BE1016962A3 - Verdektliggend scharnier. - Google Patents

Verdektliggend scharnier. Download PDF

Info

Publication number
BE1016962A3
BE1016962A3 BE2006/0048A BE200600048A BE1016962A3 BE 1016962 A3 BE1016962 A3 BE 1016962A3 BE 2006/0048 A BE2006/0048 A BE 2006/0048A BE 200600048 A BE200600048 A BE 200600048A BE 1016962 A3 BE1016962 A3 BE 1016962A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
hinge
wing
hinge part
concealed
aforementioned
Prior art date
Application number
BE2006/0048A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Van Parys Remi E
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Van Parys Remi E filed Critical Van Parys Remi E
Priority to BE2006/0048A priority Critical patent/BE1016962A3/nl
Application granted granted Critical
Publication of BE1016962A3 publication Critical patent/BE1016962A3/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D1/00Pinless hinges; Substitutes for hinges
    • E05D1/04Pinless hinges; Substitutes for hinges with guide members shaped as circular arcs
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D15/00Suspension arrangements for wings
    • E05D15/48Suspension arrangements for wings allowing alternative movements
    • E05D15/52Suspension arrangements for wings allowing alternative movements for opening about a vertical as well as a horizontal axis
    • E05D15/5211Concealed suspension fittings
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D3/00Hinges with pins
    • E05D3/02Hinges with pins with one pin
    • E05D3/022Hinges with pins with one pin allowing an additional lateral movement, e.g. for sealing
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05DHINGES OR SUSPENSION DEVICES FOR DOORS, WINDOWS OR WINGS
    • E05D3/00Hinges with pins
    • E05D3/06Hinges with pins with two or more pins
    • E05D3/18Hinges with pins with two or more pins with sliding pins or guides
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
    • E05Y2201/00Constructional elements; Accessories therefor
    • E05Y2201/60Suspension or transmission members; Accessories therefor
    • E05Y2201/622Suspension or transmission members elements
    • E05Y2201/71Toothed gearing
    • E05Y2201/722Racks
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E05LOCKS; KEYS; WINDOW OR DOOR FITTINGS; SAFES
    • E05YINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASSES E05D AND E05F, RELATING TO CONSTRUCTION ELEMENTS, ELECTRIC CONTROL, POWER SUPPLY, POWER SIGNAL OR TRANSMISSION, USER INTERFACES, MOUNTING OR COUPLING, DETAILS, ACCESSORIES, AUXILIARY OPERATIONS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR, APPLICATION THEREOF
    • E05Y2900/00Application of doors, windows, wings or fittings thereof
    • E05Y2900/10Application of doors, windows, wings or fittings thereof for buildings or parts thereof
    • E05Y2900/13Type of wing
    • E05Y2900/148Windows

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Hinges (AREA)

Abstract

Verdekliggend scharnier voor het scharnierbaar verbinden van een vast kader (2) en een vleugel (3), welk scharnier (4A-4B) in hoofdzaak bestaat uit twee onderling verdraaibare scharnierdelen (10-11), daardoor gekenmerkt dat het eerste scharnierdeel (10) vast is bevestigd aan het vast kader (2) en het tweede scharnierdeel (11) verschuifbaar is aangebracht op de vleugel (3).

