NL8900142A - Stellinginstallatie. - Google Patents

Stellinginstallatie. Download PDF

Info

Publication number
NL8900142A
NL8900142A NL8900142A NL8900142A NL8900142A NL 8900142 A NL8900142 A NL 8900142A NL 8900142 A NL8900142 A NL 8900142A NL 8900142 A NL8900142 A NL 8900142A NL 8900142 A NL8900142 A NL 8900142A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
guide rollers
rail
running
bend
installation according
Prior art date
Application number
NL8900142A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193106B (nl
NL193106C (nl
Original Assignee
Mannesmann Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mannesmann Ag filed Critical Mannesmann Ag
Publication of NL8900142A publication Critical patent/NL8900142A/nl
Publication of NL193106B publication Critical patent/NL193106B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193106C publication Critical patent/NL193106C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B25/00Tracks for special kinds of railways
    • E01B25/08Tracks for mono-rails with centre of gravity of vehicle above the load-bearing rail
    • E01B25/12Switches; Crossings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/07Floor-to-roof stacking devices, e.g. "stacker cranes", "retrievers"
    • B66F9/072Travelling gear therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Warehouses Or Storage Devices (AREA)
  • Bearings For Parts Moving Linearly (AREA)

Description

Jft VO 1372
Titel: Stellinginstallatie.
De uitvinding heeft betrekking op een stellinginstallatie met een stellingbedieningsapparaat voor het rechtuit rijden en het rijden in een bocht, dat door middel van ten minste twee, elk van een loopwiel voorziene en om 5 een verticale as verstelbare draaistoelen op het horizontale loopvlak van een looprail steunt, waarbij elke draaistoel aan de beide zijdelingse geleidingsvlakken van de looprail door middel van twee voorste en achterste geleidingsrollen geleid is en waarbij de horizontale draaiingsas van het 10 loopwiel door de verticale as van de bijbehorende draaistoel verloopt.
Bij een stellinginstallatie van dit type volgens het Duitse octrooischrift 34 11 214 is aan elke overgang van een recht stuk op een bochtstuk van de looprail zijn buiten-15 straal en binnenstraal in bepaalde mate ten opzichte van de convexe buitenzijde van het bochtstuk verzet. Dit verzet leidt tot een ongewenst uitzwenken van de draaistoel in tegengestelde richting ten opzichte van het beoogde rijden in de bocht en veroorzaakt schommelingen in de hefkolom 20 van het stellingbedieningsapparaat. Bovendien loopt het loopwiel bij het nemen van een bocht aanzienlijk naast het railmidden en veroorzaakt eenzijdige slijtage.
Doel van de uitvinding is de spoorgeleiding bij een stellingbedieningsapparaat in het bereik van bochten te 25 verbeteren. Dit probleem wordt opgelost, doordat tussen de geleidingsrollen aan beide zijden van de draaistoel extra geleidingsrollen gelagerd zijn en dat de zijgeleidingsrollen aan één zijde op een andere hoogte gelagerd zijn dan die aan de andere zijde en dat de geleidingsvlakken aan de bocht-30 binnenzijde voor de binnengeleidingsrollen ten opzichte van de geleidingsvlakeinden van het rechte railbereik een verzet hebben.
De beide steeds tegen de zijgeleidingsvlakken van de rail aanliggende extra geleidingsrollen vormen tezamen met 8900142 4 m - 2 - de buitenste geleidingsrollen een betrouwbare driepuntsge-leiding op het rechte traject, terwijl in de bocht de binnenste zijgeleidingsrollen tezamen met de buitenste extra . rollen tegen de rail aanliggen en een betrouwbare driepunts-5 geleiding voor het loopwiel over de looprail vormen, zodat geen pendelbewegingen van de draaistoel mogelijk zijn.
