BE1027383A1 - Inrichting en werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine Download PDF

Info

Publication number
BE1027383A1
BE1027383A1 BE20195400A BE201905400A BE1027383A1 BE 1027383 A1 BE1027383 A1 BE 1027383A1 BE 20195400 A BE20195400 A BE 20195400A BE 201905400 A BE201905400 A BE 201905400A BE 1027383 A1 BE1027383 A1 BE 1027383A1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
pile warp
pile
warp yarn
weaving machine
yarn consumption
Prior art date
Application number
BE20195400A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1027383B1 (nl
Inventor
Geert Debuf
Bram Vanderjeugt
Original Assignee
Vandewiele Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vandewiele Nv filed Critical Vandewiele Nv
Priority to BE20195400A priority Critical patent/BE1027383B1/nl
Priority to CN202080038613.8A priority patent/CN113874571B/zh
Priority to PCT/IB2020/055776 priority patent/WO2020255056A1/en
Priority to EP20742479.7A priority patent/EP3987092B1/en
Priority to US17/620,090 priority patent/US11840777B2/en
Publication of BE1027383A1 publication Critical patent/BE1027383A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1027383B1 publication Critical patent/BE1027383B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D47/00Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms
    • D03D47/12Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick
    • D03D47/18Looms in which bulk supply of weft does not pass through shed, e.g. shuttleless looms, gripper shuttle looms, dummy shuttle looms wherein single picks of weft thread are inserted, i.e. with shedding between each pick two weft inserters meeting at or near the middle of the shed and transferring the weft from one to the other
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • D03D49/06Warp let-off mechanisms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D49/00Details or constructional features not specially adapted for looms of a particular type
    • D03D49/04Control of the tension in warp or cloth
    • D03D49/12Controlling warp tension by means other than let-off mechanisms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/18Automatic stop motions
    • D03D51/20Warp stop motions
    • D03D51/28Warp stop motions electrical
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J2700/00Auxiliary apparatus associated with looms; Weavening combined with other operations; Shuttles
    • D03J2700/06Auxiliary devices for inspecting, counting or measuring

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een detectie-inrichting in een weefmachine (1), omvattende: - een meetsysteem, voor het meten van poolkettinggarenverbruik xm van een poolkettingdraad (7), per cycluseenheid van één of meerdere inslaginbrengcycli; - een referentiesysteem, voor het per cycluseenheid bepalen of de poolkettingdraad (7) figuurvormend afgebonden wordt en bepalen van het verwachte poolkettinggarenverbruik xt; - en een rekensysteem, voor het vergelijken van het gemeten met het verwachte poolkettinggarenverbruik, wanneer de poolkettingdraad (7) figuurvormend wordt afgebonden, en het op basis van deze vergelijking detecteren van abnormale afwijkingen. Daarnaast betreft de uitvinding een bijhorende werkwijze voor het detecteren van abnormale afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine (1).

