BE1019961A3 - Drukvat en spuitbus die is uitgevoerd als zulk drukvat. - Google Patents

Abstract

Drukvat (1) met twee gescheiden compartimenten (2,3) gevormd wordt door een uitwendige bus (4) waarin een inwendige zak (5) is voorzien, waarbij de zak (5) gevuld is of bedoeld is om te worden gevuld met een product (9), waarbij het drukvat (1) tevens is voorzien van een ventiel (7), waarbij de uitwendige bus (4) en de inwendige zak (5) gasdicht op het ventiel (7) zijn aangesloten, waarbij de zak (5) vervaardigd is uit een elastisch en uitrekbaar materiaal, zodanig dat de zak (5) kan uitrekken tot in een uitgerekte toestand wanneer de zak (5) wordt gevuld met het product (9) of wanneer de zak (5) wordt opgeblazen met lucht of een ander gas.

Description

Drukvat en spuitbus die is uitgevoerd als zulk drukvat.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een drukvat.

Meer bepaald heeft de uitvinding betrekking op een drukvat van het type met twee gescheiden compartimenten, waarbij een eerste compartiment gevormd wordt door een uitwendige bus, waarin een inwendige zak is voorzien ter vorming van een tweede compartiment, waarbij de zak gevuld is met een product of bedoeld is om te worden gevuld met een product, waarbij het drukvat tevens is voorzien van een ventiel voor toevoer van product naar en afvoer van product uit de zak en waarbij, zowel de uitwendige bus, als de inwendige zak door middel van een gasdichte verbinding op het ventiel zijn aangesloten.

Er zijn reeds zulke drukvaten van dit type met twee gescheiden compartimenten bekend, bijvoorbeeld toegepast in de meer recente spuitbussen van een type ook wel bekend onder de Engelse benamingen 'piston can', 'can in can', bag on valve', 'bag in can', etc....

Zulke bekende drukvaten met twee compartimenten bieden een aantal voordelen ten opzichte van andere bekende drukvaten met slechts één compartiment die tevens vaak worden toegepast in spuitbussen, in welke drukvaten met slechts één compartiment drijfgas en product in eenzelfde compartiment worden opgeslagen.

Een eerste voordeel van zulk bekend drukvat met twee compartimenten is dat het product en het drijfgas zich elk apart in één van de compartimenten bevinden, gescheiden van elkaar door de voornoemde inwendige zak, zodat er geen menging van product en drijfgas optreedt, waardoor het product langer stabiel kan blijven en het product zonder meer kan worden opgeslagen in de zak zonder rekening te moeten houden en eventueel de samenstelling ervan te moeten wijzigen omwille van mogelijke interacties met het drij fgas.

Nog een voordeel van de bekende drukvaten met twee compartimenten bestaat erin dat, door de opslag van het product in een inwendige zak die onder druk is gebracht door een drijfgas in het tweede compartiment, het product voor 99% kan worden gerecupereerd, terwijl in de bekende drukvaten met slechts één compartiment doorgaans na gebruik tot nog zo'n 5% van het product overblijft in het compartiment.

De bekende drukvaten met twee compartimenten, bijvoorbeeld voor gebruik in de voornoemde bekende spuitbussen, zijn tevens milieuvriendelijker, aangezien het drijfgas het drukvat niet verlaat.

Bovendien kan als drijfgas gewoonlijk gecomprimeerde lucht worden gebruikt, zodat er zelfs na gebruik en/of de vernietiging van het drukvat er nog geen drijfgassen vrijkomen die schadelijk zijn voor het milieu.

Voorts is de werking van een drukvat met twee compartimenten minder luidruchtig en kan zulk drukvat met twee compartimenten zonder problemen onder gelijk welke hoek worden gebruikt, zelfs op zijn kop, wat niet het geval is bij de bekende drukvaten met slechts één compartiment, vaak toegepast in bepaalde spuitbussen, aangezien in zulk drukvat doorgaans een aanzuigbuis voor aanzuiging van product is voorzien die voor een goede werking met zijn open uiteinde steeds in het product dient te zijn ondergedompeld.

Nog een voordeel van de bekende drukvaten met twee compartimenten is dat de ontwikkeling ervan veel eenvoudiger is, aangezien steeds hetzelfde drijfgas kan worden gebruikt voor het uitdrijven van tal van producten, zowel meer vloeibare, als meer viscose producten, waarbij het volstaat aanpassingen te doen aan de kop met ventiel van het drukvat teneinde bijvoorbeeld de doorstroomopening te wijzigen, of bijvoorbeeld om verschillende uitstroomdebieten en/of sproeibeelden te bekomen in de sproeikop die op het ventiel wordt geplaatst.

Naast deze talrijke voordelen van de drukvaten met twee compartimenten ten opzichte van de drukvaten met slechts één compartiment, zijn er ook een aantal nadelen of zijn er ook een aantal aspecten van de bekende drukvaten met twee compartimenten die voor verbetering vatbaar zijn.

Een eerste nadeel van de bekende drukvaten met twee compartimenten is dat bij een verandering van het op te slagen volume aan product in de inwendige bus, het volume van de inwendige zak dient te worden aangepast door de vorm of de dimensies van de zak te veranderen.

