NL9420011A - Machine voor het maken en positioneren van zakken gemaakt uit heetsmeltend kunststofmateriaal. - Google Patents

Description

MACHINE VOOR HET MAKEN EN POSITIONEREN VAN ZAKKEN GEMAAKT UIT HEETSMELTEND KUNSTSTOFMATERIAAL

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een machine voor het maken en positioneren van zakken gemaakt uit heetsmeltend kunststofmateriaal, bedoeld om gevuld te worden met produkten die een in hoofdzaak prismatische vorm bezitten.

Een zeer gebruikelijk toepassingsgebied van deze machines is het verpakken van bederfelijke goederen of voedselprodukten, zoals bakkerijprodukten of broden, die direct na het bakken in afgesloten zakken gestopt moeten worden om te vermijden dat zij hun geur verliezen. Natuurlijk kan de machine volgens de uitvinding ook gebruikt worden voor non-food produkten die op dezelfde wijze verpakt moeten worden.

Het is bekend dat dit soort machines de hoogst mogelijke verpakkingssnelheid toe moeten staan teneinde behandeltijden te verminderen en de capaciteit van de bovenstroomse en benedenstroomse systemen te verwerken.

Dienovereenkomstig moet de bewegingssnelheid van de verschillende onderdelen, in het bijzonder van de transportbanden of van de oppervlakken voor het met tussenpozen voortbewegen van de zakken die klaar zijn, zo hoog mogelijk gehouden worden om een capaciteitstoename toe te staan. Deze capaciteiten en snelheid moeten echter geëvenaard worden door adequate betrouwbaarheid en herhaalbaarheid teneinde periodieke stilstand en een grote aanwezigheid van toezichthoudend personeel te vermijden.

Momenteel commercieel verkrijgbare machines staan capaciteiten van 40 tot 60 zakken per minuut toe, met topsnelheden van 100 tot 120 meter per minuut. Indien men de verpakkingssnelheid en hoeveelheid toe laat nemen vermindert de betrouwbaarheid van de machine in hoge mate en kan de betrouwbaarheid slechts gehandhaafd worden wanneer de machine nieuw is en accuraat ingesteld is.

De Italiaanse octrooiaanvrage nr. VI91A000086 beschrijft een machine voor het maken van zakken gemaakt uit heetsmeltend kunststofmateriaal uitgaande van een strook transparante folie gemaakt uit heetsmeltend materiaal, en een orgaan voor het met tussenpozen voortbewegen van de zakken naar een vuleenheid die benedenstrooms van de machine opgesteld is.

Het vulstation bezit een klem voor het overbrengen van één produkt tegelijk vanaf een toevoerband naar het vulgebied van de machine. Voor het inbrengen van het produkt wordt iedere zak opgeblazen door middel van een straal samengeperste lucht die uitgezonden wordt door een mondstuk dat in lijn gebracht is met een zakvastzetorgaan.

Hoewel deze machine een belangrijke toename in capaciteit toestaat, bezit hij enige erkende nadelen die optreden tussen de samensmelt- en afsnij stap en de vulstap van de zak.

Een eerste nadeel is te wijten aan het feit dat teneinde te verzekeren dat de produkten die in de open zakken ingebracht moeten worden altijd in dezelfde positie opgesteld zijn, de overbrengklem een hoekondersteuning omvat met een onderste oppervlak dat hellend is ten opzichte van de horizontaal. Op deze wijze treedt, gedurende het inbrengen, de klem de zak zodanig binnen dat hij enigszins geroteerd wordt met betrekking tot de zak en in botsing zou kunnen komen met zijn open rand.

Een verder nadeel van de machine zoals omschreven in het bovengenoemde octrooi bestaat in het feit dat indien de zakvoortgangssnelheid toeneemt, de houvast of grip van de zakken op het ondersteunende oppervlak in het gebied direct bovenstrooms van het vulstation afneemt. Verder kan de zak oprollen of lokaal omhoog komen en niet stabiel vastgehouden worden voorafgaand aan het opblazen. In ieder geval is het noodzakelijk de afwezigheid van een opgeblazen zak aan de voorzijde van het vulstation aan te geven.