Description

INRICHTING EN WERKWIJZE VOOR HET DETECTEREN VAN
AFWIJKINGEN BIJ POOLVORMING IN EEN WEEFMACHINE Deze uitvinding betreft een detectie-inrichting en een werkwijze voor het detecteren van abnormale afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine, waarin in opeenvolgende inslaginbrengcycli minstens één inslagdraad ingebracht wordt tussen grondkettingdraden om samen een grondweefsel te vormen en poolkettingdraden volgens een vooraf bepaald weefpatroon in het grondweefsel figuurvormend afgebonden worden of niet-figuurvormend ingebonden worden.
Onder weefsels met poolvorming valt bijvoorbeeld ook ribvormig weefsel en sisal- weefsel. Bij de huidige weefmachines worden abnormale afwijkingen vaak pas gedetecteerd in een geweven tapijt, waarbij het te laat is om fouten die hierdoor in het tapijt optreden te corrigeren. Een dergelijk tapijt krijgt dan een lagere kwaliteit toegewezen. Sommige abnormale afwijkingen zijn het gevolg van fouten in de Jacquard die met behulp van in de Jacquard ingebouwde detectiesystemen kunnen gedetecteerd worden. Hiermee blijven echter nog heel wat abnormale afwijkingen ongedetecteerd. In US 2014/0036061 Al is een cameradetectiesysteem beschreven voor het detecteren van afwijkingen in de gaap. Door de grote hoeveelheid aan garens, die zich ook voor elkaar kunnen bevinden, is het moeilijk om afwijkingen op een nauwkeurige manier te kunnen bepalen. Hierbij wordt ook enkel op de gaap gefocust, waardoor afwijkingen buiten deze gaap ongedetecteerd blijven. Het doel van deze uitvinding is om te voorzien in een inrichting en een werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine, die de gekende detectiemethoden kunnen aanvullen om meer fouten vroegtijdig te kunnen detecteren en verhelpen.
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een detectie-inrichting voor het detecteren van abnormale afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine, waarin in opeenvolgende inslaginbrengcycli minstens één inslagdraad ingebracht wordt tussen grondkettingdraden om samen een grondweefsel te vormen en poolkettingdraden volgens een vooraf bepaald weefpatroon in het grondweefsel figuurvormend afgebonden worden of niet-figuurvormend ingebonden worden, waarbij deze inrichting: - een meetsysteem omvat, voor het meten van poolkettinggarenverbruik xm van minstens één poolkettingdraad, per cycluseenheid van één of meerdere inslaginbrengeycli; - een referentiesysteem omvat, voor het op basis van het vooraf bepaalde weefpatroon per cycluseenheid bepalen of de minstens één poolkettingdraad figuurvormend afgebonden wordt en bepalen van het verwachte poolkettinggarenverbruik xt voor de minstens één poolkettingdraad; en - een rekensysteem omvat, voor het per cycluseenheid vergelijken van het gemeten poolkettinggarenverbruik Xm met het verwachte poolkettinggarenverbruik xt, wanneer de minstens één poolkettingdraad figuurvormend wordt afgebonden in deze cycluseenheid, en het op basis van deze vergelijking detecteren van abnormale afwijkingen.
Met behulp van een detectie-inrichting volgens deze uitvinding kunnen verschillende problemen vroegtijdig gedetecteerd worden.
Doordat het poolkettinggarenverbruik strikt gedetecteerd kan worden, kunnen nu bijvoorbeeld ook twee poollussenweefsels boven elkaar geweven worden, waardoor de gebruikelijke visuele inspectie overbodig wordt.
Mogelijke oorzaken voor een ander poolkettinggarenverbruik zijn bijvoorbeeld:
1. Een verkeerde harnasdoorhaal, wanneer poolkettingdraden niet door de Juiste hevels zijn doorgehaald. Twee poolkettingdraden zijn bijvoorbeeld omgewisseld. Dit leidt tot fouten in het geweven tapijt. Bij een vroege detectie, quasi onmiddellijk na het gebeuren van de fout (en niet wanneer de fout zichtbaar is in het tapijt) kan deze fout onmiddellijk hersteld worden en zijn er geen verkeerd geweven tapijten.
2. Een verkeerde gaapinstelling (een te grote gaap of een te kleine gaap, maar nog voldoende groot zodat de grijper kan passeren). Dit levert een verschil op in ogenblikkelijk verbruik, maar leidt tot een netto gelijk poolkettinggarenverbruik op lange termijn, zodat er niet echt fouten in het tapijt ontstaan. Er wordt echter meer pool gevraagd en meer pool gerecupereerd, wat te vermijden is.
3. Een terugtrekveer die kapot is. Dit zorgt ervoor dat de hevel niet meer correct selecteert, met andere woorden, het heveloog wordt niet meer op de gewenste hoogte geplaatst. De enige neerwaartse kracht die de hevel nog ondergaat, is de neerwaartse kracht uitgeoefend door de garenspanning (en die wordt enkel uitgeoefend wanneer de garenspanning de hevel naar beneden trekt — dus in het bovenste deel van de gaap — tot wanneer het garen gestrekt door het heveloog loopt). Fouten in de selectie van de Jacquard leiden tot fouten in het tapijt. Bij vroege detectie kan dit onmiddellijk hersteld worden, zonder dat de fout moet ontdekt worden in het al geweven tapijt.
4. Problemen bij de Jacquard. Dergelijke problemen kunnen ook tot een verkeerde selectie leiden, wat leidt tot een heveloog dat niet op de gewenste positie gepositioneerd wordt, wat fouten in het tapijt tot gevolg heeft (bijv. afwijkingen in de tekening). Dergelijke fouten in het tapijt worden nu soms maar ontdekt bij visuele inspectie van het al geweven tapijt.
5. Stofophoping. Hierdoor kan de veer geblokkeerd worden. Dit heeft gelijkaardige gevolgen als bij punt 3. Het harnaskoord kan ook min of meer vastkleven in de harnasplank. Beide gevallen hebben tot gevolg dat het heveloog met de kettingdraad niet op de gewenste hoogte gepositioneerd wordt. Meestal heeft stofophoping meer invloed op de beweging naar beneden dan op die naar boven.
6. Hevels of garens die blijven kleven of zich vasthaken aan andere hevels of garens. Dit zorgt ook voor een verkeerde positionering van het heveloog in de gaap. Ze nemen de positie aan van de hevels of garens waaraan ze zich “vastgeklonken” hebben. Dit zorgt ook voor fouten in het geweven tapijt.