Zulke verandering van het op te slagen volume aan product in de inwendige bus kan bijvoorbeeld nodig zijn wanneer het volume van de uitwendige bus van het drukvat wordt gewijzigd, maar even goed kan zulke wijziging van het op te slagen volume aan product gewenst zijn bij ongewijzigd volume en/of ongewijzigde vorm van de uitwendige bus.

Dit betekent dat bij zulke wijziging van op het te slagen volume product of bij wijziging van het type product dat in het drukvat dient te worden opgeslagen, meestal tevens belangrijke wijzigingen dienen te worden aangebracht aan de productielijnen voor het vervaardigen van de drukvaten en voor het vullen van de drukvaten of een volledig andere productielijn dient te worden gebruikt, wat een enorm economisch verlies, tijdsverlies en/of productieverlies met zich meebrengt.

Bovendien gaat er bij het op punt stellen en testen van een nieuwe productielijn of van een wijziging aan een productielijn voor de drukvaten veel materiaal verloren en wordt er een heleboel afval gecreëerd.

Verder is het zo dat de ventielen van de drukvaten geproduceerd worden met daarvoor speciaal ontworpen machines, waarna ze in een volgende productiestap of tijdens het afvullen in een drukvat worden geïntegreerd op andere hoogtechnologische machines.

Zulke hoogtechnologische machines kunnen bijvoorbeeld gebaseerd zijn op onder andere zogenaamde bekende 'Form, Fill and Seal'-machines, die voorts speciaal zijn aangepast volgens de noden van een bepaald type drukvat met twee compartimenten.

Een nadeel van de bekende drukvaten met twee compartimenten is dan ook dat naargelang de toepassing een andere inwendige zak op zulk ventiel dient te worden aangebracht, wat een ingewikkelde en dure zaak is en waarbij telkens vele aanpassingen aan productielijnen en aan de gespecialiseerde machines nodig zijn.

Nog een ander nadeel van de bekende drukvaten met twee compartimenten bestaat erin dat de inwendige zakken ervan gemaakt worden uit een gelamineerd materiaal, waarbij er na enige tijd vaak delaminatie optreedt door het contact met het product.

Nog een nadeel van de bekende drukvaten met twee compartimenten heeft te maken met een probleem bij het vullen van de zak in zulk drukvat met product.

Tijdens dit vullen, dient het product immers onder hoge druk doorheen het ventiel te worden geperst in het tweede compartiment wat gevormd wordt door de zak.

Hierbij treedt vaak een gedeelte van het product in het eerste compartiment, met andere woorden in het gedeelte van het drukvat tussen de inwendige zak en de uitwendige bus, via de beschikbare ruimte tussen de kop van het ventiel en de afdichting van de inwendige zak rondom dit ventiel.

Dit gedeelte van het product kan bijvoorbeeld corrosie teweeg brengen aan de uitwendige bus, bijvoorbeeld omdat het product chemisch agressief is, waardoor deze uitwendige bus het kan begeven niet in het minst omwille van de in het drukvat aanwezige hoge drukken na de vulling van het drukvat met product en drijfgas, zodat mogelijk gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.

Om dit te vermijden, wordt het ventielhuis van het ventiel doorgaans onder zeer grote kracht in een ventielschotel van het ventiel vast gekrompen, waarbij grote spanningen in de materialen worden geïntroduceerd, wat dan weer aanleiding geeft tot het afbreken van het ventielhuis uit het ventiel dat met de uitwendige bus verbonden is en dergelijke meer.

Nog een nadeel van de bekende drukvaten met twee compartimenten is dat bij een hevige impact op het drukvat, bijvoorbeeld door het laten vallen van het drukvat of dergelijke, de inwendige zak in het drukvat gemakkelijk kan scheuren of afbreken.

De huidige uitvinding heeft dan ook tot doel aan de voornoemde en eventuele andere nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een drukvat van het type met twee gescheiden compartimenten, waarbij een eerste compartiment gevormd wordt door een uitwendige bus, waarin een inwendige zak is voorzien ter vorming van een tweede compartiment, waarbij de zak gevuld is met een product of bedoeld is om te worden gevuld met een product, waarbij het drukvat tevens is voorzien van een ventiel voor toevoer van product naar en afvoer van product uit de zak en waarbij, zowel de uitwendige bus, als de inwendige zak door middel van een gasdichte verbinding op het ventiel zijn aangesloten en waarbij de zak vervaardigd is uit een elastisch en uitrekbaar materiaal, dat zodanig is dat de zak kan uitrekken tot in een uitgerekte toestand wanneer de zak wordt gevuld met het product of wanneer de zak wordt opgeblazen met lucht of een ander gas.

Een eerste belangrijk voordeel van zulk drukvat volgens de uitvinding is dat de inwendige zak gebruikt kan worden om verschillende volumes product in op te slaan zonder dat hiertoe iets dient gewijzigd te worden.

Dit heeft tot gevolg dat voor een gans assortiment aan producten en in verschillende volumes eenzelfde inwendige zak kan worden gebruikt en er dus in totaal nog slechts enkele verschillende standaardmaten van de inwendige zakken dienen te worden vervaardigd, bijvoorbeeld overeenkomstig kleine, middelgrote en grote drukvaten.

Nog een voordeel van zulk drukvat volgens de uitvinding is dat het productieproces en het vullen van de drukvaten veel eenvoudiger wordt en sneller kan verlopen.

