NL2001096C2 - Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap. - Google Patents

Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap. Download PDF

Info

Publication number
NL2001096C2
NL2001096C2 NL2001096A NL2001096A NL2001096C2 NL 2001096 C2 NL2001096 C2 NL 2001096C2 NL 2001096 A NL2001096 A NL 2001096A NL 2001096 A NL2001096 A NL 2001096A NL 2001096 C2 NL2001096 C2 NL 2001096C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
main frame
subframe
rotation point
guide
wheel
Prior art date
Application number
NL2001096A
Other languages
English (en)
Inventor
Dennis Vroegindeweij
Original Assignee
Freelift Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Freelift Bv filed Critical Freelift Bv
Priority to NL2001096A priority Critical patent/NL2001096C2/nl
Priority to CN200880120486.5A priority patent/CN101970330A/zh
Priority to US12/745,580 priority patent/US20110024237A1/en
Priority to PCT/NL2008/000274 priority patent/WO2009078704A1/en
Priority to EP08861372A priority patent/EP2247523A1/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001096C2 publication Critical patent/NL2001096C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B66HOISTING; LIFTING; HAULING
    • B66BELEVATORS; ESCALATORS OR MOVING WALKWAYS
    • B66B9/00Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures
    • B66B9/06Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces
    • B66B9/08Kinds or types of lifts in, or associated with, buildings or other structures inclined, e.g. serving blast furnaces associated with stairways, e.g. for transporting disabled persons
    • B66B9/0838Levelling gears

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Automation & Control Theory (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Handcart (AREA)
  • Types And Forms Of Lifts (AREA)

