BE1017949A5 - Beslag van een raam en onderdelen daarvoor. - Google Patents

Abstract

Beslag van een raam met een vast kader (2) en een vleugel (3) en een bediening van het beslag voor het openen en sluiten van de vleugel (3) die verdraaibaar is rond een verticale as (x-x') of kipbaar is rond een horizontale as (y-y') al naargelang de stand van de bediening (15) die verplaatsbaar is van een sluitstand waarin het raam (1) gesloten is, naar een eerste openingsstand voor één van beide bewegingen van de vleugel (3), zijnde het draaien voor een draaikiptype van raam (1) of het kippen voor het kipdraaitype van raam (1), en verder door naar een tweede openingsstand voor de andere beweging, zijnde het kippen voor een draaikiptype van raam (1) of het draaien voor een kipdraaitype van raam (1), daardoor gekenmerkt dat het beslag (6) voorzien is van verstelbare onderdelen die toelaten het beslag (6) door verstelling van deze onderdelen te transformeren van een beslag (6) voor een draaikiptype van raam (1) naar een beslag (6) voor een kipdraaitype van raam (1) en omgekeerd.

Description

Beslag van een raam en onderdelen daarvoor.

De huidige uitvinding heeft betrekking op een beslag van een raam en op de onderdelen daarvoor.

Meer speciaal, is de uitvinding bedoeld voor een beslag van een raam met een vast kader en een vleugel en een bediening van het beslag voor het openen en sluiten van de vleugel die verdraaibaar is rond een verticale as of kipbaar is rond een horizontale as al naargelang de stand van de bediening.

De bediening van zulk beslag is doorgaans voorzien van een bedieningskruk die in drie standen geplaatst kan worden, namelijk een sluitstand voor het sluiten en vergrendelen van het raam in een gesloten toestand; een over een kwartslag gedraaide eerste openingsstand om het raam vanuit de gesloten positie open te kunnen draaien rond een verticale scharnieras en een over een kwartslag nog verder gedraaide tweede openingsstand om het raam vanuit de gesloten positie open te kunnen kippen rond een horizontale scharnieras.

Dit type van beslag wordt het draaikipbeslag genoemd.

Men kent ook reeds het kipdraaitype van beslag, waarbij in de eerste openingsstand van de bediening het raam zal kunnen kippen, terwijl in de tweede openingsstand het raam zal kunnen draaien, dit in tegenstelling tot het draaikip type van beslag waar dit net het omgekeerde is.

Een nadeel is dat beide types van beslag verschillend zijn en dat bijgevolg van bij de aankoop van een beslag of raam moet worden gekozen voor het gewenste type.

Indien men wenst over te schakelen van draaikiptype van beslag naar een kipdraaitype van beslag, dan is men met andere woorden genoodzaakt om het beslag in zijn totaliteit of nagenoeg volledig te vervangen.

Zulke transformatie is relatief duur wegens de kostprijs van een nieuw beslag en wegens de arbeidskosten van een vakman om deze transformatie uit te voeren.

Uit WO 01/94729 is een type beslag bekend van een raam met een vast kader en een vleugel en een bediening van het beslag voor het openen en sluiten van de vleugel die verdraaibaar is rond een verticale as of kipbaar is rond een horizontale as al naargelang de stand van de bediening die verplaatsbaar is van een sluitstand waarin het raam gesloten is, naar een eerste openingsstand voor één van beide bewegingen van de vleugel, zijnde het draaien voor een draaikiptype van raam of het kippen voor het kipdraai- type van raam, en verder door naar een tweede openingsstand voor de andere beweging, zijnde het kippen voor een draaikiptype van raam of het draaien voor een kipdraaitype van raam, en waarbij een schaarmechanisme is voorzien met een hoofdarm die voor het kippen van het raam vrij verdraaibaar is ten opzichte van de vleugel en voor het draaien van het raam blokkeerbaar is ten opzichte van de vleugel door middel van een blokkering met twee koppeldelen, respectievelijk een koppeldeel op de hoofdarm en een koppeldeel op de vleugel die door de bediening van het beslag in elkaar kunnen grijpen voor de blokkering van de hoofdarm of uit elkaar kunnen worden bewogen voor de vrije beweging van de hoofdarm, waarbij minstens één van beide koppeldelen zijn uitgevoerd als een verstelbaar onderdeel dat toelaat door onderlinge verstelling het schaargedeelte van het beslag te transformeren van een draaikiptype naar een kipdraaitype en omgekeerd.