Omdat het loopwiel bij rechtuit rijden, het nemen van een bocht en in het daartussen liggende overgangsbereik steeds over de 'looprail verplaatst, is de slijtage aan de 10 loopwielen en rails uitermate gering. Ook in het overgangsbereik tussen het rechte en bochttraject hebben de einden van de geleidingsvlakken van het rechte railbereik een van instulpingen voorziene overgangsrail, zodat in dit bereik alle vier zijgeleidingsrollen tegen twee verschillende, in 15 doorsnede onderling verzette, railbereiken aanliggen. Bij voorkeur hebben de beide extra geleidingsrollen een grotere diameter dan de andere vier geleidingsrollen aan de hoeken van de draaistoel.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding zijn de 20 geleidingsrollen aan de binnenzijde van de bocht onder het vlak van de geleidingsrollen van de buitenzijde van de bocht aangebracht, op welke hoogte ook de beide extra rollen gelagerd zijn. De genoemde instulping, respectievelijk het verzet gaat via een bochtovergang met de kromtestraal r in 25 een verbreding van het rechte railbereik over, terwijl de looprail overigens op het rechte traject en in het bocht-bereik zelf gelijke afstanden tussen de geleidingsvlakken voor de extra geleidingsrollen hebben. In het rechte bereik vóór de bocht heeft de rail een ten opzichte van het boven-30 ste looprailgedeelte naar de bochtbinenzijde verzet onderst loopraildraagdeel, dat ten minste zo lang is als de afstand tussen de extra geleidingsrollen en de achterste geleidingsrollen van de draaistoel.
De looprail kan bij voorkeur op de rechte trajecten 35 een I-vormig spoorstaafprofiel en in het bereik van de mo U2.
k « - 3 - bocht een rechthoekig profiel zijn.
De verbreding kan uit een aan de rug van de I-vormige looprail bevestigde extra rail gevormd zijn. Ook is het samenstellen van de looprail uit afzonderlijke profielen 5 op nog te bespreken wijze mogelijk.
Volgens andere kenmerken van de uitvinding zijn de loopwielen van het stellingbedieningsapparaat onder de draaiingsassen van de draaistoel, de extra geleidingsrollen aan beide zijden in het loopwielmidden daarnaast en de 10 overige geleidingsrollen daarvóór en daarchter aangebracht.
Omdat stellingbedieningsapparaten zeer hoog zijn, zijn zij ook aan het boveneinde boven de draaiingsas van de draaistoel met geleidingsrollen in naar onderen open, U-vormige geleidingsrails geleid, welke boven de looprail 15 en de aftakkingen daarvan aangebracht zijn. Wanneer een stellingbedieningsapparaat een groot aantal stellinggangen moet berijden, moeten op de aftakkingen verschuifbare wissels aangebracht zijn. Deze beginnen in het begindeel van de gebogen looprail en zijn op de verschuivende wissels aange-20 bracht, welke bovendien aan de bocht-buitenzijde een recht overbruggingsrailstuk draagt, dat bij het rechtuit rijden door verschuiving van de verschuifbare wissel in de rechte rail geschoven wordt. De verschuifbare wissels kunnen voor het blokkeren van de betreffende open railaansluiting van 25 buffers zijn voorzien.