7. Verschillen van spanning bij de grondkettingdraden, vooral bij de spanketting. Bij een slecht gemaakte boom, waardoor de verschillende spankettingdraden een verschillende garenspanning hebben, kan door het spanningsverschil de beet minder of meer toegetrokken worden, waardoor er minder of meer pool verbruikt wordt. De bekomen poolhoogte in het tapijt wijkt af van de gewenste poolhoogte en kan bovendien variabel zijn over de totale breedte van het tapijt. Wanneer dit gebeurt, dan moet het tapijt geschoren worden om overal dezelfde poolhoogte te verkrijgen. Een ander gevolg hiervan is dat het tapijt dikwijls strepen vertoont, waardoor het een tapijt van mindere kwaliteit wordt.
De minstens één poolkettingdraad zal een poolkettingdraad zijn die afzonderlijk aangevoerd wordt of een groep van poolkettingdraden die tegelijk aangevoerd worden.
Als genoemde cycluseenheid kan één inslaginbrengcyclus gekozen worden. Er kan bijvoorbeeld ook (bijvoorbeeld bij een 1/2V binding) voor geopteerd worden om de cyclus van de Jacquard te volgen en per 2 inslaginbrengcycli te werken.
Het poolkettinggarenverbruik is afhankelijk van het type garen, de gemiddelde garenspanning, de ingestelde poolhoogte, de positie in het rek, enz. Het verwachte poolkettinggarenverbruik xt zal dan ook van dergelijke factoren afhankelijk zijn.
Het verwachte poolkettinggarenverbruik xt kan bijvoorbeeld bepaald worden aan de hand van testmetingen. Op vandaag zijn er ook al rekenmethoden gekend om op basis van het vooraf bepaalde weefpatroon het verwachte garenverbruik te berekenen om op basis hiervan aan voorraadbeheer te doen. Deze rekenmethoden kunnen nu gebruikt worden om het verwachte poolkettinggarenverbruik xt per cycluseenheid te bepalen. Op basis van metingen van het eigenlijke poolkettinggarenverbruik xm kan deze theoretische berekening dan eventueel na verloop van tijd bijgestuurd worden om het verwachte 5 poolkettinggarenverbruik xt nog nauwkeuriger te bepalen. Bij het meten van het poolkettinggarenverbruik dient ook eventuele garenrecuperatie in rekening gebracht te worden, zodat dit verbruik xm bij garenrecuperatie eventueel ook negatief kan uitvallen.
Een detectie-inrichting volgens deze uitvinding kan eventueel aangevuld worden met een visuele inspectie van de gaap door middel van camera’s en beeldverwerking. Wanneer bijvoorbeeld het heveloog niet op de gewenste hoogte gepositioneerd wordt, bestaat het gevaar dat het heveloog zo gepositioneerd wordt dat de poolkettingdraad zich ter hoogte van de passerende grijperkop bevindt, en dus meegenomen wordt. Om zo’n problemen te detecteren kan bijvoorbeeld ook camerabewaking voorzien worden, die in de gaap kijkt en dit detecteert. Een meegenomen poolkettingdraad leidt meestal tot poolkettingdraadbreuk. Er zijn verschillende soorten lengtemeetsensoren geschikt om het poolkettinggarenverbruik Xm van minstens één poolkettingdraad te meten. Wanneer de weefmachine een garenspanningssysteem omvat voor het onder spanning houden van de minstens één poolkettingdraad, dan maakt het meetsysteem bij voorkeur deel uit van dit garenspanningssysteem. Dit garenspanningssysteem kan dan per cycluseenheid een puls ontvangen om de meting te starten, dit bijvoorbeeld bij het aanslaan van het riet (zodat per inslaginbrengcyclus gewerkt wordt), of op het moment dat de Jacquard zijn selectie maakt (zodat per 2 inslaginbrengcycli gewerkt wordt).
leder garenspanningssysteem kan het per cycluseenheid gemeten poolkettinggarenverbruik naar een centrale aanstuureenheid van de weefmachine verzenden, dit samen met zijn ID, waar het gemeten poolkettinggarenverbruik vergeleken wordt met het verwachte poolkettinggarenverbruik.
Een andere mogelijkheid is dat elk garenspanningssysteem het verwachte poolkettinggarenverbruik (eventueel samen met andere patrooninformatie) toegestuurd krijgt in een lokale aanstuureenheid ervan en zelf de vergelijking maakt.
Een garenspanningssysteem kan meer specifiek bijvoorbeeld een lokale aanstuureenheid omvatten, een aandrijfmotor en een aandrijfrol, waarbij de aandrijfmotor met de lokale aanstuureenheid aanstuurbaar is voor het aandrijven van de aandrijfrol voor het aanvoeren van de minstens één poolkettingdraad en waarbij de aandrijfmotor en de lokale aanstuureenheid deel uitmaken van het meetsysteem.
Per aandrijfrol kan de lengte van de door deze aandrijfrol onder spanning gehouden poolkettingdraden dan bijvoorbeeld berekend worden uit het aantal omwentelingen van de aandrijfrol of de hoekverdraaiing van de motor en de diameter van de aandrijfrol.
Een garenspanningssysteem kan één of meerdere dergelijke aandrijfmotoren en bijhorende aandrijfrollen omvatten.
Wanneer een garenspanningssysteem meerdere aandrijfmotoren omvat kan per dergelijke aandrijfmotor een lokale aanstuureenheid voorzien worden, of per groep van aandrijfmotoren.
Een detectie-inrichting volgens deze uitvinding omvat verder bij voorkeur ook signalisatiemiddelen voor het signaleren van gedetecteerde abnormale afwijkingen.
Daarbij kunnen eventueel ook meerdere signalisatiemiddelen voorzien worden om voor verschillende soorten gedetecteerde abnormale afwijkingen afwijkende signalen te kunnen genereren.
Deze signalisatiemiddelen kunnen bijvoorbeeld geïntegreerd zijn in het meetsysteem.
Zo kan een garenspanningssysteem bijvoorbeeld voorzien worden van leds als signalisatiemiddel.
Alternatief of aanvullend is het bijvoorbeeld ook mogelijk om abnormale afwijkingen bijvoorbeeld via de Jacquard van de weefmachine, of via een computer, of via slimme polsbanden, enz. te signaleren. Nog alternatief of aanvullend kan de weefmachine bijvoorbeeld in stilstand gebracht worden en daarbij bijvoorbeeld in een bepaalde stand geplaatst worden, waarin een eventuele fout eenvoudiger te verhelpen is. Een detectie-inrichting volgens deze uitvinding omvat verder bij voorkeur een opslagsysteem voor het opslaan van abnormale afwijkingen en het tijdstip van voorkomen van deze abnormale afwijkingen. Het doel van deze uitvinding wordt daarnaast ook bereikt door te voorzien in een weefmachine die een hierboven beschreven detectie-inrichting volgens deze uitvinding omvat.
