BE1020395A5 - Verbeterde rooi-inrichting voor het rooien van landbouwgewassen. - Google Patents
Verbeterde rooi-inrichting voor het rooien van landbouwgewassen. Download PDFInfo
- Publication number
- BE1020395A5 BE1020395A5 BE2011/0691A BE201100691A BE1020395A5 BE 1020395 A5 BE1020395 A5 BE 1020395A5 BE 2011/0691 A BE2011/0691 A BE 2011/0691A BE 201100691 A BE201100691 A BE 201100691A BE 1020395 A5 BE1020395 A5 BE 1020395A5
- Authority
- BE
- Belgium
- Prior art keywords
- harvesting
- knives
- knife
- shaft
- bushes
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D25/00—Lifters for beet or like crops
- A01D25/04—Machines with moving or rotating tools
- A01D25/042—Machines with moving or rotating tools with driven tools
- A01D25/046—Machines with moving or rotating tools with driven tools with oscillating tools
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Harvesting Machines For Root Crops (AREA)
Description
VERBETERDE ROOI-INRICHTING VOOR HET ROOIEN VAN LANDBOUWGEWASSEN
Deze uitvinding betreft een rooi-inrichting voorzien voor het rooien van landbouwgewassen, omvattende een met een roteerbare as verbonden eerste en tweede rooimes. Deze uitvinding betreft meer in het bijzonder een inrichting (systeem) voorzien voor het rooien van op ruggen geteelde aardappelen of andere knolgewassen zoals bijv. bieten, wortelen, enz... .
Aardappelen worden op het land in zogenaamde aarderuggen gepland. Om de aardappelen te oogsten wordt gebruik gemaakt van een door een tractor voortgetrokken rooi-inrichting of een zelftrekkende rooi-inrichting. De gekende rooi-inrichtingen omvatten diabolorollen die de aarderuggen aandrukken, dit tussen de beide rooischijven. Het rooien start bij de onder een hoek geplaatste rooimessen die door het voortbewegen van de inrichting, het gewas en het aanhangend materiaal (loof en aarde) opscheppen en op een eerste (schuin opgestelde) eindeloze transportketting (rooimat) voorzien van doorlaatopeningen brengen. Daarbij valt een groot deel van het aanhangend materiaal doorheen de doorlaatopeningen zodat het gewas, na over de zeef te zijn gevoerd, nagenoeg vrij is van aanhangend materiaal en kan afgevoerd worden om in een opvanginrichting te worden verzameld.
Nadeel van de bestaande rooi-inrichtingen is dat bij een bepaalde toestand van de bodem, vochtigheid (drassige gronden) en/of samenstelling (aard van de grond, bijv. klei, leem, ...) er zich specifieke problemen kunnen voordoen ter hoogte van de rooimessen. Zeker wanneer men door de omstandigheden trager moet gaan rijden, verminderd het snijdend effect van de rooimessen sterk. Verder kan het gebeuren dat het aanhangend materiaal, dit is dan meestal het loof, rond de rooimessen blijft hangen, waardoor het snijdend effect nog meer afneemt. Dit alles heeft tot gevolg dat het rooien zeer veel vermogen vraagt, traag en moeilijk verloopt en bij een specifieke toestand (bijv. bij zeer vochtige gronden) van de bodem, het rooien zelfs onmogelijk wordt.