Meerdere uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding zijn in de tekeningen weergegeven en worden in het hierna volgende toegelicht. Getoond zijn in: fig. 1 een bovenaanzicht van een stellinginstallatie 30 met op de grond aangebrachte looprails; fig. 2 een bovenaanzicht op een geleidingsrail onder het plafond; fig. 3 een doorsnede III-III door fig. 2; fig. 4 een op een aftakking ingestelde wissel; 35 fig. 5 een op rechtuit rijden ingestelde wissel; 89 00 142-·“ ι· * - 4 - figuren 6-8 het bochtbereik met meerdere, verschillende rijposities van een draaistoel; fig. 9 een gedeelte van fig. 8 op grotere schaal; figuren 10-13 doorsnede X-X tot XIII-XIII door fig..6 5 op vergrote schaal; figuren 14-16 een ander bochtbereik met verschillende rijposities van de rij stoel; fig. 17 een gedeelte van fig. 14 op grotere schaal; fig. 18 de doorsnede XVIII-XVIII door fig. 16 op 10 vergrote schaal; fig. 19 de doorsnede XIX-XIX door fig. 16 op vergrote schaal; fig. 20 een ander gebogen railstuk; fig. 21 de doorsnede XXI-XXI door fig. 20; 15 fig. 22 de doorsnede XXII-XXII door fig. 20.
De in fig. 1 getoonde magazijnopstelling heeft meerdere, hoge stellingen 10 met in de stellinggangen 11 aangebrachte looprails 1 voor een stellingbedieningsapparaat 12. Het stellingbedieningsapparaat 12 kan ook een voor de kop-20 zijde van de stellinggangen aangebrachte magazijn 10 uit hoge stellingen bedienen. Het heeft voorste en achterste draaistoelen 5, waarmee het nemen van bochten voor het in de stellinggangen binnenrijden mogelijk wordt, zoals in verschillende posities is weergegeven. De draaistoel 5 is 25 met een draaitap 6 in de gronddrager van het stellingbedieningsapparaat 12 gelagerd en steunt 'met een in het midden gelagerd loopwiel 7 op het loopvlak 2 van de looprail 1, zoals in fig. 9 goed te onderkennen is.
Fig. 2 toont de bovenste geleiding van het stelling-30 bedieningsapparaat 12 in de bovenste geleidingsrails 13 met de aftakkingen.
Zoals fig. 3 toont, is de geleidingsrail 13 een naar onderen open, U-profiel voor geleidingsrollen 14, welke boven de draaitap 6 van de draaistoel 5 liggen. De afstand x 35 tussen de geleidingsrollen 14 is kleiner dan de afstand y 8900 142.
φ - 5 - tussen de aftakkingen naar de stellinggangen 11.
De voor het binnenrijden in de afzonderlijke stellinggangen 11 noodzakelijke wissels 15 zijn in figuren 4 en 5 weergegeven en worden door een schuifapparaat 16 schuin 5 zijdelings zodanig bewogen, dat het stellingbedieningsappa-raat, hetzij volgens fig. 4 in de aftakking of, volgens fig. 5,rechtuit loopt.
Wanneer een stellinginstallatie meerdere stelling-bedieningsapparaten heeft, moet het ongewild binnenrijden 10 van een stellingbedieningsapparaat in de daarvoor achterwaarts geopende wissel verhinderd worden. Het rechtuit rijden wordt door een in de wissel 15 bevestigde buffer 17 geblokkeerd; voor het blokkeren van het nemen van een bocht is een buffer 18 aan een hefboom 19 bevestigd, welke op een 15 vaste pen 21 draaibaar gelagerd is. De hefboom 19 is met een sleuf 20 in een tap 22 van de wissel 15 geleid en wordt bij het verschuiven van de wissel 15 verzwenkt, zoals bij een vergelijking tussen de figuren 4 en 5 blijkt. De buffer 18 ligt dan tegen een stabiele vaste aanslag 23. De hoek 20 tussen de looprail 1 en het schuifapparaat 16 bedraagt ongeveer 60° en is zodanig gekozen, dat enerzijds het over-bruggingsrailstuk 11 de rechte railgeleiding goed kan over-bruggen en anderzijds het gebogen railstuk 1 op de juiste wijze de aansluiting van de rechte rail op de aftakrail vormt.
25 De figuren 6 tot 13 tonen meerdere mogelijke loop- railconstructies in het rechte en bochtbereik. Op het rechte traject is een gebruikelijke spoorstaaf la of dergelijke volgens fig. 10 gelegd en in het bochtbereik een goed buigbaar rechthoekig profiel lb volgens fig. 12 op een 30 railvoet 4.
