NL192676C - Machine voor het maken van zakken uit heetsmeltend kunststof materiaal en het daarmee verpakken van voorwerpen zoals broden. - Google Patents

Description

1 192676

Machine voor het maken van zakken uit heetsmeltend kunststof materiaal en het daarmee verpakken van voorwerpen zoals broden

De uitvinding heeft betrekking op machine voor het maken van zakken uit heetsmeltend kunststof materiaal, 5 bedoeld om gevuld te worden met voorwerpen die een in hoofdzaak prismatische vorm bezitten, zoals broden, omvattend een frame dat opeenvolgend ondersteund: een toevoerrol voor het aanvoeren van een strook heetsmeltend kunststof materiaal dat langs een longitudinale vouwlijn op zichzelf omgevouwen is, met over elkaar heengelegde helften, zodanig dat de onderste helft zijdelings uitsteekt ten opzichte van de bovenste helft, rollen voor het intermitterend voortbewegen van de strook heetsmeltend kunststof materiaal, 10 een plooivormer om een balgachtige plooi of inspringing langs de vouwlijn te creëren, een las- en afsnij-inrichting voor het simultaan samensmelten en afsnijden van de strook in een zijdelings richting op longitudinaal op afstand van elkaar staande posities, teneinde een serie aangrenzende zakken te vormen die één open zijde bezitten, aan het ten opzichte van de vouwlijn tegenovergestelde einde.

Een dergeiijke machine is bekend uit het Amerikaanse octrooischrift 2.265.075. Met deze machine zijn na 15 het afsnijden zakken gevormd, die vervolgens gebruikt kunnen worden om voorwerpen of om min of meer buikvormig materiaal op te nemen.

Een nadeel van de bekende machine is, dat de machine niet geschikt is om de gevormde zakken te vullen met een voorwerp zoals een brood.

Het is een doel van de uitvinding, een machine van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, die 20 tevens geschikt is voor het vullen van de gevormde zakken met een voorwerp zoals een brood.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt met een machine van de in de aanhef genoemde soort, waarbij een transporteur met een in hoofdzaak horizontaal beweegbaar transport-oppervlak met daaronder een onderdrukkamer, om de zakken sequentieel en gescheiden van elkaar te bewegen, een grijper voor het vasthouden van de uitstekende rand van de onderste helft van iedere zak, welke grijper naast het 25 transportoppervlak aangebracht is, een injecteur voor het injecteren van samengeperste lucht in iedere afzonderlijke zak door zijn open zijde, om de zak op te blazen wanneer de uitstekende rand door de grijper vastgehouden wordt, en een productvuleenheid omvattend een expandeerbare klem met een steun-oppervlak dat hellend is ten opzichte van de horizontaal voorzien is, waarbij de grijper in een in hoofdzaak horizontale positie geplaatst kan worden teneinde de uitstekende rand van de zak te grijpen, en in een 30 positie geplaatst kan worden die in hoofdzaak parallel is aan het steunoppervlak van de expandeerbare klem.

Hiermee wordt bereikt, dat iedere zak met behulp van de transporteur naar de grijper getransporteerd kan worden, terwijl de onderzijde van de zak door de onderdrukkamer tegen de transportband getrokken wordt. Bij de grijper aangekomen wordt de uitstekende rand van de zak vastgegrepen door de grijper en de 35 zak door de injecteur met lucht opgeblazen om een voorwerp zoals een brood in de open zak te kunnen brengen. Daartoe is het voorwerp door een expandeerbare klem vastgegrepen, welke klem een steunoppervlak voor het voorwerp bezit dat hellend is ten opzichte van de horizontaal. Teneinde het voorwerp ongehinderd in de open zak te schuiven met behulp van de klem kan de grijper in een in hoofdzaak horizontale positie geplaatst worden om de rand van de zak te grijpen, en ook in een positie die in 40 hoofdzaak parallel is aan het steunoppervlak van de expandeerbare klem, in welke positie de klem met het voorwerp in de zak gebracht kan worden. Het steunoppervlak van de expandeerbare klem is hellend ten opzichte van de horizontaal, aangezien de klem deel uitmaakt van een inrichting voor het toevoeren van de te verpakken voorwerpen en het afvoeren van de verpakte voorwerpen. Bij het ontwikkelen van de machine volgens de uitvinding is uitgegaan van deze bekende inrichting met een klem met een hellend steun-45 oppervlak, opdat de voorwerpen altijd in dezelfde positie opgesteld zijn. De klem is expandeerbaar om het voorwerp vast te kunnen grijpen en om, na het inbrengen van het voorwerp in de geopende zak, door het expanderen van de klem de zak, met het voorwerp daarin, af te voeren. Met de machine volgens de uitvinding is het mogelijk een groot aantal zakken per minuut betrouwbaar te vullen.