Een ander nadeel ligt in het feit dat de dampen van het samensmelten van de randen van de zakken samen met de omgevende lucht aangezogen kunnen worden en in de zakken geblazen kunnen worden, voorafgaande aan het afdichten daarvan.

Nog een ander nadeel wordt gevormd door het imperfect of excessief smelten van de samengesmolten randen hetgeen te wijten is aan verspreiding van de hitte rond het samensmeltblad.

Tenslotte is het noodzakelijk gecompliceerde handelingen te verrichten voor het instellen en synchroniseren van de voortgangssnelheid van de machine met de snelheid van de vuleenheid, teneinde de breedte van de zakken te variëren.

Het doel van de onderhavige uitvinding is de nadelen die hierboven beschreven zijn te elimineren door het verschaffen van een machine voor het maken en positioneren van zakken gemaakt uit heetsmeltend kunststofmateriaal, bedoeld om gevuld te worden met produkten met een in hoofdzaak prismatische vorm, die een frame omvat dat ondersteunt: een orgaan voor het toevoeren en met tussenpozen voortbewegen van een strook heetsmeltend kunststofma-teriaal in een vooraf ingestelde richting, een orgaan voor het op zichzelf vouwen van de strook langs een middellijn met betrekking tot de longitudinale randen, teneinde twee op elkaar liggende flappen te vormen die langs de vouwlijn verbonden zijn, zodanig dat de onderste flap uitsteekt ten opzichte van de bovenste flap, een orgaan voor het creëren van een balgachtige plooi of inspringing langs de vouwlijn, een orgaan voor het simultaan samensmelten en afsnijden van de gevouwen strook langs een dwarsrichting op longitudinaal op afstand van elkaar staande posities, teneinde een serie aangrenzende zakken te vormen met één open zijde bij de op elkaar liggende flappen, een in hoofdzaak horizontaal beweegbaar transportoppervlak voorzien van een onderdrukor-gaan in een benedenwaarts gebied, voor het scheiden van de zakken en het opeenvolgend overbrengen daarvan naar een produktvulstation die voorzien is van een klem voor het aangrijpen van één produkt tegelijk, met een onderste rustoppervlak die hellend is ten opzichte van de horizontaal, waarbij de klem op een heen en weergaande wijze beweegbaar is in een richting dwars op de voortgaande richting van de zak, een orgaan voor het injecteren van samengeperste lucht in iedere afzonderlijke zak door zijn open zijde om hem voorafgaand aan het vullen op te blazen, een vastzetorgaan voor het vasthouden van iedere afzonderlijke zak langs de rand van zijn onderste flap gedurende het opblazen door het injectieorgaan, waarbij het vastzetorgaan is aangebracht teneinde in staat te zijn te oscilleren op het frame om een in hoofdzaak horizontale dwarsas, tussen een in hoofdzaak horizontale positie en een hellende positie die in hoofdzaak parallel is aan het rustoppervlak van de klem van het vulstation teneinde de opgeblazen zak, perfect in lijn te brengen met betrekking tot de produkten, hetgeen het inbrengen daarvan vergemakkelijkt zonder belemmering door de rand van de zak.

Volgens een verder aspect omvat het vastzetorgaan een basiselement, dat met één eind zwenkbaar is aan het frame, en een drukelement dat op het basiselement te leggen is en dat daar naar toe of daarvandaan bewogen kan worden teneinde de losse rand van de zak vast te houden.

Bij voorkeur bezit het drukelement op een in hoofdzaak centrale plaats in een hoofd-mondstuk voor het injecteren van samengeperste lucht in de vastgehouden zak.

Het is mogelijk een secundair mondstuk te verschaffen dat bovenstrooms van het vastzetorgaan is opgesteld en dat gericht is naar de rand van de zak die vastgehouden moet worden, om hem stabiel in contact met het transportoppervlak te houden op hetzelfde niveau als het vastzetorgaan in een horizontale positie.

Volgens een verder aspect van de uitvinding omvat het samensmelt- en afsnijorgaan een elektrisch verhitbaar blad dat geplaatst is tussen en elastisch gekoppeld is aan twee laterale elementen voor het vasthouden van de strook, waarbij de vasthoudelementen hol zijn en gekoeld worden door middel van een koelvloeistof die in het inwendige van hen circuleert zodat hun randen die in contact zijn met de strook op een relatief lage temperatuur blijven gedurende het samensmelten.

