,3b. Door toevoer van samengeperste lucht aan de balgcilinders met luchtinlaten en -uitlaten 15, 16 kunnen de kogels omhoog worden bewogen en tengevolge van de elasticiteit van de 35 samengeperste lucht wordt de last gelijkmatig verdeeld op de kogels. De inlaten 15 en mogelijk ook de uitlaten 16 van de balgcilinders van alle kogelroleenheden 10 kunnen onderling zijn verbonden zodat het pallet maar één inlaat en maar één uitlaat heeft die gemeenschappelijk zijn voor alle balgcilin-40 ders.

800 4 0 95 - 6 -

Deze uitvoering volgens de uitvinding maakt het mogelijk goederen te verplaatsen door ze op de kogels van het pallet te verschuiven waardoor het laden en lossen sterk wordt vergemakkelijkt. Om de beweging van de goederen af te remmen 5 en dus te verhinderen dat zij plotseling van het pallet afrollen, is het pallet volgens de uitvinding voorzien van een aantal remrollen 17, bij voorkeur van het zwenkwieltype, zodat de goederen in elke richting op het pallet kunnen worden bewogen en door de remrollen afgeremd, daar deze rollen in de bewegings-10 richting van de goederen kunnen zwenken. Geschikt als remrollen is het type dat wordt verkocht onder de aanduiding Series BR door Wilhelm Sonesson AB. Bij voorkeur echter wordt een gewijzigd type toegepast, waarbij de remrollen in plaats van te zijn gemonteerd op jukken, zijn gemonteerd in zwenkbeugels 17', zo-15 als is afgebeeld in fig. 1.

Zoals reeds werd vermeld, vormen de doosligger-secties 4 van de centrale dwarsbalken 3a, 3b aan hun einden en dus aan de langszijden van het pallet open geleidingskanalen die zijn bedoeld voor het opnemen van hefvorken van vorkhef-20 wagens of dergelijke transportmiddelen waarmee het pallet en zijn last kan worden opgeheven.

Om voorbeelden van de afmetingen van de beschreven balken te geven kan worden vermeld dat de dwarsbalken la, lb en 3a, 3b een hoogte van 150 mm en een lijfplaathoogte van 25 60 mm kunnen hebben, dus dezelfde hoogte als de balken lc, ld, 2a, 2b, 2e en 2f. De balken 2c en 2d hebben dezelfde hoogte als de dwarsbalken. Alle bovenvlakken liggen in één en hetzelfde vlak. Tengevolge van de afgebeelde constructie behoeven de balken voor een normale kistlast geen grotere materiaaldikte 30 te hebben dan ongeveer 4 mm. In de afgebeelde uitvoering heeft de bovenwand van de doosliggersectie 4 die deel uitmaakt van de betreffende dwarsbalk 3a, 3b, echter een dikte die is vergroot tot 5 mm, terwijl de T-sectie een flens- en lijfplaat-dikte van 3 mm kan hebben.

35 Aanslagen voor goederen aan de korte zijden van het pallet zijn aan de hoeken daarvan aangebracht in de vorm van bij voorkeur losneembare en bij voorkeur buisvormige aan-slagpennen 18 die kunnen worden vergrendeld bijvoorbeeld met bajonetsluitingen in geleidingshulzen (niet afgebeeld) aan de 40 hoeken van het gestel. Geleidingsrails 20 in de vorm van L- 800 4095

«· V

- 7 - profielen zijn aangebracht aan de lange zijden van het pallet.

De geleidingsrails kunnen losneembaar zijn gemonteerd op het pallet doordat zij zijn voorzien van strippen 21 die daaraan zijn gelast en zich binnenwaarts vanaf de geleidingsrails 20 5 uitstrekken, waarbij de strippen 21 kunnen worden gestoken in geleidingen met de vorm van korte buisstukken 22 met vierkante doorsnede die voldoende lang zijn om een langsbalk lc, ld en de aangrenzende langsbalken 2a, 2f te overbruggen en op de onderzijde daarvan zijn gelast. De strippen 21 kunnen één gat of 10 een rij gaten hebben en een pallet kan overeenkomstige gaten aan de langszijden hebben, bijvoorbeeld zoals bij 23 is afgeheeld, om de geleidingsrails 20 te kunnen vastzetten op het gestel met behulp van pennen. Door deze uitvoering is het mogelijk de afstand van de geleidingsrails tot de aangrenzende 15 langszijden van de palletten in te stellen.

