NL193106C - Magazijninstallatie met geleidingsrollensysteem en looprail. - Google Patents

Magazijninstallatie met geleidingsrollensysteem en looprail. Download PDF

Info

Publication number
NL193106C
NL193106C NL8900142A NL8900142A NL193106C NL 193106 C NL193106 C NL 193106C NL 8900142 A NL8900142 A NL 8900142A NL 8900142 A NL8900142 A NL 8900142A NL 193106 C NL193106 C NL 193106C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
guide rollers
running
rail
bend
guide
Prior art date
Application number
NL8900142A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8900142A (nl
NL193106B (nl
Original Assignee
Mannesmann Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mannesmann Ag filed Critical Mannesmann Ag
Publication of NL8900142A publication Critical patent/NL8900142A/nl
Publication of NL193106B publication Critical patent/NL193106B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193106C publication Critical patent/NL193106C/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01BPERMANENT WAY; PERMANENT-WAY TOOLS; MACHINES FOR MAKING RAILWAYS OF ALL KINDS
    • E01B25/00Tracks for special kinds of railways
    • E01B25/08Tracks for mono-rails with centre of gravity of vehicle above the load-bearing rail
    • E01B25/12Switches; Crossings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66FHOISTING, LIFTING, HAULING OR PUSHING, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, e.g. DEVICES WHICH APPLY A LIFTING OR PUSHING FORCE DIRECTLY TO THE SURFACE OF A LOAD
    • B66F9/00Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes
    • B66F9/06Devices for lifting or lowering bulky or heavy goods for loading or unloading purposes movable, with their loads, on wheels or the like, e.g. fork-lift trucks
    • B66F9/07Floor-to-roof stacking devices, e.g. "stacker cranes", "retrievers"
    • B66F9/072Travelling gear therefor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Geology (AREA)
  • Warehouses Or Storage Devices (AREA)
  • Bearings For Parts Moving Linearly (AREA)