Voor een beter begrip van de uitvinding wordt een voorkeursuitvoering van een zakmakende machine volgens de uitvinding hieronder, slechts bij wijze van niet-beperkend voorbeeld, beschreven en in de begeleidende tekeningen getoond.

Figuur 1 is een algemene perspectivisch aanzicht van een zakmakende machine volgens de uitvinding zonder een produktvulstation.

Figuur 2 is een gedeeltelijke doorsnede in zijaanzicht van enige details van figuur 1.

Figuur 3 is een bovenaanzicht van het eindgebied van de machine volgens de uitvinding.

Figuur 4 is een perspectivisch bovenaanzicht van het detail volgens figuur 3.

Figuur 5 is een perspectivisch aanzicht van een ander detail van de machine volgens figuur 1.

Figuur 6 is een doorsnede van een detail van de samensmelt- en afsnij inrichting van de machine volgens de uitvinding.

Figuur 7 is een schematisch zijaanzicht van een vulstation dat gebruikt kan worden in samenwerking met de machine volgens de uitvinding, in een zijdelings opgestelde positie.

Figuur 8 is een schematisch bovenaanzicht van het vulstation van figuur 7, die de relatieve positie van een detail van de machine volgens de uitvinding illustreert.

Onder verwijzing naar de bovengenoemde figuren omvat een zakmaakmachine volgens de uitvinding, in het algemeen aangegeven door het verwijzingscijfer 1, een frame 2 gemaakt van geprofileerde elementen en metaalplaten dat een serie inrichtingen ondersteunt voor het maken van zakken S uitgaande van een strook B gemaakt uit heet-smeltend kunststofmateriaal.

De strook B wordt gevormd door een folie van heet-smeltend kunststofmateriaal die een dikte van enkele microns bezit en bij voorkeur transparant is; de folie is van te voren op zichzelf omgevouwen langs een longitudinale richting, zodanig dat zijn twee flappen boven op elkaar liggen op een zodanige wijze dat één flap breder is dan de andere, zodat één van de randen F uitsteekt ten opzichte van de andere.

De strook B is voorafgaand op een rol of spoel 3 gewonden die roteerbaar door het frame ondersteund is, en die gespannen wordt door spanrollen 4 en 5 langs een in hoofdzaak horizontaal gedeelte. In dit gedeelte is er een inrichting 6 die een balgachtige plooi of inspringing vormt bij de vouwlijn van de strook B. De inrichting 6 van een op zich bekend type, wordt gevormd door een stel coaxiale schijven 7, die onderling op afstand van elkaar staan en tussen de twee flappen roteren, en door een uitwendige schijf 8 die de vouwlijn van de folie naar binnen perst, en er voor zorgt dat deze een inspringing vormt.

Benedenstrooms van de inrichting 6 wordt de strook B gespannen door een spanrol 9 voordat hij een samensmelten afsnijeenheid doorloopt, in het algemeen aangegeven door het verwijzingscijfer 10. Zoals schematisch getoond in figuur 6 wordt de eenheid 10 in wezen gevormd door een transversaal blad 11 dat elektrisch verhit wordt bij een constante temperatuur die hoger is dan de smelttemperatuur van de strook B en dat kan glijden langs verticale gelei-dingsmiddelen, niet getoond in de tekening; en dubbelbewer-kend aandrij forgaan 12 werkt in op het blad en brengt het op vooraf ingestelde tijden omlaag en omhoog.

