NL1001327C2 - Loopwerk voor een aandrijfinrichting voor een railgeleide verplaatsingsinrichting. - Google Patents

Loopwerk voor een aandrijfinrichting voor een railgeleide verplaatsingsinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1001327C2
NL1001327C2 NL1001327A NL1001327A NL1001327C2 NL 1001327 C2 NL1001327 C2 NL 1001327C2 NL 1001327 A NL1001327 A NL 1001327A NL 1001327 A NL1001327 A NL 1001327A NL 1001327 C2 NL1001327 C2 NL 1001327C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
running gear
running
frame
coupling
gear according
Prior art date
Application number
NL1001327A
Other languages
English (en)
Inventor
Eduard Jozef Marie Duijnstee
Original Assignee
Thyssen De Reus Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=19761654&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL1001327(C2) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Thyssen De Reus Bv filed Critical Thyssen De Reus Bv
Priority to NL1001327A priority Critical patent/NL1001327C2/nl
Priority to US09/051,030 priority patent/US6155382A/en
Priority to EP96932868A priority patent/EP0853591B1/en
Priority to DK96932868T priority patent/DK0853591T3/da
Priority to PT96932868T priority patent/PT853591E/pt
Priority to PCT/NL1996/000382 priority patent/WO1997012830A1/en
Priority to AT96932868T priority patent/ATE194587T1/de
Priority to JP51416897A priority patent/JP3774231B2/ja
Priority to CA002231517A priority patent/CA2231517C/en
Priority to DE69609339T priority patent/DE69609339T2/de
Priority to ES96932868T priority patent/ES2150140T3/es
Publication of NL1001327C2 publication Critical patent/NL1001327C2/nl
Application granted granted Critical
Priority to NO981481A priority patent/NO981481L/no
Priority to GR20000402228T priority patent/GR3034538T3/el

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/06Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces
    • B66B9/08Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces associated with stairways, e.g. for transporting disabled persons
    • B66B9/0838Levelling gears
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/06Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces
    • B66B9/08Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces associated with stairways, e.g. for transporting disabled persons
    • B66B9/0807Driving mechanisms
    • B66B9/0815Rack and pinion, friction rollers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Types And Forms Of Lifts (AREA)
  • Transmission Devices (AREA)
  • Gear-Shifting Mechanisms (AREA)
  • Forklifts And Lifting Vehicles (AREA)
  • Control Of Position, Course, Altitude, Or Attitude Of Moving Bodies (AREA)
  • Platform Screen Doors And Railroad Systems (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Warehouses Or Storage Devices (AREA)
  • Rear-View Mirror Devices That Are Mounted On The Exterior Of The Vehicle (AREA)
  • Vehicle Body Suspensions (AREA)