Immers, steeds hetzelfde drukvat kan worden toegepast bij een groot aantal verschillende toepassingen of producten, zodat productielijnen en machines in de productielijnen, evenals vulmachines en dergelijke meer niet meer dienen te worden aangepast in functie van de verschillende toepassingen of producten of geen aparte productielijnen of aparte vulmachines of dergelijke dienen te worden voorzien voor verschillende toepassingen of producten.

Ook het vervaardigen van de ventielen van drukvaten volgens de uitvinding, evenals het aanbrengen van een inwendige zak op de ventielen en het integreren van de ventielen in het drukvat is een stuk eenvoudiger bij zulk drukvat volgens de uitvinding dan bij de bekende drukvaten met twee compartimenten.

Immers, voor vele verschillende toepassingen en producten kan dezelfde soort inwendige zak worden gebruikt, waardoor veel minder aanpassingen nodig zijn.

Nog een voordeel van een drukvat volgens de uitvinding bestaat erin dat het veel beter bestand is tegen een impact, bijvoorbeeld ten gevolge van het laten vallen van het drukvat.

Doordat de inwendige zak heel erg flexibel is, zal deze zak bij impact ietwat meegeven en aldus minder geneigd zijn te scheuren dan bij de bekende drukvaten met twee compart imenten.

Nog een reden waarom het drukvat 1 volgens de uitvinding beter bestand is tegen een impact is te wijten aan het feit dat de bodem van de uitrekbare inwendige zak 5 bij impact de bodem 23 van de uitwendige bus 4 kan raken, waardoor het de zak 5 ondersteund is tegen de bodem 23 en er minder kans bestaat dat de zak 5 scheurt onder het gewicht van het product 9 aanwezig in de inwendige zak 5.

Voorts heeft een drukvat volgens de uitvinding nog steeds al de voordelen van de drukvaten met twee compartimenten, waarvan de meeste in de inleiding werden opgesomd.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een drukvat overeenkomstig de uitvinding is de inwendige zak vervaardigd uit één laag materiaal.

Zulke uitvoeringsvorm van een drukvat volgens de uitvinding biedt uiteraard het voordeel dat er geen de-laminatie kan optreden.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een spuitbus die een drukvat, zoals hiervoor werd beschreven, omvat of die als zulk drukvat is uitgevoerd.

De voordelen van zulke spuitbus volgens de uitvinding vloeien rechtstreeks voort uit de hiervoor beschreven voordelen van het drukvat, zodat hierover geen verdere commentaar nodig is.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een drukvat volgens de uitvinding, telkens uitgevoerd als een spuitbus volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 in perspectief een drukvat volgens de uitvinding weergeeft alvorens het ventiel en de inwendige zak in de uitwendige bus zijn gemonteerd; figuur 2 schematisch en in perspectief het drukvat uit figuur 1 weergeeft na montage van het ventiel en de inwendige zak in de uitwendige bus en na het vullen van de zak met product; figuur 3 een doorsnede volgens de snede aangegeven met III-III in figuur 1 weergeeft van een eerste mogelijke uitvoeringsvorm in niet gevulde toestand; figuur 4 analoog aan figuur 3 een doorsnede weergeeft op een andere mogelijke uitvoeringsvorm van een drukvat volgens de uitvinding, doch ditmaal in gevulde toestand; en, figuren 5 en 6 opnieuw een doorsnede analoog aan de figuren 3 en 4 weergeven voor nog andere uitvoeringsvormen van een drukvat volgens de uitvinding opnieuw respectievelijk in ledige toestand en gevulde toestand.

Het in de figuren 1 en 2 weergegeven drukvat 1 volgens de uitvinding is een drukvat 1 van het type met twee gescheiden compartimenten 2 en 3.

Het drukvat 1 is in dit geval uitgevoerd als een spuitbus 1, waarvoor de uitvinding in eerste instantie bedoeld is, maar het is niet uitgesloten een gelijkaardige technologie volgens de uitvinding, zoals in deze tekst is beschreven, ook toe te passen op andere drukvaten dan deze voor spuitbussen 1, zoals bijvoorbeeld bij grotere drukvaten voor het bewaren van chemische producten of dergelijke meer.

Een eerste compartiment 2 wordt hierbij gevormd door de ruimte die begrensd is tussen een uitwendige bus 4 en een inwendige zak 5 en die naar gelang de uitvoeringsvorm eventueel tevens ook begrensd is door een gedeelte 6 (zie bijvoorbeeld de uitvoeringsvorm van figuur 4) van een ventiel 7 dat zich uitstrekt tussen de inwendige zak 5 en de uitwendige bus 4.

Het tweede compartiment 3 wordt gevormd door de ruimte in de zak 5 begrensd door de wand van de zak 5 en door gedeelten 8 van het ventiel 7.

Het is de bedoeling in de inwendige zak 5 een product 9 op te slaan door het toe te voeren langsheen het ventiel 7 teneinde het later, tijdens het gebruik van het product 9, via dit ventiel 7 opnieuw af te voeren.

Het tweede compartiment 3 kan, indien nodig, vacuüm worden getrokken, bijvoorbeeld op het moment dat de inwendige zak 5 met het ventiel 7 in de uitwendige bus 4 wordt gemonteerd ter vorming van het drukvat 1 of op een later tijdstip, zoals bijvoorbeeld juist vóór het vullen van het drukvat 1 met product 9.