Verder wordt het doel van deze uitvinding bereikt door te voorzien in een werkwijze voor het detecteren van abnormale afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine, waarin in opeenvolgende inslaginbrengcycli minstens één inslagdraad ingebracht wordt tussen grondkettingdraden om samen een grondweefsel te vormen en poolkettingdraden volgens een vooraf bepaald weefpatroon in het grondweefsel figuurvormend afgebonden worden of niet-figuurvormend ingebonden worden, waarbij deze werkwijze per cycluseenheid van één of meerdere inslaginbrengcycli de volgende stappen omvat: a. het meten van poolkettinggarenverbruik xm van minstens één poolkettingdraad; b. het op basis van het vooraf bepaalde weefpatroon bepalen of de minstens één poolkettingdraad figuurvormend afgebonden wordt en het bepalen van het verwachte poolkettinggarenverbruik xt voor de minstens een poolkettingdraad; en c. het vergelijken van het gemeten poolkettinggarenverbruik xm met het verwachte poolkettinggarenverbruik x, wanneer de minstens één poolkettingdraad figuurvormend wordt afgebonden, en het op basis van deze vergelijking detecteren van abnormale afwijkingen. In stap c wordt bij voorkeur de procentuele afwijking Ax% van het gemeten poolkettinggarenverbruik Xm ten opzichte van het verwachte poolkettinggarenverbruik x: bepaald. Bij voorkeur wordt dan een signaal gegenereerd wanneer deze procentuele afwijking Ax% een bovenste referentiewaarde ro overschrijdt. Eventueel kan daarbij de weefmachine stilgelegd wordt om een fout te herstellen.
Meer specifiek kan, wanneer de procentuele afwijking Ax% onder de bovenste referentiewaarde rp blijft en een onderste referentiewaarde ro overschrijdt, deze procentuele afwijking Axo als een kleine afwijking in een buffer geschreven worden en wanneer gedurende een bepaalde tijd meerdere kleine afwijkingen in de buffer werden geschreven kan een signaal gegenereerd worden en kan de buffer leeggemaakt worden.
Wanneer de vergelijking zoals hierboven aangegeven in een lokale aanstuureenheid plaatsvindt, dient de bovenste referentiewaarde rp (en de eventuele onderste referentiewaarde To) samen met het verwachte poolkettinggarenverbruik xt aan deze lokale aanstuureenheid bezorgd te worden. Het is bijvoorbeeld ook mogelijk dat deze lokale aanstuureenheid hiertoe een referentietabel van referentiewaarden omvat, en dat een code meegegeven wordt, op basis waarvan de lokale aanstuureenheid kan bepalen welke referentiewaarde uit deze referentietabel gebruikt dient te worden.
De bovenste referentiewaarde ro wordt zo gekozen dat afwijkingen boven deze bovenste referentiewaarde typisch op een grotere fout wijzen.
Een eventuele onderste referentiewaarde ro wordt zo gekozen dat afwijkingen onder deze genoemde bovenste referentiewaarde Tb maar boven een onderste referentiewaarde ro nog steeds als abnormaal bestempeld worden. Deze duiden dan eerder op een minder optimale werking van de weefmachine, maar niet op een grotere fout. Wanneer gedurende een bepaalde referentietijd meerdere dergelijke kleine afwijkingen optreden, kan het de moeite lonen om de werking van de weefmachine te controleren en te optimaliseren.
Op basis van referentiemetingen of eerdere metingen van poolkettinggarenverbruik Xm kunnen deze referentiewaarden Tp, ro bepaald worden.
Zowel de bovenste referentiewaarde ro als de onderste referentiewaarde ro kunnen eventueel afwijken afhankelijk van het verwachte garenverbruik om zo de detectie en de machinewerking te optimaliseren. Zo kunnen deze referentiewaarden Tb, To afhankelijk van de poolhoogte, gesneden pool, lussenpool, het vormen van vlotters, enz. bepaald worden. Het poolkettinggarenverbruik bij het vormen van een vlotter is bijvoorbeeld beduidend lager dan bij het vormen van een pool.
In een voorkeurdragende werkwijze volgens deze uitvinding wordt de bovenste referentiewaarde rp na meerdere cycluseenheden aangepast in functie van de tijdens de cycluseenheden bepaalde procentuele afwijkingen Ax.
Hiertoe worden deze procentuele afwijkingen Ax% gedurende een zekere tijd opgeslagen in een buffer en wordt na deze tijd de eventuele nodige aanpassing bepaald en deze buffer leeggemaakt.
Ook een eventuele onderste referentiewaarde To wordt bij voorkeur op een soortgelijke manier aangepast.
Daarnaast wordt het doel van deze uitvinding bereikt door te voorzien in een centrale aanstuureenheid van een weefmachine volgens deze uitvinding die geconfigureerd is om de detectie-inrichting van deze weefmachine aan te sturen volgens een hierboven beschreven werkwijze volgens deze uitvinding.
Verder wordt het doel van deze uitvinding bereikt met een computer programma product, bestaande uit computer leesbare code, dat, wanneer deze code wordt uitgevoerd op een centrale aanstuureenheid volgens deze uitvinding, dit tot gevolg geeft dat de centrale aanstuureenheid de detectie-inrichting van de weefmachine aanstuurt volgens een werkwijze volgens deze uitvinding.
Tenslotte wordt het doel van deze uitvinding bereikt door te voorzien in een niet vluchtig machine-leesbaar opslagmedium dat een computer programma product volgens deze uitvinding stockeert.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van uitvoeringsvormen van een inrichting en een werkwijze volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving 1s uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten. In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in - figuur 1 een weefmachine schematisch is voorgesteld, - figuur 2 een garenvoedingsmodule van de aanvoerinrichting uit de weefmachine uit figuur 1 in perspectief is afgebeeld, met vier actuatoren voor het aanvoeren van vier garens; - figuur 3 een grafiek van de poolkettinggarenspanning en het poolkettinggarenverbruik bij poolvorming in de tijd is weergegeven; - figuur 4 een grafiek van de poolkettinggarenspanning en het poolkettinggarenverbruik bij niet-figuurvormend inbinden in de tijd is weergegeven; - figuur 5 een stroomdiagram is weergegeven, die een werkwijze volgens deze uitvinding illustreert. In figuur 1 is een dubbelstukweefmachine (1) afgebeeld. De uitvinding is echter ook van toepassing op enkelstukweefmachines. Het is met dergelijke weefmachines (1) mogelijk om weefsels te realiseren met gesneden pool en/of lussenpool, waarbij de polen verschillende poolhoogtes kunnen aannemen en waarbij de positie en hoogte van afwijkende poolhoogtes gekozen kan worden. Hiertoe wordt vooraf een bepaald weefpatroon opgesteld. De afgebeelde weefmachine (1) omvat een bobijnrek (17) als garenopslagsysteem, een aanvoerinrichting (16) voor het aanvoeren van poolkettingdraden (7) uit het bobijnrek (2), via de boomstand (4) naar een weefinrichting (5). Boven de weefinrichting (5) is een Jacquard (6) opgesteld voor het op basis van het vooraf bepaalde weefpatroon aansturen van de hevels waarmee de poolkettingdraden (7) gepositioneerd worden.