Description

Titel: Loopwerk voor een aandrijfinrichting voor een railgeleide verplaatsingsinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een loopwerk voor een aandrijfinrichting voor een railgeleide verplaatsingsinrichting zoals een traplift. Een dergelijk loopwerk is uit de praktijk bekend en wordt geleverd door de firma Thyssen De 5 Reus, Krimpen aan de IJssel, Nederland.
Het bekende loopwerk bestaat uit een geprofileerde geleidingsrail waarlangs een verplaatsingsinrichting in de vorm van een invalidenlift wordt verplaatst. De aandrijving van dit loopwerk wordt daarbij bewerkstelligd door samenwer-10 king van bijvoorbeeld een in het loopwerk opgenomen getand aandrijfwiel en een op de looprail aangebrachte tandheugel.
Ten einde er voor te zorgen dat het aandrijfwiel in contact blijft met de tandheugel is aan weerszijden van de rail en aan weerszijden van het aandrijfwiel een stel geleidewielen aange-15 bracht. De geleidewielen zijn roteerbaar rond vast met een draagdeel verbonden assen, welk draagdeel bovendien het aandrijfwiel en eventueel een aandrijfmotor draagt.
Het starre draagdeel van dit bekende loopwerk heeft het voordeel dat daardoor een goed contact tussen de tandheu-20 gel en het aandrijfwiel wordt verkregen en behouden, althans bij relatief rechte of slechts weinig gebogen looprail. Bij het doorlopen van scherpere bochten heeft een dergelijke inrichting het nadeel dat de geleidewielen zodanige speling dienen te hebben dat zij zowel aan de buitenzijde als aan de 25 binnenzijde van de bocht kunnen meebewegen zonder dat het aandrijfwiel ofwel te ver van de looprail afbeweegt, in geval het aandrijfwiel zich aan de binnenzijde van de bocht in de looprail bevindt, ofwel te strak tegen de looprail of de tandheugel wordt gedrukt, indien het aandrijfwiel zich aan de 30 buitenzijde van de bocht bevindt. In het eerste geval zal het contact tussen het aandrijfwiel en de tandheugel verloren gaan, in het tweede geval zal het aandrijfwiel kunnen vastlopen en/of kunnen beschadigingen van het aandrijfwiel en de tandheugel optreden. Dit probleem kan enigszins worden verhol- 1001327.
2 pen door verkorting van de afstand tussen de geleidewielen aan weerszijden van het aandrijfwiel, maar daarmee wordt de stabiliteit van het loopwerk nadelig beïnvloed, het geen ongewenst is, met name bij bijvoorbeeld personenliften waarbij de 5 veiligheid van de gebruiker te allen tijde gewaarborgd dient te zijn.
Bij een dergelijk bekend loopwerk treedt bovendien het nadeel op dat de geleidewielen bij het doorlopen van een bocht in een ongewenste stand ten opzichte van de looprail komen te 10 staan. Immers, de positie van de geleidewielen blijft ten opzichte van het starre draagdeel gelijk. Met name voor geleidewielen die niet in of evenwijdig aan het vlak van de bocht liggen betekent dit dat extra slijtage optreedt van de verschillende delen zoals wiellagers en -loopvlak, doordat de 15 rotatie-as van het betreffende geleidewiel daarbij niet haaks staat op de raaklijn aan het bochtdeel waarin het geleidewiel zich bevindt. Met andere woorden, het loopvlak van het betreffende wiel staat bij het doorlopen van de bocht steeds enigszins schuin ten opzichte van de momentele bewegingslijn 20 die het dient af te leggen. Dit geldt zowel voor aangedreven als voor niet aangedreven loopwerken van de bekende soort.
Voorgesteld is reeds de geleidewielen aan weerszijden van de looprail verder uit elkaar te plaatsen dan de breedte van de tussengelegen looprail. Daardoor kan een bocht 25 weliswaar beter worden doorlopen maar zal tevens instabiliteit van het loopwerk, en daarmee van de traplift optreden. Immers, de geleidewielen liggen dan ten minste bij een recht looprail-gedeelte niet meer aan tegen de looprail. Een dergelijke uitvoeringsvorm is derhalve uit veiligheidsoverwegingen minder 30 geschikt.
De onderhavige uitvinding beoogt een loopwerk van de in de aanhef van de hoofdconclusie beschreven soort, waarbij de genoemde nadelen zijn vermeden, met behoud van de voordelen daarvan. Een loopwerk wordt daartoe volgens de uitvinding 35 gekenmerkt door de maatregelen volgens het kenmerkende deel van conclusie 1.
1001327.
3
Een mechanische spiegel kan in deze worden begrepen als een koppelingsmechanisme dat er voor zorgdraagt dat de beweging van een eerste deel op mechanische wijze een beweging van een daarmee gekoppeld tweede deel bewerkstelligt, waarbij 5 de bewegingen van het eerste en het tweede deel steeds eikaars spiegelbeeld zijn in een spiegelvlak. Dit spiegelvlak is in een vlak gelegen tussen het eerste en het tweede deel. De stand van het spiegelvlak haaks op de aandrijfrichting van het loopwerk kan worden begrepen als dat de bewegingsrichting van 10 het loopwerk ter plaatse van het spiegelvlak zich althans nagenoeg als een normaal uitstrekt op het betreffende spiegelvlak .
Een loopwerk volgens de uitvinding biedt het voordeel dat de stellen geleidewielen ten opzichte van elkaar kunnen 15 bewegen, zodanig dat voor elke set geleidewielen geldt dat het vlak waarin de assen van de betreffende geleidewielen zijn gelegen steeds de looprail haaks snijdt. Dat wil zeggen dat elk geleidewiel van het loopwerk voortdurend in een zodanige stand ten opzichte van de looprail kan worden gehouden dat het 20 loopvlak daarvan zich evenwijdig aan een raaklijn aan het betreffende bochtdeel bevindt, zodanig dat elk loopwiel bij het doorlopen van een bocht deze op optimale wijze rollend kan doorlopen, zonder walsen. Bovendien biedt een loopwerk volgens de uitvinding het voordeel dat elke beweging van één van de 25 framedelen gespiegeld wordt door het daarop volgende of voorlopende framedeel. Daardoor wordt bijvoorbeeld bij het inlopen of doorlopen van een bocht door de voorlopende geleidewielen het betreffende framedeel in stand aangepast, zodanig dat de geleidewielen nagenoeg de ideale lijn volgen.
30 Daarbij wordt door de koppelmiddelen de stand van het of elk andere framedeel aan de te doorlopen bocht aangepast, waardoor ook van dit framedeel de geleidewielen de ideale lijn volgen. De deling in een aantal framedelen heeft daarbij het voordeel dat het loopwerk door een relatief scherpe bocht kan worden 35 geleid, zonder dat daarbij problemen met de geleidewielen ontstaan, terwijl de sets geleidewielen een relatief grote 1001327.
4 onderlinge afstand kunnen hebben, waardoor goede stabiliteit van het loopwerk behouden blijft.
In een voordelige uitvoeringsvorm wordt een loopwerk volgens de uitvinding gekenmerkt door de maatregelen volgens 5 conclusies 2 en 3.
Door opstelling van een aandrijfwiel met een rotatie-as gelegen in het spiegelvlak ligt de afstand tussen het aandrijfwiel en de looprail te allen tijde vast. Immers, het aandrijfwiel doorloopt bij deze opstelling, net als de 10 geleidewielen, een baan met een buigstraal waarvan het momentane middelpunt steeds samenvalt met het middelpunt van de momentaan doorlopen bocht. Daardoor verandert de afstand tussen het aandrijfwiel en de looprail tijdens gebruik nagenoeg niet, ongeacht de relatieve positie van het aandrijf-15 wiel ten opzichte van de looprail. Dit betekent dat op bijzonder eenvoudige wijze een aandrijfbaan kan worden geplaatst waar het aandrijfwiel mee kan samenwerken. De aandrijfbaan kan bijvoorbeeld ongeveer gelijkvormig zijn aan de baanvorm die door de looprail wordt beschreven.