Opgemerkt wordt, dat uit het Amerikaanse octrooischrift 4.393.640 een inrichting voor het vullen van 50 zakken bekend is, voorzien van een geperforeerde transportband om met behulp van een ventilator zakken tegen de transportband te trekken. Naast de transportband is een vaste tafel voor het te verpakken voorwerp aangebracht. De zakken kunnen worden opgeblazen met een stroom lucht. De zakken worden echter verschaft in de vorm van een rol of stapel voorgevormde zakken, die met scheurlijnen aan elkaar vast zitten. Een grijper voor een rand van de zakken is niet voorzien, noch een productvuleenheid met een 55 klem om een voorwerp te grijpen.

Bij voorkeur omvat de machine een mondstuk voor samengeperste lucht dat bovenstrooms van de grijper aangebracht is en dat gericht is naar de uitstekende rand van de zak om de uitstekende rand in contact 192676 2 tegen een ondersteunend element van de grijper te houden. Hierdoor wordt voorkomen dat de rand van de zak om kan krullen en verkeerd vastgehouden kan worden door de grijper, zodat de zak niet goed geopend wordt om een voorwerp ongehinderd in te brengen. De uitstekende rand van de zak rust namelijk niet op de transportband maar op de zijde van het frame lateraal van de transportband, en tenslotte op het ondersteu-5 nend element van de grijper.

Bij voorkeur bestaat het transportoppervlak uit een continue transportband met een externe oppervlakte-laag die vervaardigd is uit een materiaal dat enigszins hechtend is met betrekking tot het heetsmeltend kunststof materiaal waarvan de zakken gemaakt zijn. Hierdoor wordt een extra hechting van de zakken op de transportband verkregen.

10 Volgens een voorkeursuitvoering bezit de machine een gecodeerde sensor die gekoppeld is aan de transporteur om de positie en voortgangssnelheid van het transportoppervlak te detecteren, waarbij de sensor verbonden is met een programmeerbare besturingseenheid om de afstand tussen twee opvolgende sneden en dus de gewenste breedte van de zak in te stellen.

Bij voorkeur bezit de machine een sensor die opgesteld is bij de grijper om het opblazen van iedere zak 15 te detecteren en de machine eventueel te stoppen in het geval van een storing bij het opblazen.

Volgens een voordelige uitvoering bezit de machine een veiligheidsschakelaar die bediend kan worden door een operator en die een draad omvat die parallel loopt aan de zijde van het frame en die één eind bezit dat stijf verankerd is aan een vaste ondersteuning en waarbij het andere eind stijf vastgemaakt is aan een hoofdschakelaar van de machine. Hierdoor is de machine op ieder moment te stoppen.

20

De machine wordt nader beschreven aan de hand van de begeleidende tekening.

Figuur 1 is een algemene perspectivisch aanzicht van een zakmakende machine zonder een produkt-vulstation.

Figuur 2 is een gedeeltelijke doorsnede in zijaanzicht van enige details van figuur 1.

25 Figuur 3 is een bovenaanzicht van het eindgebied van de machine volgens de uitvinding.

Figuur 4 is een perspectivisch bovenaanzicht van het detail volgens figuur 3.

Figuur 5 is een perspectivisch aanzicht van een ander detail van de machine volgens figuur 1.

Figuur 6 is een doorsnede van een detail van de samensmelt- en afsnijinrichting van de machine.

Figuur 7 is een schematisch zijaanzicht van een vulstation dat gebruikt kan worden in samenwerking met 30 de machine volgens de uitvinding, in een zijdelings opgestelde positie.