Met behulp van de weefmachine (1) kan zo op een gekende manier in de weefinrichting (5) een bovenste en een onderste poolweefsel gevormd worden door in opeenvolgende inslaginbrengcycli inslagdraden in te brengen tussen grondkettingdraden om samen twee grondweefsels te vormen en poolkettingdraden (7) volgens het vooraf bepaalde weefpatroon in deze grondweefsels figuurvormend afte binden of niet-figuurvormend in te binden.
De aanvoerinrichting (16) omvat meerdere garenvoedingsmodules (3) zoals afgebeeld in figuur 2, die eveneens dienst doen als garenspanningssysteem, zoals beschreven in WO 2017/077454 A1. De afgebeelde garenvoedingsmodule (3) omvat vier motoren (8) voor het aandrijven van aandrijfrollen (8). Met behulp van deze aandrijfrollen (8) worden de poolkettingdraden (7) van bobijnen (2) uit het bobijnrek (17) afgerold en aangevoerd naar de weefinrichting (5). Deze poolkettingdraden (7) worden tegen de aandrijfrollen (8) aangedrukt met behulp van spanningsrollen (12). De garenvoedingsmodules (3) omvatten verder een lokale aanstuureenheid (9) die enerzijds in verbinding staat met de motoren (8) en anderzijds in verbinding staat met de centrale aanstuureenheid (10) van de weefmachine (1).
In figuur 5 is in een stroomdiagram geïllustreerd hoe in een dergelijke weefmachine (1) abnormale afwijkingen bij poolvorming gedetecteerd kunnen worden.
Per cycluseenheid van één of meerdere inslaginbrengcycli wordt door de centrale aanstuureenheid (10) per poolkettingdraad (7) nagegaan of deze poolkettingdraad (7) figuurvormend afgebonden wordt of niet-figuurvormend ingebonden wordt. Wanneer de poolkettingdraad (7) figuurvormend afgebonden wordt, kan dit stroomdiagram voor deze poolkettingdraad (7) gevolgd worden. Daarbij wordt voor deze poolkettingdraad (7) door de centrale aanstuureenheid (10) op basis van de patrooninformatie van het vooraf bepaalde weefpatroon het verwachte poolkettinggarenverbruik xt bepaald (19). Dit kan bijvoorbeeld aan de hand van meetwaarden bij testmetingen of eerdere metingen voor vergelijkbare poolvorming tijdens een cycluseenheid of aan de hand van berekeningen, vergelijkbaar met bestaande berekeningen voor voorraadbeheer. Bij voorkeur wordt gestart met theoretisch bepaalde waarden, die dan na verloop van tijd op basis van metingen bijgestuurd worden.
De centrale aanstuureenheid (10) vormt met de hierop opgeslagen patrooninformatie een referentiesysteem voor het op basis van het vooraf bepaalde weefpatroon per cycluseenheid bepalen of de poolkettingdraad (7) figuurvormend afgebonden worden en bepalen van het verwachte poolkettinggarenverbruik xt voor deze poolkettingdraad (7). Met behulp van het toerental van de motor (3) en de diameter van de aandrijfrol (11) kan de lokale aanstuureenheid (9) het poolkettinggarenverbruik xm bepalen (18) van de poolkettingdraad (7) die met deze aandrijfrol (11) aangevoerd wordt naar de — weefinrichting (5). De centrale aanstuureenheid (10) stuurt per cycluseenheid een puls naar de lokale aanstuureenheid (9) om de meting (18) van het poolkettinggarenverbruik xm per cycluseenheid te starten, dit bijvoorbeeld bij het aanslaan van het riet (zodat een inslaginbrengcyclus als cycluseenheid gewerkt wordt), of op het moment dat de Jacquard (6) zijn selectie maakt (zodat met een Jacquardcyclus als cycluseenheid gewerkt wordt en dus per 2 inslaginbrengcycli gewerkt wordt).
De lokale aanstuureenheid (9) en de motor (3) vormen daarbij een meetsysteem voor het meten van het poolkettinggarenverbruik xm van de poolkettingdraad (7) die met de corresponderende aandrijfrol (11) wordt aangevoerd.
Ook wanneer de poolkettingdraad (7) tijdens deze cycluseenheid niet-figuurvormend ingebonden wordt, kan dit poolkettinggarenverbruik gemeten worden, waarbij dan evenwel geen verdere detectie volgens het stroomdiagram op deze meting wordt uitgevoerd. Zoals verder aangegeven kan deze meting dan samen met de metingen van het poolkettinggarenverbruik xm bij poolvorming bijvoorbeeld gebruikt worden voor voorraadbeheer.
De lokale aanstuureenheid (9) kan het per cycluseenheid gemeten poolkettinggarenverbruik xm van een poolvormende poolkettingdraad (7) naar de centrale aanstuureenheid (10) van de weefmachine (1) verzenden, dit samen met zijn ID, waar de procentuele afwijking Ax% van het gemeten poolkettinggarenverbruik xm ten opzichte van het verwachte poolkettinggarenverbruik xt bepaald wordt (20).
Een andere mogelijkheid is dat de lokale aanstuureenheid (9) het verwachte poolkettinggarenverbruik xt toegestuurd krijgt van de centrale aanstuureenheid (10) en zelf deze procentuele afwijking Ax bepaalt (20).
De verdere detectie kan dan analoog ofwel door de lokale aanstuureenheid (9) uitgevoerd worden, ofwel door de centrale aanstuureenheid (10). Deze lokale aanstuureenheid (9) en/of deze centrale aanstuureenheid (10) vormen daarbij dan het rekensysteem voor het per cycluseenheid vergelijken van het gemeten poolkettinggarenverbruik xm met het verwachte poolkettinggarenverbruik xt en het op basis van deze vergelijking detecteren van abnormale afwijkingen.
Er wordt eerst nagegaan of de procentuele afwijking Ax% onder een onderste referentiewaarde To valt (21). Afhankelijk van het type poolvorming kan poolkettinggarenverbruik sterk afwijken.
In figuren 3 en 4 zijn metingen te zien van poolkettinggarenspanning (14) (in g) en poolkettinggarenverbruik (15) (in mm), bij een maximale poolvorming (figuur 3) en wanneer deze poolkettingdraad niet-figuurvormend wordt ingebonden (figuur 4). Bij de poolvorming is het gemiddelde poolkettinggarenverbruik hier 55 mm per inslaginbrengcyclus, terwijl dit bij niet-figuurvormend inbinden slechts 4,2 mm is. Bij afwijkende poolvormingen, zal het poolkettinggarenverbruik (15) ergens tussen deze beide waarden in liggen.
