NL1041543B1 - Inrichting voor het rooien van bos-en haagplanten. - Google Patents
Inrichting voor het rooien van bos-en haagplanten. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1041543B1 NL1041543B1 NL1041543A NL1041543A NL1041543B1 NL 1041543 B1 NL1041543 B1 NL 1041543B1 NL 1041543 A NL1041543 A NL 1041543A NL 1041543 A NL1041543 A NL 1041543A NL 1041543 B1 NL1041543 B1 NL 1041543B1
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- plants
- harvesting
- pick
- forest
- hedge
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01G—HORTICULTURE; CULTIVATION OF VEGETABLES, FLOWERS, RICE, FRUIT, VINES, HOPS OR SEAWEED; FORESTRY; WATERING
- A01G23/00—Forestry
- A01G23/02—Transplanting, uprooting, felling or delimbing trees
- A01G23/04—Transplanting trees; Devices for grasping the root ball, e.g. stump forceps; Wrappings or packages for transporting trees
- A01G23/043—Transplanting devices for grasping, undercutting or transporting the root ball
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01D—HARVESTING; MOWING
- A01D31/00—Other digging harvesters
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Ecology (AREA)
- Forests & Forestry (AREA)
- Harvesting Machines For Specific Crops (AREA)
Abstract
Rooi-inrichting voorzien voor het rooien van bos- en/of haagplanten, omvattende een rooimodule die een rooimes voorzien voor het rooien van bos- en/of haagplanten met wortels en één of meerdere schudroosters voorzien voor het schudden van de gerooide bos- en/of haagplanten omvat, waarbij de rooi-inrichting verder een opraap en transportinrichting voor het volgens een transportrichting afvoeren van gerooide bos- en/of haagplanten omvat, en waarbij de rooimodule verder een stootrol omvat voorzien voor het zodanig omstoten van de gerooide bos- en/of haagplanten dat, in gebruik, de gerooide planten zo gepositioneerd worden dat hun wortels eerst worden afgevoerd via de opraap en transportrichting.
Description
Inrichting voor het rooien van bos- en haagplanten
Deze uitvinding betreft een rooi-inrichting voorzien voor het rooien van bos- en/of haagplanten, zoals bijvoorbeeld buxus, taxus, beuk, eik, sierstruiken, ... De uitvinding betreft in het bijzonder een inrichting voor het rooien van op plantbedden geteelde bos - en/of haagplanten en die bij voorkeur, op het moment van rooien, een bovengrondse lengte hebben gelegen tussen 10 en 250 cm.
Bos- en haagplanten worden op het land in zogenaamde plantbedden gepland of gezaaid. Om de bos- of haagplanten te oogsten (rooien) wordt traditioneel gebruik gemaakt van een door een tractor (trekker) voortgetrokken rooimodule, waarbij er tijdens het rooien over de planten wordt gereden. De gekende rooimodules omvatten een aantal schudroosters en een onder een hoek geplaatst rooimes die door het voortbewegen van de inrichting, de planten en hun aanhangend materiaal (wortels) opscheppen. Nadat de planten zijn opgeschept worden ze op de schudroosters uitgeschud om overtallige aarde te verwijderen. Na het uitschudden blijven de gerooide planten achter op het land en dienen achteraf nog manueel opgeraapt en afgevoerd te worden. Deze manier van werken heeft echter een aantal nadelen, met name: gewasbeschadiging doordat je met de tractor over de planten moet rijden, bij vochtige omstandigheden onvoldoende uitgeschud waardoor veel aarde aan de wortels blijft hangen, het achteraf oprapen van de gerooide planten is een zwaar en arbeidsintensief werk.
Om nu bos- en haagplanten vlugger te rooien heeft men geprobeerd om gebruik te gaan maken van een zogenaamde klembandrooier waarbij de planten door banden gegrepen en uit de rug gehaald worden. Met een dergelijke rooier is het mogelijk om met een beperkt aantal personen (meestal drie) vrij snel veel planten te rooien. Nadeel is echter dat gedurende het rooien de wortels van de planten teveel beschadigd werden, waardoor terug werd overgeschakeld naar de traditionele manier van rooien zoals hierboven werd beschreven.
