BE1024029B1 - Gaapvormingsmodule voor een weefinrichting - Google Patents

Gaapvormingsmodule voor een weefinrichting Download PDF

Info

Publication number
BE1024029B1
BE1024029B1 BE2016/5242A BE201605242A BE1024029B1 BE 1024029 B1 BE1024029 B1 BE 1024029B1 BE 2016/5242 A BE2016/5242 A BE 2016/5242A BE 201605242 A BE201605242 A BE 201605242A BE 1024029 B1 BE1024029 B1 BE 1024029B1
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
shed
rod
forming module
transmission mechanism
lever
Prior art date
Application number
BE2016/5242A
Other languages
English (en)
Other versions
BE1024029A1 (nl
Inventor
Bram Vanderjeugt
Matthew Theobald
Original Assignee
Nv Michel Van De Wiele
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nv Michel Van De Wiele filed Critical Nv Michel Van De Wiele
Priority to BE2016/5242A priority Critical patent/BE1024029B1/nl
Priority to CN201780020951.7A priority patent/CN109072500B/zh
Priority to PCT/IB2017/052049 priority patent/WO2017175204A1/en
Priority to ES17722875T priority patent/ES2886623T3/es
Priority to KR1020187031579A priority patent/KR102402821B1/ko
Priority to EP17722875.6A priority patent/EP3440247B1/en
Priority to PT177228756T priority patent/PT3440247T/pt
Publication of BE1024029A1 publication Critical patent/BE1024029A1/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1024029B1 publication Critical patent/BE1024029B1/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03CSHEDDING MECHANISMS; PATTERN CARDS OR CHAINS; PUNCHING OF CARDS; DESIGNING PATTERNS
    • D03C3/00Jacquards
    • D03C3/24Features common to jacquards of different types
    • D03C3/32Jacquard driving mechanisms
    • D03C3/36Griffe operating mechanisms

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)

Abstract

Gaapvormingsmodule (1) voor het selectief bewegen van gaapvormingselementen met behulp van hefelementen, waarbij meerdere gaapvormingselementen zich, bij projectie op een vlak loodrecht op hun bewegingsrichting, naast elkaar bevinden in een eerste richting en in een tweede richting, loodrecht op de eerste richting, omvattende een aandrijf- en overbrengingsmechanisme, waarbij het aandrijfmechanisme (16) geen deel uitmaakt van het overbrengingsmechanisme (12, 13) en dat de hefelementen via een eerste (12) en tweede (13) overbrengingsmechanisme zodanig gekoppeld zijn met het aandrijfmechanisme (16) dat het bewegingsprofiel en de bewegingsamplitude ervan instelbaar is via het aandrijfmechanisme (16).