Description

Verdektliggend scharnier
De huidige uitvinding heeft betrekking op een verdektliggend scharnier.
Met verdektliggend scharnier wordt een scharnier bedoeld voor het scharnierbaar verbinden van een vleugel aan een vast kader, waarbij het scharnier is ingebouwd in een ruimte tussen de vleugel en het vast kader, zodat het scharnier, in een gesloten stand van de vleugel, niet zichtbaar is.
Bestaande verdektliggende scharnieren bestaan uit twee scharnierbladen die elk tweedelig zijn opgebouwd uit een eerste deel dat vast wordt verbonden met een vast kader, respectievelijk vleugel, welke eerste delen scharnierbaar verbonden zijn met tweede delen, waarbij beide tweede delen op hun beurt onderling scharnierbaar zijn verbonden door middel van een eigenlijke scharnieras.
Bij zulke bekende scharnieren verplaatst de voornoemde scharnieras zich ten opzichte van het vast kader en ten opzichte van de vleugel tijdens het openen of sluiten van de vleugel.
Een nadeel van dergelijke bekende verdektliggende scharnieren is dat ze, door hun opbouw, enkel kunnen worden toegepast bij relatief lichte vleugels, aangezien de draagkracht van de bekende verdektliggende scharnieren eerder beperkt is.
De huidige uitvinding heeft tot doel aan het voornoemd en andere nadelen een oplossing te bieden.
Hiertoe betreft de uitvinding een verdektliggend scharnier voor het scharnierbaar verbinden van een vast kader en een vleugel, welk scharnier in hoofdzaak bestaat uit twee onderling verdraaibare scharnierdelen, waarbij het eerste scharnierdeel vast is bevestigd aan het vast kader en het tweede scharnierdeel verschuifbaar is aangebracht op de vleugel.
Een voordeel van de huidige uitvinding is dat de scharnieras vast is ten opzichte van het vast kader, waarbij het tweede scharnierdeel dat verschuifbaar is aangebracht in de vleugel rechtstreeks is verbonden met het eerste scharnierdeel dat vast is aangebracht op het vast kader, zodat het tweede vleugeldeel ééndelig en relatief sterk kan worden uitgevoerd, zodat het verdektliggend scharnier volgens de uitvinding toelaat om te worden toegepast bij relatief zware vleugels.
Met het inzicht de kenmerken van de huidige uitvinding beter aan te tonen, worden hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven van een verdektliggend scharnier volgens de uitvinding, met verwijzing naar de bijgaande figuren, waarin: figuur 1 schematisch een raam weergeeft met een verdektliggend scharnier volgens de uitvinding; figuur 2 in perspectief en op grotere schaal een zicht weergeeft van het gedeelte dat in figuur 1 door F2 is aangeduid; figuur 3 eenzelfde zicht weergeeft als figuur 2, doch in een uiteengenomen vorm; figuur 4 een doorsnede weergeeft volgens lijn IV-IV in figuur 2; figuren 5 en 6 eenzelfde doorsnede weergeven als figuur 4, doch in andere standen van het verdektliggend scharnier volgens de uitvinding; figuren 7 tot 10 een eerste variante weergeven van figuren 3 tot 6; figuren 11 tot 14 een tweede variante weergeven van figuren 3 tot 6; figuren 15 tot 18 een derde variante weergeven van figuren 3 tot 6; figuren 19 tot 22 een vierde variant weergeven van figuren 3 tot 6; figuren 23 en 24 een vijfde variant weergeeft van figuren 3, respectievelijk 6; figuur 25 een gedeelte van eenzelfde raam weergeeft als figuur 24, doch in een andere stand; figuur 26 meer in detail het gedeelte weergeeft dat in figuur 25 door F26 is aangeduid; figuur 27 eenzelfde raam weergeeft als figuur 25, doch in een andere stand; figuur 28 een uiteengenomen zicht weergeeft van een scharnier dat is toegepast in het raam dat is weergeven in de figuren 25 en 27.
In figuur 1 is een raam 1 weergegeven dat in hoofdzaak bestaat uit een vast kader 2 en een vleugel 3 die onderling scharnierbaar zijn verbonden met behulp van twee verdektliggende scharnieren 4A, 4B volgens de uitvinding.
Zoals meer in detail is weergeven in figuur 2 en 3, zijn de scharnieren 4A, 4B volgens de uitvinding aangebracht in een ruimte 5 tussen de vleugel 3 en het vast kader 2, zodat de scharnieren 4A-4B, in een gesloten stand van het raam 1, aan het oog worden onttrokken.
Zoals bekend, zijn het vast kader 2 en de vleugel 3 van het raam 1 vervaardigd uit profielen 6-7, waarbij aan de naar elkaar gerichte zijwanden van de profielen 6 van het vast kader 2 groeven 8 zijn voorzien.
De profielen 7 van de vleugel 3 zijn aan hun naar elkaar gerichte zijwanden en aan hun van elkaar weg gerichte zijwanden voorzien van groeven 9.
De verdektliggende scharnieren 4A-4B van de uitvinding bestaan in hoofdzaak uit twee scharnierdelen 10 en 11.
Het eerste scharnierdeel 10 bestaat in dit geval uit een plaat 12 waarin één of meer gaten 13 zijn voorzien voor het bevestigen van de plaat op het vast kader 2 met behulp van schroeven of dergelijke. Verder zijn op de plaat 12, op een onderlinge afstand, twee dwarse ribben 14-15 aangebracht.
Beide ribben 14-15 zijn gebogen en omschrijven elk een sectie van een verschillende cirkel, welke cirkels een gemeenschappelijke as hebben die een virtuele scharnieras vormt waarrond beide scharnierdelen 10 en 11 kunnen scharnieren. Op de naar elkaar gerichte zijwand van beide ribben 14-15 is telkens een vertanding 16-17 voorzien.
Het tweede scharnierdeel 11 bestaat in dit geval uit een lat 18 die verschuifbaar is aangebracht in een langse groef 9 in een vleugelprof iel 7 dat zich dwars op de virtuele scharnieras uitstrekt.
In de voornoemde lat 18 is een gleuf 19 voorzien die zich in een langsrichting van de lat 18 uitstrekt.
Verder is de lat 18 voorzien van een gat 20 en van een zijrand 21 die aan één uiteinde van de lat 18 deels gebogen is uitgevoerd, waarbij dit gebogen gedeelte 22 een sectie van een cirkel omschrijft, al dan niet met eenzelfde straal als de cirkel die deels wordt omschreven door de eerste voornoemde ribbe 14.
Op het gebogen gedeelte 22 van de zijrand 21 is een vertanding 23 voorzien die kan samenwerken met de voornoemde vertanding 16 op de ribbe 14 van het eerste scharnierdeel 10.
Het verdektliggend scharnier 4A-4B volgens de uitvinding is tot slot voorzien van middelen die toelaten de vleugel 3 axiaal te verplaatsen ten opzichte van de voornoemde lat 18 bij het open- of toedraaien van het raam 1.