Het blad 11 is door middel van elastische elementen gekoppeld aan twee laterale vasthoudelementen 13 en 14 die snavelvormig zijn aan hun onderste eind teneinde twee randen 15 en 16 te vormen die de strook in positie vasthouden tegen een vlak onderste oppervlak voorafgaand aan contact met het samensmeltblad 11. De onderste rand 17 van het blad 11 is scherp, teneinde na het samensmelten ook de snede langs een transversale lijn te maken. Het is duidelijk dat iedere samensmelting en snede verzorgd door het blad 17 de laterale randen van twee aangrenzende zakken vormt, die gesloten zijn langs drie opeenvolgende zijden en die open zijn bij de laterale rand met de uitstekende flap F. Op geschikte wijze zijn de laterale vasthoudelementen 13 en 14 gemaakt van een metaalplaat teneinde inwendige ruimten voor de circulatie van water of van een andere koelende vloeistof te vormen. In het bijzonder kan water stromen in de ruimten binnen in de elementen 13, 14, door middel van respectieve inlaatpijpen 10' en uitlaatpijpen 10", op hun beurt verbonden met een uitwendig koelsamenstel dat in het frame van de machine is opgesteld en dat voor de duidelijkheid niet getoond is in de tekening. Benedenstrooms van de samensmelt- en snij eenheid 10 is er een transportband 18 aangebracht die gespannen wordt door eindrollen 19 en 20 om een horizontaal transportoppervlak te vormen voor het voortbewegen van de gemaakte zakken. Teneinde de grip van de zakken op de transportband 18 te verhogen is de band op zijn oppervlak voorzien van een serie gaten 21 waar lucht doorgetrokken wordt door middel van een onderkamer 22. De kamer 22 is door middel van een pijp 23 verbonden met een afzuiger 24.

De uitstekende flap F van de zakken die vastgehouden worden door de transportband 18 rust op de zijde van het frame lateriaal van de transportband.

Dicht bij de eindspanrol 19 is er een inrichting aangebracht voor het vasthouden van de uitstekende flap F van de zakken gedurende het vullen daarvan.

In het bijzonder omvat de vastzetinrichting, in het algemeen aangegeven door het verwijzingscijfer 25, een ondersteunend element 26 dat in niet-actieve positie een bovenoppervlak bezit dat in lijn is met het bovengedeelte van de transportband 18. Een drukelement 27 is verbonden met het ondersteunende element 26 en kan bewegen langs geleidingen of palen 28, 29 die star gekoppeld zijn aan het ondersteunend element 26. Een eerste pneumatisch aandrijf-orgaan 30 is gekoppeld aan het drukelement 27 en is bedoeld om het drukelement 27 dichterbij te bewegen en met tussenruimte aan te brengen teneinde de uitstekende flap F van iedere zak vast te houden.

Een mondstuk 31 is ingebracht in het drukelement 27 van de vastzetinrichting 25 en is verbonden met een compressor om de zak op te blazen nadat de inrichting 25 de uitstekende flap F vastgegrepen heeft.

Volgens de uitvinding kan de vastzetinrichting 25 oscilleren rondom een as die in hoofdzaak horizontaal loopt en onder een rechte hoek staat met de voortbewegingsrich-ting van de zak. In het bijzonder bezit het ondersteunend element 26 een einde dat zwenkbaar verbonden is met een draaipunt 32 dat star gekoppeld is aan het frame 2 langs de rand van de transportband 18. Er is een tweede pneumatisch aandrijforgaan 33 voor het periodiek roteren van het ondersteunend element 26, en dus van de gehele inrichting 25, tussen een in hoofdzaak horizontale niet-actieve positie en een positie die hellend is volgens een tevoren ingestelde hoek <x. Deze hoek moet gelijk zijn aan de hoek, gevormd door het ondervlak van ieder produkt P dat verpakt moet worden, wanneer het overgebracht wordt door middel van een vuleenheid, in het algemeen aangeduid door het verwij-zingscijfer 34.

Zoals getoond in de figuren 7 en 8 werkt de vuleenheid 34 in dwarsrichting tussen een lijn produkten P gevormd door een toevoerband 35 die in serie met een afvoerband 36 is opgesteld, en de transportband 18 van de machine 1. De band 35 zorgt ervoor dat de produkten voort-gaan in contact met steunprofielen 37 totdat zij afgevoerd worden op de er op volgende band 36.

De vulinrichting wordt in wezen gevormd door een klem 38 die gevormd is door een ondersteunend geprofileerd element met een onderste rustoppervlak 39 dat hellend is onder een hoek a en een lateraal rustoppervlak 40 bezit dat onder een rechte hoek staat met de voorafgaande. De klem omvat ook een bovenste geprofileerd element 41 dat bedoeld is om het produkt P tegen het geprofileerde element 38 te houden. Teneinde de zak te vullen moet de klem in dwarsrichting bewegen, door middel van een aandrijforgaan 42, teneinde het produkt in het inwendige van de zak over te brengen. Hierna opent de klem 38 enigszins, en houdt de zak met het produkt in het inwendige daarvan vast, teneinde het naar de afvoerband 36 over te brengen.