Description

GAAPVORMINGSMODULE VOOR EEN WEEFINRICHTING
Deze uitvinding betreft een gaapvormingsmodule voor het selectief bewegen van gaapvormingselementen met behulp van hefelementen, waarbij meerdere gaapvormingselementen zich, bij projectie op een vlak loodrecht op hun bewegingsrichting, naast elkaar bevinden in een eerste richting en in een tweede richting, loodrecht op de eerste richting, waarbij de gaapvormingsmodule de componenten omvat zoals omschreven in de aanhef van de eerste conclusie. Een dergelijke module wordt meer bepaald gebruikt in twee- of meer standen opengaap j acquardmachines.
Deze uitvinding betreft verder een weefmachine voorzien van een dergelijke gaapvormingsmodule of een jacquardmachine voorzien van een dergelijke gaapvormingsmodule.
Gedurende het weven van een weefsel op een weefmachine worden de kettingdraden gedurende de opeenvolgende weefcycli gepositioneerd ten opzichte van het niveau waarop in elke cyclus een inslagdraad wordt ingebracht. De posities van de kettingdraden in de opeenvolgende weefcycli worden hierbij zodanig bepaald dat het weefprocedé een weefsel met een vooraf bepaald weefpatroon oplevert. Deze positionering van kettingdraden ten opzichte van het inslaginbrengniveau op een weefmachine, de gaapvorming genoemd, wordt automatisch gerealiseerd door middel van een gaapvormingsinrichting of gaapvormingsmodule.
De gekende gaapvormingsinrichting omvat één of meerdere selectiesystemen die voorzien zijn om één of meerdere haken al dan niet te selecteren. Een haak wordt selectief al dan niet meegenomen door een in verticale richting verplaatsbaar hefelement, dat deel uitmaakt van een stel hefelementen bestaande uit minstens twee hefelementen, die per twee in tegenfase op en neer bewegen. Deze hefelementen (messen) worden tot een op en neergaande beweging, onderling in tegenfase, aangedreven volgens een instelbare amplitude via heffingsmiddelen, zoals bijvoorbeeld messenroosters. Een gaapvormingsinrichting omvat minstens twee sets op en neer bewegende messenroosters, bijvoorbeeld aan twee tegenoverstaande zijden van de gaapvormingsinrichting.
Voor de aandrijving van de beweging van deze messenroosters zijn er reeds tal van mechanismen beschreven. Zo beschrijft de Europese octrooipublicatie EP 1 705 272 op naam van de huidige aanvrager, een jacquardinrichting zoals voorgesteld in figuur 1, omvattende aan twee tegenoverstaande zijden van de jacquardinrichting minstens twee sets in tegenfase op en neer bewegende messenroosters. Voor het aandrijven van de beweging van de messenroosters aan beide zijden van de jacquardinrichting, is minstens één aandrijfhefboom voorzien die aangedreven wordt door een enkelzijdige aandrijving. Om de beweging van de aandrijfzijde over te zetten naar de zijde zonder aandrijving, wordt er een doorgaande schommelende as voorzien die de beweging van de aandrijfhefboom overzet. Om de messenroosters de op- en neergaande beweging in tegenfase te laten uitvoeren omvat de inrichting twee (gezien volgens kettingrichting) naast elkaar geplaatste schommelhefbomen (41a, 41b; 42a,42b).
Een ander mechanisme wordt beschreven in EP 0 297 586, de in deze publicatie beschreven jacquardinrichting omvat minstens twee sets in tegenfase op en neer beweegbare messen, waarbij de uiteinden van de in tegenfase op en neer beweegbare messen verbonden zijn met een verschillende oscillerende as.
De hierboven beschreven systemen hebben echter het nadeel dat de bewegingsamplitude van de hefelementen in principe een vaste instelling is; wenst men deze te veranderen; dan dient men op verschillende plaatsen (minstens drie) in het systeem dat instaat voor het overbrengen van de beweging aanpassingen uit te voeren zonder daarbij ongewenste bewegingsafwijkingen en/of bewegingsverschillen te genereren, wat op zich een arbeidsintensief werk is en heel wat tijdverlies tot gevolg heeft.
Deze uitvinding heeft daarom tot doel een gaapvormingsmodule te verschaffen die toelaat de instelling van de bewegingsamplitude eenvoudiger en eenduidiger aan te passen.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een gaapvormingsmodule voor het selectief bewegen van gaapvormingselementen met behulp van hefelementen, waarbij meerdere gaapvormingselementen zich, bij projectie op een vlak loodrecht op hun bewegingsrichting, naast elkaar bevinden in een eerste richting en in een tweede richting, loodrecht op de eerste richting, en omvattende: • minstens twee sets in tegenfase op en neer beweegbare hefelementen; • gaapvormingselementen die selectief meebewegen met de minstens twee sets hefelementen; • minstens vier schommelhefbomen die voorzien zijn om de hefelementen in fase en tegenfase volgens een instelbare bewegingsamplitude op en neer te bewegen; • een met de hefelementen verbonden eerste en tweede overbrengingsmechanisme, - die elk minstens twee genoemde schommelhefbomen omvatten die zich naast elkaar bevinden in de eerste richting en - die verder elk een verbindingsmechanisme omvatten dat de schommelhefbomen per overbrengingsmechanisme met elkaar verbindt zodat deze schommelhefbomen dezelfde, nagenoeg dezelfde of een zeer gelijkaardige bewegingsamplitude hebben en - die elk bestaan uit de componenten die de beweging van één van de minstens twee genoemde schommelhefbomen naar de andere overbrengen, - waarbij het eerste en tweede overbrengingsmechanisme zich naast elkaar bevinden in de tweede richting; • een met het eerste en tweede overbrengingsmechanisme verbonden aandrij fmechanisme, waarbij het aandrijfmechanisme geen deel uitmaakt van het overbrengingsmechanisme en waarbij de hefelementen via het eerste en tweede overbrengingsmechanisme zodanig gekoppeld zijn met het aandrijfmechanisme dat het bewegingsprofiel en de bewegingsamplitude van de hefelementen instelbaar is via het aandrijfmechanisme.