Deze middelen bevatten in dit geval twee tandwielen 24-25 met een verschillende diameter die coaxiaal op elkaar zijn bevestigd en die verdraaibaar zijn aangebracht op de voornoemde lat 18 door middel van een pen 26 die, doorheen het voornoemd gat 20 in de lat 18, in een centrale borging 27 in de tandwielen 24-25 is aangebracht.
Het eerste tandwiel 24 van de voornoemde tandwielen 24-25 werkt in een gemonteerde toestand van het scharnier 4A-4B
samen met de vertanding 17 op de voornoemde tweede ribbe 15 van het eerste scharnierdeel 10.
Verder bevatten de voornoemde middelen een tandlat 28 waarop aan één uiteinde een dwars gericht uitsteeksel 29 is voorzien dat zich doorheen de gleuf 19 uitstrekt en waarin, in dit geval, twee gaten 30 zijn voorzien waar doorheen schroeven 31 kunnen worden aangebracht teneinde de tandlat 28 vast te schroeven op de vleugel 3.
De tandlat 28 werkt met zijn vertanding 32 samen met het voornoemd tweede tandwiel 25.
Hierna wordt de werking van het verdektliggend scharnier volgens de uitvinding beschreven met verwijzing naar de figuren 4 tot 6 waarbij in deze figuren, om reden van duidelijkheid, een profiel 7 van de vleugel 3 is weergegeven met behulp van een afwisselend korte en lange streeplijn.
In een gesloten stand van het raam 1, zoals weergegeven in figuur 4, bevindt de tandlat 28 zich in een positie waarin het voornoemd uitsteeksel 29 zich, aan de naar de scharnierzijde 32 van het raam gerichte, uiteinde van de gleuf 19 in de lat 18 bevindt. Onder scharnierzijde 32 moet hierbij de zijde worden verstaan van het vast kader 2 waarrond de vleugel 2 scharniert.
Bij het openen van het raam 1, wordt de vleugel 3 en bijgevolg het tweede scharnierdeel 11 verdraaid ten opzichte van het vast kader 2 en het eerste scharnierdeel 10.
Bij het onderling verdraaien van beide voornoemde scharnierdelen 10 en 11 worden de tandwielen 24-25 verplaatst langsheen de vertanding 17 van het eerste scharnierdeel 10, waarbij de vertandingen van het eerste tandwiel 24 en van de voornoemde ribbe 15 samenwerken, met een rotatie van de beide tandwielen 24-25 als resultaat.
Het verdraaien van het tandwiel 25 resulteert in een lineaire verplaatsing van de tandlat 28 ten opzichte van de lat 18 in een richting weg van de scharnierzijde 32 van het vast kader 2, waardoor de vleugel 3 tijdens het opendraaien van de scharnierzi jde 32, van het vast kader 2, weg wordt verplaatst en de afstand A tussen het uitsteeksel 29 en het vast kader 2 vergroot.
Wanneer de vleugel 3 over een hoek is verdraaid, bij voorkeur over een hoek van 90° ten opzichte van het vast kader 2, bevindt het uitsteeksel 29 van de tandlat 28 zich, zoals weergegeven in figuur 6, in het uiteinde van de voornoemde gleuf 19 die het verst van de scharnierzijde 32 is gelegen, waarbij dit uiteinde als aanslag fungeert voor het opendraaien van de vleugel 3.
Bij het opnieuw sluiten van het raam 1 wordt een omgekeerde beweging uitgevoerd, waarbij de vleugel 3 opnieuw wordt verplaatst over het tweede scharnierdeel 11, dit maal naar de scharnierzijde 32 van het vast kader 2 toe.
In de figuren 7 tot 10 wordt een tweede voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergegeven van een verdektliggend scharnier 4A-4B volgens de uitvinding.
In deze tweede uitvoeringsvorm is de tweede rib 15 op het eerste scharnierdeel 10 vervangen door een gebogen gleuf 33.
Op de lat 12 van het eerste scharnierdeel 10 is verder een dwars gerichte tap 34 voorzien.
Het tweede scharnierdeel 11 bestaat in dit geval uit een analoge lat 18 met een deels gebogen zijrand 21 en vertanding 23. Aan het vertande uiteinde is op de lat 18 een pen 35 aangebracht die in de voornoemde gleuf 33 past.
Verder is in de lat 18 van het tweede scharnierdeel 11 een groef 36 voorzien en is in een zijrand van de lat 18 een uitsparing 37 voorzien waarin de voornoemde tap 34 van het eerste scharnierdeel 10 past.
De middelen voor het axiaal verplaatsen van de vleugel 3 ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11 bestaan in dit geval uit een hefboom 38 en een element 39 dat vast is bevestigd op de vleugel 3.
De hefboom 38 wordt gevormd door een stang 40 waarin aan één uiteinde een gleuf 41 is voorzien die een geleiding vormt voor de voornoemde tap 34 van het eerste scharnierdeel 10.
In het ander uiteinde van de hefboom 38 is een opening 42 aangebracht waarin een as 43 is voorzien die verplaatsbaar is aangebracht in de voornoemde groef 36 in het tweede scharnierdeel 11.
Aan dit andere uiteinde van de hefboom 38, is de stang 4 0 voorzien van een zijwaarts uitstekend uitsteeksel 44 waarin een tweede opening 45 is aangebracht.
Het voornoemd element 39 vervangt de tandlat 28 uit de uitvoeringsvorm in de figuren 3 tot 6 en is bij voorkeur eveneens voorzien van het voornoemd uitsteeksel 29.
In het element 39 is een doorgang 4 6 aangebracht waar doorheen een pen 47 is voorzien die zich uitstrekt tot in de voornoemde opening 45 in de hefboom 38, zodat het element 39 en de hefboom 38 onderling verdraaibaar zijn verbonden.
De werking van deze tweede voorkeurdragende uitvoeringsvorm is eenvoudig en als volgt.
In een gesloten positie van het raam 1, zoals weergegeven in figuur 8, bevindt de pen 35 zich in een uiteinde van de gleuf 33 die naar de scharnierzijde 32 van het vast kader 2 is gericht. Hetzelfde geldt voor de as 43 in groef 36.
Zoals weergegeven in figuur 9, worden, bij het opendraaien van de vleugel 3, beide scharnierdelen 10 en 11 onderling verdraaid rond een virtuele scharnieras. Deze scharnierbeweging wordt geleid door de verplaatsing van de voornoemde pen 35 in de gleuf 33 die is voorzien in het eerste scharnierdeel 10.
Door het onderling scharnieren van beide scharnierdelen 10-11, wordt de hefboom 38 van de scharnierzijde van het vast kader 2 weggeduwd, totdat deze verschuiving wordt omgekeerd.