Deze uitvinding heeft nu tot doel een rooi-inrichting voor bos- en/of haagplanten te verschaffen die toelaat om ondermeer de gerooide bos- en/of haagplanten en het aanhangend materiaal (wortels) op een vlotte manier te rooien en uit te schudden en dit met een minimum aan beschadiging aan plant en wortels.
Het doel van de uitvinding wordt bereikt door te voorzien in een rooi-inrichting voorzien voor het rooien van bos- en/of haagplanten, omvattende een rooimodule die een rooimes voorzien voor het rooien van bos- en/of haagplanten met wortels en één of meerdere schudroosters voorzien voor het schudden van de gerooide bos- en/of haagplanten omvat, waarbij de rooi-inrichting verder een opraap en transportinrichting omvat voor het volgens een transportrichting afvoeren van gerooide bos- en/of haagplanten, en waarbij de rooimodule verder een stootrol omvat voorzien voor het zodanig omstoten van de gerooide bos- en/of haagplanten dat, in gebruik, de gerooide planten zo gepositioneerd worden dat ze met hun wortels eerst worden afgevoerd via de opraap en transportrichting. De stootrol zal er voor zorgen dat alle gerooide planten in dezelfde richting georiënteerd liggen tijdens het afvoeren ervan. Gezien de afgevoerde planten verder in de inrichting manueel afgenomen worden, zal eenzelfde oriëntatierichting het rendement van de inrichting sterk verhogen. Doordat de gerooide planten zoals hierboven omschreven omgestoten of omgeduwd worden, zullen ze ook eerst met hun wortels contact maken met de na de rooimodule geplaatste opraap en transportinrichting, door dit contact zal de aan de wortels vastgekoekte aarde die nog niet verwijderd werd m.b.v. de schudroosters, minstens deels loskomen. De stootrol zal dus ook bijdragen aan een betere verwijdering van aarde aan de wortels van de gerooide planten.
De rooimodule omvat een toevoer- en afvoerzijde, waarbij het rooimes staat opgesteld aan de toevoerzijde en waarbij de stootrol staat opgesteld ter hoogte van de afvoerzijde. Ook de hoogte (positie) van de stootrol, meer bepaald de afstand tussen de onderzijde van de stootrol en het laatste schudrooster, is instelbaar. Deze afstand kan in functie van de te rooien planten ingesteld worden.
Bij voorkeur is de hoek tussen het grondoppervlak en de opraap en transportinrichting minstens 45°. Door de steile opstelling van de opraap en transportinrichting kan de totale lengte van de inrichting beperkt worden.
In een voorkeursuitvoering van de rooi-inrichting volgens de uitvinding omvat de inrichting een indrukrol voorzien om de te rooien bos- en/of haagplanten neer te drukken vooraleer ze in contact komen met het rooimes van de rooimodule. Dergelijke indrukrol zal ervoor zorgen dat ook de grotere planten in de rooimodule passen. De indrukrol bevindt zich bij voorkeur in de nabijheid van de toevoerzijde van de rooimodule. Ook de hoogte (positie) van de indrukrol, meer bepaald de afstand tussen de onderzijde van de indrukrol en het grondoppervlak, is instelbaar
In een meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de rooimodule volgens de uitvinding omvat de opraap en transportinrichting onderste afvoermiddelen minstens gevormd door een eindeloze transportketting opgebouwd uit een aantal op een tussenafstand van elkaar geplaatste kettinglichamen, voor de vorming van doorlaatopeningen waarlangs overtollige aarde de inrichting kan verlaten, tijdens het traject over de transportketting zal o.a. door wrijving met de kettinglichamen, de overtollige aarde van de wortels gescheiden worden. Voor een betere afscheiding van de overtollige aarde is de transportketting bij voorkeur schudbaar (trilhaar) uitgevoerd. Bij voorkeur strekken de kettinglichamen, bij voorkeur in de vorm van stalen langwerpige profielen, zich dwars op de afvoerrichting uit.
Voor een beter transport van de gerooide planten, is de transportketting verder voorzien van opstaande pinnen.
Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm van de rooimodule overeenkomstig de uitvinding omvatten de onderste afvoermiddelen verder een aantal op een tussenafstand van elkaar geplaatste transportbanden die zich volgens de transportrichting uitstrekken over de breedte van de transportketting.