Een dergelijke gaapvormingsmodule heeft het grote voordeel dat de volledige instelling van de grootte van de bewegingsamplitude van de hefelementen kan gebeuren via het aandrijfmechanisme, zodat men zonder al teveel tijdverlies deze amplitude van de hefelementen kan gaan aanpassen zonder ongewenste bewegingsafwijkingen en/of bewegingsverschillen te genereren.
Afhankelijk van de opstelling kan de eerste richting de richting zijn die overeenkomt met de inslagrichting of de richting zijn die overeenkomt met de kettingrichting. Bij voorkeur is de eerste richting de inslagrichting en is de tweede richting de kettingrichting.
In een voorkeurdragende uitvoering van de gaapvormingsmodule volgens deze uitvinding omvat het aandrijfmechanisme minstens twee instelmiddelen die elk met een verschillend overbrengingsmechanisme verbonden zijn en die elk voorzien zijn om de bewegingsamplitude van het bijhorende overbrengingsmechanisme onafhankelijk in te stellen en die samen de bewegingsamplitude van alle gaapvormingselementen zodanig bepalen dat de bewegingsamplitude van alle gaapvormingselementen in de eerste richting gelijk is en de bewegingsamplitude van alle gaapvormingselementen lineair verandert volgens de tweede richting. Bij voorkeur omvat het aandrijfmechanisme een eerste en een tweede instelmiddel die voorzien zijn om gekoppeld te worden met respectievelijk het eerste en tweede overbrengingsmechanisme. Via deze twee instelmiddelen is de bewegingsamplitude van de volledige gaapvormingsmodule instelbaar. In het bijzonder wordt de bewegingsamplitude van elke schommelhefboom eenduidig bepaald door de bewegingsamplitude van het ermee verbonden overbrengingsmechanisme.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule overeenkomstig de uitvinding omvat het aandrijfmechanisme een eerste en een tweede aandrijfbaar en instelbaar vierstangenmechanisme, waarbij het eerste vierstangenmechanisme voorzien is om een schommelhefboom van het eerste overbrengingsmechanisme aan te drijven en het tweede vierstangenmechanisme voorzien is om een schommelhefboom van het tweede overbrengingsmechanisme aan te drijven. Bij voorkeur omvat het aandrijfmechanisme een hoofdaandrijfas, waarbij het eerste en tweede vierstangenmechanisme mechanisch gekoppeld zijn met deze hoofdaandrijfas.
Voor de instelling van de amplitude van de hefelementen omvat elk vierstangenmechanisme in een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule volgens deze uitvinding, een instelmiddel. Voor alle duidelijkheid zal het eerste vierstangenmechanisme voorzien zijn van een eerste instelmiddel, terwijl het tweede vierstangenmechanisme zal voorzien zijn van een tweede instelmiddel. Bij voorkeur is het instelmiddel uitgevoerd als een stang uit het vierstangenmechanisme met een gleuf waarin een andere stang van het betreffende vierstangenmechanisme verplaatsbaar is voor instelling van de amplitude of is het instelmiddel uitgevoerd als een stang van het vierstangenmechanisme met aantal verschillende koppelingspunten waaraan een andere stang van het vierstangenmechanisme koppelbaar is voor instelling van de amplitude. Door het bevestigingspunt van de betreffende stang van het vierstangenmechanisme te verplaatsen in de gleuf of te koppelen aan een ander bevestigingspunt verandert het vierstangenmechanisme van vorm en wordt bijgevolg de overbrenging van de beweging van de ene stang naar de andere stang gewijzigd.
Volgens een eerste bijzondere uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule overeenkomstig deze uitvinding omvat de gaapvormingsmodule aan twee tegenoverstaande zijden van de module in de eerste richting twee in tegenfase op en neer beweegbare heffingsmiddelen voor het op en neer bewegen van de hefelementen, en is elke schommelhefboom telkens via twee in tegenfase op en neer beweegbare verbindingsstangen verbonden met deze heffingsmiddelen. Bij voorkeur omvat elke schommelhefboom hiertoe een eerste en tweede hefboomarm die elk voorzien zijn om met het ene uiteinde van één van de twee verbindingsstangen verbonden te worden.
De heffmgsmiddelen, bij voorkeur messenroosters, zijn voorzien aan elke zijde van de gaapvormingsmodule, zodat zowel links als rechts (gezien vanuit het standpunt van de wever die kijkt in de richting van de aangevoerde kettinggarens) in de gaapvormingsmodule twee in tegenfase op en neer bewegende messenroosters aanwezig zijn. In een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule omvat het eerste overbrengingsmechanisme een eerste en tweede schommelhefboom, omvat het tweede overbrengingsmechanisme een derde en vierde schommelhefboom, waarbij de eerste en derde schommelhefboom voorzien zijn voor het in tegenfase op en neer bewegen van de heffmgsmiddelen aan de ene zijde van de module, de tweede en vierde schommelhefboom voorzien zijn voor het in tegenfase op en neer bewegen van de heffmgsmiddelen aan de andere zijde van de module, en waarbij het eerste vierstangenmechanisme voorzien is om de eerste schommelhefboom via een eerste drijfstang aan te drijven en het tweede vierstangenmechanisme voorzien is om de derde schommelhefboom via een tweede drijfstang aan te drijven.
Bij voorkeur omvat het verbindingsmechanisme van het eerste overbrengingsmechanisme een met respectievelijk de eerste en tweede schommelhefboom verbonden vijfde en zesde schommelhefboom die onderling via een verbindingsstang met elkaar verbonden zijn, en omvat het verbindingsmechanisme van het tweede overbrengingsmechanisme een met respectievelijk de derde en vierde schommelhefboom verbonden zevende en achtste schommelhefboom die onderling via een verbindingsstang met elkaar verbonden zijn.