Volgens de uitvinding is er een tweede mondstuk 43 dat vastgemaakt is aan de rand van het frame om direkt bovenstrooms van het vastzetorgaan 25 een straal samenge perste lucht tegen de uitstekende flap F te richten, teneinde zijn optimale inbrenging daarin te verzekeren.

Om te verhinderen dat de hoogst schadelijke smeltdampen samen met de opblaaslucht in de zakken komen, is een kap 44 aangebracht op de samensmelt- en snij eenheid 10 en is deze door middel van een buis 45 verbonden met een afzuiger 46, met een tussengeplaatst actieve koolfilter 47.

Op voordelige wijze is er, om de breedte van de zakken automatisch te variëren, een codeerorgaan 48 aangebracht dat de positie en snelheid van de transportband detecteert en signalen naar een programmeerbare elektronische besturingseenheid zendt, ingebracht in de centrale stuureenheid van de machine. Door de besturingseenheid te programmeren worden de voortgangssnelheid en de stoptijden ingesteld teneinde de breedte van de zak te variëren terwijl de capaciteit en synchronisatie ten opzichte van de vuleenheid onveranderd blijft.

Teneinde na te gaan dat de machine op regelmatige wijze werkt, is er bij het vastzetorgaan een detector 50 aangebracht dat de positie van een ringvormig elastisch contactelement 51 omzet. In het geval van een storing bij het opblazen zendt de detector een signaal naar de besturingseenheid, die de machine automatisch stopt.

Tenslotte is er langs de rand van het frame tegenover het vulgebied een veiligheidsschakelaar aangebracht, gevormd door een staaldraad 52 die met één einde 53 aan een vast punt van het frame verankerd is en waarvan het andere eind 54 verbonden is met een afstandsbedieningsscha-kelaar 55, die de voeding af schakelt, om toe te staan dat een externe operator de machine handmatig kan stoppen.

Door de hierboven beschreven maatregelen bereikt de verpakkingsmachine volgens de uitvinding een capaciteit van maximaal 90 zakken per minuut bij de maximumsnelheid van de transportband zonder storingen en is aangetoond dat hij een aanzienlijke betrouwbaarheid bezit. Daarbij verzekert de machine optimale hygiënische omstandigheden, vereist voor dit soort verpakkingen.

Hoewel de machine volgens de uitvinding aan de hand van een voorkeursuitvoering beschreven is, is het duidelijk dat hij ontvankelijk is voor talrijke wijzigingen en variaties die binnen het bereik van het inventieve concept vallen, zoals uitgedrukt in de begeleidende conclusies .

Claims (16)

1. Machine voor het maken en positioneren van zakken gemaakt uit heetsmeltend kunststofmateriaal, bedoeld om gevuld te worden met produkten die een in hoofdzaak prismatische vorm bezitten, omvattend een frame dat opeenvolgend ondersteunt: een orgaan voor het toevoeren en met tussenpozen voortbewegen, in een vooraf ingestelde richting, van een strook heetsmeltend kunststofmateriaal dat langs een longitudinale lijn op zichzelf omgevouwen is, met over elkaar heen gelegde flappen en zodanig dat de onderste flap zijdelings uitsteekt ten opzichte van de bovenste flap, een orgaan voor het creëren van een balgachtige plooi of inspringing langs de vouwlijn, een orgaan voor het simultaan samensmelten en afsnijden van de strook in een zijdelingse richting op longitudinaal op afstand van elkaar staande posities, teneinde een serie aangrenzende zakken te vormen die één open zijde bezitten aan het ten opzichte van de vouwlijn t egenove rge stelde e inde, een in hoofdzaak horizontaal beweegbaar transport-oppervlak voorzien van onderdrukmiddelen in een benedenwaarts gebied, voor het scheiden van de zakken en het opeenvolgend overbrengen daarvan naar een produktvuleenheid die voorzien is van een klem om één produkt tegelijk te grijpen, met een onderste rustoppervlak dat hellend is ten opzichte van de horizontaal, een orgaan voor het injecteren van samengeperste lucht in iedere afzonderlijke zak door zijn open zijde, om hem op te blazen voorafgaande aan het vullen, een orgaan voor het vastzetten van iedere zak langs de rand van de uitstekende flap gedurende het opblazen, waarbij het vastzetorgaan in staat is te oscilleren rond een in hoofdzaak horizontale as, die onder een rechte hoek staat ten opzichte van de richting van vooruit bewegen van het produkt, tussen een in hoofdzaak horizontale positie en een hellende positie die in hoofdzaak parallel is met het onderste rustoppervlak van de grijpende klem, teneinde de opgeblazen zak onder dezelfde hoek op te stellen als het produkt.