De uitwendige bus 4, evenals de inwendige zak 5 zijn elk door middel van een gasdichte verbinding op het ventiel 7 aangesloten.

In de uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot 3 is dit verwezenlijkt door eenzelfde, gezamenlijke gasdichte verbinding 10.

Hierbij is een omlopende rand 11 aan een opening 12 in de zak 5 geklemd tussen het ventiel 7 en een omlopende rand 13 aan de uitwendige bus 4 ter vorming van de voornoemde gezamenlijke gasdichte verbinding 10.

In figuur 3 is meer in detail weergegeven hoe het ventiel 7 en de voornoemde gasdichte verbinding 10 is opgebouwd.

Het ventiel 7 is hierbij eerst een vooral een terugslagventiel 7 met een afsluiter 14 die heen en weer beweegbaar is aangebracht in een doorgang 15 van een ventielbehuizing 16 tussen een stand waarbij de doorgang 15 afgesloten is en een stand waarbij de doorgang 15 open is.

De ventielbehuizing 16 is voorzien van een cirkelvormige ventielschotel 17 die zich radiaal uitstrekt vanuit de ventielbehuizing 16 en die aan de buitenrand 18 is voorzien van een opstaande kraag 19 met omgeplooide rand 20.

In de doorgang 15 is tevens een veer 21 voorzien die de afsluiter 14 klemmend aandrukt tussen de ventielbehuizing 16 en een afdichtingsrubber 22 dat rust tegen de ventielschotel 17, zodat in de normale toestand, waarbij geen product 9 onder druk in de zak 5 wordt geblazen of de afsluiter 14 niet door een uitwendige kracht van het afdichtingsrubber 22 wordt weggedrukt, de afsluiter 14 in een stand staat waarbij de doorgang 15 afgesloten is.

In de getoonde uitvoeringsvorm van figuur 3 is in de voornoemde omgeplooide rand 20 van de ventielschotel 17 de voornoemde rondomlopende rand 11 aan de opening 12 in de zak 5 ingebracht, waarbij in dit geval deze omlopende rand 11 voor een gedeelte is opgerold teneinde de omlopende holte in de omgeplooide rand 20 te vullen met het materiaal van de zak 5.

Figuur 3 geeft de nog niet geassembleerde stand weer, doch het is uiteraard de bedoeling dat in de voornoemde omgeplooide rand 20 van de ventielschotel 17 eveneens de rondomlopende rand 13 aan de uitwendige bus 4 wordt ingebracht teneinde de rand 11 aan de zak 5 in te klemmen tussen de omgeplooide rand 20 van de ventielschotel 17 en de rondomlopende rand 13 aan de uitwendige bus 4 ter vorming van de gezamenlijke gasdichte verbinding 10.

Voorts is het de bedoeling het eerste compartiment 2 te vullen met een drijfgas, wat bijvoorbeeld kan gebeuren door in de bodem 23 van de uitwendige bus 4 een bijkomend ventiel 24 te voorzien waarlangs zulke drijfgas in het eerste compartiment 2 kan worden ingebracht, doch andere manieren zijn hiertoe niet uitgesloten.

Het zogenaamde "Under-The-Cup"-procédé vormt bijvoorbeeld zo'n alternatieve manier van vullen.

Hierbij wordt het drijfgas tussen de omgeplooide rand 20 van de ventielschotel 17 en de rondomlopende rand 13 aan de uitwendige bus 4 geïntroduceerd, waarna de gasdichte verbinding 10 tot stand wordt gebracht door de omgeplooide rand 20 van de ventielschotel 17 samen met de rand 11 aan de zak 5 op de rondomlopende rand 13 van de uitwendige bus 4 te drukken en vast te krimpen.

Dit vastkrimpen (of het zogenaamde "clinching") ter vorming van een gasdichte verbinding 10 kan gebeuren door de opstaande kraag 19 tijdens de montage in gecontroleerde mate te vervormen, bijvoorbeeld zodanig dat de opstaande kraag 19 gedeeltelijk onder de rondomlopende rand 13 wordt geplooid. Deze wijze van vastkrimpen, wordt in het Engels ook wel "internal clinching" genoemd.

Een andere manier van vastkrimpen ter vorming van de gasdichte verbinding 10 kan er in bestaan de omgeplooide rand 20 van de ventielschotel 17 te rollen rondom de rondomlopende rand 13 aan de uitwendige bus 4. Deze wijze van vastkrimpen, wordt in het Engels ook wel "external clinching" genoemd.

Voor het omrollen van de rand 20 aan de ventielschotel 17 rondom de rondomlopende rand 13 van de uitwendige bus 4 zijn er in de industrie reeds ventielen 7 ontworpen met een "verlengde" rand 20.

Zulke ventielen 7 met "verlengde" rand 20 kunnen bijvoorbeeld gasdicht worden vastgekrompen op spuitbussen vervaardigd uit polyethyleentereftalaat (PET-spuitbussen).

Het drijfgas kan gelijk welk gas zijn, bijvoorbeeld één of ander inert gas, doch bij voorkeur wordt volgens de uitvinding een gas gebruikt dat het milieu zo min mogelijk belast, zoals bijvoorbeeld lucht.