Om te voorkomen dat de wortels zouden meedraaien met de transportketting strekken de naast elkaar geplaatste transportbanden zich iets uit voorbij de (boven)rol waarrond de transportketting draait.
Bij een meer bijzondere uitvoeringsvorm van de rooimodule volgens de uitvinding omvat de opraap en transportinrichting bovenste afVoermiddelen gevormd door een zich volgens de transportrichting uitstrekkende bovenband waarbij, in gebruik, de gerooide planten afgevoerd worden tussen de bovenste en onderste afvoermiddelen. Bij voorkeur draaien de bovenste en onderste afvoermiddelen tegengesteld aan elkaar. De bovenband is bij voorkeur een rubberen band die een breedte heeft overeenkomstig de breedte van de transportketting. De bovenband zal ervoor zorgen dat de gerooide planten in dezelfde positie (richting) blijven liggen. De bovenband zal er tevens voor zorgen dat de gerooide planten niet terug naar beneden vallen gedurende hun traject op de opraap en transportinrichting.
Overblijvende aarde aan bijvoorbeeld de wortelkluit die niet gedurende het traject op de transportketting verwijderd werd, kan daarna nog verder gescheiden worden van de bos- en/of haagplanten met behulp van een schudinrichting (of schudtafel). Deze schudinrichting is bij voorkeur een schudband.
Na de schudinrichting komen de gerooide planten terecht op een verzamelband. Vanaf deze band worden de planten manueel, naar een opslageenheid gebracht, die deel kan uitmaken van de rooier, of die geplaatst kan zijn op een wagen die naast de rooier meerijdt.
Deze uitvinding vindt in het bijzonder zijn toepassing bij zelftrekkende rooi-inrichtingen.
De rooi-inrichting overeenkomstig deze uitvinding is met name geschikt voor het rooien van bos- en/of haagplanten. Het is echter evident dat een gelijkaardige inrichting eveneens kan toegepast worden voor het rooien van vaste planten, onderstammen, klein fruit, en/of groenten zoals bij voorkeur prei.
Deze uitvinding wordt nu nader toegelicht aan de hand van de hierna volgende gedetailleerde beschrijving van een bos- en/of haagplanten rooier volgens deze uitvinding. De bedoeling van deze beschrijving is uitsluitend verduidelijkende voorbeelden te geven en om verdere voordelen en bijzonderheden van deze uitvinding aan te duiden, en kan dus niet geïnterpreteerd worden als een beperking van het toepassingsgebied van de uitvinding of van de in de conclusies opgeëiste octrooirechten.
In deze gedetailleerde beschrijving wordt door middel van referentiecijfers verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarbij: figuur 1: een perspectief voorstelling is van een bos- en/of haag planten rooier volgens deze uitvinding; figuur 2: een deel toont van de in figuur 1 afgebeelde rooier, waarop de stootrol en indrukrol zichtbaar zijn.
In de bij gevoegde figuren zijn de voor deze uitvinding relevante onderdelen van een rooi-inrichting (1) schematisch weergegeven om de werking ervan zo duidelijk mogelijk in de figuren weer te geven. Onderdelen van de rooi-inrichting (1) die voor de verdere uiteenzetting van deze specifieke uitvoeringsvorm weinig belang hebben, zijn weggelaten uit de figuren. Voor een vakman is het zeker duidelijk hoe de afgebeelde onderdelen inpassen in een rooi-inrichting (1), hoe deze rooi-inrichting (1) verder uitgewerkt kan worden en hoe de verdere onderdelen van een dergelijke rooi-inrichting (1) op de afgebeelde onderdelen kunnen aansluiten.
De afgebeelde rooi-inrichting (1) is in het bijzonder ontworpen voor het rooien van bos- en/of haagplanten met hun wortels. De inrichting (1) omvat hiertoe een rooimodule (2) met één rooimes (3) voor het rooien van de bos- en/of haagplanten met wortels en één of meerdere schudroosters (4) voorzien voor het schudden van de gerooide bos- en/of haagplanten. De rooimodule (2) is vooraan voorzien van verstelbare wielen en achteraan van twee hydraulisch bedienbare wielen die in de hoogte verstelbaar zijn.