In het bijzonder wordt het eerste vierstangenmechanisme gevormd door het eerste instelmiddel, de eerste drijfstang en de vijfde schommelhefboom en wordt het tweede vierstangenmechanisme gevormd door het tweede instelmiddel, de tweede drijfstang en de zevende schommelhefboom.
Bij een tweede, meer specifieke uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule volgens deze uitvinding drijft het eerste en tweede vierstangenmechanisme respectievelijk een eerste en tweede schommelbare as aan. De schommelbare as wordt in een voorkeursuitvoering onderverdeeld in twee delen. Een eerste deel is verbonden met het eerste of tweede vierstangenmechanisme en is voorzien om de beweging op te leggen. Dit deel maakt deel uit van het aandrijfmechanisme. Verder omvat de schommelbare as een tweede deel, dat zich uitstrekt ter hoogte van de gaapvormingselementen. Dit tweede deel maakt deel uit van het verbindingsmechanisme dat de schommelhefbomen per overbrengingsmechanisme met elkaar verbindt en maakt aldus in deze functie deel uit van het overbrengingsmechanisme.
Bij voorkeur omvat elke schommelbare as een aantal naast elkaar geplaatste schommelhefbomen en is elke schommelhefboom telkens via twee in tegenfase op en neer beweegbare verbindingsstangen al dan niet rechtstreeks verbonden met de hefelementen. De hefelementen zijn bij voorkeur messen.
Een ander onderwerp van deze uitvinding betreft een jacquardmachine voorzien van een gaapvormingsmodule volgens de uitvinding zoals hierboven omschreven. De jacquardmachine is bij voorkeur een twee- of meer standen opengaap jacquardmachine.
Deze uitvinding heeft verder betrekking op een weefmachine voorzien van een gaapvormingsmodule volgens de uitvinding zoals hierboven omschreven. De weefmachine omvat bij voorkeur een jacquardmachine volgens de uitvinding.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een aantal mogelijke uitvoeringsvormen van de gaapvormingsmodule volgens de uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend een verduidelijkend voorbeeld te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus geenszins geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij: figuur 1: een voorstelling is van een gaapvormingsmodule zoals beschreven in EP 1705272; figuur 2: een schematische voorstelling is van een eerste uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule overeenkomstig deze uitvinding waarbij de module twee sets in tegenfase op en neer beweegbare hefelementen omvat en waarbij de aandrijfmiddelen van het aandrijfmechanisme gevormd worden door een aandrijfbaar en instelbaar vierstangenmechanisme; figuur 3: een schematische voorstelling is van een de eerste uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule overeenkomstig deze uitvinding waarbij de module een aantal sets in tegenfase op en neer beweegbare hefelementen omvat; figuur 4: een schematische voorstelling is van een tweede uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule overeenkomstig deze uitvinding waarbij de module twee sets in tegenfase op en neer beweegbare hefelementen omvat en waarbij de aandrijfmiddelen van het aandrijfmechanisme ontworpen zijn voor het aandrijven van twee schommelende assen; figuur 5: een schematische voorstelling is van een de tweede uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule overeenkomstig deze uitvinding waarbij de module een aantal sets in tegenfase op en neer beweegbare hefelementen omvat.
De gaapvormingsmodule (1) overeenkomstig deze uitvinding is uitgerust voor het selectief bewegen van gaapvormingselementen met behulp van hefelementen, bij voorkeur in de vorm van messen. De gaapvormingselementen bevinden zich, bij projectie op een vlak loodrecht op hun bewegingsrichting, naast elkaar in een eerste richting en in een tweede richting, loodrecht op de eerste richting. In de afgebeelde figuren is de eerste richting de inslagrichting en de tweede richting de kettingrichting. Vanzelfsprekend kan bij een andere uitvoering of andere opstellingen van de module (1) de eerste richting de kettingrichting zijn en de tweede richting de inslagrichting zijn.
De gaapvormingsmodule (1) volgens deze uitvinding omvat: • minstens twee sets hefelementen die in tegenfase op en neer beweegbaar zijn; • gaapvormingselementen die selectief meebewegen met de minstens twee sets hefelementen.; • minstens vier schommelhefbomen (4,5; 6,7) die voorzien zijn om de hefelementen in fase en tegenfase volgens een instelbare bewegingsamplitude op en neer te bewegen. Elke schommelhefboom (4,5; 6,7) is telkens via twee in tegenfase op en neer beweegbare verbindingsstangen (19) rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden met de hefelementen; • een met de hefelementen verbonden eerste (12) en tweede (13) overbrengingsmechanisme die elk minstens twee genoemde schommelhefbomen (4,5; 6,7) omvatten die zich naast elkaar bevinden in de eerste richting en die verder elk een verbindingsmechanisme (14, 15) omvatten dat de schommelhefbomen (4,5; 6,7) per overbrengingsmechanisme (12, 13) met elkaar verbindt zodat deze schommelhefbomen (4,5; 6,7) nagenoeg dezelfde bewegingsamplitude hebben en die elk bestaan uit de componenten die de beweging van één van de minstens twee genoemde schommelhefbomen naar de andere overbrengen, waarbij het eerste (12) en tweede (13) overbrengingsmechanisme zich naast elkaar bevinden in de tweede richting; • een met het eerste (12) en tweede (13) overbrengingsmechanisme verbonden aandrijfmechanisme (16).