Description

P28891NL00/JFL
Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap 5
De uitvinding heeft betrekking op een hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap langs een geleiding, voorzien van een transporteenheid, ingericht om gedragen te worden door de geleiding en langs de geleiding voort te bewegen, waarbij de transporteenheid een hoofdframe en een eerste en tweede subframe omvat, waarbij de 10 subframes zijn voorzien van tenminste twee geleidewielen, welke de transporteenheid langs de geleider geleiden, en het hoofdframe voorzien is van een hoofdframegeleidewiel en een aandrijfwiel verbonden met een aandrijving, welke de transporteenheid langs de geleider voortbeweegt.
Een dergelijke lift is bekend uit het Nederlandse octrooi 1001327. De hieruit bekende 15 lift is voorzien van een loopwerk voor een aandrijfinrichting van een railgeleidende verplaatsingsinrichting zoals een personenlift, omvattende een basisdeel, aandrijfmiddelen en tenminste twee sets geleidewielen, in rijrichting van het loopwerk gezien achter elkaar aangebracht, zodanig dat tijdens gebruik het loopwerk door de geleidewielen in een gewenste stand langs de rail wordt geleid, waarbij het basisdeel tenminste een brugstuk, 20 een eerste en een tweede framedeel omvat, waarbij de framedelen elk om tenminste één zwenkas beweegbaar zijn verbonden met het brugstuk, waarbij elk framedeel een set geleidewielen draagt en waarbij de framedelen onderling zijn gekoppeld door een mechanische spiegel vormende koppelmiddelen, zodanig dat de bewegingen van het eerste en tweede framedeel steeds eikaars spiegelbeeld zijn in een spiegelvlak, dat zich haaks op 25 de aandrijfrichting van het loopwerk tussen het eerste en het tweede framedeel uitstrekt en gezien ten opzichte van het brugstuk. Voor de voortbeweging is de bekende hellingslift voorzien van een aandrijfwiel welke vast verbonden is met het brugstuk waarbij het brugstuk via een lagering aan de framedelen is verbonden. De rotatieas van het aandrijfwiel ligt bij voorkeur in het spiegelvlak.
30 Een nadeel van de bekende lift is dat de verbinding door middel van een lagering van het brugstuk aan de framedelen er geen zorg voor draagt dat het aandrijfwiel optimaal is uitgelijnd met de rail.
De uitvinding beoogt een hellingslift te verschaffen die dit bovengenoemde nadeel tenminste gedeeltelijk ondervangt of althans een alternatief daarvoor biedt.
35 De uitvinding bereikt dit doel door middel van een hellingslift volgens conclusie 1.
Een voordeel van de hellingslift volgens conclusie 1 is dat het eerste subframe ten opzichte van het hoofdframe kan bewegen, zodanig dat beide een spiegelsymmetrische - 2 - beweging uit kunnen voeren ten opzichte van een symmetrievlak, welke zich tussen het hoofdframe en het eerste subframe bevindt. Voor de assen van de geleidewielen en het aandrijfwiel geldt dan dat ze in een vlak liggen die de geleiding haaks snijdt. De geleidewielen en het aandrijfwiel van de transporteenheid zijn dan voortdurend in een 5 zodanige stand ten opzichte van de geleiding, dat het loopvlak van het betreffende wiel zich evenwijdig aan een raaklijn van de geleiding bevindt, zodanig dat elk wiel bij het doorlopen van een bocht in de geleiding deze op optimale wijze rollend kan doorlopen. Bovendien biedt deze transporteenheid het voordeel dat elke beweging van het eerste subframe gespiegeld wordt door het daarop volgende of voorlopende hoofdframe. Daardoor wordt 10 bijvoorbeeld bij het inlopen van een bocht door de voorlopende geleidewielen het betreffende subframe in stand aangepast, zodanig dat de geleidewielen nagenoeg de ideale lijn volgen. Daarbij wordt door de koppeling, de stand van het hoofdframe aan de te doorlopen bocht aangepast, waardoor ook van dit hoofdframe het aandrijfwiel de ideale lijn volgt.
15 Een verder voordeel is dat een verbinding tussen de framedelen door middel van een brugdeel en een lagering overbodig zijn in een hellingslift volgens de uitvinding. Dit is voordelig omdat het ontwerp hier eenvoudiger van wordt.
Voordelige uitvoeringsvormen zijn vastgelegd in de onderconclusies.
De uitvinding wordt nader toegelicht op basis van een beschrijving van de bijgaande 20 figuren, waarin: fig. 1 een eerste uitvoeringsvorm van de hellingslift, zoals een traplift, toont volgens de uitvinding; fig. 2 een onderaanzicht toont van de eerste uitvoeringsvorm van de hellingslift, volgens de uitvinding; 25 fig. 3 een zijaanzicht toont van de eerste uitvoeringsvorm van de hellingslift volgens de uitvinding; fig. 4a een opengewerkt hoofdframe toont van de hellingslift volgens de uitvinding; fig. 4b een alternatieve uitvoeringsvorm van een transporteenheid voor een hellingslift toont, 30 fig. 5 een tweede uitvoeringsvorm van de hellingslift volgens de uitvinding toont, fig. 6 een derde uitvoeringsvorm van de hellingslift volgens de uitvinding toont, en fig. 7 een onderaanzicht van de derde uitvoeringsvorm van de hellingslift volgens de uitvinding toont.
Figuur 1 toont in vooraanzicht een hellingslift 1, zoals een traplift voorzien van een 35 stoel 5 en een voetensteun 7. De hellingslift 1 voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap langs een geleiding 9 is voorzien van een transporteenheid 3, ingericht om gedragen te worden door de geleiding 9 en langs de geleiding 9 voort te bewegen. De - 3 - transporteenheid 3 omvat een hoofdframe 11 en een eerste subframe 13. Het eerste subframe 13 is voorzien van tenminste twee geleidewielen, waarvan er één 41 zichtbaar is, die de transporteenheid 3 langs de geleider 9 geleiden.