20 De aandrijfbaan is bij voorkeur vast met de looprail verbonden.
In nadere uitwerking wordt een loopwerk volgens de uitvinding verder gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 5.
25 Een mechanische spiegel die drie-dimensionaal functio neert biedt het voordeel dat het loopwerk daardoor over loop-rails kan worden geleid die dubbelgekromde bochten bevat. Bijvoorbeeld een looprail langs de binnenzijde van een bocht in een trap, waarbij de traprichting verandert en bovendien de 30 trap helt.
Voordelige uitvoeringsvormen van een loopwerk volgens de uitvinding worden voorts gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusies 6-10.
In een eerste bijzonder voordelige uitvoeringsvorm 35 wordt een loopwerk volgens de uitvinding, in het bijzonder de koppelingsmiddelen daarvan, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 11.
10 01 3 2 7 .' 5
Door de koppelingsmiddelen uit te voeren als een pen en een daarmee samenwerkende komvormige holte wordt een bijzonder eenvoudige, direct werkende en vrijwel zuivere mechanische spiegel verkregen. Een dergelijke uitvoering is 5 relatief goedkoop te vervaardigen en te onderhouden.
In een tweede bijzonder voordelige uitvoeringsvorm wordt een loopwerk volgens de uitvinding, in het bijzonder de koppelingsmiddelen daarvan, gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 12.
10 Bij deze uitvoeringsvorm wordt er voor zorggedragen dat de koppelingsmiddelen zich tijdens het doorlopen van een bocht door het loopwerk niet buiten de contouren van het loopwerk, althans van de framedelen uitstrekken. Immers, bij deze uitvoeringsvorm bepalen de buitengelegen tweede koppelings-15 staven een ongeveer cilindervormige ruimte, binnen welke ruimte de gehele koppelingsmiddelen in deze uitvoeringsvorm blijven, ook bij deformatie daarvan tijdens het doorlopen van een bocht.
Alternatieve uitvoeringsvormen van een loopwerk 20 volgens de uitvinding, in het bijzonder de koppelingsmiddelen daarvan, worden gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusies 13 en 14.
De uitvinding heeft voorts betrekking op een lift-samenstel, voorzien van een draagdeel zoals een stoel of 25 platform, een looprail en een loopwerk volgens de uitvinding.
Een dergelijk liftsamenstel wordt in een voordelige uitvoeringsvorm gekenmerkt door de maatregelen volgens conclusie 16.
Door gebruik te maken van een enkele looprail waarop 30 het loopwerk wordt gedragen, welke looprail een in hoofdzaak cirkelvormige doorsnede heeft kan de looprail bijzonder eenvoudig worden vervaardigd en geplaatst, ook bij bijvoorbeeld trappen met een steil verloop en/of korte bochten.
Ter verduidelijking van de uitvinding zullen uitvoe-35 ringsvoorbeelden van een loopwerk, onder verwijzing naar de tekening, worden beschreven. Daarin toont: t 0 0 1 3 2 7.
6 fig. 1 schematisch een uitvoeringsvorm van een trap-lift, voorzien van een loopwerk volgens de uitvinding; fig. 2 een schematische weergave van een zij-aanzicht van een loopwerk volgens de uitvinding, op een rechte loop-5 rail; fig. 3A een schematische weergave van een zij-aanzichc van een loopwerk volgens fig. 2, op een hol gebogen looprail met weggenomen derde set geleidewielen, aandrijfwiel en brugstuk; 10 fig. 3B een schematische weergave van een zij-aanzicht van een loopwerk volgens fig. 2, op een bol gebogen looprail met weggenomen derde set geleidewielen, aandrijfwiel en brug-stuk; fig. 4A een schematische weergave van een boven-15 aanzicht van een loopwerk volgens fign. 2 en 3, op een rechte looprail met weggenomen derde set geleidewielen, aandrijfwiel en brugstuk; fig. 4B een schematische weergave van een bovenaanzicht van een loopwerk volgens fign. 2 en 3, op een gebogen 20 looprail met weggenomen derde set geleidewielen, aandrijfwiel en brugstuk; fig. 5 een schematische weergave van een vooraanzicht van een loopwerk volgens fig. 1, met doorgesneden looprail; fig. 6 een schematische weergave van een eerste 25 alternatieve uitvoeringsvorm van de koppelmiddelen; en fig. 7 een schematische weergave van een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van de koppelmiddelen.
Fig. 1 toont in vooraanzicht een gedeelte van een traplift 1, gepositioneerd op een looprail 2 met behulp van 30 een loopwerk 3. De looprail 2 strekt zich bijvoorbeeld uit langs de binnenzijde van een gebogen trap, dat wil zeggen die zijde van de trap die de kortste buigstralen heeft. Het loopwerk 3 moet derhalve relatief korte bochten kunnen doorlopen waarbij desondanks een vloeiend bewegingspatroon van de trap-35 lift 1 gegarandeerd moet blijven en bovendien de stoel 4 of platform of ander ondersteuningsmiddel daarvan voortdurend in de gewenste rechte stand moet worden gehouden, bijvoorbeeld 1001327.
7 met een niet nader beschreven kantelmechanisme 15. Daartoe is het noodzakelijk dat de positie van ten minste het loopwerk 3 ten opzichte van de looprail 2 bekend is. Een voordeel van slechts één looprail 2 in plaats van de gebruikelijke tweele-5 dige looprails is dat deze ene looprail 2 eenvoudiger te vervaardigen is, met name wanneer wordt gekozen voor een looprail met een in hoofdzaak cirkelvormige doorsnede. Bovendien wordt door een dergelijke traplift minder ruimte ingenomen dan door een conventionele traplift met twee rails, waarbij voorts 10 het voordeel wordt bereikt dat de traplift aan die zijde van de trap kan worden aangebracht die bijvoorbeeld voor gebruikers van de trap die niet op de traplift 1 zijn aangewezen niet of slechts minimaal wordt gebruikt, waardoor deze gebruikers van de trap door de traplift niet of slechts minimaal 15 worden gehinderd.
Het loopwerk 3 omvat een brugstuk 5, een eerste frame-deel 6, een tweede framedeel 7, een eerste set geleide-wielen 8, een tweede set geleidewielen 9, een derde set geleidewielen 10 en een koppelinrichting 11. De derde set 20 geleidewielen 10 omvat een getand aandrijfwiel 12 dat aangrijpt op een op de looprail 2 aangebrachte tandheugel 13.
Deze derde set geleidewielen is in fig 1 slechts schematisch weergegeven en zal nog nader worden besproken. Het brugstuk 5 is voorzien van middelen 14 voor het dragen van een last, 25 bijvoorbeeld een kantelmechanisme 15. Deze lastdragende middelen kunnen bijvooreeld een stoel, platform, haak of ander draagmiddel omvatten. Ter vereenvoudiging is een uitvoering van een traplift met stoel getoond.
Het eerste framedeel 6 is via een eerste cardanische 30 ophanging 16, het tweede framedeel 7 via een tweede cardanische ophanging 17 met het brugstuk 5 verbonden. De eerste cardanische ophanging 16 omvat een eerste frame-zwenkas 19 in het eerste framedeel 6 die zich in fign. 1 en 2 loodrecht op het vlak van de tekening uitstrekt en is via een eerste frame-35 rotatie-as 20 met het brugstuk 5 verbonden. De eerste frame-zwenkas 19 en eerste frame-rotatie-as 20 snijden elkaar bij voorkeur loodrecht, waarbij de eerste frame-rotatie-as 20 in 1 o e; 3 ,·.. .
8 fig. 1 in het vlak van de tekening is gelegen. Op vergelijkbare wijze is het tweede framedeel 7 via een tweede frame-zwenkas 21 en een tweede frame-rotatie-as 23 met het brugstuk 5 verbonden. Elk framedeel 6, 7 kan met behulp van de 5 betreffende cardanische ophanging 16, 17 driedimensionaal bewegen ten opzichte van het brugstuk.
