NL1009179C2 - Inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen. - Google Patents

Inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen. Download PDF

Info

Publication number
NL1009179C2
NL1009179C2 NL1009179A NL1009179A NL1009179C2 NL 1009179 C2 NL1009179 C2 NL 1009179C2 NL 1009179 A NL1009179 A NL 1009179A NL 1009179 A NL1009179 A NL 1009179A NL 1009179 C2 NL1009179 C2 NL 1009179C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
suction cup
bag
spreading
suction
bags
Prior art date
Application number
NL1009179A
Other languages
English (en)
Inventor
Fred Jan Dekker
Original Assignee
L & L Gr Nederland B V
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by L & L Gr Nederland B V filed Critical L & L Gr Nederland B V
Priority to NL1009179A priority Critical patent/NL1009179C2/nl
Priority to PCT/NL1999/000298 priority patent/WO1999059876A2/en
Priority to AU39606/99A priority patent/AU3960699A/en
Application granted granted Critical
Publication of NL1009179C2 publication Critical patent/NL1009179C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65BMACHINES, APPARATUS OR DEVICES FOR, OR METHODS OF, PACKAGING ARTICLES OR MATERIALS; UNPACKING
    • B65B43/00Forming, feeding, opening or setting-up containers or receptacles in association with packaging
    • B65B43/26Opening or distending bags; Opening, erecting, or setting-up boxes, cartons, or carton blanks
    • B65B43/30Opening or distending bags; Opening, erecting, or setting-up boxes, cartons, or carton blanks by grippers engaging opposed walls, e.g. suction-operated
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B31MAKING ARTICLES OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER; WORKING PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31BMAKING CONTAINERS OF PAPER, CARDBOARD OR MATERIAL WORKED IN A MANNER ANALOGOUS TO PAPER
    • B31B70/00Making flexible containers, e.g. envelopes or bags
    • B31B70/74Auxiliary operations
    • B31B70/81Forming or attaching accessories, e.g. opening devices, closures or tear strings
    • B31B70/84Forming or attaching means for filling or dispensing contents, e.g. valves or spouts
    • B31B70/844Applying rigid valves, spouts, or filling tubes

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Supplying Of Containers To The Packaging Station (AREA)