Bij dergelijke metingen worden afwijkingen van zo’n 3% waargenomen tussen voorspeld verbruik naar voorraadbeheer toe en effectief verbruik.
Als onderste referentiewaarde To kan bijvoorbeeld initieel 5% à 10% gekozen worden afhankelijk van type poolvorming. Na verloop van tijd kan deze referentiewaarde To in functie van de bepaalde procentuele afwijkingen Ax% bijvoorbeeld bijgestuurd worden tot zo’n 4% à 8%, afhankelijk van type poolvorming.
Indien de procentuele afwijking Ax« onder de onderste referentiewaarde ro valt, dan is er geen abnormale afwijking en kan het detectieproces herhaald worden.
Indien de procentuele afwijking Ax% boven de onderste referentiewaarde ro valt of met deze onderste referentiewaarde ro samenvalt, wordt er verder nagegaan of deze procentuele afwijking Ax% boven een bovenste referentiewaarde rp valt (22).
Deze bovenste referentiewaarde ro kan net als de onderste referentiewaarde ro op basis van eerdere metingen en afhankelijk van type poolvorming bepaald en/of bijgestuurd worden.
Als onderste referentiewaarde rp kan bijvoorbeeld initieel 10% à 25% gekozen worden afhankelijk van type poolvorming. Na verloop van tijd kan deze referentiewaarde Tb in functie van de bepaalde procentuele afwijkingen Ax% bijvoorbeeld bijgestuurd worden tot zo’n 8% à 20%, afhankelijk van type poolvorming.
Indien de procentuele afwijking Axx boven de bovenste referentiewaarde ro valt, dan wijst dit op abnormale afwijking als gevolg van een grotere fout. Er kan dan een signaal gegenereerd worden (23) waarbij de fout verder bepaald en hersteld kan worden.
Het garenspanningssysteem (3) uit figuur 2 is hiertoe bijvoorbeeld voorzien van leds als signalisatiemiddel. Alternatief of aanvullend is het bijvoorbeeld ook mogelijk om abnormale afwijkingen bijvoorbeeld via de Jacquard van de weefmachine, of via een computer, of via slimme polsbanden, enz. te signaleren.
Nog alternatief of aanvullend kan de weefmachine bijvoorbeeld in stilstand gebracht worden en daarbij bijvoorbeeld in een bepaalde stand geplaatst worden, waarin een eventuele fout eenvoudiger te verhelpen is. Zo kan men bijvoorbeeld alle hevels naar beneden laten gaan en de hevel die problemen heeft naar boven trekken (of omgekeerd). In plaats van enkel de hevel die problemen heeft naar boven te trekken (stel dat die hevel niet meer kan bewegen), kan er ook voor geopteerd worden om alle hevels, waarvan de poolkettingdraden door dezelfde tand gaan als de poolkettingdraad die door de hevel met problemen gaat, naar boven te trekken.
Nadat de fout hersteld is en het weven verdergezet kan worden, kan ook het detectieproces herhaald worden.
Indien de procentuele afwijking Axx niet boven, maar onder de bovenste referentiewaarde rp valt of hiermee samenvalt, wijst dit op kleinere fouten, die typisch op een minder optimaal weefproces wijzen. Deze kleinere fouten zullen afhankelijk van de frequentie van het voorkomen ervan als normaal of als abnormaal beschouwd worden. Ter bepaling hiervan kunnen deze in een buffer weggeschreven worden.
Indien de procentuele afwijking Axx niet boven, maar onder de bovenste referentiewaarde ro valt of hiermee samenvalt, dan wordt deze buffer eerst geraadpleegd (24).
Er wordt nagegaan of deze buffer leeg is (25).
Indien deze buffer leeg is, dan wordt de fout met een tijdsindicatie ervan in de buffer weggeschreven (26).
Indien deze buffer niet leeg 1s, dan wordt de tijdsindicatie bepaald van de laatste fout die in de buffer werd weggeschreven (28).
Indien deze tijdsindicatie minder lang geleden is dan een bepaalde referentietijd Tt, dan wordt dit als abnormaal beschouwd en wordt een signaal gegenereerd (23)
waarbij de fout verder bepaald en hersteld kan worden, zoals hierboven reeds beschreven. Hierbij kan het weefproces bijvoorbeeld geoptimaliseerd worden. De buffer wordt daarna leeggemaakt. Indien deze tijdsindicatie langer geleden is dan de bepaalde referentietijd r, dan wordt dit als mogelijks normaal beschouwd en wordt de fout met een tijdsindicatie ervan in de buffer weggeschreven (26). Telkens nadat een fout in de buffer is weggeschreven (26), wordt verder nagegaan of het aantal fouten in deze buffer boven een bepaalde referentiewaarde ra valt (27). Indien dit niet het geval is, kan het detectieproces zonder meer herhaald worden. Indien het aantal fouten in de buffer wel boven deze referentiewaarde ra valt, dan wordt dit als abnormaal beschouwd en wordt een signaal gegenereerd (23) waarbij de fout verder bepaald en hersteld kan worden, zoals hierboven reeds beschreven. Hierbij kan het weefproces bijvoorbeeld geoptimaliseerd worden. De buffer wordt daarna leeggemaakt. Wanneer het beschreven detectieproces in de centrale aanstuureenheid (10) uitgevoerd wordt, dan kan deze centrale aanstuureenheid (10) de referentiewaarden bepalen op basis van de patrooninformatie en waar nodig na een zekere tijd bijsturen op basis van de bepaalde procentuele afwijkingen Ax%. Wanneer het beschreven detectieproces in de lokale aanstuureenheid (9) uitgevoerd wordt, dan kan deze lokale aanstuureenheid (9) referentiewaarden ontvangen van de centrale aanstuureenheid (10) en deze eventueel na een zekere tijd bijsturen op basis van de bepaalde procentuele afwijkingen Axe.
De bepaalde procentuele afwijkingen Ax% kunnen ook gebruikt worden om na verloop van tijd het bepalen van het verwachte poolkettinggarenverbruik x: bij te sturen. De meetwaarden van het per cycluseenheid gemeten poolkettinggarenverbruik xm kan verder ook opgeslagen worden en opgeteld worden om het totale poolkettinggarenverbruik te bepalen en zo aan garenvoorraadbeheer te doen.
Deze data kan ook gebruikt worden om het verbruik over het rek op te volgen.
Met deze data kan bijvoorbeeld ook een 3d overzicht gemaakt worden van het verbruik van het rek.
Er kan ook aan een operator gesignaleerd worden welke bobijn vervangen moet worden en de operator zou kunnen signaleren dat de bobijn vervangen is, waardoor de verbruiksmeting herstart kan worden.
Hiertoe kan bijvoorbeeld ook gebruik gemaakt worden van hierboven genoemde polsbanden.