Aansluitend op deze rooimodule (2) is een opraap en transportinrichting (5) voorzien voor het volgens een transportrichting (T) afvoeren van de gerooide planten in de richting van een schudinrichting (10) (schudband) die zich aan de bovenzijde (ongeveer op 2,5 m hoog van de rooi-inrichting (1) bevindt. De opraap en transportinrichting (5) is tevens voorzien (uitgerust) voor het verwijderen (afzeven) van vuil (bij voorkeur aarde) van de gerooide planten.
De rooi-inrichting (1) volgens deze uitvinding is een zelftrekkende inrichting en zal zich volgens een zekere rijrichting (R) over het veld voortbewegen waarop de te rooien planten, bij voorkeur bos en/of haagplanten, zijn aangeplant of gezaaid. Tijdens het voortbewegen van de inrichting (1) komt het rooimes (3) van de rooimodule (2) in contact met de planten, waardoor deze (samen met hun wortels) uit de grond gelicht worden en op het eerste schudrooster (4) van de rooimodule (2) terecht komen. In de praktijk omvat de rooimodule (2) twee of drie na elkaar geplaatste schudroosters (4). Tijdens het voortbewegen van de planten over de schudroosters (4) zal veel aarde (of ander materiaal) verwijderd worden die aan de wortels hangt of die tijdens het rooien meegenomen werd.
Vernieuwend aan de rooi-inrichting (1) volgens deze uitvinding is ondermeer de aanwezigheid van een zogenaamde stootrol (6). Dergelijke stootrol (6) zal ervoor zorgen dat de door het rooimes (3) gerooide planten omgeduwd of omgelegd worden wanneer ze ermee in contact komen, waarbij de gerooide planten zo gepositioneerd worden dat hun wortels eerst worden afgevoerd via de opraap en transportrichting (5). De stootrol (6) zal er op deze manier voor zorgen dat alle gerooide planten in dezelfde richting georiënteerd liggen tijdens het afvoeren ervan. Gezien de afgevoerde planten verder in de inrichting manueel afgenomen worden, zal eenzelfde oriëntatierichting het rendement van de inrichting sterk verhogen. Een bijkomend effect van de stootrol (6) is dat aan de wortels vastgekoekte aarde verder in de inrichting (4) makkelijker verwijderd zal kunnen worden, dit doordat de wortels van de gerooide planten eerst contact maken met de onderdelen van de na de rooimodule (2) geplaatste opraap en transportinrichting (5), waardoor de aan de wortels vastgekoekte aarde kan loskomen.
De stootrol (6) is in de hoogte verstelbaar, bijvoorbeeld via hydraulische middelen. Hierdoor kan de hoogte van de stootrol (6) aangepast worden aan de hoogte van de te rooien plant. Op deze manier kan verzekerd worden dat de gerooide planten zeker in contact komen met de stootrol zodat ze omgelegd worden en juist (d.w.z. dat de wortels eerst contact maken met de onderdelen van de opraap en transportinrichting) gepositioneerd worden.
Om er nu voor te zorgen dat alle planten, ook deze die groter zijn dan de hoogte van de rooimodule (2) worden meegenomen, is de rooi-inrichting (1) zoals blijkt uit figuur 2, aan zijn voorzijde, met name ter hoogte van de toevoeropening van de rooimodule (2), voorzien van een indrukrol (7). Ook deze indrukrol (7) is in de hoogte verstelbaar.
De na de rooimodule (2) geplaatste opraap en transportinrichting (5) staat onder een sterke helling (minsten onder een hoek van 45° met het grondoppervlak) opgesteld om zo de totale lengte van de inrichting (1) te beperken en omvat onderste (8) en bovenste (9) afvoermiddelen. De onderste afvoermiddelen (8) worden gevormd door een eindeloze transportketting, terwijl de bovenste afvoermiddelen (9) gevormd worden door een transportband waarvan de breedte nagenoeg overeenkomt met de breedte van de onderste afvoermiddelen (8).
De genoemde eindeloze transportketting is opbebouwd uit op een afstand van elkaar aangebrachte kettingelementen, zoals metalen staven, die eventueel met kunststof zijn bekleed en die zich dwars op de transportrichting (T) uitstrekken. Alternatieve uitvoeringsvormen zijn echter ook mogelijk. De onderste afvoermiddelen omvatten verder nog een aantal op een tussenafstand van elkaar geplaatste transportbanden die zich volgens de transportrichting (X) uitstrekken over de breedte van de transportketting. Om de gerooide planten goed te kunnen meenemen is de transportketting verder nog voorzien van opstaande pennen.
