BE1024912B1 - Zelfkantinrichting - Google Patents

Zelfkantinrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1024912B1
BE1024912B1 BE2017/5018A BE201705018A BE1024912B1 BE 1024912 B1 BE1024912 B1 BE 1024912B1 BE 2017/5018 A BE2017/5018 A BE 2017/5018A BE 201705018 A BE201705018 A BE 201705018A BE 1024912 B1 BE1024912 B1 BE 1024912B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
siphon
holders
drive
height
selvedge
Prior art date
Application number
BE2017/5018A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024912A1 (nl
Inventor
Koen Bruynoghe
Geert Maes
Original Assignee
VAN DE WIELE Michel NV
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by VAN DE WIELE Michel NV filed Critical VAN DE WIELE Michel NV
Priority to BE2017/5018A priority Critical patent/BE1024912B1/nl
Priority to EP18703359.2A priority patent/EP3568512B1/en
Priority to PCT/IB2018/050121 priority patent/WO2018130933A1/en
Priority to US16/478,014 priority patent/US10988867B2/en
Priority to CN201880006282.2A priority patent/CN110168156B/zh
Publication of BE1024912A1 publication Critical patent/BE1024912A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024912B1 publication Critical patent/BE1024912B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C11/00Selvedge shedding mechanisms not forming part of main shedding mechanism
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards
    • D03C3/18Selvedge jacquards

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een zelfkantinrichting (1), omvattende minstens twee paar hevelhouders (2) voor het aan weerszijden houden van hevels (3), een aandrijfinrichting voor het volgens op- en neerbewegingen aandrijven van de twee paar hevelhouders (2), waarbij de aandrijfinrichting minstens twee aandrijflichamen (4) omvat en elk paar hevelhouders (2) aan een genoemd aandrijflichaam (4) is bevestigd, en waarbij de hevelhouders (2) van minstens één paar hevelhouders (2) ten opzichte van het corresponderende aandrijflichaam (4) in hoogte instelbaar bevestigd zijn aan dit corresponderende aandrijflichaam (4).