Deze uitvinding heeft nu tot doel een rooi-inrichting te verschaffen die bovengenoemde problemen oplost en die toelaat om ondermeer het gerooide gewas en het aanhangend materiaal makkelijker over de rooimessen te bewegen in de richting van de eerste rooimat.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een rooi-inrichting voorzien voor het rooien van landbouwgewassen, omvattende een met een roteerbare as verbonden eerste en tweede rooimes, waarbij de genoemde inrichting een op de genoemde as axiaal verschuifbare eerste en tweede bus omvat, waarbij het eerste en tweede rooimes respectievelijk verbonden zijn met de eerste en tweede bus, zodat de genoemde rooimessen beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar en waarbij de inrichting aandrijfmiddelen omvat om de bussen over de as te verschuiven. Een axiale beweging van de bussen, is een beweging dwars op de rijrichting. Door de rooi-inrichting op deze manier uit te voeren volgen de rooimessen de beweging van de bus waarmee ze verbonden zijn en zullen bijgevolg ook dwars op de rijrichting bewegen. Door de beweging van de rooimessen wordt een zagend effect gecreëerd en kunnen de gerooide gewassen samen met het aanhangend materiaal makkelijker over de rooimessen gebracht worden op de eerste rooimat. Verder zorgen de beweegbare messen ervoor dat het gerooide gewas en het aanhangend materiaal verder in de rooi-inrichting, met name op de rooimatten, makkelijker van elkaar gescheiden worden, doordat de bewegende messen ervoor zorgen dat het aanhangend materiaal reeds minstens gedeeltelijk losgemaakt wordt van de gerooide gewassen.
De toegepaste rooimessen zijn vervaardigd uit staal en zijn schuin aangeslepen, ze zijn ongeveer 30 cm. breed en ongeveer 40 cm. lang. De afmetingen kunnen echter variëren naargelang het te rooien gewas.
Volgens een voorkeurdragende uitvoering van de rooi-inrichting overeenkomstig de uitvinding is elk mes via één of meerdere verbindingsstangen vast verbonden met zijn respectievelijk op de as verschuifbare bus. Hierdoor zullen ze de beweging van de bussen o vernemen (dus dwars op de rijrichting bewegen). De rooimessen kunnen zoals later zal blijken door de aanwezigheid van bijkomende elementen ook radiaal op de rijrichting beweegbaar zijn.
Bij een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de rooi-inrichting volgens de uitvinding is de afstand waarover de genoemde bussen verschuifbaar zijn over de as instelbaar. Deze afstand wordt ingesteld in functie van de grootte van het te rooien gewas maar ligt bij voorkeur tussen 1,5 en 6,5 cm. Bij voorkeur zijn de genoemde bussen synchroon tegengesteld met elkaar verschuifbaar. Met de term tegengesteld dient binnen het kader van deze uitvinding begrepen te worden: dat de bussen samen met elkaar naar buiten of samen met elkaar naar binnen bewegen.
In een bijzondere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding worden de genoemde aandrijfmiddelen pneumatisch, hydraulisch of elektrisch aangedreven.
Doordat bij de gekende rooi-inrichtingen de genoemde as over een bepaalde hoek om zijn as kan roteren, is het op die manier mogelijk hoekinstelling van de rooimessen te wijzigen om op die manier de diepte die de rooimessen in de grond gaan te regelen of aan te passen. Deze regeling heeft echter nog een aantal nadelen omdat het met dergelijke regeling niet mogelijk is om de rooimessen goed te positioneren t.a.v. de eerst rooimat. Een goede positionering is van belang omdat de tussenafstand tussen het achterste deel van de rooimessen en de eerste rooimat, niet te groot mag zijn (de ideale afstand is ongeveer 12 cm.) omdat bij een te hoge stand van het uiteinde van de rooimessen, de valhoogte van het gerooide gewas en aanhangend materiaal te groot wordt. Een ideale positie is zo dat de overgang van het gerooide gewas van het rooimes naar de eerste rooimat zo vloeiend mogelijk gebeurt, en dus zonder valbeweging. Hoe dichter het mes tegen de rooimat gepositioneerd staat, des te vlugger en beter wordt het gerooide gewas door de eerste rooimat mee getrokken en weggevoerd zonder beschadiging.