Bij het verder opendraaien van de vleugel 3, gaat de hefboom 38 roteren rond de tap 34, welke rotatie wordt geleid in de groef 36 en resulteert in het lineair verplaatsen van de vleugel 2 ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11 in een zin weg van de scharnierzijde 32 van het vast kader 2, waardoor de afstand A tussen het uitsteeksel 29 en het vast kader 2 toeneemt tot op het ogenblik dat de tap 34 ten einde komt van de groef 36 en aldus een aanslag vormt voor het openen van het raam 1.
Opgemerkt wordt dat in deze uitvoeringsvorm, de hefboom 38 enkel in een axiale richting wordt belast en niet bijdraagt in het dragen van de vleugel 3 die volledig wordt gedragen door het tweede scharnierdeel 11 van de verschillende scharnieren 4A-4B waarmee deze is opgehangen aan het vast kader 2. Hierdoor biedt het scharnier 4A-4B volgens de uitvinding het voordeel dat de vleugel relatief zwaar kan worden uitgevoerd.
Verder wordt opgemerkt dat in deze uitvoeringsvorm het tweede scharnierdeel 11 niet is aangebracht in een groef 9 van een vleugelprofiel 7, doch dat in dit geval het voornoemd element 39 in zulke groef 9 is bevestigd, waarbij de lat 18 verschuifbaar is bevestigd op het element 39, en dit volgens de richting van de groef 9 of loodrecht op de rotatieas.
In de figuren 11 tot 14 wordt een derde voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergegeven.
In deze derde uitvoeringsvorm bestaat het eerste scharnierdeel 10 uit een soortgelijke plaat 12 met gaten 13 voor het bevestigen van deze plaat 12 op een profiel 6 van het vast kader 2 en met de voornoemde gleuf 33. In de plaat 12 is verder een langse gleuf 48 en een dwarse groef 49 met een gebogen verloop voorzien.
In de nabijheid van de voornoemde dwarse groef 4 9 is de plaat 12 voorzien van een opstaand gedeelte 50, waarop, op een afstand van de plaat 12, een uitsteeksel 51 is bevestigd waarin een tweede dwarse groef 52 is aangebracht waarvan de zijranden in het verlengde liggen van de zijranden van de dwarse groef 49 in de plaat 12.
Het tweede scharnierdeel 11 bestaat in dit geval uit een lat 18, die met één uiteinde 53 tussen het voornoemd uitsteeksel 51 en de plaat 12 van het eerste scharnierdeel 10 is aangebracht. In het voornoemd uiteinde 53 van de lat 18 is een doorgang 54 aangebracht. Doorheen de voornoemde groeven 4 9 en 52 en doorheen de doorgang 54 is een as 55 voorzien voor het scharnierbaar verbinden van de voornoemde scharnierdelen 10 en 11.
Verder is het tweede scharnierdeel 11 voorzien van de voornoemde pen 35 die verplaatsbaar is aangebracht in de voornoemde groef 33 in het eerste scharnierdeel 10.
In dit geval is nagenoeg centraal in de lat 18, aan de zijde die van het eerste scharnierdeel 10 is weggericht, een schroefdraadgat 56 voorzien die gelegen is tussen twee opstaande langse ribben 57 van de lat 18.
Aan het vrije uiteinde van de lat 18 tenslotte, is in dit geval een uitsteeksel 58 voorzien dat zich in het verlengde van de lat 18 uitstrekt en waarin een uitsparing 59 is aangebracht.
De voornoemde middelen voor het axiaal verplaatsen van de vleugel 3 ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11 bestaan in dit geval uit een element 39 dat vast aan de vleugel 3 is bevestigd en uit een hefboom 38.
Het element 39 is verschuifbaar aangebracht tussen de voornoemde opstaande ribben 57 van het tweede scharnierdeel 11 en is bij voorkeur voorzien van een langsgerichte gleuf 60 waar doorheen een schroef 61 is aangebracht die is bevestigd in het voornoemd schroefdraadgat 56 in het tweede scharnierdeel 11, één en ander zodat de verschuiving van het element 39 ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11 steeds in een axiale richting van het tweede scharnierdeel 11 gebeurt.
Verder is in het element 39 een gat 62 voorzien.
De hefboom 38 bestaat in dit geval uit een stang 40 waarin drie gaten 63, 64 en 65 zijn voorzien, een eerste en een tweede gat 63-64 aan één uiteinde van de stang 40 en een derde gat 65 aan het tegenoverstaande uiteinde van de stang 40.
In elk van de gaten 63 tot 65 is een tap 66, respectievelijk, 67 en 68 voorzien, waarbij de eerste tap 66 zich uitstrekt van in het eerste gat 63 van de stang 40 tot in het voornoemd gat 62 in het voornoemd element 39 teneinde beide delen scharnierbaar te verbinden, waarbij de tweede tap 67 verplaatsbaar is geleid in de uitsparing 59 van het tweede scharnierdeel 11 en waarbij de derde tap 68 verplaatsbaar is geleid in de langse gleuf 48 in het eerste scharnierdeel 10.
De werking van deze derde voorkeurdragende uitvoeringsvorm is weergegeven in de figuren 12 tot 14.
In een gesloten stand van het raam 1, zoals weergegeven in figuur 12, strekken het eerste en tweede scharnierdeel 10-11, het voornoemd element 39 en de stang 40 zich alle in eenzelfde richting uit, waarbij de tap 68, die de stang 40 verbindt met het eerste scharnierdeel 10, zich in het uiteinde van de langse gleuf 48 bevindt die van de scharnierzijde 32 van het vast kader 2 is weggericht.
Bij het opendraaien van de vleugel 3 scharniert de voornoemde stang 40 rond de tap 66 die deze stang 40 verbindt met de vleugel 3. Dit scharnieren gaat gepaard met een verplaatsing van de tap 67 in de uitsparing 59 in het tweede scharnierdeel 11, waardoor een hefboomwerking wordt gerealiseerd die de vleugel 3 weg van het vast kader 2 verplaatst en de afstand A tussen de tap 66 en het vast kader toeneemt, tot wanneer, bijvoorbeeld, de as 61 ten einde komt van de gleuf 60.
Deze verplaatsing wordt geleid met behulp van de voornoemde opstaande ribben 57 op het tweede scharnierdeel 11 en met behulp van de gleuf 60 en de daarin verplaatsbaar aangebrachte schroef 61, waardoor de verplaatsing van de vleugel 3 lineair is ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11.
Bij het opnieuw sluiten van de vleugel 3 wordt een omgekeerde verplaatsing van de vleugel 3 ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11 bekomen.
Opgemerkt wordt dat, in de hierboven beschreven uitvoeringsvorm, de scharnieras van de beide scharnierdelen 10-11 bij het openen en sluiten van de vleugel 3 wordt verplaatst ten opzichte van het eerste scharnierdeel 10 en dus ten opzichte van het vast kader 2.