Description

(30) Voorrangsgegevens :
(73) Houder(s) :
VAN DE WIELE Michel NV 8510, MARKE/KORTRIJK België (72) Uitvinder(s) :
BRUYNOGHE Koen 9840 DE PINTE België
MAES Geert 8560 GULLEGEM België (54) ZELFKANTINRICHTING (57) Deze uitvinding betreft een zelfkantinrichting (1), omvattende minstens twee paar hevelhouders (2) voor het aan weerszijden houden van hevels (3), een aandrijfinrichting voor het volgens op- en neerbewegingen aandrijven van de twee paar hevelhouders (2), waarbij de aandrijfinrichting minstens twee aandrijflichamen (4) omvat en elk paar hevelhouders (2) aan een genoemd aandrijflichaam (4) is bevestigd, en waarbij de hevelhouders (2) van minstens één paar hevelhouders (2) ten opzichte van het corresponderende aandrijflichaam (4) in hoogte instelbaar bevestigd zijn aan dit corresponderende aandrijflichaam (4).
Figure BE1024912B1_D0001
BELGISCH UITVINDINGSOCTROOI
FOD Economie, K.M.O., Middenstand & Energie
Dienst voor de Intellectuele Eigendom
Publicatienummer: 1024912 Nummer van indiening: BE2017/5018
Internationale classificatie: D03C 11/00 Datum van verlening: 16/08/2018
De Minister van Economie,
Gelet op het Verdrag van Parijs van 20 maart 1883 tot Bescherming van de industriële Eigendom;
Gelet op de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien, artikel 22, voor de voor 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op Titel 1 Uitvindingsoctrooien van Boek XI van het Wetboek van economisch recht, artikel XI.24, voor de vanaf 22 September 2014 ingediende octrooiaanvragen ;
Gelet op het koninklijk besluit van 2 december 1986 betreffende het aanvragen, verlenen en in stand houden van uitvindingsoctrooien, artikel 28;
Gelet op de aanvraag voor een uitvindingsoctrooi ontvangen door de Dienst voor de Intellectuele Eigendom op datum van 13/01/2017.
Overwegende dat voor de octrooiaanvragen die binnen het toepassingsgebied van Titel 1, Boek XI, van het Wetboek van economisch recht (hierna WER) vallen, overeenkomstig artikel XI.19, § 4, tweede lid, van het WER, het verleende octrooi beperkt zal zijn tot de octrooiconclusies waarvoor het verslag van nieuwheidsonderzoek werd opgesteld, wanneer de octrooiaanvraag het voorwerp uitmaakt van een verslag van nieuwheidsonderzoek dat een gebrek aan eenheid van uitvinding als bedoeld in paragraaf 1, vermeldt, en wanneer de aanvrager zijn aanvraag niet beperkt en geen afgesplitste aanvraag indient overeenkomstig het verslag van nieuwheidsonderzoek.
Besluit:
Artikel 1. - Er wordt aan
VAN DE WIELE Michel NV, Michel Vandewielestraat 7, 8510 MARKE/KORTRIJK België;
vertegenwoordigd door
HOSTENS Veerle, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
OSTYN Frans, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
CHIELENS Kristof, Pres. Kennedypark 31c, 8500, KORTRIJK;
een Belgisch uitvindingsoctrooi met een looptijd van 20 jaar toegekend, onder voorbehoud van betaling van de jaartaksen zoals bedoeld in artikel XI.48, § 1 van het Wetboek van economisch recht, voor:
ZELFKANTINRICHTING.
UITVINDER(S):
BRUYNOGHE Koen, Berkenlaan 4B, 9840, DE PINTE;
MAES Geert, Driemasten 43, 8560, GULLEGEM;
VOORRANG:
AFSPLITSING :
Afgesplitst van basisaanvraag : Indieningsdatum van de basisaanvraag :
Artikel 2. - Dit octrooi wordt verleend zonder voorafgaand onderzoek naar de octrooieerbaarheid van de uitvinding, zonder garantie van de Verdienste van de uitvinding noch van de nauwkeurigheid van de beschrijving ervan en voor risico van de aanvrager(s).
Brussel, 16/08/2018,
Bij bijzondere machtiging:
BE2017/5018
ZELFKANTINRICHTING
Deze uitvinding betreft een zelfkantinrichting, omvattende minstens twee paar hevelhouders voor het met elk paar hevelhouders aan weerszijden houden van hevels, een aandrijfinrichting voor het volgens op- en neergaande bewegingen aandrijven van de twee paar hevelhouders, waarbij de aandrijfinrichting minstens twee aandrijflichamen omvat en elk paar hevelhouders aan een genoemd aandrijflichaam is bevestigd.
Meer specifiek, maar niet beperkend, betreft deze uitvinding een dergelijke zelfkantinrichting voor een dubbelstukweefmachine.
Daarnaast betreft deze uitvinding een weefmachine met een dergelijke zelfkantinrichting en meer specifiek een dubbelstukweefmachine.
Gedurende iedere werkingscyclus van een weefproces kunnen inslaginbrengsystemen één of meerdere inslagen inbrengen tussen volgens vooraf bepaalde patronen en/of bindingen gepositioneerde kettingdraden om zo één of meerdere weefsels te bekomen.
Met behulp van dergelijke zelfkantinrichtingen worden zogenaamde zelfkanten aan de rand van een weefsel gevormd, met een binding die afwijkend kan zijn van de binding van het weefsel zelf. Hierdoor worden de inslagen gevangen en vast gehouden en blijven ze gestrekt aanwezig in het gevormde weefsel. Op dezelfde manier kunnen weefselranden voorzien worden die nodig zijn voor nabehandeling en. Op een beperkte ruimte dienen hierbij vaak complexe bindingen gerealiseerd te worden.
De genoemde aandrijflichamen van de zelfkantinrichting worden door de aandrijfinrichting volgens op- en neergaande bewegingen bewogen om de hevelhouders volgens deze bewegingen aan te drijven. Deze op- en neergaande bewegingen kunnen tegengesteld zijn.
BE2017/5018
Een paar hevelhouders kan hierbij onderling verbonden zijn als deel van een weefraam.
De hevels zijn voorzien van hevelogen waardoorheen zelfkantdraden net als kettingdraden aangebracht zijn. Met de op- en neergaande bewegingen wordt in opeenvolgende werkingscycli van een weefmachine tussen de zelfkantdraden een gaap gevormd. Een inslagdraad wordt telkens in de zo gevormde gaap aangebracht. Om een inslag te vangen en vast te houden moet er na iedere inslag een afkruising zijn van zelfkantdraden. Bij voorkeur worden deze afkruisingen bekomen door de paren hevelhouders per twee in tegenfase te verzetten.
Met twee paar hevelhouders, per inslaginbrengsysteem, die in tegenfase bewegen kan men reeds een zogenoemde één-éénbinding vormen, waarbij er na iedere ingebrachte inslagdraad een afkruising bekomen wordt. Iedere inslagdraad zit dan zowel links als rechts gevangen door een zelfkantdraad.
Wanneer er bijvoorbeeld ook zogenaamde twee-tweebindingen mogelijk moeten zijn, dan is er nog per inslaginbrengsysteem een extra paar hevelhouders nodig om te garanderen dat iedere inslagdraad gevangen zit. De vier paar hevelhouders bewegen bij voorkeur twee aan twee in tegenfase, maar andere bewegingen zijn ook mogelijk, zolang er na iedere inslag een afkruising verwezenlijkt wordt.
Voor dergelijke één-éénbindingen zijn er bij platweefmachines 2 paar hevelhouders vereist, voor dubbelstukweefmachines met 2 inslaginbrengsystemen 4 paar hevelhouders en voor dubbelstukweefmachines met 3 inslaginbrengsystemen 6 paar hevelhouders.
Voor dergelijke twee-tweebindingen zijn er bij platweefmachines 4 paar hevelhouders vereist, voor dubbelstukweefmachines met 2 inslaginbrengsystemen 8 paar hevelhouders en voor dubbelstukweefmachines met 3 inslaginbrengsystemen 12 paar hevelhouders.