Op het railprofiel volgens fig. 10 sluit op het rechte traject vóór het bereik van de bocht volgens fig. 12 een verbreding 3v aan, waarvan de doorsnede uit een loop-en geleidingsvlakdeel 1 1 en een draagdeel It gevormd 35 wordt en in fig. 11 te onderkennen is. Dit verbredings- 89 00 142 .
- 6 - bereik 3v moet zo lang zijn, dat de dieper gelagerde achterste geleidingsrollen 8i en de grote extra rollen 9 van de draaistoel 5 gelijktijdig aanliggen. Wanneer de voorste, buitenste geleidingsrollen 8a het begin van een bocht 5 bereikt, moet de achterste binnenste geleidingsrol 8i in het verbredingsbereik 3v zijn. De inloop naar het verbre-dingsbereik 3v kan recht zijn. Dit moet eindigen, wanneer de voorste binnengeleidingsrol 8i tegen de bocht van de looprail 1 aanstoot. Dan moet de achterste binnengeleidings-10 rol 8i plaats voor inzwenken hebben.
De loop van het verbredingsbereik 3v moet dus een bochtovergang 3ü zijn, waarvan de buigingsstraal met het gebogen railstuk overeenstemt en duidelijk uit fig. 9 blijkt.
15 De tussen de voorste en achterste geleidingsrollen 8 van de draaistoel 5 gelagerde extra geleidingsrollen 9 liggen, zoals uit alle uitvoeringsvormen in de tekening blijkt, steeds tegen de geleidingsvlakken 3a (van buiten) en 3k (van binnen) tegen verschillende looprailprofielen.
20 De rechter geleidingsrollen 8a liggen bij rechtuit rijden tegen het rechter geleidingsvlak 3a en zijn in het bochtbe-reik vrij, zoals in fig. 8 te onderkennen is. Dan liggen de dieper gelagerde binnenste geleidingsrollen 8i tegen het binnengeleidingsvlak 3i in de binnenbocht, zoals uit fig. 12 25 blijkt. V66r de bocht liggen in het bereik van de verbreding 3v alle geleidingsrollen 8 en extra rollen 9 tegen hun geleidingsvlakken, zoals in doorsnede ook in fig. 11 blijkt. De noodzakelijke verbreding 3v kan in plaats van het rail-verzet volgens fig. 11 ook uit een extra rail lz uit een 30 vlak profiel volgens fig. 13 gevormd worden, dat aan een rail volgens fig. 10 bevestigd is.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuren 14 tot 19 is de looprail 1 over het gehele rechte traject uit een bovenst loop- en geleidingsvlakdeel 1 1 en een dit dragend 35 ondest draagdeel lt gevormd. Tegen de geleidingsvlakken 8900142.
- 7 - liggen op de rechte trajecten volgens figuren 14 en 17 alle geleidingsrollen 8 en extra rollen 9 aan. In het bochtbereik is een eenvoudig rechthoekig profiel volgens fig. 12 gelegd. Dit betekent, dat het geleidingsvlak 3i ten opzichte van het 5 rechte traject naar buiten toe verzet is, opdat de binnenste lager gelegen geleidingsrollen 8i kunnen uitwijken.
Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 20-22 is de looprail 1 met zijn loopvlak 2 en geleidings-vlakken 3a en 3k uit eenvoudig vlak profiel gevormd, waar-10 tegen op de rechte trajecten zowel alle geleidingsrollen 8 als de extra geleidingsrollen 9 aanliggen (zie fig. 22). In het bochtbereik gaat dit railprofiel via een in fig. 20 weergegeven bochtovergang 3u in een samengesteld profiel volgens fig. 21 over. De extra geleidingsrollen 9 liggen 15 tegen het loop- en geleidingsvlakdeel 1 1, terwijl de onderste, dieper liggende geleidingsrollen 8i tegen de binnenzijde van het onderste draagdeel lt aanliggen.
De buitenste geleidingsrollen 8a liggen niet tegen het loopvlak aan.
20 Bij alle uitvoeringsvoorbeelden is het noodzakelijke railverzet gemakkelijk te verwezenlijken.
8900142.4