Binnen het kader van deze uitvinding is het van belang te noteren dat het aandrijfmechanisme (16) geen deel uitmaakt van het overbrengingsmechanisme (12, 13). Vernieuwend aan de gaapvormingsmodule (1) volgens de uitvinding is dat de hefelementen via het eerste (12) en tweede (13) overbrengingsmechanisme zodanig gekoppeld zijn met het aandrijfmechanisme (16) dat het bewegingsprofiel en de bewegingsamplitude van de hefelementen volledig instelbaar is via het aandrijfmechanisme (16). De bewegingsamplitude van de beide overbrengingsmechanismen (12, 13) is instelbaar via een instelmiddel (17, 18) dat deel uitmaakt van het aandrijfmechanisme (16). Het aandrijfmechanisme (16) omvat bijgevolg minstens twee instelmiddelen (17, 18). Via de instelmiddelen (17, 18) is het mogelijk de bewegingsamplitude van het bijhorende overbrengingsmechanisme onafhankelijk in te stellen. Beide instelmiddelen (17, 18) zullen samen de bewegingsamplitude van alle gaapvormingselementen zodanig bepalen dat de bewegingsamplitude van alle gaapvormingselementen in de eerste richting gelijk is en de bewegingsamplitude van alle gaapvormingselementen lineair verandert volgens de tweede richting. Via deze twee instelmiddelen (17, 18) is de bewegingsamplitude van de volledige gaapvormingsmodule instelbaar.
In een eerste uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule (1) overeenkomstig de uitvinding dewelke wordt voorgesteld in figuur 2, worden de hefelementen (26) in tegenfase op en neer bewogen via twee in tegenfase op en neer beweegbare heffingsmiddelen (2, 3) die in de betreffende uitvoeringsvorm uitgevoerd zijn in de vorm van messenroosters, die zich bevinden aan twee tegenoverstaande zijden van de module (1), links en rechts gezien vanuit het standpunt van de wever die kijkt in de richting van de aangevoerde kettinggarens. Om de heffmgsmiddelen (2, 3) in tegenfase op en neer te bewegen is elke schommelhefboom (4,5; 6,7) via twee in tegenfase op en neer beweegbare verbindingsstangen (19) verbonden met de heffmgsmiddelen (2, 3). Hiertoe omvat elke schommelhefboom (4,5; 6,7) een eerste (4a, 5a, 6a, 7a) en tweede (4b, 5b, 6b, 7b) hefboomarm die elk voorzien zijn om met het ene uiteinde van één van de twee verbindingsstangen (19) verbonden te worden.
Het eerste overbrengingsmechanisme (12) bevindt zich aan de voorzijde van de module (1) (gezien vanuit het standpunt van de wever die kijkt in de richting van de aangevoerde kettinggarens) en omvat een eerste (4) en tweede (5) schommelhefboom. Het tweede overbrengingsmechanisme (13) bevindt zich aan de achterzijde van de module (1) en omvat een derde (6) en vierde (7) schommelhefboom. Bij een dergelijke opstelling van de overbrengingsmechanismen (12, 13), en zoals voorgesteld op figuur 2, zal de eerste (4) en derde (6) schommelhefboom voorzien zijn voor het in tegenfase op en neer bewegen van de heffmgsmiddelen (2, 3) aan de rechterzijde van de module (1), en zijn de tweede (5) en vierde (7) schommelhefboom voorzien zijn voor het in tegenfase op en neer bewegen van de heffmgsmiddelen (2, 3) aan de linkerzijde van de module (1).
Het in deze uitvinding toegepast aandrijfmechanisme (16) omvat een eerste en een tweede aandrijfbaar en instelbaar vierstangenmechanisme, waarbij het eerste vierstangenmechanisme voorzien is om een schommelhefboom van het eerste overbrengingsmechanisme (12) aan te drijven en het tweede vierstangenmechanisme voorzien is om een schommelhefboom van het tweede overbrengingsmechanisme (13) aan te drijven. Het aandrijfmechanisme omvat verder een hoofdaandrijfas, waarbij het eerste en het tweede vierstangenmechanisme mechanisch gekoppeld zijn met deze hoofdaandrijfas.
In de in figuur 2 afgebeelde inrichting wordt het eerste vierstangenmechanisme verbonden met de eerste schommelhefboom (4) en wordt het tweede vierstangenmechanisme verbonden met de derde schommelhefboom (6). Doordat de eerste schommelhefboom (4) in verbinding staat met het ene uiteinde van de heffingsmiddelen (2, 3), die opgesteld staan aan de ene zijde, bijv. de rechterzijde (gezien vanuit het standpunt van de wever die kijkt in de richting van de aangevoerde kettinggarens) van de module (1), en doordat de derde schommelhefboom (6) verbonden is met het andere uiteinde van diezelfde heffmgsmiddelen (2, 3), zullen de beide vierstangenmechanismen instaan voor de aandrijving van de beweging van deze heffmgsmiddelen.
Bij de gaapvormingsmodule (1) volgens de uitvinding gebeurt de volledige instelling van de grootte van de bewegingsamplitude van de hefelementen via het aandrijfmechanisme (16), zodat men zonder al teveel tijdverlies deze amplitude van de hefelementen kan gaan aanpassen zonder ongewenste bewegingsafwijkingen en/of bewegingsverschillen te genereren.
Zoals reeds eerder werd aangegeven omvat de in figuur 2 afgebeelde gaapvormingsmodule (1) aan zijn twee tegenoverstaande zijden van de module (1), links en rechts gezien vanuit het standpunt van de wever die kijkt in de richting van de aangevoerde kettinggarens, twee in tegenfase op en neer beweegbare heffingsmiddelen (2, 3) in de vorm van messenroosters. Voor het aandrijven van de beweging van deze messenroosters (2, 3) aan voor - en achterzijde van de module (1), gezien vanuit het standpunt van de wever die kijkt in de richting van de aangevoerde kettinggarens, wordt telkens gebruik gemaakt van een aandrijfbaar en instelbaar vierstangenmechanisme. Het vierstangenmechanisme wordt hierbij aan de voorzijde gevormd door: het eerste instelmiddel (17), een eerste drijfstang (20) en een met de eerste schommelhefboom (4) verbonden vijfde schommelhefboom (8), terwijl het vierstangenmechanisme gelegen aan de achterzijde gevormd wordt door: het tweede instelmiddel (18), een tweede drijfstang (21) en een met de derde schommelhefboom (6) verbonden zevende schommelhefboom (10).