Description

I < ivv
Magazijninstallatie met geleidingsrollensysteem en looprail
De uitvinding heeft betrekking op een magazijninstallatie met een zowel rechtuit als door bochten verrijdbare bedieningsinrichting die door middel van ten minste twee, elk van een loopwiel voorziene en om een 5 verticale as verstelbare draaiplateaus op het horizontale loopvlak van een looprail steunt, waarbij elk draaiplateau aan de beide zijdelingse geleidingsvlakken van de looprail is geleid door middel van twee voorste en achterste geleidingsrollen en waarbij de horizontale draaias van het loopwiel door de verticale as van het bijbehorende draaiplateau loopt.
Bij een magazijninstallatie van dit type volgens het DE-OS 34 11 214 zijn op elke overgang van een 10 recht stuk naar een bochtstuk van de looprail de buitenradius en de binnenradius in bepaalde mate verschoven ten opzichte van de convexe buitenzijde van het bochtstuk. Deze verschuiving leidt tot een ongewenst uitzwenken van het draaiplateau in een richting die tegengesteld is aan het beoogde bochttraject en veroorzaakt schommelingen in de hefkolom van het bedieningsapparaat. Bovendien loopt het loopwiel bij het nemen van een bocht op afstand naast het railmidden en veroorzaakt eenzijdige slijtage.
15 Doel van de uitvinding is de spoorgeleiding bij een bedieningsapparaat ter plaatse van bochten te verbeteren. Dit doei wordt bereikt, doordat tussen de geleidingsrollen aan beide zijden van het draaiplateau extra geleidingsrollen zijn gelagerd, de zijgeleidingsrollen aan één zijde op een andere hoogte zijn aangebracht dan die aan de andere zijde en de geleidingsvlakken aan de bochtbinnenzijde voor de binnengeleidingsrollen ten opzichte van de geleidingsvlakeinden van het rechte railgedeelte zijn verschoven. 20 De beide steeds tegen de zijgeleidingsvlakken van de rail aanliggende extra geleidingsrollen vormen tezamen met de buitenste geleidingsrollen een betrouwbare driepuntsgeleiding op het rechte traject, terwijl in de bocht de binnenste zijgeleidingsrollen tezamen met de buitenste extra rol tegen de rail aanliggen en een betrouwbare driepuntsgeleiding voor het loopwiel over de looprail vormen, zodat geen pendelbewegingen van het draaiplateau mogelijk zijn.
25 Omdat het loopwiel bij rechtuit rijden, het nemen van een bocht en in het daartussen liggende overgangsgebied steeds over de looprail loopt, is slijtage aan de loopwielen en rails uitermate gering. Ook in het overgangsgebied tussen het rechte en het bochttraject hebben de einden van de geleidingsvlakken van het rechte railgedeelte een van terugliggende delen voorziene overgangsrail, zodat in dit deel alle vier zijgeleidingsrollen tegen twee verschillende, in doorsnede ten opzichte van elkaar verschoven raildelen 30 aanliggen. Bij voorkeur hebben de beide extra geleidingsrollen een grotere diameter dan de andere vier geleidingsrollen op de hoek van het draaiplateau.
Volgens een ander kenmerk van de installatie volgens de uitvinding zijn de geleidingsrollen aan de binnenzijde van de bocht beneden het vlak van de geleidingsrollen van de buitenzijde van de bocht aangebracht, op welke hoogte ook de beide extra rollen zijn gelagerd. Het genoemde terugspringen 35 respectievelijk de verschuiving gaat via een bochtovergang met de kromtestraal r over in een verbreding van het rechte railtraject, terwijl de looprail voor het overige op het rechte traject en in een bocht zelf gelijke afstanden tussen de geleidingsvlakken voor de extra geleidingsrollen hebben. Op het rechte traject vóór de bocht heeft de rail een ten opzichte van het bovenste looprailgedeelte naar de bochtbinnenzijde verschoven onderste loopraildraagdeel, dat ten minste zo lang is als de afstand tussen de extra geleidingsrollen en de 40 achterste geleidingsrollen van het draaiplateau.