Op deze manier kan men door het eenvoudig verstellen van onderdelen voor schaargedeelte van het beslag overgaan van één type beslag op een ander type beslag zodat men hiervoor geen nieuw beslag of onderdelen ervan dient aan te kopen en men zonder montage of demontage van het volledig beslag ten allen tijde kan overschakelen tussen beide types beslag.

Een nadeel is echter dat het verstelbare onderdeel relatief complex is voor het veranderen van het type beslag telkens moet worden uitgenomen en moet worden omgedraaid.

De huidige uitvinding heeft tot doel aan één of meer van de voornoemde nadelen een oplossing te bieden.

Hiertoe betreft de uitvinding een beslag van het voornoemde type waarbij het koppeldeel op de vleugel is aangebracht op een schuiflat die door middel van de bediening verschuifbaar is langs een buitenomtrek van de vleugel en dat het koppeldeel op de hoofdarm is uitgevoerd als een verdraaibare arm waarop een excentrisch geplaatste tap is voorzien die kan samenwerken met een complementair vrouwelijk koppeldeel op de schuif lat, welke arm over een halve toer verdraaibaar is aangebracht op de hoofdarm tussen twee blokkeerbare standen overeenstemmend respectievelijk met een draaikip- of kipdraaitype beslag.

Een voordeel is dat de transformatie snel en eenvoudig kan worden uitgevoerd door eenieder en dat er dus niet noodzakelijk een vakman aan te pas moet komen, zodat hiervoor ook geen kosten voor een vakman gemaakt moeten worden.

Bij voorkeur is het beslag zodanig dat de volledige transformatie van het ene type beslag naar het andere type beslag mogelijk is door verstelling van maximum twee onderdelen, waaronder bij voorkeur de voornoemde verdraaibare arm met excentrisch geplaatste tap, waardoor de transformatie zeer snel kan gebeuren.

Zoals bekend is de voornoemde bediening van het beslag doorgaans samengesteld uit één of meer schuiflatten die langs de buitenomtrek van de vleugel verschuifbaar zijn aangebracht in een beslaggroef die langs de buitenomtrek van de vleugel loopt, waarbij ter plaatse van één of meerdere hoeken van de vleugel van het raam een hoekoverbrenging wordt toegepast die bestaat uit een haakse geleiding waarin een elastisch buigzame lat verschuifbaar is gevat, welke lat aan haar uiteinden gekoppeld is aan de voornoemde schuiflatten op de randen aan weerszijden van de hoekoverbrenging.

Een nadeel van zulke bekende hoekoverbrenging is dat de koppeling met de voornoemde schuiflatten nogal omslachtig kan zijn en bij voorkeur de interventie van een vakman vereist.

Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding is de buigzame lat van de hoekoverbrenging aan haar uiteinden voorzien van een koppelstuk in de vorm van een kliksysteem voor de aankoppeling van andere voornoemde schuiflatten of andere onderdelen van het beslag.

Op deze manier wordt de montage en demontage van het beslag bijzonder eenvoudig en bijgevolg toegankelijk voor een niet vakman.

Volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt het koppelstuk gevormd door een houder die ter plaatse van een betreffend uiteinde onder de buigzame lat is bevestigd en waarin een lichaam is aangebracht dat door middel van een veer in de richting van de lat wordt geduwd en waarop een uitsteeksel is voorzien dat doorheen een doorgang in de buigzame lat steekt en er in rust met een zekere lengte bovenuit steekt, waarbij dit uitsteeksel is voorzien om te kunnen samenwerken met een doorgang of een uitsparing van een te koppelen onderdeel van het beslag.

Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, is hierna, als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, een voorkeurdragende uitvoeringsvorm beschreven van een beslag van een raam volgens de uitvinding en de onderdelen ervan, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin: figuur 1 een perspectief zicht weergeeft van een raam in opengedraaide toestand, waarbij dit raam voorzien is van een beslag voor het openen en sluiten van het raam; figuur 2 schematisch en in perspectief een beslag volgens de uitvinding weergeeft van een raam, met de meeste onderdelen uit elkaar genomen; figuur 3 op grotere schaal een doorsnede weergeeft van de hoekoverbrenging die in figuur 2 door F3 is aangeduid; figuur 4 een vooraanzicht weergeeft van de onderdelen van het beslag ter plaatse van de linker benedenhoek aangeduid door F4 en dit in een operationele configuratie; figuur 5 een zicht weergeeft zoals in figuur 4, doch voor een andere stand; figuren 6 en 7 respectievelijk een vooraanzicht en een bovenaanzicht tonen van het gedeelte dat in figuur 2 door F6 is aangeduid; figuur 8 een zicht weergeeft zoals in figuur 7, doch in een andere positie; figuren 9A en 9B respectievelijk zichten weergeven analoog als deze van dê figuren 6 en 4, en dit voor het beslag van figuur 2 in een draaikipconfiguratie en dit voor de sluitstand van het raam; figuren 10A en 10B, respectievelijk 11A en 11B, dezelfde zichten geven als in de figuren 9A en 9B, doch voor een draaistand, respectievelijk kipstand van het raam; de figuren 12A en 12B respectievelijk dezelfde zichten geven als de figuren 9A en 9B, doch voor het beslag van figuur 2 in een kipdraaiconfiguratie en voor de sluitstand van het raam; figuren 13A en 13B, respectievelijk 14A en 14B, dezelfde zichten geven als in de figuren 12A en 12B, doch voor een kipstand, respectievelijk draaistand van het raam; figuur 15 de koppeling toont tussen de hoekoverbrenging van figuur 3 en andere onderdelen van het beslag;

Het raam 1 van figuur 1 is, zoals bekend, samengesteld uit een vast kader 2 en een vleugel 3 waarmee het raam kan worden geopend.

Het kader en de vleugel zijn gebruikelijk samengesteld uit profielen 4, respectievelijk 5.

Voor het openen en sluiten van het raam 1 is een beslag 6 voorzien waarvan een voorkeurdragende uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is weergegeven in figuur 2 met onderdelen waarvan een aantal verschuifbaar gemonteerd worden in een beslaggroef 7 die langs de buitenomtrek 8 van de vleugel 3 loopt en die gevormd wordt door twee opstaande ribben 9 van de profielen 4 die op een afstand van elkaar zijn gepositioneerd en waarvan de vrije randen 10 naar elkaar toe zijn omgebogen.

Het beslag bevat twee scharnieren 11 die het opendraaien van de vleugel 3 rond de as X-X' mogelijk maken.

De onderste scharnier 11 is een dubbelwerkende scharnier die, zowel een draaien rond de as X-X' mogelijk maakt, als een kippen rond de as Y-Y' toelaat.

Voor het kippen van de vleugel 3 werkt de onderste scharnier 11 samen met een losmaakbaar scharnier met twee loskoppelbare scharnierdelen, respectievelijk een scharnierpen 13 op de vleugel 3 en op het kader 2 een u-vormig element 14 waarin de scharnierpen 13 geschoven kan worden voor het scharnierend samenwerken van de delen 13 en 14, zoals weergegeven in de figuren 4 en 5.

Het beslag 6 bevat verder in hoofdzaak een aantal onderdelen, namelijk een bedieningskruk 15 gemonteerd op een basis 16 die op een opstaande rand van de vleugel 3 vastgemaakt is en waarin een meeneemstuk 17 op en neer verschuifbaar is door middel van een niet weergegeven intern mechanisme dat in beweging wordt gezet door verdraaiing van de bedieningskruk 15.