Inslagen kunnen ingebracht worden met behulp van lucht of water of met behulp van een projectiel. Bij voorkeur bestaat een inslaginbrengsysteem uit een paar samenwerkende grijpers, die de inslag van de ene zijde van de weefmachine naar de
BE2017/5018 andere zijde van de weefmachine brengen en de inslag halverwege aan elkaar doorgeven.
Bij dergelijke zelfkantinrichtingen is het steeds van belang de zelfkanthevels met de zelfkantdraden door hun hevelogen aangebracht, zo vlug mogelijk op en neer te bewegen om de inslagdraden zo vlug mogelijk in te kunnen sluiten, dit zonder dat de grijpers de zelfkantdraden of de hevelogen raken. De door de zelfkantendraden gevormde zelfkantgaap, is bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de bewegingsbaan van de grijper in het te vormen weefsel aangesloten. De rustpositie van een heveloog wordt bij voorkeur dan ook in het midden van te vormen zelfkantgaap geplaatst. Hoe nauwkeuriger deze hevelogen geplaatst worden op de gewenste positie, hoe kleiner de op- en neergaande bewegingen gehouden kunnen worden en hoe vlugger de inslagdraden ingesloten kunnen worden.
Bij het aanpassen van een weefmachine voor het weven van een ander weefsel kan het echter gebeuren dat de positie van één of meerdere hevelogen verplaatst wordt, zodat een grotere op- en neergaande beweging nodig is om ervoor te zorgen dat de grijpers de zelfkantdraden niet raken. De inslagdraden kunnen hierdoor minder vlug ingesloten worden.
Ook bij het vervangen van hevels kunnen de hevelogen van nieuw geplaatste hevels afwijken van de gewenste positie.
Het in dergelijke gevallen aanpassen van de positie van één of meerdere hevelogen kan in sommige weefmachines door het aan één of beide zijden inkorten en/of verlengen van corresponderende hevelkoorden. Dit is in de praktijk echter een vrij omslachtig werk. De reproduceerbaarheid van een dergelijke instelling is bovendien vrij beperkt. Door slijtage wordt deze instelmogelijkheid verder bemoeilijkt.
Vaak is het ook mogelijk om de volledige zelfkantinrichting te verplaatsen in de weefmachine. Hiermee worden echter alle hevelogen tegelijk verplaatst, waardoor afwijkingen van één heveloog niet opgevangen kunnen worden.
Het doel van deze uitvinding is om bovengenoemde Problemen te verhelpen.
BE2017/5018
Dit doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een zelfkantinrichting, omvattende minstens twee paar hevelhouders voor het met elk paar hevelhouders aan weerszijden houden van hevels, een aandrijfinrichting voor het volgens op- en neergaande bewegingen aandrijven van de twee paar hevelhouders, waarbij de aandrijfinrichting minstens twee aandrijflichamen omvat en elk paar hevelhouders aan een genoemd aandrijflichaam is bevestigd en waarbij de hevelhouders van minstens één paar hevelhouders ten opzichte van het corresponderende aandrijflichaam in hoogte instelbaar bevestigd zijn aan dit corresponderende aandrijflichaam.
Door de hevelhouders van een paar hevelhouders individueel in hoogte verstelbaar te voorzien ten opzichte van een corresponderend aandrijflichaam, is het op een veel vluggere manier mogelijk om de positie van hevelogen aan te passen, waarbij meer instelmogelijkheden voorzien zijn dan bij het verplaatsen van de volledige zelfkantinrichting.
De instelbaarheid van dergelijke onderdelen ten opzichte van elkaar kan eenvoudiger op een minder slijtagegevoelige manier gerealiseerd worden dan het inkorten of verlengen van heveldraden.
Bij voorkeur wordt hierbij elk paar hevelhouders in hoogte instelbaar bevestigd aan het corresponderende aandrijflichaam.
Bij voorkeur omvat de aandrijfinrichting van een zelfkantinrichting volgens deze uitvinding minstens één motor, een door de motor aangedreven aandrijfas en per genoemd aandrijflichaam een aan de aandrijfas bevestigde aandrijfarm en een aandrijfstang die aan zijn ene uiteinde scharnierend is verbonden aan de aandrijfarm en aan zijn andere uiteinde scharnierend is verbonden aan het corresponderende aandrijflichaam.
Dergelijke aandrijfinrichting en zijn bijvoorbeeld gekend uit EP 1 731 640 Bl, BE 1 017 768 A3 en BE 1 009 375 A6.
BE2017/5018
Met dergelijke aandrijfinrichtingen kunnen de hevels nu enkel samen met de volledige zelfkantinrichting in hoogte verpiaatst worden. Het zou bij dergelijke aandrijfinrichtingen met beperkte middelen mogelijk zijn om deze aandrijfinrichting zodanig aan te passen dat hevelhouders in hoogte instelbaar aan het aandrijflichaam worden voorzien om deze om te vormen tot inrichtingen volgens deze uitvinding.
Wanneer bij dergelijke aandrijfinrichtingen meerdere motoren voorzien worden om meerdere gewenste bewegingen te realiseren, dan dienen ook meerdere corresponderende aandrij fassen, aandrij farmen en aandrijfstangen voorzien te worden.
Een bijzondere uitvoeringsvorm van een zelfkantinrichting volgens deze uitvinding is voorzien voor het voor meerdere inslaginbrengsystemen van een dubbelstukweefmachine vormen van een zelfkantgaap en omvat hiertoe per inslaginbrengsysteem meerdere paren hevelhouders. De paren hevelhouders die hiertoe volgens een zelfde op- en neerbeweging aandrijfbaar zijn, zijn dan bij voorkeur aangrenzend aan elkaar opgesteld en worden bij voorkeur door eenzelfde motor aangedreven. Deze uitvoeringsvorm is bijzonder compact.
Door paren hevelhouders die een zelfde op- en neerbeweging maken aangrenzend aan elkaar op te stellen, wordt de wrijving tussen ten opzichte van elkaar bewegende hevelhouders beperkt. Doordat deze naast elkaar geplaatste paren hevelhouders samen bewegen, bewegen niet alle paren hevelhouders ten opzichte van elkaar, maar bewegen enkel in groep geplaatste hevelhouders ten opzichte van elkaar. Zo zijn er minder wrijvingsvlakken waarin hevelhouders ten opzichte van elkaar op en neer bewegen.
Ook in zelfkantinrichtingen voor dubbelstukweefmachines zonder de genoemde instelbaarheid van de hevelhouders in hoogte ten opzichte van het corresponderende aandrijflichaam is het voordelig om de hevelhouders op deze manier ten opzichte van elkaar op te stellen.
BE2017/5018
Ook in dergelijke zelfkantinrichting en wordt het aantal wrijvingsvlakken gereduceerd, zodat met een dergelijke opstelling een compacte en betrouwbare zelfkantinrichting voor dubbelstukweefmachines wordt bekomen.
In alle genoemde zelfkantinrichtingen waarbij paren hevelhouders die volgens een zelfde op- en neerbeweging aandrijfbaar zijn, aangrenzend zijn opgesteld, zijn de aangrenzende hevelhouders van deze paren bij voorkeur ook ten opzichte van elkaar vastgezet.
Op deze manier worden ook kleine relatieve bewegingen van deze hevelhouders ten opzichte van elkaar beperkt, waarbij ook kanteling van deze hevelhouders beperkt wordt.
Hevelhouders die op deze manier ten opzichte van elkaar zijn vastgezet, zijn hiertoe bij voorkeur losmaakbaar gekoppeld, zodat ze ook individueel in hoogte instelbaar voorzien kunnen worden.
Het onderling losmaakbaar koppelen van dergelijke hevelhouders kan bijvoorbeeld met behulp van een vastzetbout.