De verbreding kan bestaan uit een aan de rug van een l-vormige looprail bevestigde extra rail. Ook is het samenstellen van de looprail uit afzonderlijke profielen mogelijk op de wijze als omschreven in de conclusies 10 en 11.
Volgens een ander kenmerk van de inrichting volgens de uitvinding zijn de loopwielen van het bedie-45 ningsapparaat onder de draaiingsassen van het draaiplateau, de extra geleidingsrollen daarnaast aan beide zijden in het loopwielmidden en de overige geleidingsrollen daarvoor en daarachter aangebracht.
Enkele uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn in de tekening weergegeven en worden in het hierna volgende nader toegelicht. In de tekening toont: 50 figuur 1 een bovenaanzicht van een magazijninstallatie met op de grond aangebrachte looprails; figuur 2 een bovenaanzicht op een geleidingsrail onder het plafond; figuur 3 een doorsnede volgens de lijn Ill-Ill van figuur 2; figuur 4 een op het doorlopen van een bocht ingestelde wissel; figuur 5 een op rechtuit rijden ingestelde wissel; 55 figuren 6-8 een bochtgedeelte met meerdere, verschillende rijpositities van een draaiplateau; figuur 9 een gedeelte van figuur 8 op grotere schaal; figuren 10-13 de doorsneden volgens de lijnen X-X tot XIII—XIII in figuur 6 op vergrote schaal; 193106 2 figuren 14-16 een ander bochtgedeelte met verschillende rijposities van het rijplateau; figuur 17 een gedeelte van figuur 14 op grotere schaal; figuur 18 de doorsnede volgens de lijn XVItl—XVIII in figuur 16 op vergrote schaal; figuur 19 de doorsnede volgens de lijn XIX-XIX in figuur 16 op vergrote schaal; 5 figuur 20 een ander gebogen railstuk; figuur 21 de doorsnede XXI-XXI van figuur 20; figuur 22 de doorsnede XXII-XXII van figuur 20.
De in figuur 1 getoonde magazijnopstelling is uitgerust met een reeks hoge stellingen 10 met in de 10 stellinggangen 11 aangebrachte looprails 1 voor een magazijnbedieningsinrichting 12. De bedieningsinrichting 12 kan ook een vóór de kopzijde van de stellinggangen aangebrachte hoge magazijnstelling 10 bedienen en is voorzien van voorste en achterste draaiplateau 5, waarmee het nemen van bochten voor het binnenrijden van de stellinggangen mogelijk wordt, zoals in verschillende posities weergegeven. Het draaiplateau 5 is met een draaitap 6 in het basisframe van het bedieningsapparaat 12 gelagerd en steunt 15 met een in het midden gelagerd loopwiel 7 op het loopvlak 2 van de looprail 1, zoals in figuur 9 goed te onderkennen is.
Figuur 2 toont de bovengeleiding van het bedieningsapparaat 12 in de bovenste geleidingsrails 13 met aftakkingen.
Zoals figuur 3 toont, is de geleidingsrail 13 een naar beneden open U-profiel voor geleidingsrollen 14, 20 welke boven de draaitap 6 van het draaiplateau 5 liggen. De afstand x tussen de geleidingsrollen 14 is kleiner dan de afstand y tussen de aftakkingen naar de stellinggangen 11.