Om dit nadeel op te lossen omvat de rooi-inrichting overeenkomstig een tweede aspect van de uitvinding, kantelmiddelen die scharnierend zijn aangebracht tussen de verbindingstang en het rooimes. De kantelmiddelen maken het mogelijk dat de rooimessen radiaal op de rijrichting beweegbaar zijn. Bij voorkeur omvatten de kantelmiddelen een tussen de verbindingstang en het rooimes aangebrachte in - en uitschuifbare arm. Met dergelijke kantelmiddelen wordt het mogelijk de stand van de rooimessen ten opzichte van de eerste rooimat correct te houden en wordt het mogelijk het uiteinde van de rooimessen te laten aansluiten op de eerste rooimat. Gelieve te noteren dat de hierboven beschreven kantelmiddelen op zichzelf kunnen aanwezig zijn op een rooi-inrichting en dat bijgevolg de aanwezigheid van de verschuifbare bussen niet noodzakelijk is. Bijgevolg valt een rooi-inrichting voorzien voor het rooien van landbouwgewassen, omvattende minstens een eerste en tweede rooimes die via verbindingsstangen verbonden zijn met een roteerbare as, waarbij deze inrichting de hierboven beschreven kantelmiddelen omvat, die scharnierend zijn aangebracht tussen de verbindingstang en het rooimes, eveneens binnen de beschermingsomvang van deze uitvinding.
Om de eigenschappen van deze uitvinding verder te verduidelijken en om bijkomende voordelen en bijzonderheden ervan aan te duiden, volgt nu een meer gedetailleerde beschrijving van de rooi-inrichting volgens de uitvinding. Het weze duidelijk dat niets in de hierna volgende beschrijving kan geïnterpreteerd worden als een beperking van de in de conclusies opgeëiste bescherming.
In deze beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen waarbij: figuur 1: een voorstelling is van een deel van een rooi-inrichting volgens de stand van de techniek; figuur 2:een principe tekening is van de opbouw van een bestaande rooi-inrichting; figuur 3; een perspectiefvoorstelling is van een deel van de rooi-inrichting volgens de uitvinding, waarbij de rooimessen nagenoeg tegen elkaar aanliggen; figuur 4: een voorstelling is van de in figuur 3 afgebeelde inrichting, waarbij de rooimessen uit elkaar staan; figuur 5:een onderaanzicht is van een deel van de rooi-inrichting volgens de uitvinding; figuur 6: een achteraanzicht is van een deel van de rooi-inrichting volgens de uitvinding; figuur 7: een principe tekening is van de opbouw van de rooi-inrichting volgens de uitvinding waaruit de werking van de kantelmiddelen blijkt; figuur 8: een principe tekening is van de opbouw van de rooi-inrichting volgens de uitvinding waaruit de gecombineerde werking van de kantelmiddelen en de rotatie van de as blijkt.
De rooi-inrichting (1) overeenkomstig de uitvinding en zoals deels afgebeeld in de bij gevoegde figuren 3 t/m 8, is een aardappelrooi-inrichting maar kan tevens gebruikt worden voor het rooien van andere gewassen, zoals bijvoorbeeld: bieten, wortelen en andere bol of knolgewassen, ook is het mogelijk om bloembollen met dergelijke inrichting te gaan rooien. De rooi-inrichting (1) overeenkomstig de uitvinding is voorzien om op aarderuggen geplante aardappelen (en/of andere knolgewassen) te oogsten. Dergelijke inrichting wordt voortgetrokken door een tractor en omvat o.a. een gestel (frame) met wielen en rooischijven (10) die de aarde en wortels doorsnijd. Het rooien start bij de onder een hoek geplaatste rooimessen (3;4) die door het voortbewegen van de inrichting (1), het gewas en het aanhangend materiaal (loof en aarde) opscheppen en op een eerste (schuin opgestelde) eindeloze transportketting (11) (eerste rooimat) voorzien van doorlaatopeningen brengen. Daarbij valt een groot deel van het aanhangend materiaal doorheen de doorlaatopeningen zodat het gewas, na over de zeef te zijn gevoerd, nagenoeg vrij is van aanhangend materiaal.
Figuur 1 toont een deel van een rooi-inrichting volgens de stand van de techniek. Bij de bestaande inrichtingen zijn de rooimessen vast via verbindingsstangen (7) aan een centrale as (2) bevestigd. Die centrale as (2) is op zijn beurt aan het frame (12) van de rooi-inrichting bevestigd. Nadeel van de bestaande rooi-inrichtingen is dat bij een bepaalde toestand van de bodem, vochtigheid (drassige gronden) en/of samenstelling (aard van de grond, bijv. klei, leem, ...) er zich specifieke problemen kunnen voordoen ter hoogte van de rooimessen. Zeker wanneer men door de omstandigheden trager moet gaan rijden, verminderd het snijdend effect van de rooimessen sterk. Verder kan het gebeuren dat het aanhangend materiaal, dit is dan meestal het loof, rond de rooimessen blijft hangen, waardoor het snijdend effect nog meer afheemt. Dit alles heeft tot gevolg dat het rooien zeer veel vermogen vraagt, traag en moeilijk verloopt en bij een specifieke toestand (bijv. bij zeer vochtige gronden) van de bodem, het rooien zelfs onmogelijk wordt.