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen.
985031/HJB/mke
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen, in het bijzonder van een foliezak van het type dat in vlakke toestand in het 5 betreffende randgebied twee tegen elkaar liggende zijwanden van foliemateriaal heeft, in het bijzonder van kunststoffolie.
Een dergelijke inrichting is bijvoorbeeld als stand van de techniek beschreven in EP 0 726 202. Bij deze bekende 10 inrichting zijn er twee spreidkoppen met elk een vacuumzuignap, die elk een naburige zijwand van een kunststoffoliezak kunnen vastzuigen. Verder heeft de bekende inrichting twee klemorganen, die elk een zijrand van de zak kunnen vastpakken en bij het openspreiden van de 15 zak naar elkaar toe worden bewogen. De spreidbeweging van de spreidkoppen en de gelijktijdig daarmee uitgevoerde beweging van de klemorganen moeten nauwkeurig op elkaar zijn afgestemd, hetgeen bij die bekende inrichting een complexe en kostbare constructie vereist. Een verder nadeel 20 van deze bekende inrichting is dat afstand tussen de klemorganen moet zijn afgestemd op de overeenkomstige maat van de te verwerken vlakke zakken, waardoor een tijdrovende omstelling van de bekende inrichting nodig is wanneer een andere maat zakken moet worden verwerkt.
25 De onderhavige uitvinding beoogt bovengenoemde nadelen op te heffen en een inrichting te verschaffen, die het mogelijk maakt met een hoge capaciteit en grote betrouwbaarheid dergelijke foliezakken of andere op elkaar liggende materiaalbanen open te spreiden. Verder beoogt de 30 onderhavige uitvinding een inrichting te verschaffen die geschikt is voor uiteenlopende maten zakken, met name zodanig dat geen tijdrovende omstelling van de inrichting nodig is als een andere maat zakken moet worden verwerkt.
1009179 -2-
In het bijzonder voorziet de onderhavige uitvinding in een installatie waarmee een vlakke zak van kunststoffolie kan worden opengespreid en vervolgens een van een afsluitbaar doorlaatkanaal voorzien kunststof lichaam in het 5 opengespreide randgebied van de zak kan worden geplaatst en vastgelast. Daarbij kan de inrichting verder zijn voorzien van diverse stations voor bijvoorbeeld het vacumeren, het vullen en het afsluiten van de gevulde zak.
De onderhavige uitvinding verschaft een inrichting 10 volgens conclusie 1. De uitvinding voorziet er derhalve in dat de klembekken deel uit maken van de spreidkoppen en op de zijwanden van de zak aangrijpen. Verder worden de bewegingen van de zuignap en van de klembekken van elke spreidkop bewerkstelligd door een gemeenschappelijk 15 verplaatsingsmechanisme.
Bij voorkeur omvat de inrichting een vacuumbron, die via een zuigkanaal is aangesloten op een zuigopening in de zuignap van een spreidkop, waarbij het verplaatsingsmechanisme van die zuignap een door vacuum 20 bedienbare actuator omvat, die is ingericht om de zuignap naar de spreidstand te verplaatsen in afhankelijkheid van een drukdaling in het zuigkanaal veroorzaakt doordat de zijwand van de zak de zuignap afdekt. Dit eenvoudige verplaatsingsmechanisme bewerkstelligt dat de verplaatsing 25 van de zuignap naar de spreidstand alleen dan wordt aangevangen als de zijwand van de zak stevig door de zuignap is vastgezogen, waardoor het zuigkanaal daar is afgesloten en de vacuumbron een daling van de druk in het zuigkanaal realiseert. Deze uitvoering van het 30 verplaatsingsmechanisme vermijdt het risico dat de zuignap al naar de spreidstand wordt verplaatst terwijl de zijwand van de zak nog niet, of niet voldoende, is vastgezogen en daardoor weer door de naar de spreidstand bewegende zuignap losgelaten wordt.
35 Verdere voordelige uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding zijn beschreven in de navolgende beschrijving aan de hand van de tekening en in de .179 -3- conclusies. In de tekening toont: figs, la en lb schematisch in perspectief een voorkeursuitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, respectievelijk bij het inklemmen van een nog 5 vlakke zak en bij het opengespreid houden van de zak, fig. 2 in bovenaanzicht een spreidkop van de inrichting in de stand van figuur la, fig. 3 in bovenaanzicht een spreidkop van de inrichting in de stand van figuur lb, 10 fig. 4 een doorsnede van de spreidkop over de lijn IV- IV in figuur 2, fig. 5 een vooraanzicht van een inbreng- en lasstation van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding, 15 fig. 6 een zijaanzicht van de inrichting van figuur 5, fig. 7 een doorsnede over de lijn VII-VII in figuur 6, fig. 8 in bovenaanzicht een deel van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding, en 20 fig· 9 schematisch in perspectief een deel van een zakkenhouder voor het opnemen van een stapel zakken.