In de beslaggroef 7 van de voornoemde opstaande rand van de vleugel 3 zijn boven en onder het meeneemstuk 17 schuiflatten 18 voorzien die gekoppeld zijn aan het meeneemstuk 13.

De onderste schuiflat 18 is met haar onderste uiteinde gekoppeld aan een hoekoverbrenging 20 die meer in detail is weergegeven in figuur 3 en die de op- en neergaande beweging van de onderste schuiflat 18 kan overbrengen op een schuiflat 21 die in horizontale richting heen en weer verschuifbaar is in de beslaggroef 7 van het onderste profiel 4 van de vleugel 3, waarbij deze schuiflat 21 is voorzien van sluittappen 22 die in een gesloten toestand van de vleugel 3 door verschuiving van de schuiflat 21 kunnen ingrijpen achter sluitpunten 23 voor de vergrendeling van het raam in gesloten toestand.

De scharnierpen 13 is in dit geval gekoppeld aan de hoekoverbrenging 20 en/of aan de schuiflat 21 waarbij een verschuiving ervoor zorgt dat de scharnierpen 13 gekoppeld of ontkoppeld kan worden met het U-vormig element 14 dat in dit geval gevormd wordt door een U-vormig profiel met opstaande benen 24 die in een centraal gedeelte over een zekere lengte onderbroken zijn door een uitsparing 25 die breed genoeg is om de scharnierpen 13 aan de vleugel in dwarse richting uit het U-vormig profiel 14 weg te draaien.

De scharnierpen 13 maakt in dit geval deel uit van een vergrendelpen 2 6 die op de hoekoverbrenging 20 is aangebracht en die verschuifbaar is langs de omtrek van de vleugel 3 om te kunnen ingrijpen in een uitsparing 27 of een holte in het kader 2 ter vergrendeling van de vleugel 3 in een gesloten stand van het raam 1.

De bovenste schuiflat 18 is met haar bovenste uiteinde gekoppeld aan een tweede boekoverbrengmg 16 die een bijkomende vergrendelpen 26 bediend en die de op- en neergaande beweging van de bovenste schuiflat 18 kan overbrengen op een schuiflat 28 die in een horizontale richting heen en weer verschuifbaar is in de beslaggroef 7 van het bovenste profiel 4 van de vleugel 3.

De schuiflat 28 loopt onder een schaarmechanisme 29 door, welk schaarmechanisme is voorzien om de kipbeweging van de vleugel 3 te kunnen beperken.

Het schaarmechanisme 29 is meer in detail weergegeven in de figuren 6 tot 8 en bestaat in hoofdzaak uit een hoofdarm 30 die met één uiteinde 31 scharnierbaar gekoppeld is aan een slede 32 die in de lengterichting van het bovenste profiel 4 verschuifbaar is in een geleiding 33 die op dit profiel 4 is bevestigd en waar de schuiflat 28 onderdoor loopt.

Het andere uiteinde 34 van de hoofdarm 30 is op bekende wijze verbonden met het bovenste scharnier 11 en via een scharnierarm 35 verbonden met de geleiding 33.

Het schaarmechanisme 29 is verder voorzien van een blokkering 3 6 die de rotatie van de hoofdarm 30 ten opzichte van de vleugel 3 of van de daarop bevestigde schuiflat 28 kan blokkeren.

Deze blokkering 36 bestaat in dit geval uit twee koppeldelen, respectievelijk een koppeldeel 37 in de vorm van een tap op de hoofdarm 30 en een complementair vrouwelijk koppeldeel 38 op de schuiflat 28, waarbij het koppeldeel 37 op de hoofdarm 30 in de lengterichting van de hoofdarm 30 verstelbaar is tussen twee vaste posities, overeenstemmend respectievelijk met een positie voor een draaikip beslag, zoals weergegeven in de figuren 9 tot 11, en een positie voor een kipdraaibeslag, zoals weergegeven in de figuren 12 tot 14.