Genoemde paren hevelhouders die volgens een zelfde op- en neerbeweging aandrijfbaar zijn en die aangrenzend aan elkaar zijn opgesteld, zijn in een voorkeurdragende uitvoeringsvorm aan een zelfde aandrijflichaam bevestigd. Op deze manier is het voor dubbelstukweefmachines voldoende om twee motoren te voorzien om ook twee-tweebindingen te kunnen realiseren.
Elk paar hevelhouders van een zelfkantinrichting volgens deze uitvinding is bij voorkeur onderling gekoppeld met behulp van een koppelelement.
De hevelhouders uit dit paar vormen dan samen met dit koppelelement een weefraam waarin hevels gehouden kunnen worden.
Om de hevels tussen de hevelhouders te kunnen houden, is dit koppelelement bij voorkeur aan één zijde van de hevelhouders opgesteld, zodat de hevelhouders met dit koppelelement een hoofdzakelijk C-vormig weefraam vormen. Eventueel kan dit
BE2017/5018 weefraam verder gesloten worden door ook aan de andere zijde van de hevelhouders een koppelelement te voorzien. De weeframen kunnen echter lichter uitgevoerd worden, waardoor ze sneller verplaatsbaar zijn, door slechts aan één zijde een koppelelement te voorzien. Dit koppelelement wordt dan bij voorkeur aan de zijde van het aandrijfelement opgesteld, waarbij de hevelhouders bij voorkeur met behulp van dit koppelelement in hoogte verstelbaar aan het aandrijflichaam zijn bevestigd.
Het verstelbaar in hoogte voorzien van de hevelhouders ten opzichte van het aandrijflichaam kan op heel wat manieren gerealiseerd worden.
In een specifieke uitvoeringsvorm wordt de instelbaarheid in hoogte gerealiseerd door het koppelelement vrij roteerbaar aan te brengen ten opzichte van dergelijke genoemde corresponderende hevelhouders, waarbij deze hevelhouders in hoogte geborgd zijn ten opzichte van dit koppelelement. Het koppelelement kan hierbij eventueel na het instellen van de hoogte vastgezet worden ten opzichte van de betreffende hevelhouders, zolang deze tijdens de instelling van de hoogte vrij kan röteren ten opzichte van de betreffende hevelhouders. Het corresponderende aandrijflichaam kan dan bijvoorbeeld met behulp van schroefdraad in hoogte verstelbaar bevestigd zijn aan dit koppelelement. Bij rotatie van dit koppelelement is de hoogte van de hevelhouders geborgd ten opzichte dit koppelelement, terwijl dit koppelelement vrij roteert ten opzichte van de hevelhouders. Zo blijft de hoogte van de hevelhouders ten opzichte van het koppelelement onveranderd. Het aandrijflichaam wordt bij deze rotatie met behulp van de schroefdraad in hoogte verplaatst ten opzichte van het koppelelement. Op deze manier wordt de hoogte van de hevelhouders ten opzichte van het aandrijflichaam aangepast. Een dergelijke instelling in hoogte met behulp van schroefdraad is goed reproduceerbaar.
Omgekeerd is het bijvoorbeeld ook mogelijk om het koppelelement vrij roteerbaar aan te brengen ten opzichte van het corresponderende aandrijflichaam, waarbij dit aandrijflichaam in hoogte geborgd is ten opzichte van het koppelelement. In dat geval kunnen de hevelhouders met behulp van schroefdraad in hoogte verstelbaar bevestigd worden aan het koppelelement. Ook hier kan het koppelelement na het instellen van de hoogte eventueel vastgezet worden ten opzichte van het
BE2017/5018 aandrijflichaam, zodat rotatie van het koppelelement ten opzichte van het corresponderende aandrijflichaam enkel bij het instellen van de hoogte mogelijk is.
Het in hoogte borgen van de hevelhouders of het aandrijfelement ten opzichte van het koppelelement kan op meerdere manieren gerealiseerd worden.
Het koppelelement kan bijvoorbeeld stangvormig uitgevoerd zijn en per hevelhouder voorzien zijn van minstens één plaatselijke diametervermindering waarin de corresponderende hevelhouder in hoogte geborgd is aangebracht zodat het koppelelement vrij roteerbaar is ten opzichte van de hevelhouder. Omgekeerd kan bij een stangvormig koppelelement minstens één plaatselijke diametervermindering voorzien worden waarin het aandrijflichaam in hoogte geborgd is aangebracht zodat het koppelelement vrij roteerbaar is ten opzichte van het aandrijflichaam.
In plaats van een borging in hoogte met behulp van een dergelijke plaatselijke diametervermindering, is het bijvoorbeeld ook mogelijk om plaatselijk een diametervermeerdering of een uitsteeksel te voorzien om deze borging in hoogte te realiseren.
Het met behulp van een schroefdraad verstelbaar in hoogte voorzien van het aandrijfelement of de hevelhouders ten opzichte van een dergelijke koppelelement kan ook op meerdere manieren gerealiseerd worden.
Het koppelelement kan bijvoorbeeld voorzien worden van minstens één plaatselijke uitwendige schroefdraad, waarin corresponderende inwendige schroefdraad van het aandrijflichaam aangrijpt, of kan omgekeerd op twee plaatsen voorzien worden van minstens één plaatselijke uitwendige schroefdraad, waarin corresponderende inwendige schroefdraad van een corresponderende hevelhouder aangrijpt.
Hevelhouders die - zoals hierboven beschreven - onderling losmaakbaar koppelbaar zijn, worden na het op een hierboven beschreven manier instellen van de hoogte dan bij voorkeur ten opzichte van elkaar vastgezet. Om de hoogte opnieuw in te stellen worden deze terug van elkaar los gemaakt.
BE2017/5018
Een zelfkantinrichting volgens deze uitvinding kan in een bijzondere uitvoeringsvorm ook aandrijfmiddelen omvatten voor het automatisch instellen van de hoogte van de in hoogte instelbare hevelhouders.
In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm omvat elke hevelhouder een balkvormige heveldrager, waarover de corresponderende hevels zijdelings verplaatsbaar aanbrengbaar zijn. Deze balkvormige heveldrager kan hierbij op zieh de hevelhouder vormen of kan deel uitmaken van deze hevelhouder.
Een dergelijke bevestiging van de hevels op een balkvormige heveldrager laat een minieme zijdelingse verplaatsing van de hevels toe. Wanneer er bijvoorbeeld een knoop in het garen is, kunnen de hevels een klein beetje zijdelings uitwijken om dit op te vangen.
In een verdere specifieke uitvoeringsvorm is elke hevelhouder aan zijn zijde weg van het corresponderende aandrijflichaam voorzien van een neus, met een zodanige lengte dat aangrenzende hevelhouders, die een afwijkende op- en neerbeweging maken, gedurende hun volledige op- en neerbeweging naast elkaar opgesteld blijven. Dankzij deze neuzen wordt ervoor gezorgd dat aangrenzende hevelhouders, die een afwijkende op- en neerbeweging maken, door uitwijkingen nooit boven of onder elkaar terecht kunnen komen, maar in kettingrichting gezien steeds naast elkaar opgesteld blijven.
In een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm zijn de hevelhouders hierbij aan de zijde van het aandrijflichaam onderling gekoppeld met behulp van een koppelelement en aan hun andere zijde voorzien van een dergelijke neus, zodat een licht weefraam gevormd wordt waarbij hinderlijke uitwijkingen van de weeframen beperkt worden.
De aandrijflichamen van een zelfkantinrichting volgens deze uitvinding zijn bij voorkeur voorzien van geleidingselementen, waarbij de zelfkantinrichting zieh dan in hoogte uitstrekkende geleiders omvat voor het geleiden van deze geleidingselementen tijdens de op- en neerbewegingen.