Figuur 2 toont in onderaanzicht de hellingslift 1 volgens de uitvinding. In het 5 onderaanzicht zijn het eerste subframe 13 en een tweede subframe 15 zichtbaar. Het eerste subframe 13 is voorzien van een tweetal geleidewielen 39, 41 en het tweede subframe 15 is ook voorzien van een tweetal geleidewielen 17. Het hoofdframe 11 is voorzien van een hoofdframegeleidewiel 16 en een aandrijfwiel verbonden met een aandrijving 21, welke de transporteenheid 3 langs de geleider 9 voortbeweegt. Het aandrijfwiel is voor dit doel 10 voorzien van een tandwiel 19, welke in een tandheugel 23 van geleiding 9 grijpt.
Figuur 3 toont in zijaanzicht een gedeelte van de hellingslift volgens de uitvinding in de richting van de geleider 9. De transporteenheid 3 is voorzien van het hoofdframe 11 met een steunwiel 25, welke de transporteenheid 3 afsteunt op de geleider 9 en er zorg voor draagt dat het tandwiel 19 tegen de tandheugel 23 wordt gedrukt. Het hoofdframe 11 is 15 verbonden met het subframe 13 welke is voorzien van een loopwerk omvattende het tweetal geleidewielen 39, 41 en een wielenhouder 18.
Figuur 4a toont het opengewerkt hoofdframe 11 van de figuren 1 tot en met 3. Steunwiel 25 welke roteerbaar verbonden is met het hoofdframe loopt over de geleiding 9. Aan de onderzijde is de aandrijving 21 met het tandwiel 19 nog net zichtbaar welke met het 20 hoofdframe is verbonden.
Het eerste subframe 13 is via een eerste en een tweede subframerotatiepunt 27, 29 beweegbaar verbonden met het hoofdframe. Het eerste subframerotatiepunt 27 is uitgevoerd als een eerste pen, welke door een eerste sleuf in het hoofdframe kan bewegen. De eerste sleuf heeft de vorm van een sectie van een cirkel met een straal die loopt vanuit 25 een eerste hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, welke op een eerste hoofdframe rotatieas 31 ligt. De eerste rotatieas 31 loopt door de rotatieas van het tandwiel 19 in deze uitvoeringsvorm, maar dit is niet noodzakelijk voor een goede werking van de uitvinding. Het tweede subframerotatiepunt 29 is uitgevoerd als een tweede pen, welke door een tweede sleuf in het hoofdframe kan bewegen. De tweede sleuf heeft de vorm van een sectie van 30 een cirkel met een straal die loopt vanuit een tweede hoofdframerotatiepunt welke door een tweede hoofdframe rotatieas 33 van het hoofdframe loopt. De tweede rotatieas 33 loopt door de rotatieas van het steunwiel 25 in deze uitvoeringsvorm, maar dit is niet noodzakelijk voor een goede werking van de uitvinding. Voor een goede werking van de uitvinding is het nodig dat de eerste en tweede rotatieas 31,33 beide op eenzelfde afstand van de geleiding 35 9 zijn gepositioneerd. Ook het eerste en tweede subframerotatiepunt 27, 29 moeten op eenzelfde afstand van de geleider 9 gepositioneerd zijn. Door deze configuratie zijn het hoofdframe en het eerste subframe 13 zodanig met elkaar verbonden dat ze - 4 - spiegelsymmetrisch bewegen ten opzichte van elkaar in een eerste vlak ten opzichte van een spiegelvlak. Het spiegelvlak is overwegend loodrecht ten opzichte van de geleiding 9 georiënteerd en geplaatst tussen het eerste subframe 13 en het hoofdframe, meer specifiek tussen het eerste en tweede subframe rotatiepunt 27, 29 en het eerste en tweede 5 hoofdframerotatiepunt. Doordat de subframerotatiepunten 27, 29 en de hoofdframerotatiepunten dicht bij de geleider 9 zijn gelegen is een zeer compacte bouw van de transporteenheid 3 mogelijk. De compacte bouw maakt het mogelijk om de hellingslift in nauwe trappenhuizen in te bouwen en korte bochten te draaien.
Het tweede subframe 15 is via een derde en een vierde subframerotatiepunt 35, 37 10 beweegbaar verbonden met het hoofdframe. Het derde subframerotatiepunt 35 is uitgevoerd als een derde pen, welke door een derde sleuf in het hoofdframe kan bewegen. De derde sleuf heeft de vorm van een sectie van een cirkel met een straal die loopt vanuit derde hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, welke in dit geval op de eerste hoofdframe rotatieas 31 ligt. Het vierde subframerotatiepunt 37 is uitgevoerd als een vierde 15 pen, welke door een vierde sleuf in het hoofdframe kan bewegen. De vierde sleuf heeft de vorm van een sectie van een cirkel met een straal die loopt vanuit een vierde hoofdframerotatiepunt, welke in dit geval door het tweede hoofdframe rotatieas 33 van het hoofdframe loopt. Door deze configuratie zijn het hoofdframe en het tweede subframe 15 zodanig met elkaar verbonden dat ze gespiegeld bewegen ten opzichte van elkaar ten 20 opzichte van een spiegelvlak welke zich tussen het derde en vierde subframerotatiepunt 35, 37 en de beide rotatieassen 31,33 van het hoofdframe bevindt.
Door de subframerotatiepunten uit te voeren als een pen welke in een sleuf van het hoofdframe bewogen kan worden en door de sleuven een cirkelvormige vorm te geven waarbij de cirkelvorm een constante afstand van de hoofdframerotatiepunten van het 25 hoofdframe heeft kunnen de subframerotatiepunten op een compacte manier in een cirkelvorm bewegen ten opzichte van de hoofdframerotatiepunten van het hoofdframe. Het compacte design heeft als voordeel dat er niet veel ruimte nodig is voor het hoofdframe en dat het daardoor gemakkelijk in een transporteenheid voor een hellingslift ingebouwd kan worden. De pen-sleuf koppelingsmiddelen zijn dubbel uitgevoerd, dat wil zeggen dat aan de 30 zijde die niet zichtbaar is in figuur 4a dezelfde rotatiepunten als pen zijn aangebracht als aan de zichtbare zijde. De dubbele uitvoering zorgt er voor dat de krachten beter verdeeld zijn en er minder slijtage is in de pen sleuf verbindingen.