In het weergegeven voorbeeld is de tap 37 verstelbaar tussen de voornoemde vaste posities doordat de tap 37 excentrisch is aangebracht op een arm 39 die over een halve toer kan draaien rond een as 40 en in de ene of de andere positie vastgezet kan worden, bijvoorbeeld door middel van een niet weergegeven schroef. Het is duidelijk dat het verstellen van de tap 37 ook op andere manieren kan worden gerealiseerd.

De werking van de inrichting 1 is zeer eenvoudig en als volgt.

Om een draaikip beslag te realiseren worden het U-vormig element 14 en het koppeldeel 37 in een stand geplaatst zoals weergegeven in figuur 9A en 9B waarin de toestand is weergegeven waarin het raam 1 gesloten is en de vleugel 3 vergrendeld is ten opzichte van het kader 2, waarbij de vergrendelpennen 26 ingrijpen in het kader 2 waarvan de binnenrand 41 in streeplijn is weergegeven.

Deze toestand stemt bijvoorbeeld overeen met een neerwaarts gerichte sluitstand van de bedieningskruk 15.

Wanneer de kruk 15 vanuit deze stand bijvoorbeeld over een kwart slag wordt verdraaid naar een eerste openingsstand, dan worden de schuiflatten 18 naar beneden geschoven en wordt de schuiflat 28 naar links verplaatst, waardoor de vergrendelpennen 26 uit de uitsparingen 27 in het kader 2 worden teruggetrokken.

Tegelijkertijd wordt het schaarmechanisme 29 geblokkeerd zoals te zien is in figuur 10A terwijl de scharnierpen 13 uit het scharnierdeel 14 wordt getrokken tot tegenover de uitsparingen 25 in het U-vormig scharnierdeel zoals te zien is in figuur 10B, waardoor het raam kan worden opengedraaid rond de verticale as X-X' terwijl belet wordt dat het raam kan kippen rond de as Y-Y'.

Wanneer de kruk 15 over een kwart slag verder door wordt gedraaid tot in een tweede openingsstand, dan wordt, zoals te zien is in figuur 11A, het schaarmechanisme 29 ontgrendeld en wordt gelijktijdig de scharnierpen 13 in het scharnierdeel 14 geschoven om scharnierbaar te kunnen samenwerken.

Het is duidelijk dat op deze manier de vleugel 3 vanuit de gesloten stand van het raam 1 kan opengekipt worden rond de horizontale as Y-Y', terwijl belet wordt dat het raam 1 kan draaien rond de as X-X' .

Om van het draaikip raam een kipdraai raam te maken volstaat het om het koppeldeel 37 te verdraaien tot in een positie waarbij de tap 37 naar links is verplaatst zoals te zien is in figuur 12A en om het scharnierdeel 14 naar rechts te verplaatsen tot in een positie zoals weergegeven in figuur 12B.

Deze figuren 12A en 12B stemmen overeen met een positie van de kruk 15 overeenstemmend met de voornoemde sluitstand van de kruk 15.

Wanner de kruk 15 vanuit deze positie verdraaid wordt tot in de eerste openingsstand, dan wordt zoals is weergegeven is de figuren 13A en 13B, het schaarmechanisme gedeblokkeerd en worden de scharnierdelen 13 en 14 scharnierbaar gekoppeld, waardoor het raam kan kippen.

Indien de kruk dan nog verder wordt verdraaid tot in de tweede openingsstand, dan wordt het schaarmechanisme 28 geblokkeerd en wordt de scharnier 12 ontkoppeld, waardoor het raam nu kan opendraaien.

Het is duidelijk dat op een zeer eenvoudige manier kan overgegaan worden van een draaikip naar een kipdraai type van beslag door eenvoudigweg de onderdelen 14 en 37 te verplaatsen of te verstellen.

Het is ook duidelijk dat eenzelfde resultaat zou kunnen bekomen worden door de daarmee samenwerkende onderdelen 13 en 38 te verplaatsen of de samenwerkende onderdelen onderling te verplaatsen.