De figuren la en lb tonen schematisch een inrichting voor het openspreiden van een randgebied van een foliezak 25 1, die in dit voorbeeld van doorzichtige kunststoffolie is vervaardigd. In plaats van een foliezak kan de inrichting ook dienen voor het openen van een randgebied van twee op elkaar liggende flexibele materiaalbanen, zoals bijvoorbeeld twee kunststoffoliebanen in een machine voor 30 het vervaardigen van zakken.
De zak 1 is van het type dat in vlakke toestand twee tegen elkaar liggende zijwanden 2, 3 heeft, die hier aan de niet getoonde onderzijde en aan de beide zijranden 4, 5 zijn gelast. Aan de bovenzijde van de zak 1 zijn de 35 zijwanden 2,3 telkens door een vanaf de zijnaad 4,5 naar binnenstekende lasnaad 6,7 met elkaar verbonden, waarbij tussen beide lasnaden 6,7 een open naad 8 aanwezig is. Bij 1009179 -4- een dergelijke zak is de naad 8 vaak door middel van een snijmes op maat gesneden, hetgeen bij het openen van de zak nog nader te bespreken problemen kan veroorzaken.
De inrichting is bestemd om de zak 1 in het gebied van 5 de open naad 8 open te spreiden. Uiteraard kan de zak 1 ook op geheel andere wijze zijn vervaardigd, bijvoorbeeld uit een buisvormige folie, en zou de onderzijde ook open kunnen zijn. In het bijzonder kunnen de maten van de zak 1 geheel anders zijn dan in de figuren is getoond, bijvoorbeeld 10 aanzienlijk breder zonder dat een wijziging van de hierna te beschrijven inrichting nodig is. Ook zou de zak aan een van zijn hoekpunten kunnen zijn voorzien van het open te spreiden deel.
De spreidinrichting omvat een eerste spreidkop 100 en 15 een tweede spreidkop 100', die in hoofdzaak identiek zijn uitgevoerd. Om deze reden zal alleen de opbouw en werking van de eerste spreidkop 100 worden besproken, de overeenkomstige delen van de tweede spreidkop 100' zijn in de figuren aangeduid met een hetzelfde verwijzingscijfer 20 voorzien van een accent.
De beide spreidkoppen 100, 100' liggen tegenover elkaar, aan weerszijden van de aanvoerpositie voor de zak 1. De zak 1 kan automatisch vanuit een voorraadhouder worden aangevoerd met een niet getoonde aanvoermechanisme. 25 De spreidkop 100 heeft een basisplaat 101, waarop een naar de andere spreidkop gerichte en tussen een aanzuigstand (fig. la) en een spreidstand (fig. lb) heen en weer verplaatsbare vacuumzuignap 102 is aangebracht. De vacuumzuignap 102 is aangebracht aan een ten opzichte van 30 de bijbehorende basisplaat 101 heen en weer beweegbaar geleide zuignapdrager 103, die op zijn beurt verbonden is met een nog te beschrijven verplaatsingsmechanisme. de zuignapdrager 103 is dwars op de zijwanden 2,3 van de zak l verplaatsbaar.
35 Aan weerszijden naast de vacuumzuignap 102 is de spreidkop 100 voorzien van respectievelijk een eerste klembek 104 en een tweede klembek 106. Hierbij liggen de 1009179 -5- eerste en tweede klembekken 104,104',106,106' van de beide spreidkoppen 100,100' tegenover elkaar, zodat het open te spreiden randgebied van de zak 1 op twee uit elkaar gelegen plaatsen telkens tussen twee tegenover elkaar gelegen 5 klembekken van de beide spreidkoppen wordt geklemd wanneer de basisplaten 101, 101' door een niet getoond aandrijfmechanisme naar elkaar worden bewogen.
Voor het opnemen van de klembekken 104, 106 heeft de spreidkop 100 aan weerszijden van de zuignapdrager een 10 klembekdrager 107 en 108. Deze klembekdragers 107, 108 zijn telkens aan hun naar de zuignapdrager gerichte zijde via een scharnierpen 109, 110 zwenkbaar verbonden met de zuignapdrager 103. Wanneer het verplaatsingsmechanisme van de spreidkop 100 de zuignap 102 van de aanzuigstand naar de 15 spreidstand verplaatst, worden de klembekken 104 en 106 naar elkaar gedwongen onder behoud van de inklemming van de zak 1 tussen de samenwerkende klembekken van de beide spreidkoppen 100,100'.
De klembekdragers 107, 108 zijn starre elementen en de 20 scharnierpennen 109, 110 zijn zodanig opgesteld dat de afstand gemeten van de eerste klembek 104, langs de bijbehorende zuignap 102, naar de tweede klembek 106 van de spreidkop 100 in de zuigstand en de spreidstand nagenoeg gelijk is. Hierdoor wordt voorkomen dat het opengespreide 25 deel van de foliezak 1 oprekt of weer wordt losgetrokken van de vacuumzuignap 102. In het getoonde voorbeeld zijn de eerste en tweede klembekken 104, 106 naar voren uitstekende strips van rubber of dergelijk wrijvingsmateriaal.
Bij de spreidkop 100 is de zuignapdrager 103 verbonden 30 met een verplaatsingsmechanisme, dat de zuignapdrager 103 van de zuigstand (fig. la) naar de spreidstand (fig. lb) verplaatst wanneer de betreffende zijwand 2 van de zak 1 stevig is vastgezogen door de vacuumzuignap 102. Bij die verplaatsing worden de zwenkbaar aan de zuignapdrager 103 35 gekoppelde klembekdragers 107, 108 aan hun ene einde meegetrokken. Het andere, vrije einde van elke klembekdrager 107, 108 wordt daarbij door een bijbehorende 1009179 -6- en tussen de basisplaat 101 en de klembekdrager opgestelde terugstelveer 111, 112 naar de zijwand 2 van de zak 1 gedrukt.