De naar elkaar gekeerde einden 24, 25 (fign. 3, 4) van de framedelen 6, 7 zijn onderling gekoppeld door de koppelmid-delen 11 welke een mechanische spiegel vormen. Een mechanische 10 spiegel kan in deze worden begrepen als een koppelmechanisme dat er voor zorgdraagt dat de beweging van het eerste framedeel 6 op mechanische wijze een beweging van het daarmee gekoppelde tweede framedeel 7 bewerkstelligt, waarbij de bewegingen van het eerste 6 en tweede framedeel 7 steeds 15 eikaars spiegelbeeld zijn in het tussen de beide framedelen 6, 7 gelegen spiegelvlak S. Dit geldt voor in hoofdzaak alle bewegingen van de beide framedelen 6, 7 met een bewegings-component in een richting evenwijdig aan het spiegelvlak S.
De koppelmiddelen 11 zoals getoond in de fign. 1-5 20 omvatten een zich vanaf het einde 24 van het eerste framedeel 6 uitstrekkende pen 27, voorzien van een enigszins bolvormige kop 28, en een in het naar het einde 24 van het eerste framedeel 6 toegekeerde einde 25 van het tweede framedeel 7 aangebrachte holte 29. De pen 27 strekt zich althans 25 met de kop 28 uit in de holte 29, waarbij de kop 28 met een gedeelte van zijn oppervlak steeds aanligt tegen het binnen-oppervlak van de holte 29.
Nabij het tegenover het eerste einde 24 van het eerste framedeel 6 gelegen tweede einde 26A is, aan de van het brug-30 stuk 5 afgekeerde zijde daarvan via een beugel 30 of dergelijke constructie de eerste set geleidewielen 8 daarmee verbonden. Op overeenkomstige wijze is de tweede set geleidewielen 9 met het van het eerste einde 25 van het tweede framedeel 7 afgekeerde tweede einde 26B verbonden. Elke set 8, 9 35 omvat een drietal op afstand van elkaar aangebrachte wielen, welke roteerbaar zijn gemonteerd op rotatie-assen 32a, 32b, 32c, zodanig dat de wielen 31 met hun loopvlak 33 tegen de lOOt32/.
9 buitenzijde van de looprail 2 aanliggen. Daarbij sluiten de rotatie-assen 32a-c steeds een ongeveer loodrechte hoek in met een raaklijn K aan de looprail 2 ter plaatse van het contact-vlak tussen de looprail 2 en het loopvlak 33 van het betref-5 fende geleidewiel 31. Zoals in het bijzonder blijkt uit fig. 5 heeft de looprail 2 een cirkelvormige doorsnede, waarbij de geleidewielen 31 van elke set 8, 9 onderling ongeveer 120° ten opzichte van elkaar versprongen zijn opgesteld, waardoor de looprail 2 op effectieve wijze tussen de geleidewielen 31 van 10 elke set 8, 9 is opgesloten, terwijl de geleidewielen 31 rollend over het oppervlak van de looprail 2 kunnen bewegen.
Door ten minste twee van de rotatie-assen 32a-c van elke set wordt een eerste vlak Vi, V2 bepaald (fig. 2-4) dat zich voortdurend ongeveer haaks uitstrekt op elke raaklijn K 15 aan de looprail 2 ter plaatse van de contactvlakken tussen de betreffende geleidewielen 31 en de looprail 2. De afstand P tussen de eerste 19 en tweede frame-zwenkas 21 respectievelijk de eerste 20 en de tweede frame-rotatie-as 23 is bij voorkeur gelijk aan de halve afstand D tussen de eerste vlakken Vi, V2. 20 Ook voor de tussen de vlakken Vi en V2 ingesloten hoek P, geldt dat deze twee keer zo groot is als de hoek P2, ingesloten tussen de denkbeeldige lijnen Ni en N2, die zich uitstrekken vanuit het middelpunt C van de door het loopwerk momentaan doorlopen bocht, door de rotatie-assen 19 25 respectievelijk 21 (fig. 3A, 3B) of de rotatie-assen 20 respectievelijk 23 (fig. 4A, 4B). Daardoor heeft een beweging van het eerste einde van elk framedeel 6, 7 (of althans ter hoogte van het spiegelvlak S) een even grote maar tegengestelde beweging tot gevolg van het tegenovergelegen einde 30 van het betreffende framedeel 6, 7 (of althans ter hoogte van de betreffende set geleidewielen 8, 9), relatief ten opzichte van het brugstuk 5. Als gevolg van de koppeling van de beide framedelen 6, 7 met behulp van de koppelmiddelen 26 worden de bewegingen van het eerste einde 24 van het eerste framedeel 6 35 gedwongen opgelegd aan het eerste einde 25 van het tweede framedeel vice versa, gespiegeld ten opzichte van het spiegel- 1 0 r> ;· 3 2 7 .
10 vlak S. Dit geldt bij de getoonde uitvoeringsvorm driedimensionaal .
De derde set geleidewielen 10 is vast verbonden met het brugstuk 5 en omvat ten minste twee tegen de looprail 5 rollende loopwielen 34, bijvoorbeeld met een diabolovormig of dubbel conisch loopvlak, teneinde ruimte te winnen. De derde set 10 omvat tevens een als tandwiel uitgevoerd aandrijf-wiel 12 dat samenwerkend kan aangrijpen in een op de looprail aangebrachte tandheugel 13 (fig. 5). De rotatie-assen van de 10 loopwielen 34 en het aandrijfwiel 12 liggen bij voorkeur in het spiegelvlak S. Het aandrijfwiel 12 kan worden aangedreven voor het langs de looprail 2 bewegen van het loopwerk, bijvoorbeeld met behulp van een op het brugstuk 5 gemonteerde motor 35.
15 Aan de hand van de tekening worden de bewegingen van een loopwerk volgens de uitvinding als volgt nader beschreven. Daarbij is ter vereenvoudiging slechts het gedrag van het loopwerk in een in een verticaal vlak gelegen bocht, evenwijdig aan het vlak van de tekening in fign. 2 en 3 beschreven.
20 Het is evenwel duidelijk (fig. 4) dat overeenkomstige bewegingen optreden bij het doorlopen van een bocht gelegen in een vlak, waardoor bijzondere voordelen worden bereikt bij het doorlopen van een willekeurig gebogen looprail.
Fig. 2 toont het loopwerk 3 geplaatst op een recht 25 gedeelte van een looprail 2, dat wil zeggen met een kromtestraal oneindig. De eerste vlakken Vi en V2 en het spiegelvlak S strekken zich daarbij evenwijdig aan elkaar uit. Bij het doorlopen van een bocht in de looprail 2 worden de geleidewielen 31 van de eerste set 8 met het tweede einde 26 30 van het eerste framedeel 6 relatief ten opzichte van het brugstuk 5 en de daarmee verbonden derde set 10 in een verplaatsingsrichting gedwongen, in fig. 3A in opwaartse richting. Daarbij wordt door de hefboomwerking van het eerste framedeel 6 rond de eerste frame-zwenkas 19 het tegenover-35 liggende eerste einde 24 over eenzelfde afstand omlaag gedrukt, waarbij de kop 28 van de pen 27 eveneens omlaag wordt gedrukt. Deze kop doorloopt daardoor een bewegingspad langs de 1001327.
11 binnenzijde van de holte 29. Dit heeft tot gevolg dat het eerste einde 25 van het tweede framedeel 7 eveneens omlaag wordt gedrukt, ongeveer over eenzelfde afstand als het eerste einde van het eerste framedeel 6. Als gevolg van de hefboom-5 werking van het tweede framedeel 7 rond de tweede frame- zwenkas 21 wordt het tegenoverliggende tweede einde 26 van het tweede framedeel 7, eveneens over dezelfde afstand, omhoog gedrukt. Aangezien de geleidewielen 31 in de tweede set 9 de looprail 2 passend omsluiten en derhalve niet omhoog kunnen 10 meebewegen ten opzichte van de looprail wordt de verticale afstand tussen de onderzijde van het brugstuk 5 en de geleidewielen verminderd.