Figuur 8 is een schematisch bovenaanzicht van het vulstation van figuur 7, die de relatieve positie van een detail van de machine illustreert.

De zakmaakmachine 1 heeft een frame 2 gemaakt van geprofileerde elementen en metaalplaten, die een 35 serie inrichtingen ondersteunt voor het maken van zakken S uitgaande van een strook B gemaakt uit heetsmeltend kunststof materiaal.

De strook B wordt gevormd door een folie van heetsmeltend kunststofmateriaal die een dikte van enkele microns bezit en bij voorkeur transparant is. De folie is van te voren op zichzelf omgevouwen langs een longitudinale richting, zodanig dat zijn twee flappen boven op elkaar liggen op een zodanige wijze dat één 40 flap breder is dan de andere, zodat één van de randen F uitsteekt ten opzichte van de andere.

De strook B is voorafgaand op een rol of spoel 3 gewonden die roteerbaar door het frame ondersteund is, en die gespannen wordt door spanrollen 4 en 5 langs een in hoofdzaak horizontaal gedeelte. In dit gedeelte is er een inrichting 6 die een balgachtige plooi of inspringing vormt bij de vouwlijn van de strook B. De inrichting 6 van een op zich bekend type, wordt gevormd door een stel coaxiale schijven 7, die onderling 45 op afstand van elkaar staan en tussen de twee flappen roteren, en door een uitwendige schijf 8 die de vouwlijn van de folie naar binnen perst, en er voor zorgt dat deze een inspringing vormt.

Benedenstrooms van de inrichting 6 wordt de strook B gespannen door een spanrol 9 voordat hij een las- en afsnijeenheid 10 doorloopt. Zoals schematisch getoond in figuur 6 wordt de eenheid 10 in wezen gevormd door een transversaal blad 11 dat elektrisch verhit wordt tot een constante temperatuur die hoger 50 is dan de smelttemperatuur van de strook B en dat kan glijden langs verticale geleidingsmiddelen, niet getoond in de tekening. Een aandrijforgaan 12 werkt in op het blad en brengt het op vooraf ingestelde tijden omlaag en omhoog.

Het blad 11 is door middel van elastische elementen gekoppeld aan twee laterale vasthoudelementen 13 en 14 die snavelvormig zijn aan hun onderste eind, teneinde twee randen 15 en 16 te vormen die de strook 55 in positie vasthouden tegen een vlak onderste oppervlak voorafgaand aan contact met het blad 11. De onderste rand 17 van het blad 11 is scherp, teneinde na het lassen ook de snede langs een transversale lijn te maken. Door lassen en snijden met het blad 11 worden gesloten zij-randen van twee aangrenzende 3 192676 zakken gevormd. Aldus zijn van de zakken drie zijden gesloten en is de zak open bij de rand met de uitstekende flap F. De vasthoudelementen 13 en 14 zijn gemaakt van metaalplaat en hebben inwendige ruimten voor de circulatie van water of van een andere koelende vloeistof. Water kan in en uit de elementen 13, 14 stromen door middel van inlaatpijpen 10’ en uitlaatpijpen 10", die op hun beurt verbonden zijn met 5 een uitwendig koelsamenstel dat in het frame van de machine is opgesteld. Benedenstrooms van de las en snijeenheid 10 is er een transportband 18 aangebracht die gespannen wordt door eindrollen 19 en 20 om een horizontaal transportoppervlak te vormen voor het voortbewegen van de gemaakte zakken. Teneinde de grip van de zakken op de transportband 18 te verhogen is de band op zijn oppervlak voorzien van een serie gaten 21 waar lucht doorgetrokken wordt door middel van een onderkamer 22. De kamer 22 is door 10 middel van een pijp 23 verbonden met een afzuiger 24.

De uitstekende flap F van een zak die meegenomen wordt door de transportband 18 rust op de zijde van het frame naast de transportband.