De voor het binnenrijden van de afzonderlijke stellinggangen 11 noodzakelijke wissels 15 zijn in figuren 4 en 5 weergegeven en worden door een schuifapparaat 16 zodanig schuin zijwaarts bewogen, dat het bedieningsapparaat hetzij volgens figuur 4 in de aftakking of volgens figuur 5 rechtuit loopt.
25 Bovengeleidingen van het type als weergegeven in de figuren 2, 3 en wissels van het type volgens de figuren 4-5 zijn op zichzelf uit het Oostenrijkse octrooi 269.742 bekend.
Wanneer een magazijninstallatie meerdere bedieningsapparaten heeft, moet het ongewild binnenrijden van een bedieningsapparaat in de daarvoor achterwaarts geopende wissel verhinderd worden. Het rechtuit rijden wordt door een aan de wissel 15 bevestigde buffer 17 geblokkeerd; voor het blokkeren van het 30 nemen van een bocht is een buffer 18 aan een hefboom 19 bevestigd, welke op een vaste pen 21 draaibaar is gelagerd. De hefboom 19 is met een sleuf 20 over een tap 22 van de wissel 15 geleid en wordt bij het verschuiven van de wissel 15 verzwenkt, zoals uit een vergelijking van de figuren 4 en 5 blijkt. De buffer 18 ligt dan aan tegen een stabiele vaste aanslag 23, De hoek tussen de looprail 1 en het schuifapparaat 16 bedraagt ongeveer 60° en is zodanig gekozen, dat enerzijds het overbruggingsrailstuk 1’ de 35 rechte railgeleiding goed kan overbruggen en anderzijds het gebogen railstuk 1 op de juiste wijze de aansluiting van de rechte rail op de aftakrail vormt.
De figuren 6 tot 13 tonen meerdere mogelijke looprailconstructies in rechte en bochtdelen. Op het rechte traject is een gebruikelijke spoorstaaf 1 a of dergelijke volgens figuur 10 gelegd en in een bocht een goed buigbaar rechthoekig profiel 1b volgens figuur 12 op een railvoet 4.
40 Op het railprofiel volgens figuur 10 sluit op het rechte traject vóór het bochtgedeelte volgens figuur 12 een verbreed deel 3v aan, waarvan de doorsnede uit een loop- en geleidingsvlakdeel 11 en een draagdeel 1t wordt gevormd en in figuur 11 is weergegeven. Dit verbrede deel 3v moet zo lang zijn, dat de dieper gelagerde achterste geleidingsrollen 8i en de grote extra rollen 9 van het draaiplateau 5 gelijktijdig daartegen aanliggen. Wanneer de voorste, buitenste geleidingsrol 8a het begin van een bocht bereikt, moet 45 de achterste binnenste geleidingsrol 8i zich bevinden ter plaatse van het verbrede deel 3v. De inloop naar het verbrede deel 3v kan recht zijn. Dit moet eindigen wanneer de voorstel binnengeleidingsrol 8i tegen de bocht van de looprail 1 aanstoot. Dan moet de achterste geleidingsrol 8i plaats hebben om binnenwaarts te zwenken.
De uitloop van het verbrede deel 3v moet dus een bochtovergang 3ü zijn, waarvan de kromtestraal met 50 het gebogen railstuk overeenstemt en duidelijk uit figuur 9 blijkt.
De tussen de voorste en achterste geleidingsrollen 9 van het draaiplateau 5 gelagerde extra geleidingsrollen 9 liggen, zoals uit alle figuren van deze tekening blijkt, steeds aan tegen de geleidingsvlakken 3a {buiten) en 3k (binnen) van de verschillende looprailprofielen. De rechter geleidingsrollen 8a liggen bij rechtuit rijden aan tegen het rechter geleidingsvlak 3a en zijn in een bocht vrij, zoals in figuur 8 te zien is.
55 Dan liggen de dieper gelagerde binnenste geleidingsrollen 8i aan tegen het binnengeleidingsvlak 3i in de binnenbocht, zoals uit figuur 12 blijkt. Vóór de bocht liggen ter plaatse van de verbreding 3v alle geleidingsrollen 8 en extra rollen 9 aan tegen hun geleidingsvlakken, zoals in doorsnede ook uit figuur 11 blijkt. De