Bij het bewegen van het loopwerk 3 langs de looprail 2 zullen de beide eerste vlakken Vi, V2 en het spiegelvlak S 15 elkaar snijden in een lijn C die zich uitstrekt door het middelpunt van het booggedeelte van de bocht waarin het loopwerk 3 zich op dat gegeven moment bevindt (fign. 3 en 4). Dit betekent dat de geleidewielen 31 voortdurend in een optimale stand ten opzichte van de looprail worden gehouden, 20 waardoor wordt verhinderd dat de geleidewielen 31, 34 over de looprail gaan walsen of anderszins afwijkend van rollen rond zijn eigen rotatie-as 32 gaan bewegen. Bovendien wordt er op deze wijze voor gezorgd dat het aandrijfwiel 12 steeds in dezelfde positie ten opzichte van het hart van de looprail 2, 25 en daarmee ten opzichte van de tandheugel 13 wordt gehouden. Daardoor wordt langs de gehele looprail voor een optimaal samenwerkend contact gezorgd tussen het aandrijfwiel 12 en de tandbaan van de tandheugel 13 terwijl de geleidewielen 31, 34 voortdurend optimaal in contact kunnen zijn met de looprail 2 30 zonder dat daarvoor bijvoorbeeld instelmiddelen, veren of dergelijke compenserende middelen noodzakelijk zijn.
In fig. 6 is een eerste alternatieve uitvoeringsvorm getoond voor een driedimensionaal functionerende mechanische spiegel vormende koppeling 111 voor gebruik bij een loopwerk 35 volgens de uitvinding. Gelijke delen zijn met corresponderende verwijzingscijfers aangeduid. Deze koppeling volgens fig. 7 omvat een eerste ringvormige schijf 140, een tweede ringvor- 1001327.
12 mige schijf 141, een centraal gelegen, rechte eerste koppel-staaf 142 en een drietal ongeveer gelijkvormige, gebogen tweede koppelstaven 143. De eerste schijf 140 is bevestigd nabij het eerste einde 124 van het eerste framedeel 106, de 5 tweede schijf 141 is bevestigd nabij het eerste einde 125 van het tweede framedeel 107. Elke schijf 140, 141 is in een centraal gelegen koppelpunt 144 met behulp van een kogelkoppe-ling, cardanische ophanging of dergelijke verbinding verbonden met een uiteinde 145 van de eerste koppelstaaf 142, welke de 10 schijven 140, 141 althans deels op een vaste onderlinge afstand houdt. Op afstand van het koppelpunt 144 zijn op regelmatige onderlinge afstand van elkaar de drie tweede koppelstaven 143 via flexibele koppelingen 146 met de schijven 140, 141 verbonden. Elke tweede koppelstaaf 143 heeft 15 een zodanig gebogen deel dat, wanneer de twee schijven 140, 141 evenwijdig aan elkaar liggen, de flexibele koppeling 146 nabij een eerste einde 147 van een tweede koppelstaaf 143 met de eerste schijf 140 is verbonden in een positie die over een hoek van ongeveer 180° is verdraaid ten opzichte van de 20 positie waarin de flexibele koppeling 146 nabij het tegenoverliggende tweede einde 148 van dezelfde tweede koppelstaaf 143 is verbonden met de tweede schijf 141.
Het functioneren van een dergelijke koppeling kan als volgt worden begrepen.
25 De beide schijven 140, 141 kunnen ten opzichte van elkaar niet anders bewegen dan zwenken om de kogelkoppelingen in de centrale koppeling 144. Zij kunnen derhalve niet rechtstandig naar elkaar toe of van elkaar af bewegen. Indien bijvoorbeeld de eerste schijf 140 uit de verticale stand zoals 30 getoond in fig. 6 wordt gezwenkt naar de in onderbroken lijnen weergegeven stand wordt het boven de eerste koppelstaaf 142 gelegen eerste einde 147 van de betreffende tweede koppelstaaf 143 in de richting van de tegenovergelegen tweede schijf 141 gedrukt, waarbij de betreffende tweede koppel-35 staaf 143 in zijn geheel wordt verplaatst. Daardoor wordt het tweede einde 148 van de betreffende tweede koppelstaaf 143 over ongeveer gelijke afstand verplaatst als het eerste einde.
1001327.
13
Dit geldt uiteraard voor alle tweede koppelstaven 143. Aangezien het tweede einde 148 van elke tweede koppelstaaf 143 via een flexibele koppeling 146 is verbonden met de tweede schijf 141 aan een andere zijde van de centrale eerste koppel-5 staaf 140 dan het eerste einde van de betreffende tweede koppelstaaf 143 dan de eerste schijf 140 wordt de tweede schijf 141 in een aan de bewegingsrichting van de eerste schijf tegengestelde richting gezwenkt, over een gelijke hoek. De bewegingen van het eerste framedeel 106 worden daardoor 10 automatisch gespiegeld overgebracht op het tweede framedeel 107.
Een voordeel van deze uitvoeringsvorm is dat de koppelstaven tijdens de bewegingen van het eerste en tweede framedeel althans in hoofdzaak binnen de tussen de schijfdelen 15 bepaalde (denkbeeldig omsloten) ruimte blijven. Dit betekent dat de koppelmiddelen niet verder uitzwenken dan de frame-delen, hetgeen ruimtetechnische voordelen heeft. Bovendien wordt daardoor verhinderd dat gebuikers van de verplaatsings-inrichting last hebben van de koppelmiddelen of dat de koppel-20 middelen in hun functie worden gestoord door de gebruiker.
In fig. 7 is een tweede alternatieve uitvoeringsvorm van de koppelmiddelen voor het vormen van een mechanische spiegel getoond, in een tweedimensionale uitvoeringsvorm. Overeenkomstige delen zijn wederom met corresponderende 25 verwijzingscijfers aangeduid.
Aan elk van de nabij elkaar gelegen eerste einden 224, 225 van het eerste 206 en tweede framedeel 207 is een cirkel-segment 250 aangebracht dat langs het buitenoppervlak is voorzien van een rij tanden 251. Bij deze uitvoeringsvorm grijpen 30 de getande cirkelsegmenten 250 samenwerkend in elkaar voor het overbrengen van de bewegingen van het eerste framedeel 206 naar het tweede framedeel 207 vice versa. Bij een op vergelijkbare wijze uitgevoerde driedimensionale uitvoeringsvorm (niet getoond) zijn de cirkelsegmenten vervangen door bolseg-35 menten, langs hun buitenoppervlak voorzien van concentrische rijen tanden.
1001327.
14
De uitvinding is geenszins beperkt tot de in de tekening en de beschrijving getoonde en beschreven uitvoeringsvormen. Vele variaties daarop zijn mogelijk.
Zo kan het loopwerk bijvoorbeeld meerdere onderling 5 gekoppelde framedelen hebben, waardoor nog kortere bochten kunnen worden doorlopen zonder optreden van storingen en behoud van voldoende stabiliteit. De koppelmiddelen kunnen op andere wijzen worden uitgevoerd. Bovendien kan een vergelijkbaar loopwerk worden toegepast bij andersoortige looprails, 10 bijvoorbeeld met een rechthoekige doorsnede of met een aantal looprails naast of boven elkaar. Daarbij kan de looprail zich ook slechts in één vlak uitstrekken, waarbij de mechanische spiegel zoals reeds beschreven tweedimensionaal kan worden uitgevoerd. De tandheugel kan bijvoorbeeld aan de buitenzijde 15 tegen de looprail zijn gelast, zijn uitgevoerd als een serie gaten in de looprail of op afstand van de looprail zijn aangebracht. Bovendien kunnen andere aandrijfmiddelen worden toegepast. Zo kan bijvoorbeeld het loopwerk nabij één van de einden zijn voorzien van een daarmee op flexibele wijze verbonden 20 aandrijfwerk dat het loopwerk duwend en/of trekkend langs de looprail kan leiden of kunnen de aandrijfmiddelen bijvoorbeeld op één van de framedelen zijn gemonteerd in plaats van op het brugstuk en kan een eventueel aandrijfwiel een rotatie-as hebben die onder een andere hoek staat ten opzichte van de 25 looprail, bijvoorbeeld horizontaal, en kunnen meerdere aandrijfwielen worden toegepast, eventueel in verschillende standen. Voorts kan het loopwerk voor allerlei andere toepassingen worden ingezet dan de genoemde traplift. Deze en vele vergelijkbare aanpassingen en variaties worden geacht 30 binnen het raam van de uitvinding te vallen.
1001127,