Dicht bij de eindspanrol 19 is een grijper 25 aangebracht voor het vasthouden van de uitstekende flap F van een zak gedurende het vullen daarvan. De grijper 25 heeft een ondersteunend element 26 dat in 15 niet-actieve positie een bovenoppervlak bezit dat in lijn is met het bovengedeelte van de transportband 18. Een drukelement 27 is verbonden met het ondersteunende element 26 en kan bewegen langs geleidingen of palen 28, 29 die star gekoppeld zijn aan het ondersteunend element 26. Een eerste pneumatisch aandrijforgaan 30 is gekoppeld aan het drukelement 27 en is bedoeld om het drukelement 27 dichterbij te bewegen en met tussenruimte aan te brengen teneinde de uitstekende flap F van iedere zak vast te 20 houden.

Een mondstuk 31 is ingebracht in het drukelement 27 van de grijper 25 en is verbonden met een compressor om de zak op te blazen nadat de grijper 25 de uitstekende flap F vastgegrepen heeft.

De grijper 25 kan oscilleren rondom een as die in hoofdzaak horizontaal loopt en onder een rechte hoek staat met de voortbewegingsrichting van de zak. In het bijzonder bezit het ondersteunend element 26 een 25 einde dat zwenkbaar verbonden is met een draaipunt 32 dat star gekoppeld is aan het frame 2 langs de rand van de transportband 18. Er is een tweede pneumatisch aandrijforgaan 33 voor het periodiek verzwenken van het ondersteunend element 26, en dus van de gehele grijper 25, tussen een in hoofdzaak horizontale niet-actieve positie en een positie die hellend is volgens een tevoren ingestelde hoek a. Deze hoek moet gelijk zijn aan de hoek, gevormd door het ondervlak van ieder produkt P dat verpakt moet 30 worden, wanneer het overgebracht wordt door middel van een vuleenheid 34.

Zoals getoond in de figuren 7 en 8 werkt de vuleenheid 34 in dwarsrichting tussen een produktenlijn, gevormd door een toevoerband 35 die in serie met een afvoerband 36 is opgesteld, en de transportband 18 van de machine 1. De band 35 heeft steunprofielen 37. Deze zorgen ervoor dat de produkten P een vaste dwarsorientatie hebben totdat zij gevoerd worden op de er op volgende band 36.

35 De vulinrichting omvat een klem 38 die gevormd is door een ondersteunend geprofileerd element met een onderste rustoppervlak 39 dat hellend is onder een hoek α en een lateraal rustoppervlak 40 bezit dat onder een rechte hoek staat met de voorafgaande. De klem omvat ook een bovenste geprofileerd element 41 dat bedoeld is om het produkt P tegen het geprofileerde element 38 te houden. Teneinde de zak te vullen moet de klem in dwarsrichting bewegen, door middel van een aandrijforgaan 42, teneinde het produkt 40 in het inwendige van de zak over te brengen. Hierna opent de klem 38 enigszins, en houdt de zak met het produkt in het inwendige daarvan vast, teneinde het naar de afvoerband 36 over te brengen.

Een tweede mondstuk 43 is vastgemaakt aan de rand van het frame om direkt bovenstrooms van de grijper 25 een straal samengeperste lucht tegen de uitstekende flap F te richten, teneinde het openen van de zak te verzekeren.

45 Om te verhinderen dat de hoogst schadelijke smeltdampen samen met de opblaaslucht in de zakken komen, is een kap 44 aangebracht op de las- en snijeenheid 10 en is deze door middel van een buis 45 verbonden met een afzuiger 46, met een tussengeplaatst actieve koolfilter 47.

Een codeerorgaan 48 is aangebracht dat de positie en snelheid van de transportband detecteert en signalen naar een programmeerbare elektronische besturingseenheid zendt, ingebracht in de centrale 50 stuureenheid van de machine. Door de besturingseenheid te programmeren worden de voortgangssnelheid en de stoptijden ingesteld teneinde de breedte van de zak te variëren terwijl de capaciteit en synchronisatie ten opzichte van de vuleenheid onveranderd blijft.

Teneinde na te gaan dat de machine op regelmatige wijze werkt, is er bij de grijper een detector 50 aangebracht dat de positie van een ringvormig elastisch contactelement 51 omzet. In het geval van een 55 storing bij het opbiazen zendt de detector een signaal naar de besturingseenheid, die de machine automatisch stopt.