Uiteraard is het de bedoeling dat het drijfgas een druk uitoefent op de zak 5 zodanig dat wanneer de afsluiter 14 door een gebruiker wordt geactiveerd tot in een toestand waarbij de doorgang 15 in het ventiel 7 niet meer is afgesloten, het product 9 in de zak 5 uit de zak kan stromen onder de door het drijfgas geleverde druk.

Om de zak 5 volledig of voldoende te ledigen, vooral bij viskeuze producten 9, kan een uitstroompijpje 25 (in het Engels ook wel "flowtube" genoemd) worden voorzien aan de ventielbehuizing 16 teneinde de doorgang 15 in de ventielbehuizing 16 te verlengen.

Bij de fabricatie van de uitrekbare zak 5 kan deze zak 5 binnenin tevens worden voorzien van doorstromingsbevorderende middelen 26 die de zak 5 enigszins open houden bij het ledigen van het drukvat 1 en aldus een voldoende grote opening bieden om de doorstroming van product 9 tot aan het geopende ventiel 7 te verzekeren en bijgevolg de zak 5 volledig of minstens in de gewenste mate te kunnen ledigen.

Zulke doorstromingsbevorderende middelen 26 kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door enkele verticale ribben 26 of plaatselijke verhogingen of verdikkingen 26 min of meer evenredig verdeeld over het binnenoppervlak van de zak 5.

Kenmerkend aan een drukvat 1 volgens de uitvinding is het feit dat de zak 5 vervaardigd is uit een elastisch, uitrekbaar en bij voorkeur gasdicht materiaal, dat zodanig is dat de zak 5 kan uitrekken vanuit een niet uitgerekte toestand, zoals weergegeven in de figuren 1, 3 en 5, tot in een uitgerekte toestand, zoals weergegeven in de figuren 2, 4 en 6, wanneer de zak wordt gevuld met het product 9 of wanneer de zak 5 wordt opgeblazen met lucht of een ander gas.

Zoals in de inleiding reeds werd uiteengezet, is het door deze elasticiteit van de zak 5 dat een drukvat 1 volgens de uitvinding talrijke voordelen biedt ten opzichte van de bestaande drukvaten met twee compartimenten 2 en 3, bijvoorbeeld omdat het volume aan product 9 in de zak 5 gemakkelijk kan worden aangepast zonder hiertoe een andere zak 5 te moeten gebruiken, met vele voordelen op het vlak van de productie van zulk drukvat 1 tot gevolg of bijvoorbeeld omdat zulke zak 5 veel minder gevoelig is om te worden beschadigd bij een impact op het drukvat 1 en zo meer.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een drukvat 1 overeenkomstig de uitvinding is de zak 5 vervaardigd uit een materiaal dat zodanig uitrekbaar is dat het volume ingenomen door de zak 5 in uitgerekte toestand substantieel groter is dan in niet uitgerekte toestand.

Bijvoorbeeld is het volume dat de zak 5 in uitgerekte toestand langdurig kan innemen zonder te scheuren of beschadigd te worden, minstens het dubbele van het maximale volume dat de zak 5 kan innemen, wanneer de zak 5 niet is uitgerekt, maar liefst nog is het volume dat de zak 5 in uitgerekte toestand kan innemen zonder merkbaar verzwakt te worden minstens driemaal of meerdere malen van het maximale volume dat de zak 5 kan innemen, wanneer de zak 5 niet is uitgerekt.

Voorts is het volgens de uitvinding belangrijk dat het materiaal waaruit de zak 5 is vervaardigd vanzelf opnieuw de oorspronkelijke vorm en dimensies aanneemt of toch minstens bij benadering, zelfs nadat de zak 5 lange tijd in uitgerekte toestand is geweest.

Nog een voorkeurdragende kenmerk van de huidige uitvinding bestaat erin de zak te vervaardigen uit minstens één van de volgende materialen: - een natuurlijk rubber (latex); - een synthetisch rubber; - een silicone rubber; een kunststof;- een mengsel van een natuurlijk rubber en één of meerdere kunststoffen; - een elastomeer; - een thermoplastisch elastomeer; - een polyurethaan; - een hybridisch materiaal; - een nano-gestructureerd materiaal; - een LLDPE (Lineair Laag Densiteits Polyethyleen); of, - een biopolymeer.

Liefst is voorts volgens de uitvinding de zak 5 vervaardigd uit één laag materiaal, zodanig dat de zak 5 niet onderhevig is aan het in de inleiding vernoemde fenomeen van delaminatie, dat bestaat bij de zakken 5 van de bekende drukvaten 1 met twee compartimenten 2 en 3, die vervaardigd zijn uit meerdere lagen.

Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een drukvat volgens de uitvinding is de zak 5 vervaardigd uit een materiaal dat gasdicht is en/of niet doorlaatbaar is voor het product 9 in de uitgerekte toestand.

In minder absolute termen uitgedrukt, betekent dit dat volgens de uitvinding de zak 5 in uitgerekte toestand in zulke mate ondoorlaatbaat moet zijn dat een gas in het eerste compartiment 2 onder de drukken aanwezig in het drukvat 1, niet of slechts in een voor de toepassing aanvaardbare mate doorlaatbaar mag zijn, zodat indringing in het tweede compartiment 3 met product 9 van het drijfgas in het compartiment 2 zoveel mogelijk wordt vermeden.