In de figuren 15 tot 18 is een vierde voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergegeven, waarbij het eerste scharnierdeel 10 in dit geval is geïntegreerd in het vast kader 2 maar normalerwijze ook als een afzonderlijk scharnierdeel 10 is uitgevoerd en wordt gevormd door een profiel 6 van dit vast kader 2, welk profiel zich dwars op de scharnieras van het scharnier 4A-4B uitstrekt en waarin twee gaten 69 en 70 zijn voorzien.
Het tweede scharnierdeel 11 bestaat in dit geval uit een lat 18 met een uitsteeksel 58 aan een uiteinde van deze lat 18.
In het uitsteeksel 58 in het verlengde van de lat 18 zijn twee gleuven voorzien die elk een geleiding 71-72 vormen. In het ander uiteinde van de lat 18 is een doorgang 54 voorzien waar doorheen, zoals in de derde uitvoeringsvorm, de scharnieras 55 is voorzien die zich tot in het gat 69 in het vast kader 2 uitstrekt en aldus beide scharnierdelen 10-11 scharnierbaar verbindt.
De middelen voor het verplaatsen van de vleugel 3 ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11 bestaan in dit geval uit een hefboommechanisme 38 dat is samengesteld uit twee armen 73 en 74.
Een eerste arm 73 is aan elk van zijn uiteinden voorzien van een gat 75-76, waarbij doorheen het eerste gat 75 een pen 77 is aangebracht die scharnierbaar is voorzien in het voornoemd gat 70 in het vast kader 2.
Doorheen het tweede gat 76 is een as 78 aangebracht die is voorzien in een doorgang 7 9 in een uiteinde van de tweede arm 74 zodat beide armen 73 en 74 onderling scharnierbaar zijn verbonden.
De tweede arm 74 is aan zijn vrije uiteinde scharnierbaar verbonden met een profiel 7 van de vleugel 3 door middel van een as 80 die bevestigd is op een niet in de figuren zichtbare plaat die bijvoorbeeld in een groef 9 van het profiel 7 is aangebracht. Tot slot zijn, op de tweede arm 74, twee tappen 81-82 voorzien die verplaatsbaar zijn aangebracht in de geleidingen 71 en 72 in het tweede scharnierdeel 11.
De werking van deze vierde uitvoeringsvorm is weergegeven in de figuren 16 tot 18.
Zoals is weergegeven in figuur 16, bevinden de armen 73-74 zich in een gesloten stand van het raam 1 parallel boven elkaar. Bij het openen van de vleugel 3 scharnieren de armen 73 en 74 rond de as 78 en zal de tweede arm 74 verdraaien ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11 en ten opzichte van de vleugel 3.
Dit scharnieren wordt begeleid door de verplaatsing van de tappen 81 en 82 in de geleidingen 71 en 72 in het tweede scharnierdeel 11, waardoor een hefboomwerking ontstaat die resulteert in het vergroten van de afstand A tussen de as 80, waardoor de vleugel tijdens het openen van het raam 1 van het vast kader 2 weg wordt verplaatst.
Bij het opnieuw sluiten van het raam 1, zal de vleugel 3 in een omgekeerde zin worden verplaatst ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11.
In de figuren 19 tot 22 is een vijfde voorkeurdragende uitvoeringsvorm weergegeven.
Zoals is weergegeven in figuur 19 bestaat het eerste scharnierdeel 10 in dit geval uit een plaat 12 die is bevestigd aan het vast kader 2 en die aan één uiteinde, door middel van een as 55 is verbonden aan het tweede scharnierdeel 11.
Verder is in het eerste scharnierdeel 10 aan zijn vrije uiteinde voorzien van een groef 83.
Het tweede scharnierdeel 11 bestaat uit een lat 18 die met één uiteinde scharnierbaar is verbonden aan het voornoemd eerste scharnierdeel 10 en die aan zijn ander uiteinde is voorzien van een uitsparing 84 waarvan één van de zijranden is voorzien van een vertanding 85.
De middelen voor het axiaal verplaatsen van de vleugel 3 ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11 bestaan in dit geval uit een samenstel van twee armen 73-74 en uit een element 39.
Een eerste voornoemde arm 73 is aan één uiteinde voorzien van een pen 77 die verplaatsbaar is aangebracht in de groef 83, waarbij, in deze groef 83, bij voorkeur een veerkrachtig element 86 is aangebracht dat de pen 77 naar de scharnierzijde 32 van het raam 1 duwt.
Het ander uiteinde van de eerste arm 73 is scharnierbaar verbonden met de tweede arm 74 door middel van een as 78.
De tweede arm 74 is aan zijn vrije uiteinde voorzien van as 80 waarop een sectie 87 van een tandwiel verdraaibaar is bevestigd dat samenwerkt met de voornoemde vertanding 85 op het tweede scharnierdeel 11.
Het voornoemd element 39 tenslotte is, enerzijds, voorzien van een uitsteeksel 29 waarmee het kan worden bevestigd aan de vleugel 3 en is, anderzijds, verdraaibaar bevestigd aan de as 80 van de voornoemde sectie 87 van het tandwiel en aan het vrije uiteinde van de voornoemde tweede arm 74.
De werking van deze uitvoeringsvorm is weergegeven in de figuren 20 tot 22 en is essentieel analoog aan de werking van de eerder beschreven vierde uitvoeringsvorm, waarbij het verschil bestaat uit de wijze waarop de beweging van de armen 73-74 wordt geleid. In deze vijfde uitvoeringsvorm wordt de voornoemde geleiding bekomen met behulp van de sectie 87 van het tandwiel dat samenwerkt met de vertanding 85 op het tweede scharnierdeel 11.
In figuren 23 tot 29 tenslotte worden twee scharnieren 4A-4B weergegeven die samen kunnen worden toegepast voor het ophangen van een vleugel 3 aan een vast kader 2 van een zogenaamd draai-kip systeem, waarbij de vleugel 3 rond twee haaks op elkaar staande scharnierassen kan worden verdraaid ten opzichte van het vast kader 2.
Om reden van eenvoud wordt in de hiernavolgende beschrijving verondersteld dat de vleugel 3 rond een verticale as kan worden geroteerd voor de draaibeweging en rond een horizontale as voor de kipbeweging.
In dit geval is de vleugel 3 aan de scharnierzi jde 32 opgehangen aan het vast kader 2 door middel van twee scharnieren 4, meer bepaald een eerste scharnier 4A onderaan de vleugel 3 en een tweede scharnier 4B bovenaan de vleugel 3, waarbij verder wordt verondersteld dat de vleugel 3 voor de kipbeweging roteert rond een horizontale as onderaan deze vleugel 3.
In dit geval bestaat het onderste scharnier 4A uit een eerste scharnierdeel 10 dat vast kan worden bevestigd aan het vast kader 2.