Om bovengenoemde problemen te vermijden, wordt in de rooi-inrichting overeenkomstig een eerste aspect van de uitvinding, de roteerbare centrale as (2) voorzien van bussen (5 en 6) die door aandrijfmiddelen (8) axiaal kunnen bewegen op (over) de as (2). Dus van links naar rechts (en omgekeerd) over een te regelen afstand of koers die wordt bepaald door de aandrijfmiddelen (8). De aandrijving kan pneumatisch, hydraulisch of elektrisch gebeuren.
De beweegbare bussen (5 en 6) zijn met de rooimessen (3;4) via verbindingsstangen vast bevestigd, bijgevolg zijn die ook beweegbaar van links naar rechts en omgekeerd. De messen volgen de beweging van de bus waarmee ze verbonden zijn. In de afgebeelde figuren van de rooi-inrichting volgens de uitvinding staan telkens twee rooimessen afgebeeld, met name een eerste rooimes aangeduid met referentiecijfer (3) en een tweede rooimes aangeduid met referentiecijfer (4). Elk rooimes (3;4) is zoals o.a. blijkt uit figuur 5, telkens via twee verbindingsstangen (7) verbonden met een bus (5;6). Het eerste rooimes (3) is verbonden met de eerste bus (5), het tweede rooimes (4) is verbonden met de tweede bus (6). Het is evident dat de rooi-inrichting (1) volgens de uitvinding verder kan uitgebreid worden met bijkomende rooimessen en beweegbare bussen.
Doordat bij de gekende rooi-inrichtingen de genoemde as (2), zoals voorgesteld op figuur 2, over een bepaalde hoek (+/- 15°) om zijn as kan roteren, is het op die manier mogelijk hoekinstelling van de rooimessen te wijzigen om zo de diepte die de rooimessen in de grond gaan te regelen of aan te passen. De diepteregeling gebeurt door middel van regelschroeven (15) die het scharnierpunt (13) verplaatsen zodanig dat door rotatie van de as (2) de hoogte van de rooimessen geregeld kan worden (een aantal mogelijke standen van de rooimessen staan met stippellijn aangegeven op figuur 2). Deze regeling heeft echter zijn beperkingen omdat het met dergelijke regeling niet mogelijk is om de rooimessen goed te positioneren t.a.v. de eerst rooimat (11). Een goede positionering is van belang omdat de tussenafstand tussen het achterste deel van de rooimessen (aangegeven met referentiecijfer 14) en de eerste rooimat (11), niet te groot mag zijn omdat bij een te hoge stand van het achterste uiteinde (14) van de rooimessen, de valhoogte van het gerooide gewas en aanhangend materiaal te groot wordt.
Om tot een betere (positie) instelling van de rooimessen (3;4) te komen, omvat de rooi-inrichting (1) overeenkomstig een tweede aspect van de uitvinding, kantelmiddelen die scharnierend zijn aangebracht tussen de verbindingstang (7) en het rooimes (3,4). Bij voorkeur omvatten de kantelmiddelen een tussen de verbindingstang (7) en het rooimes (3,4) aangebrachte in - en uitschuifbare arm (9). In de praktijk zit (en zoals blijkt uit o.a. fïg. 5), op elke verbindingsstang (7) een dergelijke in - en uitschuifbare arm (9). De arm (9) is elektrisch, pneumatisch, hydraulisch of mechanisch aangedreven. De invloed die dit systeem heeft op de positie van de rooimessen blijkt uit figuur 7. Met het nieuwe systeem is het mogelijk om het (achterste) uiteinde (14) van de rooimessen dichter tegen de rooimat (11) te brengen, onafhankelijk van de stand van de roteerbare as (2).