Volgens een bijzonder aspect van de uitvinding wordt een hoekoverbrenging 20 toegepast zoals in detail weergegeven in figuur 3 die bestaat uit een haakse geleiding 42 met een geleidingsgoot 42A waarin een elastisch buigzame lat 43 verschuifbaar is gevat, welke lat 43 aan haar uiteinden is voorzien van een koppelstuk 44 in de vorm van een verend kliksysteem voor de aankoppeling van andere voornoemde schuiflatten 18,21,28 of andere onderdelen van het beslag 6.

Het koppelstuk 44 van figuur 3 wordt gevormd door een houder 45 die ter plaatse van een betreffend uiteinde van de buigzame lat 43 onder deze lat 43 is bevestigd, in dit geval door middel van terugverende haken 46.

De houder 45 is voorzien van een ruimte 47 die begrensd wordt door een bodem 48 waarin een lichaam 49 is aangebracht dat door middel van een veer 50 tussen het lichaam 49 en de bodem 48 in de richting van de lat 44 wordt geduwd en waarop, in dit geval, twee knoppen of uitsteeksels 51 zijn voorzien die doorheen doorgangen in de buigzame lat 43 steken en er in rust met een zekere lengte bovenuit steken.

Deze uitsteeksels 51 zijn bedoeld om te kunnen samenwerken met complementaire doorgangen of uitsparingen 52 van een te koppelen onderdeel van het beslag 6 zoals te zien is in figuur 15.

De twee uitsteeksels 51 liggen op een afstand van elkaar, wat toelaat dat desgevallend twee onderdelen tegelijk gekoppeld kunnen worden aan eenzelfde uiteinde van de buigzame lat 43 van de hoekoverbrenging 20 zoals

Zodoende bekomt men voor een draaikip type beslag een raam dat enkel kan opendraaien en voor een kipdraai type beslag een raam dat enkel dat kippen.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een beslag volgens de uitvinding en de daarbij horende onderdelen kunnen in allerlei vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

bijvoorbeeld te zien is in figuur 15 waar aan één enkel koppelstuk 44 een schuiflat 18 en een vergrendelpen 26 zijn gekoppeld.

Het spreekt voor zich dat het koppelstuk 44 van slechts één enkel uitsteeksel 51 kan voorzien zijn of dat het koppelstuk 44 is uitgevoerd met twee uitsteeksels die elk onafhankelijk verend zijn opgesteld.

Dankzij dit systeem van koppelstukken 44 wordt de montage van het beslag wel heel eenvoudig. Hiertoe wordt bijvoorbeeld eerst een hoekoverbrenging 20 gemonteerd, waarna bijvoorbeeld de lat 28 in de beslaggroef 7 van het bovenste profiel 4 wordt geschoven tot aan het hoekstuk 20 en tot over een uitsteeksel 51 dat tegelijk wordt ingeduwd tegen de kracht in van de veer 50.

Wanneer de uitsparing 52 aan het uiteinde van de schuiflat 28 over het uitsteeksel 51 komt, zal dit uitsteeksel 51 in de uitsparing 52 klikken en wordt aldus een koppeling verzekerd tussen de schuiflat 28 en de buigzame lat 43 van het hoekstuk 20.

Volgens nog een ander aspect van de uitvinding kan de bediening 15 voorzien zijn van een blokkeermechanisme dat bijvoorbeeld is geïntegreerd in de basis 16 en dat belet dat de bedieningskruk 15 kan doorgedraaid worden tot in de tweede openingsstand.

Claims (15)