Het verplaatsingsmechanisme dat bij de beide 5 spreidkoppen 100, 100' de verplaatsing van de zuignapdrager bewerkstelligt, is gebaseerd op vacuum, waarbij onder vacuum een geschikte onderdruk ten opzichte van de atmosferische druk, bijvoorbeeld van 0,3 bar, wordt verstaan. Voor het verschaffen van dit vacuum heeft de 10 inrichting een niet getoonde vacuumbron, bijvoorbeeld een luchtpomp. Deze vacuumbron is aangesloten op een poort 120, die via een zuigkanaal 122 in verbinding staat met de vacuumzuignap 102. Wanneer vacuumbron in bedrijf is, wordt lucht aangezogen via de zuignap 102 totdat de zuignap 102 15 volledig is afgedekt door de zijwand 2 van de zak 1 en verdere aanzuiging van lucht niet mogelijk is. Op dat moment zal de druk in het aanzuigkanaal 122 dalen en van die drukdaling maakt het verplaatsingsmechanisme gebruik om de zak 1 open te spreiden. Daartoe is in dit voorbeeld de 20 zuignapdrager 103 uitgevoerd als heen en weer beweegbare cilinder, die met een vast aan de basisplaat 101 bevestigde zuigerstang 124, een variabele kamer 125 begrenst, die in verbinding staat met het zuigkanaal 122. Zodra derhalve de inlaat van het zuigkanaal 122 bij de zuignap 102 is 25 afgesloten door de aanligging van de zak 1 tegen de zuignap 102 daalt de druk in de kamer 125. Hierdoor zal op de zuignapdrager 103 een kracht ontstaan in de richting van de spreidstand, welke kracht de terugstelveren 111, 112 overwint. Van belang hierbij is dat hierdoor automatisch 30 wordt bereikt dat de beweging naar de spreidstand pas plaatsvindt als de zak 1 stevig tegen de zuignap 102 is aangezogen. Aldus wordt de in figuur lb getoonde spreidstand bereikt. In deze stand kan de zak 1 worden gevuld, bijvoorbeeld met dun of dik vloeibaar materiaal of 35 met een poedervormig materiaal. Ook kan er in zijn voorzien, zoals verderop zal worden toegelicht, om een kunststof lichaam in het geopende deel van de zak 1 aan te 1009179 ! -7- brengen en vast te lassen.
Voor een gedetaileerde weergave van een voorkeursuitvoeringsvorm van de spreidbekken 100, 100' wordt nu verwezen naar de figuren 2, 3 en 4.
5 In deze figuren 2-4 is verder te herkennen dat elke klembekdrager 107, 108 aan zijn vrije einde is voorzien van een pen 130, die past in een brede dwarsgeleidingssleuf 131 van de basisplaat 101. Bij het naar de spreidstand bewegen van de zuignap komt die pen 130 tegen de rand van de sleuf 10 131 terwijl het met de zuignapdrager verbonden einde verder beweegt. Hierdoor zwenkt de klembekdrager 107,108. Verder vormt de sleuf 131 bij de terugstelbeweging van de spreidkop een geleiding. Verder is in de figuren 2 en 4 te herkennen dat de zuignap 102 via een door elastische 0-15 ringen gevormde buigzame koppeling 135 is aangebracht aan de zuignapdrager 103. Hierdoor kan de zuignap 102 kantelen ten opzichte van de zuignapdrager 103 en een schuine stand innemen.
Een aan de zuignapdrager 103 aangebrachte meenemer 136 20 voor de zuignap 102 bewerkstelligt dat bij het naar de spreidstand bewegen van de zuignap 102, de bovenzijde van de zuignap 102 wordt meegenomen, terwijl de onderzijde van de zuignap 102 door de buigzame verbinding iets achter kan blijven. Hierdoor kan de zuignap 102 enigzins schuin 25 achterover komen te staan, met de open zijde richting de bovenrand van de zak 1, hetgeen het van elkaar trekken van de zijwand van de zak 1 vergemakkelijkt. Voor het van elkaar trekken van de zijwanden 2, 3 van de zak 1 is het ook voordelig wanneer de zuignappen 102, 102' niet exact 30 tegenover elkaar maar enigzins versprongen zijn opgesteld.
Wanneer met de beschreven spreidbekken 100,100' de in figuur lb getoonde spreidstand is verkregen, kan een kunststof lichaam in het geopende deel van de zak 1 worden gebracht en daarin vastgelast, bijvoorbeeld met een 35 inbreng- en lasstation 200 volgens de figuren 5, 6 en 7.
Ook zou de zak met een geschikte vulinrichting kunnen gevuld via het door de spreidbekken opengehouden Ό09179 -8- randgebied.
De inrichting kan zijn voorzien van een voorraadhouder voor vlakke foliezakken, bijvoorbeeld zoals beschreven aan de hand van figuur 9, en een bijbehorende aanvoermechanisme 5 om een zak uit de voorraadhouder te nemen en toe te voeren aan de aanvoerpositie. Tevens kan een eerste transportmechanisme zijn voorzien dat de beide spreidkoppen 100, 100' langs een eerste baan kan verplaatsen tussen de aanvoerpositie en een positie onder het vastopgestelde 10 station 200. Eventueel kunnen meerdere stellen spreidkoppen zijn voorzien, die gelijktijdig een zak opnemen bij hun bijbehorende aanvoerpositie en transporteren naar meerdere achterelkaar opgestelde stations 200.