Om te vermijden dat de gerooide planten terug naar beneden vallen tijdens hun traject op de opraap en transportinrichting (5), worden ze geklemd tussen de onderste en bovenste afvoermiddelen. De snelheid waarbij de onderste en bovenste afvoermiddelen draaien is instelbaar, bij voorkeur zullen de onderste en bovenste afvoermiddelen met gelijke snelheid draaien.
Na de opraap en transportinrichting (5) is een schudinrichting (10) opgesteld. Op deze schudinrichting (10) kan de eventueel nog aanwezige aarde, grond of andere resten nog verwijderd worden.
Na de schudinrichting (10) komen de gerooide planten terecht op een verzamelband (1). Vanaf deze band (11) worden de planten manueel, naar een opslageenheid (12), bijvoorbeeld een container, gebracht, die deel kan uitmaken van de rooi-inrichting (1), of die geplaatst kan zijn op een wagen die naast de rooi-inrichting meerijdt.
Claims (11)
1. Rooi-inrichting (1) voorzien voor het rooien van bos- en/of haagplanten, omvattende een rooimodule (2) die een rooimes (3) voorzien voor het rooien van bos- en/of haagplanten met wortels en één of meerdere schudroosters (4) voorzien voor het schudden van de gerooide bos- en/of haagplanten omvat, met het kenmerk dat de rooi-inrichting (1) verder een opraap en transportinrichting (5) voor het volgens een transportrichting (T) afvoeren van gerooide bos- en/of haagplanten omvat, en dat de rooimodule (2) verder een stootrol (6) omvat voorzien voor het zodanig omstoten van de gerooide bos- en/of haagplanten dat, in gebruik, de gerooide planten zo gepositioneerd worden dat ze met hun wortels eerst worden afgevoerd via de opraap en transportrichting (5).
2. Rooi-inrichting (1) volgens conclusie 1, met het kenmerk dat de hoogte van de stootrol (6) instelbaar is.
3. Rooi-inrichting (1) volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk dat de rooi-inrichting (1) een indrukrol (7) omvat voorzien om de te rooien bos- en/of haagplanten neer te drukken vooraleer ze in contact komen met het rooimes (3) van de rooimodule (2).
4. Rooi-inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de hoek tussen het grondoppervlak en de opraap en transportinrichting (5) minstens 45° is.
5. Rooi-inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de opraap en transportinrichting (5) onderste afvoermiddelen (8) omvat minstens gevormd door een eindeloze transportketting opgebouwd uit een aantal op een tussenafstand van elkaar geplaatste kettinglichamen, voor de vorming van doorlaatopeningen waarlangs overtollige aarde de inrichting (1) kan verlaten.
6. Rooi-inrichting (1) volgens conclusie 5, met het kenmerk dat de onderste afvoermiddelen (8) verder een aantal op een tussenafstand van elkaar geplaatste transportbanden omvatten die zich volgens de transportrichting (T) uitstrekken over de breedte van de transportketting.
7. Rooi-inrichting (1) volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk dat de opraap en transportinrichting (5) bovenste afvoermiddelen (9) omvat gevormd door een zich volgens de transportrichting (T) uitstrekkende bovenband waarbij, in gebruik, de gerooide planten afgevoerd worden tussen de bovenste (9) en onderste (8) afvoermiddelen.
8. Rooi-inrichting (1) volgens één van de conclusies 5 t/m 7, met het kenmerk dat de transportketting schudbaar is.
9. Rooi-inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting (1) verder een schudinrichting (10) omvat voor het opvangen en het verder zuiveren van de via de opraap en transportinrichting (5) afgevoerde gerooide planten met wortels.
10. Rooi-inrichting (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk dat de inrichting (1) verder een verzamelband (11) omvat waarop de gerooide planten vanaf de schudinrichting (10) terechtkomen voor het manueel opnemen van de gerooide planten.
11. Rooi-inrichting (1) volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de inrichting (1) een zelftrekkende rooi-inrichting is.