Claims (12)

CONCLUSIES
1. Detectie-inrichting voor het detecteren van abnormale afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine (1), waarin in opeenvolgende inslaginbrengcycli minstens één inslagdraad ingebracht wordt tussen grondkettingdraden om samen een grondweefsel te vormen en poolkettingdraden (7) volgens een vooraf bepaald weefpatroon in het grondweefsel figuurvormend afgebonden worden of niet-figuurvormend ingebonden worden, met het kenmerk dat deze inrichting: - een meetsysteem omvat, voor het meten (18) van poolkettinggarenverbruik xm van minstens één poolkettingdraad (7), per cycluseenheid van één of meerdere inslaginbrengcycli; - een referentiesysteem omvat, voor het op basis van het vooraf bepaalde weefpatroon per cycluseenheid bepalen of de minstens één poolkettingdraad (7) figuurvormend afgebonden wordt en bepalen (19) van het verwachte poolkettinggarenverbruik xt voor de minstens één poolkettingdraad (7); en - een rekensysteem omvat, voor het per cycluseenheid vergelijken (20) van het gemeten poolkettinggarenverbruik xm met het verwachte poolkettinggarenverbruik x, wanneer de minstens een poolkettingdraad (7) figuurvormend wordt afgebonden in deze cycluseenheid, en het op basis van deze vergelijking detecteren (21- 29) van abnormale afwijkingen.
2. Detectie-inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de weefmachine (1) een garenspanningssysteem (3) omvat voor het onder spanning houden van de minstens één poolkettingdraad (7) en dat het meetsysteem deel uitmaakt van dit garenspanningssysteem (3).
3. Detectie-inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk dat het garenspanningssysteem (3) een lokale aanstuureenheid (9) omvat, een aandrijfmotor (8) omvat en een aandrijfrol (11) omvat, waarbij de aandrijfmotor (8) met de lokale aanstuureenheid (9) aanstuurbaar is voor het aandrijven van de aandrijfrol (11) voor het aanvoeren van de minstens één poolkettingdraad (7) en dat de aandrijfmotor (8) en de lokale aanstuureenheid (9) deel uitmaken van het meetsysteem.
4. Detectie-inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de detectie-inrichting een opslagsysteem omvat voor het opslaan van abnormale afwijkingen en het tijdstip van voorkomen van deze abnormale afwijkingen.
5. Weefmachine (1) met het kenmerk dat deze weefmachine (1) een detectie- inrichting volgens één van de voorgaande conclusies omvat.
6. Werkwijze voor het detecteren van abnormale afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine (1), waarin in opeenvolgende inslaginbrengcycli minstens één inslagdraad ingebracht wordt tussen grondkettingdraden om samen een grondweefsel te vormen en poolkettingdraden (7) volgens een vooraf bepaald weefpatroon in het grondweefsel figuurvormend afgebonden worden of niet- figuurvormend ingebonden worden, met het kenmerk dat deze werkwijze per cycluseenheid van één of meerdere inslaginbrengcycli de volgende stappen omvat: a. het meten (18) van poolkettinggarenverbruik xm van minstens één poolkettingdraad (7); b. het op basis van het vooraf bepaalde weefpatroon bepalen of de minstens één poolkettingdraad (7) figuurvormend afgebonden wordt en het bepalen (19) van het verwachte poolkettinggarenverbruik Xt voor de minstens één poolkettingdraad (7); en c. het vergelijken (20) van het gemeten poolkettinggarenverbruik xm met het verwachte poolkettinggarenverbruik x, wanneer de minstens één poolkettingdraad (7) figuurvormend wordt afgebonden, en het op basis van deze vergelijking detecteren (21-29) van abnormale afwijkingen.
7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk dat in stap c de procentuele afwijking Axy van het gemeten poolkettinggarenverbruik xm ten opzichte van het verwachte poolkettinggarenverbruik xt bepaald wordt (20) en dat wanneer deze procentuele afwijking Axy een bovenste referentiewaarde Tb overschrijdt, een signaal gegenereerd wordt (23) en eventueel de weefmachine (1) stilgelegd wordt om een fout te herstellen.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk dat in stap c wanneer de procentuele afwijking Ax% onder de bovenste referentiewaarde rp blijft en een onderste referentiewaarde ro overschrijdt, deze procentuele afwijking Ax% als een kleine afwijking in een buffer geschreven wordt en wanneer gedurende een bepaalde tijd meerdere kleine afwijkingen in de buffer werden geschreven een signaal gegenereerd wordt (23) en de buffer leeggemaakt wordt.
9. Werkwijze volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk dat na meerdere cycluseenheden de bovenste referentiewaarde rb aangepast wordt in functie van de tijdens de cycluseenheden bepaalde procentuele afwijkingen Ax.
10. Centrale aanstuureenheid (10) van een weefmachine (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat deze centrale aanstuureenheid (10) geconfigureerd is om de detectie-inrichting van deze weefmachine (1) aan te sturen volgens een werkwijze volgens één van de conclusies 6 tot 9.
11. Computer programma product, bestaande uit computer leesbare code, dat, wanneer deze code wordt uitgevoerd op een centrale aanstuureenheid (10) volgens conclusie 10, dit tot gevolg geeft dat de centrale aanstuureenheid (10) de detectie-inrichting van de weefmachine (1) aanstuurt volgens een werkwijze volgens één van de conclusies 6 tot 9.
12. Niet vluchtig machine-leesbaar opslagmedium dat een computer programma product volgens conclusie 11 stockeert.
BE20195400A 2019-06-20 2019-06-20 Inrichting en werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine BE1027383B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195400A BE1027383B1 (nl) 2019-06-20 2019-06-20 Inrichting en werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine
CN202080038613.8A CN113874571B (zh) 2019-06-20 2020-06-19 具有检测成绒变化的装置和方法的织机
PCT/IB2020/055776 WO2020255056A1 (en) 2019-06-20 2020-06-19 Weaving machine with device and method for detecting variations in pile-forming
EP20742479.7A EP3987092B1 (en) 2019-06-20 2020-06-19 Weaving machine with device and method for detecting variations in pile-forming
US17/620,090 US11840777B2 (en) 2019-06-20 2020-06-19 Weaving machine with device and method for detecting variations in pile-forming