Het hierboven beschreven positioneringsysteem kan ook in combinatie met het eerder beschreven gekende systeem gebruikt worden, zodat de rooimessen - door rotatie van de as (2) - ook roteerbaar om het scharnierpunt aangegeven met referentiecijfer 16. Dit wordt voorgesteld in figuur 8, waar de rooimessen in verschillende standen van de as (2) en de kantelmiddelen (9) staan afgebeeld.
Door de hierboven beschreven vernieuwingen aan de gekende rooi-inrichtingen toe te voegen, is het mogelijk de problemen die de huidige systemen hebben op te lossen. Door de rooimessen (3, 4) te laten bewegen, dwars op de rijrichting, wordt een zagend effect gecreëerd waardoor de aarde en het loof samen met het gerooide gewas gemakkelijker over de rooimessen op de eerste rooimat (11) wordt gebracht. Tevens kunnen in de rooi-inrichting (1) overeenkomstig de uitvinding de messen in een andere aanvalshoek geplaatst worden, dit is nodig om bij verschillende bodemstructuren en weersomstandigheden, toch even vlot de aarde en gewas op de eerste rooimat (11) te brengen. De rooi-inrichting (1) overeenkomstig de uitvinding is door de zagende werking van de rooimessen, veel minder belastend voor de rooi-inrichting, vraagt veel minder vermogen en werkt ook sneller. Ook zorgen de bewegende messen ervoor dat het gewas makkelijker los komt van de aarde en aldus vlotter over de rooimat (11) van de resterende aarde wordt ontdaan.
Claims (7)
1. Rooi-inrichting (1) voorzien voor het rooien van landbouwgewassen, omvattende een met een roteerbare äs (2) verbonden eerste (3) en tweede rooimes (4), de genoemde inrichting (1) een op de genoemde as (2) axiaal verschuifbare eerste (5) en tweede bus (6) omvat, waarbij het eerste (3) en tweede (4) rooimes respectievelijk verbonden zijn met de eerste (5) en tweede bus (6), zodat de genoemde rooimessen (3;4) beweegbaar zijn ten opzichte van elkaar, met het kenmerk dat de inrichting aandrijfmiddelen (8) omvat om de bussen (5;6) over de as (2) te verschuiven.
2. Rooi-inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat elk mes (3;4) via één of meerdere verbindingsstangen (7) vast verbonden is met zijn respectievelijk op de as (2) verschuifbare bus (5;6).
3. Rooi-inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de afstand waarover de genoemde bussen (5;6) verschuifbaar zijn over de as (2) instelbaar is.
4. Rooi-inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde bussen (5;6) synchroon tegengesteld met elkaar verschuifbaar zijn.
5. Rooi-inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde aandrijfmiddelen (8) pneumatisch, hydraulisch of elektrisch aangedreven worden.
6. Rooi-inrichting (1) volgens één van de conclusies 2 t/m 5, met het kenmerk dat de genoemde inrichting (1) kantelmiddelen omvat die scharnierend zijn aangebracht tussen de verbindingstang (7) en het rooimes (3;4).
7. Rooi-inrichting (1) volgens van de conclusies 6, met het kenmerk dat de kantelmiddelen een tussen de verbindingstang (7) en het rooimes (3;4) aangebrachte in - en uitschuifbare arm (9) omvatten.