Het eerste subframe 13 is voorzien van een loopwerk omvattende twee geleidewielen 39, 41 en een eerste wielenhouder 43. De eerste wielenhouder 43 is 35 verbonden met het eerste subframe 13 via een eerste wielenhouderrotatiepunt 45, welke uitgevoerd is als een vijfde pen die opgehangen is in het subframe 13 via een vijfde sleuf. De vijfde sleuf heeft een middellijn, welke een gedeelte van een cirkel beschrijft met een - 5 - constante afstand ten opzichte van een vijfde hoofdframerotatiepunt, welke op een derde rotatieas 47 van het hoofdframe ligt. De derde rotatieas 47 kan eventueel aangebracht worden door de rotatieas van een hoofdframegeleidewiel 16 van het hoofdframe. Een tweede wielenhouder rotatiepunt 49 is uitgevoerd als een zesde pen welke beweegbaar is 5 opgehangen via een zesde cirkelvormige sleuf in het eerste subframe 13 en kan een cirkelvormige beweging uit voeren ten opzichte van een zesde hoofdframerotatiepunt, welke op een vierde rotatieas 51 van het hoofdframe ligt. Het eerste en tweede wielenhouderrotatiepunt 45, 49 zijn beweegbaar ten opzichte van het vijfde en zesde hoofdframerotatiepunt in eenzelfde tweede vlak. Het eerste vlak waarin de subframes ten 10 opzichte van het hoofdframe bewegen en het tweede vlak waarin de wielenhouders ten opzichte van het hoofdframe bewegen staan in hoofdzaak loodrecht op elkaar in deze uitvoeringsvorm. Indien de transporteenheid een twee dimensionale bocht doorloopt zal zowel het eerste subframe 13 als de wielenhouder 43 gekanteld worden ten opzichte van hoofdframe. De referentie naar de derde en vierde rotatieas 47, 51 is door een kanteling 15 van het eerste subframe 13 niet meer exact mogelijk, deze referentie geldt dan ook indien het eerste subframe 13 niet gekanteld is. Omdat het eerste en tweede wielenhouderrotatiepunt 45, 49 en het vijfde en zesde hoofdframerotatiepunt dicht bij de geleider 9 is gelegen, is een zeer compacte bouw van het eerste subframe 13 mogelijk. De compacte bouw van het subframe 13 maakt het mogelijk om de transporteenheid 3 compact 20 te houden en de hellingslift in nauwe trappenhuizen in te bouwen en korte bochten te laten draaien.
Het tweede subframe 15 is voorzien van een in hoofdzaak gelijke wielenhouder, welke op vergelijkbare wijze met het tweede subframe 15 is verbonden als de wielenhouder 43 met het eerste subframe 13 en welke ten opzichte van het vijfde en zesde 25 hoofdframerotatiepunt (de rotatieassen 47 en 51) op vergelijkbare wijze kan bewegen.
Beide wielenhouders bewegen hierdoor op spiegelsymmetrische wijze van het hoofdframe in het tweede vlak en omdat de subframes ook op spiegelsymmetrische wijze ten opzichte van het hoofdframe bewegen in het eerste vlak is een goede geleiding in beide vlakken gegarandeerd. De geleidewielen van de subframes en het aandrijfwiel, steunwiel en de 30 hoofdframegeleidewielen van het hoofdframe zijn hierdoor voortdurend in een zodanige stand ten opzichte van de geleiding dat het loopvlak van het betreffende wiel zich evenwijdig aan een raaklijn van de geleiding bevindt, zodanig dat elk wiel bij het doorlopen van een bocht in de geleiding deze op optimale wijzen rollend kan doorlopen. De wielenhouders kunnen iets gekanteld in het hoofdframe gehangen worden zodat ze beide in eenzelfde 35 gekantelde derde vlak kunnen bewegen. Het derde gekantelde vlak zal niet meer loodrecht op het eerste vlak staan. Het hoofdframe zal dan nog steeds in de juiste positie bewogen worden bij het in- en uitgaan van een bocht. Gekantelde wielenhouders hebben het - 6 - voordeel dat een gedeelte van de geleiding vrij gehouden kan worden voor bevestiging aan de wand in het trappenhuis. Doordat er meerdere rotatiepunten zijn die er zorg voor dragen dat de subframes 13, 15 en het hoofdframe 11 gespiegeld bewegen worden de krachten beter verdeeld en is er minder slijtage dan als dat er één koppelmiddel wordt gebruikt om 5 het subframe en het hoofdframe gespiegeld te laten bewegen.
Figuur 4b beschrijft een alternatieve transporteenheid 3 die bestaat uit de transporteenheid van figuur 4a waarbij één subframe achterwege is gelaten. Onderdelen in de alternatieve uitvoeringsvorm die overeenkomen met onderdelen van figuur 1 tot en met 4a zijn in figuur 4b aangeduid met corresponderende nummers. De transporteenheid 3 10 omvat een hoofdframe en een subframe 13, waarbij het hoofdframe is weggelaten om het subframe 13 en de wielen 41, 25, 16, 19 goed zichtbaar te maken. Het eerste subframe 13 is via een eerste en een tweede subframerotatiepunt 27, 29 beweegbaar verbonden met het hoofdframe. Het eerste subframerotatiepunt 27 is uitgevoerd als een eerste pen, welke door een eerste sleuf (niet afgebeeld) in het hoofdframe kan bewegen. De eerste sleuf heeft de 15 vorm van een sectie van een cirkel met een straal die loopt vanuit een eerste hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, welke op een eerste hoofdframe rotatieas 31 ligt. De eerste rotatieas 31 loopt door de rotatieas van het tandwiel 19 in deze uitvoeringsvorm, maar dit is niet noodzakelijk voor een goede werking van de uitvinding. Het tweede subframerotatiepunt 29 is uitgevoerd als een tweede pen, welke door een tweede 20 sleuf (niet afgebeeld) in het hoofdframe kan bewegen. De tweede sleuf heeft de vorm van een sectie van een cirkel met een straal die loopt vanuit een tweede hoofdframerotatiepunt welke door een tweede hoofdframe rotatieas 33 van het hoofdframe loopt. De tweede rotatieas 33 loopt door de rotatieas van het steunwiel 25 in deze uitvoeringsvorm, maar dit is niet noodzakelijk voor een goede werking van de uitvinding. Voor een goede werking van de 25 uitvinding is het nodig dat de eerste en tweede rotatieas 31,33 beide op eenzelfde afstand van de geleiding 9 zijn