BE2017/5018
Het doel van deze uitvinding wordt ook bereikt door te voorzien in een weefmachine omvattende een zelfkantinrichting volgens deze uitvinding.
Wanneer deze weefmachine meer specifiek een Jacquardweefmachine is, omvattende een Jacquard, die boven een te vormen weefsel is opgesteld, dan is de zelfkantinrichting bij voorkeur tussen de Jacquard en het te vormen weefsel opgesteld.
Bij voorkeur is deze zelfkantinrichting dan volledig onder de Jacquard opgesteld.
Op deze manier is een dergelijke zelfkantinrichting volgens deze uitvinding in een dergelijke Jacquardweefmachine lager geplaatst dan bestaande zelfkantinrichting en, waarbij men de Jacquard beter kan bereiken.
In een bijzondere uitvoeringsvorm is een weefmachine volgens deze uitvinding een dubbelstukweefmachine.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een uitvoeringsvorm van een zelfkantinrichting volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij in figuur 1 een zelfkantinrichting volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld;
figuur 2 de zelfkantinrichting uit figuur 1 in een rechter zijaanzicht is weergegeven;
figuur 3 de zelfkantinrichting uit figuur 1 in een vooraanzicht is weergegeven;
BE2017/5018 figuur 4 de zelfkantinrichting uit figuur 1 in een linker zijaanzicht is weergegeven;
figuur 5 de zelfkantinrichting uit figuur 1 in een achteraanzicht is weergegeven;
figuur 6 het achteraanzicht uit figuur 5 in meer detail is weergegeven ter hoogte van de bovenzijde van deze zelfkantinrichting;
figuur 7 een aandrijflichaam met hieraan bevestigde koppelelementen en hevelhouders van de zelfkantinrichting uit figuur 1 afzonderlijk in perspectief zijn afgebeeld, met aan de hevelhouders bevestigde hevels;
figuur 8 een deel van de koppelelementen en de bovenste hevelhouders uit figuur 7 in meer detail in perspectief zijn afgebeeld;
figuur 9 een deel van een dubbelstukweefmachine met een zelfkantinrichting volgens deze uitvinding in perspectief is afgebeeld;
figuur 10 schematisch is afgebeeld hoe in bestaande zelfkantinrichtingen voor een dubbelstukweefmachine met drie grijpers de hevels onderling geschikt en aangestuurd worden, waarbij slechts één hevel per uitgevoerde beweging per grijper afgebeeld is;
figuur 11 schematisch is afgebeeld hoe in de in figuur 1 afgebeelde zelfkantinrichting de hevels onderling geschikt en aangestuurd worden, waarbij slechts één hevel per uitgevoerde beweging per grijper afgebeeld is.
De in de figuren afgebeelde zelfkantinrichting (1) is een zelfkantinrichting (1) voor een dubbelstukweefmachine met drie grijpers, waarmee verschillende soorten bindingen, zoals ook twee-tweebindingen gerealiseerd kunnen worden.
Zoals in de figuren 1 tot 5 te zien is, omvat deze zelfkantinrichting (1) hiertoe twaalf paar hevelhouders (2). Elk paar hevelhouders (2) omvat een onderste hevelhouder (2) en een bovenste hevelhouder (2), waartussen hevels (3) gehouden kunnen worden, zoals te zien is in figuur 7. Per grijper van de dubbelstukweefmachine zijn twee keer twee paar dergelijke hevelhouders (2) voorzien, die per twee paar in tegenfase ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Drie paar hevelhouders (2) die, samen met corresponderende hevelhouders (2) die in tegenfase bewegen, een gaap kunnen
BE2017/5018 vormen voor de drie grijpers, zijn telkens naast elkaar geplaatst. In figuur 7 en figuur 11 is te zien dat een paar van dergelijke drie samen geplaatste paren hevelhouders (2) hevels (3) houdt met hevelogen (21) die hoger zijn opgesteld, een paar hevels (3) houdt met hevelogen (21) die centraal zijn opgesteld en een paar hevels (3) houdt met hevelogen (21) die lager zijn opgesteld. De hevels (3) met hevelogen (21) die hoger zijn opgesteld, zijn voorzien om samen met corresponderende hevels (3) die in tegenfase worden bewogen een gaap te vormen voor de bovenste grijper (TR). De hevels (3) met hevelogen (21) die centraal zijn opgesteld, zijn voorzien om samen met corresponderende hevels (3) die in tegenfase worden bewogen een gaap te vormen voor de middelste grijper (MR). De hevels (3) met hevelogen (21) die lager zijn opgesteld, zijn voorzien om samen met corresponderende hevels (3) die in tegenfase worden bewogen een gaap te vormen voor de onderste grijper (BR).
In de figuren 1 tot 5 is te zien dat 6 links opgestelde paren hevelhouders (2) op een zelfde hoogte komen, zodat de hierin gehouden hevels (3) op die positie geen gaap vormen. De 6 rechts opgestelde paren hevelhouders (2) zijn per drie in tegenfase gepositioneerd, zodat de hierin gehouden hevels (3) samen een gaap vormen voor corresponderende grijpers.
In figuur 11 is met de pijlen aangeduid hoe de hevels (3) per drie in tegenfase bewogen worden, waarbij de linkse zes hevels (3) door een eerste motor (5) aangedreven worden en de rechtse zes hevels (3) door een tweede motor (5) aangedreven worden.
In de figuren 10 en 11 is te zien hoe deze onderlinge plaatsing van de hevelhouders (2) van de afgebeelde zelfkantinrichting (1) (figuur 11) zorgt voor een voordelige afwijkende plaatsing van de hevels (3) ten opzichte van bestaande zelfkantinrichtingen (1) voor dubbelstukweefmachines met drie grijpers (figuur 10). Voor de duidelijkheid is op beide figuren slechts één hevel (3) per uitgevoerde beweging per grijper afgebeeld. De hevelogen (21) hörende bij de bovenste grijper (TR), bij de middelste grijper (MR) en bij de onderste grijper (CR) bevinden zieh respectievelijk min of meer op éénzelfde rechte lijn.
Bij dergelijke bestaande zelfkantinrichtingen (1) werden de hevels (3) die per motor (5) de gaap vormen voor de bovenste grijper (TR) naast elkaar geplaatst, werden de
BE2017/5018 hevels (3) die per motor (5) de gaap vormen voor de middelste grijper (MR) naast elkaar geplaatst en werden de hevels (3) die per motor (5) de gaap vormen voor de onderste grijper (BR) naast elkaar geplaatst. Hierdoor werden telkens meer hevels (3) onderling ten opzichte van elkaar verpiaatst dan bij de piaatsing met de afgebeelde zelfkantinrichting (1). Dankzij deze nieuwe piaatsing is er dus aanzienlijk minder wrijving tussen onderdelen die ten opzichte van elkaar bewogen worden, zodat slijtage sterk gereduceerd kan worden.
Bij dergelijke bestaande zelfkantinrichtingen (1) worden harnaskoorden bovendien doorheen openingen in een arcadeplank gevoerd om een gewenste positionering van de hevels (3) te bekomen.
Door gebruik te maken van de hevelhouders (2) en door deze op de hier boven beschreven manier in groep op te stellen is deze arcadeplank niet langer nodig om de hevels (3) in de gewenste positie te brengen. Een dergelijk arcadeplank is heel slijtagegevoelig. Wanneer er een kleine zijwaartse beweging gevraagd wordt van de hevels (3), wrijft de harnaskoord over de rand van zijn opening in de arcadeplank waardoor slijtage ontstaat en op längere termijn breuk (hetzij van de arcadeplank, die ingesleten is, hetzij van de harnaskoord).