Het eerste scharnierdeel 10 bestaat in dit geval uit een lat 12 die, aan haar uiteinde dat naar de scharnierzijde 32 van het raam 1 is gericht, is voorzien van een groef 88 waarvan één langse zijwand 89, in dit geval een kleinere hoogte vertoont dan de tegenoverstaande zijwand 90 die bij voorkeur concaaf gebogen is uitgevoerd.
Aan het tegenoverstaand uiteinde van de voornoemde lat 12 kan optioneel, doch niet noodzakelijk, een uitsparing 84 worden voorzien waarin een optioneel veerkrachtig element 86 is aangebracht.
Het tweede scharnierdeel 11 bestaat in dit geval uit een lichaam 18 waarin een doorgang 54 is aangebracht waar doorheen een pen 55 verdraaibaar is aangebracht, welke pen 55 aan zijn naar het eerste scharnierdeel 10 gerichte uiteinde is voorzien van een voetstuk 91 dat kantelbaar is aangebracht in de voornoemde groef 88 in het eerste scharnierdeel 10 en dat hiertoe is uitgevoerd als een segment van een cilindrische as.
Het voorgaande impliceert dat het tweede scharnierdeel 11 kantelbaar om een horizontale as en scharnierbaar om een verticale as is aangebracht op het eerste scharnierdeel 10.
Verder is het tweede scharnierdeel 11 voorzien van een gat 92 en is aan de van het eerste scharnierdeel weggerichte zijde van dit scharnierdeel 11 een T-vormig uitsteeksel 93 voorzien dat een geleiding vormt.
De middelen voor het axiaal verplaatsen van de vleugel 3 ten opzichte van het tweede scharnierdeel 11 bestaan in dit geval uit een hefboommechanisme dat bestaat uit drie armen 94, 95 en 96 en uit een element 39 dat is bevestigd aan de vleugel 3.
Een eerste arm 94 van voornoemd hefboommechanisme is, enerzijds, scharnierbaar bevestigd rond een as 97 die verplaatsbaar is aangebracht in de voornoemde uitsparing 84 in het eerste scharnierdeel 10 en anderzijds, scharnierbaar bevestigd aan een tweede arm 95 van het voornoemd hefboommechanisme.
De tweede arm 95 is aan zijn vrije uiteinde voorzien van twee gaten 97 en 98, waar doorheen, pennen 99, respectievelijk 100, zijn aangebracht, waarbij een eerste pen 99 de tweede arm 95 scharnierbaar verbindt met de derde arm 96 en waarbij de tweede pen 100 is aangebracht in het gat 92 in het tweede scharnierdeel 11 zodat de tweede arm 95 en het tweede scharnierdeel 11 onderling scharnierbaar zijn verbonden.
De derde arm 96 tenslotte is met zijn vrije uiteinde scharnierbaar bevestigd aan het element 39 door middel van een as 101.
Het element 39 is verschuifbaar aangebracht op het tweede scharnierdeel 11 met behulp van twee ribben 102 met naar elkaar gerichte dwarse randen die samenwerken met de voornoemde T-vormige geleiding 93.
De werking van dit scharnier 4A is eenvoudig en gaat als volgt.
In een gesloten stand van het raam 1 bevinden de verschillende armen 94 tot 96 van het voornoemd hefboommechanisme zich parallel boven elkaar en strekken ze zich uit in een richting dwars op de verticale scharnieras van het raam 1.
Bij het openen van de vleugel 3, zoals is weergegeven in figuur 24, roteert de derde arm 96 rond de pen 99, en wordt ook de tweede arm 95 geroteerd ten opzichte van de eerste arm 94.
Doordat de twee pennen 99 en 100 samen met de tweede arm 95 een hefboom vormen, resulteren de voornoemde rotaties van de armen 95 en 96 in een variatie van de afstand A waarop, respectievelijk het tweede scharnierdeel 11 en het element 39 zijn verbonden aan het hefboommechanisme, waardoor de vleugel 3 axiaal wordt verschoven ten opzichte van het tweede scharnierdeel in een zin weg van de verticale scharnierzijde 32 van het vast kader 2.
Het bovenste scharnier 4B van het raam 1 is in hoofdzaak analoog aan het scharnier 4A, met dat verschil dat de beide scharnierdelen 10 en 11 enkel scharnierbaar en niet kantelbaar met elkaar zijn verbonden en dat het tweede scharnierdeel 11 is uitgevoerd als een lat 18 die aan zijn vrije uiteinde 103 scharnierbaar/geleidend via een geleidingsstuk is verbonden met de vleugel 3.
Zoals bekend in kipramen, is de vleugel voorzien van een vergrendeling 104 die toelaat de voornoemde lat 18 te vergrendelen en te ontgrendelen ten opzichte van de vleugel, waarbij deze lat 18 zich in een vergrendelde toestand parallel uitstrekt aan een, in dit geval, horizontaal profiel 7 van de vleugel 3 en enkel axiaal verschuifbaar is ten opzichte van deze vleugel 3 en, waarbij deze lat 18, in een niet vergrendelde toestand scharnierbaar is bevestigd aan het voornoemd profiel 7 van de vleugel 3.
Zoals is weergegeven in figuur 28 wordt de voornoemde vergrendeling 104 in hoofdzaak gevormd door verschillende tappen 105 die zijn voorzien op de lat 18 en uit verschillende daarmee samenwerkende ankers 106 die zijn aangebracht op een zogenaamde tringel 107 die verschuifbaar is aangebracht in een groef 9 in een profiel 7 van de vleugel 3.
Deze tringel 107 die, zoals bekend, wordt aangedreven door een niet in de figuren weergegeven kruk op het raam 1, laat toe de ankers 106 axiaal te verplaatsen tussen een positie waarin ze samenwerken met de tappen 105 en aldus een verdraaiing van het tweede scharnierdeel 11 ten opzichte van de vleugel 3 verhinderen en een positie waarin de tappen 105 vrij zijn, zodat de lat 18 kan verdraaien ten opzichte van de vleugel 3.
Opgemerkt wordt dat voor draai-kipramen ook een ander type scharnier volgens de uitvinding kan worden toegepast, waarbij in één van de scharnieren 4A, 4B het tweede scharnierdeel 11 is uitgevoerd, zoals hierboven beschreven voor het scharnier 4B in figuur 28.
Opgemerkt wordt dat het voornoemd scharnier 4 volgens de uitvinding kan worden toegepast voor een deur als voor een raam of voor andere inrichtingen die bestaan uit een vleugel die scharnierbaar is bevestigd aan een kader.
Het is verder duidelijk dat de profielen 6-7 van het vast kader 2 en de vleugel 3 niet noodzakelijk moeten worden voorzien van groeven 8-9 voor het bevestigen van de verschillende scharnieronderdelen, maar dat deze bevestiging eveneens op een alternatieve wijze kan worden bekomen.
De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de hierboven beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvorm, doch een verdektliggend scharnier volgens de uitvinding kan volgens verscheidene varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (18)