gepositioneerd. Ook het eerste en tweede subframerotatiepunt 27, 29 moeten op eenzelfde afstand van de geleider 9 gepositioneerd zijn. Door deze configuratie zijn het hoofdframe en het eerste subframe 13 zodanig met elkaar verbonden dat ze spiegelsymmetrisch bewegen ten opzichte van elkaar in een eerste vlak ten opzichte 30 van een spiegelvlak. Het spiegelvlak is overwegend loodrecht ten opzichte van de geleiding 9 georiënteerd en geplaatst tussen het eerste subframe 13 en het hoofdframe, meer specifiek tussen het eerste en tweede subframe rotatiepunt 27, 29 en het eerste en tweede hoofdframerotatiepunt. Doordat de subframerotatiepunten 27, 29 en de hoofdframerotatiepunten dicht bij de geleider 9 zijn gelegen is een zeer compacte bouw van 35 de transporteenheid 3 mogelijk. De compacte bouw van deze uitvoeringsvorm waarbij nog maar één subframe aanwezig is maakt het mogelijk om de transporteenheid nog compacter te maken en nog kortere bochten te draaien.
- 7 -
Het eerste subframe 13 is voorzien van een loopwerk omvattende twee geleidewielen 39, 41 en een eerste wielenhouder. De eerste wiel en hou der is verbonden met het eerste subframe 13 via een eerste wielenhouderrotatiepunt 45, welke uitgevoerd is als een vijfde pen die opgehangen is in het subframe 13 via een vijfde sleuf. De vijfde sleuf 5 heeft een middellijn, welke een gedeelte van een cirkel beschrijft met een constante afstand ten opzichte van een vijfde hoofdframerotatiepunt, welke op een derde rotatieas 47 van het hoofdframe ligt. De derde rotatieas 47 kan eventueel aangebracht worden door de rotatieas van een hoofdframegeleidewiel 16 van het hoofdframe. Een tweede wielenhouder rotatiepunt 49 is uitgevoerd als een zesde pen welke beweegbaar is opgehangen via een 10 zesde cirkelvormige sleuf in het eerste subframe 13 en kan een gedeeltelijke cirkelvormige beweging uit voeren ten opzichte van een zesde hoofdframerotatiepunt, welke op een vierde rotatieas (niet zichtbaar) van het hoofdframe ligt. De sleuven die in het eerste subframe zijn aangebracht zijn in hoofdzaak soortgelijk aan de sleuven die in het hoofdframe zijn aangebracht (niet afgebeeld) om het eerste en tweede subframerotatiepunt 15 27, 29 cirkelvormige bewegingen om het eerste en tweede hoofdframe rotatiepunt te laten uitvoeren. Het eerste en tweede wielenhouderrotatiepunt 45, 49 zijn beweegbaar ten opzichte van het vijfde en zesde hoofdframerotatiepunt in eenzelfde tweede vlak. Het eerste vlak waarin de subframes ten opzichte van het hoofdframe bewegen en het tweede vlak waarin de wielenhouders ten opzichte van het hoofdframe bewegen staan in hoofdzaak 20 loodrecht op elkaar in deze uitvoeringsvorm, maar kunnen ook iets gekanteld worden.
Figuur 5 toont een tweede uitvoeringsvorm van de hellingslift volgens de uitvinding. Gelijke onderdelen in de tweede uitvoeringsvorm zijn met corresponderende verwijzingscijfers aangeduid. De hellingslift is voorzien van een transporteenheid 3, welke een eerste en tweede subframe 13, 15 en een hoofdframe 11 omvat die over een geleiderail 25 9 voortbewogen kan worden. In de figuur is een sectie van de geleiderail 9 zichtbaar in werkelijkheid zal de geleiderail een stuk langer zijn dan hier afgebeeld. Het eerste en tweede subframe 13, 15 zijn voorzien van een tweetal geleidewielen 17, 39, 41 en het hoofdframe 11 is voorzien van een tweetal hoofdframegeleidewielen 16. Het eerste subframe 13 is via een eerste subframe scharnierpunt 65, een eerste verbindingsstang 61 30 en een eerste hoofdframescharnierpunt 63 verbonden worden met het hoofdframe 11. Door nu een tweede verbindingsstang 67 via een tweede subframescharnierpunt 69 met een tweede hoofdframescharnierpunt 71 te verbinden, waarbij de eerste en tweede verbindingsstang 61, 67 elkaar kruisen kunnen de bewegingen van het subframe 13 en het hoofdframe 11 gespiegeld worden ten opzichte van een eerste spiegelvlak 80 welke zich 35 tussen de geleidewielen 39, 41 van het eerste subframe 13 en de wielen 17 van het hoofdframe 11 bevind. In deze uitvoeringsvorm bevindt het spiegelvlak 80 zich halverwege - 8 - tussen het hoofdframe 11 en het eerste subframe 13 op het kruispunt van de verbindingstangen 61, 67.
Het tweede subframe 15 is door middel van een derde en vierde subframescharnierpunt 73, 75 en een kruisende derde en vierde verbindingsstang 77, 79 5 met het eerste en tweede hoofdframescharnierpunt 63, 71 verbonden, waardoor de bewegingen tussen het tweede subframe 15 en het hoofdframe 11 gespiegeld kunnen worden over een tweede spiegelvlak 81. Door het eerste en tweede subframe 13, 15 spiegelsymmetrisch te koppelen met het hoofdframe 11, zodanig dat spiegelvlakken 80, 81 tussen het hoofdframe 11 en de subframes 13, 15 liggen bewegen het eerste en tweede 10 subframe 13, 15 en het hoofdframe 11 zodanig over de geleiderail dat de frames 11, 13, 15 overwegend haaks op de geleiderail 9 staan. De wielen van de frames 11, 13, 15 zijn hierdoor voortdurend in een zodanige stand ten opzichte van de geleiding 9 dat het loopvlak van het betreffende wiel zich evenwijdig aan een raaklijn van de geleiding bevindt. Een voordeel van de tweede uitvoeringsvorm van figuur 5 is dat de stangen met scharnierpunten 15 een betere lagering dan de sleuven bieden waardoor er minder speling is en de posities van de geleidewielen, steunwiel en aandrijfwiel beter bepaald worden. De tweede uitvoeringsvorm van figuur 5 is uitermate geschikt voor bochten in de geleiderail zoals aangegeven. Om ook bochten, die loodrecht op deze bocht staan te kunnen doorlopen zullen soortgelijke verbindingsstangen in een richting loodrecht op tekening toegepast 20 moeten worden.