In de figuren 5-7 is niet weergegeven dat onder het 15 station 200 een foliezak 1 wordt opgehouden op de wijze als getoond in fig. lb met behulp van de hiervoor beschreven spreidinrichting.
Het in te brengen kunststof lichaam is bijvoorbeeld een connectorlichaam met een doorlaatkanaal en een afsluitstop 20 voor het afsluiten van het doorlaatkanaal.
Het inbreng- en lasstation 200 omvat twee beweegbare lasbekken 201, 202, die zijn aangebracht op het onderste einde van een bijbehorende arm, respectievelijk 204 en 205. Deze armen 204, 205 zijn voorzien van een dwarsarm, die 25 zwenkbaar zijn om een scharnieras 206. Deze scharnieras 206 ligt midden tussen beide armen 204, 205, boven de contactplaats van de beide lasbekken 201 en 202. De beide armen 204, 205 steken boven de dwarsarmen uit en zijn aan hun bovenste einde verbonden met een hefboommechanisme 210. 30 Het hefboommechanisme 210 omvat een lineaire cilinder 211, waarmee een in het huis van het station 200 geleid schuifblok 212 op en neer kan worden verplaatst. Tussen het schuifblok 212 en elk van de armen 204, 205 is via zwenkverbindingen een drukstang 216, 217 bevestigd. In elke 35 drukstang 216, 217 is een instelbare veer opgenomen om de gewenste klemkracht van de lasbekken 201, 202 in te stellen.
1009179 -9-
In de figuren 5 en 6 is schematisch een positioneerinrichting 240 te herkennen, waarmee een connectorlichaam 241 in het opgespreide deel van de zak 1 wordt gebracht, waarbij de lasbekken 201,202 op een afstand 5 van elkaar zijn. Hierbij wordt de zak 1 vastgehouden door de spreidbekken 100,100'. Vervolgens wordt het vacuum bij de vacuumaansluitingen 120, 120' opheven zodat de zuignappen naar elkaar toe bewegen. Bij voorkeur wordt zelfs lucht onder druk aan de aansluitingen 120, 120' 10 toegevoerd zodat de zuignappen naar elkaar worden gedrukt en tevens via de opening in elk zuignap een luchtstroom tegen de zijwand van de zak wordt geblazen. Dit leidt er toe dat de klembekken 104, 106, 104',106' weer in de richting van de stand van figuur la bewegen en daardoor het 15 randgebied van de zak strak om het connectorlichaam 241 trekken. Daarna worden de lasbekken 201, 202 met kracht naar elkaar gedrukt en worden de zijwanden van de zak 1 aan het connectorlichaam 241 vastgelast. Ook de naast het connectorlichaam gelegen open delen van de naad van de zak 20 1 worden hierbij dichtgelast. Door het straktrekken van dit deel van de zak wordt voorkomen dat vouwen ontstaan ter plaatse van de lasnaad, welke vouwen lekkages kunnen veroorzaken en tevens het uiterlijk van de zak benadelen.
De nu verkregen zak met ingelast connectorlichaam 241 kan 25 worden toegevoerd aan verdere stations, bijvoorbeeld voor het vacumeren van de zak 1 en/of voor het vullen van de zak 1. Hierbij is het van voordeel als de zak 1 daarbij door een tweede transportmechanisme wordt verplaatst naar die stations, waarbij het tweede transportmechanisme een 30 grijper omvat die op het connectorlichaam 241 aangrijpt om de zak te transporteren.
Figuur 8 toont schematisch een deel van een uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding. In figuur 8 zijn de reeds eerder beschreven 35 spreidkoppen 100 en 100' te herkennen in twee posities ten opzichte van een door twee geleiders 300 en 301 gevormde eerste verplaatsingsbaan voor de spreidkoppen 100 en 100'.
1009179 -10-
In de linker positie (bij A) in figuur 8 bevinden de spreidkoppen 100 en 100' zich in hun in figuur la getoonde stand, terwijl in de stroomafwaarts gelegen rechter positie (bij B) de stand van figuur lb is bereikt. De geleiders 300 5 en 301 zijn bijvoorbeeld twee evenwijdige rails.
Stroomafwaarts van positie B bevindt zich een met streeplijnen aangeduid station 400, bij welk station 400 een door de spreidkoppen 100 en 100' aangevoerde zak geopend moet zijn, bijvoorbeeld om de zak te vullen.
10 Het open van het randgebied van de zak, dat bij positie A nog gesloten is, vindt zoals eerder beschreven is in eerste instantie plaats door vacuum aan te brengen op de zuignappen van de spreidkoppen 100 en 100'. Hierdoor zullen de zuignappen naar de spreidstand willen bewegen en de 15 wanden van de zak van elkaar bewegen. Dit kan geschieden tijdens de verplaatsing van de spreidbekken 100 en 100' tussen de positie A en het station 400. Het komt echter in de praktijk zo nu en dan voor dat het spreiden van de zakwanden wordt gehinderd. Met name bij kunststof zakken, 20 waarbij de te openen langsrand op maat is afgesneden, blijkt dat de zakwanden soms door het snijmes aan elkaar zijn gesmolten, zodat het moeilijk of onmogelijk is om de zak te openen. Hierdoor kan het voorkomen dat de zuignappen weliswaar onder vacuum komen maar niet of onvoldoende naar 25 hun spreidstand bewegen, zodat de zak in gesloten of slechts gedeeltelijk geopende toestand bij het station 400 arriveert. Dit is ongewenst. Naast het dichtgesmolten zijn van het te openen randgebied zijn andere oorzaken voor het moeilijk openen van een zak de afmeting van het te openen 30 randgebied, statische oplading, alsmede de samenstelling, dikte en stijfheid van het materiaal van de zak of materiaalbanen.