Claims (16)

1. Loopwerk voor een aandrijfinrichting van een railgeleide verplaatsingsinrichting zoals een personenlift, omvattende een basisdeel, aandrijfmiddelen en ten minste twee sets geleide-wielen, in rijrichting van het loopwerk gezien achter elkaar 5 aangebracht, zodanig dat tijdens gebruik het loopwerk door de geleidewielen in een gewenste stand langs de rail wordt geleid, met het kenmerk, dat het basisdeel ten minste een brugstuk, een eerste en een tweede framedeel omvat, waarbij de framedelen elk om ten minste één zwenkas beweegbaar zijn 10 verbonden met het brugstuk, waarbij elk framedeel een set geleidewielen draagt en waarbij de framedelen onderling zijn gekoppeld door een mechanische spiegel vormende koppelmidde-len, zodanig dat de bewegingen van het eerste en het tweede deel steeds eikaars spiegelbeeld zijn in een eerste spiegel-15 vlak, dat zich haaks op de aandrijfrichting van het loopwerk tussen het eerste en het tweede framedeel uitstrekt en gezien ten opzichte van het brugstuk.
2. Loopwerk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een aandrijfwiel omvatten dat kan samenwerken 20 met een vast opgestelde aandrijfbaan.
3. Loopwerk volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de rotatie-as van het aandrijfwiel zich ongeveer in het spiegelvlak uitstrekt.
4. Loopwerk volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat 25 de aandrijfbaan vast met de looprail is verbonden.
5. Loopwerk volgens één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen zodanig zijn uitgevoerd dat de mechanische spiegel driedimensionaal functioneert.
6. Loopwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het 30 kenmerk, dat voor elk framedeel geldt dat een eerste vlak wordt bepaald door de rotatie-assen van ten minste twee zich tijdens bedrijf aan verschillende zijden van de looprail 1001327. uitstrekkende geleidewielen van het betreffende framedeel, waarbij elk eerste vlak van twee naastgelegen framedelen en het tussengelegen spiegelvlak elkaar snijden in een lijn die zich uitstrekt door ongeveer het middelpunt van het bochtdeel 5 in of nabij welk bochtdeel althans de betreffende twee framedelen zich bevinden.
7. Loopwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aandrijfmiddelen een aandrijfwiel omvatten dat vast is verbonden met het brugstuk, welk brugstuk via lagerin- 10 gen is verbonden met de framedelen, welke lageringen ten minste één zwenk- of rotatie-as tussen het betreffende framedeel en het brugstuk bepalen evenwijdig aan het tussen de betreffende framedelen gelegen spiegelvlak.
8. Loopwerk volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de 15 lageringen cardanische koppelingen of kogelkoppelingen omvatten.
9. Loopwerk volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat ten minste bij recht naast elkaar geplaatste framedelen de afstand tussen het tussengelegen spiegelvlak en de lageringen 20 ongeveer overeenkomt met de halve afstand tussen het betreffende spiegelvlak en een vlak door de rotatie-assen van ten minste twee tijdens bedrijf aan weerszijden van de looprail gepositioneerde geleidewielen aan elk der naastgelegen framedelen .
10. Loopwerk volgens één der conclusies 7-9, met het kenmerk, dat het brugstuk is voorzien van een set geleidewielen die tijdens gebruik een steunende functie hebben, waarbij het brugstuk is voorzien van bevestigingsmiddelen voor een te dragen last.
11. Loopwerk volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen een pen en een komvormige holte omvatten, waarbij de holte in een tweede framedeel is aangebracht, in een naar het eerste framedeel toegekeerde zijde, en de pen zich vanaf het eerste framedeel uitstrekt tot in de 35 holte, waarbij het zich in de holte uitstrekkende deel van de pen en de holte zodanig zijn gevormd dat de pen beweegbaar is 10 013 2?. in de holte langs de wanden daarvan bij het doorlopen van een bocht door het loopwerk.
12. Loopwerk volgens één der conclusies 1 - 10, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen twee schijfdelen en een viertal 5 koppelstaven omvatten, waarbij twee naast elkaar gelegen framedelen elk een schijfdeel omvatten, waarbij elk schijfdeel nabij een koppelpunt met behulp van een kogelkoppeling of dergelijke verbinding is verbonden met een uiteinde van een eerste koppelstaaf welke de schijfdelen althans deels op een 10 vaste onderlinge afstand houdt, waarbij op afstand van het koppelpunt op regelmatige onderlinge afstand een drietal tweede koppelstaven via flexibele koppelingen met de schijfdelen is verbonden, waarbij elke tweede koppelstaaf een gebogen deel omvat, zodanig dat, wanneer de twee schijfdelen even-15 wijdig aan elkaar liggen de flexibele koppeling nabij een eerste einde van een tweede koppelstaaf met het eerste schijfdeel is verbonden in een positie die over een hoek van 180° is verdraaid ten opzichte van de positie waarin de flexibele koppeling nabij het tegenoverliggende tweede einde van 20 dezelfde tweede koppelstaaf is verbonden met het tweede schijfdeel.
13. Loopwerk volgens één der conclusies 1 - 10, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen ten minste twee met elkaar in aangrijping zijnde vertande delen omvatten, waarbij elk 25 vertande deel een ten minste in één richting en bij voorkeur in twee richtingen gekromd van tanden voorzien oppervlak heeft.
14. Loopwerk volgens één der conclusies 1 - 10, met het kenmerk, dat de koppelmiddelen ten minste één motor omvatten 30 die één der framedelen stuurt aan de hand van de stand of standveranderingen van het of elk ander framedeel.
15. Liftsamenstel, voorzien van een draagdeel zoals een stoel of platform, een looprail en een loopwerk volgens één der voorgaande conclusies.
16. Liftsamenstel volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de looprail een in hoofdzaak cirkelvormige doorsnede heeft, 10 01327. waarbij het draagdeel via het loopwerk op één looprail wordt gedragen. 1001327.
NL1001327A 1995-10-02 1995-10-02 Loopwerk voor een aandrijfinrichting voor een railgeleide verplaatsingsinrichting. NL1001327C2 (nl)