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE20195400A BE1027383B1 (nl) 2019-06-20 2019-06-20 Inrichting en werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1027383A1 true BE1027383A1 (nl) 2021-01-21
BE1027383B1 BE1027383B1 (nl) 2021-01-28

Family

ID=67139577

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE20195400A BE1027383B1 (nl) 2019-06-20 2019-06-20 Inrichting en werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine

Country Status (5)

Country Link
US (1) US11840777B2 (nl)
EP (1) EP3987092B1 (nl)
CN (1) CN113874571B (nl)
BE (1) BE1027383B1 (nl)
WO (1) WO2020255056A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1027386B1 (nl) * 2019-06-20 2021-01-27 Vandewiele Nv Weefmethode met regeling of sturing van de garenspanning in kettingdraden en weefmachine voor het produceren van een weefsel volgens deze weefmethode
CN115861722B (zh) * 2023-03-02 2023-07-25 江西服装学院 一种面料砂洗工艺异常检测方法及系统

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20140036061A1 (en) 2011-04-05 2014-02-06 Shmuel Cohen On-loom fabric inspection system and method
WO2017077454A1 (en) 2015-11-03 2017-05-11 Nv Michel Van De Wiele Yarn tensioning system and method for keeping a yarn which is taken from a yarn storage system to a yarn take-off system of a weaving machine under tension

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3538192A1 (de) 1985-10-26 1987-04-30 Hans Haus Vorrichtung zum einbringen von kopier- und belichtungsgutschichtungen in eine einrichtung zum kontinuierlichen belichten dieses gutes
EP0224464A3 (en) * 1985-11-28 1988-07-13 Louis Vermeiren Method for controlling shot-wise the yarn-feed when weaving pile fabrics on a jacquard loom
DE3627731C1 (de) * 1986-08-16 1988-03-31 Gustav Memminger Fadenliefervorrichtung mit elektronischer Fadenspannungsregelung
US5002095A (en) * 1989-10-17 1991-03-26 Fieldcrest Cannon, Inc. Electronic control of terry pile warp yarn dispensing rate
JP2006283220A (ja) * 2005-03-31 2006-10-19 Mori Hakataori Kk パイル製織方法及び同方法により製織したパイル織物
CN1924135A (zh) * 2005-08-31 2007-03-07 吴伯明 一种牵拉辊式定长积极送经的方法
EP2080724B1 (en) * 2008-01-17 2013-01-30 BTSR International S.P.A. System for controlling the feed of a yarn or wire to a machine, and relative method
JP4840735B2 (ja) * 2008-12-08 2011-12-21 株式会社豊田自動織機 パイル織機におけるパイル経糸張力調整装置
BE1023220B1 (nl) * 2015-07-03 2017-01-03 Nv Michel Van De Wiele Aanvoerinrichting voor aanvoeren van garens, werkwijze voor het bepalen van de spanning van garens en gebruik van controlemiddelen voor het aansturen van actuatoren voor het aanvoeren van garens
IT201700113434A1 (it) * 2017-10-10 2019-04-10 Lgl Electronics Spa Metodo di controllo del consumo di filato in un processo di tessitura
BE1027386B1 (nl) * 2019-06-20 2021-01-27 Vandewiele Nv Weefmethode met regeling of sturing van de garenspanning in kettingdraden en weefmachine voor het produceren van een weefsel volgens deze weefmethode

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20140036061A1 (en) 2011-04-05 2014-02-06 Shmuel Cohen On-loom fabric inspection system and method
WO2017077454A1 (en) 2015-11-03 2017-05-11 Nv Michel Van De Wiele Yarn tensioning system and method for keeping a yarn which is taken from a yarn storage system to a yarn take-off system of a weaving machine under tension

Also Published As

Publication number Publication date
BE1027383B1 (nl) 2021-01-28
WO2020255056A1 (en) 2020-12-24
CN113874571B (zh) 2024-03-12
CN113874571A (zh) 2021-12-31
EP3987092C0 (en) 2024-05-15
US20220316106A1 (en) 2022-10-06
EP3987092A1 (en) 2022-04-27
EP3987092B1 (en) 2024-05-15
US11840777B2 (en) 2023-12-12

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1027383B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het detecteren van afwijkingen bij poolvorming in een weefmachine
CN107735519A (zh) 用于输送纱线的输送装置,确定纱线张力的方法和控制输送纱线的执行机构的控制装置的应用
EP0525514A2 (en) Method of optimizing control of looms for improving the economic efficiency of a weaving mill
DE4137681A1 (de) Verfahren und vorrichtung zur verhinderung der erzeugung eines schussstreifens in einem duesenwebstuhl
DE3885138T2 (de) Verfahren zum Kontrollieren und Auswechseln eines Wickelkörpers.
BE1013392A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het instellen van een weefmachine.
CN101676459A (zh) 用于控制织机的方法和设备
BE1027386A1 (nl) Weefmethode met regeling of sturing van de garenspanning in kettingdraden en weefmachine voor het produceren van een weefsel volgens deze weefmethode
BE1016639A6 (nl) Werkwijze voor het inbrengen van inslagdraden.
BE902865A (nl) Werkwijze voor het regelen bij weefmachines van de plaats van de zogenaamde doeklijn en borstboom en borstboomsturing hierbij aangewend
JP4234044B2 (ja) むらのあるよこ糸部分の除去によって、欠陥の少ない布を製織する方法
BE1027384B1 (nl) Gaapvormingsinrichting
EP1500729B1 (en) Method and apparatus of controlling data of reel length and reel off length
CN109914013B (zh) 绒头高度异常检测方法、及具备异常检测装置的绒头织机
JP4651082B2 (ja) パイル経糸張力の調整方法
JP3402552B2 (ja) 織機の稼働情報表示方法
JP5575898B2 (ja) 織機での異なる緯糸の緯入れの際に緯糸到達を監視するための方法及び装置
US5111851A (en) Method of restoring a broken warp after mending the same
EP0449279A1 (en) Method of locating a slit between dents corresponding to a broken warp and a slit locating and threading apparatus
EP0832999A1 (en) Weft Control system for looms
BE1017505A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het beperken van stilstanden op een axminsterweefmachine.
Kabir Exploration of the advancement in warp & weft stop motion: Primitive to electronic system
JPH0118625Y2 (nl)
JPH0441748A (ja) たて糸補修装置
JP2519916B2 (ja) 給糸体の判別交換方法

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20210128