Om dit probleem te verhelpen zijn tussen de positie A en het station 400, bij positie B, spreidmiddelen 35 geplaatst, die zodanig samenwerken met de passerende spreidkoppen 100, 100' dat de zuignappen daarvan gedwongen worden om naar de spreidstand te bewegen. De wigmiddelen : 1009179 -11- omvatten hier twee leischoenen 310 en 311, die langs de eerste baan zijn opgesteld. De spreibekken 107, 108 en 107', 108' zijn elk voorzien van een naar beneden stekend bedieningsuitsteeksel, die in figuur 8 schematisch zijn 5 aangeduid en zijn voorzien van verwijzingscijfer 315. Deze uitsteeksels 315 zijn zo opgesteld dat zij bij het verplaatsen van de spreidkoppen 100, 100' ongeacht de stand van de zuignap van die spreidkoppen tegen de divergerende geleidingsvlakken van de leischoenen 310, 311 komen, 10 waardoor de zuignappen naar de spreidstand worden gedwongen. Als de zak ongehinderd kan openen, zullen de zuignappen zich al in hun spreidstand bevinden voordat de leischoenen daarvoor zorgen, maar indien de zak niet of onvolledig is geopend zullen de leischoenen werkzaam zijn. 15 Wanneer een zak door het aanbrengen van vacuum op de zuignappen niet of onvoldoende opent, kan het zijn dat door de samenwerking met de wigmiddelen de zak alsnog in de gewenste mate opent. Het kan echter ook voorkomen dat de zak ook nu niet opent, waardoor in ieder geval een van de 20 zuignappen van de zakwand loslaat. Hierdoor neemt de onderdruk in de bijbehorende vacuumaansluiting af, en als de zuignappen via een gemeenschappelijke leiding op de vacuumborn zijn aangesloten, zal ook de andere zuignap de zak loslaten. Door een druksensor in het vacuumkanaal kan 25 worden waargenomen of een van de zuignappen de zak heeft losgelaten en kan de vacuumbron worden uitgeschakeld zodat de zak wordt losgelaten. Door dan tevens de spreidkoppen 100, 100' over een geringe afstand van elkaar te bewegen, door middel van bijbehorende verplaatsingsmiddelen, wordt 30 de zak dan volledig losgelaten en valt deze tussen de spreidkoppen uit naar beneden. Verder kan deze waarneming als stuursignaal aan het station 400 worden toegevoerd, zodat daar de handeling, bijvoorbeeld het vullen van een zak, niet wordt uitgevoerd.
35 Met de beschreven inrichting kunnen dergelijke zakken in hoog tempo worden geopend. Het openen kan verder worden bvorderd door de zuignappen van de tegenover elkaat
1 009179 I
-12- liggende spreidkoppen enigzins excentrisch ten opzichte van elkaar op te stellen. Verder kan er de fabricage van de zakken in zijn voorzien om in het te openen randgebied een kleine vouw aan te brengen, die doorloopt tot aan de 5 buitenrand van de zak, zodat via die vouw lucht tussen de uiteenbewegende zakwanden kan komen.
In het beschreven voorbeeld wordt in een bovennaad van een zak een enkel connectorlichaam aangebracht. Er kunnen echter ook meerdere connectorlichamen aan worden gebracht.
10 In het beschreven voorbeeld wordt telkens een reeds van te voren vervaardigde zak geopend. De inrichting is echter ook geschikt om twee op elkaar liggende kunststof materiaalbanen van elkaar te bewegen, bijvoorbeeld in een machine voor de produktie van kunststofzakken, waarbij de 15 beide materiaalbanen elk van een eigen rol komen. Deze banen worden dan op regelmtige afstanden door lasnaden met elkaar verbonden, zoals de naden 4, 5 in figuur la. De nog niet dichtgelaste zijde kan dan met de inrichting volgens de uitvinding worden geopend, bijvoorbeeld om de zak te 20 vullen maar ook om een connectorlichaam te plaatsen.
Figuur 9 toont een detail van een voorraadhouder 500 voor een stapel platte zakken, met name voor zakken die aan een zijde dikker zijn dan aan de andere, bijvoorbeeld omdat zich aan de dikke zijde een gevouwen bodem bevindt.
25 Dergelijke zakken laten zich moeilijk als stapel in een vertikale kolom hanteren omdat het dikteverschil leidt tot een soort waaier van zakken. De voorraadhouder 500 omvat vertikale geleiders 501-504, die hier zijn gevormd door hoekprofielen. De zakken worden aan de onderzijde van de 30 voorraadhouder op niet weergegeven wijze uitgenomen, zodat de bovenste zak van de stapel geleidelijk naar beneden beweegt. Doordat langs de aan de zakken grenzende wanden van een of meer van deze geleiders 501, 502 een ribbelprofiel 505 met in hoofdzaak horizontale ribben aan 35 is gebracht, blijven de zakken nagenoeg in een horizontale stand als zijn naar beneden bewegen en wordt waaiervorming tegengegaan. Bijvoorbeeld bestaat het ribbenprofiel uit een i J09179 -13- geribbelde kunststofstrook.
1009179