Figuur 6 en 7 laten een derde uitvoeringsvorm van de hellingslift volgens de uitvinding zien, waarbij figuur 7 een onderaanzicht van de transporteenheid van figuur 6 laat zien. Onderdelen in de derde uitvoeringsvorm die corresponderen met onderdelen in de eerste en tweede uitvoeringsvormen zijn met corresponderende verwijzingscijfers 25 aangeduid. De hellingslift is voorzien van een transporteenheid 3, welke een eerste en tweede subframe 13, 15 en een hoofdframe 11 omvat die over een geleiderail 9 voortbewogen kan worden. In de figuur is een sectie van de geleiderail 9 zichtbaar in werkelijkheid zal de geleiderail een stuk langer zijn dan hier afgebeeld. Het eerste en tweede subframe 13, 15 zijn voorzien van een tweetal geleidewielen 17, 39, 41 en het 30 hoofdframe 11 is voorzien van een tweetal hoofdframegeleidewielen 16. Het eerste subframe 13 is via eerste subframe scharnierpunten 65, eerste verbindingsstangen 61 en eerste hoofdframescharnierpunten 63 verbonden worden met het hoofdframe 11. Door nu tweede verbindingsstangen 67 via tweede subframescharnierpunten 69 met tweede hoofdframescharnierpunten 71 te verbinden, waarbij de eerste en tweede 35 verbindingsstangen 61, 67 elkaar kruisen kunnen de bewegingen van het subframe 13 en het hoofdframe 11 gespiegeld worden ten opzichte van een eerste spiegelvlak welke zich tussen de geleidewielen 39, 41 van het eerste subframe 13 en de wielen 16 van het - 9 - hoofdframe 11 bevindt. In deze uitvoeringsvorm bevindt het spiegelvlak zich halverwege tussen het hoofdframe 11 en het eerste subframe 13 op het kruispunt van de verbindingstangen 61,67.
Het tweede subframe 15 is door middel van derde en vierde 5 subframescharnierpunten 73, 75 en kruisende derde en vierde verbindingsstangen 77, 79 met de eerste en tweede hoofdframescharnierpunten 63, 71 verbonden, waardoor de bewegingen tussen het tweede subframe 15 en het hoofdframe 11 gespiegeld kunnen worden over een tweede spiegelvlak. Door het eerste en tweede subframe 13, 15 spiegelsymmetrisch te koppelen met het hoofdframe 11, zodanig dat spiegelvlakken tussen 10 het hoofdframe 11 en de subframes 13, 15 liggen, bewegen het eerste en tweede subframe 13, 15 en het hoofdframe 11 zodanig over de geleiderail 9 dat de frames 11, 13, 15 overwegend haaks op de geleiderail 9 staan. De wielen van de frames 11, 13, 15 zijn hierdoor voortdurend in een zodanige stand ten opzichte van de geleiding 9 dat het loopvlak van het betreffende wiel zich evenwijdig aan een raaklijn van de geleiding bevindt. Een 15 voordeel van de verbindingsstangen en scharnierpunten is dat de scharnierpunten minder spelingsgevoelig zijn dan de pen sleuf verbindingen en daadoor de wielen over een langere tijd met een grotere precisie kunnen positioneren.
Het eerste subframe 13 is voorzien van een loopwerk omvattende twee geleidewielen 39, 41 en een eerste wielenhouder. De eerste wielenhouder 43 is verbonden 20 met het eerste subframe 13 via een eerste wielenhouderrotatiepunt 45, welke uitgevoerd is als een vijfde pen die opgehangen is in het subframe 13 via een vijfde sleuf. De vijfde sleuf heeft een middellijn, welke een gedeelte van een cirkel beschrijft met een constante afstand ten opzichte van een vijfde hoofdframerotatiepunt, welke op een derde rotatieas 47 van het hoofdframe ligt. De derde rotatieas 47 kan eventueel aangebracht worden door de rotatieas 25 van een hoofdframegeleidewiel 16 van het hoofdframe. Een tweede wielenhouder rotatiepunt 49 is uitgevoerd als een zesde pen welke beweegbaar is opgehangen via een zesde cirkelvormige sleuf in het eerste subframe 13 en kan een cirkelvormige beweging uit voeren ten opzichte van een zesde hoofdframerotatiepunt, welke op een vierde rotatieas 51 van het hoofdframe ligt. Het eerste en tweede wielenhouderrotatiepunt 45, 49 zijn 30 beweegbaar ten opzichte van het vijfde en zesde hoofdframerotatiepunt in eenzelfde tweede vlak. Het tweede vlak zal enigszins gebogen zijn als het eerste subframe 13 gekanteld is door een bocht omhoog of omlaag van de transporteenheid 3 op de geleider 9.
Het tweede subframe 15 is voorzien van een in hoofdzaak gelijke wielenhouder, welke op vergelijkbare wijze met het tweede subframe 15 is verbonden als de wielenhouder 35 43 met het eerste subframe 13 en welke ten opzichte van het vijfde en zesde hoofdframerotatiepunt (de rotatieassen 47 en 51) op vergelijkbare wijze kan bewegen.
Beide wielenhouders bewegen hierdoor op spiegelsymmetrische wijze van het hoofdframe - 10 - in het tweede vlak en omdat de subframes ook op spiegelsymmetrische wijze ten opzichte van het hoofdframe bewegen in het eerste vlak is een goede geleiding in beide vlakken gegarandeerd. De geleidewielen van de subframes en het aandrijfwiel, steunwiel en de hoofdframegeleidewielen van het hoofdframe zijn hierdoor voortdurend in een zodanige 5 stand ten opzichte van de geleiding dat het loopvlak van het betreffende wiel zich evenwijdig aan een raaklijn van de geleiding bevindt, zodanig dat elk wiel bij het doorlopen van een bocht in de geleiding deze op optimale wijzen rollend kan doorlopen.
Dit geeft een goede geleiding voor bochten in twee dimensies. Als een alternatief kunnen de hoofdframegeleidewielen 16 van het hoofdframe 11 vervangen worden door een 10 steunwiel of een aandrijfwiel dit heeft als voordeel dat deze wielen goed uitgelijnd worden ten opzichte van de geleiderail 9. Verder is het mogelijk om een of meer van de geleidewielen als aandrijfwiel te gebruiken en de aandrijfwielen van het hoofdframe al dan niet weg te laten. Deze en vele vergelijkbare aanpassingen en variaties worden geacht binnen het raam van de uitvinding te vallen.
15