Op de rand van het frame tegenover het vulgebied is een veiligheidsschakelaar aangebracht, gevormd

Claims (6)

192676 4 door een staaldraad 52 die met één einde 53 aan een vast punt van het frame verankerd is en waarvan het andere eind 54 verbonden is met een afstandsbedieningsschakelaar 55, die de voeding afschakelt, om toe te staan dat personeel de machine handmatig kan stoppen. De verpakkingsmachine kan een capaciteit van maximaal 90 zakken per minuut bij de maximumsnelheid 5 van de transportband hebben.

1. Machine voor het maken van zakken uit heetsmeltend kunststof materiaal, bedoeld om gevuld te worden met voorwerpen die een in hoofdzaak prismatische vorm bezitten, zoals broden, omvattend een frame dat opeenvolgend ondersteund: een toevoerrol voor het aanvoeren van een strook heetsmeltend kunststof materiaal dat langs een longitudinale vouwlijn op zichzelf omgevouwen is, met over elkaar heengelegde helften, zodanig dat de 15 onderste helft zijdelings uitsteekt ten opzichte van de bovenste helft, rollen voor het intermitterend voortbewegen van de strook heetsmeltend kunststof materiaal, een plooivormer om een balgachtige plooi of inspringing langs de vouwlijn te creëren, een las- en afsnij-inrichting voor het simultaan samensmelten en afsnijden van de strook in een zijdelings richting op longitudinaal op afstand van elkaar staande posities, teneinde een serie aangrenzende 20 zakken te vormen die één open zijde bezitten, aan het ten opzichte van de vouwlijn tegenovergestelde einde, gekenmerkt door een transporteur met een in hoofdzaak horizontaal beweegbaar transportoppervlak met daaronder een onderdrukkamer (22), om de zakken (S) sequentieel en gescheiden van elkaar te bewegen, 25 een grijper (25) voor het vasthouden van de uitstekende rand (F) van de onderste helft van iedere zak (S), welke grijper (25) naast het transportoppervlak aangebracht is, een injecteur voor het injecteren van samengeperste lucht in iedere afzonderlijke zak (S) door zijn open zijde, om de zak op te blazen wanneer de uitstekende rand (F) door de grijper (25) vastgehouden wordt, een productvuleenheid (34) omvattend een expandeerbare klem (38) met een steunoppervlak (39) dat 30 hellend is ten opzichte van de horizontaal, waarbij de grijper (25) in een in hoofdzaak horizontale positie geplaatst kan worden teneinde de uitstekende rand (F) van de zak (S) te grijpen, en in een positie geplaatst kan worden die in hoofdzaak parallel is aan het steunoppervlak (39) van de expandeerbare klem (38).

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat hij een mondstuk (43) voor samengeperste lucht 35 omvat dat bovenstrooms van de grijper (25) aangebracht is en dat gericht is naar de uitstekende rand (F) van de zak (S) om de uitstekende rand stabiel in contact tegen een ondersteunend element van de grijper (25) te houden.

3. Machine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het transportoppervlak bestaat uit een continue transportband (18) met een externe oppervlaktelaag die vervaardigd is uit een materiaal dat enigszins 40 hechtend is met betrekking tot het heetsmeltend kunststof materiaal waarvan de zakken (S) gemaakt zijn.

4. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat hij een gecodeerde sensor (48) bezit die gekoppeld is aan de transporteur om de positie en voortgangssnelheid van het transportoppervlak te detecteren, waarbij de sensor verbonden is met een programmeerbare besturingseenheid om de afstand tussen twee opvolgende sneden en dus de gewenste breedte van de zak in te stellen.

5. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat hij een sensor (50) bezit die opgesteld is bij de grijper (25) om het opblazen van iedere zak te detecteren en de machine eventueel te stoppen in het geval van een storing bij het opblazen.

6. Machine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat hij een veiligheidsschakelaar bezit die bediend kan worden door een operator en die een draad (52) omvat die parallel loopt aan de zijde 50 van het frame en die één eind bezit dat stijf verankerd is aan een vaste ondersteuning en waarbij het andere eind (54) stijf vastgemaakt is aan een hoofdschakelaar van de machine. Hierbij 3 bladen tekening