Claims (21)

1. Inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen, in het bijzonder van een foliezak (1) van het type dat in vlakke toestand in het betreffende randgebied twee tegen elkaar 5 liggende zijwanden (2,3) van foliemateriaal heeft, in het bijzonder van kunststoffolie, welke inrichting een eerste en een tweede spreidkop (100,100') omvat, die tegenover elkaar liggen en elk zijn voorzien van een naar de andere spreidkop gerichte zuignap 10 (102,102'), waarbij bij elke spreidkop een verplaatsingsmechanisme behoort voor de zuignap, dat de zuignap kan verplaatsen tussen een aanzuigstand (fig. la), waarin de zuignap aan kan liggen tegen de bijbehorende materiaalbaan en de 15 betreffende materiaalbaan kan vastzuigen, en een verder van de andere zuignap vandaan gelegen spreidstand (fig. lb), met het kenmerk, dat elke spreidkop (100,100') aan weerszijden naast de zuignap (102,102') is voorzien van respectievelijk een 20 eerste klembek (104,104') en een tweede klembek (106,106'), waarbij de eerste en tweede klembekken van de beide spreidkoppen tegenover elkaar liggen, zodat het randgebied tussen twee tegenover elkaar gelegen klembekken kan worden geklemd, en dat de klembekken van elke spreidkop 25 kinematisch zijn gekoppeld met het bijbehorende verplaatsingsmechanisme van de zuignap, zodanig dat wanneer het verplaatsingsmechanisme de zuignap van de aanzuigstand naar de spreidstand verplaatst de klembekken van elke spreidkop naar elkaar worden gedwongen onder behoud van de 30 inklemming van de flexibele materiaalbanen tussen de klembekken van de beide spreidkoppen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de inrichting een vacuumbron omvat, die via een zuigkanaal (122) is 35 aangesloten op een zuigopening in de zuignap (102) van een 1009179 -15- spreidkop, waarbij het verplaatsingsmechanisme van die zuignap een door vacuum bedienbare actuator (103,124) omvat, die is ingericht om de zuignap naar de spreidstand te verplaatsen in afhankelijkheid van een drukdaling in het 5 zuigkanaal veroorzaakt doordat de materiaalbaan (2) de zuignap afdekt.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij elke spreidkop is voorzien van een of meer terugstelveren 10 (111,112), die de kinematisch met elkaar verbonden zuignap en klembekken van de spreidkop terugstellen naar de aanzuigstand.
4. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande 15 conclusies, waarbij de zuignappen (102,102') van de beide spreidkoppen ten opzichte van elkaar versprongen zijn.
5. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij elke zuignap (102,102') is aangebracht 20 aan een zuignapdrager (103,103'), die op zijn beurt is verbonden met het verplaatsingsmechanisme, en waarbij, telkens via een bijbehorende zwenkverbinding (109,109'), aan de zuignapdrager twee klembekkendragers (107,107',108,108') zijn aangebracht, die respectievelijk 25 zijn voorzien van de eerste en de tweede klembek.
6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij bij elke klembekdrager een terugstelveer (111,112) is voorzien.
7. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij elke zuignap (102) via een buigzame koppeling (135) is aangebracht aan een heen en weer beweegbaar in de spreidkop geleide zuignapdrager (103), zodat de zuignap ten opzichte van de zuignapdrager kan 35 kantelen.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij bij de 1009179 -16- zuignapdrager (103) is voorzien van een aanslag (136) voor de zuignap (102), die de zuignap aan een zijde daarvan tegenhoud, zodat de zuignap in een van te voren bepaalde richting kantelt bij aanvang van de verplaatsing van de 5 zuignap naar de spreidstand.
9. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de beide spreidkoppen (100,100') zijn opgenomen in een eerste transportmechanisme, dat een eerste 10 baan vormt voor het transport van de tegenover elkaar liggende spreidkoppen.
10. Inrichting volgens conclusie 9, waarbij langs de eerste baan wigmiddelen (310,311) zijn opgesteld, die bij 15 het passeren van de spreidkoppen (100,100') een gedwongen beweging van elk van de zuignappen naar de spreidstand bewerkstelligen.
11. Inrichting volgens conclusies 5 en 10, waarbij 20 bij elke zuignapdrager een of meer bedieningsuitsteeksels behoren en waarbij de wigmiddelen langs de eerste baan opgestelde leischoenen (310,311) omvatten, die elk samenwerken met een bedieningsuitsteeksel van een zuignapdrager zodanig dat bij het passeren van de 25 leischoenen de zuignapdragers van elkaar vandaan worden gedwongen.
12. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 9-11, waarbij de inrichting langs de eerste baan een inbreng- 30 en lasstation (200) omvat met een inbrengmechanisme voor het in het door de spreidkoppen geopende randgebied plaatsen van een lichaam (241), in het bijzonder een lichaam met een afsluitbare vulopening, en met een lasinrichting (201,202) voor het dichtlassen van het 35 randgebied met inbegrip van het vastlassen van het lichaam.
13. Inrichting volgens conclusies 10 en 12, waarbij de :u09179 -17- wigmiddelen (310,311) stroomopwaarts van het inbreng- en lasstation zijn opgesteld.
14. Inrichting volgens conclusie 12 of 13, waarbij de 5 inrichting is ingericht voor het opheffen van de aanzuiging van de materiaalbanen middels de zuignappen, zodat de zuignappen van de spreidstand in de richting van de aanzuigstand kunnen bewegen, welke opheffing van het vacuum bij voorkeur geschiedt na het inbrengen van het lichaam en 10 voorafgaand aan het inlassen van het lichaam.
15. Inrichting volgens conclusie 14, waarbij de inrichting is ingericht om na het inbrengen van het lichaam en voorafgaand aan het inlassen van het lichaam een gas 15 onder druk toe te voeren aan de zuignappen.
16. Inrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de inrichting een zakkenaanvoerstation omvat met een voorraadhouder voor zakken van kunststoffolie 20 in vlakke toestand en een aanvoermechanisme voor het uit de voorraadhouder nemen van een vlakke zak en het presenteren van de vlakke zak op een aanvoerpositie in de eerste baan van de spreidbekken, waar de spreidbekken de zak met hun klembekken kunnen inklemmen. 25
17. Inrichting volgens conclusie 16, waarbij de spreidkoppen en het eerste transportmechanisme zijn ingericht voor het openspreiden van een zak tijdens het transport van de zak van het zakkenaanvoerstation naar een 30 tweede station (200) .
18. Inrichting volgens een of meer van de conclusies 9-17, waarbij inrichting verder een tweede transportmechanisme omvat dat een tweede baan vormt voor 35 het transporteren van zakken vanaf het tweede station, waarbij het tweede transportmechanisme een grijper omvat, die is ingericht om een zak vasthouden door aangrijping op 1009179 « t -18- het in het tweede station in de zak ingebrachte lichaam.
19. Inrichting volgens conclusie 18, waarbij langs de tweede baan een of meer volgende stations zijn opgesteld, 5 in het bijzonder voor het vullen van zakken via de afsluitbare opening in het ingebrachte lichaam.
20. Inrichting volgens conclusie 19, waarbij het lichaam (241) is voorzien van een afsluitstop voor het 10 afsluiten van de afsluitbare opening daarin en waarbij het na het tweede station volgende station een vacumeringsstation is voor het vacumeren en afsluiten van de zak.
21. Voorraadhouder (500) voor een in hoofdzaak vertikale stapel zakken in vlakke toestand, in het bijzonder zakken van het type die in vlakke toestand een ongelijkmatige dikte hebben, welke voorraadhouder in hoofdzaak vertikale geleidingsorganen omvat, die tussen hen 20 in een voorraadruimte voor een stapel vlakke zakken begrenzen, waarbij bij de voorraadhouder bij voorkeur een mechanisme voor het aan de onderzijde van de voorraadhouder uitnemen van zakken is voorzien, met het kenmerk, dat een of meer van de geleidingsorganen (501-504) aan de naar de 25 voorraadruimte gekeerde zijde is voorzien van in hoofdzaak horizontale ribbels (505), zodanig dat de zakken met hun naburige buitenomtreksrand in contact komen met deze ribbels, waardoor een in hoofdzaak horizontale stand van de zakken in de voorraadruimte bewerkstelligd. 1C09)TS
NL1009179A 1998-05-15 1998-05-15 Inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen. NL1009179C2 (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009179A NL1009179C2 (nl) 1998-05-15 1998-05-15 Inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen.
PCT/NL1999/000298 WO1999059876A2 (en) 1998-05-15 1999-05-14 Device for spreading open an edge area of flexible webs lying on top of each other
AU39606/99A AU3960699A (en) 1998-05-15 1999-05-14 Device for spreading open an edge area of flexible webs lying on top of each other