Claims (17)

1. Stellinginstallatie met een stellingbedieningsappa-raat voor het rechtuit rijden en het rijden in een bocht, dat door middel van ten minste twee elk van een loopwiel voorziene en om een verticale as verstelbare draaistoelen 5 op het horizontale loopvlak van een looprail steunt, waarbij elke draaistoel aan de beide zijdelingse geleidings-vlakken van de looprail door middel van twee voorste en achterste geleidingsrollen geleid is en waarbij de horizontale draaiingsas van het loopwiel door de verticale as van 10 de bijbehorende draaistoel verloopt, met het kenmerk, dat tussen de geleidingsrollen (8) aan beide langszijden van de draaistoel (5) extra geleidingsrollen (9) gelagerd zijn, dat de geleidingsrollen (8a, 8i) aan één zijde in hoogte verzet ten opzichte van de andere zijde gelagerd zijn en 15 dat de geleidingsvlakken (3i) aan de bochtbinnenzijde van de looprail (1) voor de binnengeleidingsrollen (8i) ten opzichte van de geleidingsvlakeinden van het rechte railbereik een verzet (3k) hebben.
2. Stellinginstallatie volgens conclusie 1, met het 20 kenmerk, dat het loopwiel (7) bij rechtuit rijden, het nemen van een bocht en in het daartussen gelegen overgangsbereik met zijn spoormiddelen over het midden van het loopvlak (2) van de looprail (1) verplaatst.
3. Stellinginstallatie volgens conclusie 1, met het 25 kenmerk, dat in elke draaistoel (5) vier geleidingsrollen (8a, 8i) en twee extra geleidingsrollen (9) aanwezig zijn.
4. Stellinginstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de extra geleidingsrollen (9) een grotere diameter hebben dan de geleidingsrollen (8a, 8i) .
5. Stellinginstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsrollen (8i) aan de bochtbinnen-zijde (3i) onder het vlak van de geleidingrollen (8a) van de bochtbuitenzijde (3a) aangebracht zijn. 8900142.' 4 - 9 -
6. Stellinginstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de extra geleidingsrollen (9) ter hoogte van de bovenste geleidingsrollen (8a) aan de bochtbuitenzijde aangebracht zijn.
7. Stellinginstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het verzet (3k) via een bochtovergang (3ü) met de kromtestraal (r) in een verbreding (3v) van het rechte railbereik overgaat.
8. Stellinginstallatie volgens conclusie 7, met het 10 kenmerk, dat de looprail (1) op het rechte traject en in het bochtbereik dezelfde railkopbreedte tussen de gelei-dingsvlakken (3a, 3i) voor de extra geleidingsrollen (9) en de buitenste geleidingsrollen (8a) heeft en dat de onder de geleidingsvlakken (3a, 3i) liggende verbreding (3v) met 15 de bochtovergang (3ü) uit een naar de bochtbinnenzijde verzet onderst loopraildraagdeel (lt) bestaat, waarvan de volle breedte langer is dan de afstand tussen de extra geleidingsrollen (9) en de achterste geleidingsrollen (8) van de draaistoel (5) (zie figuren 6-9).
9. Stellinginstallatie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de looprail (1) op het rechte traject een I-vormig spoorstaafprofiel is.
10. Stellinginstallatie volgens conclusies 7-9, met het kenmerk, dat de verbreding (3v) uit een aan de rug van de
25 I-vormige looprail bevestigd extra railstuk (Iz) gevormd is.
11. Stellinginstallatie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de looprail (1) in het bochtbereik een rechthoekig profiel is.
12. Stellinginstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de looprail (1) een bovenst loop- en gelei-dingsvlakdeel (11) en een dit dragend onderst draagdeel (lt) heeft, dat in het rechte bereik aan de naar de binnen-bocht gerichte zijde (3i) voor het aanliggen van de dieper 35 gelegen geleidingsrollen (8i) buiten het bovenste loop- en 8900142." - 10 - geleidingsvlakdeel (1 1) uitsteekt en het bochtbereik met zijn overgang voor de binnenste geleidingsrollen (8i) op het geleidingsvlak (3k) voor de binnenste extra geleidings-rol (9) in de straal (r) overgaat (zie figuren 14-19).
13. Stellinginstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de looprail (1) in het rechte bereik een rechthoekig profiel (lb) is en in het bochtbereik een loop-en geleidingsvlakdeel (1 1) voor een dit dragend onderst draagdeel (lt) heeft, dat met zijn loopvlak (3k) voor de 10 binnenste geleidingsrol (8i) met straal (r) onder het geleidingsvlak (3i) voor de binnenste extra geleidingsrol (9) terugspringt (zie figuren 20-22).
14. Stellinginstallatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het loopwiel (7) onder de draaiingsas (6) van 15 de draaistoel (5) aangebracht is en dat de extra geleidingsrollen (9) aan beide zijden in het loopwielmidden daarnaast en de geleidingsrollen (8a, 8i) daarvoor en daarachter aangebracht zijn.
15. Stellinginstallatie volgens één of meer van de voor-20 afgaande conclusies, met het kenmerk, dat het stellingbe- dieningsapparaat (12) aan zijn boveneinde boven de draaiingsas (6) van de draaistoel (5) met de geleidingsrollen (14) in naar onderen open U-vormige geleidingsrails (13) geleid is, welke boven de looprail (1) en de aftak-25 kingen aangebracht zijn.
16. Stellinginstallatie volgens één of meer van de voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat bij aftakkingen het aanvangsdeel van de gebogen looprail (1) op een verschuifbare wissel (15) aangebracht is, welke bovendien aan 30 de bochtbuitenzijde een recht overbruggingsrailstuk (1') draagt.
17. Stellinginstallatie volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat bij de verschuifbare wissel (15) voor het blokkeren van de alsdan open railaansluiting buffers (17, 18) behoren. 8900 f42.
NL8900142A 1988-03-09 1989-01-20 Magazijninstallatie met geleidingsrollensysteem en looprail. NL193106C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19883808245 DE3808245C2 (de) 1988-03-09 1988-03-09 Regalanlage
DE3808245 1988-03-09