1.- Beslag van een raam met een vast kader (2) en een vleugel (3) en een bediening van het beslag voor het openen en sluiten van de vleugel (3) die verdraaibaar is rond een verticale as (X-X') of kipbaar is rond een horizontale as (Y-Y') al naargelang de stand van de bediening (15) die verplaatsbaar is van een sluitstand waarin het raam (1) gesloten is, naar een eerste openingsstand voor één van beide bewegingen van de vleugel (3), zijnde het draaien voor een draaikiptype van raam (1) of het kippen voor het kipdraaitype van raam (1), en verder door naar een tweede openingsstand voor de andere beweging, zijnde het kippen voor een draaikiptype van raam (1) of het draaien voor een kipdraaitype van raam (1), waarbij een schaarmechanisme (29) is voorzien met een hoofdarm (30) die voor het kippen van het raam (1) vrij verdraaibaar is ten opzichte van de vleugel (3) en voor het draaien van het raam (1) blokkeerbaar is ten opzichte van de vleugel (3) door middel van een blokkering met twee koppeldelen, respectievelijk een koppeldeel (37) op de hoofdarm (30) en een koppeldeel (38) op de vleugel (3), die door de bediening van het beslag (1) in elkaar kunnen grijpen voor de blokkering van de hoofdarm (30) of uit elkaar kunnen worden bewogen voor de vrije beweging van de hoofdarm (30), waarbij één van beide koppeldelen of beide koppeldelen (37-38) zijn uitgevoerd als een verstelbaar onderdeel dat toelaat, door onderlinge verstelling, het schaargedeelte van het beslag (1) te transformeren van een draaikiptype naar een kipdraaitype, daardoor gekenmerkt dat het koppeldeel (38) op de vleugel (3) is aangebracht op een schuif lat (28) die door middel van de bediening (15) verschuifbaar is langs een buitenomtrek (8) van de vleugel (3) en dat het koppeldeel (37) op de hoofdarm (30) is uitgevoerd als een verdraaibare arm (39) waarop een excentrisch geplaatste tap (37) is voorzien die kan samenwerken met een complementair vrouwelijk koppeldeel (38) op de schuiflat (28), welke arm (39) over een halve toer verdraaibaar is aangebracht op de hoofdarm (30) tussen twee blokkeerbare standen overeenstemmend respectievelijk met een draaikip-of kipdraaitype beslag (6).

2. Beslag volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat voor de transformatie van het ene type beslag (6) naar het andere type beslag (6) mogelijk is door verstelling van maximum twee onderdelen.

3. Beslag volgens conclusie 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van een losmaakbare scharnier (12) voor het kippen van het raam (1) met twee loskoppelbare scharnierdelen, respectievelijk een scharnierdeel (14) op het vast kader (2) en een scharnierdeel (13) op de vleugel (3), die door de bediening (15) van het beslag (6) in elkaar of uit elkaar kunnen worden geschoven, respectievelijk voor het kippen van het raam (1) en voor het draaien van het raam (1) , waarbij één van beide scharnierdelen (13-14) of beide scharnierdelen (13-14) zijn uitgevoerd als een verstelbaar onderdeel dat toelaat door onderlinge verstelling het beslag (6) te transformeren van een draaikiptype naar een kipdraaitype.

4. Beslag volgens conclusie één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde scharnierdelen (13-14) voor een draaikiptype beslag (6) zodanig worden geplaatst ten opzichte van elkaar dat voor een eerste openingsstand van de bediening (15) de scharnierdelen (13-14) in elkaar zijn geschoven, terwijl zij voor de tweede openingsstand uit elkaar zijn geschoven, en dat voor een kipdraaitype beslag (6) de scharnierdelen (13-14) zodanig worden geplaatst dat voor de eerste openingsstand van de bediening (15) de scharnierdelen (13-14) uit elkaar zijn geschoven en voor de tweede openingsstand de scharnierdelen (13-14) in elkaar zijn geschoven.

5. Beslag volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het scharnierdeel (14) op het vast kader (2) langs een binnenrand (41) van het kader (2) verstelbaar is tussen twee vaste posities, overeenstemmend respectievelijk met een positie voor een draaikipbeslag en een positie voor een kipdraaibeslag, en dat het scharnierdeel (13) op de vleugel (3) is aangebracht op een schuiflat (21-43) die door middel van de bediening (15) verschuifbaar is langs de buitenomtrek (8) van de vleugel (3).