Het eerste (17, 20, 8) en tweede (18, 21, 10) vierstangenmechanisme zullen de beweging initiëren, ze zijn aan hun ene uiteinde mechanisch gekoppeld met een hoofdaandrijfas die wordt aangedreven door een motor. De mechanische koppeling gebeurt via een element (17, 18) die voorzien is van een gleuf waarin de drijfstang (20, 21) wordt vastgezet. In een alternatieve uitvoeringsvorm en zoals voorgesteld op de figuren 2 en 3 kan i.p.v. een gleuf, discrete koppelingspunten voorzien worden waaraan de drijfstang (20, 21) kan gekoppeld worden. Deze twee elementen zullen het eerste en tweede instelmiddel (17, 18) vormen. De amplitude kan gewijzigd worden door de positie van de drijfstang (20, 21) in de gleuf te wijzigen of door de drijfstang (20, 21) tegen een ander koppelingspunt (23) te bevestigen aan het betreffende element (17, 18).
Beide vierstangenmechanismen staan via hun andere uiteinde in verbinding met respectievelijk de eerste (4) en derde (6) schommelhefboom. Om deze verbinding te realiseren omvat het verbindingsmechanisme (14) van het eerste overbrengingsmechanisme (12) een met de eerste schommelhefboom (4) verbonden vijfde schommelhefboom (8) en omvat het verbindingsmechanisme (15) van het tweede overbrengingsmechanisme (13) een met de derde schommelhefboom (6) verbonden zevende schommelhefboom (10). De onderlinge verbinding tussen de eerste (4) en vijfde (8), en tussen de derde (6) en zevende (10) schommelhefboom, kan via een flexibele koppeling gebeuren. Het eerste vierstangenmechanisme is verbonden met de vijfde schommelhefboom (8) en het tweede vierstangenmechanisme is verbonden met de zevende schommelhefboom (10).
Om de beweging naar de andere zijde van de module (1) over te brengen worden de vijfde (8) en zevende (10) schommelhefboom via een verbindingsstang (22) verbonden met respectievelijk een zesde (9) en een achtste (11) schommelhefboom. Hierbij maakt de zesde schommelhefboom (9) deel uit van het verbindingsmechanisme (14) van het eerste overbrengingsmechanisme (12) en maakt de achtste schommelhefboom (11) deel uit van het verbindingsmechanisme (15) van het tweede overbrengingsmechanisme (13).
De in figuur 3 afgebeelde uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule (1) volgens de uitvinding maakt eveneens gebruik van het hierboven beschreven vierstangenmechanisme. Het verschil is echter dat de hefelementen (26) (messen) 90° gedraaid zijn ten opzichte van de in figuur 2 toegepaste opstelling van de hefelementen. Hierdoor zijn er geen messenroosters meer, maar worden de hefelementen (26) via de verbindingsstangen rechtstreeks verbonden met de schommelhefbomen van de overbrengingsmechanismen (12, 13).
In plaats van gebruik te maken van twee instelbare en aandrijfbare vierstangenmechanismen, om de eerste (4) en derde (6) schommelhefboom rechtstreeks aan te drijven kan gebruik gemaakt worden van twee schommelbare assen (24, 25), elk aangedreven door een drijfstang van een verschillend vierstangenmechanisme. Deze uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule (1) wordt voorgesteld in figuren 4 en 5. Hierbij omvat de in figuur 4 afgebeelde gaapvormingsmodule (1) aan zijn twee tegenoverstaande zijden van de module (1), links en rechts gezien vanuit het standpunt van de wever die kijkt in de richting van de aangevoerde kettinggarens, twee in tegenfase op en neer beweegbare heffingsmiddelen (2, 3) in de vorm van messenroosters. Voor het aandrijven van de beweging van deze messenroosters (2, 3) aan voor - en achterzijde van de module (1), gezien vanuit het standpunt van de wever die kijkt in de richting van de aangevoerde kettinggarens, wordt gebruik gemaakt van de betreffende schommelbare assen (24, 25) die via een schommelelement en verbindingsstangen (19) in verbinding staan met de uiteinden van de messenroosters (2, 3).
Ook in de in figuur 5 afgebeelde uitvoeringsvorm van de gaapvormingsmodule (1) volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van twee schommelbare assen. Het verschil is echter dat de hefelementen (26) (messen) 90° gedraaid zijn ten opzichte van de in figuur 4 toegepaste opstelling van de hefelementen. Hierdoor zijn er geen messenroosters meer, maar worden de hefelementen via de verbindingsstangen (19) rechtstreeks verbonden met de schommelhefbomen van de overbrengingsmechanismen (12, 13). In dit geval worden er een aantal schommelhefbomen naast elkaar op de schommelbare as (24, 25) voorzien.
De schommelbare assen (24, 25) zijn onderverdeeld in twee delen, een eerste deel dat verbonden is met het eerste of tweede aandrijfmiddel (20, 21) en dat voorzien is om de beweging te gaan opleggen. Het eerste deel maakt deel uit van het aandrijfmechanisme. Verder omvat elke schommelbare as (24, 25) een tweede deel dat zich uitstrekt ter hoogte van de gaapvormingselementen en het verbindingsmechanisme vormt dat de schommelhefbomen per overbrengingsmechanisme met elkaar verbindt. Het tweede deel van elke schommelbare as maakt in deze functie deel uit van het overbrengingsmechanisme.
De twee vierstangenmechanismen zijn voorzien in een behuizing en zullen de schommelbare assen (24, 25) laten bewegen. De instelling van de amplitude zal gebeuren door met twee instelmiddelen (17, 18) de positie van de stangen in het vierstangenmechanisme te wijzigen. Door een dergelijke positiewijziging zal de rotatiebeweging van de schommelbare assen (24, 25) wijzigen. In de afgebeelde uitvoeringsvormen bevinden de instelmiddelen zich binnen de behuizing. Het is echter perfect mogelijk de instelmiddelen buiten de behuizing te gaan voorzien.