Claims (15)

1. Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap langs een geleiding, voorzien van een transporteenheid, ingericht om gedragen te worden door de geleiding en langs de geleiding voort te bewegen, waarbij de transporteenheid een hoofdframe en een eerste en tweede subframe omvat, waarbij de subframes zijn voorzien van tenminste twee 5 geleidewielen, welke de transporteenheid langs de geleider geleiden, en het hoofdframe voorzien is van een hoofdframegeleidewiel en een aandrijfwiel verbonden met een aandrijving, welke de transporteenheid langs de geleider voortbeweegt, met het kenmerk, dat het eerste subframe en het hoofdframe onderling zijn gekoppeld, zodanig dat de bewegingen van de geleidewielen van het eerste subframe en de wielen van het 10 hoofdframe spiegelsymmetrisch zijn ten opzichte van een eerste symmetrievlak welke zich tussen de geleidewielen van het eerste subframe en de wielen van het hoofdframe bevindt.
2. Hellingslift volgens conclusie 1, waarbij het eerste subframe is voorzien van een eerste en een tweede subframerotatiepunt, dat het eerste subframerotatiepunt beweegbaar 15 is opgehangen ten opzichte van een eerste hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, zodanig dat het een gedeeltelijke cirkelvormige beweging uit kan voeren om het eerste hoofdframerotatiepunt en dat het tweede subframerotatiepunt beweegbaar is opgehangen ten opzichte van een tweede hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, zodanig dat het een gedeeltelijke cirkelvormige beweging uit kan voeren om het tweede 20 hoofdframerotatiepunt.
3. Hellingslift volgens conclusie 1 of 2, waarbij het eerste subframe en het hoofdframe beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar in eenzelfde eerste vlak.
4. Hellingslift volgens conclusie 2 of 3, waarbij het eerste en tweede subframerotatiepunt uitgevoerd zijn als een eerste en tweede pen, welke door een eerste en tweede sleuf kunnen bewegen die in het hoofdframe is aangebracht.
5. Hellingslift volgens conclusie 4, waarbij de eerste en tweede sleuf de vorm van een 30 sectie van een cirkel hebben met een straal die loopt vanuit het eerste, respectievelijk tweede hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe.
6. Hellingslift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het tweede subframe en het hoofdframe onderling zijn gekoppeld, zodanig dat de bewegingen van het tweede 35 subframe en het hoofdframe spiegelsymmetrisch zijn ten opzichte van een tweede - 12 - symmetrievlak welke zich tussen de geleidewielen van het tweede subframe en de wielen van het hoofdframe bevindt.
7. Hellingslift volgens conclusie 6, waarbij het tweede subframe is voorzien van een 5 derde en vierde subframerotatiepunt, dat het derde subframerotatiepunt beweegbaar is opgehangen ten opzichte van een derde hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, zodanig dat het een gedeeltelijke cirkelvormige beweging uit kan voeren om het derde hoofdframe rotatiepunt en dat het vierde subframerotatiepunt beweegbaar is opgehangen ten opzichte van een vierde hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, zodanig dat het een 10 gedeeltelijke cirkelvormige beweging uit kan voeren om het vierde hoofdframerotatiepunten.
8. Hellingslift volgens conclusie 6 of 7, waarbij het eerste en derde hoofdframerotatiepunt op eenzelfde eerste as liggen en het tweede en vierde hoofdframerotatiepunt op eenzelfde tweede as liggen. 15
9. Hellingslift volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij het eerste subframe is voorzien van een loopwerk omvattende de tenminste twee geleidewielen en een wielenhouder.
10. Hellingslift volgens conclusie 9, waarbij de wielenhouder is verbonden met het eerste subframe via een eerste wielenhouderrotatiepunt, welke beweegbaar is opgehangen ten opzichte van een vijfde hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, zodanig dat het een gedeeltelijke cirkelvormige beweging uit kan voeren om het vijfde hoofdframerotatiepunt en een tweede wielenhouderrotatiepunt, welke beweegbaar is opgehangen ten opzichte van 25 een zesde hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, zodanig dat het een gedeeltelijke cirkelvormige beweging uit kan voeren om het zesde hoofdframerotatiepunt.
11. Hellingslift volgens conclusie 9 of 10, waarbij de wielenhouder ten opzichte van het subframe beweegbaar is in eenzelfde tweede vlak. 30
12. Hellingslift volgens conclusie 11, waarbij het eerste en tweede vlak loodrecht op elkaar staan.
13. Hellingslift volgens conclusie 2 of 3, waarbij het eerste subframe via het eerste 35 subframerotatiepunt, een eerste verbindingsstang en het eerste hoofdframerotatiepunt, en via het tweede subframerotatiepunt, een tweede verbindingsstang en het tweede - 13 - hoofdframe rotatiepunt verbonden is met het hoofdframe en waarbij de eerste en tweede verbindingsstang elkaar kruisen.
14. Hellingslift volgens conclusie 13, waarbij het eerste subframe is voorzien van een 5 loopwerk omvattende de tenminste twee geleidewielen en een wielenhouder.
15. Hellingslift volgens conclusie 14, waarbij de wielenhouder is verbonden met het eerste subframe via een eerste wielenhouderrotatiepunt, welke beweegbaar is opgehangen ten opzichte van een vijfde hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, zodanig dat het een 10 gedeeltelijke cirkelvormige beweging uit kan voeren om het vijfde hoofdframerotatiepunt en een tweede wielenhouderrotatiepunt, welke beweegbaar is opgehangen ten opzichte van een zesde hoofdframerotatiepunt van het hoofdframe, zodanig dat het een gedeeltelijke cirkelvormige beweging uit kan voeren om het zesde hoofdframerotatiepunt. 15
NL2001096A 2007-12-17 2007-12-17 Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap. NL2001096C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001096A NL2001096C2 (nl) 2007-12-17 2007-12-17 Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap.
CN200880120486.5A CN101970330A (zh) 2007-12-17 2008-12-10 在斜坡或台阶上升降的斜坡升降机
US12/745,580 US20110024237A1 (en) 2007-12-17 2008-12-10 Slope lift for climbing or descending a slope or stairs
PCT/NL2008/000274 WO2009078704A1 (en) 2007-12-17 2008-12-10 Slope lift for climbing or descending a slope or stairs
EP08861372A EP2247523A1 (en) 2007-12-17 2008-12-10 Slope lift for climbing or descending a slope or stairs