6. Beslag volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat het scharnierdeel (13) op de schuiflat (21-43) van de vleugel (3) een scharnierpen is, terwijl het scharnierdeel (14) op het kader (2) is uitgevoerd als een U-vormig element dat op de binnenomtrek (41) van het kader (2) is aangebracht met de benen (24) naar binnen gericht en dat langs de binnenomtrek (41) van het kader (2) verplaatsbaar is tussen twee blokkeerbare standen overeenstemmend respectievelijk met een draaikip- of kipdraaitype beslag (6).

7. Beslag volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat het U-vormig element (14) een U-vormig profiel is waarvan de benen (24) in een centraal gedeelte over een lengte zijn voorzien van een uitsparing (25).

8. Beslag volgens conclusie 1 en conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat voor het transformeren van een draaikiptype beslag (6) naar een kipdraaitype beslag (6) en omgekeerd, het volstaat om één van de beide koppeldelen (37-38) van de blokkering van het voornoemde schaarmechanisme (29) en één van beide scharnierdelen (13-14) van de voornoemde losmaakbare scharnier (12) voor het kippen te verstellen.

9. Beslag volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het is voorzien van een vergrendelmechanisme in de vorm van minstens één vergrendelpen (26) in een hoek van het raam (1) , welke vergrendelpen (26) door de bediening (15) verschuifbaar is langs de omtrek (8) van de vleugel (3) tussen een positie waarbij, in de sluitstand van de bediening (15), de vergrendelpen (26) in een uitsparing (27) van het kader (2) grijpt, terwijl in de beide openingsstanden van de bediening (15) de vergrendelpen (26) uit deze uitsparing (27) in het kader (2) is teruggetrokken.

10. Beslag volgens conclusie 9 en conclusie 3, daardoor gekenmerkt dat één van beide scharnierdelen (13-14) van de losmaakbare scharnier (12) voor het kippen zijn voorzien op of deel uitmaken van de voornoemde vergrendelpen (26).

11. Beslag volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bediening (15) is samengesteld uit één of meer schuiflatten (18-21-28-44) die langs de buitenomtrek (8) van de vleugel (3) verschuifbaar zijn aangebracht in een beslaggroef (7) langs de buitenomtrek (8) van de vleugel (3), waarbij ter plaatse van een hoek van de vleugel (3) een hoekoverbrenging (20) wordt toegepast die bestaat uit een haakse geleiding (42) waarin een elastisch buigzame lat (43) verschuifbaar is gevat, welke buigzame lat (43) aan haar uiteinden is voorzien van een koppelstuk (44) in de vorm van een kliksysteem voor de aankoppeling van andere voornoemde schuiflatten (18-21-28) of andere onderdelen van het beslag (6).

12. Beslag volgens conclusie 11, daardoor gekenmerkt dat het koppelstuk (44) wordt gevormd door een houder (45) die ter plaatse van een betreffend uiteinde onder de buigzame lat (43) is bevestigd en waarin een lichaam (49) is aangebracht dat door middel van een veer (50) in de richting van de buigzame lat (43) wordt geduwd en waarop een uitsteeksel (51) is voorzien dat doorheen een doorgang in de buigzame lat (43) steekt en er in rust met een zekere lengte bovenuit steekt, waarbij dit uitsteeksel (51) is voorzien om te kunnen samenwerken met een doorgang of een uitsparing (52) van een te koppelen onderdeel van het beslag (6).

13. Beslag volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat het lichaam (49) is voorzien van twee dergelijke uitsteeksels (51) op een afstand van elkaar om toe te laten dat desgevallend twee onderdelen van het beslag (6) tegelijk gekoppeld kunnen worden aan eenzelfde uiteinde van de buigzame lat (43) van de hoekoverbrenging (20).

14. Beslag volgens conclusie 13, daardoor gekenmerkt dat tegelijk een schuiflat (18-21-28) en een voornoemde vergrendelpen (26) of scharnierdeel (13) gekoppeld kunnen worden aan eenzelfde uiteinde van de buigzame lat (43) van de hoekoverbrenging (20).

15. Beslag volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat de bediening (15) voorzien is van een blokkeermechanisme dat belet dat de bediening (15) naar de twee openingsstand kan verplaatst worden.