Op gelijkaardige wijze is het materiaal in de gebruiksomstandigheden liefst zo weinig mogelijk doorlatend voor product 9, teneinde het ontsnappen van product 9 uit de zak 5 naar het eerste compartiment 2 zoveel mogelijk tegen te gaan of slechts in zeer beperkte mate wordt toegestaan.

Bijvoorbeeld kan een bepaalde maximale grens aan het doorlatend zijn van het materiaal worden vooropgesteld onder de voornoemde omstandigheden en voor, zowel het drijfgas, als het product 9.

Volgens een nog meer voorkeurdragende uitvoeringsvorm van een drukvat 1 overeenkomstig de uitvinding is de zak 5 vervaardigd uit een biodegradabel materiaal.

Uiteraard is deze keuze zéér interessant, aangezien zulk drukvat 1 volgens deze uitvoeringsvorm nog minder milieubelastend is dan een drukvat 1 volgens de uitvinding waarbij de zak 5 niet biodegradabel is uitgevoerd, maar die zelfs in deze minder milieuvriendelijke uitvoeringsvorm toch reeds belangrijke ecologische voordelen oplevert aangezien geen drijfgas uit het drukvat 1 tijdens het gebruik vrijkomt.

In figuur 4 is een andere uitvoeringsvorm van een drukvat 1 volgens de uitvinding weergegeven, waarbij ditmaal de uitwendige bus 4 en de zak 5 elk door een aparte gasdichte verbinding met het ventiel 7 zijn verbonden, meer bepaald door een eerste gasdichte verbinding 27 tussen de bus 4 en het ventiel 7 en een tweede gasdichte verbinding 28 tussen de zak 5 en het ventiel 7.

Ter vorming van de tweede gasdichte verbinding 28 is de voornoemde rondlopende rand 11 van de zak 5 ingeklemd tussen de ventielschotel 17 en een uitkraging 29 die zich radiaal aan de ventielbehuizing 16 uitstrekt op enige afstand onder de ventielschotel 17.

De eerste gasdichte verbinding 27 tussen de uitwendige bus 4 en het ventiel 7 is zoals bij de vorige uitvoeringsvorm voorzien aan de omgeplooide rand 20 van de ventielschotel 17, waarbij de rondomlopende rand 13 van de uitwendige bus 4 in de omgeplooide rand 20 is geklemd.

Zoals meer in detail is weergegeven in figuur 5 kan hiertoe in de omgeplooide rand 20 een apart afdichtingsrubber 30 worden aangebracht teneinde een goede afdichting te bekomen.

Een voordeel van deze uitvoeringsvorm van een drukvat 1 overeenkomstig de uitvinding bestaat erin dat de zak 5 en het ventiel 7 op voorhand kunnen worden geassembleerd en dat het volstaat deze combinatie van zak 5 en ventiel 7 achteraf in een uitwendige bus 4 te monteren, waarbij de uiteindelijk specifieke vorm van de uitwendige bus 4 weinig of geen rol speelt.

Hierdoor volstaat één type van zulke combinatie van zak 5 en ventiel 7 of slechts een beperkt aantal van zulke combinaties van zak 5 en ventiel 7 te vervaardigen om een grote variëteit aan drukvaten 1 te produceren, waardoor tevens de productietijd en productiekost enorm wordt beperkt.

De uitvoeringsvorm van een drukvat 2, weergegeven in figuur 5, is analoog aan deze van figuur 4, al is de tweede gasdichte verbinding tussen de zak 5 en het ventiel 7 in een ietwat gewijzigde vorm verwezenlijkt.

Meer bepaald is de inklemming van de omlopende en opgerolde rand 11 aan de opening 12 in de zak 5 verwezenlijkt op enige radiale afstand D van de ventielbehuizing 16, ter plaatse van een inkeping 31 in de radiale uitkraging 29 aan de ventielbehuizing 16 en een inkeping 32 in de ventielschotel 17.

Op deze wijze is de opening 12 aan de zak 5 gevormd door de omlopende rand 11 ietwat groter dan in de vorige uitvoeringsvorm.

In de uitvoeringsvorm van figuur 5 zijn in de uitkraging 29 aan de ventielbehuizing 16 voorts bijkomende doorvoerkanalen 33 voorzien, meer bepaald in het gedeelte van de uitkraging 29 dat gelegen is tussen de tweede gasdichte verbinding 28 en de wand 34 van de ventielbehuizing 16 van waaruit de uitkraging 29 zich radiaal uitstrekt.

Een groot voordeel van deze uitvoeringsvorm volgens figuur 5 van en drukvat 1 overeenkomstig de uitvinding is dat tijdens het vullen van de zak 5 met product 9, het product 9, zowel kan worden aangevoerd doorheen de doorgang 15 die rechtstreeks afsluitbaar is via de afsluiter 14, als via de doorvoerkanalen 33 in de uitkraging 29, waardoor het vullen van de zak 5 met product aan een veel groter debiet kan gebeuren wat een enorme tijdswinst met zich meebrengt, vooral bij massaproductie.

In figuur 6 is nog een andere uitvoeringsvorm van een drukvat 1 volgens de uitvinding weergegeven.

Hierbij zijn zoals in de vorige uitvoeringsvormen van de figuren 4 en 5 de uitwendige bus 4 en de zak 5 elk door een aparte gasdichte verbinding 27 en 28 met het ventiel 7 verbonden.