Voor een dubbelstukweefmachine zou het voor twee-twee binding en volstaan om 8 dergelijke paren hevelhouders (2) te voorzien. Voor een vlakweefmachine zou het volstaan om 4 dergelijke paren hevelhouders (2) te voorzien.
Om bindingen te kunnen realiseren, omvat de zelfkantinrichting een aandrijfinrichting voor het op en neer bewegen van de paren hevelhouders (2), dit per twee in tegenfase ten opzichte van elkaar, waarbij telkens per 3 paren hevelhouders (2) voor de drie grijpers een zelfde beweging wordt gemaakt.
Deze aandrijfinrichting omvat hiertoe twee motoren (5), die elk een aandrijfas (6) aandrijven. Deze motoren (5) zijn bij voorkeur gekoelde Servomotoren. Deze koeling kan door convectie gebeuren of met behulp van een door een ventilator gecreëerde luchtstroom. De motoren kunnen ook watergekoeld zijn. Aan elke aandrijfas (6) is een koppel aandrij farmen (7) bevestigd (zie figuren 5 en 6). De aandrij farmen (7) aan
BE2017/5018 elke aandrijfas (6) vormen een hoek ten opzichte van elkaar en zijn samen uit één stuk vervaardigd. Dit zouden echter ook afzonderlijke aandrijfarmen (7) kunnen zijn. Aan het vrije uiteinde van elke aandrij farm (7) is een uiteinde van een aandrij fstang (8) scharnierend bevestigd. Aan het andere uiteinde van elke aandrij fstang (8) is een aandrijflichaam (4) bevestigd. Aan elk aandrijflichaam (4) zijn drie paar hevelhouders (2) bevestigd. Door het met de motoren (5) aandrijven van de aandrijfas (6) worden de aandrijflichamen (4) op en neer bewogen en hiermee ook de aan deze aandrij flichamen (4) bevestigde hevelhouders (2).
De beweging van de aandrij flichamen (4) wordt geleid doordat de aandrij flichamen (4) voorzien zijn van geleidingselementen (14) die geleidend aangebracht zijn ten opzichte van zieh in hoogte uitstrekkende geleiders (15).
In deze zelfkantinrichting (1) worden de hevelhouders (2) dus per drie paar tegelijk op en neer bewogen, waardoor slechts twee motoren (5) nodig zijn om de nodige bewegingen uit te voeren. Er zou echter ook een afzonderlijke motor voorzien kunnen worden per twee in tegenfase bewegende paren hevelhouders (2) of per paar hevelhouders (2). Per motor dienen dan ook corresponderende aandrij fassen, aandrij fstang en en aandrij flichamen voorzien te worden. Ook bij dubbelstukweefmachines met 2 grijpers zijn analoog minimum 2 motoren en bijhorende aandrij fassen, aandrij fstangen en aandrij flichamen nodig om twee-twee bindingen te kunnen realiseren.
Om de positie van de hevelogen (21) nauwkeurig in te kunnen stellen, zijn de paren hevelhouders (2) in de afgebeelde zelfkantinrichting (1) onderling verbonden met een koppelstang (9), die in hoogte instelbaar bevestigd is aan het corresponderende aandrijflichaam (4), zodat ook deze hevelhouders (2) in hoogte instelbaar zijn ten opzichte van dit aandrijflichaam (4).
Zoals afgebeeld in figuur 8 omvat elke koppelstang (9) ter hoogte van de einduiteinden een gedeelte met een gereduceerde doorsnede (diametervermindering) (10) waaromheen een bevestigingselement (18) van de hevelhouder (2) is aangebracht. De koppelstang is vrij roteerbaar ten opzichte van de hevelhouder (2).
BE2017/5018
Dankzij de diametervermindering (10) is dit bevestigingselement (18) en hierdoor ook de hevelhouder (2) in hoogte geborgd ten opzichte van de koppelstang (9). De koppelstang (9) is bevestigd aan het aandrijflichaam (4) met behulp van de bevestigingselementen (13a) en (13b). Ter hoogte van het bovenste afgebeelde bevestigingselement (13a) van het aandrijflichaam (4) is de koppelstang (9) voorzien van een uitwendige schroefdraad (11). Het afgebeelde bovenste bevestigingselement (13a) van het aandrijflichaam (4) is voorzien van een corresponderende inwendige schroefdraad. De koppelstang (9) is vrij roteerbaar aangebracht in het onderste afgebeelde bevestigingselement (13b). Bovenaan zijn de koppelstangen (9) voorzien van een aangrijpelement (12) voor het hierop aangrijpen met een handwerktuig. Door verdraaien van een koppelstang (9) wordt het bevestigingselement (13 a) van het corresponderende aandrijflichaam (4) dankzij de corresponderende schroefdraden (11) overeenkomstig op of neer verplaatst ten opzichte van deze koppelstang (9). In plaats van het aangrijpelement (12) of bijkomend aan dit aangrijpelement (12) kunnen ook aandrijfmiddelen voorzien worden waarmee deze koppelstang (9) automatisch verdraaid kan worden.
Wanneer de verschillende hevelhouders (2) met behulp van hun koppelstang (9) op een gewenste hoogte ingesteld zijn ten opzichte van het corresponderende aandrijflichaam (4), dan kunnen deze per drie onderling vastgezet worden met behulp van een vastzetbout (19), zoals afgebeeld is in figuur 8. Door deze onderling vast te zetten worden ongewenste uitwijking en van de hevelhouders (2) beperkt. Hiertoe is het bevestigingselement (18) van elke hevelhouder (2) voorzien van een zieh volgens de hoogterichting langgerekte sleuf (22). Wanneer de ingestelde hoogte van de drie aangrenzende hevelhouders (2) ten opzichte van elkaar afwijkt, kan deze vastzetbout (19) bij de verschillende hevelhouders (2) op een overeenkomstige afwijkende positie in deze sleuf (22) worden aangebracht. Wanneer de positie van de hevelhouders (2) aangepast dient te worden, dient men eerst deze vastzetbout (19) los te maken vooraleer de corresponderende koppelstang (en) (9) te verdraaien en daarna deze vastzetbout (19) terug te bevestigen.
BE2017/5018
Ter hoogte van de bevestigingselementen (13a) en (13b) kan er nog een extra borgingselement voorzien worden om de ingestelde hoogte te borgen.
De afgebeelde hevelhouders (2) zijn naast de reeds genoemde bevestigingselementen 5 (18) ervan verder voorzien van een houderframe (17) en een heveldrager (16).
Het houderframe (17) zorgt mee voor de nodige stevigheid van de hevelhouder (2). Dit houderframe (17) is aan de zijde van de hevelhouder (2) weg van het aandrijflichaam (4) voorzien van een neus (20) met een zodanige lengte dat aangrenzende hevelhouders (2), die een afwijkende op- en neerbeweging maken, gedurende hun volledige op- en neerbeweging naast elkaar opgesteld blijven. In figuur 2 is bijvoorbeeld duidelijk te zien dat de bovenste derde hevelhouder (2) van rechts gezien in zijn hier afgebeelde hoogste stand dankzij deze neus (20) nog steeds naast de bovenste vierde hevelhouder (2) is opgesteld van rechts gezien, die zieh in zijn laagste stand bevindt.
De heveldrager (16) is balkvormig uitgevoerd en de corresponderende hevels (3) zijn zijdelings verplaatsbaar met een lusje omheen deze heveldrager (16) bevestigd. De gaten in de afgebeelde heveldrager (16) zijn louter voorzien omwille van gewichtsbesparing.
In figuur 9 is te zien hoe de afgebeelde zelfkantinrichting (1) volgens deze uitvinding in een dubbelstukweefmachine met drie grijpers ingebouwd kan worden. De zelfkantinrichting (1) is hier opgesteld tussen de bovenbouw (23) waarop de Jacquard wordt opgesteld en de positie waar de bindingen worden gevormd, ter hoogte van de afgebeelde grijperstangen (24), naast het harnas van de Jacquard en in de ruimte gevormd tussen de achterste positie van het weefriet en de weeframen.
BE2017/5018