Priority Applications (13)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001327A NL1001327C2 (nl) 1995-10-02 1995-10-02 Loopwerk voor een aandrijfinrichting voor een railgeleide verplaatsingsinrichting.
AT96932868T ATE194587T1 (de) 1995-10-02 1996-10-02 Antriebsmechanismuslaufgetriebe für eine schienengeführte verschiebungsvorrichtung
CA002231517A CA2231517C (en) 1995-10-02 1996-10-02 Running gear for a drive mechanism for a rail-guided displacement device
DK96932868T DK0853591T3 (da) 1995-10-02 1996-10-02 Drivmekanisme til en personlift
PT96932868T PT853591E (pt) 1995-10-02 1996-10-02 Trem de rolamento para um mecanismo de transmissao para um dispositivo de deslocamento guiado por carris
PCT/NL1996/000382 WO1997012830A1 (en) 1995-10-02 1996-10-02 Running gear for a drive mechanism for a rail-guided displacement device
US09/051,030 US6155382A (en) 1995-10-02 1996-10-02 Running gear for a drive mechanism for a rail-guided displacement device
JP51416897A JP3774231B2 (ja) 1995-10-02 1996-10-02 レールに案内される移動装置駆動機構用走行歯車
EP96932868A EP0853591B1 (en) 1995-10-02 1996-10-02 Running gear for a drive mechanism for a rail-guided displacement device
DE69609339T DE69609339T2 (de) 1995-10-02 1996-10-02 Antriebsmechanismuslaufgetriebe für eine schienengeführte verschiebungsvorrichtung
ES96932868T ES2150140T3 (es) 1995-10-02 1996-10-02 Carro desplazable para un mecanismo de accionamiento para un dispositivo de desplazamiento guiado por carriles.
NO981481A NO981481L (no) 1995-10-02 1998-04-01 Understell for drivmekanismen for en skinnestyrt forflytningsanordning
GR20000402228T GR3034538T3 (en) 1995-10-02 2000-10-02 Running gear for a drive mechanism for a rail-guided displacement device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1001327 1995-10-02
NL1001327A NL1001327C2 (nl) 1995-10-02 1995-10-02 Loopwerk voor een aandrijfinrichting voor een railgeleide verplaatsingsinrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1001327C2 true NL1001327C2 (nl) 1997-04-03