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1009179 1998-05-15
NL1009179A NL1009179C2 (nl) 1998-05-15 1998-05-15 Inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1009179C2 true NL1009179C2 (nl) 1999-11-16

Family

ID=19767143

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1009179A NL1009179C2 (nl) 1998-05-15 1998-05-15 Inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen.

Country Status (3)

Country Link
AU (1) AU3960699A (nl)
NL (1) NL1009179C2 (nl)
WO (1) WO1999059876A2 (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE10138424A1 (de) * 2001-08-06 2003-02-27 Bmh Chronos Richardson Gmbh Sacköffnungsvorrichtung
BRPI0418704B1 (pt) * 2004-04-14 2015-06-23 Indag Ges Für Industriebedarf Mbh & Co Betr S Kg Dispositivo para a abertura de recipientes flexíveis
EP3127825B1 (de) * 2015-08-07 2018-10-10 INDAG Pouch Partners GmbH Aufblasstation zum aufblasen von folienbeuteln und verfahren dazu
CN113895712B (zh) * 2021-10-18 2022-10-14 安徽采林间食品有限公司 一种坚果包装机用包装袋的开袋机构
EP4183566A1 (de) 2021-11-22 2023-05-24 Harro Höfliger Verpackungsmaschinen GmbH Vorrichtung zum einsiegeln von dreidimensionalen objekten in die beutelöffnung eines folienbeutels

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1052296B (de) * 1955-10-29 1959-03-05 Machf Voorheen Jansen & Sutori Vorrichtung zum OEffnen und Schliessen von flachgelegten Beuteln
FR1486154A (fr) * 1966-07-07 1967-06-23 Vof Machf Gebr Teesink V H F L Machine pour emballer une matière granuleuse dans des sacs

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2528997A (en) * 1949-05-20 1950-11-07 Blanchard Vinson Confection packaging machine having confection conveying means and a horizontally arranged suction means for opening bags to receive the confections
DE29502128U1 (de) 1995-02-09 1995-04-20 Harro Höfliger Verpackungsmaschinen GmbH, 71573 Allmersbach Flachbeutelmaschine

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1052296B (de) * 1955-10-29 1959-03-05 Machf Voorheen Jansen & Sutori Vorrichtung zum OEffnen und Schliessen von flachgelegten Beuteln
FR1486154A (fr) * 1966-07-07 1967-06-23 Vof Machf Gebr Teesink V H F L Machine pour emballer une matière granuleuse dans des sacs

Also Published As

Publication number Publication date
AU3960699A (en) 1999-12-06
WO1999059876A3 (en) 2000-02-03
WO1999059876A2 (en) 1999-11-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5454776A (en) Carton bottom folder and sealer
CA2011161C (en) Apparatus (packaging machine) for the packaging of articles of differing size
US4510736A (en) Machine for filling and closing bags of synthetic plastic material
US5673541A (en) Apparatus and method for forming, filling and sealing a bag
US6668523B2 (en) Process for the final folding and subsequent storage of a piece of linen
NL9420011A (nl) Machine voor het maken en positioneren van zakken gemaakt uit heetsmeltend kunststofmateriaal.
SK6662000A3 (en) Method and apparatus for placing a product in a flexible recloseable container
US20170081055A1 (en) Vertically Positioned Horizontally Traversing Plastic Film Bags Opening, Filling and Closing Apparatus Including Vertically Moving Supporting Conveyor
NL1009179C2 (nl) Inrichting voor het openspreiden van een randgebied van op elkaar liggende flexibele materiaalbanen.
US4829746A (en) Apparatus for placing a web of film under tension
US4989391A (en) Automatic bagging, heat sealing and discharge machine
US3650087A (en) Apparatus for compressing and packaging a stack of flattened bags or the like
US20170081062A1 (en) Apparatus for Pulling Vertically Positioned Horizontally Traversing Plastic Film Bag Walls and Heat Fusing the Walls and Closing the Bag
US3766710A (en) Apparatus for closing plastic bags
US20030154692A1 (en) Bag packaging method and assembly for a bag filling station
US5271206A (en) Method for making, filling, and sealing sacks
US5282351A (en) Method for making, filling and sealing sacks
JP3612647B2 (ja) 袋詰品シール装置
JP3330646B2 (ja) 袋を製造し、充填し、密封する方法
JP2842180B2 (ja) 包装装置
US3946538A (en) Bag holding device
JPS5832082B2 (ja) ラベル包装機械及び方法
US6938330B2 (en) Method and apparatus for inserting sliders during automated manufacture of reclosable bags
JPH0639705U (ja) 自動包装機の耳折り装置
CN219565520U (zh) 一种自动开袋落药的装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20021201