Claims (19)

  1. C O N C L U S I E S
    1. Gaapvormingsmodule (1) voor het selectief bewegen van gaapvormingselementen met behulp van hefelementen, waarbij meerdere gaapvormingselementen zich, bij projectie op een vlak loodrecht op hun bewegingsrichting, naast elkaar bevinden in een eerste richting en in een tweede richting, loodrecht op de eerste richting, omvattende: • minstens twee sets in tegenfase op en neer beweegbare hefelementen; • gaapvormingselementen die selectief meebewegen met de minstens twee sets hefelementen; • minstens vier schommelhefbomen (4,5; 6,7) die voorzien zijn om de hefelementen in fase en tegenfase volgens een instelbare bewegingsamplitude op en neer te bewegen; • een met de hefelementen verbonden eerste (12) en tweede (13) overbrengingsmechanisme, - die elk minstens twee genoemde schommelhefbomen (4,5; 6,7) omvatten die zich naast elkaar bevinden in de eerste richting en - die verder elk een verbindingsmechanisme (14, 15) omvatten dat de schommelhefbomen (4,5; 6,7) per overbrengingsmechanisme (12, 13) met elkaar verbindt zodat deze schommelhefbomen (4,5; 6,7) nagenoeg dezelfde bewegingsamplitude hebben en - die elk bestaan uit de componenten die de beweging van één van de minstens twee genoemde schommelhefbomen naar de andere overbrengen, - waarbij het eerste (12) en tweede (13) overbrengingsmechanisme zich naast elkaar bevinden in de tweede richting; • een met het eerste (12) en tweede (13) overbrengingsmechanisme verbonden aandrij fmechanisme (16), met het kenmerk dat het aandrijfmechanisme (16) geen deel uitmaakt van het overbrengingsmechanisme (12, 13) en dat de hefelementen via het eerste (12) en tweede (13) overbrengingsmechanisme zodanig gekoppeld zijn met het aandrijfmechanisme (16) dat het bewegingsprofiel en de bewegingsamplitude van de hefelementen instelbaar is via het aandrijfmechanisme (16).
  2. 2. Gaapvormingsmodule (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het aandrijfmechanisme (16) minstens twee instelmiddelen (17, 18) omvat die elk met een verschillend overbrengingsmechanisme (12, 13) verbonden zijn en die elk voorzien zijn om de bewegingsamplitude van het bijhorende overbrengingsmechanisme onafhankelijk in te stellen en die samen de bewegingsamplitude van alle gaapvormingselementen zodanig bepalen dat de bewegingsamplitude van alle gaapvormingselementen in de eerste richting gelijk is en de bewegingsamplitude van alle gaapvormingselementen lineair verandert volgens de tweede richting.
  3. 3. Gaapvormingsmodule (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de bewegingsamplitude van elke schommelhefboom (4,5; 6,7) eenduidig bepaald wordt door de bewegingsamplitude van het ermee verbonden overbrengingsmechanisme (12, 13).
  4. 4. Gaapvormingsmodule (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het aandrijfmechanisme (16) een eerste en een tweede aandrijfbaar en instelbaar vierstangenmechanisme omvat, waarbij het eerste vierstangenmechanisme voorzien is om een schommelhefboom van het eerste overbrengingsmechanisme (12) aan te drijven en het tweede vierstangenmechanisme voorzien is om een schommelhefboom van het tweede overbrengingsmechanisme (13) aan te drijven.
  5. 5. Gaapvormingsmodule (1) volgens conclusie 4, met het kenmerk dat het aandrijfmechanisme (16) een hoofdaandrijfas omvat, waarbij het eerste en tweede vierstangenmechanisme mechanisch gekoppeld zijn met deze hoofdaandrijfas.
  6. 6. Gaapvormingsmodule (1) volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk dat elk vierstangenmechanisme een instelmiddel (17, 18) omvat.
  7. 7. Gaapvormingsmodule (1) volgens conclusie 6, met het kenmerk dat het instelmiddel (17, 18) uitgevoerd is als een stang uit het vierstangenmechanisme met een gleuf waarin een andere stang (20, 21) van het betreffende vierstangenmechanisme verplaatsbaar is voor instelling van de amplitude of dat het instelmiddel uitgevoerd is als een stang van het vierstangenmechanisme met aantal verschillende koppelingspunten (23) waaraan een andere stang (20, 21) van het vierstangenmechanisme koppelbaar is voor instelling van de amplitude.
  8. 8. Gaapvormingsmodule (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de gaapvormingsmodule (1) aan twee tegenoverstaande zijden van de module (1) twee in tegenfase op en neer beweegbare heffingsmiddelen (2, 3) omvat voor het op en neer bewegen van de hefelementen (26), en dat elke schommelhefboom (4,5; 6,7) telkens via twee in tegenfase op en neer beweegbare verbindingsstangen (19) verbonden is met deze heffmgsmiddelen (2, 3).
  9. 9. Gaapvormingsmodule volgens conclusies 8, met het kenmerk dat elke schommelhefboom (4, 5, 6, 7) een eerste (4a, 5a, 6a, 7a) en tweede (4b, 5b, 6b, 7b) hefboomarm omvat die elk voorzien is om met het ene uiteinde van één van de twee verbindingsstangen (19) verbonden te worden.
  10. 10. Gaapvormingsmodule (1) volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk dat het eerste overbrengingsmechanisme (12) een eerste (4) en tweede (5) schommelhefboom, het tweede overbrengingsmechanisme (13) een derde (6) en vierde (7) schommelhefboom omvat, dat de eerste (4) en derde (6) schommelhefboom voorzien zijn voor het in tegenfase op en neer bewegen van de heffingsmiddelen (2, 3) aan de ene zijde van de module (1), de tweede (5) en vierde (7) schommelhefboom voorzien zijn voor het in tegenfase op en neer bewegen van de heffingsmiddelen (2, 3) aan de andere zijde van de module (1), en dat het eerste vierstangenmechanisme voorzien is om de eerste schommelhefboom (4) via een eerste drijfstang (20) aan te drijven en het tweede vierstangenmechanisme voorzien is om de derde schommelhefboom (6) via een tweede drijfstang (21) aan te drijven.
  11. 11. Gaapvormingsmodule (1) volgens één van de conclusies 8 t/m 10, met het kenmerk dat het verbindingsmechanisme (14) van het eerste overbrengingsmechanisme (12) een met respectievelijk de eerste (4) en tweede (5) schommelhefboom verbonden vijfde (8) en zesde (9) schommelhefboom omvatten die onderling via een verbindingsstang (22) met elkaar verbonden zijn, en dat verbindingsmechanisme (15) van het tweede overbrengingsmechanisme (13) een met respectievelijk derde (6) en vierde (7) schommelhefboom verbonden zevende (10) en achtste (11) schommelhefboom omvatten die onderling via een verbindingsstang (22) met elkaar verbonden zijn.
  12. 12. Gaapvormingsmodule (1) volgens conclusie 11, met het kenmerk dat het eerste vierstangenmechanisme gevormd wordt door het eerste instelmiddel (17), de eerste drijfstang (20) en de vijfde schommelhefboom (8) en dat het tweede vierstangenmechanisme gevormd wordt door het tweede instelmiddel (18), de tweede drijfstang (21) en de zevende schommelhefboom (10).
  13. 13. Gaapvormingsmodule (1) volgens één van de conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk dat het eerste en tweede vierstangenmechanisme respectievelijk een eerste (24) en tweede (25) schommelbare as aandrijft.
  14. 14. Gaapvormingsmodule (1) volgens conclusie 13, met het kenmerk dat elke schommelbare as een aantal naast elkaar geplaatste schommelhefbomen omvat en dat dat elke schommelhefboom telkens via twee in tegenfase op en neer beweegbare verbindingsstangen (19) verbonden is met de hefelementen.
  15. 15. Gaapvormingsmodule (1) volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk dat het verbindingsmechanisme (14, 15) gevormd wordt door een deel van de schommelbare as (24, 25).
  16. 16. Jacquardmachine voorzien van een gaapvormingsmodule (1) volgens één van de conclusies 1 t/m 15.
  17. 17. Jacquardmachine volgens conclusie 16, met het kenmerk dat de jacquardmachine een twee- of meer standen opengaap jacquardmachine is.
  18. 18. Weefmachine voorzien van een gaapvormingsmodule (1) volgens één van de conclusies 1 t/m 15.
  19. 19. Weefmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk dat de weefmachine een jacquardmachine volgens conclusie 16 of 17 omvat.
BE2016/5242A 2016-04-08 2016-04-08 Gaapvormingsmodule voor een weefinrichting BE1024029B1 (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5242A BE1024029B1 (nl) 2016-04-08 2016-04-08 Gaapvormingsmodule voor een weefinrichting
CN201780020951.7A CN109072500B (zh) 2016-04-08 2017-04-10 用于织造装置的梭口形成模块
PCT/IB2017/052049 WO2017175204A1 (en) 2016-04-08 2017-04-10 Shed-forming module for a weaving device
ES17722875T ES2886623T3 (es) 2016-04-08 2017-04-10 Módulo de formación de calada para un dispositivo de tejer
KR1020187031579A KR102402821B1 (ko) 2016-04-08 2017-04-10 직기용 쉐드 형성 모듈
EP17722875.6A EP3440247B1 (en) 2016-04-08 2017-04-10 Shed-forming module for a weaving device
PT177228756T PT3440247T (pt) 2016-04-08 2017-04-10 Módulo de formação de cala para um dispositivo de tecelagem