Claims (10)

CONCLUSIES
1. Zelfkantinrichting (1), omvattende minstens twee paar hevelhouders (2) voor het met elk paar hevelhouders (2) aan weerszijden houden van hevels (3), een aandrijfinrichting voor het volgens op- en neergaande bewegingen aandrijven van de twee paar hevelhouders (2), waarbij de aandrijfinrichting minstens twee aandrijflichamen (4) omvat en elk paar hevelhouders (2) aan een genoemd aandrijflichaam (4) is bevestigd, met het kenmerk dat de hevelhouders (2) van minstens één paar hevelhouders (2) ten opzichte van het corresponderende aandrijflichaam (4) in hoogte instelbaar bevestigd zijn aan dit corresponderende aandrijflichaam (4).
2. Zelfkantinrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de aandrijfinrichting minstens één motor (5) omvat, een door de motor (5) aangedreven aandrijfas (6) en per genoemd aandrijflichaam (4) een aan de aandrijfas (6) bevestigde aandrijfarm (7) en een aandrijfstang (8) die aan zijn ene uiteinde scharnierend is verbonden aan de aandrijfarm (7) en aan zijn andere uiteinde scharnierend is verbonden aan het corresponderende aandrijflichaam (4).
3. Zelfkantinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zelfkantinrichting (1) voorzien is voor het voor meerdere inslaginbrengsystemen van een dubbelstukweefmachine vormen van een gaap en hiertoe per inslaginbrengsysteem meerdere paren hevelhouders (2) omvat en dat paren hevelhouders (2) die hiertoe volgens een zelfde op- en neerbeweging aandrijfbaar zijn, aangrenzend aan elkaar zijn opgesteld.
4. Zelfkantinrichting (1) volgens conclusie 3, met het kenmerk dat de aangrenzende hevelhouders (2) van de paren hevelhouders (2) die volgens
BE2017/5018 een zelfde op- en neerbeweging aandrijfbaar zijn en die aangrenzend aan elkaar zijn opgesteld, ten opzichte van elkaar zijn vastgezet.
5 15. Weefmachine volgens conclusie 14, met het kenmerk dat de weefmachine een
Jacquardweefmachine is, omvattende een Jacquard, die boven een te vormen weefsel is opgesteld, waarbij de zelfkantinrichting (1) tussen de Jacquard en het te vormen weefsel is opgesteld.
5. Zelfkantinrichting (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat de hevelhouders (2) die ten opzichte van elkaar zijn vastgezet, hiertoe losmaakbaar gekoppeld zijn.
6. Zelfkantinrichting (1) volgens één van de conclusies 3 tot 5, met het kenmerk dat de paren hevelhouders (2) die volgens een zelfde op- en neerbeweging aandrijfbaar zijn en die aangrenzend aan elkaar zijn opgesteld, aan een zelfde aandrijflichaam (4) zijn bevestigd.
7. Zelfkantinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elk paar hevelhouders (2) onderling gekoppeld is met behulp van een koppelelement (9).
8. Zelfkantinrichting (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk dat ofwel het koppelelement (9) met behulp van schroefdraad (11) in hoogte verstelbaar bevestigd is aan het corresponderende aandrijflichaam (4), de corresponderende hevelhouders (2) ten opzichte van dit koppelelement (9) in hoogte geborgd aangebracht zijn en dit koppelelement ten opzichte van de hevelhouders (2) vrij roteerbaar is, ofwel de hevelhouders (2) met behulp van schroefdraad in hoogte verstelbaar bevestigd zijn aan het koppelelement (9), het corresponderende aandrijflichaam (4) ten opzichte van dit koppelelement (9) in hoogte geborgd is en dit koppelelement ten opzichte van het aandrijflichaam (4) vrij roteerbaar is.
9. Zelfkantinrichting (1) volgens conclusie 8, met het kenmerk dat het koppelelement (9) stangvormig is uitgevoerd en ofwel voorzien is van minstens twee plaatselijke diameterverminderingen (10) waar een corresponderende hevelhouder (2) in hoogte geborgd aangebracht is zodat het
BE2017/5018 koppelelement (9) vrij roteerbaar is ten opzichte van de hevelhouder (2) en voorzien is van minstens één plaatselijke uitwendige schroefdraad (11), waarin corresponderende inwendige schroefdraad van het aandrijflichaam (4) aangrijpt, ofwel op minstens twee plaatsen voorzien is van een plaatselijke uitwendige schroefdraad, waarin corresponderende inwendige schroefdraad van een corresponderende hevelhouder (2) aangrijpt en waarbij het aandrijflichaam (4) in hoogte geborgd aangebracht is zodat het koppelelement (9) vrij roteerbaar aangebracht is ten opzichte van het aandrijflichaam (4).
10. Zelfkantinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de zelfkantinrichting (2) aandrijfmiddelen omvat voor het automatisch insteiien van de hoogte van de in hoogte instelbare hevelhouders (2).
11. Zelfkantinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke hevelhouder (2) een balkvormige heveldrager (16) omvat, waarover de corresponderende hevels (3) zijdelings verplaatsbaar aanbrengbaar zijn.
12. Zelfkantinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat elke hevelhouder (2) aan zijn zijde weg van het corresponderende aandrijflichaam (4) voorzien is van een neus (20) met een zodanige lengte dat aangrenzende hevelhouders (2), die een afwijkende open neerbeweging maken, gedurende hun volledige op- en neerbeweging naast elkaar opgesteld blijven.
13. Zelfkantinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde aandrijflichamen (4) voorzien zijn van geleidingselementen (14) en de zelfkantinrichting (1) zieh in hoogte uitstrekkende geleiders (15) omvat voor het geleiden van de geleidingselementen (14) tijdens de op- en neerbewegingen.
BE2017/5018
14. Weefmachine omvattende een zelfkantinrichting (1), met het kenmerk dat de zelfkantinrichting (1) een zelfkantinrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies is.
10 16. Weefmachine volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk dat de weefmachine een dubbelstukweefmachine is.
BE2017/5018
EÎSJ.
BE2017/5018
BE2017/5018A 2017-01-13 2017-01-13 Zelfkantinrichting BE1024912B1 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5018A BE1024912B1 (nl) 2017-01-13 2017-01-13 Zelfkantinrichting
EP18703359.2A EP3568512B1 (en) 2017-01-13 2018-01-09 Selvedge device
PCT/IB2018/050121 WO2018130933A1 (en) 2017-01-13 2018-01-09 Selvedge device
US16/478,014 US10988867B2 (en) 2017-01-13 2018-01-09 Selvedge device
CN201880006282.2A CN110168156B (zh) 2017-01-13 2018-01-09 织边装置