Fig. 4 toont een vereenvoudigde constructie waarin de korte en lange zijden van het gestel zijn gevormd door gelijke balken in de vorm van gelijke kanaal- of doosligger-profielen 25. De centrale langsbalken 26 kunnen ook de vorm 20 van gelijke kanaal- of doosliggerprofielen hebben en de centrale dwarsbalken 27 die de geleidingen voor de hefvorken vormen, kunnen de vorm van eenvoudige doosliggers met open einden hebben. De buitenbalken en de centrale langsbalken van het gestel zijn voorzien van kogelrolorganen 10 die in rijen zijn 25 aangebracht en remrollen 17 die zijn ondersteund door zwenk-beugels zijn gemonteerd op de hoeken van het gestel van het pallet.

Fig. 5 toont een verder gewijzigde uitvoering, die een lichaam omvat dat dezelfde constructie heeft als het 30 in fig. 4 afgeheelde gestel, maar is voorzien van een onderplaat 30 en een bovenplaat 31. Zoals in fig. 6 is afgebeeld, kan de ruimte tussen de onder- en bovenplaat zijn opgevuld met een geschikte verstijvende schuimplastic laag 32. De onderplaat 30, de bovenplaat 31 en de tussenliggende vulling 32 van 35 stijf schuimplastic vormen een stevige ondersteuning voor een aantal kogelrolorganen 10 die zijn verdeeld over het pallet op zodanige wijze dat zij elk van de twee centrale doosliggers 27 die als geleidingen dienen voor de hefvorken, zijn opgenomen tussen twee aangrenzende kogelrijen.

40 De twee uitvoeringen van fig. 4 en 5 kunnen zijn 800 4 0 95 - 8 - voorzien met aanslagpennen of losneembare aanslagblokken en de uitvoering van fig. 5 kan remrollen hebben zoals de uitvoering die het eerst is beschreven. De in fig. 6 toegepaste en afgeheelde kogelrolorganen zijn reeds beschreven bij de bespreking 5 van de uitvoeringsvorm van fig. 1-3.

De balgcilinder in fig. 6 kan de kogelrolorganen omhoog bewegen door een legerblok 35 omhoog te bewegen dat een bed 36 van kleine draagkogels voor de rolkogel 14 bevat.

Het pallet volgens de uitvinding is niet bedoeld 10 om de functie van het gebruikelijke pallet te vervangen als dragende ondersteuning voor goederen in pakhuizen of andere depots, hoewel het daarvoor ook kan worden gebruikt, maar is op de eerste plaats bedoeld voor toepassing als een tijdelijk lastdragendpallet, bijvoorbeeld in vrachteindstations en andere 15 omlaadstations, waarbij het pallet volgens de uitvinding het mogelijk maakt goederen daarop over te brengen bijvoorbeeld vanaf een rollentransporteur en goederen over te brengen van palletten naar een andere rollentransporteur door een verschuivende beweging. Het pallet volgens de uitvinding verschilt dus 20 wat betreft de toepassingsmogelijkheid van een gewoon pallet, waarop en waarvan goederen moeten worden overgebracht door heffen.

Het pallet volgens de uitvinding kan ook worden toegepast als hulptransporteur, bijvoorbeeld op vrachtauto-25 vloeren en tengevolge van zijn onbelangrijk gewicht kan het zonder nadeel de goederen vergezellen tijdens transporten om te worden gebruikt door de vrachtautochauffeur bij het lossen van de vrachtauto. Door meerdere palletten aan elkaar te koppelen kan gemakkelijk een lange rollentransportbaan worden samen-30 gesteld.

Wanneer het pallet is geplaatst op een hellende ondersteuning verhinderen remrollen dat de goederen in een ongeregelde beweging komen. Bij het overbrengen van goederen van het pallet op een lastdragend oppervlak^ bijvoorbeeld in een 35 vliegtuig) dat is voorzien van omhoog en omlaag beweegbare kogelrolorganen 10 en naar keuze ook van remrollen 17, 17' van de beschreven typen, kunnen de goederen nadat zij op hun plaats zijn gebracht, omlaag worden bewogen zodat zij rusten op een wrijvingslaag, waardoor gemakkelijk kan worden verhinderd dat 40 de goederen een ongewenste beweging uitvoeren. Voor het lossen 800 4 0 95 - 9 - kunnen de rolorganen weer omhoog bewogen worden.