Claims (12)

1. Magazijninstailatie met een zowel rechtuit als door bochten verrijdbare bedieningsinrichting die door middel van ten minste twee elk van een loopwiel voorziene en om een verticale as verstelbare draaiplateaus op het horizontale loopvlak van een looprail steunt, waarbij elk draaiplateau aan de beide zijdelingse geleidingsvlakken van de looprail is geleid door middel van twee voorste en achterste geleidingsrollen en 25 waarbij de horizontale draaias van het loopwiel door de verticale as van het bijbehorende draaiplateau loopt, met het kenmerk, dat tussen de geleidingsrollen (8) aan beide langszijden van het draaiplateau (5) extra geleidingsrollen (9) zijn aangebracht, de geleidingsrollen (8a, 8i) aan één zijde in hoogte verschoven ten opzichte van de andere zijde zijn aangebracht en de geleidingsvlakken (3i) aan de bochtbinnenzijde van de looprail (1) voor de binnengeleidingsrollen (8i) ten opzichte van de geleidingsvlakeinden van het rechte 30 railgedeelte een verschuiving (3k) hebben.
2. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het loopwiel (7) bij rechtuit rijden, het nemen van een bocht en in het daartussen gelegen overgangsgebied met zijn spoormidden over het midden van het loopvlak (2) van de looprail (1) loopt.
3. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat in elk draaiplateau (5) behalve de vier geleidings-35 rollen (8a, 8i) twee extra geleidingsrollen (9) aanwezig zijn.
3 193106 noodzakeiijke verbreding 3v kan in plaats van uit een railverschuiving volgens figuur 11 ook uit een extra rail 1z met vlak profiel volgens figuur 13 bestaan, die aan een rail volgens figuur 10 is bevestigd. Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 14 tot 19 bestaat de looprail 1 over het gehele rechte traject uit een loop- en geleidingsvlakbovendeel 11 en een dit ondersteunend benedendraagdeel 1t. Tegen 5 de geleidingsvlakken liggen op de rechte trajecten volgens de figuren 14 en 17 alle geleidingsrollen 8 en extra rollen 9 aan. In een bocht is een eenvoudig rechthoekig profiel volgens figuur 12 gelegd. Dit betekent, dat het geleidingsvlak 3i ten opzichte van het rechte traject naar buiten toe verzet is, opdat de binnenste, lager gelegen geleidingsrollen 8i kunnen uitwijken. Bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 20-22 is de looprail 1 met zijn loopvlak 2 en de 10 geleidingsvlakken 3a en 3k uit eenvoudig vlak profiel gevormd, waartegen op de rechte trajecten zowel alle geleidingsrollen 8 als de extra geleidingsrollen 9 aanliggen (zie figuur 22). In een bocht gaat dit railprofiel via een in figuur 20 weergegeven bochtovergang 3ü over in een samengesteld profiel volgens figuur 21. De extra geleidingsrollen 9 liggen aan tegen het loop- en geleidingsvlakdeel 11, terwijl de onderste, dieper liggende geleidingsrollen 8i tegen de binnenzijde van het onderste draagdeel 1t aanliggen.
15 De buitenste geleidingsrollen 8a liggen niet tegen het loopvlak aan. Bij alle uitvoeringsvoorbeelden is het noodzakelijke railverzet gemakkelijk te verwezenlijken. 20
4. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de extra geleidingsrollen (9) een grotere diameter hebben dan de geleidingsrollen (8a, 8i).
5. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingsrollen (8i) aan de bochtbinnenzijde (3i) beneden het vlak van de geleidingsrollen (8a) van de bochtbuitenzijde (3a) zijn aangebracht.
6. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de extra geleidingsrollen (9) ter hoogte van de bovenste geleidingsrollen (8a) aan de bochtbuitenzijde zijn aangebracht.
7. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verschuiving (3k) via een bochtovergang (3ü) met de kromtestraal (r) in een verbreding (3v) van het rechte railtraject overgaat.
8. Installatie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de looprail (1) op het rechte traject en in een bocht 45 dezelfde railkopbreedte tussen de geleidingsvlakken (3a, 3i) voor de extra geleidingsrollen (9) en de buitenste geleidingsrollen (8a) heeft en dat de onder de geleidingsvlakken (3a, 3i) liggende verbreding (3v) met de bochtovergang (3ü) uit een naar de bochtbinnenzijde verschoven onderste loopraildraagdeel (1t) bestaat, waarvan de voile breedte langer is dan de afstand tussen de extra geleidingsrollen (9) en de achterste geleidingsrollen (8) van het draaiplateau (5) (zie figuren 6-9).
9. Installatie volgens de conclusies 7-8, met het kenmerk, dat de verbreding (3v) bestaat uit een aan de rug van een l-vormige looprail bevestigd extra railstuk (Iz).
10. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de looprail (1) ene bovenste loop- en geleidingsvlakdeel (11) en een dit dragend onderste draagdeel (1t) heeft, dat in het rechte traject aan de naar de binnenbocht gerichte zijde (3i) voor het aanliggen van de dieper gelegen geleidingsrollen (8i) buiten het 55 bovenste loop- en geleidingsvlakdeel (11) uitsteekt en dat nabij het bochtgedeelte met zijn overgang voor de binnenste geleidingsrollen (8i) op het geleidingsvlak (3k) voor de binnenste extra geleidingsrol (9) in de straal (r) overgaat (zie figuren 14-19). 193106 4
11. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de looprail (1) in het rechte traject een rechthoekig profiel (1b) is en in een bocht een loop- en geleidingsvlakdeel (11) heeft voor een dit dragend onderste draagdeel (1t), dat met zijn loopvlak (3k) voor de binnenste geleidingsrol (8i) met straal (r) achter het geleidingsvlak (3i) voor de binnenste extra geleidingsrol (9) terugspringt (zie figuren 20-22).
12. Installatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het loopwiel (7) onder de draaiingsas (6) van het draaiplateau (5) is aangebracht en de extra geleidingsrollen (9) daarnaast aan beide zijden in het loopwiel-midden en de geleidingsrollen (8a, 8i) daarvoor en daarachter zijn aangebracht. Hierbij 5 bladen tekening
NL8900142A 1988-03-09 1989-01-20 Magazijninstallatie met geleidingsrollensysteem en looprail. NL193106C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE19883808245 DE3808245C2 (de) 1988-03-09 1988-03-09 Regalanlage
DE3808245 1988-03-09