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001096A NL2001096C2 (nl) 2007-12-17 2007-12-17 Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap.
NL2001096 2007-12-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001096C2 true NL2001096C2 (nl) 2009-06-18

Family

ID=39494971

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001096A NL2001096C2 (nl) 2007-12-17 2007-12-17 Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US20110024237A1 (nl)
EP (1) EP2247523A1 (nl)
CN (1) CN101970330A (nl)
NL (1) NL2001096C2 (nl)
WO (1) WO2009078704A1 (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB0620861D0 (en) * 2006-10-20 2006-11-29 Stannah Stairlifts Ltd Improvements in or relating to stairlifts
GB2480674B (en) * 2010-05-28 2013-07-17 Gw Innovation Ltd Stairlift with separate handle and seat
GB2484709B (en) * 2010-10-21 2014-06-04 Handicare Accessibility Ltd Stairlift
NL2005957C2 (en) 2011-01-06 2012-07-10 Handicare Stairlifts B V Transport unit for climbing or descending a slope or stairs.
GB2494465A (en) * 2011-09-12 2013-03-13 Steven John Bane Trolley mounted jack for moving heavy articles
GB2483799B (en) * 2011-09-16 2012-08-15 Gw Innovation Ltd Stairlift
CN102583133A (zh) * 2012-03-21 2012-07-18 希姆斯电梯(中国)有限公司 助力梯的压轨机构
CN103588068A (zh) * 2013-11-26 2014-02-19 济南华北升降平台制造有限公司 楼梯升降机构
CN103787172B (zh) * 2014-01-17 2016-01-20 常州大学 新型便捷式楼道电梯
GB2527295A (en) * 2014-06-16 2015-12-23 Stannah Stairlifts Ltd Improvements in or relating to stairlifts
NL2013660B1 (en) * 2014-10-21 2016-10-04 Handicare Stairlifts B V A stairlift, for transporting a load along a staircase.
NL2013754B1 (en) * 2014-11-07 2016-10-06 Handicare Stairlifts B V Stairlift.
CN104555663B (zh) * 2015-01-06 2017-07-04 浙江大学城市学院 登楼椅
GB2551817A (en) * 2016-06-30 2018-01-03 Platinum Stairlifts Ltd Drive unit
CN106429737A (zh) * 2016-11-25 2017-02-22 江西电力职业技术学院 楼梯扶手载重器
CN108002193A (zh) * 2017-03-22 2018-05-08 李建平 一种梯级可开合的电动扶梯
CN107298364B (zh) * 2017-04-28 2023-09-01 西交利物浦大学 一种座椅电梯的外围齿轮齿条传动机构
NL2019975B1 (en) * 2017-11-24 2019-05-31 Devi Group B V A stairlift carriage and a stairlift
EP3713864B1 (en) * 2017-11-24 2022-01-26 DeVi-Group B.V. A rack for a stairway guide, and a method of providing a stairway guide comprising a rack
US11753278B2 (en) 2019-05-31 2023-09-12 Bruno Independent Living Aids, Inc. Stairlift rail and method of forming same
USD933330S1 (en) 2019-05-31 2021-10-12 Bruno Independent Living Aids, Inc. Stairlift rail
WO2020243410A1 (en) * 2019-05-31 2020-12-03 Bruno Independent Living Aids, Inc. Stairlift
GB2585658B (en) * 2019-07-09 2023-08-16 Stannah Stairlifts Ltd Improvements in or relating to stairlifts
CN111675068B (zh) * 2020-06-12 2020-12-15 唐旺 一种轮椅过天桥辅助系统
GB202010021D0 (en) * 2020-06-30 2020-08-12 Stannah Stairlifts Ltd Improvements in or relating to stairlifts

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997012830A1 (en) * 1995-10-02 1997-04-10 Thyssen De Reus B.V. Running gear for a drive mechanism for a rail-guided displacement device
EP1449801A1 (en) * 2003-02-22 2004-08-25 Otto Ooms B.V. Drive for a stair lift
WO2005085116A2 (en) * 2004-03-02 2005-09-15 Stannah Stairlifts Limited Improvements in or relating to stairlifts

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997012830A1 (en) * 1995-10-02 1997-04-10 Thyssen De Reus B.V. Running gear for a drive mechanism for a rail-guided displacement device
EP1449801A1 (en) * 2003-02-22 2004-08-25 Otto Ooms B.V. Drive for a stair lift
WO2005085116A2 (en) * 2004-03-02 2005-09-15 Stannah Stairlifts Limited Improvements in or relating to stairlifts

Also Published As

Publication number Publication date
WO2009078704A1 (en) 2009-06-25
EP2247523A1 (en) 2010-11-10
CN101970330A (zh) 2011-02-09
US20110024237A1 (en) 2011-02-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2001096C2 (nl) Hellingslift voor het bestijgen of afdalen van een helling of trap.
JP3774231B2 (ja) レールに案内される移動装置駆動機構用走行歯車
NL2013754B1 (en) Stairlift.
US20070251408A1 (en) Camera track and dolly system
JP3976223B2 (ja) 車体搬送装置および車体搬送方法
JP6626148B2 (ja) 階段昇降機駆動装置
CA3076945C (en) Method of planning platform lift
SE520868C2 (sv) Tippskydd för rullstol
CN1910106B (zh) 活动人行道、活动坡道和扶梯
CN209774632U (zh) 一种用于运输的服务机器人
CA2490362A1 (en) Stairlift
CN102530600A (zh) 用于扫描器托架的摇杆轮系统
NL1010883C2 (nl) Verplaatsingsinrichting ingericht voor het langs ten minste twee rails geleiden van een draaginrichting.
CN102341337A (zh) 输送机装置
CN208868854U (zh) 一种轨道传输系统
CN105579383B (zh) 用来运送乘客的传送系统
EP0394201A2 (en) A device for the ascent and descent of stairs for the disabled
CN105880118B (zh) 全自动立式中空玻璃涂胶机输送机构
CN101219736A (zh) 板状物品用搬运车
US9371020B2 (en) Moveable station pole for a wheel chair position in a transit bus
CN112253926A (zh) 一种led显示屏滑轨安装结构
NL2004223C2 (nl) Railsysteem, alsmede inrichting omvattende een dergelijk railsysteem en een verplaatsbare drager.
NL1030529C2 (nl) Transporteur.
CN210029125U (zh) 一种基于扫描设备的物品自动进出装置
CN208658470U (zh) 一种自行车试骑展柜

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
TD Modifications of names of proprietors of patents

Effective date: 20120111

V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20130701