Family

ID=19761654

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1001327A NL1001327C2 (nl) 1995-10-02 1995-10-02 Loopwerk voor een aandrijfinrichting voor een railgeleide verplaatsingsinrichting.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US6155382A (nl)
EP (1) EP0853591B1 (nl)
JP (1) JP3774231B2 (nl)
AT (1) ATE194587T1 (nl)
DE (1) DE69609339T2 (nl)
DK (1) DK0853591T3 (nl)
ES (1) ES2150140T3 (nl)
GR (1) GR3034538T3 (nl)
NL (1) NL1001327C2 (nl)
NO (1) NO981481L (nl)
PT (1) PT853591E (nl)
WO (1) WO1997012830A1 (nl)

Families Citing this family (33)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10011627C1 (de) * 2000-03-10 2001-10-25 Gerd Grass Antriebseinrichtung für Treppenaufzüge
JP2004520249A (ja) * 2001-02-12 2004-07-08 スタナー ステアリフツ リミテッド 階段昇降機用レール及びキャリッジ
EP1236671A1 (en) * 2001-03-01 2002-09-04 BC Lift A/S Driving mechanism for a stairlift
US6722284B2 (en) * 2001-12-13 2004-04-20 Storage Technology Corporation Steering mechanism for rail guided robots in a library
EP1413541A1 (en) * 2002-10-22 2004-04-28 BC Lift A/S Guide rail for a stairlift
GB0404647D0 (en) * 2004-03-02 2004-04-07 Stannah Stairlifts Ltd Improvements in or relating to stairlifts
WO2006023539A2 (en) 2004-08-16 2006-03-02 Kramer Kenneth L Home care equipment system
JP4485905B2 (ja) * 2004-10-19 2010-06-23 Sriスポーツ株式会社 ゴルフボール及びその製造方法
GB0620861D0 (en) * 2006-10-20 2006-11-29 Stannah Stairlifts Ltd Improvements in or relating to stairlifts
NL2001096C2 (nl) * 2007-12-17 2009-06-18 Freelift Bv Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap.
EP2452909B1 (en) 2010-11-10 2013-09-25 Micro-Motor AG Rail follower apparatus for stair lift
DE202011105039U1 (de) * 2011-08-26 2011-10-05 Geda-Dechentreiter Gmbh & Co. Kg Rollenführung
GB2495953B (en) * 2011-10-26 2015-11-18 Acorn Mobility Services Ltd Lift system
US20140261058A1 (en) * 2013-03-15 2014-09-18 Mckesson Automation Inc. Apparatuses, systems, and methods for anticipating and delivering medications from a central pharmacy to a patient using a track based transport system
US9150119B2 (en) 2013-03-15 2015-10-06 Aesynt Incorporated Apparatuses, systems, and methods for anticipating and delivering medications from a central pharmacy to a patient using a track based transport system
US9511945B2 (en) 2012-10-12 2016-12-06 Aesynt Incorporated Apparatuses, systems, and methods for transporting medications from a central pharmacy to a patient in a healthcare facility
NL2010012C2 (en) * 2012-12-19 2014-06-23 Thyssenkrupp Accessibility B V Stair lift drive system for a smooth dented rail.
NL2011497C2 (nl) * 2013-09-25 2015-03-30 Gte B V Traplift, in het bijzonder gebogen traplift.
NL2013085B1 (en) * 2014-06-27 2016-07-11 Handicare Stairlifts B V Stairlift.
NL2013660B1 (en) * 2014-10-21 2016-10-04 Handicare Stairlifts B V A stairlift, for transporting a load along a staircase.
NL2013754B1 (en) * 2014-11-07 2016-10-06 Handicare Stairlifts B V Stairlift.
CN104555663B (zh) * 2015-01-06 2017-07-04 浙江大学城市学院 登楼椅
GB2551817A (en) 2016-06-30 2018-01-03 Platinum Stairlifts Ltd Drive unit
CN106672758A (zh) * 2017-03-09 2017-05-17 惠安盛泽建材有限公司 一种智能型老人电梯系统
NL2019975B1 (en) * 2017-11-24 2019-05-31 Devi Group B V A stairlift carriage and a stairlift
CN109528436A (zh) * 2018-12-27 2019-03-29 上海志听医疗科技有限公司 一种双轨道式眩晕治疗转椅
WO2020243233A1 (en) 2019-05-31 2020-12-03 Bruno Independent Living Aids, Inc. Stairlift rail and method of forming same
USD933330S1 (en) 2019-05-31 2021-10-12 Bruno Independent Living Aids, Inc. Stairlift rail
CA3142266A1 (en) * 2019-05-31 2020-12-03 Bruno Independent Living Aids, Inc. Stairlift
GB2585658B (en) * 2019-07-09 2023-08-16 Stannah Stairlifts Ltd Improvements in or relating to stairlifts
US11345268B2 (en) * 2020-02-22 2022-05-31 Emhip, Llc Automated cargo vehicle ramp deployment system and associated methods
GB202010021D0 (en) * 2020-06-30 2020-08-12 Stannah Stairlifts Ltd Improvements in or relating to stairlifts
CN113666224B (zh) * 2021-08-30 2022-10-25 太原理工大学 一种多自由度助力运物一体机

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0143737A1 (de) * 1983-09-21 1985-06-05 César Rigert Fördersystem zur Überwindung von Höhenunterschieden
GB2168019A (en) * 1984-11-16 1986-06-11 David Louis Halsey Person Bogie for a stairlift
WO1995029867A1 (en) * 1994-05-01 1995-11-09 Bengt Johansson Method and means at stair lifts

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US855682A (en) * 1904-07-06 1907-06-04 John F Wentworth Locomotive-engine.
FR1204095A (fr) * 1957-10-10 1960-01-22 élévateur
NL261077A (nl) * 1960-02-19
GB1247342A (en) * 1967-11-24 1971-09-22 Becorit Ltd Improvements relating to monorail conveyors and locomotives therefor
US4260869A (en) * 1978-05-30 1981-04-07 Midcon Pipeline Equipment Co. Traveling welding carriage
DE9200973U1 (de) * 1992-01-28 1992-05-21 CFC-Fördersysteme GmbH, 7500 Karlsruhe Einschienenhängebahn
US5269227A (en) * 1992-03-31 1993-12-14 Robert C. Warren Motorized portable system and method for aiding persons in ascending or descending stairways

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP0143737A1 (de) * 1983-09-21 1985-06-05 César Rigert Fördersystem zur Überwindung von Höhenunterschieden
GB2168019A (en) * 1984-11-16 1986-06-11 David Louis Halsey Person Bogie for a stairlift
WO1995029867A1 (en) * 1994-05-01 1995-11-09 Bengt Johansson Method and means at stair lifts

Also Published As

Publication number Publication date
ES2150140T3 (es) 2000-11-16
DE69609339D1 (de) 2000-08-17
JP2000513313A (ja) 2000-10-10
NO981481L (no) 1998-06-02
US6155382A (en) 2000-12-05
PT853591E (pt) 2000-12-29
DK0853591T3 (da) 2000-10-23
DE69609339T2 (de) 2001-02-01
NO981481D0 (no) 1998-04-01
WO1997012830A1 (en) 1997-04-10
ATE194587T1 (de) 2000-07-15
GR3034538T3 (en) 2001-01-31
EP0853591A1 (en) 1998-07-22
JP3774231B2 (ja) 2006-05-10
EP0853591B1 (en) 2000-07-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1001327C2 (nl) Loopwerk voor een aandrijfinrichting voor een railgeleide verplaatsingsinrichting.
US5558581A (en) Fairground device
NL2004675C2 (nl) Inrichting voor het sorteren van producten.
EP0999152B9 (en) Device for transferring goods
JPH0246218B2 (nl)
CN100512721C (zh) 婴儿椅
NL1024501C2 (nl) Inrichting voor het transporteren van producten.
EP1551519B1 (en) Amusement apparatus
NL1020825C2 (nl) Transportinrichting met langs dragers verschuifbare duwschoenen.
NL2021772B1 (nl) Attractie voor amusementsritten
EP1013532B1 (en) Displacement apparatus arranged for guiding a carrying device along at least two rails, and corresponding method
US5222439A (en) Material conveyance system using powered trolleys on a suspended rail
NL9402027A (nl) Inrichting en werkwijze voor het verplaatsen van een persoon.
NL1018061C2 (nl) Stelling voor het opslaan van productdragers en werkwijze voor het vervaardigen en gebruiken daarvan.
US5944202A (en) Material handling pushback
NL2011497C2 (nl) Traplift, in het bijzonder gebogen traplift.
NL8900142A (nl) Stellinginstallatie.
NL1015070C2 (nl) Rolstoel en onderstel voor een rolstoel.
CA2231517C (en) Running gear for a drive mechanism for a rail-guided displacement device
JP6904372B2 (ja) マンコンベヤの構造体、マンコンベヤ及びマンコンベヤの構造体の製造方法
NL1024060C1 (nl) Inrichting voor het transporteren van producten.
JPS6218119Y2 (nl)
CN116639509A (zh) 翻盘分拣装置及分拣系统
JPH0143862B2 (nl)
US809480A (en) Lawn-swing.

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20020501