De eerste gasdichte verbinding 27 tussen de bus 4 en het ventiel 7 is hierbij ongewijzigd uitgevoerd, terwijl de tweed gasdichte verbinding 28 verwezenlijkt is tussen de uitkraging 29 aan de ventielbehuizing 16 en een apart monteerbaar stuk 35 aan het ventiel 7 en niet meer tussen de uitkraging 29 en de ventielschotel 17 zoals in de vorige gevallen.

Dit stuk 35 bestaat in dit geval uit een cilindervormig element 35 met een inwendige opening 36 overeenkomstig de cilindervormige buitenwand 34 van de ventielbehuizing 16, waarbij de diameter van deze opening 36 aan één uiteinde is verbreed.

In de wand 34 zijn tevens in deze wand 34 klemmiddelen 37 voorzien die in dit geval indrukbaar zijn uitgevoerd en die bij het verschuiven van het stuk 35 over de ventielbehuizing 16 tijdelijk ingedrukt worden tot deze klemmiddelen 37 opnieuw kunnen uitveren bij een voldoende grote verschuiving van het stuk 35 over de ventielbehuizing 16 naar de uitkraging 29 toe, zodat een uitvering ervan in de verbreding van de opening 36 mogelijk is en aldus het stuk 35 komt vast te zitten tussen de klemmiddelen 37 en de uitkraging 29 waarbij de omlopende rand 11 aan de zak 5 tevens tussen de uitkraging 29 en het stuk 35 is geklemd ter vorming van de gasdichte afdichting 28.

Uiteraard zijn vele alternatieve uitvoeringsvormen voor de klemmiddelen 37 mogelijk zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Bijvoorbeeld kunnen de klemmiddelen 37 even goed bestaan uit uitstulpingen 37 aan de ventielbehuizing 16 die niet kunnen ingedrukt worden, maar die vast aan de ventielbehuizing 16 zijn verbonden of er gewoonweg deel van uitmaken en waarbij het apart monteerbaar stuk 35 op zijn plaats wordt gebracht door het met kracht over de uitstulpingen 37 te drukken in de richting van de uitkraging 29, waardoor de uitstulpingen 37 in de verbreding van de opening 36 komen te zitten.

De verbinding tussen het apart monteerbaar stuk 35 en de ventielbehuizing 16 kan ook anders verwezenlijkt worden, zonder noodzakelijkerwijze tevens gebruik te maken van klemmiddelen 37.

Hierbij kunnen bijvoorbeeld gedeelten van het stuk 35 en de ventielbehuizing 16 worden samengesmolten, bijvoorbeeld door bepaalde soorten lasmethodes toe te passen, zoals bijvoorbeeld ultrasoon lassen, inductielassen en zo meer.

Met deze uitvoeringsvorm van een drukvat 1 volgens de uitvinding verkrijgt men een gemakkelijk monteerbaar geheel, waarbij op uiterst flexibele wijze allerlei verschillende soorten zakken 5, bijvoorbeeld zakken 5 met een aangepaste vorm of volume of zakken 5 vervaardigd uit een aangepast materiaal in functie van de toepassing, op het ventiel 7 probleemloos kunnen worden gemonteerd.

In de hiervoor besproken uitvoeringsvormen zijn de gasdichte verbindingen 10, 27 en 28 tussen het ventiel 7 en de bus 4 of de zak 5 verwezenlijkt rechtstreeks aan het ventiel 7, doch dit kan in andere uitvoeringsvormen even goed verwezenlijkt worden door gebruik te maken van tussenliggende elementen zonder uit het kader van de uitvinding te treden.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm van een drukvat 1 overeenkomstig de uitvinding, al dan niet uitgevoerd als een spuitbus volgens de uitvinding, doch een drukvat 1, evenals een spuitbus volgens de uitvinding kan in allerlei vormen en afmetingen en op verschillende manieren worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (20)

1. Drukvat (1) van het type met twee gescheiden compartimenten (2,3), waarbij een eerste compartiment (2) gevormd wordt door een uitwendige bus (4), waarin een inwendige zak (5) is voorzien ter vorming van een tweede compartiment (3), waarbij de zak gevuld is met een product (9) of bedoeld is om te worden gevuld met een product (9), waarbij het drukvat (1) tevens is voorzien van een ventiel (7) voor toevoer van product (9) naar en afvoer van product (9) uit de zak (5) en waarbij, zowel de uitwendige bus (4), als de inwendige zak (5) door middel van een gasdichte verbinding (10,27,28) op het ventiel zijn aangesloten, daardoor gekenmerkt dat de zak (5) vervaardigd is uit een elastisch en uitrekbaar materiaal, dat zodanig is dat de zak (5) kan uitrekken tot in een uitgerekte toestand wanneer de zak (5) wordt gevuld met het product (9) of wanneer de zak (5) wordt opgeblazen met lucht of een ander gas.

2. Drukvat (1) volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat de zak (5) vervaardigd is uit een materiaal dat zodanig uitrekbaar is dat het volume ingenomen door de zak (5) in uitgerekte toestand minstens het dubbele is van het maximale volume dat de zak (5) kan innemen, wanneer de zak (5) niet is uitgerekt.