Applications Claiming Priority (1)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
BE2015/5648A BE1023511B1 (nl) | 2015-10-09 | 2015-10-09 | Inrichting voor het rooien van bos- en haagplanten |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1041543B1 true NL1041543B1 (nl) | 2017-05-01 |
Family
ID=54544854
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1041543A NL1041543B1 (nl) | 2015-10-09 | 2015-10-22 | Inrichting voor het rooien van bos-en haagplanten. |
Country Status (2)
Country | Link |
---|---|
BE (1) | BE1023511B1 (nl) |
NL (1) | NL1041543B1 (nl) |
Cited By (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN108782116A (zh) * | 2018-05-09 | 2018-11-13 | 道真自治县长青农业技术综合服务有限公司 | 一种苗木种植传送装置 |
EP4335277A1 (en) | 2022-09-12 | 2024-03-13 | Carolus Trees BV | Method and device for felling trees |
Family Cites Families (5)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US3964550A (en) * | 1974-09-16 | 1976-06-22 | J. E. Love Company | Tree seedling harvester |
US4326590A (en) * | 1980-10-27 | 1982-04-27 | Weyerhaeuser Company | Plant-harvesting device for use with variable crop row spacing |
NL1004327C2 (nl) * | 1996-10-21 | 1998-04-22 | Franciscus Bernardus Johannes | Werkwijze voor het oogsten van gewassen, oogstinrichting, en geoogst gewas. |
NL1015333C2 (nl) * | 2000-05-29 | 2001-11-30 | Ezendam V O F Fa Geb | Oogstinrichting voor het oogsten van gewassen met een ondergronds gewasdeel. |
US20100163257A1 (en) * | 2008-12-31 | 2010-07-01 | Weyerhaeuser Company | Seedling harvesting apparatus |
-
2015
- 2015-10-09 BE BE2015/5648A patent/BE1023511B1/nl not_active IP Right Cessation
- 2015-10-22 NL NL1041543A patent/NL1041543B1/nl not_active IP Right Cessation
Cited By (3)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
CN108782116A (zh) * | 2018-05-09 | 2018-11-13 | 道真自治县长青农业技术综合服务有限公司 | 一种苗木种植传送装置 |
EP4335277A1 (en) | 2022-09-12 | 2024-03-13 | Carolus Trees BV | Method and device for felling trees |
BE1030860A1 (nl) | 2022-09-12 | 2024-04-04 | Carolus Trees | Werkwijze en inrichitng voor het rooien van bomen |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
BE1023511A1 (nl) | 2017-04-11 |
BE1023511B1 (nl) | 2017-04-11 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3390768A (en) | Tomato harvesting apparatus | |
NL1041543B1 (nl) | Inrichting voor het rooien van bos-en haagplanten. | |
ES2841699T3 (es) | Dispositivo que comprende un transportador motorizado para transportar un flujo de cultivo cosechado | |
US3193020A (en) | Tomato harvester | |
US3286774A (en) | Tomato harvester | |
EP2289303A2 (en) | Small scale tomato harvester | |
US3209526A (en) | Deflector and guide means for an endless pick-up conveyor | |
ES2280493T3 (es) | Disposicion de limpieza para una maquina de recoleccion de fruta. | |
US3331198A (en) | Tomato harvester | |
JP6208960B2 (ja) | トマト収穫機 | |
Funk et al. | Pepper harvest technology. | |
US3203430A (en) | Separating conveyor for a tomato harvester | |
US4284145A (en) | Separator device | |
Ruiz-Altisent et al. | Fruit and vegetables harvesting systems | |
FR2503982A1 (fr) | Perfectionnements aux machines pour recolter les legumes | |
US3437151A (en) | Tomato harvester | |
JP2017012045A (ja) | 農作業機 | |
NL2017303B1 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het scheiden van plantaardige producten van bijmengsels | |
BE1010838A6 (nl) | Preirooimachine. | |
SU1170989A1 (ru) | Подборщик плодов | |
JP2019198331A (ja) | 農作業機 | |
NL2023335B1 (en) | Apparatus and method for harvesting tubers or bulbs | |
JP6436865B2 (ja) | 農作業機 | |
FR3061829A1 (fr) | Dispositif de recolte de rhizomes de miscanthus equipe de moyens de fractionnement | |
US3205949A (en) | Rock-gathering machine |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
MM | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20181101 |