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2017/5018A BE1024912B1 (nl) 2017-01-13 2017-01-13 Zelfkantinrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024912A1 BE1024912A1 (nl) 2018-08-09
BE1024912B1 true BE1024912B1 (nl) 2018-08-16

Family

ID=57962959

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2017/5018A BE1024912B1 (nl) 2017-01-13 2017-01-13 Zelfkantinrichting

Country Status (5)

Country Link
US (1) US10988867B2 (nl)
EP (1) EP3568512B1 (nl)
CN (1) CN110168156B (nl)
BE (1) BE1024912B1 (nl)
WO (1) WO2018130933A1 (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE1024912B1 (nl) * 2017-01-13 2018-08-16 VAN DE WIELE Michel NV Zelfkantinrichting
JP2022173636A (ja) * 2021-05-10 2022-11-22 津田駒工業株式会社 織機の耳糸開口装置

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1731640A2 (en) * 2005-06-06 2006-12-13 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Selvage device
CN203625580U (zh) * 2013-12-07 2014-06-04 广东丰凯机械股份有限公司 剑杆绞边器

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1524398A (en) * 1923-06-21 1925-01-27 Joseph Wild & Company Loom
US2152592A (en) * 1937-02-15 1939-03-28 Bigelow Sanford Carpet Co Inc Pile fabric loom
US2145715A (en) * 1938-01-21 1939-01-31 Naumkeag Steam Cotton Company Bedsheet
US2986175A (en) * 1959-03-12 1961-05-30 Lees & Sons Co James Method of weaving axminster fabric
US2985197A (en) * 1959-03-12 1961-05-23 Lees & Sons Co James Pile fabric loom
FR1288942A (fr) * 1961-02-14 1962-03-30 Alsacienne Constr Meca Dispositif de formation d'une fausse lisière sur métier à tisser sans navette
GB8723850D0 (en) * 1987-10-10 1987-11-11 Eltex Of Sweden Ltd Warp thread control
FR2685014B1 (fr) * 1991-12-11 1994-04-01 Staubli Ets Mecanisme jacquard pour la realisation de motifs sur les lisieres des tissus en cours de tissage.
BE1009375A6 (nl) 1995-05-29 1997-02-04 Picanol Nv Kanteninrichting voor weefmachines.
DE59905063D1 (de) * 1998-12-09 2003-05-22 Sultex Ag Rueti Einrichtung zum gesteuerten Bewegen eines Kettfadens
BE1014134A3 (nl) * 2001-04-20 2003-05-06 Wiele Michel Van De Nv Inrichting voor het bevestigen van tempels op een dubbelstukweefmachine.
BE1016217A5 (nl) * 2004-09-28 2006-05-02 Wiele Michel Van De Nv Gaapvormingsinrichting en weefmachine voorzien van dergelijke gaapvormingsinrichting.
JP4584318B2 (ja) * 2004-12-31 2010-11-17 リンダウェル、ドルニエ、ゲゼルシャフト、ミット、ベシュレンクテル、ハフツング からみ織物並びにからみ織物の製織法および機械織機
ATE462030T1 (de) * 2005-11-04 2010-04-15 Promatech Spa Kettfädenwebvorrichtung zur webkantenbildung in webmaschinen
BE1017768A3 (fr) 2007-09-26 2009-06-02 Toyota Jidoshokki Kk Dispositif de formation de la foule en utilisant des fils de lisiere dans un metier a tisser.
JP2010100974A (ja) * 2008-10-27 2010-05-06 Tsudakoma Corp 織機のキャッチコード開口装置
JP2014015699A (ja) * 2012-06-12 2014-01-30 Tsudakoma Corp 織機の耳形成装置
JP6344411B2 (ja) * 2016-02-25 2018-06-20 株式会社豊田自動織機 織機における経糸開口装置
BE1024912B1 (nl) * 2017-01-13 2018-08-16 VAN DE WIELE Michel NV Zelfkantinrichting
FR3093113B1 (fr) * 2019-02-22 2021-01-29 Bertheas & Cie Tissu biface plat a propriétés élastique a propriétés agrippantes

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP1731640A2 (en) * 2005-06-06 2006-12-13 Tsudakoma Kogyo Kabushiki Kaisha Selvage device
CN203625580U (zh) * 2013-12-07 2014-06-04 广东丰凯机械股份有限公司 剑杆绞边器

Also Published As

Publication number Publication date
US20190368081A1 (en) 2019-12-05
EP3568512A1 (en) 2019-11-20
CN110168156B (zh) 2021-11-30
WO2018130933A1 (en) 2018-07-19
CN110168156A (zh) 2019-08-23
US10988867B2 (en) 2021-04-27
EP3568512B1 (en) 2021-10-06
BE1024912A1 (nl) 2018-08-09

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1024912B1 (nl) Zelfkantinrichting
CZ283439B6 (cs) Zařízení k ovládání osnovních nití pro výrobu perlinkových tkanin na tkacím stroji
US8800606B2 (en) Weaving finishing device
US4614210A (en) Leno device for weaving machines and weaving machines equipped with such a leno device
EP1920094B1 (en) Method and device for forming a leno fabric on a weaving machine
CA2079087A1 (en) Apparatus for driving warp threads
ATE356236T1 (de) Nadelwebmaschine mit automatischem wechsel des schussfadens
BE1004954A3 (nl) Inrichting voor het aandrijven van een randdradenmechanisme bij weefmachines.
US3593752A (en) Loom
BE1004414A3 (nl) Weefmachine voor kelim- en gobelinweefsels en dergelijke weefsels met een dergelijke weefmachine vervaardigd.
EP3112510B1 (en) Process for weaving superimposed ribbons which are stitched to each other and a loom operating according to that process
BE1013285A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het steunen van een schaar kettingdraden bij een weefmachine.
EP1302580B1 (en) Device for supporting the temple and associated cover in a terry cloth loom with movable bench
BE1010133A3 (nl) Gaapvormingsinrichting voor een textielmachine.
BE1000443A4 (nl) Inrichting voor het vormen van een zelfkant, respektievelijk zelfkanten, aan weefsels.
BE1024029B1 (nl) Gaapvormingsmodule voor een weefinrichting
US7451788B2 (en) Apparatus and method for weaving leno fabric
ES2336557T3 (es) Dispositivo de apertura de sujetador accionado por un motor mejorado.
BE1016428A6 (nl) Aandrijfsysteem voor een gaapvormingselement.
EP3751037B1 (en) Air-jet weaving machine for producing leno fabrics
CZ20004615A3 (cs) Zařízení k výrobě tkanin v perlinkové vazbě na tkacím stroji
BE1024545B1 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vangen en strekken van inslagdraden
US654077A (en) Harness-frame-operating device for looms.
CZ10761U1 (cs) Zařízení k výrobě tkanin v perlinkové vazbě na tkacím stroji
US887999A (en) Apparatus for crimping and gathering the ends of tubular fabrics.

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20180816

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230131