3. Drukvat (1) volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de zak (5) vervaardigd is uit een materiaal dat gasdicht is en/of niet doorlaatbaar is voor het product (9) in de uitgerekte toestand.

4. Drukvat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zak (5) vervaardigd is uit een biodegradabel materiaal.

5. Drukvat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zak (5) vervaardigd is uit één laag materiaal.

6. Drukvat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zak (5) vervaardigd is uit minstens één van de volgende materialen: - een natuurlijk rubber (latex); - een synthetisch rubber; - een silicone rubber; - een kunststof; - een mengsel van een natuurlijk rubber en één of meerdere kunststoffen; - een elastomeer; - een thermoplastisch elastomeer; - een polyurethaan; - een hybridisch materiaal; - een nano-gestructureerd materiaal; - een LLDPE (Lineair Laag Densiteits Polyethyleen); of, - een biopolymeer.

7. Drukvat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de uitwendige bus (4) en de zak (5) elk door een aparte gasdichte verbinding (27,28) met het ventiel (7) zijn verbonden, meer bepaald door een eerste gasdichte verbinding (27) tussen de bus (4) en het ventiel (7) en een tweede gasdichte verbinding (28) tussen de zak (5) en het ventiel (7).

8. Drukvat (1) volgens één van de conclusies 1 tot 6, daardoor gekenmerkt dat de uitwendige bus (4) en de zak (5) door eenzelfde, gezamenlijke gasdichte verbinding (10) met het ventiel (7) zijn verbonden.

9. Drukvat (1) volgens conclusie 8, daardoor gekenmerkt dat een omlopende rand (11) aan een opening (12) in de zak (5) geklemd is tussen het ventiel (7) en een omlopende rand (13) aan de uitwendige bus (4) ter vorming van de voornoemde gezamenlijke gasdichte verbinding (10).

10. Drukvat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het ventiel (7) een terugslagventiel (7) is met een afsluiter (14) die heen en weer beweegbaar is aangebracht in een doorgang (15) van een ventielbehuizing (16) tussen een stand waarbij de doorgang (15) afgesloten is en een stand waarbij de doorgang (15) open is en waarbij de ventielbehuizing (16) tevens is voorzien van een cirkelvormige ventielschotel (17) die zich radiaal uitstrekt vanuit de ventielbehuizing (16) en aan de buitenrand (18) is voorzien van een opstaande kraag (19) met omgeplooide rand (20).

11. Drukvat (1) volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de gasdichte verbinding (27) tussen de uitwendige bus (4) en het ventiel (7) voorzien is aan de omgeplooide rand (20) van de ventielschotel (17), waarbij een rondomlopende rand (13) van de uitwendige bus (4) in de omgeplooide rand (20) is geklemd.

12. Drukvat (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat ter vorming van de gasdichte verbinding (27) tussen de uitwendige bus (4) en het ventiel (7) de opstaande kraag (19) van de ventielschotel (17) gedeeltelijk onder de rondomlopende rand (13) aan de uitwendige bus (4) is geplooid.

13. Drukvat (1) volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat ter vorming van de gasdichte verbinding (27) tussen de uitwendige bus (4) en het ventiel (7) de omgeplooide rand (20) van de ventielschotel (17) is gerold rondom de rondomlopende rand (13) aan de uitwendige bus (4).

14. Drukvat (1) volgens conclusies 8 en 10, daardoor gekenmerkt dat in de voornoemde omgeplooide rand (20) van de ventielschotel (17) een rondomlopende rand (11) aan een opening (12) in de zak (5) is ingebracht, evenals een rondomlopende rand (13) aan de uitwendige bus (4) en waarbij de rand (11) aan de zak (5) is geklemd tussen de omgeplooide rand (20) van de ventielschotel (17) en de rondomlopende rand (13) aan de uitwendige bus (4) ter vorming van de gezamenlijke gasdichte verbinding (10).

15. Drukvat (1) volgens conclusies 7 en 10, daardoor gekenmerkt dat ter vorming van de tweede gasdichte verbinding (28) een rondlopende rand (11) van de zak (5) is ingeklemd tussen een uitkraging (29) die zich radiaal aan de ventielbehuizing (16) uitstrekt en de ventielschotel (17) .

16. Drukvat (1) volgens conclusie 15, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde uitkraging (29) voorzien is van één of meerdere doorvoerkanalen (33), meer bepaald in een gedeelte van de uitkraging (29) dat gelegen is tussen de tweede gasdichte verbinding (28) en een wand (34) van de ventielbehuizing (16) van waaruit de uitkraging (29) zich radiaal uitstrekt.

17. Drukvat (1) volgens één van de conclusies 10 tot 16, daardoor gekenmerkt dat aan de ventielbehuizing (16)een uitstroompijpje (25) is voorzien in het verlengde van de doorgang (15) in de ventielbehuizing (16).

18. Drukvat (1) volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de zak (5) is voorzien van doorstromingsbevorderende middelen (26) bestaande uit enkele verticale ribben (26) of plaatselijke verhogingen of verdikkingen (26) voorzien aan het binnenoppervlak van de zak (5).

19. Spuitbus, daardoor gekenmerkt dat ze een drukvat (1) omvat volgens één van de voorgaande conclusies.

20. Spuitbus volgens conlusie 19, daardoor gekenmerkt dat ze is uitgevoerd als een drukvat (1) volgens één van de conclusies 1 tot 18.