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het vastzetorgaan een ondersteunend element omvat waarvan één einde zwenkbaar aan het frame bevestigd is en waar een drukelement boven op te leggen is, waarbij het drukelement parallel beweegbaar is aan het ondersteunend element om het losse einde van de zakken vast te zetten of los te laten.

3. Machine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het drukelement op een in hoofdzaak centrale plaats een mondstuk bezit voor het injecteren van samengeperste lucht in de zak na het vastzetten daarvan.

4. Machine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat hij een eerste aandrijforgaan omvat dat inwerkt op het ondersteunend element om het rond zijn as te laten oscilleren, waarbij het eerste aandrijforgaan gecoördineerd wordt met een tweede aandrijforgaan dat inwerkt op het drukelement om het naar het ondersteunend element toe en daarvandaan te bewegen.

5. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat hij een secundair mondstuk omvat dat bovenstrooms van het vastzetorgaan aangebracht is en dat gericht is naar de uitstekende rand van de zak om het stabiel in contact tegen het ondersteunend element te houden.

6. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het samensmelt- en snijorgaan een elektrisch verhitbaar blad omvat dat geplaatst is tussen en elastisch gekoppeld is met twee laterale elementen die bedoeld zijn om de strook die samengesmolten moet worden vast te houden, waarbij een orgaan voor heen en weergaande beweging, die in hoofdzaak in vertikale richting werkt, werkzaam verbonden is met het blad.

7. Machine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de vasthoudelementen hol zijn en gekoeld worden door middel van een koelvloeistof.

8. Machine volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat hij tussen het samensmelt- en snij orgaan en het vast-zetorgaan een platdrukstang bezit die parallel aan het samensmelt- en snijblad werkzaam is om iedere zak op het horizontale transportoppervlak plat te drukken.

9. Machine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de platdrukstang op een instelbare wijze in een longitudinale richting gekoppeld is aan het samensmeltblad teneinde aanpasbaar te zijn aan de breedte van de zakken.

10. Machine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de platdrukstang een elastisch meegeefbare onderlaag bezit die bedoeld is om samen te werken met de zakken.

11. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het transportoppervlak bestaat uit een continue transportband met een externe oppervlaktelaag die vervaardigd is uit een materiaal dat enigszins hechtend is met betrekking tot het heetsmeltend kunststofmateriaal waarvan de zakken gemaakt zijn.

12. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een afzuigkap voorzien is boven het samensmelt- en snijorgaan om de smeltdampen af te zuigen.

13. Machine volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de kap verbonden is met een afzuiginstallatie waarbij een actieve-koolfilter tussengeplaatst is.

14. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hij een gecodeerde sensor bezit die gekoppeld is aan de transportband om de positie en voortgangssnelheid van de transportband te detecteren, waarbij de sensor verbonden is met een programmeerbare besturingseenheid om de afstand tussen twee opvolgende sneden en dus de gewenste breedte van de zak in te stellen.

15. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hij een sensor bezit die opgesteld is bij het vastzet-orgaan om het opblazen van iedere zak te detecteren en de machine eventueel te stoppen in het geval van een storing bij het opblazen.

16. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hij een veiligheidsschakelaar bezit die bediend kan worden door een operator en die een draad omvat die paral lel loopt aan de zijde van het frame en die één eind bezit dat stijf verankerd is aan een vaste ondersteuning en waarbij het andere eind stijf vastgemaakt is aan een hoofdschakelaar van de machine. o-o-o-