1. Verdektliggend scharnier voor het scharnierbaar verbinden van een vast kader (2) en een vleugel (3) , welk scharnier (4A-4B) in hoofdzaak bestaat uit twee onderling verdraaibare scharnierdelen (10-11), daardoor gekenmerkt dat het eerste scharnierdeel (10) vast is bevestigd aan het vast kader (2) en het tweede scharnierdeel (11) verschuifbaar is aangebracht op de vleugel (3).
2. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat het scharnier (4A-4B) middelen bevat die toelaten de vleugel (3) te verplaatsen ten opzichte van het tweede scharnierdeel (11) tijdens het onderling scharnieren van beide voornoemde scharnierdelen (10-11).
3. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen in hoofdzaak bestaan uit een vertanding (17) die is voorzien op het eerste scharnierdeel (10); uit een tandwiel (24-25) dat gelagerd is in het tweede scharnierdeel (11) en dat samenwerkt met de voornoemde vertanding (17) en uit een tandlat (28) die vast is bevestigd aan de voornoemde vleugel (3) en die samenwerkt met het voornoemd tandwiel (24-25).
4. Verdektliggend scharnier volgens één van de conclusies 2 of 3, daardoor gekenmerkt dat het eerste scharnierdeel (10) bestaat uit een plaat (12) waarop twee ribben (14-15) zijn aangebracht die elk een sectie van een cirkel omschrijven, waarbij beide cirkels een gemeenschappelijke as hebben en waarbij beide ribben (14-15) op hun naar elkaar gerichte zijden zijn voorzien van een vertanding (16-17).
5. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde gemeenschappelijke as een virtuele as is waarrond het eerste en het tweede scharnierdeel (10-11) onderling scharnieren.
6. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat het tweede scharnierdeel (10) bestaat uit een lat (18) waarvan een zijrand (21) deels cirkelvormig is gebogen, welk deel van een vertanding (23) is voorzien, waarbij deze vertanding (23) kan samenwerken met een eerste voornoemde vertanding (16) op het eerste scharnierdeel (10) .
7. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 6, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde lat (18) bedoeld is om verschuifbaar te worden aangebracht in een groef (9) in een profiel (7) van de voornoemde vleugel (3).
8. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde groef (9) van de vleugel (3) zich in een richting dwars op de scharnieras van het verdektliggend scharnier (4Ά-4Β) uitstrekt.
9. Verdektliggend scharnier volgens conclusies 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde middelen die toelaten de vleugel te verplaatsen ten opzichte van het tweede scharnierdeel, in hoofdzaak bestaan uit een hefboommechanisme en een element (39) dat vast is aangebracht op de vleugel (3).
10. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd hefboommechanisme bestaat uit een stang (40) die met één uiteinde scharnierbaar en verplaatsbaar is bevestigd ten opzichte van het vast kader (2) en die met zijn ander uiteinde, enerzijds scharnierbaar is bevestigd aan het tweede scharnierdeel (11) en, anderzijds, scharnierbaar is bevestigd aan de vleugel (3).
11. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde stang (40) scharnierbaar en verplaatsbaar is aangebracht in een gebogen groef (36) die een geleiding vormt, zodat de vleugel (3) axiaal wordt verplaatst ten opzichte van het tweede scharnierdeel (11) bij het openen of sluiten van de vleugel (3).
12. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 9, daardoor gekenmerkt dat het hefboommechanisme is samengesteld uit twee armen (73-74) die aan één uiteinde onderling scharnierbaar zijn verbonden, waarbij een eerste arm (73) met zijn vrije uiteinde scharnierbaar is verbonden met het vast kader (2) en waarbij de tweede arm (74) scharnierbaar is verbonden met de vleugel (3).
13. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde tweede arm (74) is voorzien van tappen (81-82) die zijn geleid in gleuven (71— 72) die zijn voorzien in het tweede scharnierdeel (11) voor het geleiden van de verplaatsing van de vleugel (3) ten opzichte van het tweede scharnierdeel (11).
14. Verdektliggend scharnier volgens conclusie 12, daardoor gekenmerkt dat de voornoemde tweede arm (74) is voorzien van een tandwielgedeelte dat verdraaibaar op deze arm (7 4) is aangebracht en dat samenwerkt met een vertanding (85) die is voorzien op het tweede scharnierdeel (11) .
15. Verdektliggend scharnier volgens conclusies 1 of 2, daardoor gekenmerkt dat het voornoemd hefboommechanisme bestaat uit drie armen (94-95-96) waarvan een eerste arm (96) scharnierbaar is bevestigd aan het vast kader (2) en met zijn vrije uiteinde scharnierbaar is bevestigd met een tweede arm (95), welke tweede arm (95) met zijn vrij uiteinde, enerzijds scharnierbaar is bevestigd aan het tweede scharnierdeel (11) en, anderzijds, scharnierbaar is bevestigd aan een derde arm (96) die zelf met zijn vrije uiteinde scharnierbaar is bevestigd met de vleugel (3) .
16. Verdektliggend scharnier volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het eerste en twee scharnierdeel (10-11) onderling scharnierbaar zijn verbonden door een as (55) die aan één uiteinde is voorzien van een wigvormig voetstuk dat kantelbaar is aangebracht in een groef (88) in het eerste scharnierdeel (10).
17. Verdektliggend scharnier volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het eerste scharnierdeel (10) is geïntegreerd in het vast kader (2).
18. Verdektliggend scharnier volgens één van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat het tweede scharnierdeel (11) bestaat uit een lat (18) die scharnierbaar is aangebracht op de vleugel (3) en die is voorzien van één of meer tappen (105) en dat de vleugel is voorzien van een vergrendeling (104) die bestaat uit een zogenaamde tringel (107) waarop ankers (106) zijn voorzien die kunnen samenwerken met de voornoemde tappen (105), teneinde het tweede scharnierdeel (10) tegen scharnieren te vergrendelen ten opzichte van de vleugel (3).
BE2006/0048A 2006-01-23 2006-01-23 Verdektliggend scharnier. BE1016962A3 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2006/0048A BE1016962A3 (nl) 2006-01-23 2006-01-23 Verdektliggend scharnier.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2006/0048A BE1016962A3 (nl) 2006-01-23 2006-01-23 Verdektliggend scharnier.
BE200600048 2006-01-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1016962A3 true BE1016962A3 (nl) 2007-11-06