Desgewenst kan het pallet volgens de uitvinding zijn voorzien van andere rollen dan kogelrolorganen, bijvoorbeeld cilindrische rollen die zijn gemonteerd op assen in ka-5 naalprofielen met omhooggerichte flenzen en kan het pallet ook zijn voorzien van kogelrolorganen of zwenkwielen aan de onderzijde zodat het pallet kan rollen over een steun, bijvoorbeeld een vrachtautovloer. Om een gewoon pallet met zijn last te kunnen bewegen op een pallet volgens de uitvinding kan een plaat, 10 bijvoorbeeld een Masonite-plaat worden geplaatst op de bovenzijde van het pallet volgens de uitvinding zodat het op de kogels (of rollen) rust. Anders kan een plaat worden verbonden met de onderzijde van het gewone pallet. Evenzo kan een plaat worden toegepast voor goederen met oneffen of gevoelige onder-15 zijden. De dwars- en langsbalken la, lb van het pallet kunnen zijn voorzien van geschikte bevestigingsorganen voor bescherm-kappen voor de goederen, bijvoorbeeld zogenaamde "TIR-loops".

In de bovenstaande beschrijving is melding gemaakt van aluminiumbalken als materiaal van het gestel van het pallet 20 maar natuurlijk kan ook gebruik worden gemaakt van balken van lichtmetaallegeringen. Een denkbaar alternatief voor lichtmetaal is kunststof met een geschikte versterking, in welk geval het lichaam kan worden gevormd in één stuk met holten en versterkte zones voor het monteren van de kogelrolmiddelen en rem-25 rollen.

Al deze mogelijkheden vallen in het kader van de onderhavige uitvinding.

Gemeenschappelijk aan de beschreven uitvoeringsvormen is een lichtwegende, lastdragende gestelconstructie met 30 een transportvlak dat is gevormd door rollen die bij voorkeur de vorm van kogelrolorganen hebben en zijn aangebracht in rijen, en met remrollen aan tenminste één zijde (ter vereenvoudiging zijn geen remrollen afgeheeld in fig. 5). Een ander gemeenschappelijk constructiekenmerk is dat het gestel is ver-35 vaardigd uit lichtgewicht profielen van aluminium of lichtmetaal en dat het gestel een uitvoering heeft die het mogelijk maakt om hefvorken in te steken, bijvoorbeeld de vorken van vorkliftwagens, handpalletwagens, bovenliggende kranen, enzovoorts .

800 4095

Claims

1. Pallet, dat bestemd is voor gebruik als lastdragende ondersteuning voor goederen, gekenmerkt door een lichaam in de vorm van een rechthoekig gestel van lichtmetalen of aluminium balken die onderling zijn verbonden door 5 lassen en een lastdragend oppervlak dat is gevormd door een aantal rolorganen, bijvoorbeeld kogelrolorganen die zijn verbonden met het gestel, waarbij het pallet is voorzien van tenminste één remrol die in een zodanige stand is ondersteund dat goederen met platte onderzijden, die wanneer zij op het pallet 10 worden ondersteund, worden verschoven op de kogelrolorganen, zullen worden afgeremd door de remrol.

2. Pallet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de remrol of elke remrol is ondersteund door een zwenkbeugel die is verbonden met het gestel van het pallet.

3. Pallet volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het pallet aan tenminste één zijde is voorzien van een losneembaar gemonteerde geleidingsrail.

4. Pallet volgens conclusie 1, 2 of 3, methet kenmerk, dat het pallet aan tenminste twee hoeken is 20 voorzien van omhoog of omlaag beweegbare remmiddelen of gemakkelijk losneembare aanslagen.

5. Pallet volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kogelrolorganen en hun legers omhoog en omlaag beweegbaar zijn door met drukmiddel 25 werkende cilinders, bij voorkeur in de vorm van opblaasbare balgen.

6. Pallet volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de remrollen omhoog en omlaag beweegbaar zijn en door een veerkracht naar de bovenste eind- 30 stand worden gedrukt.

7. Pallet volgens een der conclusies 1-5, met het kenm erk, dat de remrollen omhoog en omlaag beweegbaar zijn door middel van een met druk werkende balg- of cilinderuitvoering.

8. Pallet volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het door het gestel gevormde palletlichaam is voorzien van celvormige kunststof met stijve celwanden, welke kunststof is aangebracht in de holle ruimten tussen de balken. 800 4095 b · - 11 -

9. Pallet volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gestelbalken zijn voorzien van twee evenwijdige balken die geleidingskanalen voor hefvor-ken vormen.

10. Pallet volgens conclusie 9, met het ken merk, dat de als geleidingen voor hefvorken dienende balken een dwarsdoorsnede hebben, bestaande uit een T-sectie en een doosliggersectie in één enkel stuk, waarbij het lijf van de T-sectie zich uitstrekt van het midden van de bovenzijde van de 10 doosliggersectie. 800 4 0 95