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2016/5242A BE1024029B1 (nl) 2016-04-08 2016-04-08 Gaapvormingsmodule voor een weefinrichting

Publications (2)

Publication Number Publication Date
BE1024029A1 BE1024029A1 (nl) 2017-10-31
BE1024029B1 true BE1024029B1 (nl) 2017-11-06

Family

ID=56014731

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2016/5242A BE1024029B1 (nl) 2016-04-08 2016-04-08 Gaapvormingsmodule voor een weefinrichting

Country Status (7)

Country Link
EP (1) EP3440247B1 (nl)
KR (1) KR102402821B1 (nl)
CN (1) CN109072500B (nl)
BE (1) BE1024029B1 (nl)
ES (1) ES2886623T3 (nl)
PT (1) PT3440247T (nl)
WO (1) WO2017175204A1 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN114941194B (zh) * 2022-05-16 2023-08-04 江苏谦尔乐实业有限公司 一种提花织机提花龙头传动装置

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2507486A1 (de) * 1975-01-31 1976-08-05 Sulzer Ag Jacquardmaschine
US20040221911A1 (en) * 2003-05-06 2004-11-11 Staubli Lyon Shed forming device and weaving loom of the jacquard type equipped with such a device
EP1705272A1 (en) * 2005-03-21 2006-09-27 NV Michel van de Wiele Jacquard machine

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3721932A1 (de) 1987-07-02 1989-01-19 Grosse Webereimaschinen Gmbh Doppelhub-offenfach-jacquardmaschine
FR2736939B1 (fr) * 1995-07-18 1997-09-05 Staubli Sa Ets Mecanique jacquard a actionnement par arbres coaxiaux
CN2506662Y (zh) * 2001-10-17 2002-08-21 常熟纺织机械厂有限公司 提花机提刀的传动机构
BE1016486A4 (nl) * 2005-04-08 2006-12-05 Wiele Michel Van De Nv Jacquardinrichting.

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2507486A1 (de) * 1975-01-31 1976-08-05 Sulzer Ag Jacquardmaschine
US20040221911A1 (en) * 2003-05-06 2004-11-11 Staubli Lyon Shed forming device and weaving loom of the jacquard type equipped with such a device
EP1705272A1 (en) * 2005-03-21 2006-09-27 NV Michel van de Wiele Jacquard machine

Also Published As

Publication number Publication date
ES2886623T3 (es) 2021-12-20
PT3440247T (pt) 2021-09-08
CN109072500A (zh) 2018-12-21
KR102402821B1 (ko) 2022-05-26
EP3440247B1 (en) 2021-07-14
KR20180124139A (ko) 2018-11-20
BE1024029A1 (nl) 2017-10-31
WO2017175204A1 (en) 2017-10-12
CN109072500B (zh) 2020-09-22
WO2017175204A4 (en) 2017-11-30
EP3440247A1 (en) 2019-02-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1016559A4 (nl) Jacquardinrichting.
JP4949357B2 (ja) からみ織り生地製造装置
JPH0665847A (ja) ガイド支持バーに個別に可動に装着された糸ガイドを有するたて編機
BE1024029B1 (nl) Gaapvormingsmodule voor een weefinrichting
BE1019517A3 (nl) Gaapvormingsinrichting voor een weefmachine.
EP1920094B1 (en) Method and device for forming a leno fabric on a weaving machine
CN101358408A (zh) 钩编机
RU2359076C2 (ru) Зевообразующее устройство, ткацкий станок, оборудованный таким устройством, и способ образования зева с использованием такого устройства
CN108884605B (zh) 带有创新驱动系统的提花机
EP2135983B1 (en) Method and device for producing fabrics with cut pile with variable pile height
NL8006157A (nl) Inrichting voor het veranderen van de aanslagstand van een riet.
US6328076B1 (en) Thread controlling device with control element supported independently from the lifting device
BE1015098A5 (nl) Gaapvormingsinrichting voor een weefmachine.
BE1024912A1 (nl) Zelfkantinrichting
BE1010133A3 (nl) Gaapvormingsinrichting voor een textielmachine.
US7451788B2 (en) Apparatus and method for weaving leno fabric
BE1016428A6 (nl) Aandrijfsysteem voor een gaapvormingselement.
US625297A (en) Fourths to george d
US844404A (en) Selvage-motion for looms.
US339239A (en) Theodoee a
US1704620A (en) Loom
US441486A (en) Jacquard mechanism for looms
US652984A (en) Loom shedding mechanism.
US770067A (en) Jumper or half-and-return loom-motion.
US50993A (en) Improvement in jacquard apparatus for looms

Legal Events

Date Code Title Description
FG Patent granted

Effective date: 20171106

MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20230430