Family

ID=36809009

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2006/0048A BE1016962A3 (nl) 2006-01-23 2006-01-23 Verdektliggend scharnier.

Country Status (1)

Country Link
BE (1) BE1016962A3 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2098668A3 (de) * 2008-03-06 2014-02-19 Roto Frank Ag Verdeckt liegende Beschlaganordnung

Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1998319A (en) * 1933-07-03 1935-04-16 Atwood Vacuum Machine Co Hinge
EP1498563A1 (de) * 2003-07-15 2005-01-19 Gretsch-Unitas GmbH Baubeschlagfabrik Spaltlüftungsvorrichtung
EP1531226A2 (de) * 2003-11-13 2005-05-18 Siegenia-Aubi Kg Scharnierbeschlag für Dreh-Kipp-Fenster oder -Türen

Patent Citations (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1998319A (en) * 1933-07-03 1935-04-16 Atwood Vacuum Machine Co Hinge
EP1498563A1 (de) * 2003-07-15 2005-01-19 Gretsch-Unitas GmbH Baubeschlagfabrik Spaltlüftungsvorrichtung
EP1531226A2 (de) * 2003-11-13 2005-05-18 Siegenia-Aubi Kg Scharnierbeschlag für Dreh-Kipp-Fenster oder -Türen

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
EP2098668A3 (de) * 2008-03-06 2014-02-19 Roto Frank Ag Verdeckt liegende Beschlaganordnung

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5971514A (en) Cabinet door prop unit
RU2413827C2 (ru) Подвесной шкаф с переворачивающимися дверцами
BE1017348A3 (nl) Verdektliggend scharnier.
TWI647371B (zh) 用於門扇的引導系統
BE1016457A3 (nl) Vergrendelmechanisme voor een raam of dergelijke.
TW201700849A (zh) 用於傢俱之減速鉸鏈
NL8003097A (nl) Jaloezie en tuimelmechanisme daarvoor.
JP2009511793A (ja) 回転開き戸を開口し且つ保持する装置
JP3339837B2 (ja) 回動扉をもったオーバーヘッドキャビネット
JPH02176086A (ja) キャビネットのドア装置
BE1016962A3 (nl) Verdektliggend scharnier.
RU2338859C1 (ru) Стеклянная дверная створка, поворачиваемая вокруг верхней и нижней поворотных цапф
BE1023748B1 (nl) Verdektliggend scharnier voor een draai-kip en kip-draai raam en raam daarmee uitgerust
CN114223317B (zh) 多设备箱体的安装装置、包括这种安装装置的安装框架以及包括这种安装框架和多设备箱体的多设备装置
US1049072A (en) Gravity-hinge.
JP4195464B2 (ja) 折戸システム
NL1009220C2 (nl) Samenstel voorzien van een een opening begrenzend kozijn en een ten opzichte van het kozijn in de openingsrichting verschuifbaar paneel.
AU722498B3 (en) A louvre operating mechanism comprising link members, a rack member and a gear member
JP6941360B2 (ja) 倒れ窓の障子倒れ角ロック機構
BE1014569A3 (nl) Kantelraam met een sluiting en bedieningsmechanisme en schaarmechanisme voor kantelraam.
US582240A (en) S peters co
JP3120212B2 (ja) 扉開閉用ダンパー
BE1015260A3 (en) Scissor mechanism for tilt and turn window, comprises connecting arm, auxiliary arm, actuator arm, follower pin, actuator bar and base piece with guide
JPH07331951A (ja) オーバーヘッドドア
FR2786219A1 (fr) Mecanisme pour l'ouverture et fermeture de portes coulissantes

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20080131