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8900142A NL8900142A (nl) 1989-10-02
NL193106B NL193106B (nl) 1998-07-01
NL193106C true NL193106C (nl) 1998-11-03

Family

ID=6349534

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900142A NL193106C (nl) 1988-03-09 1989-01-20 Magazijninstallatie met geleidingsrollensysteem en looprail.

Country Status (3)

Country Link
AT (1) AT396221B (nl)
DE (1) DE3808245C2 (nl)
NL (1) NL193106C (nl)

Families Citing this family (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9315118U1 (de) * 1993-10-06 1993-12-16 M. Staude GmbH, 46485 Wesel Komissionierungsanlage für Apothekenprodukte
DE9404957U1 (de) * 1994-03-23 1994-06-30 Friedrich Remmert GmbH, 32584 Löhne Kurvengängiges Regalförderzeug
CH692813A5 (de) * 1996-08-07 2002-11-15 Stoecklin Logistik Ag Regalanlage mit einem Regalbediengerät für Geradeaus- und Kurvenfahrt.

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CH445379A (de) * 1966-12-09 1967-10-15 Meag Maschinen Und Eisenbau Ag Transporteinrichtung für Stapelgüter
DE3411214C2 (de) * 1984-03-27 1986-12-11 Dambach-Industrieanlagen Gmbh, 7560 Gaggenau Regalbediengerät
DE3446310A1 (de) * 1984-12-19 1986-06-26 Köttgen GmbH & Co KG, 5060 Bergisch Gladbach Regalfoerdersystem

Also Published As

Publication number Publication date
NL8900142A (nl) 1989-10-02
ATA311688A (de) 1992-11-15
DE3808245A1 (de) 1989-09-21
DE3808245C2 (de) 1996-05-09
AT396221B (de) 1993-07-26
NL193106B (nl) 1998-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5544796A (en) Roof rack for vehicles
KR100537236B1 (ko) 액슬 지지된 중간 모듈로 분리된 공공 운송 차량의 두 연속 모듈을 위한 복합 관절연결
CN100448735C (zh) 曲线式的装配和/或输送带
NL193106C (nl) Magazijninstallatie met geleidingsrollensysteem en looprail.
JPH0541793B2 (nl)
US20160200467A1 (en) Portable stretch wrapping machine
US5195703A (en) Device for locking a switch blade with a stock rail
US6431378B1 (en) Push-back storage rack
CA1320051C (en) Machine for the grinding of rails
CA1203193A (en) Moving staircase with a curved conveyor passage
JPH07189206A (ja) 軌道位置修正用の軌道作業機械
UA82586C2 (uk) Рухомий транспортний засіб з робочою площадкою
US5199531A (en) Rail-mounted, high-lift stacking vehicle
NL8900143A (nl) Stellinginstallatie.
EP0708861B1 (en) Switches for automated guideway transit systems
US4919056A (en) Shelf conveying system
CA2066954A1 (en) Guide mechanism for passenger conveyors
SK280504B6 (sk) Pracovný voz
NO154437B (no) Sporveksel.
IT8922591A1 (it) Carrello di gru
JPS647907B2 (en) Monorail conveyor device
EP1311738B1 (en) Support arrangement
JP3160489B2 (ja) 軌道式茶葉摘採機
RU2335444C1 (ru) Устройство для центрирования конвейерной ленты
EP0847891B1 (en) Pantograph supporting system for a railway vehicle with variable trim carbody

Legal Events

Date Code Title Description
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20060801