Priority Applications (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2011/0691A BE1020395A5 (nl) | 2011-11-28 | 2011-11-28 | Verbeterde rooi-inrichting voor het rooien van landbouwgewassen. |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE201100691 | 2011-11-28 | ||
BE2011/0691A BE1020395A5 (nl) | 2011-11-28 | 2011-11-28 | Verbeterde rooi-inrichting voor het rooien van landbouwgewassen. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
BE1020395A5 true BE1020395A5 (nl) | 2013-09-03 |
Family
ID=45315358
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
BE2011/0691A BE1020395A5 (nl) | 2011-11-28 | 2011-11-28 | Verbeterde rooi-inrichting voor het rooien van landbouwgewassen. |
Country Status (1)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1020395A5 (nl) |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
RU2575743C2 (ru) * | 2014-07-08 | 2016-02-20 | Игорь Васильевич Никулин | Выкапывающий рабочий орган |
Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1189423A (fr) * | 1957-12-30 | 1959-10-02 | Dispositif pour assurer l'auto-centrage des socs des arracheuses de betteraves | |
DE2719414A1 (de) * | 1977-04-30 | 1978-11-09 | Schmotzer Maschf | Ruebenerntemaschine mit mehreren rodewerkzeugen |
DE3105701A1 (de) * | 1981-02-17 | 1982-10-07 | Alfons Holmer Maschinenbau, 8306 Schierling | Vorrichtung zum ernten von rueben und ruebenblaettern |
EP0930001A1 (de) * | 1998-01-19 | 1999-07-21 | Alfons Holmer | Vorrichtung zum Roden von Wurzelfrüchten, insbesondere Zuckerrüben |
-
2011
- 2011-11-28 BE BE2011/0691A patent/BE1020395A5/nl active
Patent Citations (4)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1189423A (fr) * | 1957-12-30 | 1959-10-02 | Dispositif pour assurer l'auto-centrage des socs des arracheuses de betteraves | |
DE2719414A1 (de) * | 1977-04-30 | 1978-11-09 | Schmotzer Maschf | Ruebenerntemaschine mit mehreren rodewerkzeugen |
DE3105701A1 (de) * | 1981-02-17 | 1982-10-07 | Alfons Holmer Maschinenbau, 8306 Schierling | Vorrichtung zum ernten von rueben und ruebenblaettern |
EP0930001A1 (de) * | 1998-01-19 | 1999-07-21 | Alfons Holmer | Vorrichtung zum Roden von Wurzelfrüchten, insbesondere Zuckerrüben |
Cited By (1)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
RU2575743C2 (ru) * | 2014-07-08 | 2016-02-20 | Игорь Васильевич Никулин | Выкапывающий рабочий орган |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
AU628433B2 (en) | Plant harvester | |
NL2002538C2 (nl) | Rooi-inrichting. | |
EP1378159B1 (fr) | Dispositif de broyage de chaumes et moissoneuses batteuses comportant un tel dispositif | |
JP2018014900A (ja) | 野菜収穫機 | |
JP4934581B2 (ja) | 葉菜収穫機 | |
US3252520A (en) | Tomato harvester | |
BE1020395A5 (nl) | Verbeterde rooi-inrichting voor het rooien van landbouwgewassen. | |
NL2017172B1 (nl) | Loofbewerkingsinrichting alsmede rooimachine omvattende een dergelijke loofbewerkingsinrichting | |
NL1041543B1 (nl) | Inrichting voor het rooien van bos-en haagplanten. | |
NL1033797C2 (nl) | Aardappelrooimachine. | |
JP3874541B2 (ja) | 収穫機 | |
JP5059578B2 (ja) | 葉菜収穫機 | |
JP3863898B2 (ja) | 根菜収穫機 | |
NL1018309C2 (nl) | Aardappelrooimachine. | |
JP6762839B2 (ja) | 茎葉処理機 | |
NL1007189C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het oogsten van maïs. | |
JP3860457B2 (ja) | 農産物収穫機における小いも処理装置 | |
BE1028549B1 (nl) | Verrijdbare rooimachine voor het rooien en reinigen van knolgewassen | |
NL2023237B1 (nl) | Over land in een rijrichting verplaatsbare loofbewerkingsinrichting alsmede rooimachine omvattende een loofbewerkingsinrichting | |
JP3863897B2 (ja) | 根菜収穫機 | |
JP3863899B2 (ja) | 根菜収穫機 | |
JP4398584B2 (ja) | 農産物収穫機 | |
NL1024638C2 (nl) | Inrichting voor het oogsten van bladgroenten. | |
BE1020197A5 (nl) | Rooi-inrichting voorzien voor het rooien van ladbouwgewassen. | |
US2667727A (en) | Row defining apparatus for cane harvesters |