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8900142A true NL8900142A (nl) 1989-10-02
NL193106B NL193106B (nl) 1998-07-01
NL193106C NL193106C (nl) 1998-11-03

Family

ID=6349534

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900142A NL193106C (nl) 1988-03-09 1989-01-20 Magazijninstallatie met geleidingsrollensysteem en looprail.

Country Status (3)

Country Link
AT (1) AT396221B (nl)
DE (1) DE3808245C2 (nl)
NL (1) NL193106C (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9315118U1 (de) * 1993-10-06 1993-12-16 M. Staude GmbH, 46485 Wesel Komissionierungsanlage für Apothekenprodukte
DE9404957U1 (de) * 1994-03-23 1994-06-30 Friedrich Remmert GmbH, 32584 Löhne Kurvengängiges Regalförderzeug
CH692813A5 (de) * 1996-08-07 2002-11-15 Stoecklin Logistik Ag Regalanlage mit einem Regalbediengerät für Geradeaus- und Kurvenfahrt.

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3411214A1 (de) * 1984-03-27 1985-10-10 Dambach-Industrieanlagen Gmbh, 7560 Gaggenau Regalbediengeraet
DE3446310A1 (de) * 1984-12-19 1986-06-26 Köttgen GmbH & Co KG, 5060 Bergisch Gladbach Regalfoerdersystem

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH445379A (de) * 1966-12-09 1967-10-15 Meag Maschinen Und Eisenbau Ag Transporteinrichtung für Stapelgüter

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3411214A1 (de) * 1984-03-27 1985-10-10 Dambach-Industrieanlagen Gmbh, 7560 Gaggenau Regalbediengeraet
DE3446310A1 (de) * 1984-12-19 1986-06-26 Köttgen GmbH & Co KG, 5060 Bergisch Gladbach Regalfoerdersystem

Also Published As

Publication number Publication date
ATA311688A (de) 1992-11-15
DE3808245A1 (de) 1989-09-21
DE3808245C2 (de) 1996-05-09
AT396221B (de) 1993-07-26
NL193106B (nl) 1998-07-01
NL193106C (nl) 1998-11-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5544796A (en) Roof rack for vehicles
US6155382A (en) Running gear for a drive mechanism for a rail-guided displacement device
US5016318A (en) Multi-directional radial wheel trolley and track for operable walls
US20050139114A1 (en) Track guided vehicle system
US20100199563A1 (en) Mechanism for the aligned closure of sliding doors, in particular for units of furniture or compartments with two or more doors
NL9100951A (nl) Zwenkschuifdeurstelsel voor een voertuig.
NL8900142A (nl) Stellinginstallatie.
US6431378B1 (en) Push-back storage rack
NL8900143A (nl) Stellinginstallatie.
US5413191A (en) Dual track ladder
US4917250A (en) Folding shelf furniture unit
US4919056A (en) Shelf conveying system
US4949832A (en) Curved escalator with vertical planar step risers and constant horizontal velocity
US5829356A (en) Switching device for use in suspended conveyors
AU771625B2 (en) Automatic track switching system for operable walls
IE49448B1 (en) Table with central extension leaf
RU98106467A (ru) Шарнирное рельсовое соединение
NO154437B (no) Sporveksel.
US470499A (en) Rolling shelf-ladder
US20140262613A1 (en) Ladder Corner Roller
JPH0443550B2 (nl)
JP2580788Y2 (ja) 移動式物品掛け
JPH0142638Y2 (nl)
JPH0645600Y2 (ja) 伸縮門扉の落し棒装置
RU2025349C1 (ru) Столик железнодорожного вагона

Legal Events

Date Code Title Description
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20060801